AEG OEKOS3234-6KG Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
…KO-SANTO
3232-6 KG
KŸhl-Gefrierkombination
Dubbeldeurs-Koelautomaat
Gebrauchsanweisung
Gebruiksaanwijzing
22
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat U Uw
nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke infor-
matie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het
onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan even-
tuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waar-
schuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op
aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist
functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-
tisch gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een econo-
mischen milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwij-
zingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...".
Als deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze
klantendienst u te allen tijde ter beschikking.
Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier
wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
23
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . 26
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Zorg voor een goede ventilatie rond het apparaat . . . . . . . . . . . 28
Muur-afstandhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Het waterpas plaatsen van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Bedienings- en kontrole-inrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . 32
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Legvlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Deurvakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Koelen van de levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Invriezen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Symbolen bewaarde producten/ Diepvrieskalender . . . . . . . 35
Het maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Ontdooiing van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Lamp verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
24
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en
Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met
de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
¥ Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is
geschikt voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van
levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor
andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen
verantwoording nemen voor eventuele schaden.
¥ Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aan-
brengen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
¥ Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden da
voor het koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levens-
middelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijn-
de wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik geno-
men wordt
¥ Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot
de leverancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobu-
taan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel
brandbaar is.
¥ Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat
geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
¥ Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
Ð open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
Ð het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
¥ Verpakkingsdelen (bijv. foli‘n, piepschuim) kunnen voor kinderen
gevaarlijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen
weghouden!
25
¥ Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke
apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor de nodi-
ge toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Bij dagelijks gebruik
¥ Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken
door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers
met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-
gen van aanstekers etc. in het koelapparaat.
¥ Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen
als de inhoud bevriest Ð bij koolzuurhoudende inhoud zelfs explo-
deren! Leg noit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het
vriesvak. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol per-
centage kan in het vriesvak gelegd worden.
¥ Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de
mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvrie-
zen en verwondingen veroorzaken.
¥ Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen
kunnen daaraan vastvriezen.
¥ Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers
etc.) in het koelapparaat gebruiken.
¥ Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit
het stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen
c.q. er uit draaien.
¥ De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit
aan het snoer.
Bij storing
¥ Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiks-
aanwijzing kijken onder ÒWat te doen als ...Ó. Als de daar gegeven
aanwijzingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat
werken.
¥ Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepa-
reerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren
ont-staan. Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze
klantenservice.
26
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder
gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt wor-
den en worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de
zakken binnenin.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe
FCKW-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer
bij het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld
te worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan ver-
vanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar
maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer
doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-
maken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het
apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere leven-
sgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
¥ Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
¥ Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de
achterkant, mag niet beschadigd worden.
¥ Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij
de plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het
transport beschermd.
¥ Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
27
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
Ð niet aan directe straling van de zon blootstellen;
Ð niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen
plaatsen;
Ð alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-
worpen.
De klimaatcategorie‘n staan op het typeplaatje dat zich links aan de
binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatcategorie behoort:
Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 ¡C
N +16 tot +32 ¡C
ST +18 tot +38 ¡C
T +18 tot +43 ¡C
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-
sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
Ð tot elektrische kachels 3 cm;
Ð tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-iso-
latieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat
staat, is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat
zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.
28
Zorg voor een goede ventilatie rond het apparaat
De lucht wordt toegevoerd via
de ruimte onder de deur aan
de voorkant en afgevoerd naar
boven via de achterkant van
het apparaat.
Voor een goede ventilatie is
het belangrijk dat de ventilatie-
openingen niet afgedekt of
geblokkeerd worden;
Belangrijk! Indien het appa-
raat onder een hangend
keukenkastje geplaatst wordt,
dient de afstand tussen de
bovenkant van het apparaat
en het kastje min. 10 cm te
bedragen.
Muur-afstandhouders
In het documentenzakje
bevinden zich twee af-
standhouders die volgens
de figuur geplaatst dienen te
worden.
Draai de schroeven los, steek
de afstandhouder onder de
schroefkop en draai de sch-
roeven weer vast.
Het waterpas plaatsen van het apparaat
Plaats het apparaat op een
vlakke en stevige vloer. Door
middel van de twee verstelba-
re voetjes aan de voorkant van
het apparaat kunt u het appa-
raat waterpas opstellen. Draai
de voetjes los of vast, totdat u
het gewenste resultaat bereikt
hebt.
AEG70
D594
29
Deurdraairichting
Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd)
naar links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurscharnieren mag het
apparaat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker
uit het stopcontact halen.
Ga nu verder als volgt te werk:
1. Trek het ventilatierooster (D), dat
door palwerk vastgezet is, uit.
Verwijder het stopstuk (G).
2. Schroef het onderscharnier (E)
los; verwijder de deur van de vrie-
sruimte door hem naar beneden
te schuiven.
3. Draai de schroeven weer vast.
4. Verwijder de beschermdopjes van
de schroeven linksonder en plaats
ze op de schroeven rechts.
5. Draai de twee schroeven links-
onder los.
6. Schroef het middenscharnier los;
verwijder de deur van de koel-
ruimte door hem naar beneden te
schuiven
7. Draai met een schroevendraaier
de twee beschermdopjes op de
gaatjes links los en monteer ze
aan de rechterkant.
8. Draai de stift van het bovenschar-
nier los en monteer haar aan de
linkerkant. Vergeet de sluitrin-
getjes niet.
9. Plaats de deur van de koelruimte
op de bovenstift.
10. Plaats het middenscharnier in het
onderste deel van de deur van de
koelruimte; vergeet de sluitrin-
getjes niet.
11. Schroef het middenscharnier
stevig vast.
F
D
PR185
F
F
F
E
E
G
H
C
B
A
PR19
30
Voor ingebruikname
¥ Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken
voor het eerste gebruik (zie Hoofdstuk ÒReiniging en onderhoudÓ).
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften ge•n-
stalleerde beschermcontactdoos vereist.
De contactdoos moet zodanig worden geinstalleerd, dat de steker
altijd uit de contactdoos kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minstens 10 Amp•re te zijn.
Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-
kelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zor-
gen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv.
zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met
een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
12. Plaats de deur van de vriesruimte
op het middenscharnier.
13. Verwijder het onderscharnierstift
en breng hem aan de andere kant
het onderscharnier (E) weer aan.
14. Plaats het onderscharnier in het
onderste deel van de deur van
de vriesruimte. Schroef het
onderscharnier goed vast.
15. Verwijder het stopstuk (F) uit het
ventilatierooster (D) door het naar
de pijlrichting te duwen en breng
het aan de andere kant weer aan.
16. Hermonteer het ventilatierooster (D), voer het door palwerk in.
17. De handgreep losschroeven. Aan de andere kant van de deur bevesti-
gen nadat u de dopjes met een priem doorgeprikt heeft. De vrijgeko-
men gaatjes afsluiten met de bijgeleverde dopjes; deze vindt u in het
zakje van de documentatie.
Belangrijk
Na het omkeren van de deurdraairichting moet u controleren of het
deurrubber rondom goed op de sponning sluit. In een koud vertrek (in
de winter) kan het gebeuren dat dat niet het geval is. Na enkele dagen
zal het rubber zich echter aangepast hebben. Wilt u dat bespoedigen,
dan kunt u het rubber warm maken met een fšhn.
PR228
31
¥ Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controle-
ren of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waar-
den van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
Bedienings- en kontrole-inrichting
1. Lichtcontrolelampje (geel)
2. Klimaatschakelaar
3. Lichtnetcontrolelampje (groen)
4. Temperatuurregelaar en schakelaar AAN/UIT
De bedienings- en kontrole-inrichting omvat:
Temperatuurregelaar (1) die tevens dient om het toestel in- en uit te
schakelen.
Het groene kontrolelampje (6) brandt als het toestel aan netspanning
aangesloten en ingeschakeld is. In deze schakelstand is het koelakk-
gre-gaat automatisch in bedrijf.
Temperatuurregeling bij een omgevingstemperatuur bene-
den +16¡C.
Indien de temperatuur in het vertrek waarin zich het apparaat bevindt
onder +16¡C daalt, dient u de klimaatschakelaar in te drukken. Het gele
controlelampje boven de schakelaar licht op. Op deze wijze werkt de
compressor gedurende langere tijden, zodat ook bij een lage omge-
vingstemperatuur de bewaartemperatuur -18¡C in de vriesruimte
behouden kan worden.
Belangrijk!
Indien de omgevingstemperatuur weer boven +16¡C stijgt, dient u de
klimaatschkelaar uit te schakelen; dit voorkomt onnodig energiever-
bruik. Het gele controlelampje dooft.
123 4
4
32
1
0
32
Interieur
Legvlakken
¥ Afhankelijk van model en uitrusting zijn legvlakken van glas, kunst-
stof of roosters meegeleverd.
¥ Een legvlak in de onderste geleiders boven de groente- en fruitbak
schuiven en ook laten liggen.
De legvlakken kunnen in hoogte versteld worden:
¥ Daartoe de legvlak zo ver naar voren trekken tot hij naar boven en
naar beneden bewogen kan worden en er uit gehaald kan worden.
In gebruik nemen en temperatuurregeling
¥ U steekt de steker van de koelkast in een contactdoos met randaarde.
Als u de koelkastdeur opent, wordt de binnenverlichting ingeschakeld.
Stand ã0Ò betekent: uit.
Stand ã1Ò betekent: hoogste binnentemperatuur, warmste instelling.
Stand ã4Ò betekent: laagste binnentemperatuur, koudste instelling.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden
dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
- de kamertemperatuur;
- de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
- de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
- de plaats van het apparaat.
De temperaturen in koelruimte en vriesvak kunnen niet gescheiden
geregeld worden.
Als verse levensmiddelen snel moeten worden ingevroren, kunt u
stand ã4Ò kiezen. Let u erop, dat de temperatuur in de koelruimte niet
beneden 0¡C komt en zet de temperatuurregelaar tijdig op stand ã2Ò
of ã3Ò terug.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude
instelling van de temperatuurregelaar (stand Ò3Ó tot Ò4Ó) kunnen er
voor zorgen dat de compressor continu werkt.
Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand
Ò2Ó tot Ò3Ó). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint
het ontdooien weer automatisch.
33
¥ Het plaatsen op een andere
hoogte in omgekeerde vol-
gorde uitvoeren.
¥ De voorste helft van het
VARIO-legvlak onder de
achterste helft schuiven.
Daardoor wordt ruimte
gewonnen om op de daaron-
der liggende plank grote
artikelen te plaat sen.
Het verplaatsen van deurvakken
¥ De ruimte tussen deurvakken
kan naar behoefte aan gepa-
st worden. Ga daartoe als
volgt te werk: Trek het vak
geleidelijk naar de door de
pijlen aangegeven richting
totdat het loskomt. Daarna
verplaats het vak naar de
gewenste hoogte.
D338
PR270/1
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de vol-
gende eenvoudige regels in acht te nemen:
¥ Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in de koelruimte;
¥ dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;
¥ plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circuleren.
Enkele belangrijke tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de glazen plaat boven
de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan ŽŽn of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed afgedekt, op
elk rooster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n) gelegd.
34
Invriezenen en diepgevroren opslaan
In uw koelapparaat kunt u diepvriesproducten bewaren en verse
levensmiddelen zelf invriezen.
Attentie!
¥ Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de
vriesruimte Ð18 ¡C of lager te zijn.
¥ Let op het op het typeplaatje aangegeven vriesvermogen. Het vries-
vermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24
uur ingevroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen
achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de
hoeveelheid aangegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter,
als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen.
¥ Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warm-
te leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
¥ Bij het bewaren van kantenklare diepvriesproducten dient u zich
beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
¥ Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking
(bereiden tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer
invriezen.
¥ Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken
door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers
met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navul-
lingen van aanstekers etc. in het vriesapparaat.
¥ Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen sprin-
gen als de inhoud bevriest Ð bij koolzuurhoudende inhoud zelfs
exploderen! Leg nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne
etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog
alcoholpercentage kan in de vriesruimte gelegd worden.
¥ Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat
ze niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op
andere diepvriesproducten overgebracht wordt.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen,
in speciale koeldozen bewaard of in plastic- of aluminiumfolie verpakt.
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of
knoflook niet in de koelkast.
35
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De
handen kunnen daaraan vast vriezen.
1. Indien u voedsel sneller wilt invriezen of indien u de max. hoeveelheid
wilt invriezen, dan dient u drie uur voor het inbrengen van de levens-
smiddelen de klimaatschakelaar in te schakelen.
2. Plaats de in te vriezen levensmiddelenin de bovenste lade.
3 Daardoor heeft u een beter overzicht, wordt het lang openen van de
deur voorkomen en wordt stroom bespaard.
Symbolen bewaarde producten/Diep-
vrieskalender
¥ De symbolen op de laden geven de diverse soorten diepvriespro-
ducten aan.
¥ De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de opslagtijd in
maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangege-
ven opslagtijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levens-middelen
en de behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmid-
delen met een hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde.
¥ Door de meegeleverde schuifjes op de laden te steken kan aangege-
ven worden welke levensmiddelen in welk vak opgeslagen liggen.
Het maken van ijsblokjes
1. IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesruimte plaatsen en
laten bevriezen.
2. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder
stromend water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse
of scherpe voorwerpen losmaken. Gebruik de bijgevoegde ijsschraper.
36
Ontdooiing van het toestel
Het ontdooien van de koelruimte
Als de compressor loopt vormt zich op de achterwand van de koel-
ruimte een rijplaag. Deze laag wordt automatisch verwijderd, wanneer
de compressor stilstaat. Het dooiwater wordt in een gootje in de ach-
terwand van de koelruimte opgevangen en via een afvoeropening naar
een verzamelbak boven de compressor gevoerd, alwaar het verdampt.
Het ontdooien van de vriesruimte
In het vriesvak slaat het vocht dat ontstaat tijdens de werking van het
apparaat en tijdens het openen van de deur neer. Daardoor vormt
zich in de vriesruimte een rijplaag. Deze dient regelmatig verwijderd
te worden met behulp van de speciale kunststof schraper die bij het
apparaat geleverd wordt. Een dikke rijplaag in de vriesruimte betekent
een hoger energie verbruik. Ontdooi daarom minstens ŽŽnmaal per
jaar, resp. als zich een rijplaag van ca. 4 mm gevormd heeft, de-
vriesruimte. Dit kunt u het beste doen, wanneer de vriesruimte leeg of
slechts voor een klein deel gevuld is.
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder de diepvriesproducten, wikkel ze in enkele lagen kranten-
papier en bewaar ze op een koele plaats.
2. Schakel het apparaat uit en haal de steker uit de contactdoos of
schakel de veiligheids-zekering uit of draai deze los.
3. Laat de deur van de vriesruimte openstaan.
4. Steek de kunststofschraper in
de opening onder de vries-
ruimte en plaats daar een
schaaltje of teiltje onder.
5. Bewaar de schraper zodat u
hem opnieuw kunt gebruiken.
6. Draai de thermostaatknop in
de gewenste stand of steek de
steker weer in het stopcontact.
Na twee of drie uur kunt u de
diepvriesproducten weer
terugplaatsen.
Belangrijk
Gebruik geen metalen voorwerpen om de rijplaag te verwijderen.
37
Gebruik geen elektrische verwarmingsapparaten o.i.d. om het ontdooi-
proces te versnellen. Houd u aan de aanwijzingen in dit boekje.
Temperatuurstijging van diepvriesproducten kan hun houdbaarheids-
duur verkorten.
Apparaat uitzetten
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen.
2. Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand Ò0Ó
draaien.
3. Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp.
uithalen.
4. Apparaat ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk ÒReini-ging en
onderhoudÓ).
5. Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
Reiniging en onderhoud
Om hygi‘nische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met
toebehoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
¥ Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het elektriciteits-
net aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoon-
maken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of
schakel c.q. draai de zekering er uit.
¥ Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er
kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor
schokken! Hete damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
¥ Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-
men wordt.
Let op!
¥ Etherische oli‘n en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
Ð Sap van citroenÐ of sinaasappelschillen;
Ð boterzuur;
Ð schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
38
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderdelen.
¥ Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
1. KoelÐ en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerdere
lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
2. Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk ÒOnt-
dooienÓ).
3. Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-
ring uitschakelen c.q. er uitdraaien.
4. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoon-
maken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
5. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal
per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een
zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
6. Het dooiwater-afvoergat aan
de achterwand van de koel-
ruimte controleren. Een ver-
stopt dooiwater afvoergat met
behulp van het groene stopje
schoonmaken.
7. Als alles droog is, de levens-
middelen er weer in doen en
het apparaat weer in bedrijf
nemen.
Tips om energie te besparen
¥ Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstempera-
tuur werkt de compressor vaker en langer.
¥ Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het
apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
¥ Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst
laten afkoelen.
¥ Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
¥ De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
¥ Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De
39
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die kunt oplossen zelf
aan de hand van de volgende aanwijzingen. Voer zelf geen verdere
werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen
niet verder helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige repara-
ties kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij
reparatie tot onze klantendienst.
koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelruim-
te gebruikt.
¥ Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de
achterzijde van het toestel, schoon.
De levensmiddelen zijn te
warm.
Het apparaat staat naast
een warmtebron.
Temperatuur is niet juist
ingesteld.
Zie hoofdstuk ÒIngebruikna-
meÓ.
Temperatuurregelaar op een
koudere stand zetten.
Deur heeft te lang openge-
staan.
Zie hoofdstuk ÒOpstel-
plaatsÓ.
In de laatste 24 uur zijn gro-
tere hoeveelheden warme
levensmiddelen opgeslagen.
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is.
Apparaat koelt te sterk. Temperatuur is te laag inge-
steld.
Temperatuurregelaar tij-
delijk op een hogere stand
zetten.
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
Apparaat werkt niet.
Apparaat is niet aangezet. Apparaat aanzetten.
Stekker zit niet in het stop-
contact of zit los.
Stekker in stopcontact
steken.
Zekering is los of kapot. Zekering controleren,even-
tueel vernieuwen
Stopcontact is kapot. Storingen in het lichtnet
door Uw elektrovakman
laten verhelpen.
40
Ongewone geluiden.
Apparaat komt tegen de
muur of tegen andere
voorwerpen aan.
Apparaat staat niet recht.
Een onderdeel, bijv. een lei-
ding, aan de achterkant van
het apparaat komt tegen
een ander onderdeel van
het apparaat aan of tegen
de muur.
De compressor start na eni-
ge tijd automatisch.
Zie hoofdstuk ÒReiniging en
OnderhoudÓ.
Dit is normaal, het betreft
geen storing.
Na het wijzigen van de tem-
peratuurinstelling start de
compressor niet direct.
Water op de bodem van de
koelruimte of op de leg-
vlakken.
Ontdooiwaterafvoer is ver-
stopt.
Dit onderdeel voorzichtig
wegbuigen.
Apparaat iets wegtrekken.
Stelvoetjes bijstellen.
Lamp verwisselen
Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schok! Voor het verwisselen
van de lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact
trekken of de zekering uitschakelen c.q. eruit draaien.
Lampgegevens: 220-240 V, max. 15 W
1. Om het apparaat uit te zetten de temperatuurregelaar op stand ã0"
draaien.
2. Stekker uit het stopcontact trekken.
Sterke rijpvorming in het
apparaat, eventueel ook aan
de deurafdichting.
Deurafdichting is lek (even-
tueel na het verwisselen van
de deuraanslag).
Op de ondichte plaatsen de
deurafdichting voorzichtig
met een fšhn¨ verwarmen
(niet heter dan ca. 50 ¡C).
Tegelijkertijd de verwarmde
deurafdichting met de hand
zo in vorm trekken dat hij
weer helemaal sluit.
Binnenverlichting werkt niet. Lamp is kapot. Zie hoofdstuk ÒLamp verwis-
selenÓ.
3. Voor het verwisselen van de
lamp de schroef die de
afdekking van het lampje
bevestigt, eruit draaien.
4. Op de afdekking van het lampje
drukken en deze achteruit laten
glijden.
5. Defecte lamp verwisselen.
6. De afdekking weer monteren
en de bevestigingsschroef
aandraaien.
7. De koelkast aanzetten.
41
D613
Klantenservice
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op
geeft, kunt u de volgende afdelingen raadplegen:
Consumentenbelangen tel. 0172 - 468 172
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie) fax 0172 - 468 155
Storingen / reparaties tel. 0172 - 468 268
(voor bezoek servicetechnicus) fax 0172 - 468 255
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd de gegevens van uw toestel
bij de hand. Deze nummers vindt u op het typeplaatje aan de bin-
nenkant van het apparaat en kunt u het beste hieronder en voorop deze
gebruiksaanwijzing noteren.
Modelaanduiding ....................
PNC-nr. ....................
S-nr. ....................
Aan de hand van deze nummers kan onze service-afdeling de juiste
voorbereidingen treffen, zodat de machine bij het eerste bezoek van de
servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u
slechts ŽŽn maal thuis te blijven.
Als u toch voor ŽŽn van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde
storingen of vanwege foutieve bediening de AEG-service afdeling
inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door
onze garantiebepalingen gedekt.
Elektrische toestellen van AEG voldoen aan de betreffende veiligheids-
42
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met in-
achtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt.
Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist
zijn volgens de Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG),
volgens de Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij
koude-installaties (VBG 20) en volgens de bepalingen van de ver-
eniging van Duitse elektotechnici (VDE). De koudecirculatie is op
dichtheid getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
Ð 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn0
Ð 89/336/EWG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn
bepalingen.
Reparaties aan elektische toestellen mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke
risicoÕs voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot de AEG
service-afdeling. Voor reparaties uitgevoerd door anderen kan AEG
geen aansprakelijkheid aanvaarden. Alleen originele AEG-onderdelen
voldoen aan alle eisen!
Onze service-afdeling voert reparaties uit overeenkomstig de voorwaar-
den die tussen de Consumentenbond en de VLEHAN (Vereniging
Leveranciers Elektrotechnische Huishoudelijke Apparaten Nederland)
zijn overeengekomen.
AEG HausgerŠte GmbH
Postfach 1036
D-90327 NŸrnberg
http://www.aeg.hausgeraete.de
2222 006-93
1 / 1