2
5. Aan-/uittoets/modu
stoets
6. Lens 7. Laadindicator 8. Bedrijfsindica
tor
9. Display 10. Indicatielam
pje opname
11. OK 12. Toets
op/Wi-Fi-
toets
13. Omlaagtoets 14. Luidspreker
Gedetailleerde instructies
1. Plaats de micro-SD-kaart
Opmerking: gebruik een merk-micro-SD-kaart, formatteer deze vóór het gebruik op een
computer; aan kaart met lage kwaliteit garandeert geen goede werking.
2. Batterij opladen
A. Sluit het apparaat met een USB-kabel aan op een computer of een lichtnetadapter om
het op te laden.
B. Kan met de autolader ook in de auto worden opgeladen.
C. Tijdens het opladen blijft het rode indicatielampje rood branden; het rode lampje gaat uit
zodra de batterij volledig is opgeladen.
3. Camera aan en uit
A. Houd de aan-/uittoets/modustoets ongeveer 3 seconden ingedrukt; de camera wordt
ingeschakeld.
B. Houd de aan-/uittoets/modustoets ongeveer 3 seconden ingedrukt; de camera wordt
uitgeschakeld.
4. Modusschakelaar
Door kort op de aan-/uittoets/modustoets te drukken wijzigt de camera naar
video/foto/afspelen/installatiemenu.
5. Video-opname
A. Plaats de micro-SD-kaart en schakel dan de camera in.
B. Druk dan kort op de knop "OK"; de camera begint met het opnemen van video.
C. Druk nogmaals op de toets "OK" om de video-opname te stoppen.
6. Foto’s nemen
A. Wijzig de camera naar de fotomodus door op de aan-/uittoets/modustoets te drukken
B. Druk kort op de toets "OK" om de foto te nemen.
NED