Admin Password
(Beheerderswachtwoord)
In dit veld kunt u het beheerderswachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen. Met het beheerderswachtwoord kunt u
bij het instellen diverse beveiligingsfuncties inschakelen, zoals:
l Wijzigingen beperken tot de instellingen in System Setup
l De opstartapparaten in het opstartmenu <F12> beperken tot de apparaten die zijn ingeschakeld in het veld Boot
Sequence (Opstartvolgorde).
l Staat geen wijzigingen toe aan de eigenaars- en inventarislabels.
l Vervangt het systeemwachtwoord als het systeem om een wachtwoord vraagt tijdens het opstarten.
Wijzigingen aan dit wachtwoord worden direct van kracht.
Als u het beheerderswachtwoord verwijdert, wordt het systeemwachtwoord ook verwijderd. Het beheerderswachtwoord
kan ook worden gebruikt om het wachtwoord voor de vaste schijf te verwijderen. Daarom kunt u geen
beheerderswachtwoord instellen als het systeem- of vaste-schijfwachtwoord al is ingesteld. Het beheerderswachtwoord
moet eerst zijn ingesteld als u dit samen met een systeem- en/of vaste-schijfwachtwoord wilt instellen.
System Password
(Systeemwachtwoord)
In dit veld kunt u het systeemwachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen.
Internal hard drive PW
(Wachtwoordvoorinternevaste
schijf)
Met dit veld kunt u het wachtwoord voor de interne vaste schijf instellen, wijzigen of verwijderen. Wijzigingen worden
meteenvankrachtenvereisendathetsysteemopnieuwwordtopgestart.Hetwachtwoordvoordevasteschijfisaan
de vaste schijf verbonden. De vaste schijf blijft beveiligd als deze schijf in een andere computer wordt geplaatst.
Password Bypass
(Wachtwoordoverslaan)
Met deze optie kunt u de systeem- en interne vaste-schijfwachtwoordprompts omzeilen tijdens het opnieuw opstarten
van het systeem of wanneer u deze uit de standby-stand haalt. De instellingen zijn Disabled (Uitgeschakeld), Reboot
Bypass (Overslaan bij opnieuw opstarten), Resume Bypass (Overslaan bij hervatten) en Reboot & Resume Bypass
(Overslaan bij opnieuw opstarten en hervatten).
Het systeem vraagt altijd om het wachtwoord van het ingestelde systeem en wachtwoord voor de interne vaste schijf
wanneer ingeschakeld vanaf een uitgeschakelde status (koude start).
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
Password Change
(Wachtwoordwijziging)
Met deze optie kunt u bepalen of wijzigingen van de systeem- en vaste-schijfwachtwoorden zijn toegestaan wanneer er
een beheerderswachtwoord wordt ingesteld. Gebruik het selectievakje om wijzigingen wel of niet toe te staan.
Standaardinstelling: Allow Non-Admin Password Changes (Wijzigingen van niet-beheerderswachtwoorden toestaan)
Met dit veld kunt de BIOS-module-interface van de optionele Computrace-software activeren of uitschakelen. De
instellingen zijn Deactivate (Deactiveren), Disable (Uitschakelen) en Activate (Activeren).
Met de opties Activate (Activeren) en Disable (Uitschakelen) wordt de functie permanent geactiveerd of uitgeschakeld en
zijn er geen andere wijzigingen meer toegestaan.
Multi Core Support
(Ondersteuning van
meerdere kernen)
Gebruik het selectievakje om de ondersteuning van meerdere kernen in of uit te schakelen voor de processor.
Standaardinstelling: Enabled Multi Core Support (Ondersteuning van meerdere kernen) is uitgeschakeld.
(Akoestische modus voor
harde schijf)
Met deze optie kunt u de prestaties en het akoestische geluidsniveau van de vaste schijf aan uw persoonlijke wensen
aanpassen. De instellingen zijn Bypass (Overslaan), Quiet (Stil) en Performance (Prestaties).
Standaardinstelling: Bypass (Overslaan)
Power Management (Energiebeheer)
USB Wake Support
(USB-ondersteuning voor
automatisch inschakelen)
Gebruik dit selectievakje om de mogelijkheid voor USB-apparaten om automatisch te worden ingeschakeld vanuit de standby-
stand, in- of uit te schakelen.
Deze functie werkt alleen als de netstroomadapter is aangesloten. Als u de netstroomadapter verwijdert terwijl de computer in
de standby-stand staat, onderbreekt het BIOS de stroomtoevoer naar alle USB-poorten om accustroom te besparen.
Wake on LAN
(Inschakelen via LAN)
Met dit veld kan de computer worden ingeschakeld vanuit de uit-stand door een speciaal LAN-signaal of vanuit de slaapstand
door een speciaal signaal van een draadloze LAN. Automatisch inschakelen vanuit de standby-stand wordt niet door deze
instellingbeïnvloedenmoetzijningeschakeldinhetbesturingssysteem.
l Disabled (Uitgeschakeld): het systeem wordt niet ingeschakeld wanneer deze een signaal voor inschakeling ontvangt
van het LAN of het draadloze LAN.
l LAN Only (Alleen LAN): het systeem wordt ingeschakeld door speciale LAN-signalen.
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
POST Behavior (POST-gedrag)
Adapter Warnings
(Adapterwaarschuwingen)
Gebruik het selectievakje om de BIOS-waarschuwingsberichten in of uit te schakelen wanneer u bepaalde
stroomadapters gebruikt. Het BIOS geeft deze berichten weer als u een stroomadapter wilt gebruiken die te weinig
capaciteit heeft voor uw configuratie.
Standaardinstelling: Enabled (Ingeschakeld)
Keypad (Embedded)
(Toetsenblok(ingesloten))
Met deze optie kunt u een van de twee methoden kiezen om het toetsenblok in te schakelen dat in het interne
toetsenbord is ingesloten.
l Fn Key Only (Alleen Fn-toets): het toetsenblok is alleen ingeschakeld als u de <Fn>-toets ingedrukt houdt.
l By Num Lk (Met Num Lk): het toetsenblok wordt ingeschakeld wanneer (1) het Num Lock-lampje brandt en (2) er
geen extern toetsenbord is aangesloten. Het is mogelijk dat het systeem niet meteen detecteert wanneer er een
extern toetsenbord wordt losgekoppeld.