Deel 2 GEBRUIKS-
AANWIJZING
1 - Veiligheidsmaatregelen
Het is van groot belang dat alle veiligheids-
maatregelen genoemd in § 2 van deel 1
Installatievoorschrift goed zijn gelezen en
uitgevoerd. Naast deze maatregelen dient
men met de volgende punten rekening te
worden gehouden als het gaat om het ge-
bruik en onderhoud van de wasemkap.
1.1 - De wasemkap is ontworpen om te worden
gebruikt door volwassenen.
1.2 - De metalen filters en koolstoffilters moeten
worden schoongemaakt of vervangen op
de manier zoals aangegeven door de fabri-
kant. Wanneer de wasemkap met regel-
maat meer dan 4 uur per dag wordt
gebruikt, moet dit vaker gebeuren.
1.3 - Wanneer u de wasemkap gebruikt in com-
binatie met een gaskookplaat, raden wij u
met klem aan om de branders uit te zetten,
wanneer de pan van het vuur wordt afge-
haald.
1.4 - Verzeker u ervan dat u de pan altijd op de
juiste brander plaatst en de vlam niet langs
de bodem van de pan heen loopt. Door daar
op te letten voorkomt u onnodig energie-
verbruik en het gevaar dat er een verhoog-
de warmte-concentratie kan ontstaan,
waardoor bij het gebruik van vetten, de
kans bestaat dat de inhoud van de pan vlam
zal vatten. Wanneer uw wasemkap vlam
vat dient u de wasemkap onmiddelijk uit te
zetten en de steker uit de wandcontactdoos
te trekken. Waarschuw dan een erkend
installateur om de wasemkap na te kijken
op beschadigingen.
1.5 - De wasemkap dient te worden gebruikt
voor het doel waarvoor hij ontwikkeld is,
namelijk om de kookdampen uit uw keu-
ken af te voeren.
2 - Het gebruik
2.1 - Functies
De schakelaars zijn gepositioneerd aan de
onderzijde van de wasemkap. Er is een scha-
kelaar voor de verlichting, de motor en de
stand van de motor. Het bedieningspaneel
met schakelaars staat afgebeeld op fig. 8.
- Schakelaar L is de schakelaar om de
verlichting mee aan/uit te zetten,
- Schakelaar M is de schakelaar om de motor
mee aan/uit te zetten,
- Schakelaar V is de drie-standen schakelaar
waarmee de snelheid van de motor gescha
4. Schuif de wasemkap door het inbouwgat
van de schouw naar binnen tot dat de twee
metalen steunen S (fig. 2) aan de zijkant van
het apparaat uitklappen en achter het inbouw-
gat blijven haken.
5. Draai de stelschroeven van de twee metalen
steunen S stevig aan, zoals aangegeven in
fig. 3.
4.2 - Electrische aansluiting
WAARSCHUWING: Dit apparaat
moet geaard worden
1. De veiligheidsmaatregelen genoemd in §
3.2, 3.3 en 3.4 dienen strikt te worden opge-
volgd.
2. Voordat de hoofdschakelaar wordt inge-
schakeld, controleer of alle aansluitingen
correct zijn uitgevoerd. Schakel na controle
de hoofschakelaar in en controleer of de ver-
lichting en de motor van de wasemkap op alle
drie de standen werkt.
4.3 - Aansluiting op afvoer of recirculatie
1. Aansluiting op afvoer:
a. De wasemkap kan worden aangesloten op
een vuurvaste afvoerbuis of flexibele afvoer-
pijp van Ø 100 of 120 mm. De keuze wordt
aan de installateur overgelaten (fig. 4). Als fa-
brikant adviseren wij u Ø 120 mm de kiezen,
vanwege de hoge afzuigcapaciteit van de
wasemkap. Een smallere afvoer belet een
goede luchtdoorlaat.
b. Het verbindingsstuk R is voorzien van een
opening van Ø 100 mm. Om een opening van
Ø 120 mm te maken moet het bovenstuk van
het verbindingsstuk d.m.v. een mes worden
afgesneden, zoals angegeven in fig. 5.
c. Bevestig de afvoer aan het verbindingsstuk
R d.m.v. een klemring en schroef deze aan tot
dat de afvoer vast zit (fig. 6). Monteer het
verbindingsstuk R aan de bovenzijde van de
afzuigunit C d.m.v. twee schroeven, zoals
aangegeven in fig. 6.
d. Indien er zich in de wasemkap een kool-
stoffilter bevindt, moet deze indien de wa-
semkap is aangesloten op een normale afvoer,
worden verwijderd (zie § 3.3, deel 2 ge-
bruiksaanwijzing).
2. Recirculatie:
a. Plaats het koolstoffilter in de wasemkap
(zie § 3.3, deel 2 gebruiksaanwijzing).
b. Bevestig het verbindingsstuk R met een
stuk afvoer tot aan het gat aan de bovenzijde
van de schouw op dezelfde manier als bij
een aansluiting op een normale afvoer (zie
fig. 7).
c. Wanneer de wasemkap geschakeld is in
recirculatiestand zal de lucht via het stuk
afvoer aan de bovenzijde van de schouw,
de keuken instromen (zie fig. 7).