Documenttranscriptie
4
Contents
Voor informatie over verdere documentatie die is meegeleverd met uw computer, zie "Informatie zoeken" op
pagina 29.
Opmerkingen, kennisgevingen en waarschuwingen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
KENNISGEVING: Een KENNISGEVING duidt mogelijke beschadiging van de hardware of gegevensverlies aan en geeft
aan hoe u dergelijke problemen kunt voorkomen.
LET OP: Een WAARSCHUWING duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan.
Afkortingen en acroniemen
Een volledige lijst met afkortingen en acroniemen vindt u in de Verklarende woordenlijst in de
Gebruikershandleiding van uw computer.
Als u een Dell™ computer uit de n-serie hebt aangeschaft, zijn de referenties in dit document naar Microsoft®
Windows® -besturingssystemen niet van toepassing.
____________________
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
© 2005 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Reproductie in welke vorm dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Handelsmerken in dit document: Dell, het DELL-logo en Latitude zijn merken van Dell Inc.; Microsoft en Windows zijn gedeponeerde merken
van Microsoft Corporation; Intel en Pentium zijn gedeponeerde merken van Intel Corporation.
Andere handelsmerken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt, dienen ter aanduiding van de rechthebbenden met
betrekking tot de merken en namen of ter aanduiding van hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien
van andere merken of handelsnamen dan haar eigen merken en handelsnamen.
Model PP21L
December 2005
O/N JD925
Rev. A00
Inhoud
Informatie zoeken
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Computer uitpakken en opstarten .
Over de computer
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
33
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
34
Vooraanzicht . . .
Linkerzijaanzicht .
Rechterzijaanzicht
Achteraanzicht . .
Onderaanzicht . .
Batterijen gebruiken .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
34
35
35
35
36
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
36
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Batterijprestatie . . . . . . . . . . . . . . .
De lading van de batterij controleren. . . .
De levensduur van de batterij behouden .
Energiebeheermodi . . . . . . . . . . . . .
Instellingen voor energiebeheer definiëren
De batterij opladen . . . . . . . . . . . . .
De batterij vervangen . . . . . . . . . . . .
Een batterij opslaan . . . . . . . . . . . . .
Problemen oplossen .
. . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . .
36
37
38
38
39
40
40
41
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
41
. . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . .
Lock-ups en softwareproblemen . . . . . . .
Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) .
Index .
29
. . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . .
41
43
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
47
Inhoud
27
Informatie zoeken
OPMERKING: Sommige kenmerken of media zijn optioneel en het kan zijn dat ze niet zijn meegeleverd. Sommige
kenmerken of media zijn niet beschikbaar in bepaalde landen.
OPMERKING: Mogelijk werd er bij uw computer bijkomende informatie geleverd.
Waar bent u naar op zoek?
Hier kunt u het vinden
• Een diagnoseprogramma voor de computer
• Drivers (Stuur- en hulpprogramma's) voor mijn
computer
• Documentatie voor het toestel
• Notebook System Software (NSS)
Stuur- en hulpprogramma's-cd (ook wel de 'ResourceCD')
OPMERKING: De Drivers and Utilities CD (Stuur- en
hulpprogramma's-cd) kan optioneel zijn en niet geleverd met uw
computer.
De documentatie en stuurprogramma's zijn reeds op de
computer geïnstalleerd. U kunt de cd gebruiken om de
stuurprogramma's opnieuw te installeren zie "Reinstalling
Drivers and Utilities" (Opnieuw installeren van Stuur- en
Hulpprogramma's) in de User's Guide (gebruikershandleiding)
of maak gebruik van de Dell Diagnose (zie "Dell Diagnostics"
in de User's Guide (gebruikershandleiding).)
Mogelijk bevat de cd leesmijbestanden met de laatst
beschikbare informatie over
technische wijzigingen aan de
computer of geavanceerd
technisch naslagmateriaal voor
technici en gevorderde
gebruikers.
OPMERKING: Bijwerkingen van
de stuurprogramma's en
documentatie vindt u op
support.dell.com.
•
•
•
•
•
•
Waarborg-informatie
Algemene voorwaarden (alleen Verenigde Staten)
Veiligheidsinstructies
Informatie over regelgeving
Ergonomische informatie
Licentieovereenkomst voor eindgebruikers
Dell™ Product Informatie Guide (Productinformatiegids)
Snelle referentiegids
29
Waar bent u naar op zoek?
Hier kunt u het vinden
•
•
•
•
Dell Latitude™ User's Guide (gebruikershandleiding)
Onderdelen verwijderen en vervangen
Specificaties
Systeeminstellingen configureren
Problemen vaststellen en oplossen
• Servicelabel en express-servicecode
• Microsoft Windows-licentielabel
Microsoft Windows XP Help en Support Center
1 Klik op Start→ Help and Support (Hulp en Ondersteuning)→
Dell User and System Guides (Dell Gebruikers- en
systeeminformatiehandleiding)→ System Guides
(Systeeminformatiehandleiding).
2 Klik op de User’s Guide (gebruikershandleiding) voor uw
computer.
Service Tag and Microsoft® Windows® License
Deze labels bevinden zich aan de onderzijde van de computer.
• Gebruik de servicelabel om uw computer te identificeren als u
gebruik maakt van support.dell.com of contact opneemt met
de technische ondersteuning.
• Geef de exporess-servicecode
als u de help desk opbelt.
30
Snelle referentiegids
Waar bent u naar op zoek?
Hier kunt u het vinden
• Oplossingen — Probleemwijzer, tips en advies van
monteurs en online-cursussen, FAQ´s
• Community — online-discussies met andere
gebruikers van Dell-producten
• Upgrades — upgrade-informatie voor onderdelen als
het geheugen, de vaste schijf en het
besturingssysteem.
• Klantendienst — Contactgegevens, de status van
herstellingsverzoeken en bestellingen, informatie over
garantie en herstellingen
• Service en Support — De status van
herstellingsverzoeken, support-historiek, het
servicecontract, online-discussies met medewerkers
van de technische ondersteuning
• Referentiemateriaal — Computerdocumentatie,
details over mijn computerinstellingen,
productspecificaties en white papers
• Downloads — Geautoriseerde stuurprogramma's,
patches en software -updates
• Notebook Systeemsoftware (NSS) — Als u het
besturingssysteem opnieuw installeert op uw
computer, moet u ook de NSS opnieuw installeren.
NSS biedt essentiële updates voor uw
besturingssysteem en ondersteuning voor Dell™ 3.5inch USB-diskette-stations, Intel® Pentium®
M-processors, optische schijven en USB-apparaten.
NSS is nodig om uw Dell-computer correct te laten
werken. De software detecteert automatisch de
computer en het besturingssysteem en installeert de
updates die voor uw configuratie van belang zijn.
Dell Support Website — support.dell.com
OPMERKING: Selecteer uw regio om de juiste support-website
weer te geven.
• Software-upgrades en advies bij de probleemwijzer
• FAQ's, actuele onderwerpen en een gezonde
computeromgeving
Notebook Systeemsoftware downloaden:
1 Ga naar support.dell.com, selecteer uw segment en geef uw
servicelabel.
2 Selecteer Drivers & Downloads en klik op Go (Ga).
3 Klik op uw besturingssysteem en zoek op het trefwoord
Notebook System Software (Systeemdocumentatie).
OPMERKING: De support.dell.com user interface kan
verschillen, afhankelijk van uw keuzes.
Dell Support Utility
Dell Support Utility (Dell hulpprogramma) is een automatisch
upgrade- en notificatiesysteem op uw computer
notificatiesysteem in uw computer. Dit hulpprogramma biedt
real-time scans voor een gezonde computeromgeving.
software updates en belangrijke supportinformatie. Maak
pictogram in de
gebruik van Dell Support via het
takenbalk. Voor meer informatie, zie "Accessing the Dell Support
Utility" (Toegang tot Dell Hulpprogramma) in uw User’s Guide
(gebruikershandleiding).
Snelle referentiegids
31
Waar bent u naar op zoek?
Hier kunt u het vinden
• Met Windows XP werken
• Aan het werk met programma's en bestanden
• Hoe pas ik mijn bureaublad aan?
Help en ondersteuning van Windows
1 Klik op Start→ Help and Support (Hulp en Support).
2 Geef met een of meer woorden een beschrijving van het
probleem en klik vervolgens op het pijltje.
3 Klik op het onderwerp dat uw probleem beschrijft.
4 Volg de instructies op het scherm.
• Informatie over netwerkactiviteiten, de Power
Management Wizard, sneltoetsen en andere
onderdelen van de Dell QuickSet
Dell QuickSet Help
Om Dell QuickSet Help te activeren, klikt u met de
rechtmuisknop op
het [put icon after the word
'pictogram'] in Microsoft® Windows® takenbalk.
Voor meer informatie over de Dell QuickSet, zie "Dell™
Quickset" in uw User’s Guide (gebruikershandleiding).
• Het besturingssysteem opnieuw installeren
Besturingssysteem-cd
OPMERKING: De Operating System CD (besturingssysteem-cd)
kan optioneel zijn en niet zijn meegeleverd bij uw computer.
Het besturingssysteem is reeds op de computer geïnstalleerd.
Om uw besturingssysteem opnieuw te installeren, maakt u
gebruik van de optionele Operating Systeem CD (zie "Using
the Operating System CD" (De besturingssysteem-cd
gebruiken) in uw User’s Guide (gebruikershandleiding).
Nadat u het besturingssysteem
opnieuw hebt geïnstalleerd,
gebruikt u de Drivers and Utilities
CD (ResourceCD) om de
stuurprogramma's opnieuw te
installeren voor de met de
computer meegeleverde
apparaten.
OPMERKING: De kleur van de cd
is afhankelijk van het besturingssysteem dat u hebt besteld.
32
Snelle referentiegids
Computer uitpakken en opstarten
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de
Productinformatiegids raadplegen.
1 Haal de onderdelen uit de accessoiredoos.
2 Leg de onderdelen klaar, u hebt deze nodig om de computer te kunnen opstarten.
De accessoiredoos bevat tevens gebruikersdocumentatie en eventuele software of extra hardware die u
hebt besteld (zoals pc-kaarten, stations of batterijen).
3 Sluit de netadapter aan op de connector van de computer en de netspanning.
4 Open de computer en druk op het aan/uit-knopje (zie "Vooraanzicht" op pagina 34).
OPMERKING: Het is aan te raden om uw computer tenminste een keer aan en uit doet voordat u kaarten of
dergelijke gaat installeren de computer op een dockingstation aansluit of een extern apparaat zoals een printer
aansluit.
Snelle referentiegids
33
Over de computer
Vooraanzicht
2
1
3
4
10
9
5
6
8
7
34
1
schermontgrendeling
2
schermvergrendelingen
(2)
3
scherm
4
statuslampjes toetsenbord
5
touchpad
6
touchpad-knoppen (2)
7
luidsprekers (2)
8
statuslampjes apparaat
9
toetsenbord
10
aan/uit-knop
Snelle referentiegids
Linkerzijaanzicht
1
2
3
4
5
6
7
8
1
modemconnector
2
netwerkaansluiting
3
videoaansluiting
4
USB-connectors (3)
5
microfoonaansluiting
6
aansluiting koptelefoon
7
ExpressCard-sleuf
8
ontgrendelknop voor ExpressCard
Rechterzijaanzicht
2
1
1
mediacompartiment
2
ontgrendelknop voor
mediacompartiment
3
3
sleuf voor beveiligingskabel
Achteraanzicht
1
1
connector voor netadapter
2
2
ventilatieopeningen
Snelle referentiegids
35
Onderaanzicht
1
2
3
8
7
6
1
deksel geheugenmodule / mini-PCI
5
4
2
vergrendelingsschroef
optische schijf
3
vaste schijf
6
ontgrendeling batterij
4
batterij
5
vergrendeling batterij
7
deksel processor en warmtemodule
8
ventilator
Batterijen gebruiken
Batterijprestatie
OPMERKING: Zie de Productinformatiegids of het aparte garantiedocument dat met uw computer is meegeleverd
voor informatie over de Dell-garantie voor uw computer.
Voor een optimale prestatie van de computer en om de BIOS-instellingen te behouden, dient u de
draagbare Dell™-computer altijd te gebruiken terwijl de hoofdbatterij geïnstalleerd is. Er wordt
standaard één batterij meegeleverd; deze bevindt zich in het batterijcompartiment.
OPMERKING: Omdat de batterij wellicht niet helemaal opgeladen is, kunt het beste de netadapter gebruiken als u
uw computer voor het eerst opstart. Voor de beste resultaten blijft u de netadapter gebruiken totdat de batterij
helemaal is opgeladen. Om de batterijstatus te zien, klikt u op Start→ Control Panel(Besturingspaneel)→ Power
Options(Energie-opties)→ Power Meter(Energiemeter).
36
Snelle referentiegids
OPMERKING: De werkduur van de batterij (de tijd gedurende welke de batterij stroom kan bieden) wordt met de
tijd minder. Afhankelijk van de frequentie waarmee de batterij wordt gebruikt en de gebruiksomstandigheden kan
het zijn dat u tijdens de levensduur van de computer een nieuwe batterij moet aanschaffen.
OPMERKING: Het wordt aanbevolen dat u de computer op een stopcontact aansluit wanneer u naar een cd of
DVD schrijft.
De werkduur van de batterij is afhankelijk van de werkomstandigheden. De werkduur wordt aanzienlijk
verminderd door onder andere:
•
Het gebruik van optische stuurprogramma's
•
Het gebruik van draadloze communicatie-apparatuur zoals PC-kaarten, ExpressCards, media memorysticks of USB-sticks
•
Het gebruik van zeer heldere weergaveinstellingen, 3D- screensavers of andere programma's die veel
energie verbruiken, zoals 3D- spelletjes
•
De computer op maximale prestatie laten draaien. Zie "Instellingen voor energiebeheer definiëren" op
pagina 39 voor informatie over toegang tot de Windows Energiebeheer-opties of de Dell QuickSet, die
u kunt gebruiken om de instellingen te configureren van het energiebeheer.
LET OP: Het gebruik van een incompatibele batterij kan de kans op brand of een explosie vergroten. Vervang de
batterij uitsluitend met een compatibele batterij die u bij Dell hebt aangeschaft. De batterij is gemaakt om in
combinatie met uw Dell-computer te worden gebruikt. Gebruik geen batterij van een andere computer voor uw
Dell-computer.
LET OP: Gooi batterijen niet met het huisafval weg. Als de batterij geen energie meer bevat, moet u contact
opnemen met de plaatselijke vuilophaal- of milieudienst voor advies over het verwijderen van een lithiumionbatterij. Zie "Batterijen verwijderen" in de Productinformatiegids.
LET OP: Misbruik van de batterij kan de kans op brand of chemische brandwonden verhogen. Maak geen gaten
in batterijen, gooi batterijen niet in het vuur, maak batterijen niet open en stel batterijen niet bloot aan een
temperatuur hoger dan 65°C. Houd de batterij buiten bereik van kinderen. Ga uiterst voorzichtig met beschadigde
of lekkende batterijen om. Beschadigde batterijen kunnen lekken en lichamelijke schade of schade aan uw
apparatuur opleveren.
De lading van de batterij controleren
De Dell QuickSet batterijmeter, de Microsoft Windows Power Meter (Energiemeter) venster het
pictogram [icon] en de waarschuwing dat de batterij bijna leeg is, geven informatie over de status van de
batterij.
Dell™ QuickSet-batterijmeter
Als Dell QuickSet is geïnstalleerd, drukt u op <Fn> <F3> om de QuickSet-batterijmeter weer te
geven. De batterijmeter geeft de status en de levensduur van de batterij, het oplaadniveau en de
verstreken tijd.
Klik voor meer informatie over QuickSet met de rechtermuisknop op het pictogram
Klik vervolgens op Help.
in de taakbalk.
Microsoft® Windows® Energiemeter
De Windows Energiemeter geeft de resterende batterijlading weer. Om de Energiemeter af te lezen,
dubbelklikt u op het pictogram
in de takenbalk.
Snelle referentiegids
37
Als de computer op een stopcontact is aangesloten, wordt het pictogram
weergegeven.
Batterijwaarschuwing
KENNISGEVING: Om te voorkomen dat gegevens beschadigd raken of verloren gaan, moet u uw werk direct
opslaan als u een waarschuwing ontvangt dat de batterij bijna leeg is. Sluit de computer vervolgens op een
stopcontact aan. Als de batterij volledig zonder stroom komt te staan, wordt automatisch de diepe slaapmodus
geactiveerd.
Een popupbericht waarschuwt automatisch als de batterij voor bijna 90 % leeg is. Zodra een kritiek laag
niveau is bereikt, wordt automatisch de slaapmodus geactiveerd.
U kunt de instellingen voor de batterijwaarschuwing veranderen in QuickSet of in het Power Options
Properties (Energiebeheer-eigenschappen) venster. Zie "Instellingen voor energiebeheer definiëren" op
pagina 39 voor information over toegang tot de QuickSet of het Power Options Properties
(Energiebeheer-eigenschappen) venster.
De levensduur van de batterij behouden
De volgende handelingen kunt u uitvoeren om de levensduur van uw batterij te behouden:
•
Sluit de computer aan op een stopcontact wanneer mogelijk, omdat de de levensduur van een batterij
hoofdzakelijk wordt bepaald door het aantal keren dat de batterij wordt gebruikt en wordt opgeladen.
•
Zet uw computer in standby-modus of in slaapstand als u de computer langere tijd onbeheerd
achterlaat. (zie "Energiebeheermodi" op pagina 38).
•
Gebruik de Energiebeheer Wizard of het Power Options Properties (Energie-eigenschappen) venster
om opties te selecteren waardoor u het energieverbruik van uw computer kunt optimaliseren. Deze
opties kunnen ook worden gewijzigd als u de aan/uit-knop indrukt, de computer dichtklapt of op
<Fn> <Esc> drukt.
OPMERKING: Zie "Instellingen voor energiebeheer definiëren" op pagina 39 voor informatie over het behoud van
de levensduur van uw batterij.
Energiebeheermodi
Standby-modus
In standby-modus blijft de computer aan maar wordt het scherm uitgeschakeld, en na langere tijd ook de
vaste schijf. Als een computer in standby-modus opnieuw wordt geactiveerd, is alles zoals op het ogenblik
dat de standby-modus werd geactiveerd.
KENNISGEVING: Als een computer in standby-modus zonder stroom of zonder batterij valt, dan kunnen er
gegevens verloren gaan.
Hoe zet u de computer standby?
•
Klik op Start→ Shut Down (Afsluiten)→ Stand by.
or
•
Afhankelijk hoe u het energiebeheer heeft ingesteld in de Power Options Properties (Energiebeheereigenschappen) of in de Energiebeheer-wizard van QuickSet, kunt u de volgende handelingen volgen:
–
38
Klik op het aan/uit-knopje.
Snelle referentiegids
–
Klap uw computer dicht.
–
Druk op <Fn><Esc>.
Om de standby-modus uit te schakelen, drukt u op het aan/uit-knopje of opent u de computer,
afhankelijk van de instellingen in uw energiebeheer-opties. Dit gebeurt niet als u alleen op een toets
drukt of het touchpad aanraakt.
Slaapstand
De slaapstand spaart energie door de systeemdata te kopiëren naar een aparte ruimte op de vaste schijf
en daarna de computer uit te schakelen. Als de computer weer uit deze slaapstand wordt gehaald, is alles
zoals op het ogenblik dat de slaapstand werd geactiveerd.
KENNISGEVING: U mag geen apparatuur verwijderen of een computer uit een dockingstation halen als de
computer in slaapstand is.
De slaapstand wordt geactiveerd als de batterij bijna leeg is.
Hoe activeer ik de slaapstand?
•
Klik op Start→ Shut Down (Afsluiten)→ Hibernate (Slaapstand).
of
•
Afhankelijk van de instellingen in uw energiebeheer-opties in Power Options Properties
(Energiebeheer-eigenschappen) of de Energiebeheer-wizard van QuickSet, voert u de volgende
handelingen uit om over te gaan tot slaapstand:
–
Druk op het aan/uit-knopje.
–
Klap uw computer dicht.
–
Druk op <Fn><Esc>.
OPMERKING: Sommige PC-kaarten of ExpressCards kunnen licht haperen na de slaapstand. Haal de kaart uit de
computer en steek deze er vervolgens weer in. (zie "Removing a Card or Blank" (Verwijderen van een kaart e.d.) in
uw User’s Guide (gebruikershandleiding), of herstart uw computer.
Om de slaapstand uit te schakelen, drukt u op het aan/uit-knopje. Het kan even duren voor de slaapstand
uitgeschakeld is. U kunt de computer niet uit de slaapstand halen door op een toets te drukken of het
touchpad aan te raken. Voor meer informatie over de slaapstand, zie de documentatie die is meegeleverd
met uw besturingssysteem.
Instellingen voor energiebeheer definiëren
U kunt de Energiebeheer Wizard van QuickSet of de Windows Energiebeheer-eigenschappen gebruiken
om de energiebeheer-instellingen te configureren op uw computer.
•
Voor meer informatie over QuickSet, klikt u met de rechtermuisknop op het
takenbalk en klikt u Help.
pictogram in de
Snelle referentiegids
39
•
Voor toegang tot het venster Power Options Properties (Energiebeheer-eigenschappen), klikt u op
Start→ Control Panel(Besturingspaneel)→ Power Options (Energie-opties). Voor informatie over een
veld in het venster Power Options Properties (Energiebeheer-eigenschappen), klikt u op het
vraagteken op de titelbalk en vervolgens in het gebied waarover u informatie wenst.
De batterij opladen
OPMERKING: Als de computer uitstaat, zal de netadapter de lege batterij weer opladen tot 80 procent in
ongeveer 1 uur en tot 100 procent in ongeveer 2 uur. De oplaadtijd is langer als de computer aan staat. U kunt de
batterij zo lang als u wilt in de computer laten zitten. De interne circuits van de batterij voorkomen dat de batterij
wordt overladen.
Als u de computer aansluit op een stopcontact of een batterij aanbrengt terwijl de computer op een
stopcontact is aangesloten, zal de computer de lading en temperatuur van de batterij controleren. Indien
nodig zal de wisselstroomadapter de batterij opladen en de batterijlading op peil houden.
Als de batterij verhit is geraakt door gebruik in de computer of omdat de omgevingstemperatuur te hoog
is, is het mogelijk dat de batterij niet oplaadt als u de computer op een stopcontact aansluit.
De batterij is te warm om te beginnen met opladen als het
lampje afwisselend groen en oranje
knippert. Koppel de computer los van het stopcontact en laat de computer en batterij afkoelen tot
kamertemperatuur. Sluit de computer vervolgens aan op een stopcontact om de batterij op te laden.
Voor meer informatie over problemen met de batterij, zie "Power Problems" (Energieproblemen) in uw
User’s Guide (gebruikershandleiding).
De batterij vervangen
LET OP: Het gebruik van een incompatibele batterij kan de kans op brand of een explosie vergroten. Vervang de
batterij uitsluitend met een compatibele batterij die u bij Dell hebt aangeschaft. De batterij is gemaakt voor uw
Dell™ computer. Gebruik geen batterij van een andere computer voor uw Dell-computer.
LET OP: Voordat u deze handelingen gaat uitvoeren, zet u de computer uit, haalt u de stekker uit het stopcontact
en uit de computer en haalt u alle andere externe kabels uit de computer.
KENNISGEVING: Om schade te voorkomen, is het beter om alle externe kabels uit uw computer te halen.
40
Snelle referentiegids
De batterij verwijderen:
1 Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg de
documentatie bij het dockingstation voor instructies over het loskoppelen.
2 Zorg ervoor dat de computer uitstaat.
3 Schuif het vergrendelmechanismevan de batterij opzij.
4 Schuif het ontgrendelmechanisme opzij en houd deze even vast waarna u de batterij kunt verwijderen.
1
3
1
batterij
2
2
ontgrendelmechanisme van
batterijhouder
3
vergrendelmechanisme
van de batterijhouder
Om de batterij te vervangen volgt u de verwijderprocedure, maar dan op tegenovergestelde wijze.
Een batterij opslaan
Verwijder de batterij als u de computer voor langere tijd opslaat. Een batterij verliest zijn lading als deze
gedurende een lange periode niet wordt gebruikt. Als de batterij lang niet wordt gebruikt, moet u de
batterij eerst helemaal opladen voordat u er weer gebruik van maakt (zie "De batterij opladen" op
pagina 40).
Problemen oplossen
Lock-ups en softwareproblemen
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de
Productinformatiegids raadplegen.
De computer start niet op
Snelle referentiegids
41
CONTROLEER OF DE NETADAPTER GOED IS AANGESLOTEN OP DE COMPUTER EN HET STOPCONTACT.
De computer reageert niet
KENNISGEVING: U loopt het risico gegevens te verliezen als u het besturingssysteem niet afsluit.
Z E T D E C O M P U T E R U I T — Als de computer niet reageert als u een toets op het toetsenbord indrukt of als u
de muis beweegt, dient u de aan/uit-knop in te drukken en deze minstens 8-10 seconden ingedrukt te
houden tot de computer uit gaat. Herstart vervolgens de computer.
Een programma reageert niet meer of blijft crashen
OPMERKING: Bij software worden normaliter installatie-instructies geleverd in de vorm van een
installatiehandleiding of op een diskette of CD.
BEËINDIG HET PROGRAMMA —
1 Druk <Ctrl><Shift><Esc> tegelijkertijd in en klik op de Task Manager (Takenbeheer).
2 Klik op het programma dat niet meer reageert en klik op End Task (Taak beëindigen).
C O N T R O L E E R D E S O F T W A R E D O C U M E N T A T I E — Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan
en installeert u het opnieuw.
Een programma is ontwikkeld voor een eerdere versie van het besturingssysteem Microsoft® Windows®
V O E R D E P R O G R A M M A C O M P A T I B I L I T E I T S - W I Z A R D U I T — Met de Programmacompatibiliteits-wizard
configureert u een programma zodat het ook werkt in een andere omgeving dan Windows XP (of daarop
gelijkend).
1 Klik op Start→ All Programs (Alle programma's)→ Accessories (Accessoires)→ Program
Compatibility Wizard (Programmacompatibiliteits-wizard).
2 Klik op Next (volgende) en volg de instructies op het scherm.
Er verschijnt een blauw venster
Z E T D E C O M P U T E R U I T — Als de computer niet reageert als u een toets op het toetsenbord indrukt of als u
de muis beweegt, dient u de aan/uit-knop in te drukken en deze minstens 8-10 seconden ingedrukt te
houden tot de computer uit gaat. Herstart vervolgens de computer.
Andere softwareproblemen
CONTROLEER DE SOFTWAREDOCUMENTATIE OF NEEM CONTACT OP MET DE SOFTWAREFABRIKANT VOOR
MOGELIJKE OPLOSSINGEN —
42
•
Ga na of het programma compatibel is met het besturingssysteem dat op de computer is geïnstalleerd.
•
Controleer of de computer voldoet aan de minimale hardwarevereisten voor de software. Raadpleeg de
softwarehandleiding voor informatie.
•
Controleer of het programma op juiste wijze is geïnstalleerd en geconfigureerd.
•
Controleer of er een conflict is tussen de stuurprogramma's van het apparaat en de software.
•
Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en installeert u het opnieuw.
Snelle referentiegids
MAAK DIRECT EEN RESERVEKOPIE VAN UW BESTANDEN.
G E B R U I K E E N A N T I V I R U S P R O G R A M M A O M D E V A S T E S C H I J F , D E D I S K E T T E S T A T I O N S O F C D ’S T E S C A N N E N .
BEWAAR EN SLUIT ALLE OPEN BESTANDEN OF PROGRAMMA'S EN SLUIT DE COMPUTER AF VIA HET MENU START.
S C A N D E C O M P U T E R O P S P Y W A R E — Als uw computer zeer traag is, vaak last heeft van popupberichten of
problemen met het opzetten van een internetverbinding, is uw computer mogelijk geïnfecteerd met
spyware. Gebruik een virusscanner met bescherming tegen spyware (mogelijk is voor uw programma een
upgrade nodig) om de computer te scannen en eventuele spyware te verwijderen. Ga voor meer
informatie naar support.dell.com en zoek op het trefwoord spyware.
V O E R H E T D E L L - D I A G N O S E P R O G R A M M A U I T — See "Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma)" op
pagina 43. Als alle tests met succes zijn voltooid, is de foutmelding het gevolg van een softwareprobleem.
Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma)
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de
Productinformatiegids raadplegen.
Wanneer het Dell-diagnoseprogramma te gebruiken
Als uw computer een probleem veroorzaakt, voer dan de checks uit in "Lock-ups en softwareproblemen"
op pagina 41 en probeer het eerst te verhelpen met de Dell Diagnostics voordat u contact opneemt met
Dell voor technische ondersteuning.
Het verdient aanbeveling om deze procedures af te drukken voordat u begint.
KENNISGEVING: Dell Diagnostics werkt alleen op Dell™ computers.
OPMERKING: De Drivers and Utilities CD (Stuur- en hulpprogramma's-cd) is optioneel en wordt mogelijk niet met
uw computer meegeleverd.
Start het Dell-diagnoseprogramma vanaf de vaste schijf of vanaf de stuur- en hulpprogramma's-cd, (ook
bekend als de ResourceCD).
Het Dell-diagnoseprogramma starten vanaf de vaste schijf
Het Dell-diagnoseprogramma bevindt zich op een verborgen partitie van de vaste schijf.
OPMERKING: Als uw computer geen beeld geeft, neem dan contact op met Dell. (zie "Contacting Dell"
(Contactinformatie Dell) in uw User’s Guide (gebruikershandleiding).
1 Sluit de computer af.
2 Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg de
documentatie bij het dockingstation voor instructies over het loskoppelen.
3 Steek de stekker van de computer in het stopcontact..
4 Het Dell-diagnoseprogramma kan op twee manieren worden gestart:
a
Zet de computer aan. Als het DELL™-logo verschijnt, drukt u direct op <F12>. Selecteer
Diagnostics (Diagnose) in het opstartmenu en druk op <Enter>.
Snelle referentiegids
43
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven
wachten tot het bureaublad van Microsoft ®Windows ® wordt weergegeven. Sluit de computer vervolgens
af en probeer het opnieuw.
b
Houd de <Fn> toest ingedrukt terwijl u de computer opstart.
OPMERKING: Als een bericht verschijnt dat er geen diagnoseprogramma wordt gevonden, start dan het
Dell-diagnoseprogramma vanaf de Drivers and Utilities CD (Stuur- en hulpprogramma's-cd).
De computer voert een Pre-boot System Assessment (systeemanalyse) uit, een reeks tests van het
moederbord, het toetsenbord, de vaste schijf en het computerscherm.
•
Beantwoord tijdens de analyse eventuele vragen die worden gesteld.
•
Als er een fout wordt gedetecteerd, stopt de computer en klinkt een geluidssignaal. Om de analyse
te stoppen en de computer opnieuw te starten, drukt u; om met de volgende test verder te gaan,
drukt u op <Esc><y>; om het onderdeel waar een fout optrad opnieuw te testen, drukt u op
<r>.
•
Als er fouten worden ontdekt tijdens de Pre-boot System Assessment (systeemanalyse), schrijf dan
de foutmelding(en) op en neem contact op met Dell (zie "Contacting Dell" (Contactinformatie
Dell) in uw User’s Guide (gebruikershandleiding).
Als de Pre-boot System Assessment (Systeemanalyse) succesvol is voltooid, ziet u de melding
Booting Dell Diagnostic Utility Partition (Opstarten vanaf partitie met
Dell-diagnoseprogramma). Druk op een willekeurige toets om door te gaan.
5 Druk op een toets om het Dell-Diagnoseprogramma vanaf de partitie met het diagnostische
hulpprogramma op de vaste schijf te starten.
Het Dell-diagnoseprogramma starten vanaf de Stuur- en hulpprogramma's-cd
1 Voer de Drivers and Utilities CD (Stuur- en hulpprogramma's-cd) in.
2 Zet de computer uit en start deze opnieuw.
Zodra het DELL-logo verschijnt, drukt u op <F12>.
Als u te lang wacht en het logo van Windows verschijnt, moet u wachten totdat u het bureaublad van
Windows ziet. Sluit de computer vervolgens af en probeer het opnieuw.
OPMERKING: Met de volgende stappen wordt de opstartvolgorde slechts één keer gewijzigd. De volgende
keer dat u de computer opstart, zal dat gebeuren volgens de instellingen zoals gespecificeerd in het
setupprogramma.
3 Als de lijst met opstartapparaten begint, markeert u CD/DVD/CD-RW-station en drukt u op <Enter>.
4 Selecteer de optie Boot from CD-ROM (opstarten vanaf de CD-ROM) in het menu dat verschijnt en
druk op <Enter>.
5 Typ 1 voor starten van het menu en druk op <Enter> om verder te gaan.
44
Snelle referentiegids
6 Selecteer Run the 32 Bit Dell Diagnostics (Start de 32-bits Dell Diagnose) in de genummerde lijst.
Als er meerdere versies worden aangegeven, moet u de versie selecteren die op uw computer van
toepassing is.
7 Als het venster Main menu (Hoofdmenu) van Dell Diagnostics (Dell Diagnose) wordt weergegeven,
selecteert u de test die u wilt uitvoeren.
Hoofdmenu Dell Diagnostics
1 Zodra het Dell-diagnoseprogramma is gestart en het venster Main menu (Hoofdmenu) wordt
weergegeven, klikt u op de knop voor de optie van uw keuze.
Optie
Functie
Express Test
(snelle test)
Hiermee wordt een snelle test uitgevoerd van apparaten. Deze test neemt normaliter
10 tot 20 minuten in beslag en vereist geen interactie van uw kant. Als u de Express
Test (snelle test) eerst uitvoert, vergroot u de kans om het probleem snel op te sporen.
Extended Test
(uitgebreide test)
Hiermee wordt een grondige controle van apparaten uitgevoerd. Deze test neemt
normaliter 1 uur of meer in beslag. Zo nu en dan zult u vragen moeten beantwoorden.
Custom Test
(aangepaste test)
Hiermee kunt u een bepaald apparaat testen. U kunt de tests die u wilt uitvoeren, zelf
aanpassen.
Symptom Tree
Geeft een overzicht van de problemen die het vaakst optreden en stelt u in staat om
(symptomenstructuur) een test te selecteren op basis van de symptomen van het probleem dat u ondervindt.
2 Als er tijdens een test een probleem wordt gedetecteerd, verschijnt een bericht met de foutcode en een
beschrijving van het probleem. Noteer de foutcode en de beschrijving van het probleem en volg de
instructies op het scherm.
Als u de foutcode niet kunt oplossen, neem contact op met Dell (zie "Contacting Dell"
(Contactinformatie Dell) in uw User’s Guide (gebruikershandleiding).
OPMERKING: Het servicelabel voor uw computer staat bovenaan elk test screen. Als u contact opneemt
met Dell, zullen de medewerkers van de technische ondersteuning naar het servicelabel vragen.
3 Als u een test uitvoert via de optie Custom Test (Aangepaste test) of Symptom Tree
(Symptomenstructuur), klikt u voor meer informatie op het tabblad dat in de volgende tabel wordt
beschreven.
Tabblad
Functie
Results (resultaten)
Hier worden de resultaten van de test weergegeven, samen met eventuele
foutcondities die zijn aangetroffen.
Errors (fouten)
Geeft de aangetroffen foutcondities weer en een beschrijving van het probleem.
Help
Hier wordt de test beschreven en worden eventuele vereisten voor het uitvoeren van
de test vermeld.
Snelle referentiegids
45
Tabblad
Functie
Configuration
(configuratie)
Hier wordt de hardwareconfiguratie beschreven voor het geselecteerde apparaat.
Parameters
Het Dell-diagnoseprogramma haalt configuratiegegevens op voor alle apparaten uit
de systeeminstellingen, het geheugen, verschillende interne tests en geeft de
informatie weer in de lijst met apparaten in het linkervenster van het scherm.
Mogelijk worden in het apparaatoverzicht niet de namen van alle onderdelen
weergegeven die zijn geïnstalleerd in of aangesloten op de computer.
Hiermee kunt u de test aanpassen door de testinstellingen te wijzigen.
4 Hebt u het Dell-Diagnoseprogramma gestart vanaf de Drivers and Utilities CD (Stuur- en
hulpprogramma's-cd), dan moet u de cd verwijderen als de tests zijn voltooid..
5 Als alle tests zijn voltooid, sluit u het testvenster om terug te keren naar het Main menu
(Hoofdmenu). Om het Dell-diagnoseprogramma te verlaten en de computer opnieuw te starten, sluit
u het Main menu (Hoofdmenu).
46
Snelle referentiegids
Index
B
batterij
de lading controleren, 37
energiemeter, 37
opladen, 40
opslaan, 41
performance, 36
battery
conserving power, 38
removing, 40
replacing, 40
C
cd’s
Drivers and Utilities, 29
stuur- en hulpprogramma's, 5
besturingssysteem, 7
ResourceCD, 29
computer
achteraanzicht, 35
onderaanzicht, 36
crasht, 42
documentatie, , 30
vooraanzicht, 33
setting up, 33
documentatie
Gebruikershandleiding, 30
ergonomisch, 29
Licentieovereenkomst
eingebruiker,
documentatie
Product Informatie Gids, 29
regeling, 29
veiligheid, 29
waarborg, 29
documentatie
online, 31
drivers
Drivers and Utilities CD, 29
E
eindgebruikerslicentieovereenkomst
licencie, 29
ergonomisch informatie, 29
G
Gebruikershandleiding, 30
trage prestatie, 43
H
Help and Support Center, 30
D
Dell support site, 31
L
labels
Microsoft Windows, 30
servicelabel, 30, 45
P
energie
slaapstand, 39
beheerinstellingen, 39
standby-modus, 38
problemen
blauw venster, 42
compatibliteit van
programma's met
Windows, 42
computer crasht, 42
lock-ups, 41
oplossen, 41
software, 41-42
spyware, 43
trage computerprestatie, 43
computer start niet op, 41
Dell Diagnostics, 43
Productinformatiegids, 29
Q
QuickSet Help, 32
help file
QuickSet, 32
hibernate mode, 39
Index
47