Ruck FFH 150 EC 20 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

463
712
405,8
249
00 137771
Montage en gebruikshandleiding
Compacte Luchttoevoerunit
Nederlands
www.ruck.eu
FFH 125 EC 20
FFH 150 EC 20
FFH 160 EC 20
FFH 200 EC 20
FFH 250 EC 20
FFH 315 EC 20
FFH...EC,
mzf_pb_01c_k12884_de print 19.10.2021
Informatiestand: print 22.11.2023
Onder voorbehoud van wijzigingen
De originele gebruikshandleiding werd
in het Duits opgesteld.
mzf_pb_04c_k10001_nl print 22.11.2023
De in deze montage- en gebruikshandleiding vermelde ge-
gevens zijn uitsluitend illustratief. Een uitspraak over een
bepaalde toestand of een geschiktheid voor een bepaalde
toepassing kan uit onze informatie niet afgeleid worden. De
informatie verbiedt de gebruiker niet eigen beoordelingen of
tests uit te voeren.
Gelieve ermee rekening te houden dat onze producten onder-
hevig zijn aan een natuurlijk slijtage- en verouderingsproces.
Dit document, alsmede de gegevens, specicaties en andere
informatie zijn het exclusieve eigendom van ruck Ventila-
toren GmbH.
Het mag niet zonder toestemming gereproduceerd worden of
aan derde partijen gegeven worden.
Op het titelblad is een voorbeeldconguratie afgebeeld.
Het geleverde product kan daarom afwijken van de afbeel-
ding.
ruck Ventilatoren GmbH Max-Planck-Str. 5 D-97944 Boxberg-Windischbuch Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150 [email protected]ruck Ventilatoren GmbH Max-Planck-Str. 5 D-97944 Boxberg-Windischbuch Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150 [email protected]
3
Nederlands
Inhoud
Montage en gebruikshandleiding
1. Belangrijke Informatie ...............................................................................4
1.1. Regels en Voorschriften ...................................................................4
1.2. Garantie en aansprakelijkheid ..........................................................4
2. Algemene veiligheidsinstructies ..............................................................4
2.1. Gebruik volgens de voorschriften .....................................................4
2.2. Onjuist gebruik .................................................................................5
2.3. Kwalicatie van het personeel ..........................................................5
2.4. Waarschuwingen en symbolen in deze gebruiksaanwijzing ............5
2.5. Belangrijke voorschriften ..................................................................6
2.6. Veiligheidsaanwijzingen op het toestel .............................................7
3. Omvang van de levering ...........................................................................7
4. Produkt- en vermogensbeschrijving .......................................................8
4.1. Beschrijving van het toestel .............................................................8
5. Transport en opslag ..................................................................................9
6. Opstelling en montage ..............................................................................9
6.1. Toegestane inbouwposities ............................................................10
6.2. Gebruikslimieten ............................................................................10
7. Elektrische aansluiting ...........................................................................10
7.1. Beveiliging tegen overstroom ......................................................... 11
8. Ingebruikname .........................................................................................12
9. Werking .....................................................................................................13
9.1. Bedieningseenheid .........................................................................13
9.2. Bediening van het menu ................................................................19
9.3. Functies ..........................................................................................28
10. Onderhoud en reparaties ........................................................................28
10.1. Belangrijke tips ...............................................................................28
10.2. Reiniging en onderhoud .................................................................29
10.3. Onderhoud .....................................................................................29
11. Modbus communicatie-interface ...........................................................30
11.1. Aansluitschema ..............................................................................30
11.2. Informatie over de interfaces ..........................................................31
11.3. Geïmplementeerde functies ...........................................................31
11.4. Parametertabel ..............................................................................31
12. Uitbreiding en ombouw ...........................................................................34
13. Demontage en opslag .............................................................................34
13.1. Demontage uitvoeren .....................................................................34
13.2. Opslag ...........................................................................................34
11.5. Tabel werkelijke waarden ..............................................................34
14. Opsporen en verhelpen van storingen ..................................................35
14.1. Smeltzekering ................................................................................35
14.2. Foutentabel ....................................................................................35
13.3. Mogelijke bedrijfsstoringen .............................................................36
15. Technische gegevens ..............................................................................37
16. Schakelschema´s ....................................................................................38
www.ruck.eu
4
Nederlands
1. Belangrijke Informatie
Deze Gebruikshandleiding bevat belangrijke informatie om het toestel veilig en vakkundig te monteren, te
transporteren, in gebruik te nemen, te bedienen, te onderhouden, te demonteren en eenvoudige storingen
zelf te verhelpen.
Het toestel is volgens de algemeen erkende regels van de techniek geproduceerd. Toch bestaat er gevaar
voor persoonlijk letsel of beschadiging van het toestel, wanneer u met de volgende elementaire veilig-
heidsvoorschriften en waarschuwingsinstructies in deze handleiding geen rekening houdt.
Gelieve de handleiding nauwgezet en volledig te lezen voordat u met het toestel aan het werk gaat.
Bewaar de handleiding op een plaats die op elk moment voor elke gebruiker toegankelijk is.
Geef het toestel altijd samen met de gebruikshandleiding door aan derden.
1.1. Regels en Voorschriften
1.2. Garantie en aansprakelijkheid
Houd bovendien rekening met de algemeen geldende, wettelijke en andere bindende regelingen van
de Europese respectievelijk nationale wetgeving evenals de in uw land geldende voorschriften ter
voorkoming.
ruck producten worden op het hoogste technische niveau gemaakt volgens de algemeen erkende
regels van de techniek. Ze worden onderworpen aan een voortdurende kwaliteitscontrole en voldo-
en aan de geldende voorschriften op het moment van levering. Omdat de producten voortdurend
verder ontwikkeld worden behouden we ons het recht voor, op elk moment en zonder voorafgaande
aankondiging, wijzigingen aan de producten aan te brengen. Wij zijn niet verantwoordelijk voor de
juistheid of volledigheid van deze montage en gebruikshandleiding.
De garantie geldt uitsluitend voor de geleverde conguratie. De garantie is niet van toepas-
sing bij foutieve montage of onjuist gebruik.
2. Algemene veiligheidsinstructies
2.1. Gebruik volgens de voorschriften
Gebruik ruck Ventilatoren uitsluitend in technisch onberispelijke staat.
Controleer het product op duidelijke gebreken, bijvoorbeeld barsten in de behuizing of ontbrekende
klinknagels, schroeven, afdekkappen of andere gebruiksrelevante gebreken.
Gebruik het product uitsluitend voor het toepassingsgebied dat in de technische gegevens alsook op
de gegevensplaat wordt genoemd.
Voor aarding, aanzuigbeveiliging en veiligheidsafstanden moet worden gezorgd conform DIN EN ISO
13857.
De klant draagt zorg voor de aanwezigheid c.q. installatie van algemeen voorgeschreven elektrische
en mechanische beschermingsmiddelen.
Veiligheidscomponenten mogen noch verwijderd noch buiten werking gesteld worden.
De bediening van het toestel door personen met een lichamelijke, sensorische of mentale handicap
mag uitsluitend gebeuren onder toezicht of na instructie van verantwoordelijke personen.
Het toestel moet uit de buurt van kinderen gehouden worden!
Ontwerpers, ingenieurs en operatoren zijn verantwoordelijk voor montage en bedrijf volgens de voorschrif-
ten.
ruck Ventilatoren zijn volgens de EU-machinerichtlijn 2006/42/EG een component (onderdeel van
een machine). Het toestel is geen gebruiksklare machine volgens de EU-machinerichtlijn. Het is uits-
luitend bestemd om in een machine respectievelijk luchttechnisch toestel en installatie ingebouwd te
worden of met andere componenten tot een machine resp. installatie samengevoegd te worden. Het
toestel mag pas in gebruik genomen worden wanneer het in de machine / de installatie waarvoor het
bestemd is, ingebouwd is en deze geheel voldoet aan de verplichtingen van de EU-machinerichtlijn.
Neem de in de technische gegevens genoemde gebruiksvoorwaarden en vermogensgrenzen in acht!
ruck Ventilatoren kunnen gebruikt worden voor:
Zuivere, droge lucht (geen condensatie) evenals niet agressieve gassen een max. dichtheid van
1,3 kg/m³.
medium- en omgevingstemperatuur evenals vochtbereik volgens de technische gegevens op de
gegevensplaat.
Gebruik volgens de voorschriften wil ook zeggen dat u deze gebruiksaanwijzing en vooral
het hoofdstuk 2 „fundamentele veiligheidsaanwijzingen” volledig gelezen en begrepen hebt.
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
5
Nederlands
Onjuist gebruik houdt vooral in wanneer u het toestel anders gebruikt dan beschreven in het hoof-
dstuk „Gebruik volgens de voorschriften“.
De volgende punten zijn onjuist en gevaarlijk:
Het vervoeren van explosieve en brandbare stoffen evenals de werking in explosieve omgeving-
en.
Het vervoeren van agressieve en abrasieve stoffen.
Het vervoeren van stoffen of middelen die vet bevatten.
Een buitenopstelling zonder bescherming tegen weersinvloeden.
Een opstelling in vochtige ruimtes.
De werking zonder kanaalsysteem.
De werking met afgesloten ventilatieaansluitingen.
2.2. Onjuist gebruik
De montage, ingebruikname en bediening, demontage, instandhouding (incl. onderhoud en zorg)
vereisen fundamentele mechanische en elektrische kennis evenals kennis van de bijhorende vak-
begrippen.
Om de veiligheid te kunnen garanderen, mogen deze werkzaamheden uitsluitend door of onder lei-
ding van een vakman uitgevoerd worden. Een vakman is iemand die op grond van zijn vakopleiding,
zijn kennis en ervaring alsook zijn kennis van de desbetreffende bepalingen, de aan hem opgedra-
gen werkzaamheden kan beoordelen, mogelijke gevaren kan onderkennen en geschikte veiligheids-
maatregelen kan nemen. Een vakman moet de desbetreffende vakspecieke regels in acht nemen.
2.3. Kwalicatie van het personeel
In deze handleiding wordt gewezen op en gewaarschuwd voor handelingen waarbij gevaar bestaat
voor letsel of beschadiging aan toestellen. De genoemde veiligheidsmaatregelen moeten in acht
genomen worden.
2.4. Waarschuwingen en symbolen in deze gebruiksaanwijzing
De waarschuwingen zijn als volgt opgebouwd:
Waarschuwingssignaal - Het symbool maakt attent op het gevaar.
Aard van het gevaar! - Benoemt de aard of bron van het gevaar.
»Gevolgen - Beschrijft de gevolgen van het veronachtzamen van het gevaar.
Tegenactie - Geeft aan hoe men het mogelijke gevaar kan voorkomen.
Waarschuwing voor een gevaarlijke situatie!
Duidt mogelijke gevaarlijke situaties aan. Het niet in acht nemen van de
waarschuwingen kan leiden tot letsel en beschadiging van toestellen.
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
Duidt mogelijke gevaren door elektriciteit aan. Het niet in acht nemen
van de waarschuwingen kan leiden tot de dood, verwondingen en/of
beschadigingen aan toestellen.
Waarschuwing voor hete oppervlakken!
Duidt mogelijke gevaren aan door hoge oppervlaktetemperaturen. Het
niet in acht nemen van de waarschuwingen kan leiden tot letsel of be-
schadigingen aan toestellen.
Waarschuwing voor verwondingen aan de handen!
Duidt mogelijke gevaren aan door bewegende of roterende delen. Het
niet in acht nemen van de waarschuwingen kan leiden tot letsel.
Waarschuwing voor zwevende lasten!
Duidt mogelijke gevaren aan door zwevende lasten. Het niet in acht
nemen van waarschuwingen kan leiden tot de dood, verwondingen en/of
beschadigingen aan toestellen.
Belangrijke aanwijzingen opvolgen!
Gebruiksaanwijzingen voor een veilig en optimaal gebruik van het
toestel.
Waarschu-
wingssignaal
Betekenis
www.ruck.eu
6
Nederlands
2.5. Belangrijke voorschriften
Houdt rekeing met de geldende voorschroften ter voorkoming van ongevallen en tot bescher-
ming van het milieu in he land van de gebruiker en op het werksplatz.
Personen, die ruck toestellen monteren, bedienen, demonteren of onderhouden mogen niet
onder invloed van alcohol, drugs of andere medicamenten zijn die de waarneming en reacties-
nelheid beinvloeden.
De bevoegdheid voor de bediening, het onderhoud en de regeling van het toestel moet duidelijk
vastegelegd en in acht genomen worden, opdat wat betreft de veiligheid geen onduidelijke
competenties optreden.
Belast het product onder geen beding mechanisch op een ontoelaatbare manier. Gebruik het
product nooit als handvat of trap Plaats er geen voorwerpen op.
De garantie geldt uitsluitend voor de geleverde configuratie.
De garantie vervalt bij foutieve montage, bij onreglementair gebruik en/of onvakkundig gebruik.
2.5.1. Algemene aanwijzingen
2.5.2. Bij de montage
Houd rekening met de geldende voorschrifteKoppel het toestel altijd helemaal af van de
netstroom alvorens het product te monteren respectievelijk de stekker aan te sluiten of af te kop-
pelen. Beveilig het toestel steeds tegen opnieuw inschakelen.
Leg kabels en leidingen zo dat ze niet beschadigd kunnen worden en niemand erover kan
struikelen.
Controleer vóór de ingebruikname dat alle dichtingen en sluitingen van de contactdozen correct
ingebouwd zijn en onbeschadigd zijn, om te verhinderen dat vloeistoffen en vreemde voorwer-
pen in het product kunnen terechtkomen.
Waarschuwingstekens mogen niet veranderd of verwijderd worden.
Zorg ervoor dat alle elektrische aansluitingen bedekt of afgesloten zijn en beveiligd tegen aanra-
king. Neem uitsluitend een volledig geïnstalleerd product in gebruik.
2.5.3. Bij de ingebruikname
2.5.4. Tijdens het gebruik
Alleen bevoegd personeel mag in het kader van het reglementaire gebruik van het toestel instel-
lingen aan componenten veranderen en onderdelen bedienen.
Schakel in een noodsituatie, bij een foutmelding of bij andere onregelmatigheden het toestel uit
en beveilig het tegen opnieuw inschakelen.
De technische gegevens zoals aangegeven op het typeplaatje mogen niet overschreden wor-
den.
2.5.5. Bij reiniging
Gebruik nooit oplosmiddelen of agressieve reinigingsmiddelen. Reinig het product uitsluitend
met een enigszins vochtige doek gemaakt van een niet-pluizende stof. Gebruik daarbij uitslui-
tend water en eventueel een mild reinigingsmiddel.
Gebruik bij de reiniging geen hogedrukreiniger.
Na de reiniging moet gecontroleerd worden of het product volgens de voorschriften functioneert.
2.5.6. Bij het onderhoud en reparatie
ruck toestellen vereisen bij gebruik volgens de voorschriften slechts weinig onderhoud. Zie
hiervoor a.u.b. alle aanwijzingen in hoofdstuk 10.
Zorg ervoor dat geen verbindingen van leidingen, aansluitingen en onderdelen losgemaakt
worden zolang het toestel niet volledig afgesloten is van de netstroom. Beveilig het toestel tegen
opnieuw inschakelen.
Afzonderlijke onderdelen mogen niet met elkaar worden verwisseld, d.w.z. dat bijvoorbeeld de
voor een bepaald product bestemde onderdelen niet voor andere producten gebruikt mogen
worden.
2.5.7. Afvalverwijdering
Verwijder het product volgens de nationale bepalingen van uw land.
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
7
M5
!
!
i
!
!
!
!
!
!
!
FFH 250 EC 20
12.04.2022
400V 3~N
Imax.
tA/tM
P1N
nN
50Hz
14,5A
40/40°C
9200W
2585 1/min
60Hz
14,5A
40/40°C
9200W
2585 1/min
ISO F
VSD integrated
N= 71,3
η=52,7% (A,static)
ErP 2015
463
712
405,8
249
00 137771
Nederlands
2.6. Veiligheidsaanwijzingen op het toestel
3. Omvang van de levering
De levering omvat:
1 x FFH, compacte luchttoevoerunit
1 x afstandsbediening met stuurkabel
1 x Montage- en gebruikshandleiding
Afb.1:
Veiligheidsaanwijzingen op het toestel
Typeplaatje bijvoorbeeld FFH 250 EC 20
Luchtlter (Z-Line) lterklasse M5
Voor de ingebruikname van het toestel moet de gebruik-
saanwijzing gelezen worden.
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
»Het veronachtzamen van gevaar kan leiden tot mate-
riële schade, verwondingen of de dood.
Voor alle werkzaamheden aan stroomvoerende delen
moet het toestel altijd volledig spanningsvrij gescha-
keld worden en moet het beveiligd worden tegen
opnieuw inschakelen!
Maak het binnenwerk nooit schoon met stromend wa-
ter of een hogedrukreiniger. Voor de reiniging (loop-
wielen/behuizing) mogen geen agressieve of licht
ont-vlambare reinigingsmiddelen gebruikt worden.
Gebruik uitsluitend milde zeepoplossingen. De reini-
ging van het loopwiel moet gebeuren door middel van
een doek, borstel of kwast.
Waarschuwing voor mogelijk gevaar!
»Het niet in acht nemen van waarschuwingssignalen
kan leiden tot lichamelijk letsel of materiële schade.
Bij ondeskundig onderhoud dreigt er gevaar voor
lichamelijk letsel of materiële schade en hierdoor
vervalt de garantie van de producent.
Voorzichtig! Spanningsgevaar!
»Het veronachtzamen van gevaarlijke situaties kan
leiden tot lichamelijk letsel of materiële schade.
Raak het oppervlak pas na afkoeling van de motor en
de verwarming aan!
www.ruck.eu
8
463
712
405,8
249
00 137771
15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
16
14
13
Nederlands
4.1. Beschrijving van het toestel
4. Produkt- en vermogensbeschrijving
Bij het FFH compacte luchttoevoerapparaat gaat het om een compleet, aansluitklaar luchttoevoerapparaat
met Z-line luchtlter, ventilator, elektrische verwarming en geïntegreerde regelaar. Een afstandsbediening
ter sturing en instelling van de bedieningsparameters wordt bij het toestel geleverd. De hoogwaardige be-
huizing bestaat uit een frameloze metalen constructie met gladde binnen- en buitenwanden. De behuizing
is met 30 mm minerale wol geïsoleerd. Er bestaan geen koudebreuken. Aan de binnenzijde is met glas-
vezel versterkt geluidsisolatiemateriaal aangebracht ter vermindering van het aanzuig- en uitblaasgeluid
en ter isolatie tegen thermische verliezen. De FFH kan op drie verschillende ventilatorstanden gebruikt
worden. Dankzij de snelheidstrappen kan de ventilatie naar behoefte worden geregeld.
Gedetailleerde gegevens:
Behuizing van gegalvaniseerd plaatstaal
Afneembaar aluminium deksel van de behuizing.
Uitneembare ventilatorunit.
Vrijlopend, naar achteren gebogen schoepenwiel.
Buitenloopmotor met geïntegreerd thermocontact, geschikt voor continubedrijf.
Volledig geïntegreerde regeling.
Extern bedieningsapparaat met besturingskabel.
Maximale transporttemperatuur 40 °C (zie technische gegevens)
Beschermingsklasse: bij plafondmontage met deksel naar beneden en voorgeschreven kanaal en
leiding¬aansluiting, IP 43 (zie schakelschema).
Legende
1. Deksel
2. Motordrager
3. Afdekking aansluitingsruimte
4. Ventilator
5. Luchtlter
6. Luchtlterklep
7. Snelsluitingen
8. Behuizing
9. Frisse lucht
10. Toevoerlucht
11. Kabelinvoer
12. Elektrisch verwarmingsregister
13. Veiligheidstemperatuurbegrenzer
14. Regelprintplaat
15. Afstandsbediening
16. Stuurkabel
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
9
463
712
405,8
249
00 137771
H+5 cm
Nederlands
5. Transport en opslag
6. Opstelling en montage
Transport en opslag mogen uitsluitend gebeuren door vakpersoneel met inachtneming van de montage
-en gebruikshandleiding en de geldige voorschriften.
De volgende punten moeten in acht worden genomen en nageleefd:
De levering volgens afleverbon moet nagekeken worden op juistheid, volledigheid en beschadigingen.
Laat ontbrekende hoeveelheden of beschadigingen tijdens transport schriftelijk door de transporteur
bevestigen. Bij niet nakoming vervalt de aansprakelijkheid.
Het toestel heeft een gewicht van ca. 17 - 32 kg (afhankelijk van het type toestel).
Het transport moet met geschikte hefapparatuur in de originele verpakking of met de hiervoor be-
stemde transportapparaten uitgevoerd worden.
Bij het transport met een vorkheftruck moet erop gelet worden dat het toestel met het grondprofiel
resp. grondkader op de vorken van de heftruck resp. op een pallet volledig neergelegd wordt en het
zwaartepunt van het toestel tussen de vorken ligt (zie af
De bestuurder moet voor het besturen van de vorkheftruck bevoegd zijn.
Loop niet onder een zwevende last door.
Til het toestel uitsluitend bij de grondplaat op om het te transporteren! Nooit bij de handgrepen van
deuren of andere onderdelen!
Beschadiging en vervorming van de behuizing moet vermeden worden.
De opslag moet droog en weerbestendig in de originele verpakking gebeuren. Open pallets moeten
met dekzeilen afgedekt worden. Ook weerbestendige modules moeten afgedekt worden, omdat hun
weerbestendigheid pas na volledige montage gegarandeerd kan worden.
Opslagtemperatuur tussen –10 °C en +40 °C. Sterke temperatuurschommelingen moeten vermeden
worden.
Bij langdurige opslag (meer dan een jaar) moet de soepele bediening van de schoepenwielen en de
ventielen met de hand gecontroleerd worden.
Montagewerkzaamheden mogen uitsluitend door vaklieden uitgevoerd worden, met inachtneming van de
montage- en gebruikshandleiding en de geldende voorschriften en normen.
De volgende punten moeten in acht worden genomen en nageleefd:
Het apparaat mag uitsluitend aan plafonds worden gemonteerd met het deksel naar beneden (monta-
gehoogte: minstens 1,8 m boven de vloer). Alternatieve inbouwposities zijn te vinden in hoofdstuk 6.1.
“Toegestane inbouwpositie”
Opstelling uitsluitend in droge ruimten, geen condensatie.
Het montagetoebehoren moet ter plekke beschikbaar te worden gesteld.
Alleen geschikte montagehulpmiddelen die ook beantwoorden aan de voorschriften mogen gebruikt
worden.
Het inbouwen moet voor onderhoud en reiniging goed toegankelijk zijn en met beperkte demontage-
kosten uit te voeren zijn. Ten opzichte van andere apparaten, schappen of kasten moet een effectieve
vrije ruimte van minstens de hoogte van het apparaat + 5 cm worden aangehouden om onderhouds-
werkzaamheden als het vervangen van de filter te vereenvoudigen (zie afb. 5).
Het toestel mag uitsluitend met toegelaten en daarvoor geschikte bevestigingsmiddelen aan alle
bevestigingspunten gemonteerd worden.
Het apparaat moet worden bevestigd met schroeven of schroefdraadstangen, minimum diameter 8
mm.
Het apparaat mag alleen worden gemonteerd aan plafonds met voldoende draagvermogen. Wand-
montage is alleen toegestaan in de posities die zijn weergegeven in hoofdstuk 6.1. “Toegestane
inbouwposities”.
Het toestel bei het inbouwen niet bevestigen.
Het toestel moet op een passende manier beveiligd worden.
Er mogen noch gaten in de omkasting geboord worden noch schroeven er ingedraaid worden.
Het kanaalsysteem mag niet door de behuizing opgevangen worden.
Voor de contactgeluidsontkoppeling wordt de aanbouw aan het knaalsysteem met elastische steunen
aanbevolen.
Men moet zorgvuldig controleren dat het kanaalsysteem niet kan worden afgesloten.
Er dient op te worden gelet dat het aanzuigkanaal direct is aangesloten op de aanzuiglucht.
N.B.: Aftakkingen in het aanzuigkanaal, bijvoorbeeld naar andere ventilatietoestellen, kunnen bij te
kleine kalibratie leiden tot onderdruk in het kanaal en daardoor tot storing in het toestel!
Het drukverlies in het buis- resp. kanaalsysteem mag het prestatievermogen van het toestel niet over-
stijgen! Het drukverlies in het kanaal mag 2/3 van de maximale druk van het toestel niet overstijgen
om nog een voldoende ventilatievermogen te kunnen bereiken. Hierdoor kan een storing vermeden
worden.
Drukverliezen in het kanaal resp. kanaalsysteem worden nadelig beïnvloed door: lengte van het kan-
aalsysteem, kleine buis- resp. kanaaldoorsnede, hoekstukken, extra filters, kleppen etc.
Afb.4:
Transport van het toestel op
een palet met de vorkheftruck.
Afb.5:
Minimale afstand voor
onderhoudswerk-
zaamheden.
www.ruck.eu
10
463
712
405,8
249
00 137771
463
712
405,8
249
00 137771
463
712
405,8
249
00 137771
463
712
405,8
249
00 137771
Nederlands
De elektrische installatie mag alleen door deskundige elektrotechnici uitgevoerd worden met inachtneming
van de montage- en gebruikshandleiding en de geldige nationale voorschriften, normen en richtlijnen:
ISO, EC, EN, DIN en VDE-Vorschriften, inclusief alle veiligheidsregels.
Technische aansluitingsvoorwaarden (TAV).
Arbeidsbeschermingsvoorschriften en voorschriften ter voorkoming van ongevallen (ABV, VVO).
Deze opsomming maakt geen aanspraak op volledigheid.
Bepalingen moeten onder eigen verantwoordelijkheid worden toegepast.
De volgende punten moeten in acht worden genomen en nageleefd:
De elektrische aansluiting moet gebeuren volgens de bijbehorende schema‘s moet gebeuren volgens
de bijbehorende schema‘s en plannen voor de aansluitklemmen!
Het soort kabel, de kabeldoorsnede en de wijze van leggen moeten worden bepaald door een gedi-
plomeerd elektromonteur!
Let op een gescheiden installatie van kabels van verschillende spanning!
In de toevoerleiding moet een alpolig schakelende scheidingsvoorziening met min. 3 mm contactope-
ning worden aangebracht!
Voor elke kabel moet een gescheiden kabeldoorvoer gebruikt worden!
Niet gebruikte kabeldoorvoeren moeten luchtdicht afgesloten worden!
Alle kabeldoorvoeren moeten zijn voorzien van een trekontlasting!
Er moet een potentiaalvereffening tussen het toestel en het kanaalsysteem worden aangebracht!
Na de elektrische aansluiting moeten alle veiligheidsmaatregelen gecontroleerd worden (aardings-
weerstand enz.)!
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
»Het veronachtzamen van gevaar kan leiden tot materiële schade, verwondingen of de dood.
Voor alle werkzaamheden aan stroomvoerende delen moet het toestel altijd volledig spanningsvrij
geschakeld worden en moet het beveiligd worden tegen opnieuw inschakelen!
6.1. Toegestane inbouwposities
Abb. 6b:
Plafondmontage
Abb. 6c:
Wandmontage, lucht-
stroom naar boven.
Abb. 6a:
Wandmontage, aansluitin-
gen naar boven.
7. Elektrische aansluiting
6.2. Gebruikslimieten
Gebruikslimieten binnenopstelling
Buitenluchttemperatuur -28°C tot +40°C
Opstellingsplaats: +5°C / max. 15g/kg watergehalte van de lucht
Voor de ventilatie van ruimtes waarvan de emmissiebronnen de menselijke stofwisseling of bouwma-
terialen en de gebouwen bijv. kantoren, openbare ruimtes, vergaderruimtes en zones waarin roken
is toegestaan, zijn.
Abb. 6d:
Wandmontage Aansluitin-
gen naar beneden
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
11
2
1
463
712
405,8
249
00 137771
463
712
405,8
249
A
A (1 : 5)
00 137771
Nederlands
7.1. Beveiliging tegen overstroom
Het bedienen van het toestel is enkel met reglementaire bescherming tegen overstrom toegela-
ten.
De bepqling moet door een elektrotechnische vakman genomen worden.
De aanbevolen bescherming kan van het bijgevoegde schakelschema overgenomen worden.
Het leggen van de met een geringe spanning in beweging gezette stuurleidingen moet apart van
de netleidingen gebeuren.
Afb.8:
Aansluitingen aan het FFH-
apparaat
Afb.7:
Aansluitingsruimte (1) en kabelinvoer (2)
Aansluitingsruimte / aansluitingen aan het toestel
De aansluitruimte bevindt zich in een afzonderlijke aansluitkast buiten het apparaat. Door het losma-
ken van de 4 schroeven kan de deksel van de aansluitkast worden geopend (zie afb. 7). Leidingen
waarop netspanning staat, moeten met de beschikbare trekontlastingen bevestigd worden. De aans-
luiting vindt plaats volgens de aanwijzingen in hoofdstuk 7.2.
Toevoerleiding van het toestel
De aansluitkabel moet worden aangesloten volgens het schakelschema.
Zorg voor een adequate afzekering.
Externe afzuigventilator
Op de klemmenstrook kan een afzuigventilator worden aangesloten. Aansluitschema zie bedradings-
schema. Klemaansluiting voor nulleider en aarddraad zijn eveneens te vinden in het schakelschema.
(230 VAC, max. 2A)
Klepaandrijving
Voor een luchtklep kan een stelaandrijving worden aangesloten. Voor de klemmenbezetting voor het
openen en sluiten van de luchtkleppen en voor de aansluiting van nulleider en aarddraad, zie het
schakelschema. Het dicht-signaal is – om redenen van energiebesparing en elektrische veiligheid –
na de uitschakeling van de ventilator slechts 4 minuten lang actief (230 VAC, max. 1A).
Storing van het toestel
Bij een storing in het toestel wordt gelijktijdig met de foutmelding op de display een relais geschakeld.
Er staat een sluitend en openend signaal ter beschikking (zie schakelschema). Elektrische aanslu-
iting van het wisselcontact met U = 230 VAC en Imax = 2A. (Er bestaat geen dubbele isolering naar
de netleidingen.)
Vrijgave van het toestel
Het toestel kan door een extern, spanningsvrij contact in- en uitgeschakeld worden (zie schakel-
schema). Op deze aansluiting mag in geen geval een externe spanning worden aangesloten. Dit
zou leiden tot beschadiging van de besturing. Voor de aansturing kunnen alle toestellen met een
spanningsvrij contact dienen (bijv. tijdschakelaar). Dit contact moet beslist tegen vreemde spanning
geïsoleerd zijn, omdat anders in geval van een fout gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.
Bedieningseenheid
De bedieningseenheid wordt door middel van de bijgevoegde sturingskabel met de regeling van het
toestel verbonden. Aan het Bedieningseenheid wordt een stekker van de sturingskabel direct van
onder in de contactdoos gestoken (zie afb. 10 Bedieningseenheid). Aan het toestel wordt de sturings-
kabel eerst door een kabeldoorgang geleid (zie afb. 8), in het kabelkanaal gelegd en vervolgens in de
daarvoor voorziene RJ10 - conactdoos aan de regelprintplaat aangesloten. De besturingskabel mag
niet ingekort worden. Overschietende stukken kabel moeten buiten het toestel geplaatst worden.
Wanneer de kabel te kort is, kunnen verlengingen bij de producent of leverancier besteld worden.
Alternatief kan ook een 4-aderinge datakabel met 120 Ohm karakteristieke impedantie aangesloten
worden. Deze wordt door de achterwand van de bedieningseenheid gevoerd en op de veerklemmen
aangesloten. In het toestel wordt de leiding op de regelprintplaat, in plaats van op de RJ10-contact-
doos, op de daarnaastliggende pennestreekklemmen aangesloten (zie schakelschema).
www.ruck.eu
12
Nederlands
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
»Het veronachtzamen van gevaar kan leiden tot materiële schade, verwondingen of de dood.
Voor alle werkzaamheden aan stroomvoerende delen moet het toestel altijd volledig spanningsvrij
geschakeld worden en moet het beveiligd worden tegen opnieuw inschakelen!
Nooit in het loopwiel en andere roterende en bewegende onderdelen grijpen!
»Het niet in acht nemen van het gevaar kan tot zware letstels leiden.
Werken mogenpas na volledige stilstand van het loopwiel uitgevoerd worden!
Voorzichtig! Spanningsgevaar!
»Het veronachtzamen van gevaarlijke situaties kan leiden tot lichamelijk letsel of materiële schade.
Raak het oppervlak pas na afkoeling van de motor en de verwarming aan!
8. Ingebruikname
De ingebruikname door deskundig vakpersoneel mag pas gebeuren indien risico‘s uitgesloten zijn. De
volgende tests moeten met inachtneming van de montage-en gebruikshandleiding en de geldende voor-
schriften worden uitgevoerd:
Toestel en kanaalsysteem moeten zijn gemonteerd volgens de voorschriften.
Het kanaalsysteem, het toestel en mediumleidingen (indien voorhanden) moeten gecontroleerd
worden op de aanwezigheid van vreemde objecten, en indien nodig moeten deze verwijderd worden
(spoelen)!
De aanzuigopening en toevoerleiding naar het toestel moeten vrij zijn!
Alle mechanische en elektrische beschermingsmaatregelen moeten gecontroleerd worden (bijv.
aarding)!
Spanning, frequentie en stroomsoort van de netaansluiting moeten met het gegevensplaatje ove-
reenstemmen!
Controleer de elektrische aansluitingen en bedradingen!
Controleer alle aangesloten elektrische schakel-, veiligheids-, en besturingsapparaten!
Het toestel mag niet worden ingeschakeld als de behuizing geopend is!
Meet de stroomopname bij nullasttoerental en vergelijk dit met de nominale stroom!
Controleer de ventilator op overmatig trillen en overmatige geluidsontwikkeling!
Het schoepenwiel mag niet tegen het instroomventiel of andere ingebouwde onderdelen schuren.
Opgelet: bij het aansluiten van de spanning begint de ventilator op de middelste stand gedurende
ca. 6 seconden te lopen.
Na vier minuten wordt de ventilator weer automatisch uitgeschakeld. Tijdens de uitloop loopt het apparaat
door totdat de temperatuur bij de toevoerluchtsensor < 40 °C bedraagt. Aansluitend wordt het apparaat
automatisch uitgeschakeld.
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
13
P1 V 3.8
M
4
1
2
A
B3
M
1
Nederlands
9. Werking
9.1. Bedieningseenheid
1) Modus-toets
2) AAN/UIT-toets:
A) Toetsen: A:
B) Toetsen: B:
3) Besturingskabel
4) Displayweergave
De bedieningseenheid maakt de besturing en de invoer van verschillende functies van het toestel
mogelijk. In de bedieningseenheid is een temperatuurvoeler (voeler voor ingestelde waarde) geïnte-
greerd voor de identicatie van de kamertemperatuur. Via de display wordt de status van de ver-
schillende functieparameters aangegeven en worden foutmeldingen gedaan. Met de verschillende
druktoetsen kan tussen de afzonderlijke menupunten gekozen worden resp. kunnen de waarden
worden veranderd.
Afb. 10:
Bedieningseenheid
Schakelt over naar het parametermenu
van het bedieningspaneel of wordt gebru-
ikt om op te slaan.
Toets voor het in- of uitschakelen van het
toestel of voor veranderingen in het meu-
beheer.
Hiermee kan op het statusscherm de ven-
tilatorstand worden verhoogd of verlaagd
en kunnen de waarden van de afzonder-
lijke besturingsmenu of de bedrijfspara-
meters worden ingesteld.
Hiermee kan op het statusscherm de in-
gestelde temperatuur worden verhoogd of
verlaagd en kan worden gebladerd tussen
de afzonderlijke besturingsmenu’s of be-
drijfsparameters.
Batterij vervangen
Tijdschakelklok actief
Temperatuur
Ventilatorstand
www.ruck.eu
14
A
P1 V 3.8
P2 V 3.8
A
B
0 DEUTSCH
2 FRANCAIS
3 DANSK
4 ESPAÑOL
5 NEDERLANDS
6 PORTUGUÊS
7 POLSKI
1 ENGLISH
8 SLOVENCINA
9 ROMANA
10 Русский
11 TURKISH
12 SLOVENSCINA
13 HRVATSKI
14 MAGYAR
15 MONGOLOOR
16 SUOMI
M
M
Nederlands
9.1.1. Aanpassing van de parameters van de bedieningseenheid
UIT
Om in het menu voor de instelling van de bedieningseenheid te komen, moet u de „Modus-toets“ (M)
minstens 5 seconden ingedrukt houden. Op de display verschijnt „P 1“. Ga uitsluitend met toets A (▲)
naar de door uw gewenste parameter.
P 2 Taalinstelling
Kies met de toetsen A (▲) de parameter taalinstelling P 2. Druk toets B in (▲), de bedieningseenheid
schakelt in de invoermodus. Nu kunt u met de toetsen A (▲ en ▼) de gewenste taal kiezen.
Door nogmaals op toets B te drukken ▲ wordt de ingestelde taal overgenomen.
Aansluitend houdt u de „Modus-toets“ (M) minstens 2 seconden ingedrukt. De parameters worden
opgeslagen en u kunt het menu verlaten. De display toont het statusscherm.
P 1 Bediening van het toestel
Onder dit punt kan het versienummer van de software worden afgelezen.
UIT
5 sec
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
15
A
B
21,0° 1
21,0° 1
21,0° 2
A
B
B
A
B
A
B
A
B
A
B
A
21,0° 1
Nederlands
9.1.2. Menufuncties Bedieningseenheid
Continue werking
»Bij de continue werking kunnen de ventilatieniveaus met de toetsen B (▲ en ▼)aan het regelme-
chanisme gekozen worden. De regeling heeft dan geen invloed op de snelheid van de ventilator
(uitgezonderd bij een foutmelding). De modus continubedrijf is herkenbaar aan de voortdurende
aanduiding van het ventilatieniveau op de display.
Automatische modus
»Bij de automatische modus functioneert de ventilator altijd in de hoogst mogelijke ventilatiestand.
Wordt de ingestelde temperatuur daardoor niet bereikt, dan wordt er naar een lagere ventila-
torstand geschakeld om een gelijkblijvende kamer- resp. afvoerluchttemperatuur te kunnen
garanderen.
In-/uitschakelen van het toestel aan het regelingsmehanisme.
Door het drukken op de toets AAN/UIT (2) wordt het toestel in- of uitgeschakeld.
Op de display verschijnt slechts de fabrieksinstelling van het toestel, met de actuele waarden!
»Weergave van de ingestelde temperatuur
»Timer ingeschakeld
»Ventilatorstanden
Ingestelde temperatuur veranderen
Bij de eerste ingebruikname wordt een ingestelde temperatuur van 21 °C aangegeven. Deze waarde
wordt in de display links aangegeven. Met behulp van de toets A kan de ingestelde waarde op het
regelingsmechanisme verhoogd (▲) of verlaagd (▼) worden. (Het instelbereik wordt door de para-
meters P 1 en P 2 begrenst).
Ventilatorstanden veranderen
Er bestaan twee mogelijkheden om de ventilatorstanden te kiezen: automatische modus of conti-
nubedrijf. Het omschakelen tussen de twee modussen gebeurt door het gelijktijdig indrukken van
de toets B (▲ en ▼). Op de display wordt de automatische modus aangeduid door het regelmatig
oplichten van de gekozen ventilatorstand!
UIT
9.1.3.a. Instellen van de timer
In de bedieningseenheid is een timer geïntegreerd waarmee u individueel voor elke weekdag de
inschakeltijden van uw toestel kunt regelen.
Instellen van de timer
Via de instelparameters van de timer kunnen de inschakeltijden individueel voor elke weekdag ge-
regeld worden.
Vanuit het statusscherm komt u door het gelijktijdig indrukken van toets A (▲) en B (▲) in het menu
om de timer in te stellen.
Op de display knippert op de bovenste rij, de aanduiding voor
de „uren“ wanneer het toestel op de eerste dag moet worden in-
geschakeld (AAN). Met de toets B (▲ en ▼) kunt u de „uren“ in-
stellen en vervolgens door de toets A (▲) de invoer bevestigen.
De aanduiding springt verder over naar de „minuten“ die u ook
met de toets B (▲ en ▼) kunt instellen en met toets A (▲) kunt
bevestigen. (De instelling van de minuten gebeurt in stappen van
5 minuten.)
Op de display knippert de aanduiding alleen in de onderste rij voor
het „uur“ wanneer het toestel op de eerste dag moet worden uit-
geschakeld (UIT). (UIT). Het instellen en bevestigen van de „uren“ en „minuten“ gebeurt eveneens
met toets B (▲ en ▼) evenals met toets A (▲).Na het bevestigen van de invoer springt de display
over naar dag 2, waar u wederom uw individuele in- en uitschakeltijden kunt instellen. Dag 3 tot en
met dag 7 gaan op dezelfde wijze.
Wanneer u alle parameters/dagen hebt ingesteld, keert u door het indrukken van de „Modus-toets“
(M) weer naar het statusscherm van het toestel terug.
U hoeft echter niet altijd het hele menu van de timer te doorlopen om weer in het statusscherm
terecht te komen. Met behulp van de „Modus-toets“ (M) kunt u op elk moment weer naar het status-
scherm terugkeren.
Tip:
Wordt in de parameters het tijdstip 0:00 ingevoerd, dan schakelt het toestel niet in of uit.
Wilt u dat bijvoorbeeld in het weekeinde het toestel niet wordt ingeschakeld, dan moet u de
waarden voor „dag 6“ en „dag 7“ op 0:00 zetten.
De ingestelde waarden blijven ook bij stroomonderbreking of een lege batterij in de bediening-
seenheid opgeslagen. Alleen de actuele tijd en weekdag moeten opnieuw ingesteld worden.
Tip: Instructies om de batterij van de klok te wisselen vindt u in hoofdstuk 10.3.4.
1 5:30 AAN
DAG 18:30 UIT
1 5:30 AAN
DAG 18:30 UIT
1 5:30 AAN
DAG 18:30 UIT
1 5:30 AAN
DAG 18:30 UIT
2 6:30 AAN
DAG 19:30 UIT
2 6:30 AAN
DAG 19:30 UIT
Dag
Weekdag
1Maandag
2
Dinsdag
3
Woensdag
4
Donderdag
5
Vrijdag
6
Zaterdag
7
Zondag
9.1.3. Tijdstip / timer
www.ruck.eu
16
M
A
B
B
A
A
B
B
21,0° 1
21,0° 1
Nederlands
Als u de toetsen A (▲) en B (▲) tegelijkertijd gedurende ca. 5 seconden indrukt, gaat u van het
bedieningsdisplay naar het menu voor het instellen van de huidige tijd, de huidige dag van de week
en de datum.
Door op de „Modus-toets (M)“ te drukken komt u terug in het statusscherm.
5 sec.
1 11:30:45
DAG
1 11:30:45
DAG
1 11:30:45
DAG
Dag
Weekdag
1Maandag
2
Dinsdag
3
Woensdag
4
Donderdag
5
Vrijdag
6
Zaterdag
7
Zondag
Op de display verschijnt de actueel ingestelde tijd evenals de
weekdag.
Boven de aanduiding „DAG“ staat een waarde die de actuele
weekdag aangeeft.
Het knipperen van de waarde geeft aan dat deze waarde nu kan
worden ingesteld. Door het drukken op de toets B (▲ en ▼) kunt
u nu de actuele weekdag instellen (zie tabel). Met de toets A (▲)
wordt de ingestelde waarde bevestigd.
Op de display gaat de knipperende aanduiding nu over naar
„uren“. Het instellen van de uren gebeurt eveneens met de toets B
(▲ en ▼), en de instelling wordt aansluitend bevestigd met toets
A (▲). De aanduiding springt vervolgens over naar de „minuten“, die u eveneens met toets B (▲ en
▼) kunt instellen en met toets A (▲) kunt bevestigen.
Het instellen van de datum is analoog aan het instellen van de tijd
1 11.12.21
DAG DD.MM.YY
9.1.3.b. Huidige datum/tijd/dag van de week instellen
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
17
.
.
.
M
B
B
B
B
B
A
A
A
A
A
21,0° 0%
21,0° 1
21,0° 1
Nederlands
9.1.3.c. Dag/nacht omschakeling instellen
Dit menu functioneert als tijdschakelklok, alleen wordt hier geen apparaat in- (AAN) of uitgeschakeld
(UIT), maar wordt omgeschakeld tussen de dag- en de nachtmodus..
In de dagmodus werkt het apparaat met de volumestroom die bij de basisventilatie is ingesteld.
In de nachtmodus werkt het apparaat met de volumestroom die bij de minimale ventilatie is ingesteld.
U verlaat het statusscherm weer door gedurende ca. 3 sec. tegelijkertijd op toets A (▲) en B (▲) te
drukken, en u komt dan terecht in het menu voor de instelling van de dag/nacht omschakeling.
1 18:00
DAG 22:00
1 18:00
DAG 22:00
2 18:30
DAG 21:30
2 18:30
DAG 21:30
3 18:30
DAG 21:30
3 sec
Op de bovenste regel van het scherm knippert de aanduiding voor het
tijdstip waarop het apparaat op dag 1 (maandag) in de nachtmodus
komt. Met de toets B (▲ en ▼) kunt u de „uren“ instellen en vervolgens
door de toets A (▲) de invoer bevestigen. De aanduiding springt verder
over naar de „minuten“ die u ook met de toets B (▲ en ▼) kunt instellen
en met toets A (▲) kunt bevestigen.
(De instelling van de minuten gebeurt in stappen van 5 minuten.)
Op de onderste regel van het scherm knippert nu de aanduiding voor
het tijdstip waarop het apparaat op dag 1 (maandag) de nachtmodus
verlaat. (UIT). Het instellen en bevestigen van de „uren“ en „minuten“
gebeurt eveneens met toets B (▲ en ▼) evenals met toets A (▲).
Na het bevestigen van de invoer springt de display over naar dag 2, waar u wederom uw individuele
in- en uitschakeltijden kunt instellen. Dag 3 tot en met dag 7 gaan op dezelfde wijze.
Wanneer u alle parameters/dagen hebt ingesteld, keert u door het indrukken van de „Modus-toets“
(M) weer naar het statusscherm van het toestel terug.
U hoeft echter niet altijd het hele menu van de timer te doorlopen om weer in het statusscherm
terecht te komen. Met behulp van de „Modus-toets“ (M) kunt u op elk moment weer naar het status-
scherm terugkeren.
Tip:
Als in de parameters de tijd 0:00 wordt ingevuld, vindt geen nachtomschakeling plaats.
De ingestelde waarden blijven ook bij stroomonderbreking of een lege batterij in de bedieningseen-
heid opgeslagen. Alleen de actuele tijd en weekdag moeten opnieuw ingesteld worden.
Tip: Instructies om de batterij van de klok te wisselen vindt u in hoofdstuk 10.3.2.
Dag
Weekdag
1
Maandag
2
Dinsdag
3
Woensdag
4
Donderdag
5
Vrijdag
6
Zaterdag
7
Zondag
UIT
UIT
Timer ingeschakeld Timer uitgeschakeld
In- resp. uitschakelen van de timer
De timer kan naar wens in- resp. uitgeschakeld worden!
Via het statusscherm kan door het gelijktijdig indrukken van toets A (▼) en B (▼) de timer in- resp.
uitgeschakeld worden.
Als de timer is ingeschakeld, is er permanent een kloksymbool zichtbaar op de display.
www.ruck.eu
18
4:00 22:00
21,0° 2 0%
21,0° 2 0%
4:00 22:00
21,0° 2 0%
18:00
Nederlands
1 4:00 AAN
DAG 22:00 UIT
Dag 1
Dag 1
Dag 1
Afb. 16:
Systeemtekening bij instelling
zonder tijdschakelklok
Afb. 17:
Systeemtekening bij instelling
met tijdschakelklok
Afb. 18:
Systeemtekening bij instelling
met tijdschakelklok en dag/
nacht omschakeling
1 18:00
DAG 22:00
Niveau 2
Niveau 2
Niveau 2
Niveau 1
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
19
SEL
Nederlands
a. Het menu wordt geopend door de ON/OFF toets ca. 4 seconden ingedrukt te houden..
b. Met de twee linkertoetsen A (▲ en ▼) beweegt u binnen het huidige niveau.
c. Met de middelste bovenste knop B (▲) selecteert u het menu-item.
d. Als u zich in het menu bevindt, kunt u terugkeren naar het hogere menuniveau door kort op de
toets ON/OFF te drukken.
e. Als u al op het hoogste niveau bent, kunt u het menu verlaten door nogmaals op de ON/OFF toets
te drukken.
f. Het menu bestaat uit 4 niveaus en 7 hoofdmenu-items (bovenste niveau). Elk van deze menu-
items kan zowel een submenu als een waarde zijn.
Voor de oriëntatie is er een oriëntatiebalk aan de linkerkant van het scherm. Hier kunt u zien op
welk van de 4 niveaus en in welk van de maximaal 99 submenuniveaus u zich bevindt.
PROCESWAARDEN
00
00
00
00
SEL
g. De volgende speciale tekens worden gebruikt voor de menubesturing (toegang tot de menu-
items):
h. Sommige menu-items hebben ook een INFO-pagina (alleen voor klantenservice-doeleinden).
Deze wordt in- en uitgeschakeld met de „Mode-knop“ (M). Wanneer de „Info-pagina“ is ingescha-
keld, knippert „INFO“ in de rechterbenedenhoek van het display
i. Het systeem is toegankelijk op 4 toegangsniveaus, die zowel de weergave van menu-items als
de rechten om instellingen te wijzigen regelen.
a. Toegangsniveau 1: “Standaard operatie”
De toegang tot de instellingen wordt zoveel mogelijk beperkt.
Alleen elementaire menu-items worden getoond.
b. Toegangsniveau 2: „Uitgebreide standaard operatie“
Het systeem werkt normaal. Er zijn meer uitgebreide instelmogelijkheden.
Er worden extra menu-items weergegeven.
c. Toegangsniveau 3: „Inbedrijfstelling op toegangsniveau“
Alle beschikbare instellingen kunnen worden gewijzigd.
In deze Access-Level kan het apparaat niet worden opgestart. Schakel naar Access-Level 1 of 2.
d. Toegangsniveau-4: “Service operatie”
Zoals Toegangsniveau 3, maar meer uitgebreide service functies zijn beschikbaar.
In deze Access-Level kan het apparaat niet worden opgestart. Schakel naar Access-Level 1 of 2.
j. Als parameters of andere instellingen zijn gewijzigd, wordt de wijziging permanent naar het ge-
heugen overgebracht door de „Mode“-knop (M) ingedrukt te houden. Een aftelling wordt getoond
in de rechter benedenhoek van het display. Dit wordt afgesloten met „OK“ of een sleutel (toegang
geweigerd).
Als u het menu verlaat zonder op te slaan, worden de wijzigingen ongedaan gemaakt.
Menukeuze (met toets B (▲))
Keuzemenu of waarde te wijzigen (met toets B (▲))
9.2. Bediening van het menu
www.ruck.eu
20
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
B
Nederlands
Houd de ON/OFF toets ingedrukt om het menu te openen.
Met de toetsen A (▲ en ▼) op het bedieningspaneel kunnen de afzonderlijke menupunten opgeroe-
pen worden. De toetsen B (▲ en ▼) kunnen worden gebruikt om naar de menuonderdelen te scha-
kelen of om de waarden te wijzigen.
Door de “Mode-knop (M)“ (1-2-3-ok) ingedrukt te houden, worden de wijzigingen in het geheugen
opgeslagen.
Druk op de ON/OFF toets om het submenu te verlaten. (Niet opgeslagen wijzigingen worden weg-
gegooid!)
Als de instellingen succesvol blijken, is het raadzaam een back-up te maken. ( 06/02/02/00 )
PROCESWAARDEN
00
00
00
00
SEL
Huidige waarden van het apparaat
Huidige waarden van ingangen en uitgangen
I/O STATUS
01
00
00
00
SEL
INFO
PROCES PAR.
02
00
00
00
SYSTEEM PAR.
03
00
00
00
SYSTEEMBOUW
04
00
00
00
BUS-SYSTEMEN
05
00
00
00
SERVICE
06
00
00
00
SEL
SEL
SEL
SEL
SEL
Huidige procesparameters met waarde
Toegangsniveau afhankelijk veranderlijk
Huidige systeemparameters met waarde
Toegangsniveau afhankelijk veranderlijk
Conguratiemenu voor de systeeminstellingen
Alleen veranderbaar en zichtbaar in Access-Level 3 en 4.
Conguratiemenu voor de bussystemen
Alleen veranderbaar en zichtbaar in Access-Level 3 en 4.
Diverse dienstverlenende functies
Instellen van het toegangsniveau
Toegangsniveau afhankelijk veranderlijk
PROCESWAARDEN
00
00
00
00
KAMERTEMPERATUUR
23,1 V: 3.0
00
01
00
00
TOEVOERTEMP.
23,1 V: 3,8
00
02
00
00
TOEVOERVENTILATO
0 0
00
06
00
00
FILTER
0 0%
00
08
00
00
FILTER
0 0h
00
09
00
00
BEDRIJFSUREN
0h
00
11
00
00
C
CCU
m h
³
r
P
M
P
a
SEL
9.2.2. Menu “Proceswaarden” ( 00/00/00/00 )
Kamertemperatuur ( 00/01/00/00 )
Hier wordt de huidige waarde van de heersende ruimtetemperatuur weergegeven, gemeten
door de sensor in de besturingseenheid of een extern aangesloten sensor. De instellingen
voor het meetpunt van de ruimtetemperatuur (bedieningspaneel of externe sensor) worden
uitgevoerd met parameter P42. ( 02/42/00/00 ) De waarde na V geeft aan welke software-
versie is geïnstalleerd.
Toevoertemperatuur ( 00/02/00/00 )
Hier wordt de huidige waarde van de heersende temperatuur van de toevoerlucht weerge-
geven, gemeten door een temperatuursensor in het toestel, in het aanstroomgebied van de
toevoerlucht.
De waarde na V geeft aan welke softwareversie de besturingseenheid heeft!
Filtertoestand ( 00/08/00/00 )
Huidige lterdruk in Pascal & vervuilingsgraad in %
Filterwisselteller ( 00/09/00/00 )
Weergave van de ltervervangingen die hebben plaatsgevonden en de huidige bedrijfsuren
van het lter.
Het aantal uitgevoerde lters neemt automatisch toe na een goede ltervervanging De be-
drijfsurenteller wordt gereset.
Voor verdere informatie en instructies over het vervangen van het lter, zie hoofdstuk 10.3.1.
„Luchtlter“ in deze handleiding.
Bedrijfsuren ( 00/11/00/00 )
Huidig aantal bedrijfsuren van het toestel tijdens bedrijf.
Huidige waarden van het apparaat
Status toevoerluchtventilator ( 00/06/00/00 )
Hier wordt de huidige snelheid en volumestroom van de toevoerluchtventilator weergegeven.
3 sec
9.2.1. De hoofdmenu-items
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
21
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
B
B
A
A
Nederlands
9.2.3. “I/O Status” menu ( 01/00/00/00)
FILTERD.TOELAATB
0 0
01
01
01
00
VOL.STROOM TOEVO
0
01
01
03
00
TOEVOERLUCHT
0
01
01
02
00
TOEVOERTEMP.
22,3
01
01
05
00
OPTIE
0
01
01
06
00
m h
³
P
a
Ingangen ( 01/01/00/00 )
Filterdruk in de toevoerlucht ( 01/01/01/00 )
Volumestroom toevoerlucht ( 01/01/03/00 )
Weergave van de waarden van de afzonderlijke ingangen en uitgangen.
Met de „M“-toets kan worden omgeschakeld tussen de standaardweergave (linker kolom) en de
serviceweergave (rechter kolom).
Luchttoevoerdruk ( 01/01/02/00 )
I/O STATUS
01
00
00
00
SEL
INGANGEN
01
01
00
00
SEL
P
a
TOEVOERVENTILATO
0 0
01
01
04
00 m h
³
r
P
M
Snelheid en luchtprestaties ( 01/01/04/00 )
Toevoertemperatuur ( 01/01/05/00 )
C
Vrije temperatuur invoer ( 01/01/06/00 )
02APB2
5092
01
01
01
00
INFO
03APB1
5092
01
01
02
00
INFO
04AFB1
5092
01
01
03
00
INFO
14DI02 X20-06
5092
01
01
04
00
INFO
05AT01 X20-04
5092
01
01
05
00
INFO
06AT02 X21-04
5092
01
01
06
00
INFO
07AT03 X19-04
5092
01
01
07
00
INFO
10AI03 X19-11
5092
01
01
10
00
INFO
13DI01 X20-02
AAN
01
01
11
00
INFO
14DI02 X20-06
AAN
01
01
12
00
INFO
16DI04 X21-06
AAN
01
01
14
00
INFO
Digit
Digit
Digit
Digit
Digit
Digit
Digit
C
KAMERTEMPERATUUR
0
01
01
07
00
Ruimtetemperatuur, afhankelijk van de instelling van
parameter P42, wordt de meting uitgevoerd in de bestu-
ringseenheid of bij een externe sensor ( 02/42/00/00 )
C
OPTIE
0,0Volt
01
01
10
00
Analoge ingang voor externe 0-10V regeling
VRIJGAVE
AAN
01
01
11
00
Ingang inschakelen ( 01/01/11/00 )
TOEVOERVENTILATO
AAN
01
01
12
00
Toevoerventilator ( 01/01/12/00 )
Snelheidsmeter ingang
AFVOERVENTILATOR
AAN
01
01
14
00
Afvoerventilator ( 01/01/14/00 )
Snelheidsmeter ingang
OPTIONEEL !
Digit
08AI01 X20-11
5092
01
01
08
00
INFO
09AI02 X20-11
5092
01
01
09
00
INFO
Digit
TOEVOERLUCHT
0,0Volt
01
01
08
00
AFVOERLUCHT
0,0Volt
01
01
09
00
Digit
www.ruck.eu
22
A
A
A
A
A
A
A
A
B
A
Nederlands
TOEVOERVENTILATO
0,0Volt
01
02
01
00
KLEPSTAND
UIT
01
02
04
00
STORING
UIT
01
02
03
00
VERWARMEN
UIT
01
02
06
00
VERWARMEN
UIT
00
02
07
00
Uitgangen ( 01/02/00/00 )
Analoge uitgang naar de motor ( 01/02/01/00 )
( 0 – 10V)
Relais: Klep OPEN positie
( 01/02/04/00 )
Relais: Fout (is vastgedraaid in normale toestand)
( 01/02/03/00 )
INGANGEN
01
02
00
00
SEL
KLEPSTAND
UIT
01
02
05
00
Relais: Klep GESLOTEN positie
( 01/02/05/00 )
Relais: Verwarming E1
( 01/02/06/00 )
Relais: Verwarming E2
( 01/02/07/00 )
18RK01 X10
AAN
01
02
03
00
INFO
19RK02 X11-03
UIT
01
02
04
00
INFO
20RK03 X11-04
UIT
01
02
05
00
INFO
21RK04 E1
UIT
01
02
06
00
INFO
22RK05 E2
UIT
01
02
07
00
INFO
23RK06 E3
UIT
01
02
08
00
INFO
VERWARMEN
UIT
00
02
08
00
Relais: Verwarming E3
( 01/02/08/00 )
Huidige conguratie van het apparaat ( 01/03/00/00 )
TYPE
FFH.200-EC-S
01
03
00
00
11AO01 X20-08
0
01
02
01
00
INFO
Digit
AFVOERVENTILATOR
0,0Volt
01
02
02
00
(Optioneel indien gecongureerd)
Analoge uitgang naar de motor ( 01/02/02/00 )
( 0 – 10V)
12AO02 X21-08
0
01
02
02
00
INFO
Digit
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
23
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
B
B
B
B
B
B
B
B
B
Nederlands
PROCES PAR.
02
00
00
00
SEL
P 1 MIN-WAARDE
17,0
02
01
00
00 C
P 2 MAX-WAARDE
24,0
02
02
00
00 C
P 6 TEMP.CORRECT
22,3 0,5
02
06
00
00 C C
AUTO RESTART
MET DE HAND
02
11
00
00
P19 OPSTARTTIJD
300
02
19
00
00
P21 REGELGEV.TYP
KAMERTEMP.REG.
02
21
00
00
DRK.DREMPEL
20 : 0
02
34
00
00 P
aP
a
P42 TEMP MEET Q
BEDIENINGSPANEE
02
42
00
00
VERW.VERMOGE
0KW
02
43
00
00
9.2.4. Menu Procesparameters ( 02/00/00/00 )
P1 Minimale ingestelde waarde ( 02/01/00/00 )
Parameter P 1 bepaalt de minimaal instelbare streeftemperatuur, die u op het bediening-
spaneel kunt instellen. Waarden tussen 5 °C en 20 °C kunnen worden geselecteerd. De
fabrieksinstelling is vastgesteld op 17 °C.
Huidige procesparameter met waarde.
Wijzigbaar vanaf toegangsniveau 2.
P2 Maximale ingestelde waarde ( 02/02/00/00 )
Parameter P 2 bepaalt de maximaal instelbare streeftemperatuur die u op het bediening-
spaneel kunt instellen. Waarden tussen 21 °C en 30 °C kunnen worden geselecteerd. De
fabrieksinstelling is vastgesteld op 28 °C.
P6 Temperatuurcorrectie ( 02/06/00/00 )
Temperatuurcorrectie van de meting van de werkelijke waarde +/- 5°C
Automatisch herstarten ( 02/11/00/00 )
alleen wijzigbaar in toegangsniveau 3
Aanpassing van het heropstartgedrag na stroomuitval. Af fabriek moet het apparaat na een
stroomonderbreking handmatig („Met de hand“) opnieuw worden opgestart.
Met de toetsen B (▲ en ▼) kan dit worden gewijzigd zodat het apparaat na een stroomon-
derbreking automatisch start, op voorwaarde dat het vóór de stroomonderbreking in werking
was.
Sla de instelling op met de „Mode-knop“ (M).
P19 Opstarttijd ( 02/19/00/00 )
alleen wijzigbaar in toegangsniveau 3
P21 Controlemodus ( 02/21/00/00 )
alleen wijzigbaar in toegangsniveau 3
Regeling van de kamertemperatuur
Temperatuurregeling toevoerlucht
Wijzigingen kunnen worden aangebracht met de toetsen B (▲ en ▼).
Sla de instelling op met de „Mode-knop“ (M).
Drukdrempel ( 02/34/00/00 )
alleen wijzigbaar in toegangsniveau 4
P42 Temperatuur meetbron ( 02/42/00/00 )
Temperatuur meetbron bij kamertemperatuur regeling
Met de toetsen B (▲ en ▼) kan worden omgeschakeld tussen de in de besturing geïnte-
greerde sensor of een extern aangesloten temperatuursensor (NTC 5k, voor aansluiting zie
bedradingsschema‘s).
alleen wijzigbaar in toegangsniveau 4
Sla de instelling op met de „Mode-knop“ (M).
Verwarmingsniveaus ( 02/43/00/00 )
Beperking van het beschikbare verwarmingsvermogen.
Wijzigingen kunnen worden aangebracht met de toetsen B (▲ en ▼).
Sla de instelling op met de „Mode-knop“ (M).
MAX FILT.LOSS
200
02
25
00
00 P
a
Max Filter loss ( 02/25/00/00 )
Toelaatbaar drukverlies bij het lter. Komt overeen met 100% vervuilingsgraad.
OK
www.ruck.eu
24
A
A
A
A
A
A
A
A
A
B
B
B
A
A
Nederlands
9.2.5. Menu “Systeemparameters” ( 03/00/00/00 )
TOEVOERVENTI
ERR ON TACHO-0
03
01
01
00
Toevoerventilator ( 03/01/00/00 )
Afstelling van de toevoerluchtventilator
Ventilatorbewaking toevoerlucht ( 03/01/01/00 )
alleen wijzigbaar in toegangsniveau 3
NOT INSTALLED = geen toevoerlucht
ERR ON TACHO - 0 = Toevoerluchtventilator met tacho-uitgang
ERR OK 0-Aktiv = Een „Open-Collector“ ingang, actief-laag in geval van fout
ERR OK 1-Aktiv = Een „Open-Collector“ ingang, actief-hoog in geval van fout
NO ERR OUTPUT = geen foutmelding
Huidige systeemparameters met waarde.
Afstelling van de toevoerluchtventilator
SYSTEEM PAR.
03
00
00
00
SEL
TOEVOERVENTILATO
03
01
00
00
SEL
AFVOERVENTILATOR
03
02
00
00
SEL
TOEVOERVENTI
=1 50%
03
01
03
00
Toevoerventilator ( 03/01/03/00 ), ( 03/01/04/00 ), ( 03/01/05/00 )
Stap: toerentalspecicatie van ventilatorstap 1.2.3 (in % van het standaard toeren-
tal)
Drukregeling: kanaaldruk in Pascal (drukcel is extern vereist)
Volumestroomregeling: in m³/h (V-stroom wordt gemeten in het mondstuk van de
ventilator)
Sensorcontrole: in %
Externe standaard: „Idle“ (systeem wordt geregeld via 0-10V)
TOEVOERVENTI
=2 50%
03
01
04
00
TOEVOERVENTI
=3 50%
03
01
05
00
AFVOERVENTIL
ERR ON TACHO-0
03
02
01
00
AFVOERVENTIL
=1 50%
03
02
03
00
Afvoerventilator ( 03/02/03/00 ), ( 03/02/04/00 ), ( 03/02/05/00 )
Stap: toerentalspecicatie van ventilatorstap 1.2.3 (in % van het standaard toeren-
tal)
Drukregeling: „Toevoer volgen“ +/- % van de toevoerluchtspecicatie
Sensorbesturing: „Toevoer volgen“ +/- % van de toevoerluchtspecicatie
Externe instelling: „Toevoer volgen“ +/- % van de toevoerluchtspecicatie
Met „Follow Supply“ volgt de afzuigventilator +/- % van de toevoerventilator.
AFVOERVENTIL
=2 50%
03
02
04
00
AFVOERVENTIL
=3 50%
03
02
05
00
Afvoerventilator ( 03/02/00/00 )
Instellingen van de afzuigventilator
Niet actief in leveringsstaat!
Met selectie „NIET GEÏNSTALLEERD“ wijzigbaar vanaf Toegangsniveau=3.
Ventilator controle uitlaatlucht ( 03/02/01/00 )
NOT INSTALLED = geen afvoerlucht
ERR ON TACHO - 0 = Uitlaatventilator met tacho-uitgang
ERR OK 0-Aktiv = Een „Open-Collector“ ingang, actief-laag in geval van fout
ERR OK 1-Aktiv = Een „Open-Collector“ ingang, actief-hoog in geval van fout
NO ERR OUTPUT = geen foutmelding
REGELUNG ART
1-2-3 STEPS
03
01
02
00
REGELGEVINGSTYP
1-2-3 STEPS
03
02
02
00
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
25
A
A
B
B
B
B
B
B
B
B
B
B
B
B
Nederlands
SYSTEEMBOUW
04
00
00
00
SEL
P12 TYPE
FFH.125-EC
04
01
00
00
P13 REGELGEV.TYP
FFH.125-EC-S
04
02
00
00
9.2.6. “Systeem setup” menu ( 04/00/00/00 )
Selectie van het type apparaat ( 04/01/00/00 )
In dit menu kunnen de besturingsmodus en de externe sensoren worden gecongureerd.
Dit menu-item is alleen zichtbaar en wijzigbaar vanaf toegangsniveau 3. Daartoe moet het apparaat
via het bedieningspaneel worden gestopt en moet het wachtwoord voor toegangsniveau 3 in het
servicemenu worden ingevoerd. ( 06/01/02/00 ) Voor details zie hoofdstuk 9.2.7
Selectie van de besturingsmodus ( 04/02/00/00 )
P13 REGELGEV.TYP
FFH.125-EC-S
04
02
00
00
1.1. Gefaseerde regulering
De instellingen van de afzonderlijke trappen worden beschreven in hoofdstuk 9.2.4 „Systeempara-
metermenu“ voor de toevoerluchtventilator en de afvoerluchtventilator.
P13 REGELGEV.TYP
FFH.125-EC-P
04
02
00
00
1.2. Drukregeling
De instellingen van de afzonderlijke trappen worden beschreven in hoofdstuk 9.2.4 „Systeempara-
metermenu“ voor de toevoerluchtventilator en de afvoerluchtventilator.
P13 REGELGEV.TYP
FFH.125-EC-V
04
02
00
00
1.3. Volumestroomregeling
De instellingen van de afzonderlijke trappen worden beschreven in hoofdstuk 9.2.4 „Systeempara-
metermenu“ voor de toevoerluchtventilator en de afvoerluchtventilator.
P13 REGELGEV.TYP
FFH.125-EC-EXT
04
02
00
00
1.4. Regeling door extern 0-10V signaal
Externe ventilatorsnelheid via 0-10 V ingang (zie bedradingsschema)
P13 REGELGEV.TYP
FFH.125-EC-SEN
04
02
00
00
1.5. Besturing door externe sensor
Regeling van de ventilatorsnelheid op verzoek via een externe sensor.
Verdere instellingen zijn noodzakelijk:
SYSTEEM PAR.
03
00
00
00
1.5.1. De gewenste sensor wordt ingesteld in menuonderdeel 03 Systeemparameters - 04
Conguratie knooppunten - 08 Analoge ingang 8, Aansluiting sensor - Sensorinstellingen:
SEL
CONFIG NODES
03
04
00
00
SEL
LNODE 8 IANA
SENVOC 80
03
04
08
00
LNODE 8 IANA
SETSCL 1000ppm
03
04
08
05
1.5.1.1. Instelling van het instelpunt
www.ruck.eu
26
A
A
A
B
B
B
B
B
B
B
B
B
Nederlands
LNODE 8 IANA
DEADTM 10,0s
03
04
08
08
1.5.1.2. Instellen van de dode tijd ( 03/04/08/08 )
LNODE 8 IANA
X-MIN 0 ppm
03
04
08
09
1.5.1.3. Instellen van het meetbereik (0V). Deze instellingen moeten worden genomen van het meet-
bereik van de gebruikte zender. ( 03/04/08/09 )
LNODE 8 IANA
Y-MAX 1000 ppm
03
04
08
10
1.5.1.4. Instellen van het meetbereik (10V). Deze instellingen moeten worden genomen van het
meetbereik van de gebruikte zender. ( 03/04/08/10 )
LNODE 8 IANA
Z-OFFS 1000
03
04
08
11
1.5.1.5. Een offset instellen ( 03/04/08/11 )
LNODE 8 SENVOC
SCILL 80
03
04
08
14
1.5.1.6. Instellen van het sensortype ( 03/04/08/14 )
LNODE 8 SENCO2
SCILL 81
03
04
08
14
LNODE 8 SENHYM
SCILL 85
03
04
08
14
Instelling voor externe VOS-sensor
Instelling voor externe CO2-sensor
Instelling voor externe vochtigheidssensor
BUS-SYSTEMEN
05
00
00
00
SEL
MODBUS
05
01
00
00
P 8 BAUDSNE. 0
9600 BAUD
05
01
01
00
9.2.7. Menu “Bussystemen” ( 05/00/00/00 )
Selecteer Modbus ( 05/01/00/00 )
Conguratiemenu voor de bussystemen.
Toegangsniveau afhankelijk veranderlijk
Baudrate selectie ( 05/01/01/00 )
SEL
P 7 ADRES
1
05
01
02
00
Adres instelling ( 05/01/02/00 )
P50 BUS-MODUS
8-N-1 0
05
01
03
00
Protocol instelling ( 05/01/03/00 )
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
27
A
B
A
A
A
A
A
A
A
B
B
B
A
B
Nederlands
9.2.8. „Service“ menu ( 06/00/00/00 )
NIVEAU WISSEN
06
01
01
00
WACHTW.INSTELLEN
06
01
02
00
Toegangsniveau instellen ( 06/01/00/00 )
Huidig niveau wordt weergegeven
Door op de middelste bovenste knop B (▲) te drukken, wordt het toegangs-
niveau teruggezet op de standaardwaarde. ( 06/01/01/00 )
Conguratiemenu voor de bussystemen.
Toegangsniveau afhankelijk veranderlijk
Menu voor het instellen van het toegangsniveau met behulp van een wacht-
woord. ( 06/01/02/00 )
PW=1111 voor niveau 1
PW=2222 voor niveau 2
PW=3692 voor niveau 3 Het apparaat moet uit staan om toegangsniveau
3 te activeren
SERVICE
06
00
00
00
SEL
TOEGANGSN.? 4
06
01
00
00
SEL
WACHTW.INSTELLEN
0_ _ _
06
01
02
01
Stel het wachtwoord in met de middelste toetsen B (▲ en ▼). (
06/01/02/01 )
Gebruik de linker A (▲ en ▼) toetsen om tussen de cijfers te schakelen.
Accepteer door de „Mode-knop“ (M) ingedrukt te houden (1-2-3-ok).
DEFAULTNIVEAU 3
PW=2
06
01
03
00
SEL
SEL
HERSTEL EEPROM
06
02
01
00
TERUGZETTEN EEPR
06
02
02
00
Alle instellingen als back-up ( 06/02/00/00 )
Herstel de opgeslagen toestand. ( 06/02/01/00 )
met „Mode-knop“ (M) (1-2-3-ok)
Sla de huidige instellingen op als back-up. ( 06/02/02/00 )
met „Mode-knop“ (M) (1-2-3-ok)
BACK-UP SYSTEEM
06
02
00
00
SEL
SEL
SEL
Het systeem meet elke 12 uur de lterdruk om de mate van verontreiniging te bepalen. (
06/03/00/00 )
met „Mode-knop“ (M) (1-2-3-ok) kan dit gesynchroniseerd worden met “now”
SYNC FILTER MEAS
VOLGENDE 0:10h
06
03
00
00
Begin een ltervervanging.
Schakel het systeem hiervoor uit! ( 06/04/00/00 )
FILTER VERANDERE
STOP SYSTEEM
06
04
00
00
Bepaalt het „Standaardtoegangsniveau“ waarnaar u kunt terugkeren door
„Niveau wissen“ te activeren.
( 06/01/01/00 )
De huidige instelling wordt op de bovenste regel weergegeven (hier „Default
Toegangsniveau“ 3).
Op de onderste regel wordt het actieve Access-Level weergegeven (hier
Access-Level 2), dat als „Default Access-Level“ kan worden overgenomen
door de „Mode“-toets (M) ingedrukt te houden (1-2-3-ok).
www.ruck.eu
28
01
138483
138483
Nederlands
Start bij lage buitentemperaturen
Na het inschakelen van het apparaat kan het enige tijd duren totdat de elektrische naverwarmer de
noodzakelijke bedrijfstemperatuur bereikt. Een speciaal automatisch aanloopmechanisme voorkomt
dat in deze periode koude lucht naar binnen wordt geblazen. Als de temperatuur van de toevoerlucht
meer dan 2 °C afwijkt van het instelpunt, controleert het regelsysteem of het instelpunt is bereikt
door de ventilator op lage snelheid in te schakelen. Is een temperatuur bereikt die hoger is dan de
instelwaarde min 2 °C, dan wordt het apparaat in de vooraf ingestelde bedrijfsmodus geschakeld. De
bedieningseenheid schakelt ook over op de normale bedrijfsmodus als het automatisch aanloopme-
chanisme langer dan 7 minuten in bedrijf is geweest.
Thermisch contact
Elke motor bezit een thermisch contact dat zich bij het overschrijden van de toegelaten motortem-
peratuur opent. Het toestel wordt bij het openen van het contact uitgeschakeld. Na het afkoelen van
de motor, d.w.z. het sluiten van het thermocontact, begint de ventilator weer automatisch te lopen.
Er volgt geen foutmelding.
Begrenzing inblaastemperatuur
Bij grote temperatuurverschillen tussen de vastgelegde gewenste temperatuurwaarde en de geme-
ten temperatuur kan het bij een binnenlucht-temperatuurregeling voorkomen dat er zeer warme lucht
binnenkomt. Deze hoge temperatuur van de toevoerlucht kan leiden tot een verslechtering van de
luchtkwaliteit in de ruimte. Om dit te voorkomen, wordt voor de temperatuur van de toevoerlucht bij
verwarming een maximumwaarde van ca. 35 °C aangehouden.
Elektrische warmteregister
Het vermogen van de elektrisch warmteregister wordt traploos geregeld. Veiligheidstemperatuurbe-
grenzers (VTB) schakelen in geval van storing de elektrische verwarming uit zodra een temperatuur
van 75 °C wordt bereikt. Na activering van de veiligheidstemperatuurbegrenzers (afhankelijk van de
uitvoering 2 of 3 begrenzers) moeten deze handmatig worden gereset (zie afb. 11). Vóór het reset-
ten van de temperatuurbegrenzer en het terugplaatsen van de eenheden moet de oorzaak voor het
activeren van de VTB worden opgehelderd en verholpen.
Filterbewaking
Na een instelbare periode herinnert de aanduiding ‘lter’ op de display eraan dat het luchtlter moet
worden verwisseld. Een gedetailleerde beschrijving voor het vervangen van het luchtlter is te vinden
in hoofdstuk 10.3.1.
10. Onderhoud en reparaties
10.1. Belangrijke tips
9.3. Functies
Onderhoud en reparaties mogen enkel door vakpersoneel met inachtname van de montage -en gebruiks-
handleiding en de geldende voorschriften uitgevoerd worden.
Defekte of beschadigde toestellen mogen niet zelf worden onderhouden maar de schade respectievelijk
de storing moeten schriftelijk bij de producent gemeld worden.
Afb.11:
Resetknoppen veiligheidstemperatu-
urbegrenzer
Voorzichtig! Spanningsgevaar!
»Het veronachtzamen van gevaarlijke situaties kan leiden tot lichamelijk letsel of materiële schade.
Raak het oppervlak pas na afkoeling van de motor en de verwarming aan!
Bij eigengerichtigd onderhoud dreigt er gevaar voor letsels of materiële schade en hierdoor
vervalt de garantie van de productent.
Nooit in het loopwiel en andere roterende en bewegende onderdelen grijpen!
»Het niet in acht nemen van het gevaar kan tot zware letstels leiden.
Werken mogenpas na volledige stilstand van het loopwiel uitgevoerd worden!
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
»Het veronachtzamen van gevaar kan leiden tot materiële schade, verwondingen of de dood.
Voor alle werkzaamheden aan stroomvoerende delen moet het toestel altijd volledig spanningsvrij
geschakeld worden en moet het beveiligd worden tegen opnieuw inschakelen!
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
FFH 125, 150, 160, 200
FFH 250, 315
29
1
2
463
712
405,8
249
00 137771
463
712
405,8
249
00 137771
463
712
405,8
249
00 137771
3
21,0° 1 100%
A
21,0° 1 0%
Nederlands
10.3. Onderhoud
Onderhoud, foutenherstel en reiniging mogen enkel door vakpersoneel met inachtname van
de montage en gebuikshandleiding en de geldende voorschriften uitgevoerd worden.
ruck toestellen vereisen bij reglementair gebruik slechts beperkt onderhoud.
Volgende werkzaamheden zijn met inachtname van de veiligheids en arbeidsveiligheidsvoorschriften
op regelmatige tijdstippen uit te voeren:
De functie van de regeling en de veiligheidsinrichtingen moeten gechecked worden.
Elektrische aansluitingen en bedrading moeten gecontroleerd worden op beschadigingen.
Vervuilingen van de rotor(en) van de ventilator moeten verwijderd worden om onevenwichtige
belasting en vermogensvermindering te verhinderen.
»Om te reinigen (Rotoren/omkasting) mogen geen agressieve of licht ontvlambare reini-
gingsmiddelen gebruikt worden. Bij voorkeur enkel water (geen stromend water) of een
zacht zeeploog te gebruiken.
»De reinigen van de rotor moet door middel van een doek, borstel of kwast gebeuren.
»Onder geen enkel beding een hogedrukreiniger gebruiken!
»Balansklemmen mogen niet verschoven of verwijderd worden.
»De rotor en de inbouwdelen mogen in geen geval beschadigd worden.
De functie van het lager moet door een visuele inspectie en controle van het werkingslawaai
gecontroleerd worden.
Het toestel moet op een luchtzijdige lekdichtheid gecontroleerd worden.
Doe voor de heringebrruikname na de onderhoudswerkzaamheden een veiligheidscontrole
volgens hoofdstuk 7!
10.2. Reiniging en onderhoud
10.3.1. Luchtlter
Statusscherm
Diplay opnieuw instellen:
Afb.13:
Deksel (1) verwijderen en luchtl-
terklep (2) losmaken.
Afb.14:
Luchtlter (3) verwijderen en
vervangen.
Afb.12:
Onderhoud
Toevoerluchtlter
Naarmate een luchtlter (verder) vervuilt, stijgt het drukverschil. Bereikt de druk de ingestelde waar-
de van de bijbehorende drukmeter, dan wordt dit op de display zichtbaar. Indien een vervuilingsgraad
van 100% is bereikt, dan moet het lter worden vervangen.
Voor het correct verwisselen van het luchtlter gaat u als volgt te werk:
Voor het verwijderen van de luchtfilter is geen gereedschap nodig.
Bij ernstige vervuiling moet het luchtfilter worden vervangen.
Bij vervanging van het filter moet er op gelet worden dat het filterframe correct is bevestigd op
de geleiderail in het toestel.
Tot slot moet de filterdisplay opnieuw ingesteld worden en het nieuwe luchtfilter worden geka-
libreerd (zie hoofdstuk 9.2.8. „Service“ menu).
De plaats van de lters is te vinden in de beschrijving van het apparaat of in de veiligheidsinstructies.
www.ruck.eu
30
C)
2
1
A) B)
01
125987
01
125987
3
Bl.
Blatt
Ursp.
Norm
Gepr.
Bearb.
Datum
Name
Datum
Änderung
Zustand
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Strasse 5
D-97944 Boxberg
Tel +49 (0) 7930 9211-300
11
=Modbus
extern Sensor / external Sensor
FFH
153225_00
15.01.2020
S. Kuhbach
11
E
D
C
B
F
A
E
D
C
B
F
A
8765
4
3
2
1
-A1
1
-X20
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X21
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
12
-X19
11
10
987
6
5
4
3
2
1
PE
0V
A
B
+24V
1
-X11
23456789
1
-X10
2
3
0V
A
B
+24V
0V
A
B
+24V
N
L1L2L3
PE
N
L1
PE
N
L1
Modbus Schnittstelle
Modbus Interface
B1
B2
XB2
F1
N
N
N
E2
E1
E3
T 6,3A
PE
Terminierung
BDT
Terminierung
Modbus
J1:
J2:
J1J2
A
B A
B
21,0° 1 0%
21,0° 1 0%
J2:
J1:
Nederlands
Bij het onder spanning brengen van het toestel wordt de batterij gecontroleerd op correct function-
eren.
Een lege batterij van de timer wordt op het statusscherm met een batterijsymbool aangeduid. Om de
batterij te verwisselen gaat u als volgt te werk:
Ontkoppel de stuurkabel van de bedieningseenheid (1).
Open de bedieningseenheid door het deksel (2) op te tillen.
De houder (3) voor de batterij ligt op de printplaat. Verwijder de batterij en plaats een nieuwe,
zoals afgebeeld in afb. 15 C.
De bedieningseenheid kan nu weer gesloten en de stuurkabel aangesloten worden.
U moet nu nog de actuele tijd opnieuw instellen (zie hoofdstuk 9.3.1.b). Het batterijsymbool
verdwijnt op het statusscherm. De bedieningseenheid is weer volledig bedrijfsklaar.
Tip: U hebt als batterij een 3V Lithium CR 1616 knoopcel nodig.
10.3.2. Batterijwissel
Afb.15:
(1) Besturingskabel
(2) Kap bedieningsmecha-
nisme
(3) Batterijhouder
Statusscherm
Dispay na batterijwissel
11. Modbus communicatie-interface
11.1. Aansluitschema
Terminatie
Bedieningseen-
heid
Terminatie
MODBUS
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
31
Nederlands
11.3. Geïmplementeerde functies
Functie-
code Naam Beschrijving
03 Hex Read Hold Register Apparaatparameter lezen
04 Hex Read Input Register Werkelijke waarde lezen
06 Hex Write Single Register Apparaatparameter woordgewijs schrijven
10 Hex Write Multiple Register Meerdere apparaatparameters woordgewijs
schrijven
Functie-
code Naam Subfunctie Beschrijving
08 Hex Return Query Dat 00 Ontvangen bericht terugzenden
08 Hex Restart Communications 01 Communicatie herstarten
08 Hex Force Listen Only Mode 04 Ga naar de “alleen luisteren”-modus
11.2. Informatie over de interfaces
Het apparaat werkt als Modbus RTU-slave. De conguratie van de interfaces is 8N1, 9600Baud,
slave-adres 1. Het adres en de baudrate kunnen worden ingesteld zoals beschreven in het hoofdstuk
„Bussystemen“. Als buskabel wordt geadviseerd een Twisted Pair-gegevenskabel met 120 Ohm im-
pedantie te gebruiken.
11.4. Parametertabel
Register-
adres
Protocol-
adres Naam parameter Waardenbereik Gege-
venstype
Bevoeg-
dheid
40110 109 Werkingsmodus
0 = OFF
1 = Stand 1
2 = Stand 2
3 = Stand 3
integer R/W
40111 110 Ingestelde temperatuur 1
minimum - maximum insteltemperatuur in 1/10 °C
integer R/W
40123 122 Streefvochtigheid 1
200 - 800 komt overeen met 20% - 80%
integer R/W
40135 134 Streefvolume toevoerlucht 1
FFH125/150/160: 50 - 500m³/h
FFH200: 50 - 600m³/h
FFH250/315: 100 - 1200m³/h
integer R/W
40136 135 Streefvolume toevoerlucht 2
FFH125/150/160: 50 - 500m³/h
FFH200: 50 - 600m³/h
FFH250/315: 100 - 1200m³/h
integer R/W
40137 136 Streefvolume toevoerlucht 3
FFH125/150/160: 50 - 500m³/h
FFH200: 50 - 600m³/h
FFH250/315: 100 - 1200m³/h
integer R/W
40147 146 Streefdruk toevoerlucht 1
50 - 500 Pa
40148 147 Streefdruk toevoerlucht 2
50 - 500 Pa
40149 148 Streefdruk toevoerlucht 3
50 - 500 Pa
integer R/W
40153 152 Doeldruk uitlaatlucht 1
50 - 500 Pa
integer R/W
40154 153 Doeldruk uitlaatlucht 2
50 - 500 Pa
integer R/W
40155 154 Doeldruk uitlaatlucht 3
50 - 500 Pa
integer R/W
40159 158 Toerental toevoerlucht stand 1
25 - 100 25% - 100% van n-max
integer R/W
40160 159 Toerental toevoerlucht stand 2
25 - 100 25% - 100% van n-max
integer R/W
40161 160 Toerental toevoerlucht stand 3
25 - 100 25% - 100% van n-max
integer R/W
40165 164 Toerental afvoerlucht stand 1
25 - 100 25% - 100% van n-max
integer R/W
40166 165 Toerental afvoerlucht stand 2
25 - 100 25% - 100% van n-max
integer R/W
40167 166 Toerental afvoerlucht stand 3
25 - 100 25% - 100% van n-max
integer R/W
40214 213
Automatisch herstarten ingeschakeld
0 = disable, 1 = enable
integer R/W
40216 215 Parameters opslaan
12439 Waarde verandert na opslaan in 0
integer R/W
www.ruck.eu
32
Nederlands
Register-
adres
Protocol-
adres Naam parameter Waardenbereik Gege-
venstype
Bevoeg-
dheid
40233 232 Min setpoint temp verwarming
Temp. in 1/10°C 100-200
integer R/W
40234 233 Max. insteltemperatuur verwarming
Waarde verandert in 0 na opslaan
integer R/W
40262 261 Delta P luchttoevoerlter 1
50 - 200 Pa
integer R/W
40273 272 Modbus-adres
1-240
integer R/W
40274 273 Modbus baudrate
0 = 0, 1 = 2400, 2 = 4800, 3 = 9600, 4 = 14400, 5 =
19200, 6 = 28800, 7= 38400, 8 = 57600
integer R/W
40275 274 Modbus pariteit
0 = 8N1, 1 = 8N2, 2 = 8E1 (Even), 3 = 8O1 (Odd)
integer R/W
40290 289 Ventilatorregeling
0 = Niveauregeling, 1 = Drukregeling, 2 = Constan
-
te volumestroomregeling, 3 = Externe regeling, 4
= Sensor
integer R/W
40303 302 Temperatuurregeling
0 - 1, 0 = Toevoertemperatuur, 1 = Kamertempe
-
ratuur
integer R/W
40308 307 Verwarmingscapaciteit E-verwarming
0 - 3
FFH 125/150/160: 1 = 1,5kW;2 = 3kW
FFH 200: 1 = 1,5kW; 2 = 3kW; 3 = 4,5kW
FFH 250/315: 1 = 3kW; 2 = 6kW; 3 = 9kW
integer R/W
40401 400 Dag 1 Schakelpunt 1
0000-2355 (b.v. 7:30 uur = 0730)
integer R/W
40402 401 Dag 1 Schakelpunt 2 integer R/W
40403 402 Dag 1 Schakelpunt 3 integer R/W
40404 403 Dag 1 Schakelpunt 4 integer R/W
40405 404 Dag 1 Schakelpunt 5 integer R/W
40406 405 Dag 1 Schakelpunt 6 integer R/W
40407 406 Dag 2 Schakelpunt 1 integer R/W
40408 407 Dag 2 Schakelpunt 2 integer R/W
40409 408 Dag 2 Schakelpunt 3 integer R/W
40410 409 Dag 2 Schakelpunt 4 integer R/W
40411 410 Dag 2 Schakelpunt 5 integer R/W
40412 411 Dag 2 Schakelpunt 6 integer R/W
40413 412 Dag 3 Schakelpunt 1 integer R/W
40414 413 Dag 3 Schakelpunt 2 integer R/W
40415 414 Dag 3 Schakelpunt 3 integer R/W
40416 415 Dag 3 Schakelpunt 4 integer R/W
40417 416 Dag 3 Schakelpunt 5 integer R/W
40418 417 Dag 3 Schakelpunt 6 integer R/W
40419 418 Dag 4 Schakelpunt 1 integer R/W
40420 419 Dag 4 Schakelpunt 2 integer R/W
40421 420 Dag 4 Schakelpunt 3 integer R/W
40422 421 Dag 4 Schakelpunt 4 integer R/W
40423 422 Dag 4 Schakelpunt 5 integer R/W
40424 423 Dag 4 Schakelpunt 6 integer R/W
40425 424 Dag 5 Schakelpunt 1 integer R/W
40426 425 Dag 5 Schakelpunt 2 integer R/W
40427 426 Dag 5 Schakelpunt 3 integer R/W
40428 427 Dag 5 Schakelpunt 4 integer R/W
40429 428 Dag 5 Schakelpunt 5 integer R/W
40430 429 Dag 5 Schakelpunt 6 integer R/W
40431 430 Dag 6 Schakelpunt 1 integer R/W
40432 431 Dag 6 Schakelpunt 2 integer R/W
40433 432 Dag 6 Schakelpunt 3 integer R/W
40434 433 Dag 6 Schakelpunt 4 integer R/W
40435 434 Dag 6 Schakelpunt 5 integer R/W
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
33
Nederlands
Register-
adres
Protocol-
adres Naam parameter Waardenbereik Gege-
venstype
Bevoeg-
dheid
40436 435 Dag 6 Schakelpunt 6 integer R/W
40437 436 Dag 7 Schakelpunt 1 integer R/W
40438 437 Dag 7 Schakelpunt 2 integer R/W
40439 438 Dag 7 Schakelpunt 3 integer R/W
40440 439 Dag 7 Schakelpunt 4 integer R/W
40441 440 Dag 7 Schakelpunt 5 integer R/W
40442 441 Dag 7 Schakelpunt 6 integer R/W
40501 500 Dag 1 Modus 1
0 - 3; 0 = Off, 1 = Stand 1, 2 = Stand 2, 3 = Stand 3
integer R/W
40502 501 Dag 1 Modus 2 integer R/W
40503 502 Dag 1 Modus 3 integer R/W
40504 503 Dag 1 Modus 4 integer R/W
40505 504 Dag 1 Modus 5 integer R/W
40506 505 Dag 1 Modus 6 integer R/W
40507 506 Dag 2 Modus 1 integer R/W
40508 507 Dag 2 Modus 2 integer R/W
40509 508 Dag 2 Modus 3 integer R/W
40510 509 Dag 2 Modus 4 integer R/W
40511 510 Dag 2 Modus 5 integer R/W
40512 511 Dag 2 Modus 6 integer R/W
40513 512 Dag 3 Modus 1 integer R/W
40514 513 Dag 3 Modus 2 integer R/W
40515 514 Dag 3 Modus 3 integer R/W
40516 515 Dag 3 Modus 4 integer R/W
40517 516 Dag 3 Modus 5 integer R/W
40518 517 Dag 3 Modus 6 integer R/W
40519 518 Dag 4 Modus 1 integer R/W
40520 519 Dag 4 Modus 2 integer R/W
40521 520 Dag 4 Modus 3 integer R/W
40522 521 Dag 4 Modus 4 integer R/W
40523 522 Dag 4 Modus 5 integer R/W
40524 523 Dag 4 Modus 6 integer R/W
40525 524 Dag 5 Modus 1 integer R/W
40526 525 Dag 5 Modus 2 integer R/W
40527 526 Dag 5 Modus 3 integer R/W
40528 527 Dag 5 Modus 4 integer R/W
40529 528 Dag 5 Modus 5 integer R/W
40530 529 Dag 5 Modus 6 integer R/W
40531 530 Dag 6 Modus 1 integer R/W
40532 531 Dag 6 Modus 2 integer R/W
40533 532 Dag 6 Modus 3 integer R/W
40534 533 Dag 6 Modus 4 integer R/W
40535 534 Dag 6 Modus 5 integer R/W
40536 535 Dag 6 Modus 6 integer R/W
40537 536 Dag 7 Modus 1 integer R/W
40538 537 Dag 7 Modus 2 integer R/W
40539 538 Dag 7 Modus 3 integer R/W
40540 539 Dag 7 Modus 4 integer R/W
40541 540 Dag 7 Modus 5 integer R/W
40542 541 Dag 7 Modus 6 integer R/W
www.ruck.eu
34
Nederlands
11.5. Tabel werkelijke waarden
13.2. Opslag
13.1. Demontage uitvoeren
13. Demontage en opslag
Bij de buitenwerkingstelling en demontage moet er gelet worden op de veiligheidsvoorschriften
volgens hoofdstuk 2 tot 8 en hoodstuk 12 .
Om het toestel te demonteren gaat u als volgt te werk:
Risico op verwondigen door demontage onder elektrische spanning!
»Indien u de elektrische spanning voor het begin van de demontage niet uitschakelt kan u u ver-
wonden of het product of onderdelen ervan beschadigen.
Controleer dat de relevante onderdelen van het toestel ontkoppeld zijn van een spanningsbron.
De achteloze opslag van het toestel kan tot milieuverontreiniging leiden.
Sla het toestel op volgens de nationale bepalingen van uw land.
12. Uitbreiding en ombouw
Het toestel mag niet omgebouwd worden!
De garantie van ruck Ventilatoren geldt uitsluitend voor de uitgeleverde conguratie.
Na ombouw of uitbreiding vervalt de garantie!
Register-
adres
Protocol-
adres Naam parameter Waardenbereik Gege-
venstype Bevoegdheid
30111 110 Apparaatidenticatie integer R
30112 111 Binnentemperatuur Temp. in 1/10°C – 500 tot 1000 integer R
30113 112 Temperatuur toevoerlucht Temp. in 1/10°C – 500 tot 1000 integer R
30118 117 Drukverschil lter 1 0-1000 Pa in 1/10 Pa integer R
30122 121 Verontreinigingsindicatie 1 0-100 % in 1/10 % integer R
30127 126 CO2-waarde integer R
30128 127 VOS-waarde integer R
30130 129 Vochtigheid toevoerlucht integer R
30131 130 Drukverschil toevoerlucht ventilator 0-1000 Pa in 1/10 Pa integer R
30133 132 Ventilatordebiet toevoerlucht integer R
30135 134 Kanaaldruk toevoerlucht -1000 tot 1000 Pa integer R
30136 135 Kanaaldruk afvoerlucht -1000 tot 1000 Pa integer R
30139 138 Verwarmingsregeling 0-100% integer R
30152 151 Foutnummer zie foutentabel integer R
30154 153 Programmaversie 1 integer R
30155 154 Programmaversie 2 integer R
30156 155 Bedrijfsuren h/10 integer R
30157 156 Filter vervangen 1 integer R
30161 160 Bedrijfsuren lter h/10 integer R
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
35
F1
Nederlands
Ter beveiliging van de elektrische installatie zijn twee dunne smeltzekeringen in het toestel ingebou-
wd. Wanneer een zekering voor de eerste maal doorbrandt, dan kan dit gebeuren vanwege ouder-
dom. In dit geval wordt aangeraden de defecte zekering door een nieuwe te vervangen.
Brandt de zekering opnieuw door, dan kan de fout aan de hand van de volgende tabel gelokaliseerd
en hersteld worden. Het verwisselen van de dunne smeltzekering moet door een vakman uitgevoerd
worden.
De smeltzekeringen moeten overeenkomen met EN 60127, afmetingen 5 x 20 mm.
14. Opsporen en verhelpen van storingen
Let op volgende voorschriften:
Ga ook bij het opsporen van storingen onder tijdsdruk systematisch en doelgericht te werk. Het zo-
maar en overhaast demonteren en aanpassen van de instellingswaarden kan er in het slechtste geval
toe leiden dat de oorspronkelijke oorzaak van de storing niet meer vastgesteld kan worden.
Probeer een indruk te krijgen van de functie van het apparaat in samenhang met de installatie als
geheel.
Probeer te achterhalen of het apparaat vóór het optreden van de storing de vereiste functie in de
installatie als geheel heeft vervuld..
Probeer veranderingen vast te stellen in de installatie waarin het product is ingebouwd:
»Zijn de gebruiksomstandigheden of de gebruiksmogelijkheden van het toestel veranderd?
»Zijn er veranderingen aangebracht (bijv. aanpassingen) of reparaties uitgevoerd aan de installa-
tie als geheel (toestel, elektrotechniek, regeling) of aan het toestel zelf? Zo ja: welke?
»Is het toestel gebruikt volgens de voorschriften?
»Op welke manier manifesteert de storing zich?
Probeer een duidelijk beeld te krijgen van de oorzaak van de storing. Ondervraag zo nodig de directe
operator of installatiebeheerder.
Indien u de opgetreden fout niet kunt herstellen, neem dan contact op met de producent. Het
contactadres vindt u onder www.ruck.eu of op de keerzijde van de titelpagina van de gebruiks- en
montagehandleiding.
14.1. Smeltzekering
Afb.16:
Printplaat met zwakstroomzekeringen
F1.
Zekering Mogelijke oorzaken Verhelpen van storingen
F1 / T 6,3 A
Toevoerleiding klepaandrijving defect.
Klepaandrijving/leiding defect.
Leiding vervangen
Klepaandrijving/leiding vervangen.
Indien er een fout in het toestel optreedt, worden er een of meer storingsmeldingen op de display ge-
toond. Tussen de verschillende fouten kan met de toetsen A (▲ en ▼) gewisseld worden. De beve-
stiging van een fout gebeurt met toets B (▲). Bediening van het apparaat via de bedieningseenheid
is niet mogelijk zolang niet alle storingen verholpen en bevestigd zijn. Afhankelijk van de ernst van de
storing wordt de installatie uitgeschakeld of blijven de laatste instellingen geactiveerd.
De volgende storingen kunnen op de display getoond worden:
14.2. Foutentabel
www.ruck.eu
36
Nederlands
Storing toevoertemperatuurvoeler
»De toevoertemperatuurvoeler is defect of de kabel is onderbroken.
»Omwisselen van de defecte temperatuurvoeler of indien nodig de onderbroken leiding wisselen.
»Na reparatie van de oorzaak van de storing moet de storing met toets B (▲) bevestigd worden.
ERROR
»Het bedieningspaneel heeft geen ontvangst.
»Koppeling checken of indien nodig de kabel wisselen.
Storingsmelding display Aard van de storing en verhelpen van de storing
Storing kamertemperatuurvoeler
»De kamertemperatuurvoeler is defect of de kabel is onderbroken.
»Defect bedieningspaneel of zo nodig defecte kabel vervangen.
»Na reparatie van de oorzaak van de storing moet de storing met toets B (▲) bevestigd worden.
Storing veiligheidsthermostaat - temperatuurcontrole verwarmingsregister
»Overschrijden van de omkastingstemperatuur van 75 °C. De stuurstroomketen wordt onderbroken, de verwar-
ming wordt uitgeschakeld. Mogelijke oorzaken: defecte toevoerklep, ventilator valt uit, …
»Toevoerklep herstellen, zekeringen F2 controleren.
»Na het verhelpen van de storingsoorzaak moet de resetknop van de veiligheidstemperatuurbegrenzer (zie afb.
11) handmatig worden teruggezet, en op de bedieningseenheid moet met knop B (▲) worden bevestigd dat de
storing is verholpen.
Geen vrijgave
»Het vrijgavecontact is niet gesloten.
»Het vrijgavecontact sluiten. Het toestel kan dan in gebruik worden genomen.
ERR
F1 STORING
TOEVOERTEMP.
F2 STORING
KAMERTEMPERATUUR
F8 STORING
VEILIGHEIDSTHER.
GEEN VRIJGAVE
Storing ventilator
»Het meldrelais van een ventilator werd geactiveerd.
F10 = Ventilator toevoerlucht Klem X20.6
F110 = Afzuigventilator Klem X21.6
»Het toestel uitschakelen en ventilatoren en kabelverbindingen controleren, ev. defecte ventilator vervangen.
»Oorzaak van de fout: stroomvoorziening, zekering, bedrading, motorbesturing, frequentie-omvormer, motorde-
fect
»Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B (▲) bevestigd worden.
F10 STORING
VENTILATOR
14.3. Mogelijke bedrijfsstoringen
Vóór en tijdens gebruik van het apparaat kunnen er nog andere storingen optreden, die niet door
een foutmelding op de display worden aangegeven.
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen van storingen
Ventilator loopt niet!
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Geen elektrische spanning.
Elektrische toevoerleiding is niet aangesloten.
Het thermocontact is geactiveerd.
Schakel het apparaat in.
Controleer de zekering / voeding.
Laat de elektrische toevoerleiding door een erkend
vakman aansluiten.
Laat de ventilator afkoelen.
Luchtvolumestroom is te laag!
Te laag toerental ingesteld.
De luchtgeleiding wordt belemmerd.
De lter is vervuild.
Stel een hoger toerental in.
Zorg voor een onbelemmerde luchtgeleiding.
Vervang de lter.
Tochtverschijnselen Te hoog toerental.
De uitblaastemperatuur is te laag.
Stel een laag toerental in.
Stel de temperatuur op de regelaar hoger in.
Het apparaat maakt te veel
lawaai!
Er is een te hoog toerental ingeschakeld.
De luchtafvoer wordt belemmerd, waardoor lucht-
geluid ontstaat.
Lagergeluid van de ventilator.
De lter is vervuild.
Kies een laag toerental.
Maak de luchtgeleidingen vrij van vernauwingen
en omleidingen.
Raadpleeg een vakbedrijf / servicedienst.
Vervang de lter.
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
37
Ø B
Ø D
00 137771
L2
L1
H
L
B
NW
B2
B3
B1
01
125987
B
H
T
FFH 125 EC 20 FFH 150 EC 20 FFH 160 EC 20 FFH 200 EC 20
FFH 250 EC 20
FFH 315 EC 20
153229
153232
153235
153239
153376
153379
718
718
718
718
718
718
760
760
760
760
760
760
712
712
712
712
712
712
406
406
406
406
466
466
478
478
478
478
538
538
399
399
399
399
459
459
323
323
323
323
323
323
346
346
346
346
406
406
125
150
160
200
250
315
25,1
24,8
24,7
24,2
37,8
36,7
230V ~
230V ~
230V ~
400V 3~N
400V 3~N
400V 3~N
50
50
50
50
50
50
3000
3000
3000
4500
9000
9000
14,0
14,0
14,1
7,6
14,5
14,5
0,98
0,98
1
0,98
1,41
1,38
1 x 16A
1 x 16A
1 x 16A
3 x 16A
3 x 16A
3 x 16A
40
40
40
40
40
40
510
605
620
660
1190
1200
3890
3950
3940
3940
2585
2570
750
750
750
750
655
660
68
69
69
70
71
72
71
72
73
73
69
71
3
3
3
3
3
3
M5
M5
M5
M5
M5
M5
153225
153225
153225
153225
153225
153225
82+82+30
82+82+30
82+82+30
82+82+30
82+82+30
82+82+30
60
60
60
60
60
60
22
22
22
22
22
22
Nederlands
15. Technische gegevens
Algemene gegevens
Type toestel
Lengte
L mm
L 1 mm
L 2 mm
Breedte
B mm
B 1 mm
B 2 mm
B 3 mm
Hoogte zonder greep
H mm
Nominale maat
NW mm
Gewicht
kg
Bedrijfsspanning
V
Frequentie
Hz
Verwarmingscapaciteit
W
Totale nominale stroom
A
Nomnale stroom ventilator
A
Bescherming
Max. mediumtemperatuur
°C
Luchtvolume
m³/h
Toerental
1/min
Max. druk
Pa
Geluid aanzuig
dB
Geluid uitblaas
dB
Ventilatorstanden
Filter klasse (Z-line)
Schakelschema´s
Bedieningsmechanisme
Afmeting B+H+T mm
Montage Ø B mm
Ø D mm
Afb.17:
Buitenafmetingen van het
bedieningspaneel.
Afb.18:
Montageafmetingen van het
bedieningsaneel.
Afb.19:
Afmetingen van het toestel.
www.ruck.eu
38
Bl.
Blatt
Ursp.
Norm
Gepr.
Bearb.
Datum
Name
Datum
Änderung
Zustand
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Strasse 5
D-97944 Boxberg
Tel +49 (0) 7930 9211-300
2
=FFH
Einspeisung / Anschluss Ventilator
Power input / connection Fan FFH125 / 150 / 160EC
153225_00
10.03.2022
S. Kuhbach
11
E
D
C
B
F
A
E
D
C
B
F
A
8765
4
3
2
1
-A1
=M1
1
-X20
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X21
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
12
-X19
11
10
987
6
5
4
3
2
1
PE
0V
A
B
+24V
1
-X11
23456789
1
-X10
2
3
0V
A
B
+24V
0V
A
B
+24V
N
L1L2L3
PE
N
L1
PE
N
L1
-S1
-S2
L1
N
PE
B1
B2
XB2
F1
+24V
ECM
PE
N
L
0-10V
GND
SPEED+
Zuluftventilator
Supply air fan
N
N
N
E2
E1
E3
J2 J1
Terminierung
BDT
Terminierung
Modbus
D - In
0V
Temp-In
0V
Tacho-In
0V
A - Out
0V
0V
A - In
+24V
+24V
A - In
0V
0V
??
0V
??
0V
Temp-In
0V
A - In
+24V
+24V
D - In
0V
Temp-In
0V
Tacho-In
0V
A - Out
0V
0V
A - In
+24V
T 6,3A
L1
L1
L1
L1
N
N
PE
PE
FFH 125 EC / FFH 150 EC / FFH 160 EC
PE
Einspeisung / Power input
230V / 1~ / N / 50Hz
Sicherung extern 16A
Fuse external 16A
2
1
2
1
-E1-E2
X20 : 1
X20 : 2
X20 : 11
X20 : 10
Gehäuse
Heizung
Gehäuse
Box
Gehäuse
Schaltkasten
B2: Filterüberwachung Zuluft /
Filter monitoring Supply air
B1: Volumenstrom Zuluft
Supply air flow
J1:
J2:
X20 : 12
X20 : 3
1.50 mm²
Brown
1.50 mm²
Brown
1
1.50 mm²
Black
2
1.50 mm²
Black
4
1.50 mm²
Black
5
1.50 mm²
Black
GNYE
1.50 mm²
YE
0.25 mm²
WH
0.25 mm²
BK
0.25 mm²
BN
0.50 mm²
BU
0.50 mm²
GNYE
0.50 mm²
6
1.50 mm²
Black
3
1.50 mm²
Black
GNYE
2.50 mm²
GNYE
2.50 mm²
Bl.
Blatt
Ursp.
Norm
Gepr.
Bearb.
Datum
Name
Datum
Änderung
Zustand
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Strasse 5
D-97944 Boxberg
Tel +49 (0) 7930 9211-300
1
=FFH
Deckblatt / cover sheet
153225_00
15.01.2020
S. Kuhbach
11
E
D
C
B
F
A
E
D
C
B
F
A
8765
4
3
2
1
Schaltplan Circuit diagram : FFH 125, 150, 160, 200, 250, 315 EC
Vorsicherung
Fuse
Leistung
Power
Netzspannung
Mains voltage
: 230V /1~ / N / 50Hz
: 3kW
: 1 x 16A
Vorsicherung
Fuse
Leistung
Power
Netzspannung
Mains voltage
: 400V /3~ / N / 50Hz
: 4,5kW
: 3 x 16A
Vorsicherung
Fuse
Leistung
Power
Netzspannung
Mains voltage
: 400V /3~ / N / 50Hz
: 9kW
: 3 x 16A
FFH 125 EC / FFH 150 EC / FFH 160 EC
FFH 200 EC
FFH 250 EC / FFH 315 EC
Nederlands
16. Schakelschema´s
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
153225
FFH 125 EC / FFH 150 EC / FFH 160 EC
39
Bl.
Blatt
Ursp.
Norm
Gepr.
Bearb.
Datum
Name
Datum
Änderung
Zustand
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Strasse 5
D-97944 Boxberg
Tel +49 (0) 7930 9211-300
3
=FFH
Einspeisung / Anschluss Ventilator
Power input / connection Fan
FFH200EC
153225_00
15.01.2020
S. Kuhbach
11
E
D
C
B
F
A
E
D
C
B
F
A
8765
4
3
2
1
-A1
=M1
1
-X20
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X21
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
12
-X19
11
10
987
6
5
4
3
2
1
PE
0V
A
B
+24V
1
-X11
23456789
1
-X10
2
3
0V
A
B
+24V
0V
A
B
+24V
N
L1L2L3
PE
N
L1
PE
N
L1
-S1
-S2
-S3
L1
N
PE
B1
B2
XB2
F1
+24V
ECM
PE
N
L
0-10V
GND
SPEED+
Zuluftventilator
Supply air fan
N
N
N
E2
E1
E3
D - In
0V
Temp-In
0V
Tacho-In
0V
A - Out
0V
0V
A - In
+24V
+24V
A - In
0V
0V
??
0V
??
0V
Temp-In
0V
A - In
+24V
+24V
D - In
0V
Temp-In
0V
Tacho-In
0V
A - Out
0V
0V
A - In
+24V
T 6,3A
L1
L1
L1
L1
N
N
PE
PE
PE
Einspeisung / Power input
400V / 3~ / N / 50Hz
Sicherung extern 16A
Fuse external 16A
FFH 200 EC
L2
L3
2
1
2
1
-E1-E2
X20 : 1
X20 : 2
X20 : 11
X20 : 10
2
1
-E3
X20 : 3
X20 : 12
Gehäuse
Heizung
Gehäuse
Box
Gehäuse
Schaltkasten
Terminierung
BDT
Terminierung
Modbus
J2:
J1:
J1J2
B1: Volumenstrom Zuluft
Supply air flow
B2: Filterüberwachung Zuluft /
Filter monitoring Supply air
1.50 mm²
Brown
1.50 mm²
Brown
1
1.50 mm²
Black
2
1.50 mm²
Black
1.50 mm²
Brown
3
1.50 mm²
Black
4
1.50 mm²
Black
5
1.50 mm²
Black
6
1.50 mm²
Black
GNYE
1.50 mm²
BN
0.50 mm²
BU
0.50 mm²
GNYE
0.50 mm²
YE
0.25 mm²
BK
0.25 mm²
WH
0.25 mm²
GNYE
2.50 mm²
GNYE
2.50 mm²
Bl.
Blatt
Ursp.
Norm
Gepr.
Bearb.
Datum
Name
Datum
Änderung
Zustand
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Strasse 5
D-97944 Boxberg
Tel +49 (0) 7930 9211-300
1
=FFH
Deckblatt / cover sheet
153225_00
15.01.2020
S. Kuhbach
11
E
D
C
B
F
A
E
D
C
B
F
A
8765
4
3
2
1
Schaltplan Circuit diagram : FFH 125, 150, 160, 200, 250, 315 EC
Vorsicherung
Fuse
Leistung
Power
Netzspannung
Mains voltage
: 230V /1~ / N / 50Hz
: 3kW
: 1 x 16A
Vorsicherung
Fuse
Leistung
Power
Netzspannung
Mains voltage
: 400V /3~ / N / 50Hz
: 4,5kW
: 3 x 16A
Vorsicherung
Fuse
Leistung
Power
Netzspannung
Mains voltage
: 400V /3~ / N / 50Hz
: 9kW
: 3 x 16A
FFH 125 EC / FFH 150 EC / FFH 160 EC
FFH 200 EC
FFH 250 EC / FFH 315 EC
Nederlands
www.ruck.eu
153225
FFH 200 EC
40
Bl.
Blatt
Ursp.
Norm
Gepr.
Bearb.
Datum
Name
Datum
Änderung
Zustand
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Strasse 5
D-97944 Boxberg
Tel +49 (0) 7930 9211-300
4
=FFH
Einspeisung / Anschluss Ventilator
Power input / connection Fan
FFH250 / 315EC
153225_00
15.01.2020
S. Kuhbach
11
E
D
C
B
F
A
E
D
C
B
F
A
8765
4
3
2
1
-A1
=M1
1
-X20
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X21
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
12
-X19
11
10
987
6
5
4
3
2
1
PE
0V
A
B
+24V
1
-X11
23456789
1
-X10
2
3
0V
A
B
+24V
0V
A
B
+24V
N
L1L2L3
PE
N
L1
PE
N
L1
-S1
-S2
-S3
L1
N
PE
B1
B2
XB2
F1
+24V
ECM
PE
N
L
0-10V
GND
SPEED+
Zuluftventilator
Supply air fan
N
N
N
E2
E1
E3
D - In
0V
Temp-In
0V
Tacho-In
0V
A - Out
0V
0V
A - In
+24V
+24V
A - In
0V
0V
??
0V
??
0V
Temp-In
0V
A - In
+24V
+24V
D - In
0V
Temp-In
0V
Tacho-In
0V
A - Out
0V
0V
A - In
+24V
T 6,3A
L1
L1
L1
L1
N
N
PE
PE
PE
Einspeisung / Power input
400V / 3~ / N / 50Hz
Sicherung extern 16A
Fuse external 16A
FFH 250 EC / FFH 315 EC
L2
L3
2
1
2
1
-E1-E3
X20 : 1
X20 : 2
X20 : 11
X20 : 10
2
1
-E5
X20 : 3
X20 : 12
-E6
2
1
-E4
2
1
-E2
2
1
Gehäuse
Heizung
Gehäuse
Box
Gehäuse
Schaltkasten
Terminierung
BDT
Terminierung
Modbus
J2:
J1:
J1J2
B1: Volumenstrom Zuluft
Supply air flow
B2: Filterüberwachung Zuluft /
Filter monitoring Supply air
1.50 mm²
Brown
1.50 mm²
Brown
1
1.50 mm²
Black
2
1.50 mm²
Black
1.50 mm²
Brown
3
1.50 mm²
Black
4
1.50 mm²
Black
5
1.50 mm²
Black
6
1.50 mm²
Black
GNYE
1.50 mm²
YE
0.25 mm²
BK
0.25 mm²
WH
0.25 mm²
BN
0.50 mm²
BU
0.50 mm²
GNYE
0.50 mm²
GNYE
2.50 mm²
GNYE
2.50 mm²
Bl.
Blatt
Ursp.
Norm
Gepr.
Bearb.
Datum
Name
Datum
Änderung
Zustand
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Strasse 5
D-97944 Boxberg
Tel +49 (0) 7930 9211-300
1
=FFH
Deckblatt / cover sheet
153225_00
15.01.2020
S. Kuhbach
11
E
D
C
B
F
A
E
D
C
B
F
A
8765
4
3
2
1
Schaltplan Circuit diagram : FFH 125, 150, 160, 200, 250, 315 EC
Vorsicherung
Fuse
Leistung
Power
Netzspannung
Mains voltage
: 230V /1~ / N / 50Hz
: 3kW
: 1 x 16A
Vorsicherung
Fuse
Leistung
Power
Netzspannung
Mains voltage
: 400V /3~ / N / 50Hz
: 4,5kW
: 3 x 16A
Vorsicherung
Fuse
Leistung
Power
Netzspannung
Mains voltage
: 400V /3~ / N / 50Hz
: 9kW
: 3 x 16A
FFH 125 EC / FFH 150 EC / FFH 160 EC
FFH 200 EC
FFH 250 EC / FFH 315 EC
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
153225
FFH 250 EC / FFH 315 EC
41
Bl.
Blatt
Ursp.
Norm
Gepr.
Bearb.
Datum
Name
Datum
Änderung
Zustand
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Strasse 5
D-97944 Boxberg
Tel +49 (0) 7930 9211-300
5
=FFH
Steuerung / Control unit
153225_00
10.03.2022
S. Kuhbach
11
E
D
C
B
F
A
E
D
C
B
F
A
8765
4
3
2
1
-A1
M
1
~
M
1
~
0V
A
B
+24V
-R1
1
-X20
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X21
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
12
-X19
11
10
987
6
5
4
3
2
1
PE
0V
A
B
+24V
1
-X11
23456789
1
-X10
2
3
0V
A
B
+24V
0V
A
B
+24V
N
L1L2L3
PE
N
L1
PE
N
L1
L
N
-M2
L
N
-M1
-R2
Freigabe Gerät
Unit enable
potentialfreier Kontakt
free potential contact
max 250V~ 2A
Störung Gerät
Unit fault
Zuluft Temperatur
supply air temperatur
Bediengerät
Remote control
Optional
manuelle Verbindung mit einem Kabel
manuell connection with a cable --> 120Ohm
-X11
M
M
1
1~
auf / open
auf / open
3 Punkt Anschluss
3 point connection
M1
M2
auf / open
auf / open
A
B
A
B
Modbus Schnittstelle
Modbus Interface
B1
B2
XB2
F1
+24V
N
N
N
E2
E1
E3
D - In
0V
Temp-In
0V
Tacho-In
0V
A - Out
0V
0V
A - In
+24V
+24V
A - In
0V
0V
??
0V
??
0V
Temp-In
0V
D - In
+24V
+24V
D - In
0V
Temp-In
0V
Tacho-In
0V
A - Out
0V
0V
A - In
+24V
T 6,3A
L1
L1
L1
L1
N
N
PE
PE
PE
Außenluftklappe
Fresh air flap
Abluftklappe
Extract air flap
Raum Temperatur
room temperatur
Option
Optional
123456789
N
N
230V max. 2A
Terminierung
BDT
Terminierung
Modbus
J2:
J1:
J1J2
zu / close
zu / close
B1: Volumenstrom Zuluft
Supply air flow
B2: Filterüberwachung Zuluft /
Filter monitoring Supply air
BN
WH
BN
WH
Nederlands
www.ruck.eu
42
Bl.
Blatt
Ursp.
Norm
Gepr.
Bearb.
Datum
Name
Datum
Änderung
Zustand
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Strasse 5
D-97944 Boxberg
Tel +49 (0) 7930 9211-300
6
=FFH
Anschluss Abluftventilator
Extract air fan connection
153225_00
15.01.2020
S. Kuhbach
11
E
D
C
B
F
A
E
D
C
B
F
A
8765
4
3
2
1
-A1
=M2
1
-X20
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X21
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
12
-X19
11
10
987
6
5
4
3
2
1
PE
0V
A
B
+24V
1
-X11
23456789
1
-X10
2
3
0V
A
B
+24V
0V
A
B
+24V
N
L1L2L3
PE
N
L1
PE
N
L1
Der Anschluss externer Abluftventilatoren
connecting external extract fans
Option / Optional:
Tacho / Open Collector -fault
Meldungsquelle: Tacho Signal oder Open-collector
malfunktion-source: speed-signal or open-collector
B1
B2
XB2
F1
+24V
N
N
N
E2
E1
E3
D - In
0V
Temp-In
0V
Tacho-In
0V
A - Out
0V
0V
A - In
+24V
+24V
A - In
0V
0V
??
0V
??
0V
Temp-In
0V
D - In
+24V
+24V
D - In
0V
Temp-In
0V
Tacho-In
0V
A - Out
0V
0V
A - In
+24V
T 6,3A
L1
L1
L1
L1
N
N
PE
PE
PE
M 1~
PE
N
L
0-10V
GND
Abluftventilator
Extract air fan
Leistung max. 500W
Power max. 500W
Terminierung
BDT
Terminierung
Modbus
J2:
J1:
J1J2
B1: Volumenstrom Zuluft
Supply air flow
B2: Filterüberwachung Zuluft /
Filter monitoring Supply air
Nederlands
Aansluiting externe afvoerventilator
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
43
Bl.
Blatt
Ursp.
Norm
Gepr.
Bearb.
Datum
Name
Datum
Änderung
Zustand
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Strasse 5
D-97944 Boxberg
Tel +49 (0) 7930 9211-300
7
=Drucksensor
extern Sensor / external Sensor
FFH
153225_00
15.01.2020
S. Kuhbach
11
E
D
C
B
F
A
E
D
C
B
F
A
8765
4
3
2
1
-A1
-B2
-B1
1
-X20
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X21
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
12
-X19
11
10
987
6
5
4
3
2
1
PE
0V
A
B
+24V
1
-X11
23456789
1
-X10
2
3
0V
A
B
+24V
0V
A
B
+24V
N
L1L2L3
PE
N
L1
PE
N
L1
15 - 30 V=
0V
0 - 10V
15 - 30 V=
0V
0 - 10V
Differenzdrucksensor
Differential pressure sensor
Abluft
Extract air
Differenzdrucksensor
Differential pressure sensor
Zuluft
Supply air
B1
B2
XB2
F1
+24V
N
N
N
E2
E1
E3
D - In
0V
Temp-In
0V
Tacho-In
0V
A - Out
0V
0V
A - In
+24V
+24V
A - In
0V
0V
??
0V
??
0V
Temp-In
0V
D - In
+24V
+24V
D - In
0V
Temp-In
0V
Tacho-In
0V
A - Out
0V
0V
A - In
+24V
T 6,3A
L1
L1
L1
L1
N
N
PE
PE
PE
Anschluss Drucksensor für Konstantdruck Regelung
Terminierung
BDT
Terminierung
Modbus
J2:
J1:
J1J2
B1: Volumenstrom Zuluft
Supply air flow
B2: Filterüberwachung Zuluft /
Filter monitoring Supply air
Nederlands
Aansluiting druksensor voor regeling constante druk
www.ruck.eu
44
Bl.
Blatt
Ursp.
Norm
Gepr.
Bearb.
Datum
Name
Datum
Änderung
Zustand
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Strasse 5
D-97944 Boxberg
Tel +49 (0) 7930 9211-300
8
=CO2 Sensor
extern Sensor / external Sensor
FFH
153225_00
15.01.2020
S. Kuhbach
11
E
D
C
B
F
A
E
D
C
B
F
A
8765
4
3
2
1
-A1
-B3
1
-X20
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X21
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
12
-X19
11
10
987
6
5
4
3
2
1
PE
0V
A
B
+24V
1
-X11
23456789
1
-X10
2
3
0V
A
B
+24V
0V
A
B
+24V
N
L1L2L3
PE
N
L1
PE
N
L1
extern Sensor (CO2, VOC)
external Sensor (CO2, VOC)
+24V / V+
0 - 10V
GND
B1
B2
XB2
F1
+24V
N
N
N
E2
E1
E3
D - In
0V
Temp-In
0V
Tacho-In
0V
A - Out
0V
0V
A - In
+24V
+24V
A - In
0V
0V
??
0V
??
0V
Temp-In
0V
D - In
+24V
+24V
D - In
0V
Temp-In
0V
Tacho-In
0V
A - Out
0V
0V
A - In
+24V
T 6,3A
L1
L1
L1
L1
N
N
PE
PE
PE
Anschluss externer Sensor (CO2, VOC)
Terminierung
BDT
Terminierung
Modbus
J2:
J1:
J1J2
B1: Volumenstrom Zuluft
Supply air flow
B2: Filterüberwachung Zuluft /
Filter monitoring Supply air
Nederlands
Externe aansluitbare sensor (CO2, VOS)
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
45
Bl.
Blatt
Ursp.
Norm
Gepr.
Bearb.
Datum
Name
Datum
Änderung
Zustand
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Strasse 5
D-97944 Boxberg
Tel +49 (0) 7930 9211-300
9
=externe V-Regelung
extern Sensor / external Sensor
FFH
153225_00
15.01.2020
S. Kuhbach
11
E
D
C
B
F
A
E
D
C
B
F
A
8765
4
3
2
1
-A1
1
-X20
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X21
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
12
-X19
11
10
987
6
5
4
3
2
1
PE
0V
A
B
+24V
1
-X11
23456789
1
-X10
2
3
0V
A
B
+24V
0V
A
B
+24V
N
L1L2L3
PE
N
L1
PE
N
L1
0-10V
GND
Anschluss für Externe Regelung
10V: max. Ventilator Drehzahl
2V : min. Ventilator Drehzahl
<2V: Gerät Aus
B1
B2
XB2
F1
+24V
N
N
N
E2
E1
E3
D - In
0V
Temp-In
0V
Tacho-In
0V
A - Out
0V
0V
A - In
+24V
+24V
A - In
0V
0V
??
0V
??
0V
Temp-In
0V
D - In
+24V
+24V
D - In
0V
Temp-In
0V
Tacho-In
0V
A - Out
0V
0V
A - In
+24V
T 6,3A
L1
L1
L1
L1
N
N
PE
PE
PE
Terminierung
BDT
Terminierung
Modbus
J2:
J1:
J1J2
B1: Volumenstrom Zuluft
Supply air flow
B2: Filterüberwachung Zuluft /
Filter monitoring Supply air
Nederlands
Aansluiting voor externe regeling
www.ruck.eu
Informatiestand:
print 22.11.2023
mzf_pb_04c_k10001_nl
Onder voorbehoud van wijzi-
gingen
Nederlands
De in deze montage- en gebruikshandleiding
vermelde gegevens zijn uitsluitend illustratief.
Een uitspraak over een bepaalde toestand of
een geschiktheid voor een bepaalde toepas-
sing kan uit onze informatie niet afgeleid wor-
den.
De informatie verbiedt de gebruiker niet eigen
beoordelingen of tests uit te voeren.
Gelieve ermee rekening te houden dat onze
producten onderhevig zijn aan een natuurlijk
slijtage- en verouderingsproces.
Dit document, alsmede de gegevens, speci-
caties en andere informatie zijn het exclusieve
eigendom van ruck Ventilatoren GmbH.
Het mag niet zonder toestemming gereprodu-
ceerd worden of aan derde partijen gegeven
worden.
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Str. 5
D-97944 Boxberg-Windischbuch
Tel. +49 (0)7930 9211-0
Fax. +49 (0)7930 9211-150
www.ruck.eu
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46

Ruck FFH 150 EC 20 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor