TECH EU-T-3.2 de handleiding

Type
de handleiding
EU-T-3.2
TECH
2
INHOUD
I. Veiligheid ................................................................................................................................................................... 3
II. Beschrijving van het apparaat ................................................................................................................................... 4
III. Hoe de controller te installeren? .............................................................................................................................. 5
IV. Draadloze controller-ontvanger ................................................................................................................................ 9
V. Eerste keer opstarten ................................................................................................................................................ 9
VI. Hoe de controller te gebruiken? ............................................................................................................................. 10
1. Werkingsprincipe................................................................................................................................................... 10
2. Bedrijfsmodus ........................................................................................................................................................ 10
VII. Apparaat beschrijving .............................................................................................................................................. 10
1. Beschrijving hoofdscherm ..................................................................................................................................... 11
VIII. Controllerfuncties .................................................................................................................................................... 11
1. Blokschema hoofdmenu ..................................................................................................................................... 12
1.1. Klok ................................................................................................................................................................ 12
1.2. Vooraf ingestelde dagtemperatuur ............................................................................................................... 12
1.3. Dag van .......................................................................................................................................................... 12
1.4. Vooraf ingestelde nachttemperatuur ............................................................................................................ 13
1.5. Nacht van... .................................................................................................................................................... 13
1.6. Hysterese ....................................................................................................................................................... 13
1.7. Vloerverwarming AAN/UIT ............................................................................................................................ 13
1.8. Knopvergrendeling AAN/UIT ......................................................................................................................... 14
2. Functies van menuknoppen .................................................................................................................................. 15
2.1. Koelen/verwarmen ........................................................................................................................................ 15
2.2. Ingebouwde sensorkalibratie ........................................................................................................................ 15
2.3. Kalibratie vloersensor .................................................................................................................................... 15
2.4. Software versie .............................................................................................................................................. 15
2.5. Standaard instellingen ................................................................................................................................... 16
IX. Hoe EU-T-3.2 te registreren ..................................................................................................................................... 16
X. Technische data ....................................................................................................................................................... 17
JG.27.10.2022
EU-T-3.2
3
I. VEILIGHEID
Alvorens het apparaat voor de eerste keer te gebruiken, dient de gebruiker de volgende voorschriften aandachtig te lezen.
Het niet naleven van de regels in deze handleiding kan leiden tot persoonlijk letsel of schade aan de controller. De
gebruikershandleiding moet op een veilige plaats worden bewaard voor verdere referentie.
Om ongelukken en fouten te voorkomen, moet ervoor worden gezorgd dat elke persoon die het apparaat gebruikt,
vertrouwd is met het werkingsprincipe en met de beveiligingsfuncties van de controller. Als het apparaat wordt verkocht
of op een andere plaats wordt geplaatst, zorg er dan voor dat de gebruikershandleiding bij het apparaat wordt bewaard,
zodat elke potentiële gebruiker toegang heeft tot essentiële informatie over het apparaat.
De fabrikant aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor enig letsel of schade als gevolg van nalatigheid; daarom zijn
gebruikers verplicht om de nodige veiligheidsmaatregelen te nemen die in deze handleiding worden vermeld om hun
leven en eigendommen te beschermen.
WAARSCHUWING
Hoog voltage! Zorg ervoor dat de regelaar is losgekoppeld van het lichtnet voordat u werkzaamheden aan
de stroomvoorziening uitvoert (kabels aansluiten, het apparaat installeren enz.)
Het apparaat moet worden geïnstalleerd door een gekwalificeerde elektricien.
De regelaar mag niet door kinderen worden bediend.
WAARSCHUWING
Het apparaat kan bij blikseminslag beschadigd raken. Zorg ervoor dat de stekker tijdens storm uit het
stopcontact is gehaald.
Elk ander gebruik dan gespecificeerd door de fabrikant is verboden.
Het wordt aanbevolen om periodiek de staat van het apparaat te controleren.
Wijzigingen in de goederen beschreven in de handleiding kunnen zijn aangebracht na voltooiing op 27.10.2022. De
fabrikant behoudt zich het recht voor om wijzigingen in de structuur of kleuren aan te brengen . De afbeeldingen kunnen
extra uitrusting bevatten. Printtechnologie kan leiden tot verschillen in de getoonde kleuren.
We zijn toegewijd aan de bescherming van het milieu. De productie van elektronische
apparaten legt de verplichting op om te zorgen voor een milieuvriendelijke verwijdering van
gebruikte elektronische componenten en apparaten. Daarom zijn we opgenomen in een
register dat wordt bijgehouden door de Inspectie voor Milieubescherming. Het symbool van
de doorgekruiste vuilnisbak op een product betekent dat het product niet in de containers
voor huishoudelijk afval mag worden gegooid. Het recyclen van afval draagt bij aan de
bescherming van het milieu. De gebruiker is verplicht zijn gebruikte apparatuur in te leveren
bij een inzamelpunt waar alle elektrische en elektronische componenten worden gerecycled.
TECH
4
II. BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
De kamerregelaar EU-T-3.2 is bedoeld voor het regelen van het verwarmingsapparaat. De belangrijkste taak is het
handhaven van de vooraf ingestelde vlak- /vloertemperatuur door een signaal te sturen naar het verwarmingsapparaat
(contact sluiten) of de hoofdcontroller, die de aandrijvingen regelt, wanneer de kamer-/vloertemperatuur onder de
vooraf ingestelde waarde is.
De EU-T-3.2-controller functies :
Vooraf ingestelde kamertemperatuur behouden
Handmatige modus
Dag/nacht-modus
Aansturing van de vloersensor
Mogelijkheid om te koppelen met de EU-MW-3 module
Controleapparatuur:
Aanraakknoppen
Voorpaneel van glas
Ingebouwde temperatuursensor
Batterijen
Er zijn 2 kleurenversies
WIT
ZWART
EU-T-3.2
5
EU-T-3.2 werkt met een extra EU-MW-3 signaalontvanger (meegeleverd in de controllerset ) , gemonteerd in de buurt
van het verwarmingsapparaat.
III. HOE DE CONTROLLER TE INSTALLEREN?
OPMERKING
Het apparaat moet worden geïnstalleerd door een gekwalificeerd persoon.
TECH
6
Om de regelaar aan de muur te monteren, schroeft u de achterklep op de muur, plaats u de batterijen en schuift u het
apparaat in de klep.
EU-T-3.2
7
EU-T-3.2 Aansluitschema
Verbind de twee-core kabel naar de juiste aansluitingen in de ontvanger. De kabelaansluiting is weergegeven in
onderstaand schema:
vloersensor
TECH
8
OPMERKING
De regelaar werkt op batterijen - het wordt aanbevolen om de batterijen van tijd tot tijd te controleren en ze
eenmaal per stookseizoen te vervangen.
WAARSCHUWING
Indien de pompfabrikant een externe hoofdschakelaar, zekering voor de voeding of een aanvullend
reststroomapparaat vereist dat selectief is voor vervormde stromen, wordt het niet aanbevolen om de pompen
rechtstreeks op de pompbesturingsuitgangen aan te sluiten.
Om beschadiging van het apparaat te voorkomen, moet er een aanvullend veiligheidscircuit worden gebruikt tussen
de regelaar en de pomp. De fabrikant raadt de ZP-01 pompadapter aan, die apart moet worden aangeschaft.
EU-T-3.2
9
IV. DRAADLOZE CONTROLLER-ONTVANGER
De regelaar EU-T-3.2 communiceert met het verwarmingstoestel (of de CV - ketelregelaar) door middel van een
radiosignaal dat naar de ontvanger wordt gestuurd. Een dergelijke ontvanger wordt door middel van een tweeaderige
kabel aangesloten op het verwarmingstoestel (of de CV -ketelregelaar) en communiceert via een radiosignaal met de
ruimteregelaar.
De ontvanger heeft drie controlelampjes:
rood controlelampje 1 signaleert gegevensontvangst ;
rood controlelampje 2 geeft de werking van de ontvanger aan;
rood controlelampje 3 gaat aan als de kamertemperatuur de vooraf ingestelde waarde niet bereikt het
verwarmingsapparaat is ingeschakeld.
OPMERKING
Bij geen communicatie (bijv. door lege batterij) schakelt de ontvanger na 15 minuten automatisch de
verwarming uit.
V. EERSTE KEER OPSTARTEN
Om ervoor te zorgen dat de EU-T-3.2-controller correct werkt, is het noodzakelijk om deze stappen te volgen wanneer u
het apparaat voor de eerste keer opstart:
1. Plaats de batterijen. Om dit te doen, verwijdert u de achterklep van de controller.
2. Verbind de twee-core kabel naar de juiste aansluitingen in de ontvanger.
3. Als u een ruimteregelaar wilt gebruiken om het vloerverwarmingssysteem te bedienen , sluit dan een extra sensor aan
op de vloersensorconnector.
kanaal wijzigen knop
rood controlelampje 1
rood controlelampje 2
rood controlelampje 3
TECH
10
VI. HOE DE CONTROLLER TE GEBRUIKEN?
1. WERKINGSPRINCIPE
De EU-T-3.2 kamerregelaar is ontworpen om de vooraf ingestelde kamertemperatuur te handhaven door een signaal naar
het verwarmingsapparaat of de hoofdregelaar te sturen wanneer de vooraf ingestelde kamertemperatuur is bereikt. Na
ontvangst van een dergelijk signaal wordt het verwarmingsapparaat uitgeschakeld.
OPMERKING
Om de vloerverwarmingsfuncties beschikbaar te maken, moet de vloersensor ingeschakeld zijn in het
controllermenu.
2. BEDRIJFSMODUS
De kamerregelaar kan in een van de volgende bedrijfsmodus werken:
Dag/nacht-modus In deze modus hangt de vooraf ingestelde temperatuurwaarde af van de huidige tijd van de
dag. De gebruiker kan verschillende temperatuurwaarden instellen voor de dag- en nachtmodus en ook het
exacte tijdstip definiëren waarop de dagmodus en nachtmodus ingaan. Om deze modus te activeren, drukt u op
de MENU - knop totdat een van de moduspictogrammen verschijnt op het hoofdscherm. De gebruiker
kan de vooraf ingestelde temperatuur definiëren en (na opnieuw op MENU te hebben getikt) de tijd van het
invoeren van de dag- en nachtmodus.
Handmatige modus In deze modus wordt de vooraf ingestelde temperatuur handmatig aangepast vanuit
het hoofdscherm met behulp van deze knoppen: . De handmatige modus wordt geactiveerd na het
indrukken van de MENU-knop. Zodra de handmatige modus is geactiveerd, gaat de vorige bedrijfsmodus naar
de 'slaapmodus' tot de volgende voorgeprogrammeerde temperatuurverandering. De handmatige modus kan
worden gedeactiveerd door op de EXIT-knop te drukken.
VII. APPARAAT BESCHRIJVING
De gebruiker bedient het apparaat met behulp van aanraakknoppen.
1
2
5
EU-T-3.2
11
1. Weergave
2. EXIT -knop druk op deze knop om de kamertemperatuur/vloertemperatuur weer te geven of om de
handmatige modus uit te schakelen.
3. druk op deze knop om de bewerkte waarde te verlagen.
4. druk op deze knop om de bewerkte waarde te verhogen.
5. MENU -knop houd deze knop ingedrukt om de handmatige modus in te schakelen of om de kalibratie in te
stellen. Druk op de MENU-knop om verder te gaan om de volgende parameters te bewerken.
1. BESCHRIJVING HOOFDSCHERM
1. Batterijniveau
2. Maximale/minimale vloertemperatuur - dit pictogram wordt alleen weergegeven als de vloersensor is
ingeschakeld in het controllermenu.
3. Hysterese
4. Nachtstand
5. Dagmodus
6. Handmatige modus
7. Huidige tijd
8. Koelen/verwarmen
9. Huidige temperatuur
10. Knopvergrendeling
11. Vooraf ingestelde temperatuur
VIII. CONTROLLERFUNCTIES
De gebruiker navigeert in de menustructuur met behulp van aanraaktoetsen: EXIT, en MENU. Om bepaalde
parameters te bewerken, drukt u op MENU. Door op MENU te drukken, kan de gebruiker de controllerfuncties vooraf
bekijken. De bewerkte parameter knippert. Gebruik de knoppen om de parameterinstellingen te wijzigen. Druk op
MENU om de wijzigingen te bevestigen en ga verder om de volgende parameter te bewerken .
3
9
4
11
2
1
8
10
7
6
5
TECH
12
1. BLOKSCHEMA HOOFDMENU
1.1. KLOK
Om de tijd in te stellen, drukt u op de MENU-knop totdat de klokinstellingen op het
scherm verschijnen. De instellingen betreffen de knipperende parameter.
Gebruik of om het uur in te stellen. Druk vervolgens op MENU om naar de
volgende parameter te gaan - minuten.
1.2. VOORAF INGESTELDE DAGTEMPERATUUR
Om de vooraf ingestelde dagtemperatuur te definiëren, drukt u op de MENU-knop tot
een knipperend icoon verschijnt op het scherm.
Gebruik of om de dagtemperatuur in te stellen.
1.3. DAG VAN
Met deze functie kan de gebruiker het exacte tijdstip bepalen waarop de dagmodus wordt geactiveerd. Om deze
parameter te configureren, drukt u op MENU totdat een knipperend pictogram op het scherm verschijnt.
Gebruik of om de activering van de dagmodus in te stellen.
Menu
Klok
Vooraf ingestelde
dagtemperatuur
Dag van...
Vooraf ingestelde
nachttemperatuur
Nacht van...
Hysterese
Vloerverwarming AAN/UIT
Maximale temperatuur
Minimale temperatuur
HystereseKnopvergrendeling AAN/UIT
EU-T-3.2
13
1.4. VOORAF INGESTELDE NACHTTEMPERATUUR
Om de vooraf ingestelde nachttemperatuur te definiëren, drukt u op de MENU-knop
tot een knipperend pictogram verschijnt op het scherm.
Gebruik of om de nachttemperatuur in te stellen.
1.5. NACHT VAN...
Met deze functie kan de gebruiker het exacte tijdstip bepalen waarop de nachtmodus wordt geactiveerd. Om deze
parameter te configureren, drukt u op MENU totdat een knipperend pictogram op het scherm verschijnt.
Gebruik of om de activeringstijd van de nachtmodus in te stellen.
1.6. HYSTERESE
De hysterese van de kamertemperatuur definieert de vooraf ingestelde
temperatuurtolerantie om ongewenste schommelingen te voorkomen bij kleine
temperatuurschommelingen (binnen het bereik van 0,2 - 5°C).
Voorbeeld:
Vooraf ingestelde temperatuur: 23°C
Hysterese: 1°C
De kamerregelaar meldt dat de temperatuur te laag is wanneer de
kamertemperatuur daalt tot 22 °C.
Om de hysterese in te stellen, drukt u op MENU totdat een knipperend pictogram op het scherm verschijnt.
Gebruiken of om de gewenste hysteresewaarde in te stellen.
1.7. VLOERVERWARMING AAN/UIT
Deze functie wordt gebruikt om de vloerverwarming in (ON) of uit (OFF) te zetten, met
behulp van: .
Wanneer de vloerverwarming is ingeschakeld ( ), kan de gebruiker de volgende
parameters configureren:
Maximale temperatuur - om de maximale vloertemperatuur in te stellen,
drukt u op MENU totdat het vloerverwarmingspictogram op het scherm
verschijnt. Gebruik vervolgens of om de verwarming in te schakelen en
gebruik vervolgens dezelfde knoppen om de maximale temperatuur in te
stellen.
TECH
14
Minimumtemperatuur - om de minimum vloertemperatuur in te stellen, drukt u op MENU totdat het
vloerverwarmingspictogram op het scherm verschijnt. Gebruik vervolgens of om de verwarming in te
schakelen en gebruik vervolgens dezelfde knoppen om de minimumtemperatuur in te stellen.
Hysterese - vloerverwarming hysterese definieert de tolerantie voor de maximale en minimale temperatuur. Het
instelbereik loopt van 0,2°C tot 5 °C.
Als de vloertemperatuur de maximale temperatuur overschrijdt, wordt de vloerverwarming uitgeschakeld. Het
wordt pas ingeschakeld nadat de temperatuur is gedaald tot onder de maximale vloertemperatuur minus de
hysteresewaarde.
Voorbeeld :
Maximale vloertemperatuur - 33°C
Hysterese- 2°C
Wanneer de vloertemperatuur 33°C bereikt, wordt de vloerverwarming
uitgeschakeld. Het wordt weer geactiveerd wanneer de temperatuur daalt
tot 31°C.
Als de vloertemperatuur onder de minimumtemperatuur komt, wordt de
vloerverwarming ingeschakeld. Het wordt uitgeschakeld nadat de
vloertemperatuur de minimumwaarde plus de hysteresewaarde heeft
bereikt.
Voorbeeld:
Minimale vloertemperatuur - 23°C
Hysterese - 2°C
Wanneer de vloertemperatuur daalt tot 23°C, wordt de vloerverwarming ingeschakeld. Het wordt uitgeschakeld
wanneer de temperatuur 25°C bereikt.
1.8. KNOPVERGRENDELING AAN/UIT
Het is mogelijk om de knopvergrendeling te activeren. Om dit te doen, drukt u op de
MENU-knop totdat het pictogram Verbind de twee-core kabel naar de juiste
aansluitingen in de ontvanger verschijnt op het scherm en selecteer AAN. Houd een
willekeurige knop ingedrukt om de knoppen te ontgrendelen.
EU-T-3.2
15
2. FUNCTIES VAN MENUKNOPPEN
Door de MENU-knop ingedrukt te houden, kan de gebruiker bepaalde functies in het menu invoeren.
2.1. KOELEN/VERWARMEN
Dit pictogram informeert over de kamerverwarming of -koeling om de vooraf
ingestelde temperatuur te bereiken. Deze berichten worden afwisselend
weergegeven: koelen of verwarmen.
2.2. INGEBOUWDE SENSORKALIBRATIE
Kalibratie moet worden uitgevoerd tijdens montage of na langdurig gebruik, als de
door de sensor gemeten kamertemperatuur afwijkt van de werkelijke temperatuur .
Het instelbereik van de kalibratie is van -9,9 tot +9,9 C met een nauwkeurigheid van
0,1⁰C.
Om de ingebouwde sensor te kalibreren , drukt u op de MENU-knop totdat het
kalibratiescherm van de temperatuursensor verschijnt. Gebruik de knoppen
om de gewenste correctie in te stellen. Om te bevestigen, drukt u op de MENU-knop
(bevestig en ga verder met het bewerken van de volgende parameter) .
2.3. KALIBRATIE VLOERSENSOR
Kalibratie van de vloersensor ( er wordt een extra pictogram weergegeven: ) moet
worden uitgevoerd als de door de sensor gemeten vloertemperatuur afwijkt van de
werkelijke temperatuur . Het instelbereik van de kalibratie is van -9,9 tot +9,9 C met
een nauwkeurigheid van 0,1⁰C.
Om de ingebouwde sensor te kalibreren , drukt u op de MENU-knop totdat het
kalibratiescherm van de vloersensor verschijnt . Gebruik de knoppen om de
gewenste correctie in te stellen. Om te bevestigen, drukt u op de MENU-knop
(bevestig en ga verder met het bewerken van de volgende parameter) .
2.4. SOFTWARE VERSIE
Na het indrukken van de MENU-knop kan de gebruiker het versienummer van de
software controleren. Het nummer is nodig wanneer u contact opneemt met het
servicepersoneel.
TECH
16
2.5. STANDAARD INSTELLINGEN
Deze functie wordt gebruikt om de fabrieksinstellingen te herstellen . Om dit te doen,
verander het knipperende cijfer 0 in 1.
IX. HOE EU-T-3.2 TE REGISTREREN
Volg deze stappen om de EU-T-3.2-controller te registreren:
Druk op de registratieknop op EU-MW-3
Druk op de registratieknop op de EU-T-3.2-regelaar
OPMERKING
Het scherm moet gemarkeerd zijn om te registreren. Om dit te doen, drukt u op een willekeurige knop
op het paneel of klikt u op de registratieknop. Door nogmaals op de registratieknop te drukken, wordt
koppelen mogelijk.
Nadat de registratie is geactiveerd in EU-MW-3, is het noodzakelijk om binnen 2 minuten op de
registratieknop op de EU-T-3.2-regelaar te drukken. Als de tijd voorbij is, mislukt de koppelingspoging.
Als:
het scherm van de EU-T-3.2-regelaar toont SUC en alle controlelampjes in EU-MW-3 knipperen tegelijkertijd - de
registratie is gelukt;
de controlelampjes in EU-MW-3 knipperen één voor één van de ene kant naar de andere - de EU-MW-3-module
heeft het signaal van de hoofdcontroller niet ontvangen;
het scherm van de EU-T-3.2-regelaar geeft ERR weer en alle controlelampjes in EU-MW-3 branden continu - de
registratiepoging is mislukt.
Registratie knop
EU-T-3.2
Registratie knop
EU-MW-3
EU-T-3.2
17
X. TECHNISCHE DATA
* AC1-belastingscategorie: eenfasige, resistieve of licht inductieve AC-belasting.
** DC1 belastingscategorie: gelijkstroom, ohmse of licht inductieve belasting.
EU-T-3.2
Instelbereik temperatuur
5 o C ÷ 35 o C
Stroomvoorziening
2xAAA 1,5V batterijen
Meetfout
± 0,5 o C
Operatie frequentie
868MHz
Registreer EU-MW-3
Stroomvoorziening
230V ± 10% / 50Hz
Bedrijfstemperatuur
5°C ÷ 50 ° C
Maximaal energieverbruik
<1W
Potentiaalvrij vervolg naam uit. laden
230V AC / 0,5A (AC1) *
24V DC / 0,5A (DC1) **
Operatie frequentie
868MHz
Maximaal zendvermogen
25mW
TECH
18
EU-conformiteitsverklaring
Hierbij verklaren wij onder onze eigen verantwoordelijkheid dat EU-T-3.2 vervaardigd door TECH STEROWNIKI II Sp. z o.o.,
met hoofdkantoor in Wieprz Biała Droga 31, 34-122 Wieprz , voldoet aan Richtlijn 2014/53/EU van het Europees Parlement
en de Raad van 16 april 2014 betreffende de harmonisatie van de wetten van de lidstaten met betrekking tot het op de
markt aanbieden van radioapparatuur , Richtlijn 2009/125/EG tot vaststelling van een kader voor het vaststellen van eisen
inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten en de verordening door het MINISTERIE VAN
ONDERNEMERSCHAP EN TECHNOLOGIE van 24 juni 2019 tot wijziging van de verordening betreffende de essentiële eisen
met betrekking tot de beperking van de gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur,
uitvoeringsbepalingen van Richtlijn (EU) 2017/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2017 tot
wijziging van Richtlijn 2011/65/EU betreffende de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische
en elektronische apparatuur (PB L 305 van 21.11.2017, blz. 8).
Voor de beoordeling van de naleving werden geharmoniseerde normen gebruikt:
PN-EN IEC 60730-2-9 :2019-06 art. 3.1a Gebruiksveiligheid
PN-EN 62479:2011 art. 3.1 a Gebruiksveiligheid
ETSI EN 301 489-1 V2.2.3 (2019-11) art.3.1b Elektromagnetische compatibiliteit
ETSI EN 301 489-3 V2.1.1:2019-03 art.3.1 b Elektromagnetische compatibiliteit
ETSI EN 300 220-2 V3.2.1 (2018-06) art.3.2 Effectief en coherent gebruik van radiospectrum
ETSI EN 300 220-1 V3.1.1 (2017-02) art.3.2 Effectief en coherent gebruik van radiospectrum.
EN IEC 63000:2018 RoHS
Wieprz, 27.10.2022
EU-T-3.2
19
TECH
20
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

TECH EU-T-3.2 de handleiding

Type
de handleiding