Eerste ingebruikneming
28
Regenereerzout
Voor goede resultaten heeft de vaat-
wasser zacht (kalkarm) water nodig. Bij
hard water zet zich witte aanslag op het
serviesgoed en de wanden van de
spoelruimte af.
Water met een hardheid van meer dan
5°dH moet daarom worden onthard.
Dat gebeurt automatisch in de inge-
bouwde waterontharder. De wateront-
harder is geschikt voor een waterhard-
heid tot 70°dH.
Voor een voortdurend goede werking
moet de waterontharder regelmatig
worden geregenereerd. Deze regene-
ratie vindt tijdens elk negende pro-
grammaverloop plaats. Aan het begin
van het volgende programma is voor
deze procedure 4,4l extra water no-
dig. Het energieverbruik stijgt met
0,015kWh en het programma duurt
ca. 3minuten langer.
Deze gegevens zijn van toepassing op
het programma ECO bij een water-
hardheid van 14 °dH. Voor andere pro-
gramma's en waterhardheden wijkt al-
leen de regeneratiefrequentie af.
Voor het regenereren heeft de wateront-
harder regenereerzout nodig.
Bij gebruik van combi-tabs hoeft u al
naar gelang de waterhardheid
(<21°dH) geen regenereerzout te do-
seren (zie het hoofdstuk “Reinigings-
middel”, paragraaf “Soorten reinigings-
middel”).
Als de waterhardheid altijd lager is
dan 5°dH, hoeft u geen regenereer-
zout te gebruiken. De bijvulcontrole
wordt automatisch uitgeschakeld bij
instelling van de betreffende water-
hardheid (zie het hoofdstuk “Instel-
lingen”, paragraaf “Waterhardheid”).
Schade door reinigingsmiddel in
de waterontharder.
Reinigingsmiddel beschadigt de wa-
terontharder.
Doseer geen reinigingsmiddelen (ook
geen vloeibare) in het zoutreservoir.
Schade als gevolg van onge-
schikte zoutsoorten.
Sommige zoutsoorten kunnen deel-
tjes bevatten die niet in water oplos-
sen en die een nadelig effect kunnen
hebben op de werking van de water-
ontharder.
Gebruik uitsluitend speciaal grofkor-
relig regenereerzout of andere zui-
vere ingedampte zouten.
Wanneer u alleen maar combi-tabs
gebruikt, kunt u de bijvulcontrole voor
zout en naspoelmiddel uitschakelen
als deze u stoort (zie het hoofdstuk
“Instellingen”, paragraaf “Bijvulcontro-
le”).
Wanneer u geen combi-tabs meer
gebruikt, denk er dan aan om zout
en naspoelmiddel te doseren. Scha-
kel indien nodig de bijvulcontrole
weer in.