Atag VA61211KT/A04 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

VA61211KT
Gebruiksaanwijzing
Afwasautomaat
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsinformatie 2
Veiligheidsvoorschriften 3
Beschrijving van het product 5
Bedieningspaneel 5
Programma’s 6
Instellingen 7
Voordat u het apparaat voor de eerste keer
gebruikt 9
Dagelijks gebruik 10
Aanwijzingen en tips 12
Onderhoud en reiniging 13
Probleemoplossing 15
Technische informatie 18
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie.
Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig
gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat
als de deur open is.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door
kinderen zonder toezicht.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen
2
door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere
woonomgevingen.
De specificatie van het apparaat mag niet worden
veranderd.
De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen tussen 0.5
(0.05) / 8 (0.8) bar (Mpa)
Houd rekening met het maximale aantal 13 plaatsen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Doe messen en bestek met scherpe punten in het
bestekmandje met de punten omlaag in horizontale positie.
Laat de deur van het apparaat niet open staan zonder
toezicht om te voorkomen dat er iemand over struikelt.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te
reinigen.
De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van
toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt.
Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet
opnieuw worden gebruikt.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Montage
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Installeer of gebruik het apparaat niet op
een plek waar de temperatuur onder de
0 °C komt.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische
schokken.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
3
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet
beschadigt. Indien de voedingskabel
moet worden vervangen, dan moet dit
gebeuren door onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereikbaar
is.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
Dit apparaat voldoet aan de EEG-
richtlijnen.
Alleen voor VK en Ierland. Het apparaat
heeft een stekker van 13 ampère. Als de
zekering van de stekker verwisseld moet
worden, gebruik dan zekering: 13 amp
ASTA (BS 1362).
Aansluiting aan de waterleiding
Zorg dat u de waterslangen niet
beschadigt.
Laat het water stromen tot het schoon is
voordat u het apparaat aansluit op
nieuwe leidingen of leidingen die lang
niet zijn gebruikt.
Zorg dat er geen lekkages zijn als u het
apparaat de eerste keer gebruikt.
De watertoevoerslang heeft een
veiligheidsventiel en een omhulsel met
een hoofdkabel aan de binnenkant.
WAARSCHUWING!
Gevaarlijke spanning.
Als de watertoevoerslang beschadigd is,
haal dan onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact. Neem contact op met de
service-afdeling om de
watertoevoerslang te vervangen.
Gebruik
Ga niet op de open deur zitten of staan.
Vaatwasmiddel is gevaarlijk. Volg de
veiligheidsinstructies op de verpakking
van het vaatwasmiddel op.
Speel niet met het water van het
apparaat en drink het niet op.
Verwijder de borden pas uit het apparaat
als het programma is voltooid. Er kan
vaatwasmiddel op de borden zitten.
Het apparaat kan hete stoom laten
ontsnappen als u de deur opent terwijl er
een programma wordt uitgevoerd.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
Servicedienst
Contact opnemen met de klantenservice
voor reparatie van het apparaat. Wij
raden uitsluitend het gebruik van
originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de
klantenservice voor dat u de volgende
informatie heeft van het typeplaatje.
Model:
PNC:
Serienummer:
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af en
gooi dit weg.
Verwijder de deurgreep om te
voorkomen dat kinderen en huisdieren
opgesloten raken in het apparaat.
4
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
4
3
7
9
8
10
56
11
1
2
1
Bovenste sproeiarm
2
Onderste sproeiarm
3
Filters
4
Typeplaatje
5
Zoutreservoir
6
Luchtopening
7
Glansmiddeldoseerbakje
8
Afwasmiddeldoseerbakje
9
Bestekkorf
10
Onderkorf
11
Bovenkorf
BEDIENINGSPANEEL
21
3
45
1
Aan/uit-toets
2
Programma-indicatielampjes
3
Indicatielampjes
4
Programmakeuzetoets
5
5
Delay-toets
Indicatielampjes
Aanduiding Beschrijving
Einde-indicatielampje.
Zoutindicatielampje. Dit indicatielampje is altijd uit als het programma in werking
is.
Glansmiddelindicatielampje. Dit indicatielampje is altijd uit als het programma in
werking is.
PROGRAMMA’S
Programma Mate van ver-
vuiling
Type bela-
ding
Programmafa-
sen
Verbruiksgegevens
1)
Pro-
gramma-
duur
(min)
Energie-
(kWh)
Water
(l)
2)
Normaal be-
vuild
Serviesgoed
en bestek
Voorspoelen
Wassen 50
°C
Spoelgangen
Drogen
195 1.039 11
3)
Sterk bevuild
Serviesgoed,
bestek en pan-
nen
Voorspoelen
Wassen 70
°C
Spoelgangen
Drogen
150 -
170
1.5 - 1.6 13 - 15
Normaal be-
vuild
Serviesgoed
en bestek
Voorspoelen
Wassen 65
°C
Spoelgangen
Drogen
120 -
130
1.3 - 1.6 15 - 17
4)
Pas bevuild
Serviesgoed
en bestek
Wassen 60
°C of 65 °C
Spoelgangen
30 0.8 9
6
Programma Mate van ver-
vuiling
Type bela-
ding
Programmafa-
sen
Verbruiksgegevens
1)
Pro-
gramma-
duur
(min)
Energie-
(kWh)
Water
(l)
5)
Alles Voorspoelen 14 0.1 4
1)
De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties en de hoeveelheid vaat kan de
verbruikswaarden veranderen.
2)
Dit programma biedt het meest efficiënte water- en energieverbruik voor normaal bevuild serviesgoed en bestek.
(Dit is het standaard programma voor testinstituten.)
3)
Dit programma heeft een spoelfase bij hoge temperatuur voor betere resultaten voor de hygiëne. Tijdens de spoel-
fase blijft de temperatuur gedurende minimaal 10 minuten op 70 °C.
4)
Met dit programma kunt u een pas bevuilde lading afwassen. Het biedt goede afwasresultaten in een kort tijdsbe-
stek.
5)
Met dit programma wordt het serviesgoed snel afgespoeld om te voorkomen dat voedselresten kunnen aankoe-
ken en er een vieze lucht uit het apparaat komt. U hoeft voor dit programma geen afwasmiddel te gebruiken.
Aanwijzingen voor testinstituten
Stuur voor alle benodigde informatie over
testprestaties een e-mail naar:
Schrijf het productnummer (PNC) op dat u
op het typeplaatje vindt.
INSTELLINGEN
Programmakeuzemodus en
gebruikersmodus
Als het apparaat in de
programmakeuzemodus staat, kan een
programma worden ingesteld en de
gebruikersmodus worden ingevoerd.
In de gebruikersmodus kunnen de
volgende instellingen worden
gewijzigd:
Het niveau van de waterverzachter
afgestemd op de waterhardheid.
De activering of de deactivering van het
geluidsignaal voor het programma-
einde.
Deze instellingen worden opgeslagen
tot u ze weer wijzigt.
De programmakeuzemodus
instellen
Het apparaat staat in de
programmakeuzemodus als alle
programma-indicatielampjes aan zijn.
Als u het apparaat activeert, staat het
meestal in de programmakeuzemodus.
Maar als dit niet gebeurt, kunt u de
programmakeuzemodus op de volgende
manier instellen:
Houd de programmaknop ingedrukt tot het
apparaat in de programmakeuzemodus
staat.
De waterontharder
De waterontharder verwijdert mineralen uit
van de watertoevoer die een nadelige
invloed hebben op de wasresultaten en het
apparaat.
7
Hoe hoger het gehalte van deze mineralen,
des te harder is het water. De
waterhardheid wordt gemeten in de
volgende gelijkwaardige schalen.
De waterontharder moet worden afgesteld
op de hardheid van het water in uw
woonplaats. Uw waterleidingbedrijf kan u
informeren over de hardheid van het water
in uw woonplaats. Het is belangrijk om het
correcte niveau voor de waterontharder in
te stellen voor goede wasresultaten.
Waterhardheid
Duitse graden
(°dH)
Franse gra-
den (°fH)
mmol/l Clarke-
graden
Wateronthard-
ingsniveau
47 - 50 84 - 90 8.4 - 9.0 58 - 63 10
43 - 46 76 - 83 7.6 - 8.3 53 - 57 9
37 - 42 65 - 75 6.5 - 7.5 46 - 52 8
29 - 36 51 - 64 5.1 - 6.4 36 - 45 7
23 - 28 40 - 50 4.0 - 5.0 28 - 35 6
19 - 22 33 - 39 3.3 - 3.9 23 - 27
5
1)
15 - 18 26 - 32 2.6 - 3.2 18 - 22 4
11 - 14 19 - 25 1.9 - 2.5 13 - 17 3
4 - 10 7 - 18 0.7 - 1.8 5 - 12 2
<4 <7 <0.7 < 5
1
2)
1)
Fabrieksinstelling.
2)
Gebruik geen zout op dit niveau.
Indien u gebruik maakt van multitabletten
die zout bevatten en de waterhardheid
lager is dan 21°dH, kunt u het laagste
wateronthardingsniveau instellen. Het
deactiveert de aanduiding voor het bijvullen
van zout.
Indien u gebruik maakt van standaard
vaatwasmiddel of multitabletten zonder
zout, stel dan het waterhardheidniveau
juist in om de aanduiding voor het
bijvullen van zout actief te laten.
Het waterontharderniveau
instellen
Het apparaat moet in de
programmakeuzemodus staan.
1.
Houd om naar de gebruikermodus te
gaan de programmaknop ingedrukt tot
het lampje knippert en het
lampje gaat branden.
2. Wacht tot het indicatielampje uit
gaat en het indicatielampje gaat
knipperen. Het indicatielampje
blijft knipperen. Het knipperen van het
indicatielampje verwijst naar het
huidige ingestelde niveau.
Bijv. 5 keer knipperen + pauze + 5
keer knipperen = niveau 5.
3. Druk weer op de programmatoets om
de instelling te wijzigen. Telkens als u
op de programmaknop drukt, gaat het
niveaunummer omhoog. Na niveau 10
begint u weer bij niveau 1.
4.
Druk op de knop aan/uit om de
instelling te bevestigen.
8
Geluidssignalen
Er klinken geluidssignalen als het apparaat
een storing heeft. Het is niet mogelijk deze
geluidssignalen uit te schakelen.
Na het beëindigen van het programma
klinkt er tevens een geluidssignaal. Dit
geluidssignaal is standaard uitgeschakeld,
maar kan worden geactiveerd.
Het geluidssignaal voor het
einde van het programma
inschakelen
Het apparaat moet in de
programmakeuzemodus staan.
1.
Houd om naar de gebruikermodus te
gaan de programmaknop ingedrukt tot
het lampje knippert en het
lampje gaat branden.
2. Druk direct op de programmatoets.
Het indicatielampje gaat
branden.
Het indicatielampje knippert.
3. Wacht tot het lampje dooft. Het
indicatielampje blijft knipperen.
Het indicatielampje einde geeft de
huidige instelling aan: Indicatielampje
einde uit = Geluidssignaal uit.
4. Druk op programmatoets om de
instelling te wijzigen.
Indicatielampje einde aan =
Geluidssignaal aan.
5.
Druk op de knop aan/uit om de
instelling te bevestigen.
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER
GEBRUIKT
1. Controleer of het ingestelde niveau
van de waterontharder juist is voor
de waterhardheid in uw omgeving.
U kunt het niveau van de
waterontharder instellen.
2. Vul het zoutreservoir.
3. Vul het glansmiddeldoseerbakje.
4. Draai de waterkraan open.
5. Start een programma om resten te
verwijderen die misschien nog in het
apparaat zijn achtergebleven. Gebruik
geen afwasmiddel en gebruik de
mandjes niet.
Als u een programma start, doet het
apparaat er ongeveer 5 minuten over om
de hars in de waterontharder te herladen.
Het lijkt alsof het apparaat niet werkt. De
wasfase start pas nadat deze procedure
voltooid is. De procedure wordt periodiek
herhaald.
Het zoutreservoir
LET OP! Gebruik uitsluitend
zout dat specifiek is bedoeld
voor gebruik in vaatwassers.
Het zout wordt gebruikt om de hars in de
waterontharder te herladen en voor goede
wasresultaten voor dagelijks gebruik.
Het zoutreservoir vullen:
1. Draai de dop linksom om het
zoutreservoir te openen.
2. Doe 1 liter water in het zoutreservoir
(alleen de eerste keer).
3. Vul het zoutreservoir met
regenereerzout.
4.
Verwijder het zout rond de opening van
het zoutreservoir.
9
5. Draai de dop van het zoutreservoir
rechtsom om het zoutreservoir te
sluiten.
Water en zout kunnen uit het
zoutreservoir stromen als u het
bijvult. Gevaar voor roest. Start
om dit te voorkomen een
programma nadat u het
zoutreservoir heeft bijgevuld.
Het vullen van het
glansmiddeldoseerbakje
A
B
D
C
M
A
X
1
2
3
4
+
-
A
B
D
C
LET OP! Gebruik alleen
glansspoelmiddel voor
afwasautomaten.
1.
Druk op de ontgrendelknop (D) om de
deksel te openen (C).
2.
Giet het glansmiddel in het doseervakje
(A) tot de vloeistof het niveau 'max'
heeft bereikt.
3.
Verwijder gemorst glansmiddel met een
absorberend doekje om te voorkomen
dat er te veel schuim ontstaat.
4.
Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het
ontgrendelknopje op zijn plaats
dichtklikt.
U kunt het schuifje voor de vrij te
geven hoeveelheid (B) instellen
tussen stand 1 (laagste
hoeveelheid) en stand 4 of 6
(hoogste hoeveelheid).
DAGELIJKS GEBRUIK
1. Draai de waterkraan open.
2. Druk op de aan-/uittoets om het
apparaat te activeren.
Zorg dat het apparaat in de keuzemodus
Programma staat.
Vul het zoutreservoir als het
zoutindicatielampje brandt.
Vul het glansmiddeldoseerbakje als
het indicatielampje van het
glansmiddel brandt.
3. Ruim de korven in.
4. Voeg vaatwasmiddel toe.
5. U dient het juiste programma in te
stellen en te starten voor het type lading
en de mate van vervuiling.
Vaatwasmiddel gebruiken
30
20
A BD
C
10
20
30
B
A D
C
1. Druk op de ontgrendelknop (B) om de
deksel te openen (C).
2.
Doe de vaatwastablet of het poeder in
het doseerbakje (A).
3.
Als het programma over een
voorspoelfase beschikt, plaats dan een
kleine dosis afwasmiddel in doseerbakje
(D).
4.
Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het
ontgrendelknopje op zijn plaats
dichtklikt.
Gebruik van multitabletten
Als u tabletten gebruikt die zout en
glansmiddel bevatten, is het niet nodig om
de doseerbakjes voor zout en glansmiddel
te vullen.
1. Stel de waterontharder op het laagste
niveau in.
2. Stel de dosering van het glansmiddel in
op de laagste stand.
Een programma instellen en
starten
Een programma starten
1. Laat de deur op een kier staan.
2. Druk op de aan-/uittoets om het
apparaat te activeren. Zorg dat het
apparaat in de keuzemodus
Programma staat.
3. Blijf op de programmatoets drukken tot
de aanduiding van het programma dat
u wilt instellen verschijnt.
4. Sluit de deur van de afwasmachine om
het programma te starten.
Een programma starten met een
uitgestelde start
1. Stel een programma in.
2. Druk op Delay om de start van het
programma met drie uur uit te stellen.
Het indicatielampje gaat branden.
3. Sluit de deur van het apparaat om het
aftellen te starten.
Als het aftelproces voltooid is, wordt het
programma gestart.
De deur openen als het
apparaat in werking is
Als u de deur opent terwijl een programma
loopt, stopt het apparaat. Dit kan het
energieverbruik en de programmaduur
beïnvloeden. Als u de deur weer sluit, gaat
het apparaat verder vanaf het punt van
onderbreking.
De uitgestelde start annuleren
Houd de programmaknop ingedrukt tot het
apparaat in de programmakeuzemodus
staat.
Als u de uitgestelde start annuleert, moet u
het programma opnieuw instellen.
Het programma annuleren
Houd de programmaknop ingedrukt tot het
apparaat in de programmakeuzemodus
staat.
Controleer of er afwasmiddel in het
afwasmiddeldoseerbakje aanwezig is
voordat u een nieuw programma start.
Einde van het programma
Als het programma is voltooid, gaat lampje
branden.
1. Druk op de aan/uit-toets om het
apparaat te deactiveren.
2. Draai de waterkraan dicht.
Als u het apparaat niet binnen 5
minuten uitschakelt, gaan alle
indicatielampjes uit. Dit helpt het
energieverbruik te verminderen.
11
AANWIJZINGEN EN TIPS
Algemeen
De volgende tips zorgen voor optimale
schoonmaak- en droogresultaten en helpen
ook het milieu te beschermen.
Verwijder grotere etensresten van de
borden en gooi ze in de vuilnisbak.
Spoel de vaat niet eerst af. Gebruik
indien nodig een voorwasprogramma
(indien beschikbaar) of selecteer een
programma met een voorwasfase.
Gebruik altijd de hele ruimte van de
mandjes.
Zorg er bij het inladen van het apparaat
voor dat de vaat helemaal kan worden
bereikt en gewassen door het water uit
de sproeiarmen. Zorg ervoor dat de vaat
elkaar niet raakt of overlapt.
U kunt apart vaatwasmiddel,
glansmiddel en zout gebruiken of kiezen
voor het gebruik van multitabletten (bijv.
''3in1'', ''4in1'', ''All in 1''). Volg de
aanwijzing op de verpakking.
U dient het juiste programma in te stellen
voor het type lading en de mate van
vervuiling. Het programma ECO biedt
het meest efficiënte water- en
energieverbruik voor normaal vervuild
serviesgoed en bestek.
Gebruik van zout, glansmiddel
en vaatwasmiddel
Gebruik enkel zout, glansmiddel en
vaatwasmiddel voor afwasautomaten.
Overige producten kunnen het apparaat
beschadigen.
Multitabletten zijn doorgaans geschikt
voor een waterhardheid tot 21 °dH. Bij
een hogere waterhardheid moet zout,
glansmiddel en vaatwasmiddel worden
gebruikt naast het gebruik van
multitabletten. Maar in gebieden met
hard en erg hard water raden we het
gebruik aan van enkelvoudig
vaatwasmiddel (poeder, gel, tabletten
zonder extra functies), glansmiddel en
zout apart voor optimale reinigings- en
droogresultaten.
Vaatwasmiddeltabletten lossen bij korte
programma's niet geheel op. Om te
voorkomen dat vaatwasmiddelresten op
het servies achterblijven, raden we u aan
om tabletten enkel bij lange
programma's te gebruiken.
Gebruik niet meer dan de juiste
hoeveelheid vaatwasmiddel. Zie de
instructies van de
vaatwasmiddelfabrikant.
Wat moet u doen als u wilt
stoppen met het gebruik van
multitabletten
Doe het volgende voordat u begint met het
gebruiken van apart wasmiddel, zout en
glansmiddel.
1.
Stel het hoogste niveau van de
waterontharder in.
2.
Zorg ervoor dat het zout- en het
glansmiddeldoseerbakje gevuld zijn.
3.
Start het kortste programma met een
spoelfase. Voeg geen vaatwasmiddel
toe en ruim de mandjes niet in.
4. Als het programma is voltooid, wijzigt u
de waterontharder in de waterhardheid
van uw omgeving.
5. Stel de hoeveelheid glansmiddel in.
6. Schakel het glansmiddeldoseerbakje in.
De korven inruimen
Gebruik het apparaat alleen om
voorwerpen af te wassen die
vaatwasbestendig zijn.
Doe geen voorwerpen in het apparaat
die gemaakt zijn van hout, hoorn,
aluminium, tin en koper.
Plaats geen voorwerpen in het apparaat
die water kunnen absorberen (sponzen,
keukenhanddoeken).
Verwijder grotere etensresten van de
borden en gooi ze in de vuilnisbak.
Maak aangebrande voedselresten op de
voorwerpen zachter.
Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes,
glazen en pannen) met de opening naar
beneden.
12
Zorg er voor dat glazen andere glazen
niet aanraken.
Doe bestek en kleine items in het
bestekmandje.
Leg lichte voorwerpen in het bovenrek.
Zorg ervoor dat de voorwerpen niet
verschuiven.
Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij
kunnen ronddraaien voordat u een
programma start.
Voor het starten van een
programma
Controleer of:
De filters schoon zijn en correct zijn
geplaatst.
De dop van het zoutreservoir goed dicht
zit.
De sproeiarmen niet zijn verstopt.
Er regenereerzout en glansmiddel is
toegevoegd (tenzij u gecombineerde
afwastabletten gebruikt).
De positie van de items in de mandjes
correct is.
Het programma van toepassing is op het
type lading en de mate van bevuiling.
De juiste hoeveelheid afwasmiddel is
gebruikt.
De rekken uitruimen
1. Laat de borden afkoelen voordat u deze
uit het apparaat neemt. Hete borden
zijn gevoelig voor beschadigingen.
2. Ruim eerst het onderrek en dan het
bovenrek uit.
Aan het einde van het
programma kan er water aan de
zijkanten en de deur van het
apparaat achterblijven.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Schakel
het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact
voordat u
onderhoudshandelingen
verricht.
Vuile filters en verstopte
sproeiarmen verminderen de
wasresultaten. Controleer
regelmatig de filters en reinig
deze zo nodig.
De filters reinigen
Het filtersystem bestaat uit 3 delen.
C
B
A
1.
Draai de filter (B) linksom en verwijder
het.
13
2.
Verwijder de filter (C) uit de filter (B).
3.
Verwijder de platte filter (A).
4. Was de filters.
5. Zorg ervoor dat er geen etensresten of
vuil in of rond de rand van de
opvangbak zitten.
6. Plaats de platte filter terug (A). Zorg
ervoor dat het goed onder de 2
geleidingen zit.
7. Plaats de filters (B) en (C) terug.
8.
Plaats de filter (B) terug in de platte filter
(A). Rechtsom draaien tot het vastzit.
LET OP! Een onjuiste plaatsing
van de filters kan leiden tot
slechte wasresultaten en het
apparaat beschadigen.
Buitenkant reinigen
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes of oplosmiddelen.
De binnenkant van de machine
reinigen
Reinig het apparaat zorgvuldig, inclusief
de rubberen afdichting van de deur, met
een zachte, vochtige doek.
Als u regelmatig korte programma's
gebruikt dan kunnen er vetresten en
kalkaanslag achterblijven in het
apparaat. Om dit te voorkomen raden
14
we aan minstens 2 keer per maand
progamma's met een lange duur te
gebruiken.
Om de prestaties van uw apparaat op
en top te houden raden we u aan iedere
maand een specifiek
schoonmaakproduct voor
vaatwasmachines te gebruiken. Volg de
instructies op de verpakking van de
producten zorgvuldig op.
PROBLEEMOPLOSSING
Als het apparaat niet start of stopt tijdens
de bediening, kijk dan voordat u contact
opneemt met de klantenservice of u het
probleem zelf kunt oplossen met behulp
van de informatie in de tabel.
WAARSCHUWING! Niet juist
uitgevoerde reparaties kunnen
de veiligheid van de gebruiker
ernstig in gevaar brengen. Alle
reparaties moeten worden
uitgevoerd door bevoegd
personeel.
Bij sommige problemen knippert het
eindlampje om een storing aan te geven.
Het merendeel van de problemen die
ontstaan kunnen worden opgelost
zonder contact op te nemen met een
erkend servicecentrum.
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
U kunt het apparaat niet activeren. Zorg dat de stekker in het stopcontact zit.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is
doorgebrand.
Het programma start niet. Zorg dat de deur van het apparaat is gesloten.
Als startuitstel is ingesteld, annuleert u deze func-
tie of wacht u tot het einde van het aftellen.
Het apparaat is begonnen met de oplaadproce-
dure van de hars in de waterontharder. De duur
van de procedure is ongeveer 5 minuten.
Het apparaat wordt niet gevuld met wa-
ter.
Het eindlampje knippert 1 keer on-
derbroken.
Geluidssignaal klinkt 1 keer.
Controleer of de waterkraan is geopend.
Zorg dat de waterdruk niet te laag is. Neem hier-
voor zo nodig contact op met uw lokale waterlei-
dingbedrijf.
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
Controleer of het filter in de toevoerslang niet ver-
stopt is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de
watertoevoerslang aanwezig zijn.
Het apparaat pompt geen water weg.
Het eindlampje knippert 2 keer on-
derbroken.
Geluidssignaal klinkt 2 keer.
Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de
waterafvoerslang aanwezig zijn.
15
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
De anti-overstromingsbeveiliging is aan.
Het eindlampje knippert 3 keer on-
derbroken.
Geluidssignaal klinkt 3 keer.
Draai de waterkraan dicht en neem contact op
met de service-afdeling.
Het apparaat stopt en start meerdere
keren tijdens de werking.
Dat is normaal. Het voorziet in optimale reini-
gingsresultaten en energiebesparing.
Het programma duurt te lang. Als de optie uitgestelde start is ingesteld, annu-
leert u deze functie of wacht u tot het aftellen is
voltooid.
Kleine lekkage uit de deur van het appa-
raat.
Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de
verstelbare pootjes (indien van toepassing).
De deur van het apparaat is niet gecentreerd op
de kuip. Verstel de achterpoot (indien van toe-
passing).
De deur van het apparaat sluit moeilijk. Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de
verstelbare pootjes (indien van toepassing).
Delen van het serviesgoed steken uit de korven.
Ratelende / kloppende geluiden vanuit
het apparaat.
Het serviesgoed is niet juist in de korven gerang-
schikt. Raadpleeg de folder voor het laden van de
korven.
Zorg ervoor dat de sproeiarmen vrij kunnen rond-
draaien.
Het apparaat maakt kortsluiting. De stroomsterkte is onvoldoende om alle tegelijk
werkende apparaten van stroom te voorzien.
Controleer de stroomsterkte van het stopcontact
en het vermogen op de meter, of zet één van de
in gebruik zijnde apparaten uit.
Interne elektrische storing van het apparaat.
Neem contact op met een servicecentrum.
Raadpleeg "Voor het eerste
gebruik", "Dagelijks
gebruik", of "Aanwijzingen en
tips" voor andere mogelijke
oorzaken.
Schakel het apparaat na controle aan en
uit. Als het probleem opnieuw optreedt,
neemt u contact op met onze
klantenservice.
Voor alarmcodes die niet in de tabel
vermeld zijn, neemt u contact op met de
service-afdeling.
16
De was- en droogresultaten zijn niet naar tevredenheid
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
Slechte wasresultaten. Raadpleeg "Dagelijks gebruik", "Aanwijzingen en
tips" en de folder voor het laden van de korf.
Gebruik intensievere wasprogramma´s.
Maak de inspuiters van de sproeiarm en het filter schoon.
Zie "Onderhoud en reiniging".
Slechte droogresultaten. Serviesgoed heeft te lang in het gesloten apparaat ge-
staan.
Het glansmiddel is op of de dosering van glansmiddel is
niet voldoende. Stel de dosering van het glansmiddel in op
een hogere stand.
Plastic voorwerpen moeten mogelijk met een doek wor-
den afgedroogd.
We raden aan altijd glansmiddel te gebruiken, zelfs in
combinatie met wastabletten.
Witte strepen of een blauwe
waas op glazen en servies-
goed.
De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel is te hoog. Zet de
dosering van het glansmiddel op een lagere stand.
Er is te veel vaatwasmiddel gebruikt.
Vlekken en opgedroogde wa-
tervlekken op glazen en ser-
vies.
De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel is te laag. Zet de
dosering van het glansmiddel op een hogere stand.
De kwaliteit van het glansmiddel kan de oorzaak zijn.
Het serviesgoed is nat. Het programma heeft geen droogfase of heeft een droog-
fase met lage temperatuur.
Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
De kwaliteit van het glansmiddel kan de oorzaak zijn.
De kwaliteit van de multitabletten kan de oorzaak zijn. Pro-
beer een ander merk of activeer het glansmiddeldoseer-
bakje en gebruik het glansmiddel samen met de multita-
bletten.
De binnenkant van het appa-
raat is nat.
Dit is geen fout van het apparaat. Het wordt veroorzaakt
door de vochtigheid in de lucht die tegen de wanden con-
denseert.
Opvallend veel schuim tijdens
het wassen.
Gebruik alleen wasmiddel voor afwasautomaten.
Het glansmiddeldoseerbakje is lek. Neem contact op met
een servicecentrum.
Roestresten op bestek. Er wordt voor het wassen teveel zout in het water ge-
bruikt. Zie 'De waterontharder instellen'.
Zilver en roestvrijstalen bestek zijn samen geplaatst. Zet
zilveren en roestvrijstalen voorwerpen niet dicht bij elkaar.
17
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
Er bevinden zich aan het einde
van het programma resten van
vaatwasmiddel in het vaatwas-
middeldoseerbakje.
De vaatwastablet raakte klem in het vaatwasmiddeldo-
seerbakje en is daardoor niet volledig weggespoeld door
het water.
Het water kan het vaatwasmiddel niet uit het vaatwasmid-
deldoseerbakje spoelen. Zorg ervoor dat de bovenste
sproeiarm niet geblokkeerd of verstopt is.
Zorg dat voorwerpen in de rekken het openen van het
klepje van het afwasmiddeldoseerbakje niet kunnen be-
lemmeren.
Geuren in het apparaat. Raadpleeg "Reiniging binnenkant".
Kalkresten op het serviesgoed,
op de kuip en aan de binnen-
kant van de deur.
Zie 'De waterontharder instellen'.
Dof, ontkleurd of afgeschilverd
serviesgoed.
Zorg dat alleen vaatwasmachinebestendige voorwerpen in
het apparaat worden gewassen.
Laad de korf voorzichtig in en uit. Raadpleeg de folder
voor het laden van de korven.
Leg tere voorwerpen in de bovenkorf.
Raadpleeg "Voor het eerste
gebruik", "Dagelijks gebruik"
of "Aanwijzingen en tips" voor
mogelijke andere oorzaken.
TECHNISCHE INFORMATIE
Afmetingen Breedte / hoogte / diepte
(mm)
596 / 818 - 898 / 555
Elektrische aansluiting
1)
Voltage (V) 220 - 240
Frequentie (Hz) 50
Watertoevoerdruk Min. / max. bar (MPa) 0.5 (0.05) / 8 (0.8)
Watertoevoer
Koud water of warm water
2)
max. 60 °C
Vermogen Couverts 13
Energieverbruik Modus aan laten (W) 5.0
Energieverbruik Uit-modus (W) 0.50
1)
Zie het typeplaatje voor andere waarden.
2)
Als het hete water door alternatieve, milieuvriendelijkere energiebronnen geproduceerd wordt (bijv. zonnepanelen
en windenergie), gebruik dan een heetwatervoorziening om het energieverbruik te verminderen.
18
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool .
Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen. Help
om het milieu en de volksgezondheid te
beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het
milieustation bij u in de buurt of neem
contact op met de gemeente.
19
*
100003552-A-372015
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, het complete typenummer bij de hand.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Atag VA61211KT/A04 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Gerelateerde papieren