Yamaha DSP-A1 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding
Remote Control Transmitter
Emetteur de télécommande
Fernbedienung
Fjärrkontroll
Telecomando
Transmisor del control remoto
Afstandbediening
Batteries (size AA, R6, UM-3)
Piles (taille AA, R6, UM-3)
Batterien (Größe AA, R6, UM-3)
Batterier (storlek AA, R6, UM-3)
Batterie (dimensioni AA, R6, UM-3)
Pilas (tamaño AA, R6, UM-3)
Batterijen (maat AA, R6, UM-3)
User function stickers
Etiquettes de fonctions d’utilisateur
Etiketten für Anwenderfunktionen
Etiketter för din egen användning
Etichette ad uso dell’utente
Etiqueta de funciones del usuario
Gebruikersfunctie-stickers
SUPPLIED ACCESSORIES
After unpacking, check that the following parts are included.
ACCESSOIRES FOURNIS
Après le déballage, vérifier que les pièces suivantes sont incluses.
MITGELIEFERTE ZUBEHÖRTEILE
Nach dem Auspacken überprüfen, ob die folgenden Teile vorhanden sind.
MEDFÖLJANDE TILLBEHÖR
Kontrollera efter det apparaten packats upp att följande delar finns med.
ACCESSORI IN DOTAZIONE
Verificare che tutte le parti seguenti siano contenute nell’imballaggio dell’apparecchio.
ACCESORIOS INCLUIDOS
Desembalar el aparato y verificar que los siguientes accesorios están en la caja.
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
Controleer na het uitpakken of de volgende onderdelen voorhanden zijn.
1
Nederlands
INHOUD
Dank u voor uw keuze van deze YAMAHA AV versterker.
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
....................... Aan de binnenzijde van de voorafdekking
BIJZONDERHEDEN .......................................................... 2
LET OP .................................................................................. 3
OPMERKINGEN BETREFFENDE DE
AFSTANDBEDIENING ...................................................... 4
BESCHRIJVING VAN DEZE APPARATUUR ................. 5
OPSTELLING VAN DE LUIDSPREKERS ....................... 8
AANSLUITINGEN .............................................................. 10
AANSLUITEN VAN AUDIO/VIDEO BRON-
COMPONENTEN OP DEZE APPARATUUR ................ 10
AANSLUITING VAN DE LUIDSPREKERS ..................... 18
AANSLUITING VAN DIT APPARAAT OP DE
NETSPANNING ................................................................. 22
BEDIENINGSORGANEN EN HUN FUNCTIES ............ 23
VOORPANEEL ................................................................... 23
DISPLAYPANEEL .............................................................. 25
AFSTELLINGEN ALVORENS DIT APPARAAT IN
GEBRUIK TE NEMEN ...................................................... 26
KIEZEN VAN DE UITGANGSFUNCTIES DIE GESCHIKT
ZIJN VOOR UW LUIDSPREKERSYSTEEM (IN DE “SET
MENU” MODUS) ................................................................ 26
AFSTELLING VAN DE LUIDSPREKERBALANS .......... 29
AFSTELLINGEN IN DE “SET MENU” MODUS ........... 32
BASIS-BEDIENING ........................................................... 39
WEERGEVEN VAN EEN BRON ..................................... 39
OPNEMEN VAN EEN BRON OP TAPE (OF MD) (OF
KOPIEREN VAN EEN BAND NAAR EEN ANDERE)
............................................................................................... 42
VOOR DE GELUIDSREGELING OP DIT APPARAAT
............................................................................................... 44
GEBRUIK VAN DE DIGITALE
GELUIDSVELDPROCESSOR (DSP) ............................. 45
AFSPELEN VAN EEN BRON MET GEBRUIK VAN EEN
EFFECT VAN DE DIGITALE GELUIDSVELDPROCESSOR
(DSP) ................................................................................... 45
AFSTELLEN VAN HET UITGANGSNIVEAU VAN DE
MIDDEN, RECHTER ACHTERSTE EN LINKER
ACHTERSTE, VOORSTE EFFECT-LUIDSPREKERS
EN SUBWOOFER ............................................................. 48
KORT OVERZICHT VAN DE DIGITALE
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ................................... 50
SCHERMDISPLAY ............................................................ 55
SAMENSTELLEN VAN UW EIGEN
GELUIDSVELDEN ............................................................ 56
KIEZEN EN BEWERKEN VAN PROGRAMMA-
PARAMETERS ................................................................... 57
BESCHRIJVINGEN VAN DIGITALE GELUIDSVELD-
PARAMETERS ................................................................... 58
INSTELLEN VAN DE SLEEP TIMER ............................. 61
AFSTANDBEDIENING .................................................... 62
BASISFUNCTIES (bij geopende kap) .............................. 62
PROGRAMMEREN VAN NIEUWE
BEDIENINGSFUNCTIES (bij geopende kap) ................. 64
GEBRUIK VAN DE BEDIENINGSREGELTOETSEN
(bij gesloten kap) ................................................................. 66
MACRO BEDIENING (bij gesloten kap) ........................... 68
PROGRAMMEREN VAN EEN NIEUWE FUNCTIE ...... 70
MAKEN VAN EEN NIEUWE MACRO ............................. 71
WISSEN VAN GEPROGRAMMEERDE FUNCTIES .... 72
STORINGZOEKEN ........................................................... 73
SPECIFICATIES ................................................................ 76
2
Systeem met 7 luidsprekers
Hoofd: 110W + 110W (8) RMS
uitgangsvermogen, 0,015% THD,
20–20 000 Hz
Midden:110W (8) RMS
uitgangsvermogen, 0,015% THD,
20–20 000 Hz
Achter: 110W + 110W (8) RMS
uitgangsvermogen, 0,015% THD,
20–20 000 Hz
Voor: 35W + 35W (8) RMS
uitgangsvermogen, 0,05% THD,
1 kHz
Digitale Geluidsveldprocessor
Dolby Digital (AC-3) Decoder
Dolby Pro Logic Surround Decoder
DTS Decoder
CINEMA DSP: Theater-klankervaring door
de combinatie van YAMAHA DSP
technologie en Dolby Surround of DTS
Automatische ingangsbalansregeling
voor Dolby Pro Logic Surround
Test-toongenerator voor gemakkelijkere
afstelling van de uitgangsbalans van de
luidsprekers
Mogelijkheid tot wijziging van de
luidspreker uitgangsmodus
“SET MENU” modus die u 12 opties voor
wijziging beschikbaar stelt voor het
optimaal instellen en afstellen van dit
apparaat voor gebruik met uw
audio/video systeem.
BASS EXTENSION schakelaar voor de
benadrukking van de lage tonen respons
Schermdisplayfunctie, van dienst bij de
bediening van dit apparaat
REC OUT keuzeschakelaar die
onafhankelijk is van de keuze van de
ingangsbron
SLEEP Timer
Digitale audiosignaalaansluitingen:
5 OPTICAL ingangen,
3 COAXIAL ingangen,
1 DOLBY DIGITAL (AC-3) RF ingang,
1 OPTICAL uitgang
6 kanaal audiosignaalingangen voor
aansluiting op een externe
audiosignaaldecoder, enz. (bijv. MPEG 2
voor landen waar enkel het PAL
videosignaal formaat gebruikt wordt)
Mogelijkheid voor videosignaal
ingang/uitgang (Inclusief S Video
verbindingen)
Programmeerbare afstandbediening
BIJZONDERHEDEN
3
Nederlands
1. Lees deze handleiding nauwkeurig door om de best
mogelijke resultaten te verkrijgen. Bewaar deze handleiding
op een veilige plaats voor toekomstige referentie.
2. Stel het apparaat op een koele, droge, schone plaats op -
niet in de buurt van ramen, warmtebronnen of op plaatsen
die onderhevig zijn aan trillingen of op buitengewoon
stoffige, warme, koude of vochtige plaatsen. Plaats het
apparaat niet in de buurt van mogelijke storingsbronnen
(zoals transformators of motoren). Stel het apparaat niet
bloot aan regen of vocht, om het risiko van brand of een
elektrische schok te voorkomen.
3. Open nooit de behuizing van dit apparaat. Raadpleeg uw
dealer, in het geval er een vreemd voorwerp in het
apparaat terechtgekomen is.
4. Nooit overmatige kracht uitoefenen op de schakelaars en
regelaars of op de aansluitkabels. Bij het verplaatsen van
het apparaat, er op letten eerst de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact te verwijderen en de
verbindingen van de kabels met overige apparatuur los te
maken. Nooit aan de kabels zelf trekken.
5. De openingen in de behuizing zorgen er voor dat de
apparatuur voldoende geventileerd wordt. Indien deze
openingen geblokkeerd worden, zal de temperatuur binnen
in de behuizxing snel oplopen. Let er dus op geen
voorwerpen tegen deze openingen te plaatsen en stel de
apparatuur op een goed geventileerde plaats op. Zorg er
voor een ruimte van tenminste 10 cm aan de linker- en
rechterzijde, 10 cm aan de achterzijde en 30 cm boven het
bovenpaneel van de apparatuur open te laten. Anders
bestaat er niet alleen kans op beschadiging van de
apparatuur maar ook op brandgevaar.
6. De gebruikte spanning dient hetzelfde te zijn als die welke
op dit apparaat staat aangegeven. Gebruik van dit
apparaat op een hogere spanning dan die welke is
aangegeven is gevaarlijk en kan brand of andere
ongevallen tot gevolg hebben, hetgeen tot beschadiging
kan leiden. YAMAHA stelt zich niet verantwoordelijk voor
enigerlei vorm van beschadiging die het gevolg is van het
gebruik van dit apparaat met een andere dan de
voorgeschreven spanning.
7. Digitale signalen die door dit apparaat worden opgewekt
kunnen storing veroorzaken in overige componenten zoals
tuners, receivers of TV’s. Plaats dit apparaat verder van
dergelijke componenten vandaan indien er blijk is van storing.
8. Stel de VOLUME regelaar steeds in op “–
”, alvorens
met de weergave van de audiobron te beginnen; laat het
volume geleidelijk tot het gewenste niveau toenemen
nadat de weergave begonnen is.
9. Probeer nooit het apparaat te reinigen met behulp van een
chemisch reinigingsmiddel, aangezien hierdoor de
afwerking beschadigd kan worden. Gebruik een schone,
droge doek.
10.Alvorens te concluderen dat uw apparaat defect is, eerst
het hoofdstuk “STORINGZOEKEN” doorlezen voor advies
betreffende het opsporen van veelvoorkomende
bedieningsfouten.
11.Wanneer u het apparaat gedurende een langere periode
niet gaat gebruiken (bijv. bij vakantie, enz.), de stekker
steeds uit het stopcontact verwijderen.
12.Verwijder tijdens onweer de stekker van het netsnoer van
het apparaat uit het stopcontact en maak de antennekabel
los om schade als gevolg van blikseminslag te voorkomen.
13.Aarding of polarisatie – Er dienen maatregelen genomen
te worden dat de aarding of de polarisatie van een
apparaat niet ongedaan gemaakt wordt.
14.Wisselstroom-uitgang
Sluit geen audio-apparatuur aan op de wisselstroom-
uitgang op het achterpaneel, indien deze apparatuur meer
stroom nodig heeft dan de nominale capaciteit waarin deze
uitgang kan voorzien.
15.Spanningskeuzeschakelaar (Alleen modellen voor
China en Algemene modellen)
De spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel
van dit apparaat dient correct ingesteld te worden op
de plaatselijke netspanning, ALVORENS de stekker
van het netsnoer in het wisselstroom-stopcontact te
steken.
Instelbare netspanningen zijn 110/120/220/240V
wisselstroom, 50/60 Hz.
BELANGRIJK
Noteer het serienummer van dit apparaat in de ruimte
hieronder.
Model:
Serienummer:
Het serienummer is aangegeven op de achterzijde van het
apparaat.
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor
toekomstige referentie.
WAARSCHUWING
STEL HET APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN OF
VOCHT OM HET RISIKO VAN BRAND OF EEN
ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN.
Dit apparaat wordt niet losgekoppeld van de netspanning
zolang als de stekker er van nog in het stopcontact steekt,
ook al wordt het apparaat zelf uitgeschakeld. Deze toestand
wordt de standby functie genoemd.
In deze toestand zal het apparaat een zeer kleine
hoeveelheid stroom verbruiken.
Alleen voor klanten in Nederland
Bij dit produkt zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg zijn,
moet u ze niet weggooien maar
inleveren als KCA.
LET OP: LEES EERST DEZE AANWIJZINGEN ALVORENS
HET APPARAAT IN GEBRUIK TE NEMEN.
FREQUENCY STEP schakelaar (Alleen modellen voor
China en Algemene modellen)
Aangezien de frekwentie-interval tussen de afzonderlijke
zenders afhankelijk van het zendgebied verschillend is, dient
u de FREQUENCY STEP schakelaar (aan de achterzijde) in
te stellen op de frekwentie-interval in uw woongebied.
Alvorens deze schakelaar in te stellen, de stekker van het
netsnoer van dit apparaat uit het stopcontact verwijderen.
4
WAARSCHUWING
Verander de instelling van de IMPEDANCE SELECTOR
schakelaar niet als het apparaat aan staat, aangezien dit
schade kan veroorzaken aan het apparaat.
ALS HET APPARAAT NIET INGESCHAKELD WORDT
BIJ INDRUKKEN VAN DE STANDBY/ON SCHAKELAAR;
Het is mogelijk dat de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
niet volledig in de bovenste of onderste stand staat. Zet de
schakelaar volledig in de juiste stand.
Plaatsen van de batterijen
Vernieuwen van de batterijen
Indien de afstandbediening dichter bij de hoofdeenheid gebruikt
moet worden, zijn de batterijen uitgeput.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
Opmerkingen
Gebruik bij vernieuwen uitsluitend AA, R6, UM-3 batterijen.
Let er op dat de polariteit van de batterijen correct is.
(Zie het schema binnen in het batterijvak.)
Verwijder de batterijen, indien u de afstandbediening
gedurende langere tijd niet gaat gebruiken.
Indien de batterijen zijn gaan lekken, deze onmiddellijk
verwijderen. Zorg er voor het uitgelekte materiaal niet aan te
raken en voorkom dat dit in aanraking komt met kleding, enz.
Reinig het batterijvak grondig alvorens nieuwe batterijen te
plaatsen.
Na het vervangen van de batterijen er op letten steeds de
RESET knop binnen in het batterijvak in te drukken.
Werkingsbereik van afstandbediening
Opmerkingen
Er mogen zich geen grote obstakels bevinden tussen de
afstandbediening en de hoofdeenheid.
Indien de sensor van de afstandbediening door een sterke
lichtinval verlicht wordt (zoals het licht van een doordringende
fluorescerende lamp, enz.), kan het voorkomen dat de
afstandbediening niet correct functioneert. In dat geval dient
u de opstelling van de hoofdeenheid te veranderen, om de
directe lichtinval te vermijden.
30°
30°
Afstandbedienings-
sensor
Binnen een bereik
van ongeveer 6 m
1
3
2
AC OUTLETS
SWITCHED
I00W MAX. TOTAL
200W MAX.
UNSWITCHED
IMPEDANCE SELECTOR
: 4
MIN. /SPEAKER
A B : 4
MIN. /SPEAKER
A OR B : 4
MIN. /SPEAKER
: 4
MIN. /SPEAKER
EFFECT : 6
MIN. /SPEAKER
SET BEFORE POWER ON
MAIN
CENTER
REAR
FRONT
: 8
MIN. /SPEAKER
A B : 4
MIN. /SPEAKER
A OR B : 8
MIN. /SPEAKER
: 8
MIN. /SPEAKER
EFFECT : 8
MIN. /SPEAKER
MAIN
CENTER
REAR
FRONT
A B
A OR B
+
FRONT REAR
(SURROUND)
VOLTAGE SELECTOR
IMPEDANCE SELECTOR
(Algemene modellen)
OPMERKINGEN BETREFFENDE DE AFSTANDBEDIENING
5
Nederlands
BESCHRIJVING VAN DEZE APPARATUUR
In deze apparatuur is een geavanceerde digitale
geluidsveldprocessor met meerdere programma’s ingebouwd.
Met behulp van de processor kunt u van zowel audio- als
videobronnen de vorm van het audiogeluidsveld op
elektronische wijze uitbreiden en wijzigen en daarmee uw
luisterkamer in een theater veranderen. Deze apparatuur
beschikt over in totaal 12 digitale geluidsveldprocessor (DSP)
functies. U kunt een uitstekend audiogeluidsveld produceren
door het kiezen van een geschikt geluidsveld (dit zal natuurlijk
afhankelijk zijn van hetgeen u beluistert) en daaraan de
gewenste afstellingen toevoegen.
Verder omvat deze apparatuur een Dolby Pro Logic Surround
decoder en een Dolby Digital (AC-3) decoder voor
meerkanaals geluidsreproductie van videobronnen die met
Dolby Surround gecodeerd zijn en een DTS decoder voor
meerkanaals geluidsreproductie van audio- en videobronnen
die met DTS gecodeerd zijn.
De functie van de Dolby Pro Logic Surround, Dolby Digital (AC-
3) of DTS decoder kan geregeld worden door het kiezen van
een bijbehorend DSP programma waarin de gecombineerde
functies van DSP en Dolby Pro Logic Surround, DSP en Dolby
Digital (AC-3), of DSP en DTS zijn opgenomen.
Dit apparaat is verder uitgerust met een ingebouwde
automatische ingangsbalansregeling. Dit circuit biedt u steeds
de beste surround-condities zonder dat het nodig is via
handbediening afstellingen uit te voeren.
Digitale Geluidsveldprocessing
Wat is het dat live muziek zo aantrekkelijk maakt? De
hedendaagse geavanceerde geluidstechniek maakt het
mogelijk dat u buitengewoon dicht in de buurt komt van de
klank van een live uitvoering, maar de kans bestaat echter nog
steeds dat u opmerkt dat er iets ontbreekt: de akoestische
omgeving van een live concertzaal. Uitgebreid onderzoek naar
de exacte aard van de geluidsweerspiegelingen die de
atmosfeer van een grote zaal bepalen hebben het mogelijk
gemaakt voor de ingenieurs van Yamaha om u ditzelfde geluid
in uw eigen luisterkamer te brengen, zodat u het gevoel krijgt
de klanken van een live concert te horen.
Verder zijn onze technici, gewapend met buitengewoon
fijngevoelige meetapparatuur, er in geslaagd de akoestiek van
een uitgebreid scala van luisteromgevingen, zoals
concertzalen, jazz clubs, theaters, enz. van over de gehele
wereld na te bootsen, waardoor het mogelijk is op nauwkeurige
wijze een van de vele live uitvoering omgevingen te
reproduceren, en dit allemaal in uw eigen huis.
Dolby Pro Logic Surround
Deze apparatuur maakt gebruik van een Dolby Pro Logic
Surround decoder die gelijk is aan de professionele Dolby
Stereo decoders die in veel bioscooptheaters gebruikt worden.
Via het Dolby Pro Logic Surround decoder programma is het
mogelijk het dramatische realisme en de effecten van Dolby
Stereo bioscoopklanken in uw eigen huis te ervaren.
Dolby Pro Logic maakt gebruik van een vier-kanaals vijf-
luidspreker systeem. Het Pro Logic Surround systeem verdeelt
het ingangssignaal in vier niveaus: de linker en rechter
hoofdkanalen, het middenkanaal (gebruikt voor de dialoog) en
het geluidskanaal van de achterste surround (gebruikt voor
geluidseffecten, achtergrondgeluiden en overige
omgevingsgeluiden). Het middenkanaal maakt het mogelijk dat
luisteraars die gezeten zijn in zelfs minder dan ideale posities
de dialoog kunnen horen die voortkomt uit de actie op het
scherm waarbij alsmede een uitstekend stereo-effect te
beluisteren is.
Dolby Surround is gecodeerd op vele geluidssporen van
vooropgenomen videobanden, laserdiscs en bepaalde
TV/kabeluitzendingen. Wanneer u een bron die gecodeerd is
met Dolby Surround op deze apparatuur afspeelt, decodeert de
Dolby Pro Logic Surround decoder het signaal en verdeelt
deze de surround geluidseffecten.
Dolby Digital (AC-3)
Dolby Digital (AC-3) is een Dolby Surround geluidssysteem
van een nieuwe generatie. Het is een ruimtelijk
klankbewerkingsformaat dat ontwikkeld is voor 35 mm films via
het gebruik van audiocodering met lage-bit
transmissiesnelheid.
Dolby Digital (AC-3) is een digitaal surround geluidssysteem
dat een volledig onafhankelijke meerkanaals-audio biedt voor
consumentengebruik. In meerkanaals-formaat biedt Dolby
Digital (AC-3) vijf full range kanalen in wat soms een “3/2”
opstelling genoemd wordt: drie voorste kanalen (links, midden
en rechts) plus twee surround kanalen. Verder is er voorzien in
een zesde effectkanaal voor enkel de lage tonen voor de
weergave van LFE (lage frekwentie effect) of de low bass
effecten die onafhankelijk zijn van de overige kanalen. (Dit is
het zogenaamde “subwooferkanaal” of “LFE kanaal”.) Dit
kanaal wordt geteld als 0,1, waardoor men tot de term 5,1
kanalen in totaal is gekomen.
In vergelijking tot Dolby Pro Logic dat aangeduid wordt als een
“3/1” systeem (linksvoor, midden, rechtsvoor en slechts één
surround kanaal), voorziet het Dolby Digital (AC-3) systeem in
twee surround kanalen, stereo of gescheiden surrounds
genaamd, die elk dezelfde full range weergavegetrouwheid
bieden als de drie voorste kanalen.
Via het gebruik van de ingebouwde Dolby Digital (AC-3)
decoder kunt u in uw eigen huis genieten van het bijzonder
krachtige en realistische effect van de Dolby Stereo Digitale
theaterklanken.
Het geluid van het brede dynamische bereik dat
gereproduceerd wordt door de vijf full range kanalen biedt
luisteraars een ongeëvenaarde nieuwe luisterervaring.
Nauwkeurige oriëntatie van de klanken welke wordt verkregen
door de differentiatie van de digitale geluidsveldverwerking
zorgt voor een meer werkelijkheidsgetrouwe weergave van de
oorspronkelijke film.
Het DTS (Digitale Theater Systemen) systeem werd ontwikkeld
ter vervanging van analoge soundtracks van films door zes
onafhankelijke kanalen van digitale soundtracks dat nu in veel
theaters over de gehele wereld geïnstalleerd is. Het DTS
digitale weergavesysteem gaf een nieuwe dimensie aan de
manier waarop wij films in theaters ervaren door de introductie
van zes onafhankelijke kanalen van schitterende digitale audio.
Via de DTS technologie is het na intensief research en
ontwikkeling nu ook mogelijk een soortgelijke onafhankelijke
codering/decodering technologie toe te passen op het
surround-klank amusement van huiskamer-audiosystemen.
De DTS Digital Surround is een codering/decodering systeem
dat zes kanalen topkwaliteit, 20-bit audio levert; technisch
gesproken 5.1 kanalen, hetgeen betekent 5 full-range (linker,
midden, rechts en twee surround) kanalen, plus een subwoofer
(LFE) kanaal (als “0.1”). Het is compatibel met de 5.1
luidsprekersystemen die momenteel beschikbaar zijn voor
huis-theatersystemen.
De DTS Digital Surround formule is ontwikkeld voor de
codering van de zes kanalen van 20-bit audio op elke laserdisc
of compact disc (of DVD in de nabije toekomst) met aanzienlijk
minder datacompressie.
Via het gebruik van de DTS decoder die in dit apparaat is
ingebouwd, kunt u in uw eigen huis genieten van het bijzonder
krachtige en realistische effect van de hoge kwaliteit DTS
theaterklanken.
Laserdisc en compact disc (en DVD in de nabije toekomst) zijn
een huiskamer-audioformaat waarbinnen het DTS zijn multi-
kanaal audio van hoge kwaliteit ten uitvoer kan brengen.
(Naast films op laserdiscs zullen veel opwindende nieuwe
multi-kanaal muziekopnamen verkrijgbaar worden in de vorm
van DTS gecodeerde compact discs.)
Gefabriceerd onder licentie van DTS Technology LLC. Verder
gepatenteerd onder het volgende US Patent 5,451,942 &
Nationale Patent aanvragen ontleend op basis van
PCT/US95/00959.
Verdere U.S. en buitenlandse patents in behandeling. De
“DTS”, “digital surround” en “coherent acoustics” logo’s zijn
handelsmerken van DTS Technology LLC. Alle rechten
voorbehouden.
6
Dolby Digital (AC-3) bestaat uit 5.1 kanalen, zoals reeds werd
aangegeven op de voorgaande pagina. Het kan echter ook uit
minder kanalen bestaan, bijvoorbeeld 2 kanaal stereo en
mono. Het is mogelijk dat u in de verkoop bepaalde 2 kanaal
stereo en/of mono bronnen die gecodeerd zijn met het Dolby
Digital (AC-3) aantreft.
Als een 2 kanaal stereobron die gecodeerd is met het Dolby
Digital (AC-3) als de ingangsbron wordt weergegeven en
tegelijkertijd het DSP programma Nr. 10, 11 of 12 wordt
gebruikt, zal de bron eerst met behulp van de Dolby Digital
(AC-3) decoder in 2 kanalen gedecodeerd worden en
vervolgens met behulp van de Dolby Pro Logic decoder
gedecodeerd worden. In een dergelijk geval zal enkel de
decodering van Dolby Pro Logic op het displaypaneel van dit
apparaat worden aangegeven.
Laserdisc en DVD zijn huiskamer-audioformaten die zeer
geschikt zijn voor gebruik met Dolby Digital (AC-3). In de nabije
toekomst zal Dolby Digital (AC-3) ook toegepast worden op
DBS, CATV en HDTV. De uitgave van Dolby Stereo Digitale
bioscoopfilms welke nu op gang komt, vormt een onmiddelijk
beschikbare bron van video software die met Dolby Digital
(AC-3) gecodeerd is.
Geproduceerd onder licentle van: Dolby Laboratories Licensing
Corporation. “Dolby”, “AC-3”, “Pro Logic” en het dubbel D
symbool zijn handeismerken van: Dolby Laboratories Licensing
Corporation.
Auteursrecht 1992 Dolby Laboratories, Inc. Alle rechten
voorbehouden.
DTS Digital Surround
7
Nederlands
Dolby Pro Logic + 2 Digitale geluidsvelden
Er worden digitale geluidsvelden gecreëerd aan
respektievelijk de voorste effect-zijde en aan de achterste
surround zijde van het met Dolby Pro Logic Surround
gedecodeerde geluid. Deze scheppen een brede
akoestische omgeving en benadrukken het surround effect
in de kamer en laten u veel overige effecten gewaarworden,
op een manier alsof u zelf een film aan het bekijken bent in
een veel bezochte Dolby Stereo bioscoop.
Deze combinatie is beschikbaar wanneer het digitale
geluidsveldprogramma Nr. 7, 8, 9, 10, 11 of “PRO
LOGIC/Enhanced” van Nr. 12 is gekozen en het
ingangssignaal van de bron analoog, PCM audio of met het
Dolby Digital (AC-3) in 2-kanalen gecodeerd is.
Dolby Digital (AC-3) of DTS + 3 Digitale
geluidsvelden
Er worden digitale geluidsvelden gecreëerd aan
respektievelijk de voorste effect-zijde en aan de
onafhankelijke linker en rechter surround zijden van het
door Dolby Digital (AC-3) gedecodeerde of het DTS
gedecodeerde geluidsveld. Deze scheppen een brede
akoestische omgeving en zorgen voor veel surround effect
in de kamer zonder dat de hoge kanaalscheiding verloren
gaat. Door middel van het brede dynamische bereik van het
Dolby Digital (AC-3) of DTS geluid krijgt u de indruk dat u
een film aan het bekijken bent in de nieuwste Dolby Stereo
Digitale bioscoop of in een theater met DTS systeem. Dit is
het meest ideale huiskamer-theatergeluid van
tegenwoordig.
Deze combinatie is beschikbaar wanneer het digitale
geluidsveldprogramma Nr. 7, 8, 9, 10, 11 of “DOLBY
DIGITAL (of DTS DIGITAL SUR.)/Enhanced” van Nr. 12 is
gekozen en het ingangssignaal van de bron met het Dolby
Digital (AC-3) (behalve in 2-kanalen) gecodeerd is of met
het DTS gecodeerd is.
CINEMA DSP: Dolby Surround + DSP / DTS + DSP
Het Dolby Surround geluidssysteem en DTS systeem komt het
meest tot zijn recht in een groot bioscooptheater, omdat
filmgeluiden oorspronkelijk werden ontworpen om te worden
gereproduceerd in een groot bioscooptheater met gebruik van
vele luidsprekers. Het is moeilijk in uw luisterkamer een
akoestische omgeving te scheppen die lijkt op die van een
bioscooptheater, aangezien de grootte van de kamer, de
gebruikte materialen voor de binnenmuren, het aantal
luidsprekers, enz. van uw luisterkamer in hoge mate verschilt
van die welke in een bioscooptheater gebruikt worden.
Yamaha DSP technologie maakte het mogelijk met behulp van
zijn originele digitale geluidsvelden, gecombineerd met het
Dolby Surround geluidsveld of DTS Digital Surround geluid, u
in uw luisterkamer nagenoeg dezelfde akoestische ervaring te
bieden als die in een groot bioscooptheater door voor het
tekort aan effecten en dynamiek in uw luisterkamer te
compenseren.
Het YAMAHA “CINEMA DSP” logo geeft aan dat die
programma’s gecreëerd zijn door de combinatie van en
YAMAHA DSP technologie en Dolby Surround of DTS.
CINEMA DSP
8
Dit apparaat is ontworpen voor het weergeven van de beste
geluidsveld-kwaliteit met een volledig zeven-
luidsprekersysteem, waarbij een paar hoofdluidsprekers wordt
gebruikt voor de weergave van de hoofdbronklanken alsmede
twee extra paar effect-luidsprekers voor het produceren van
het geluidsveld plus één middenluidspreker voor de dialoog.
Het wordt derhalve aanbevolen een systeem met zeven
luidsprekers te gebruiken. Echter een systeem met vier
luidsprekers welke gebruik maakt van slechts één paar effect-
luidsprekers voor het geluidsveld, zal nog steeds
indrukwekkende klanken en effecten bieden, hetgeen een
goede manier kan zijn om met deze apparatuur te beginnen. U
kunt later dan verder uitbreiden tot het systeem met de
volledige zeven luidsprekers. Bij het 4 of 5 luidsprekersysteem
is de functie van de digitale geluidsveldprocessing nog steeds
werkzaam, echter worden de hoofdluidsprekers gebruikt voor
zowel de hoofdkanalen als de voorste effectkanalen.
Gebruik van de midden-dialoogluidspreker
wordt aanbevolen
Bij het weergeven van een bron met het Dolby Pro Logic
gedecodeerd, of bij het weergeven van een bron die
middenkanaalsignalen bevat met het Dolby Digital (AC-3) of
het DTS gedecodeerd, zal de dialoog, zang, enz. via het
middenkanaal uitgevoerd worden. Indien u derhalve het
audio/video huis-theater systeem wilt uitbreiden, wordt het
aangeraden gebruik te maken van de
middenkanaalluidspreker.
Indien het om een bepaalde reden niet praktisch is een
middenluidspreker te gebruiken, is het mogelijk naar een film
te kijken zonder deze luidspreker. De beste resultaten echter
worden verkregen met gebruik van het volledige systeem.
Gebruik van een subwoofer voor uitbreiding
van uw geluidsveld
Het is ook mogelijk uw systeem nog verder uit te breiden door
toevoeging van een subwoofer en een versterker. Het gebruik
van een subwoofer is niet alleen effectief voor de versterking
van de lage tonen frekwenties van een kanaal of van alle
kanalen, maar ook voor het met hoge weergavegetrouwheid
weergeven van de signalen op het subwooferkanaal tijdens het
afspelen van een bron waarvan het Dolby Digital (AC-3) of het
DTS gedecodeerd wordt. U zou voor het gemak kunnen kiezen
voor een Yamaha Active Servo Processing Subwoofer
Systeem, welke voorzien is van zijn eigen ingebouwde
vermogenversterker.
OPSTELLING VAN DE LUIDSPREKERS
Uw volledige zeven-luidsprekersysteem zal drie paar
luidsprekers nodig hebben: de HOOFDLUIDSPREKERS (uw
normale stereo luidsprekers), de VOORSTE EFFECT-
LUIDSPREKERS en de ACHTERSTE LUIDSPREKERS, plus
de MIDDENLUIDSPREKER. Het is ook mogelijk gebruik te
maken van een subwoofer.
De HOOFDLUIDSPREKERS dienen modellen te zijn met hoge
vermogenscapaciteit welke voldoende is voor de verwerking
van het maximum vermogen van uw audiosysteem.
De overige luidsprekers hoeven niet gelijk te zijn aan de
HOOFDLUIDSPREKERS. Voor een nauwkeurige lokalisering
van het geluid echter, is het ideaal gebruik te maken van
modellen met hoge capaciteit die in staat zijn de geluiden voor
de MIDDENLUIDSPREKERS, de VOORSTE EFFECT en
ACHTERSTE LUIDSPREKERS in het volle bereik weer te
geven.
Plaats de HOOFDLUIDSPREKERS in de normale positie.
Plaats de VOORSTE EFFECT-LUIDSPREKERS verder uit
elkaar dan de HOOFDLUIDSPREKERS aan beide zijden van
en op een afstand van 50 tot 100 cm achter en boven het paar
HOOFDLUIDSPREKERS.
Plaats de ACHTERSTE LUIDSPREKERS achter uw
luisterpositie. Deze dienen ongeveer 180 cm van de vloer af
aangebracht te worden.
Plaats de MIDDENLUIDSPREKER precies tussen de twee
HOOFDLUIDSPREKERS. (Om storing te vermijden, de
luidspreker boven of onder de televisie-monitor plaatsen of
gebruik maken van een magnetisch afgeschermde
luidspreker.)
Indien u gebruik maakt van een SUBWOOFER, zoals een
Yamaha Active Servo Subwoofer systeem, is de positie van de
luidspreker niet van kritiek belang, aangezien de lage tonen
niet bijzonder richtinggevoelig zijn.
Opstellen van uw luidsprekersysteem
Hoofdluidspreker
Voorste effect-luidspreker
Middenluidspreker
Achterste luidsprekerSubwoofer
Luidsprekers en opstelling van de luidsprekers
9
Nederlands
4 luidsprekersysteem
Meest eenvoudige systeem
U kunt genieten van breed verspreide klanken door het enkel
toevoegen van twee extra luidsprekers aan de achterzijde.
1E. FRONT MIX – Instellen op ON-5ch. (Zie pagina 27.)
1A. CENTER SP – Instellen op NONE. (Zie pagina 26.)
6 luidsprekersysteem
Goed voor de geluidsvelden van 2-kanaal stereo bronnen.
Wanneer er een normale stereobron wordt weergegeven met
de geluidsveldprogramma’s Nr. 1 tot en met Nr. 6 kan er een
geluidseffect worden verkregen dat overeenkomt met een 7
luidsprekersysteem. Door toevoeging van effect-luidsprekers
linksvoor en rechtsvoor wordt er een meer effectief geluidsveld
geproduceerd.
1E. FRONT MIX – Instellen op OFF-7ch. (Zie pagina 27.)
1A. CENTER SP – Instellen op NONE. (Zie pagina 26.)
5 luidsprekersysteem
Goed voor audio/video bronnen
Via het gebruik van een middenluidspreker worden de
middengeluiden (dialoog, zang, enz.) nauwkeurig
gelokaliseerd.
1E. FRONT MIX – Instellen op ON-5ch. (Zie pagina 27.)
1A. CENTER SP – Instellen op LRG of SML. (Zie pagina 26.)
7 luidsprekersysteem
Dit is het aanbevolen luidspreker-systeem waarmee de
beste geluidseffecten verkregen worden.
De achterluidsprekers en de voorste effect-luidsprekers
produceren een geluidsveld van 360 graden en de
middenluidspreker voorziet in een nauwkeurige lokatie van het
middengeluid. Met behulp van het 7 luidsprekersysteem kunt
de geweldige YAMAHA “CINEMA DSP” geluidsvelden volledig
ervaren.
1E. FRONT MIX – Instellen op OFF-7ch. (Zie pagina 27.)
1A. CENTER SP – Instellen op LRG of SML. (Zie pagina 26.)
Vier mogelijke aanbevolen opstellingen voor luidsprekersystemen
10
AANSLUITINGEN
Nooit de stekker van dit apparaat en overige componenten insteken alvorens alle
aansluitingen tot stand gebracht zijn.
Wanneer u aansluitingen maakt tussen dit apparaat en overige componenten, dient er op te letten dat de verbindingen op correcte
wijze tot stand gebracht worden, dit wil zeggen L (links) aan L, R (rechts) naar R, “+” aan “+” en “” aan “”. Raadpleeg ook de
handleidingen van de betreffende apparatuur die u op dit apparaat gaat aansluiten.
AANSLUITEN VAN AUDIO/VIDEO BRON-COMPONENTEN OP DEZE
APPARATUUR
Gebruik voor aansluitingen met audio/video apparatuur pinstekkerkabels van het RCA type, behalve in de verderop beschreven
gevallen.
* Indien u beschikt over YAMAHA audio/video apparatuur die op het achterpaneel met de nummers 1, 2, 3, enz. worden
aangegeven, kunnen de aansluitingen gemakkelijk tot stand gebracht worden door enkel de signaaluitgangen (of ingangen) van
elk apparaat aan te sluiten op de ingangen met hetzelfde nummer op dit apparaat.
MAIN
FRONT
LD
VIDEO S VIDEO
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
VCR 2
OUT
IN
DVD/
VCR 3
OUT
MONITOR
OUT
DVD/VCR 3 OUT
CAN BE USED AS A SECOND
MONITOR OUT, IF SELECTED
BY SET MENU.
VIDEO SIGNALAUDIO SIGNALAUDIO SIGNAL
GND
PHONO
1
CD
2
TUNER
3
PLAY
4
REC
MD/TAPE 1
3
PLAY
4
REC
TAPE 2
EXTERNAL DECODER INPUT
MAIN
SUB
WOOFER
CENTER
SURROUND
CD
TV/DBS
DVD/
VCR 3
COAXIAL
OPTICAL
CD
PLAY
REC
MD/TAPE 1
LD
TV/DBS
DVD/
VCR 3
DIGITAL SIGNAL
PAL NTSC
OUTPUT
GND
OUTPUT
OUTPUT
LINE OUT
LINE IN
LINE OUT
LINE IN
LD
DIGITAL
(AC-3) RF SIGNAL
(Algemene modellen)
Tuner
Platenspeler
MD recorder,
Tapedeck 1, enz.
Compact disc speler
Tapedeck 2
BASIS AANSLUITINGEN (voor audio-apparatuur)
GND aansluiting
(voor gebruik met platenspeler)
Door de massakabel van de platenspeler te verbinden met de
GND aansluiting, kan het optreden van storende bromgeluiden
minimaal gehouden worden. In sommige gevallen echter
worden er betere resultaten verkregen wanneer de
massakabel niet is aangesloten.
*
1
:
*
1
11
Nederlands
(Algemene modellen)
LD speler
Monitor TV
BASIS AANSLUITINGEN (voor video-apparatuur)
Videocassetterecorder 2
DVD speler of
Videocassetterecorder 3
MAIN
FRONT
LD
VIDEO S VIDEO
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
VCR 2
OUT
IN
DVD/
VCR 3
OUT
MONITOR
OUT
DVD/VCR 3 OUT
CAN BE USED AS A SECOND
MONITOR OUT, IF SELECTED
BY SET MENU.
VIDEO SIGNALAUDIO SIGNALAUDIO SIGNAL
GND
PHONO
1
CD
2
TUNER
3
PLAY
4
REC
MD/TAPE 1
3
PLAY
4
REC
TAPE 2
EXTERNAL DECODER INPUT
MAIN
SUB
WOOFER
CENTER
SURROUND
LD
CD
TV/DBS
DVD/
VCR 3
COAXIAL
OPTICAL
DIGITAL
(AC-3) RF SIGNAL
CD
PLAY
REC
MD/TAPE 1
LD
TV/DBS
DVD/
VCR 3
DIGITAL SIGNAL
PAL NTSC
VIDEO IN
AUDIO IN
VIDEO IN
AUDIO OUT
VIDEO OUT
AUDIO IN
VIDEO IN
AUDIO OUT
VIDEO OUT
AUDIO IN
VIDEO IN
AUDIO OUT
VIDEO OUT
VIDEO OUT
AUDIO OUT
VIDEO OUT
AUDIO OUT
*
2
Videocassetterecorder 1
TV/Satelliet tuner
PAL/NTSC schakelaar (Alleen modellen voor
China en Algemene modellen)
Dit apparaat is bestemd voor gebruik met de NTSC en PAL
televisieformaten. Zet deze schakelaar in de stand voor het
formaat dat door uw TV monitor gebruikt wordt.
PAL: Voert signalen uit in het PAL formaat, ongeacht welk
formaat (PAL of NTSC) videosignaal vanuit een
extern videoapparaat naar dit apparaat gezonden
wordt. In deze stand zetten als uw TV monitor
gebruik maakt van het PAL formaat.
NTSC: Voert signalen uit in het NTSC formaat, ongeacht
welk formaat (PAL of NTSC) videosignaal vanuit
een extern videoapparaat naar dit apparaat
gezonden wordt. In deze stand zetten als uw TV
monitor gebruik maakt van het NTSC formaat.
Opmerking
Zorg er voor dat het ingevoerde videosignaal gebruik maakt
van hetzelfde formaat als waarvan uw TV monitor gebruik
maakt, aangezien anders het beeld niet normaal zal worden
weergegeven.
*
2
:
12
Voor aansluiting op een TV monitor die voor de
signaalinvoer gebruik maakt van een 21-polige
stekker (modellen voor Europa en Groot-Brittannië)
Breng de aansluitingen tot stand zoals aangegeven in
onderstaande illustratie met behulp van een in de handel
verkrijgbare scart-stekker aansluitkabel.
VCR 2
OUT
IN
DVD/
VCR 3
OUT
MONITOR
OUT
DVD/VCR 3 OUT
CAN BE USED AS A SECOND
MONITOR OUT, IF SELECTED
BY SET MENU.
3
PLAY
4
REC
TAPE 2
EXTERNAL DECODER INPUT
MAIN
SUB
WOOFER
CENTER
SURROUND
PLAY
REC
MD/TAPE 1
LD
TV/DBS
DVD/
VCR 3
DIGITAL SIGNAL
VIDEO
AUDIO L
AUDIO R
Monitor TV
Geen aansluiting
Scart-stekker aansluitkabel
Opmerking
Als u een tweede TV monitor (of een projector) op deze
apparatuur wenst aan te sluiten, kunt u de DVD/VCR 3 VIDEO
OUT aansluiting (en ook de S VIDEO aansluiting) overschakelen
naar een tweede monitor-aansluiting voor aansluiting op een
andere TV monitor. (Zie pagina 38.)
VCR 2
OUT
IN
DVD/
VCR 3
OUT
MONITOR
OUT
DVD/VCR 3 OUT
CAN BE USED AS A SECOND
MONITOR OUT, IF SELECTED
BY SET MENU.
3
PLAY
4
REC
TAPE 2
EXTERNAL DECODER INPUT
MAIN
SUB
WOOFER
CENTER
SURROUND
PLAY
REC
MD/TAPE 1
LD
TV/DBS
DVD/
VCR 3
DIGITAL SIGNAL
AUDIO OUT
S-VIDEO OUT
VIDEO OUT
S-VIDEO IN
VIDEO IN
DVD speler, enz.
Projector
13
Nederlands
m Aansluiten op VIDEO AUX aansluitingen (op het voorpaneel)
Deze aansluitingen worden gebruikt voor aansluiting van elke willekeurige videobron, zoals een camerarecorder, op dit apparaat.
VIDEO AUX
S VIDEO
L
R
VIDEO
VIDEO OUT
S VIDEO OUT
AUDIO OUT L
AUDIO OUT R
Camerarecorder
14
m Aansluiting op de digitale (optische en coaxiale) signaalaansluitingen
Indien uw CD speler, MD recorder, LD speler, DVD speler,
TV/Satelliet tuner, enz is uitgerust met coaxiale of optische
digitale audiosignaalaansluitingen, kunnen deze worden
aangesloten op de COAXIAL en/of OPTICAL digitale
signaalaansluitingen van deze apparatuur.
Voor het maken van een aansluiting tussen de optische digitale
audiosignaalaansluitingen, het kapje van elk van deze
aansluitingen verwijderen en deze vervolgens met elkaar
verbinden via het gebruik van een in de handel verkrijgbare
optische glasvezelkabel die voldoet aan de EIAJ normen. De
kans bestaat dat andere kabels niet goed functioneren.
Ook als u audio/video-apparatuur op de OPTICAL (of
COAXIAL) aansluiting van deze apparatuur aansluit, dient de
apparatuur aangesloten te blijven op de gelijknamige analoge
audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur, aangezien het
digitaal signaal niet kan worden opgenomen door een ander
tapedeck of videorecorder dat aangesloten is op enkel de
analoge audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur. U
kunt de keuze van de ingangssignalen tussen “digitaal” en
“analoog” gemakkelijk overschakelen. (Zie pagina 41 voor
bijzonderheden.)
* Indien u echter een MD recorder of DAT op de OPTICAL
MD/TAPE 1 PLAY en REC aansluitingen van dit apparaat
aansluit, is het mogelijk ingangsbronnen op te nemen die
aangesloten zijn op de OPTICAL digitale signaalingangen
van dit apparaat.
Opmerkingen
Bij aansluiting van audio/video-apparatuur op zowel de
digitale als de analoge aansluitingen van deze apparatuur,
er op letten de aansluitingen niet met elkaar te verwisselen.
Zorg er voor de kapjes op hun plaats aan te brengen
waneer de OPTICAL aansluitingen niet gebruikt worden, om
de aansluitingen tegen het binnendringen van stof te
beschermen.
Op alle digitale audiosignaalaansluitingen is een
schakelfrekwentie van 32 kHz, 44,1 kHz en 48 kHz van
toepassing.
Om dit apparaat een succesvolle DTS-decodering te laten
uitvoeren, mag de DTS bitstroom tijdens het proces van het
versturen van de DIGITAL OUT aansluiting van een
apparaat dat een bron weergeeft die gecodeerd is met het
DTS naar een digitale signaalingang van dit apparaat niet
gewijzigd, omgevormd of gestoord worden.
MAIN
FRONT
LD
VIDEO S VIDEO
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
VCR 2
OUT
IN
DVD/
VCR 3
OUT
MONITOR
OUT
DVD/VCR 3 OUT
CAN BE USED AS A SECOND
MONITOR OUT, IF SELECTED
BY SET MENU.
VIDEO SIGNALAUDIO SIGNALAUDIO SIGNAL
GND
PHONO
1
CD
2
TUNER
3
PLAY
4
REC
MD/TAPE 1
3
PLAY
4
REC
TAPE 2
EXTERNAL DECODER INPUT
MAIN
SUB
WOOFER
CENTER
SURROUND
CD
TV/DBS
DVD/
VCR 3
COAXIAL
OPTICAL
CD
PLAY
REC
MD/TAPE 1
LD
TV/DBS
DVD/
VCR 3
DIGITAL SIGNAL
PAL NTSC
OPTICAL
DIGITAL
OUT
OPTICAL
DIGITAL OUT
OPTICAL
DIGITAL OUT
COAXIAL
DIGITAL OUT
OPTICAL
DIGITAL IN
COAXIAL
DIGITAL
OUT
OPTICAL
DIGITAL
OUT
OPTICAL
DIGITAL
OUT
COAXIAL
DIGITAL
OUT
LD
DIGITAL
(AC-3) RF SIGNAL
DVD speler, enz.
MD recorder,
DAT, enz.
Compact disc speler
TV/Satelliet tuner LD speler
(Algemene modellen)
15
Nederlands
Indien uw LD speler voorzien is van een DOLBY DIGITAL (AC-
3) RF aansluiting, deze verbinden met de DIGITAL (AC-3)
RF SIGNAL aansluiting van dit apparaat. Audiosignalen die
gecodeerd zijn met de Dolby Digital (AC-3) worden via deze
verbinding in deze apparatuur ingevoerd.
* Voor het weergeven van een LD bron met het Dolby Digital
gedecodeerd, de ingangsmodus van de LD instellen op
“AUTO” of “AC-3 RF”. (Zie pagina 41 voor bijzonderheden.)
Ook is het afgezien van de DOLBY DIGITAL (AC-3) RF
signaalverbinding noodzakelijk de LD speler aan te sluiten op
de OPTICAL digitale audiosignaalaansluiting en/of analoge
audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur voor het
weergeven van een LD bron waarvan de Dolby Pro Logic
Surround of het DTS gedecodeerd wordt of voor weergave in
normaal stereo (of mono).
Opmerking
Het DOLBY DIGITAL (AC-3) RF audio ingangssignaal kan niet
worden opgenomen door een tapedeck, MD recorder of
videorecorder. Voor het opnemen van een LD bron moet de
LD speler aangesloten worden op de OPTICAL digitale
audiosignaalaansluiting en/of analoge audiosignaalaansluitingen
van deze apparatuur.
m Aansluiting op een DOLBY DIGITAL (AC-3) RF uitgang van de LD speler
MAIN
FRONT
LD
VIDEO S VIDEO
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
VCR 2
OUT
IN
DVD/
VCR 3
OUT
MONITOR
OUT
DVD/VCR 3 OUT
CAN BE USED AS A SECOND
MONITOR OUT, IF SELECTED
BY SET MENU.
VIDEO SIGNALAUDIO SIGNALAUDIO SIGNAL
GND
PHONO
1
CD
2
TUNER
3
PLAY
4
REC
MD/TAPE 1
3
PLAY
4
REC
TAPE 2
EXTERNAL DECODER INPUT
MAIN
SUB
WOOFER
CENTER
SURROUND
LD
CD
TV/DBS
DVD/
VCR 3
COAXIAL
OPTICAL
CD
PLAY
REC
MD/TAPE 1
LD
TV/DBS
DVD/
VCR 3
DIGITAL SIGNAL
PAL NTSC
DIGITAL OUT
AUDIO OUT
VIDEO OUT
S-VIDEO OUT
DOLBY DIGITAL
(AC-3) RF
OUTPUT
DIGITAL
(AC-3) RF SIGNAL
LD speler
(Algemene modellen)
LD
VIDEO S VIDEO
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
VCR 2
OUT
IN
DVD/
VCR 3
OUT
MONITOR
OUT
DVD/VCR 3 OUT
CAN BE USED AS A SECOND
MONITOR OUT, IF SELECTED
BY SET MENU.
VIDEO SIGNALAUDIO SIGNAL
S-VIDEO
OUT
VIDEO
OUT
VIDEO
OUT
S-VIDEO
OUT
VIDEO
OUT
S-VIDEO OUT
VIDEO IN
S-VIDEO IN
VIDEO IN
S-VIDEO IN
VIDEO OUT
S-VIDEO OUT
S-VIDEO IN
VIDEO IN
VIDEO OUT
S-VIDEO OUT
VIDEO IN
S-VIDEO IN
16
m Aansluiten op S VIDEO aansluitingen
Indien uw videocassetterecorder, LD speler, enz. en uw
monitor voorzien zijn van “S” (hoge resolutie) video-
aansluitingen, dienen deze op de S VIDEO aansluitingen van
deze apparatuur aangesloten te worden en dient de S VIDEO
MONITOR OUT aansluiting van deze apparatuur op de “S”
video van uw monitor aangesloten te worden. Ook is het
mogelijk de gecombineerde video-aansluitingen van uw
videocassetterecorder, LD speler, enz. aan te sluiten op de
VIDEO aansluitingen van deze apparatuur en de VIDEO
MONITOR OUT aansluiting van deze apparatuur aan te sluiten
op de gecombineerde videosignaalingang van uw monitor.
Opmerking
Indien de videosignalen naar zowel de S VIDEO als de VIDEO
signaalingangen gezonden worden, zullen de signalen
onafhankelijk naar hun respektievelijke signaaluitgangen
gezonden worden.
Opmerkingen betreffende de video-titeling
Indien u naar een videobron kijkt die aangesloten is op
zowel de S VIDEO als de VIDEO signaalingangen van deze
apparatuur, worden de signalen voor de schermdisplay-
informatie enkel uitgevoerd via de S VIDEO MONITOR
OUT aansluiting.
Wanneer er geen videosignaal wordt ingevoerd naar de S
VIDEO of VIDEO signaalingangen van deze apparatuur,
worden de signalen voor de schermdisplay-informatie via
zowel de S VIDEO MONITOR OUT en VIDEO MONITOR
OUT aansluitingen met een kleuren-achtergrond uitgevoerd.
* Als bij het Algemene model en de modellen voor China
de PAL/NTSC schakelaar op het achterpaneel ingesteld
is op “PAL”, zal er in dit geval niets via de S VIDEO
MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen uitgevoerd worden.
LD speler
DVD speler of
Videocassetterecorder 3
TV/Satelliet tuner
Videocassetterecorder 1
Videocassetterecorder 2
Monitor TV
17
Nederlands
Dit apparaat is uitgerust met extra 6-kanaals
audiosignaalingangen (voor het linker hoofdkanaal, rechter
hoofdkanaal, middenkanaal, linker achterste surround-kanaal,
rechter achterste surround-kanaal en subwooferkanalen)
welke beschikbaar zijn voor de invoer van signalen van uw
bestaande versterker, geluidsprocessor, decoder, enz. naar dit
apparaat.
Voor het beluisteren van een geluid via het reproduceren van
signalen die naar deze ingangen worden gevoerd, de TAPE 2
MON/EXT. DECODER toets op het voorpaneel eenmaal of
meerdere malen indrukken zodat “EXT. DECODER IN” op de
display verschijnt. Hierdoor worden de signalen die naar deze
ingangen worden gevoerd naar de bijbehorende SPEAKERS
uitgangen en OUTPUT uitgangen van dit apparaat gevoerd en
langs alle overige circuits in dit apparaat omgeleid. Volume,
toon, enz. moeten dus op de externe apparatuur geregeld
worden.
Opmerking
Wanneer de signalen die naar deze aansluitingen worden
gevoerd worden gekozen, kan de digitale geluidsprocessor
niet worden gebruikt.
m Aansluiten van een externe geluidsprocessor, decoder (bijv. MPEG 2), versterker, enz. op
dit apparaat
MAIN
FRONT
LD
VIDEO S VIDEO
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
VCR 2
OUT
IN
DVD/
VCR 3
OUT
MONITOR
OUT
DVD/VCR 3 OUT
CAN BE USED AS A SECOND
MONITOR OUT, IF SELECTED
BY SET MENU.
VIDEO SIGNALAUDIO SIGNALAUDIO SIGNAL
GND
PHONO
1
CD
2
TUNER
3
PLAY
4
REC
MD/TAPE 1
3
PLAY
4
REC
TAPE 2
EXTERNAL DECODER INPUT
MAIN
SUB
WOOFER
CENTER
SURROUND
CD
TV/DBS
DVD/
VCR 3
COAXIAL
OPTICAL
CD
PLAY
REC
MD/TAPE 1
LD
TV/DBS
DVD/
VCR 3
DIGITAL SIGNAL
PAL NTSC
SUBWOOFER OUT
SURROUND OUT
CENTER OUT
MAIN OUT
LD
DIGITAL
(AC-3) RF SIGNAL
Externe geluidsprocessor,
decoder, versterker, enz.
(Algemene modellen)
18
AANSLUITING VAN DE LUIDSPREKERS
Middenluidspreker
Voorste effect-luidsprekers
Links
Rechts
Links
Rechts
Hoofdluidsprekers
Achterluidsprekers
Subwoofer systeem
Links
Rechts
Gebruik luidsprekers met een impedantie die overeenkomt
met de voorgeschreven impedantie aangegeven op de
achterzijde van het apparaat.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Schroef de knop los.
Steek de blootgelegde
kabel in. (Verwijder
ongeveer 5 mm van de
isolatie van de
luidsprekerkabels.)
Draai de knop aan en
klem de kabel vast.
<Alleen modellen voor U.S.A., Canada, China, Australië en
Algemene modellen
>
Banaan-stekkerverbindingen zijn ook mogelijk. Steek de
banaan-stekker eenvoudigweg in de bijbehorende aansluiting.
1
2
3
Aansluiting:
Sluit de SPEAKERS aansluitingen aan op uw luidsprekers met behulp van een kabel van de juiste dikte en houd de kabels zo kort
mogelijk. Indien de aansluitingen op verkeerde wijze tot stand gebracht worden, komt er geen geluid uit de luidsprekers. Let er op
dat de polariteit van de luidsprekerkabels correct is, dit wil zeggen dat u dient te letten op de “+” en “–” aanduidingen. Indien deze
kabels omgekeerd aangesloten worden, zal het geluid onnatuurlijk klinken en zullen de lage tonen niet doorkomen.
LET OP
Zorg er voor dat de blootgelegde luidsprekerkabels elkaar of de metalen delen van dit apparaat niet raken. Hierdoor
kunnen het apparaat en/of de luidsprekers beschadigd worden.
19
Nederlands
Opmerking betreffende de aansluiting van de
middenluidspreker:
Op dit apparaat kunnen één of twee middenluidsprekers
aangesloten worden. Indien u de middenluidspreker niet
bovenop of onder de TV kunt plaatsen, wordt het aanbevolen
gebruik te maken van twee middenluidsprekers en deze aan
weerszijden van de TV te plaatsen om het middengeluid vanaf
de middenpositie gericht te houden.
Bij gebruik van één middenluidspreker, deze aansluiten op de
A of B aansluitingen en de CENTER SPEAKERS schakelaar
op “A OR B” (onderste stand) zetten. Bij gebruik van twee
middenluidsprekers, deze aansluiten op de A en B
aansluitingen en de schakelaar op “A + B” (bovenste stand)
zetten.
Indien u echter geen gebruik van een middenluidspreker wenst
te maken, de functie “1A. CENTER SP” in de SET MENU
modus in de “NONE” stand zetten. (Zie pagina 26.)
Opmerking betreffende het aansluiten van een
subwoofer:
Voor het weergeven van discrete signalen kunt u een
subwoofer toevoegen voor het benadrukken van de lage
frekwenties of voor het uitvoeren van de lage tonen van het
subwooferkanaal.
Sluit bij gebruik van één subwoofer de SUBWOOFER MONO
aansluiting van dit apparaat aan op de INPUT aansluiting van
de subwoofer versterker en sluit de luidspreker-aansluitingen
van de subwoofer versterker aan op de subwoofer.
In het geval u meer effect in u luisterkamer wilt hebben, wordt
het gebruik van twee subwoofers aanbevolen. Voor het
aansluiten van twee subwoofers op deze apparatuur, één
SUBWOOFER SPLIT aansluiting aansluiten op de INPUT
aansluiting van de versterker die de subwoofer aandrijft en de
andere SUBWOOFER SPLIT aansluiting aansluiten op de
INPUT aansluiting van de versterker die de andere subwoofer
aandrijft en vervolgens elke subwoofer op de bijbehorende
versterker aansluiten.
Bij bepaalde subwoofers, zoals bij de Yamaha Active Servo
Processing Subwoofer Systeem, is de versterker en de
subwoofer in hetzelfde component ingebouwd.
(Zie pagina 21 voor bijzonderheden betreffende de
SUBWOOFER MONO/SPLIT uitgangen.)
CENTER SPEAKERS
schakelaar
Subwoofer
systeem
Subwoofer
systeem
Subwoofer
systeem
Middenluidspreker Middenluidspreker
PRE
OUT
MAIN
IN
MAIN CH CENTER SUBWOOFER
OUT MONO
OUT IN
FRONT REAR
(SURROUND)
SPLIT
COUPLER
PRE
OUT
MAIN
IN
MAIN CH CENTER SUBWOOFER
OUT MONO
OUT IN
FRONT REAR
(SURROUND)
SPLIT
COUPLER
SPEAKERS
CAUTION
SEE INSTRUCTION MANUAL FOR CORRECT SETTING.
MAIN
FRONT
CENTER
REAR
(SURROUND)
A B
AB
A OR B
+
20
Deze schakelaar mag enkel worden gebruikt wanneer de
stroomtoevoer naar dit apparaat niet is ingeschakeld. Kies de
stand overeenkomstig de eisen van uw luidsprekersysteem.
WAARSCHUWING
Verander de instelling van de IMPEDANCE SELECTOR
schakelaar niet als het apparaat aan staat, aangezien dit
schade kan veroorzaken aan het apparaat.
ALS HET APPARAAT NIET INGESCHAKELD WORDT BIJ
INDRUKKEN VAN DE STANDBY/ON SCHAKELAAR;
Het is mogelijk dat de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
niet volledig in de bovenste of onderste stand staat. Zet de
schakelaar volledig in de juiste stand.
(Linkse stand)
Achter: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 4
of hoger zijn.
Midden:Als u gebruik maakt van twee middenluidsprekers,
moet de impedantie van elk van de luidsprekers 4of
hoger zijn.
Als u gebruik maakt van één middenluidspreker, moet
de impedantie van de luidspreker 4
of hoger zijn.
Hoofd: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 4
of hoger zijn.
Voorste effect:
De impedantie van elk van de luidsprekers moet 6of
hoger zijn.
(Rechtse stand)
Achter: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8
of hoger zijn.
Midden:Als u gebruik maakt van twee middenluidsprekers,
moet de impedantie van elk van de luidsprekers 4of
hoger zijn.
Als u gebruik maakt van één middenluidspreker, moet
de impedantie van de luidspreker 8
of hoger zijn.
Hoofd: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8
of hoger zijn.
Voorste effect:
De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8of
hoger zijn.
m IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
AC OUTLETS
SWITCHED
I00W MAX. TOTAL
200W MAX.
UNSWITCHED
IMPEDANCE SELECTOR
: 4
MIN. /SPEAKER
A B : 4
MIN. /SPEAKER
A OR B : 4
MIN. /SPEAKER
: 4
MIN. /SPEAKER
EFFECT : 6
MIN. /SPEAKER
SET BEFORE POWER ON
MAIN
CENTER
REAR
FRONT
: 8
MIN. /SPEAKER
A B : 4
MIN. /SPEAKER
A OR B : 8
MIN. /SPEAKER
: 8
MIN. /SPEAKER
EFFECT : 8
MIN. /SPEAKER
MAIN
CENTER
REAR
FRONT
A B
A OR B
+
FRONT REAR
(SURROUND)
VOLTAGE SELECTOR
(Algemene modellen)
IMPEDANCE SELECTOR
21
Nederlands
De luidsprekerverbindingen zoals beschreven op pagina 18
zullen in de meeste gevallen uitstekend voldoen. Indien u
echter om een of andere reden de hoofd, midden, voorste
effect en/of achterste luidsprekers met behulp van uw
bestaande versterker, enz. wilt aandrijven, zijn voor het
verbinden van de externe versterker(s) op dit apparaat de
volgende aansluitingen beschikbaar.
1 MAIN CH PRE OUT/MAIN IN aansluitingen
De PRE OUT aansluitingen zijn voor de
voorversterkersignaaluitvoer van het hoofdkanaal en de
MAIN IN aansluitingen zijn voor de
voorversterkersignaalinvoer naar de ingebouwde
hoofdkanaalversterker. De PRE OUT en MAIN IN
aansluitingen dienen bij gebruik van de ingebouwde
versterker met behulp van de doorverbindingsstekker te
worden doorverbonden.
Indien u echter de hoofdluidsprekers via een externe
stereo-vermogenversterker laat aandrijven, eerst de
doorverbindingsstekker verwijderen en vervolgens de
ingangsaansluitingen van de externe versterker (MAIN IN
of AUX aansluitingen) van een versterker of een receiver
met de PRE OUT aansluitingen verbinden. Met de MAIN
IN aansluitingen is geen verbinding noodzakelijk.
* De uitgangssignalen van de PRE OUT aansluitingen
worden beïnvloed door het gebruik van de BASS,
TREBLE, BALANCE regelaars en de BASS
EXTENSION schakelaar.
2 CENTER OUT/IN aansluitingen
De CENTER OUT aansluitingen zijn voor de
voorversterkersignaaluitvoer van het middenkanaal en de
CENTER IN aansluiting is voor de
voorversterkersignaalinvoer naar de ingebouwde
middenkanaalversterker.
De onderzijde van de CENTER OUT aansluitingen en de
CENTER IN aansluiting dient bij gebruik van de
ingebouwde versterker met behulp van de
doorverbindingsstekker te worden doorverbonden.
Indien u echter één of meer middenluidsprekers met
behulp van een externe vermogenversterker (voor elk)
aandrijft, eerst de doorverbindingsstekker verwijderen en
vervolgens de ingangsaansluiting(en) van de externe
versterker(s) aansluiten op een van beide of op beide
CENTER OUT aansluitingen. Met de CENTER IN
aansluiting is geen verbinding noodzakelijk.
3 SUBWOOFER aansluitingen
SUBWOOFER MONO aansluiting
Sluit bij gebruik van een subwoofer de versterkeringang
daarvan op deze aansluiting aan. Frekwenties beneden
90 Hz die verdeeld worden van de hoofd, midden en/of
achterste kanalen worden via deze aansluiting
uitgevoerd. Signalen van LFE (lage frekwentie effect) die
geproduceerd worden wanneer de Dolby Digital (AC-3) of
het DTS gedecodeerd wordt, zullen eveneens worden
uitgevoerd als zij aan deze aansluiting toegewezen zijn.
SUBWOOFER SPLIT aansluitingen
Sluit bij gebruik van twee subwoofers de
versterkeringangen daarvan op deze aansluitingen aan.
Low bass signalen die uitgevoerd worden van de
SUBWOOFER MONO aansluiting worden eveneens via
deze aansluitingen uitgevoerd. Echter de signalen van het
linker hoofdkanaal en het linker achterste kanaal worden
via de SPLIT L aansluiting uitgevoerd en de signalen van
het rechter hoofdkanaal en het rechter achterste kanaal
worden via de SPLIT R aansluiting afzonderlijk
uitgevoerd.
4 FRONT aansluitingen
Deze aansluitingen zijn voor de voorversterker-
uitgangssignalen van het voorste effectkanaal. Wanneer
u gebruik maakt van de ingebouwde versterker, is er
geen verbinding naar deze aansluitingen.
Indien u echter de voorste effect-luidsprekers via een
externe stereo-vermogenversterker laat aandrijven, de
ingangsaansluitingen van de externe versterker (MAIN IN
of AUX aansluitingen van een versterker of een receiver)
met deze aansluitingen verbinden.
5 REAR (SURROUND) aansluitingen
Deze aansluitingen zijn voor de voorversterker-
uitgangssignalen van het achterkanaal. Wanneer u
gebruik maakt van de ingebouwde versterker, is er geen
verbinding naar deze aansluitingen.
Indien u echter de achterluidsprekers via een externe
stereo-vermogenversterker laat aandrijven, de
ingangsaansluitingen van de externe versterker (MAIN IN
of AUX aansluitingen van een versterker of een receiver)
met deze aansluitingen verbinden.
Opmerkingen
Het uitgangsniveau van de signalen van al deze
aansluitingen wordt afgesteld met behulp van de
VOLUME regelaar op het voorpaneel of de MASTER
VOLUME toetsen op de afstandbediening.
Indien er een externe vermogenversterker wordt
aangesloten op de FRONT of REAR aansluitingen, zal de
bijbehorende interne versterker uitgeschakeld worden en
zal er geen signaaluitvoer beschikbaar zijn aan de
SPEAKERS aansluitingen.
m Aandrijven van de hoofd, midden, voorste effect en/of achterste luidsprekers met behulp
van externe versterkers
PRE
OUT
MAIN
IN
MAIN CH CENTER SUBWOOFER
OUT MONO
OUT IN
FRONT REAR
(SURROUND)
SPLIT
COUPLER
12345
22
Steek na het voltooien van alle aansluitingen het netsnoer
in een geschikt stopcontact.
Indien dit apparaat gedurende een lange tijdsperiode niet
gebruikt gaat worden, het netsnoer uit het stopcontact
verwijderen.
AC OUTLETS
SWITCHED
I00W MAX. TOTAL
200W MAX.
UNSWITCHED
IMPEDANCE SELECTOR
: 4
MIN. /SPEAKER
A B : 4
MIN. /SPEAKER
A OR B : 4
MIN. /SPEAKER
: 4
MIN. /SPEAKER
EFFECT : 6
MIN. /SPEAKER
SET BEFORE POWER ON
MAIN
CENTER
REAR
FRONT
: 8
MIN. /SPEAKER
A B : 4
MIN. /SPEAKER
A OR B : 8
MIN. /SPEAKER
: 8
MIN. /SPEAKER
EFFECT : 8
MIN. /SPEAKER
MAIN
CENTER
REAR
FRONT
A B
A OR B
+
FRONT REAR
(SURROUND)
VOLTAGE SELECTOR
Naar wisselstroom-
stopcontact
(Algemene modellen)
AANSLUITING VAN DIT APPARAAT OP DE NETSPANNING
Netspanningsaansluitingen
[AC OUTLET(S)]
(Modellen voor U.S.A., Canada, China en Algemene modellen)
.................................2 geschakelde netspanningsaansluitingen
(2 SWITCHED OUTLETS)
1 niet-geschakelde uitgang
(1 UNSWITCHED OUTLET)
(Modellen voor Europa, Groot-Brittannië en Australië)
................................... 1 geschakelde netspanningsaansluiting
(1 SWITCHED OUTLET)
Gebruik deze aansluitingen om de netsnoeren van uw overige
componenten op aan te sluiten.
De spanning naar de geschakelde netspanningsaansluitingen
[SWITCHED OUTLET(S)] wordt geregeld door de
STANDBY/ON schakelaar van het apparaat of de SYSTEM
POWER ON en STANDBY toetsen van de bijgeleverde
afstandbediening. Deze aansluitingen voorzien alle
aangesloten apparaten van netspanning, zodra dit apparaat
ingeschakeld wordt.
Het maximale vermogen (totale stroomverbruik van de
componenten) dat aangesloten kan worden op de SWITCHED
AC OUTLET(S) is als volgt.
Modellen voor U.S.A.: 120W
Behalve modellen voor U.S.A.: 100W
De spanning naar de UNSWITCHED netspanningsaansluiting
wordt niet geregeld door de STANDBY/ON schakelaar of de
SYSTEM POWER ON en STANDBY toetsen van de
bijgeleverde afstandbediening. Deze uitgang zal het
aangesloten component van netspanning blijven voorzien ook
als dit apparaat op de standby functie wordt ingesteld.
Het maximale vermogen (totale stroomverbruik van de
componenten) dat aangesloten kan worden op de
UNSWITCHED AC OUTLET is als volgt.
Modellen voor U.S.A. en Canada: 180W
Modellen voor China en Algemene modellen: 200W
Spanningskeuzeschakelaar (Alleen modellen
voor China en Algemene modellen)
De spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel van dit
apparaat dient correct ingesteld te worden op de
plaatselijke netspanning, ALVORENS de stekker van het
netsnoer in het wisselstroom-stopcontact te steken.
Instelbare netspanningen zijn 110/120/220/240V
wisselstroom, 50/60 Hz.
*
1
*
2
*
1
*
2
23
Nederlands
BEDIENINGSORGANEN EN HUN FUNCTIES
VOORPANEEL
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A1
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
TAPE 2 MON
/EXT. DECODER
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
DVD/VCR 3
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
VCR 2
TV/DBS
LD
SOURCE
CD
MD/TAPE 1
VIDEO AUX
NEXT
INPUT MODE
SET MENU PROGRAM EFFECT
DIGITAL
PRO LOGIC
DSP
DIGITAL SOURCE
AC 3 DTS PCM
STANDBY/ON
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
SLEEP
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
TAPE 2 MON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
1
B DCE9 F0G
23 456
7 8A
1 STANDBY/ON schakelaar
Druk deze schakelaar in om de stroomtoevoer naar dit
apparaat in te schakelen. Druk de schakelaar nogmaals in om
dit apparaat op de standby functie in te stellen.
* Wanneer u deze schakelaar indrukt om het apparaat in te
schakelen, zult u een klik horen en de ingebouwde ventilator
kortstondig horen draaien.
Standby functie
In deze toestand verbruikt het apparaat een zeer geringe
hoeveelheid stroom voor het ontvangen van infrarood
signalen van de afstandbediening.
2 Afstandbedieningsensor
Voor het ontvangen van de signalen van de afstandbediening.
3 Displaypaneel
Geeft diverse informatie aan. (Zie pagina 25 voor
bijzonderheden.)
4 TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets
Wanneer deze toets eenmaal of meerdere malen wordt
ingedrukt zodat “TAPE 2 MONITOR ON” op de display
verschijnt, wordt de geluidsbron die wordt weergegeven op het
apparaat dat aangesloten is op de TAPE 2 PLAY/REC AUDIO
SIGNAL aansluitingen aan de achterzijde van dit apparaat als
de ingangsbron gekozen en heeft dit voorrang ten opzichte de
instelling van de INPUT SELECTOR. Wanneer deze toets
eenmaal of meerdere malen wordt ingedrukt zodat “EXT.
DECODER IN” op de display verschijnt, worden de
geluidssignalen die ingevoerd worden via de EXTERNAL
DECODER INPUT aansluitingen aan de achterzijde van dit
apparaat als de ingangsbron gekozen en heeft dit voorrang ten
opzichte de instelling van de INPUT SELECTOR.
Wanneer deze toets eenmaal of meerdere malen wordt
ingedrukt zodat de display naar een normale displaymodus
terugkeert, zullen de hierboven genoemde ingangsbronnen
geannuleerd worden.
5 INPUT SELECTOR
Voor het kiezen van de ingangssignaalbron die u wenst te
beluisteren (en bekijken).
De gekozen bron wordt aangegeven op de display.
6 Hoofd VOLUME regelaar
Met deze regelaar wordt het volumeniveau bij alle uitgangen
gelijktijdig geregeld: voorste-effect, hoofd, achterste, midden
en subwoofer. (Dit is niet van invloed op het REC OUT
niveau.)
* Wanneer het volume afgezwakt wordt door het indrukken
van de MUTE toets op de afstandbediening, zal de indicator
op de hoofd VOLUME regelaar aan en uit knipperen.
7 PHONES ingang
Steek de stekker van de hoofdtelefoon hierin om privé te
kunnen luisteren. Enkel de geluidssignalen van de
hoofdkanalen worden hier uitgevoerd. Echter als Dolby Digital
(AC-3) of de DTS gedecodeerd wordt, zullen de signalen van
alle kanalen over de hoofdkanalen verdeeld worden en hier
worden weergegeven.
PHONES
24
8
BASS EXTENSION schakelaar
Wanneer deze schakelaar naar binnen wordt gedrukt (AAN),
wordt de frekwentierespons van de lage tonen op de linker en
rechter hoofdkanalen versterkt terwijl de totale klankbalans
daarbij gehandhaafd blijft. Als u geen subwoofer heeft, zal het
gebruik van deze schakelaar van dienst zijn voor het
versterken van de lage tonen frekwenties.
9 SET MENU –/+ toets
Wordt gebruikt voor het uitvoeren van wijzigingen van de
instelling en afstellingen voor functies die door het indrukken
van de NEXT toets gekozen zijn.
NEXT toets
Telkens wanneer deze wordt ingedrukt, worden er functies
gekozen in de SET MENU modus.
0 BASS en TREBLE regelaars
Stel de lage en hoge frekwentierespons af enkel voor
respektievelijk het linker hoofdkanaal, het rechter hoofdkanaal
en het middenkanaal.
A PROGRAM keuzetoets
Hiermee worden de digitale geluidsveldprocessing
programma’s in de of richting achtereenvolgens
gekozen.
B BALANCE regelaar
Deze regelaar is enkel effectief voor het geluid van de
hoofdluidsprekers.
Deze regelaar stelt de balans van het uitgangsvolume tussen
de linker en de rechter hoofdluidsprekers af voor het
compenseren van de onbalans van het geluid dat veroorzaakt
wordt door de afstelling van de luidsprekers of door de
akoestische eigenschappen van de ruimte waarin u zich
bevindt.
C EFFECT toets
Schakelt het uitgangssignaal van de middenluidspreker, de
achterste en voorste effect-luidsprekers aan en uit. In
uitgeschakelde toestand zal het geluid normaal 2-kanaals
worden.
* Ook wanneer het uitgangssignaal van de middenluidspreker
en de achterste en voorste effect-luidsprekers uit is, zullen
wanneer het Dolby Digital (AC-3) of het DTS gedecodeerd
worden, de signalen van alle kanalen over de hoofdkanalen
verdeeld worden en via de hoofdluidsprekers worden
weergegeven.
D REC OUT keuzeschakelaar
Voor het kiezen van de bron die opgenomen gaat worden op
een MD recorder (of tapedeck 1) of een videorecorder 1
onafhankelijk van de instelling van de INPUT SELECTOR.
Echter wanneer deze keuzeschakelaar op de stand SOURCE
wordt ingesteld, bepaalt de instelling van de INPUT
SELECTOR de bron die op een MD recorder (of tapedeck) of
videorecorder zal worden opgenomen.
E INPUT MODE toets
Voor overschakeling van de modus voor het kiezen van de
ingangssignalen tussen de “AUTO”, “DTS” en “ANALOG”
modus voor bronnen die twee of meerdere soorten signalen
naar deze apparatuur voeren. (Zie pagina 41 voor
bijzonderheden.)
* Bij een LD bron vindt de overschakeling plaats tussen de
“AUTO”, “AC-3 RF”, “DTS”, “DIGITAL” en “ANALOG” modus.
F VIDEO AUX aansluitingen
Sluit extra video- of audio-ingangsbron apparatuur zoals een
camerarecorder op deze aansluitingen aan. Indien de
aangesloten video-apparatuur voorzien is van een S video
uitgangsaansluiting, deze met de S VIDEO aansluiting
verbinden voor het verkrijgen van een beeld met een hoge
resolutie. De bron die is aangesloten op deze aansluitingen
kan gekozen worden met behulp van de INPUT SELECTOR
en REC OUT keuzeschakelaar.
G Deurtje van bedieningscompartiment
Sluit het deurtje wanneer het gebruik van de
bedieningsorganen in het compartiment niet nodig is.
Openen van het deurtje
Sluiten van het deurtje
25
Nederlands
DISPLAYPANEEL
DIGITAL
PRO LOGIC
DSP
DIGITAL SOURCE
AC 3 DTS PCM
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
SLEEP
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
TAPE 2 MON
2 31
546 78
1 indicators
Wanneer de ingebouwde DTS decoder is ingeschakeld, gaat
een van de dts indicators branden. De rode “dts” indicator gaat
branden wanneer er een compact disc of laserdisc die met
DTS is gecodeerd wordt weergegeven. De oranje “dts”
indicator gaat branden wanneer er een DVD die met DTS is
gecodeerd wordt weergegeven.
* Als u op een DVD/LD combi-speler een laserdisc weergeeft
die met DTS is gecodeerd, is het mogelijk dat na het
weergeven van een Video-CD, DVD, enz. de oranje “dts”
indicator gaat branden.
2 Multi-informatie display
Geeft het huidige gekozen DSP programma, of de informatie
over de wijzigingen betreffende de diverse afstellingen of
instellingen van dit apparaat aan.
3 Ingangsbron-indicators
Geeft de huidige gekozen ingangsbron aan door middel van
een pijlvormige cursor.
4 DIGITAL en PRO LOGIC indicators
DIGITAL” licht op wanneer de ingebouwde Dolby Digital
(AC-3) Decoder ingeschakeld is en de signalen van de
gekozen bron die gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3)
niet in 2-kanaals is.
PRO LOGIC” licht op wanneer de ingebouwde Dolby Pro
Logic Surround Decoder ingeschakeld is.
5 DSP indicator
“DSP” gaat branden wanneer de ingebouwde digitale
geluidsveldprocessor ingeschakeld is.
6 Digitale audio ingangssignaal indicators
Deze indicators geven het type digitale signaal aan dat op dat
moment naar dit apparaat wordt gevoerd.
Wanneer PCM digitale audio signalen naar dit apparaat
worden gevoerd, licht “PCM” op.
Wanneer digitale audio signalen die wel gecodeerd zijn met
het Dolby Digital (AC-3) naar dit apparaat worden gevoerd,
licht “AC-3” op.
Wanneer digitale audiosignalen die met het DTS gecodeerd
zijn naar dit apparaat worden gevoerd, licht “DTS” op.
7 SLEEP indicator
Licht op gedurende de tijd dat de ingebouwde SLEEP timer in
bedrijf is.
8 TAPE 2 MON indicator
Deze licht op wanneer het tapedeck (of MD recorder enz.)
welke aangesloten is op de TAPE 2 PLAY/REC AUDIO
SIGNAL aansluitingen aan de achterzijde van dit apparaat
door middel van het indrukken van de TAPE 2 MON/EXT.
DECODER toets als de ingangsbron wordt gekozen.
26
1A. CENTER SP
Keuzes: LARGE (LRG)/SMALL (SML)/NONE
Vooringestelde positie: LRG
LRG: Kies deze positie wanneer uw middenluidspreker
ongeveer van hetzelfde formaat is als de
hoofdluidsprekers.
SML: Kies deze positie wanneer u gebruik maakt van een
middenluidspreker die kleiner is dan de
hoofdluidsprekers. In deze positie worden de low
bass signalen (onder 90 Hz) bij het middenkanaal via
de SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd (of via de
hoofdluidsprekers als de MAIN positie is gekozen op
“1D. LFE/BASS OUT”).
NONE: Kies deze positie wanneer u niet over een
middenluidspreker beschikt. Het geluid van het
middenkanaal wordt dan via de linker en rechter
hoofdluidsprekers uitgevoerd.
1B. REAR SP
Keuzes: LARGE/SMALL
Vooringestelde positie: LARGE
LARGE: Kies deze positie wanneer uw achterste luidsprekers
een grote capaciteit bezitten voor het weergeven van
de basklanken of wanneer er parallel een subwoofer
is aangesloten op de achterste luidsprekers.
In deze positie worden full range signalen uitgevoerd
via de achterste luidsprekers.
SMALL: Kies deze positie wanneer uw achterste luidsprekers
geen voldoende capaciteit bezitten voor het
weergeven van de basklanken.
In deze positie worden de low bass signalen (onder
90 Hz) bij de achterste kanalen via de SUBWOOFER
aansluitingen uitgevoerd (of via de hoofdluidsprekers
als de MAIN positie is gekozen op “1D. LFE/BASS
OUT”).
m BESCHRIJVING VAN ELKE FUNCTIE
KIEZEN VAN DE UITGANGSFUNCTIES DIE GESCHIKT ZIJN VOOR
UW LUIDSPREKERSYSTEEM (IN DE “SET MENU” MODUS)
Deze apparatuur biedt u de volgende functies voor het verdelen van de respektievelijke uitgangssignalen naar geschikte
luidsprekers in uw audiosysteem. Kies nadat alle luidsprekeraansluitingen voltooid zijn een juiste instelling voor elke functie
teneinde een optimaal gebruik te kunnen maken van uw luidsprekersysteem.
* Zie de pagina’s 32 tot 38 voor nadere bijzonderheden betreffende de SET MENU modus.
1. SPEAKER SET
1A. CENTER SP
1B. REAR SP
1C. MAIN SP
1D. LFE/BASS OUT
1E. FRONT MIX
1F. MAIN LEVEL
AFSTELLINGEN ALVORENS DIT APPARAAT IN
GEBRUIK TE NEMEN
27
Nederlands
1C. MAIN SP
Keuzes: LARGE/SMALL
Vooringestelde positie: LARGE
LARGE: Kies deze positie indien uw hoofdluidsprekers een
grote capaciteit bezitten voor het weergeven van de
basklanken.
In deze positie worden de full range signalen die
aanwezig zijn bij de hoofdkanalen uitgevoerd via de
hoofdluidsprekers.
SMALL: Kies deze positie wanneer uw hoofdluidsprekers
geen voldoende capaciteit bezitten voor het
weergeven van de basklanken. Indien er echter in uw
systeem geen subwoofer aanwezig is, deze positie
niet kiezen. In deze positie worden de low bass
signalen (onder 90 Hz) bij de hoofdkanalen via de
SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd (als de SW
of BOTH positie is gekozen op “1D. LFE/BASS
OUT”).
1D. LFE/BASS OUT
Keuzes: SW/MAIN/BOTH
Vooringestelde positie: SW
MAIN: Kies deze positie indien er in uw systeem geen
subwoofer aanwezig is.
In deze positie worden de full range signalen die
aanwezig zijn bij de hoofdkanalen, de signalen van
het LFE kanaal en de overige low bass signalen die
gekozen zijn op “1A. CENTER SP” tot en met “1C.
MAIN SP” om verdeeld te worden van de andere
kanalen via de hoofdluidsprekers uitgevoerd.
SW/BOTH:
Kies de SW of BOTH positie indien er in uw systeem
een subwoofer aanwezig is.
In beide posities worden de signalen bij het LFE
kanaal en de overige low bass signalen die gekozen
zijn op “1A. CENTER SP” tot en met “1C. MAIN SP”
om verdeeld te worden van de andere kanalen via de
SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd.
Wanneer de LARGE positie wordt gekozen op “1C.
MAIN SP”, wordt er in de SW positie geen signaal
van de hoofdkanalen naar de SUBWOOFER
aansluitingen verdeeld, echter in de BOTH positie
worden de low bass signalen van de hoofdkanalen
naar zowel de hoofdluidsprekers als de
SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd.
1E. FRONT MIX
Keuzes: OFF-7ch/ON-5ch
Vooringestelde positie: OFF-7ch
OFF-7ch:Kies deze positie als uw luidsprekersysteem een
paar voorste effect-luidsprekers omvat.
ON-5ch: Kies deze positie als uw luidsprekersysteem niet een
paar voorste effect-luidsprekers omvat.
Klanksignalen op de linker en rechter voorste effect-
kanalen worden over respektievelijk de linker en
rechter hoofdkanalen verdeeld en via de
hoofdluidsprekers weergegeven.
1F. MAIN LEVEL
Keuzes: Normal/–10dB
Vooringestelde positie: Normal
Normal: Kies normaal deze positie.
–10dB: Kies deze positie als de volumeniveaus naar de
midden, achterste en/of voorste effect-luidsprekers
lager zijn dan het niveau naar de hoofdluidsprekers,
alhoewel deze op de maximum zijn afgesteld.
Het volumeniveau naar de hoofdluidsprekers wordt
verminderd met 10 dB, zodat de balans van het
uitgangsniveau van de luidsprekers correct afgesteld
kan worden.
28
m METHODE VOOR HET VERANDEREN VAN DE SELECTIES
Bedieningsstappen dienen te worden uitgevoerd door te kijken naar de informatie die wordt aangegeven op het displaypaneel van
deze apparatuur of op het monitorscherm.
Als u de afstandbediening gaat gebruiken, de
PARAMETER/SET MENU schakelaar op de
afstandbediening in de SET MENU stand zetten.
Opmerking: Let er op de afstandbediening te gebruiken
met de kap geopend.
1 Schakel de stroomtoevoer van deze apparatuur in. (Als
u de informatie op de monitor zichtbaar wilt maken, de
monitor inschakelen.)
2 Kies de titel “1. SPEAKER SET” door de hieronder
afgebeelde toets eenmaal of meerdere malen in te
drukken (zodat de titel op de display verschijnt).
3
4 Druk “+” of “–” eenmaal of vaker in zodat de pijlvormige
cursor de positie aanwijst die u wilt kiezen.
5 Kies op dezelfde manier een juiste positie op “1B.
REAR SP”, “1C. MAIN SP”, “1D. LFE/BASS OUT”, “1E.
FRONT MIX” en/of “1F. MAIN LEVEL”.
Kies eerst de titel van de functie door het volgen van
stap 2 en kies vervolgens een juiste positie door het
volgen van stap 4.
Voorpaneel
Voorpaneel
Eenmaal indrukken.
of
Afstandbediening
Voorpaneel
of
Afstandbediening
STANDBY/ON
NEXTSET MENU
NEXTSET MENU
PARAMETER
SET MENU
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
Voorpaneel
of
Afstandbediening
NEXTSET MENU
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A1
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
TAPE 2 MON
/EXT. DECODER
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
DVD/VCR 3
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
VCR 2
TV/DBS
LD
SOURCE
CD
MD/TAPE 1
VIDEO AUX
NEXT
INPUT MODE
SET MENU PROGRAM EFFECT
DIGITAL
PRO LOGIC
DSP
DIGITAL SOURCE
AC 3 DTS PCM
STANDBY/ON
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
SLEEP
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
TAPE 2 MON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
EFFECT
ON/OFF
VIDEO 1
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO 2 THEATER
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
/
DTS
SURROUND
12
1
1
3, 4
2, 3, 4
2
PARAMETER/SET MENU
Afstandbediening
of
SYSTEM
POWER ON
Cursor
29
Nederlands
1
Zet in stand “
”.
2 Schakel het apparaat in.
3
Zet in stand “0”.
4
Op “UIT ( )” zetten.
5 Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de
afstandbediening in de PARAMETER stand.
6 Druk voor het invoeren van de testmodus de TEST
toets op de afstandbediening zodanig in dat “TEST
DOLBY SUR.” op de display verschijnt.
Via deze procedure is het mogelijk de balans van het klank-uitgangsniveau tussen de hoofd, midden, achterste en voorste effect-
luidsprekers af te stellen via gebruik van de ingebouwde test-toongenerator. Wanneer deze afstelling wordt uitgevoerd zal het
uitgangsniveau van het geluid dat bij de luisterpositie gehoord wordt van elke luidspreker hetzelfde zijn. Dit is van belang voor het
verkrijgen van het optimale rendement van de digitale geluidsveldprocessor de Dolby Digital (AC-3) decoder, de Dolby Pro Logic
Surround decoder en de DTS decoder.
De afstelling van het uitgangsniveau van elk van de luidsprekers dient uitgevoerd te worden vanaf uw luisterpositie met
behulp van de afstandbediening. Anders zal het resultaat niet bevredigend zijn.
Opmerking: Let er op de afstandbediening te gebruiken met de kap geopend.
BASS TREBLE BALANCE
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
VOLUME
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
STANDBY/ON
1
2
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A1
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
TAPE 2 MON
/EXT. DECODER
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
DVD/VCR 3
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
VCR 2
TV/DBS
LD
SOURCE
CD
MD/TAPE 1
VIDEO AUX
NEXT
INPUT MODE
SET MENU PROGRAM EFFECT
DIGITAL
PRO LOGIC
DSP
DIGITAL SOURCE
AC 3 DTS PCM
STANDBY/ON
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
SLEEP
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
TAPE 2 MON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
BASS
EXTENSION
ON
OFF
4 3
TAPE 2 MON
/ EXT. DECODER
PHONO
EFFECT
ON/OFF
V-AUX
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
VIDEO 1
CONCERT
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO 2
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
/
DTS
SURROUND
12
2
AFSTELLING VAN DE LUIDSPREKERBALANS
TEST
Voorpaneel
Voorpaneel
Voorpaneel
Voorpaneel
6
5
Afstandbediening
Afstandbediening
Afstandbediening
SYSTEM
POWER ON
of
WORDT VERVOLGD
PARAMETER
SET MENU
30
7 Draai het volume omhoog.
U hoort dan een test-toon (pink noise) vanuit de linker
hoofdluidspreker, vervolgens uit de middenluidspreker, uit
de rechter hoofdluidspreker de rechter achterluidspreker en
vervolgens uit de linker achterluidspreker gedurende elk
ongeveer 2,5 seconden. De display verandert dan zoals
hieronder aangegeven.
* De status van het test-toon uitgangssignaal wordt ook
aangegeven op het monitorscherm door een afbeelding
van een audio-luisterkamer. Dit is handig voor het
afstellen van elk van de luidsprekerniveaus.
* Als de functie “1A. CENTER SP” in de SET MENU
modus in de NONE stand is gezet, zult u de test-toon van
het middenkanaal uit de linker en rechter
hoofdluidsprekers horen komen.
8 Stel de BALANCE regelaar zodanig af dat het
uitgangsniveau van de effectklank van de linker
hoofdluidspreker en de rechter hoofdluidspreker
hetzelfde zijn.
9 Stel de geluidsuitgangsniveaus van de
middenluidspreker en de achterste luidsprekers
zodanig af dat deze bijna hetzelfde worden als die van
de hoofdluidsprekers.
Manier van afstellen:
Door het indrukken van de + of – toets wordt het
niveau naar de luidspreker (behalve de
hoofdluidsprekers) afgesteld die op dat moment de
test-toon produceert.
* Door het indrukken van de + toets wordt het niveau
verhoogd en door het indrukken van de toets wordt
het niveau verlaagd.
* Tijdens het afstellen wordt de test-toon op de
gekozen luidspreker vastgelegd.
Indien gewenst, is het mogelijk een luidspreker voor het
produceren van de test-toon te kiezen door het eenmaal
of meerdere malen indrukken van de of toets,
zodat “CENTER”, “RIGHT SURROUND” of “LEFT
SURROUND” op de display verschijnt.
* Door de of toets ingedrukt te houden wordt de
test-toon op de gekozen luidspreker vastgelegd.
* “CENTER” geeft aan dat de middenluidspreker is
gekozen, “RIGHT SURROUND” geeft de rechter
luidspreker aan en “LEFT SURROUND” geeft de
linker luidspreker aan.
* Het uitgangsniveau van de gekozen luidspreker kan
worden afgesteld met behulp van de + of – toets.
MUTE
BALANCE
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
Hoofd (L)
Hoofd (R)
Midden
Achter (L)
Achter (R)
Afstandbediening
Voorpaneel
Afstandbediening
Afstandbediening
TEST DOLBY SUR.
EFFECT LEVEL
CENTER 2dB
+
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A1
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
TAPE 2 MON
/EXT. DECODER
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
DVD/VCR 3
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
VCR 2
TV/DBS
LD
SOURCE
CD
MD/TAPE 1
VIDEO AUX
NEXT
INPUT MODE
SET MENU PROGRAM EFFECT
DIGITAL
PRO LOGIC
DSP
DIGITAL SOURCE
AC 3 DTS PCM
STANDBY/ON
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
SLEEP
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
TAPE 2 MON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
EFFECT
ON/OFF
VIDEO 1
CONCERT
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO 2
CONCERT
THEATER
TV
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
/
DTS
SURROUND
12
9
7
8
31
Nederlands
10 Druk voor het afstellen van het niveau van de
voorste effect-luidspreker de TEST toets op de
afstandbediening nogmaals in zodat “TEST DSP”
op de display verschijnt.
Een calibreringssignaal wordt dan beurtelings hoorbaar
vanuit de hoofdluidsprekers en de voorste effect-
luidsprekers.
11 Stel het niveau van de voorste effect-luidspreker af
door het indrukken van de + of – toets zodat dit
nagenoeg hetzelfde wordt als dat van de
hoofdluidsprekers.
* Tijdens het afstellen wordt de test-toon op de
voorste effect-luidspreker vastgelegd.
* Door het indrukken van de of toets wordt
de test-toon op respektievelijk de linker voorste
effect-luidspreker en rechter voorste effect-
luidspreker vastgelegd. Dit is voor u van dienst
om te controleren of de elk van de luidsprekers op
correcte wijze op dit apparaat is aangesloten.
12 Druk na het voltooien van de afstelling de TEST
toets nogmaals in om de test-toon uit te schakelen.
Opmerkingen
Wanneer u eenmaal deze afstellingen voltooid heeft, kunt
u het totale klankniveau van uw audiosysteem afstellen
met behulp van de VOLUME regelaar (of met de MASTER
VOLUME toetsen op alleen de afstandbediening).
Indien u gebruik maakt van externe vermogenversterkers,
kunt u de volumeregelaars daarvan gebruiken voor het
verkrijgen van de juiste balans.
Als in stap 9 de functie “1A. CENTER SP” in de SET
MENU modus op de “NONE” positie is ingesteld, kan het
uitgangsniveau van het geluid van de middenluidspreker
niet worden afgesteld. Dit is omdat in deze functie het
middengeluid automatisch via de linker en rechter
hoofdluidsprekers wordt weergegeven.
Indien het uitgangsniveau van het geluid van de midden-
en achterluidsprekers onvoldoende is, kunt u het
uitgangsniveau van de hoofdluidsprekers verminderen
door de functie “1F. MAIN LEVEL” in de SET MENU
modus op de positie “–10 dB” in te stellen.
Afstandbediening
Afstandbediening
Verdwijnt
TEST
Afstandbediening
TEST
TAPE 2 MON
PHONO
EFFECT
ON/OFF
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
VIDEO 1
CONCERT
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO 2
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
/
DTS
SURROUND
12
11
10, 12
Hoofdluidspreker
Voor effect-luidspreker
32
Bedieningsstappen dienen te worden uitgevoerd door te kijken
naar de informatie die wordt aangegeven op het displaypaneel
van deze apparatuur of op het monitorscherm. Als u de
informatie op de monitor zichtbaar wilt maken, de monitor
inschakelen.
Het gebruik van de afstandbediening wordt aanbevolen voor
een gemakkelijkere bediening.
Als u de afstandbediening gaat gebruiken, de
PARAMETER/SET MENU schakelaar op de
afstandbediening in de SET MENU stand zetten.
Opmerking: Let er op de afstandbediening te gebruiken met
de kap geopend.
1 Druk eenmaal of meerdere malen in totdat de titel van de
functie waarop u een verandering wilt aanbrengen op de
display verschijnt.
2 Kies de gewenste stand of bewerk de parameters op de
functie.
3 Herhaal stap 1 en 2 voor het wijzigen van een instelling of
het maken van een afstelling voor overige gewenste
functies.
Opmerking
Voor elk van de functies wordt op de pagina’s 33 tot 38 een
gedetailleerde afstellingsmethode met behulp van de toetsen
van de afstandbediening aangegeven. Let bij het maken van
afstellingen op het voorpaneel op de volgende punten.
De +/– toetsen op de afstandbediening zijn identiek aan de
SET MENU +/– toets op het voorpaneel.
key on the remote control transmitter is identical with the
NEXT button on the front panel.
De toets op de afstandbediening is identiek aan de NEXT
toets op het voorpaneel.
Verder moet worden vermeld dat de toets op de
afstandbediening kan worden gebruikt voor het veranderen van
selecties in de volgorde omgekeerd aan die van de toets.
AFSTELLINGEN IN DE “SET MENU” MODUS
1. SPEAKER SET
1A. CENTER SP
1B. REAR SP
1C. MAIN SP
1D. LFE/BASS OUT
1E. FRONT MIX
1F. MAIN LEVEL
2. LOW FREQ. TEST
3. DLBY DGTL SET
3A. LFE LEVEL
3B. D-RANGE
4. DTS SET
4A. LFE LEVEL
5. CENTER DELAY
6. CENTER GEQ
07. CINEMA EQ
08. PARAMETER INI
09. MEMORY GUARD
10. VCR3 VIDEO
11. INPUT MODE
12. DIMMER
Voorpaneel
of
Afstandbediening
Voorpaneel
of
Afstandbediening
NEXTSET MENU
NEXTSET MENU
PARAMETER
SET MENU
m METHODE VAN WIJZIGING VAN INSTELLING EN AFSTELLING
Met behulp van de volgende twaalf soorten functies is het mogelijk optimaal gebruik te maken van uw systeem hetgeen u een grotere
voldoening verschaft bij het luisteren naar audiobronnen en bekijken van videofilms.
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A1
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
TAPE 2 MON
/EXT. DECODER
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
DVD/VCR 3
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
VCR 2
TV/DBS
LD
SOURCE
CD
MD/TAPE 1
VIDEO AUX
NEXT
INPUT MODE
SET MENU PROGRAM EFFECT
DIGITAL
PRO LOGIC
DSP
DIGITAL SOURCE
AC 3 DTS PCM
STANDBY/ON
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
SLEEP
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
TAPE 2 MON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
EFFECT
ON/OFF
VIDEO 1
CONCERT
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO 2
CONCERT
THEATER
TV
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
/
DTS
SURROUND
12
1
1, 2
2
PARAMETER/SET MENU
33
Nederlands
1. SPEAKER SET (kiezen van de uitgangsfuncties die geschikt zijn voor uw
luidsprekersysteem)
Zie pagina 26–28 voor bijzonderheden. (Wanneer u eenmaal de juiste functies heeft gekozen, hoeft u geen wijzigingen meer aan te
brengen aan de instellingen tot het moment dat u een verandering in uw luidsprekersysteem tot stand brengt.)
2. LOW FREQ. TEST (afstellen van het niveau van de subwoofer met behulp van de
test-toon)
m BESCHRIJVINGEN VAN DE FUNCTIES
De interne lage frekwentie test-toon generator is van dienst
voor het afstellen van het niveau van de subwoofer om er voor
te zorgen dat het geluid van de subwoofer overeenkomt met
het geluid van de overige luidsprekers in uw audiosysteem.
Bedieningsprocedure
1. Druk na het kiezen van deze functie (titel) in stap 1 op
pagina 32 de + of – toets in om de modus voor afstelling
op de display zichtbaar te maken.
2. Druk de toets zodanig in dat de pijl
“TEST TONE
. . . .
OFF” aanwijst. Druk vervolgens de + of
– toets in om over te schakelen naar de “ON” stand.
De test-toon wordt dan door de gekozen luidspreker(s)
voortgebracht.
3. Druk de toets zodanig in dat de pijl “OUTPUT
. . . .
aanwijst. Druk vervolgens de + of – toets in voor het kiezen
van de luidspreker waarvan u het geluid wilt vergelijken
met het geluid van de subwoofer. De test-toon wordt dan
door de gekozen luidspreker voortgebracht.
* Stel de MASTER VOLUME toetsen zodanig af dat de
test-toon op het door u gewenste luisterniveau hoorbaar
wordt.
* Indien “SUBWOOFER” wordt gekozen, zal er een test-
toon onder 90 Hz door de subwoofer worden
voortgebracht.
* De test-toon zal niet noodzakelijkerwijs alleen door de
gekozen luidspreker(s) worden voortgebracht. De
uitvoermodus van de test-toon is afhankelijk van de
instellingen op “1. SPEAKER SET” in de SET MENU
modus.
* Ook als er een bron wordt weergegeven wordt in plaats
van de brongeluiden de test-toon voortgebracht.
4. Druk de toets zodanig in dat de pijl
“FREQ.
. . . . . . .
88 Hz” aanwijst. Verander om te
controleren of het geluid van de subwoofer overeenkomt
met het geluid van de overige luidsprekers de frekwentie
van de test-toon één voor één door het indrukken van de +
of – toets. (De frekwentie kan veranderd worden van 35 Hz
tot 250 Hz en tenslotte wordt het volledige bereik (35 – 250
Hz) van de frekwenties voortgebracht.)
Stel het subwooferniveau met behulp van de regelaar
op de subwoofer zodanig af dat het geluid van de
subwoofer overeenkomt met het geluid van de overige
luidsprekers in elk bereik van de lage frekwenties.
Opmerking
Deze lage frekwentie test-toon kan ook worden gebruikt om de
lage tonen respons in uw kamer te controleren. Voor de beste
weergave van de lage tonen, dient het geluid van de lage
tonen beslist op elke plaats in uw kamer hoorbaar te zijn. Is dit
niet het geval, verander dan de opstelling van de subwoofer of
het meubilair in uw kamer.
3. DLBY DGTL (DOLBY DIGITAL) SET
Afstellingsmethode
Druk na het kiezen van de titel “3. DLBY DGTL SET” in stap 1 op pagina 32 de + of – toets in om de titel “3A. LFE LEVEL” te laten
verschijnen. Druk voor het kiezen van de titel “3B. D-RANGE” de toets in. (Druk voor het opnieuw kiezen van de titel “3A. LFE
LEVEL”, de toets in.) Maak vervolgens een wijziging van de instelling of een afstelling met behulp van de + of – toets.
3A. LFE LEVEL (afstellen van het uitgangsniveau op het LFE (lage frekwentie effect)
kanaal)
Regelbereik: –20 dB tot 0 dB
Vooringestelde waarde: 0 dB
Deze afstelling is enkel effectief wanneer het Dolby Digital
(AC-3) gedecodeerd wordt en de signalen van de gekozen
bron die gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3) LFE
signalen bevatten.
Stelt het uitgangsniveau af op het LFE (lage frekwentie effect)
kanaal. Indien de LFE signalen gemengd worden met de
signalen op overige kanalen om deze via dezelfde luidsprekers
uit te voeren, wordt alleen de verhouding van het niveau van de
LFE signalen ten opzichte van het niveau van de overige
signalen afgesteld. (Zie pagina 5 voor bijzonderheden
betreffende het LFE kanaal.)
34
Keuzes: MAX/STD/MIN
Vooringestelde positie: MAX
Deze afstelling is enkel effectief wanneer het Dolby
Digital (AC-3) gedecodeerd wordt.
MAX: “Dynamisch bereik” is het verschil tussen het
maximum niveau en het minimum niveau van
geluiden. Geluiden op een film welke oorspronkelijk
bestemd is voor bioscooptheaters kenmerken zich
door een zeer breed dynamisch bereik.
Met behulp van de Dolby Digital (AC-3) technologie
kan het oorspronkelijke geluidsspoor in een
huiskamer-audioformaat worden omgezet waarbij dit
brede dynamische bereik onveranderd blijft.
In deze positie wordt een bron die gecodeerd is met
Dolby Digital (AC-3) in het brede dynamische bereik
van het oorspronkelijke geluidsspoor
gereproduceerd, waardoor bereikt wordt dat u kunt
genieten van krachtige geluiden die vergelijkbaar zijn
met die in een bioscooptheater.
Het kiezen van deze positie zal nog meer tot zijn
recht komen, indien u kunt luisteren naar een bron
op een hoog uitgangsniveau in een kamer die
speciaal voor het genieten van audio/video
geluiddicht gemaakt is.
STD (Standard):
Krachtige geluiden met een buitengewoon breed
dynamisch bereik zijn niet altijd geschikt voor
huiskamergebruik. Afhankelijk van de
omstandigheden van uw luisteromgeving, bestaat de
kans dat het niet mogelijk is het uitgangsniveau van
het geluid zo hoog in te stellen als in een
bioscooptheater het geval is. Echter, op een niveau
dat geschikt is voor het luisteren in uw kamer,
kunnen de delen van een bron met laag niveau niet
goed gehoord worden aangezien deze verloren
raken in de achtergrondgeluiden van uw omgeving.
Met behulp van Dolby Digital (AC-3) technologie is
het eveneens mogelijk het dynamische bereik van
een oorspronkelijk geluidsspoor terug te brengen op
huiskamer-audioformaat door de data van de
klanken “samen te drukken”.
In deze positie wordt een bron die gecodeerd is met
Dolby Digital (AC-3) gereproduceerd in het
“samengedrukte” dynamische bereik van de bron
welke geschikt is voor het beluisteren op een laag
niveau.
Indien gewenst, kunt u het dynamisch bereik met de
hand afstellen alleen wanneer de STD positie is
gekozen.
m H-LEVEL CUT (schaal voor hoogniveau-
afsnijding)
Regelbereik: 0,0 tot 1,0
Vooringestelde waarde: 1,0
Stelt het dynamische bereik van de hoogniveau
signalen van de bron af. Naarmate de waarde groter
is, zal het bereik verder versmald worden. Naarmate
de waarde kleiner is, zal het bereik verder verbreed
worden.
m L-LEVEL BST (schaal voor laagniveau-
versterking)
Regelbereik: 0,0 tot 1,0
Vooringestelde waarde: 1,0
Stelt het dynamische bereik van de laagniveau
signalen van de bron af. Naarmate de waarde groter
is, zal het bereik verder verbreed worden. Naarmate
de waarde kleiner is, zal het bereik verder versmald
worden.
Afstellingsmethode
Kies de titel H-LEVEL CUT of L-LEVEL BST door het
indrukken van de of toets en stel de waarde
ervan af door het indrukken van de + of – toets.
MIN: In deze positie wordt het dynamische bereik verder
versmald dan in de STD positie. Het kiezen van deze
positie zal van dienst zijn wanneer u moet luisteren
naar een bron op een buitengewoon laag
uitgangsniveau.
* In deze positie kan het voorkomen dat afhankelijk
van de bron het voortgebrachte geluid zwak is of
niet normaal wordt weergegeven. Kies in dat geval
de MAX of STD positie.
3B. D-RANGE (afstellen van het dynamische bereik)
4. DTS SET
Afstellingsmethode
Druk na het kiezen van de titel “4. DTS SET” in stap 1 op pagina 32 de + of – toets in om de titel “4A. LFE LEVEL” te laten
verschijnen. Stel vervolgens het niveau er van af met behulp van de + of – toets.
4A. LFE LEVEL (afstellen van het uitgangsniveau op het LFE (lage frekwentie effect)
kanaal)
Regelbereik: –10 dB tot 10 dB
Vooringestelde waarde: 0 dB
Deze afstelling is enkel effectief wanneer de DTS
gedecodeerd wordt en de signalen van de gekozen bron
die gecodeerd is met het DTS LFE signalen bevatten.
Stelt het uitgangsniveau af op het LFE (lage frekwentie effect)
kanaal. Indien de LFE signalen gemengd worden met de
signalen op overige kanalen om deze via dezelfde luidsprekers
uit te voeren, wordt alleen de verhouding van het niveau van de
LFE signalen ten opzichte van het niveau van de overige
signalen afgesteld. (Zie pagina 6 voor bijzonderheden
betreffende het LFE kanaal.)
35
Nederlands
5. CENTER DELAY (afstellen van de vertraging van de middengeluiden (dialoog, enz.))
Regelbereik: 0 ms tot 5 ms (in stappen van 1 ms)
Vooringestelde waarde: 0 ms
Deze afstelling is enkel effectief wanneer het Dolby
Digital (AC-3) of het DTS gedecodeerd wordt en de
signalen van de gekozen bron die gecodeerd is met het
Dolby Digital (AC-3) of het DTS middenkanaalsignalen
bevatten.
Stelt de vertraging af tussen de hoofdgeluiden (op de
hoofdkanalen) en de dialoog, enz. (op het middenkanaal).
Naarmate de waarde groter is, wordt de dialoog, enz. later ten
gehore gebracht.
Het is mogelijk dat in uw audiosysteem de afstand van de
middenluidspreker naar uw luisterpositie korter is dan de
afstand van de linker of rechter hoofdluidspreker naar uw
luisterpositie. In dat geval kunnen de geluiden van de linker
hoofdluidspreker, de middenluidspreker en de rechter
hoofdluidspreker uw luisterpositie op hetzelfde moment
bereiken door het geluid van de middenluidspreker te
vertragen.
6. CENTER GEQ (Afstelling van de grafische equalizer van het middenkanaal)
De ingebouwde vijf-band grafische equalizer wordt gebruikt
voor afregeling van de totale uitgangsfrekwentierespons van
het middenkanaal over een bereik van ± 6 dB. De vijf banden
omvatten het complete hoorbare klankspectrum en zijn
gecentreerd op 100 Hz, 300 Hz, 1 kHz, 3 kHz en 10 kHz
frekwenties. Afstelling dient voor elk van de frekwenties
afzonderlijk te worden uitgevoerd.
Afstellingsmethode
Druk na het kiezen van de functie (titel) in stap 1 op pagina 32
de + of – toets in om de toestand van de equalizer zichtbaar te
maken. Kies vervolgens een frekwentie met behulp van de
of toets en stel het niveau ervan af met behulp van de
+ of – toets.
* Afstelling kan worden gemaakt door het controleren van de
geluiden met behulp van de test-toon. Druk voor het gebruik
van de test-toon de TEST toets zodanig in dat “TEST
DOLBY SUR.” op de display verschijnt alvorens een
afstelling te maken. De test-toon wordt voortgebracht door
de middenluidspreker(s).
Het is moeilijk de klank-kwaliteit van de hoofdluidsprekers,
middenluidspreker, de voorste en achterste effect-luidsprekers
in balans te brengen, aangezien deze verschillend kunnen zijn
in type en formaat en hun plaats van opstelling en hoogten ook
verschillend zijn. Met behulp van de ingebouwde CINEMA
equalizer is het mogelijk de klank-kwaliteit van de luidsprekers
gemakkelijk in balans te brengen door de klank-kwaliteit van
de hoofd/midden, voorste effect- en achterste effectkanalen
afzonderlijk af te stellen.
Dit is ook van dienst om te compenseren voor het verlies aan
klankrespons van de hoofd- en middenluidsprekers wanneer
deze luidsprekers achter een projectiescherm geplaatst
worden (indien u in plaats van een TV een projector gebruikt).
De CINEMA equalizer bestaat uit de high-shelving equalizer
(HIGH) en de parametrische equalizer (PEQ). De hoge
frekwentie-karakteristieken worden door de high-shelving
equalizer soepel veranderd terwijl de parametrische equalizer
er voor zorgt dat alle gekozen frekwenties soepel versterkt of
afgesneden worden.
Afstellingsmethode
1. Druk na het kiezen van deze functie (titel) in stap 1 op
pagina 32 de + of – toets in.
2. Kies de kanalen waarop u afstellingen wilt maken door het
indrukken van de of toets zodat de pijl de
bijbehorende titel aanwijst.
L, C, R ............................................. Linker hoofd-, midden-
en rechter hoofdkanaal
FRNT EFCT .................................... Voorste effect kanalen
REAR EFCT ........................................... Achterste kanalen
3. Druk de + of – toets in om de equalizer voor de gekozen
kanalen op “ON” te schakelen.
4. Druk de toets bij herhaling in totdat de titel van de
afstellingsmodus (7A. L,C,R EQ/7B. FRNT EFCT EQ/7C.
REAR EFCT EQ) voor de kanalen waarop u de afstellingen
wilt maken op de display verschijnt.
* De afstellingsmodus zal niet worden aangegeven voor de
kanalen die in stap 2 op “OFF” waren ingesteld.
5. Maak de afstellingen voor de gekozen kanalen.
Kies de optie met de of toets en verander de
waarde met de + of – toets.
HIGH: FRQ..................... Kiest een kantelfrekwentie van
de high-shelving equalizer.
GAIN ............................. Stelt het maximum equalizing-
niveau af.
PEQ: FRQ...................... Kiest een frekwentie die u gaat
versterken of afsnijden.
GAIN .............................. Stelt het equalizing-niveau op de
gekozen frekwentie af.
* Afstelling kan worden uitgevoerd door het controleren van de
geluiden met behulp van de test-toon. Druk voor het
gebruiken van de test-toon de TEST toets zodanig in dat
“TEST DOLBY SUR.” of “TEST DSP” op de display
verschijnt. De test-toon wordt vastgelegd op de kanalen
waarop u een afstelling gaat maken en wordt door de
bijbehorende luidsprekers voortgebracht.
Het wordt aanbevolen deze afstellingen uit te voeren samen
met de afstelling van de klank-kwaliteit van de
middenluidspreker op de functie “6. CENTER GEQ”.
Opmerking
Wanneer het GAIN niveau te hoog wordt ingesteld, kan dit een
overbelasting veroorzaken. Het wordt aanbevolen het GAIN
niveau zodanig af te stellen dat dit lager wordt dan de
vooringestelde waarde.
7. CINEMA EQ (afstellen van de klankbalans van de luidsprekers)
36
m Vooringestelde waarde van de CINEMA equalizer
L, C, R EQ
HIGH: FRQ ..................... 12,7 kHz
GAIN .................................... –3 dB
PEQ: FRQ ....................... 12,7 kHz
GAIN .................................... –4 dB
FRONT, REAR EFCT EQ
HIGH: FRQ ..................... 12,7 kHz
GAIN ...................................... 0 dB
PEQ: FRQ ......................... 8,0 kHz
GAIN .................................... –3 dB
m Frekwentiekarakteristieken
De volgende curves geven de frekwentiekarakteristieken aan wanneer de high-shelving equalizer (HIGH) wordt afgesteld op de
aangegeven waarden.
HIGH: FRQ ....................... 1,0 kHz
GAIN .................... +6 dB tot –9 dB
HIGH: FRQ ... 1,0 kHz tot 12,7 kHz
GAIN ......................... +6 dB/–9 dB
GAIN (dB)
+
6
+
3
0
3
6
9
20 50 100 200 500 1k 2k 5k 10k 20k
HIGH
PEQ
+
6
+
3
0
3
6
9
20 50 100 200 500 1k 2k 5k 10k 20k
PEQ
HIGH
HIGH
+
PEQ
(OVERALL)
Frekwentie (Hz)
GAIN (dB)
Frekwentie (Hz)
GAIN (dB)
+
6
+
3
0
3
6
9
20 50 100 200 500 1k 2k 5k 10k 20k
Frekwentie (Hz)
GAIN (dB)
+
6
+
3
0
3
6
9
20 50 100 200 500 1k 2k 5k 10k 20k
FREKW.
PUNTEN
1,0k
1,2k
1,6k
2,0k
2,5k
3,2k
4,0k
5,0k
5,7k
6,3k
7,1k
8,0k
9,0k
10,1k
11,3k
12,7kHz
Frekwentie (Hz)
37
Nederlands
De volgende curves geven de frekwentiekarakteristieken aan wanneer de parametrische equalizer (PEQ) wordt afgesteld op de
aangegeven waarden.
PEQ: FRQ ........................... 1,0 kHz
GAIN ....................... +6 dB tot –9 dB
PEQ: FRQ ....... 1,0 kHz tot 12,7 kHz
GAIN ............................ +6 dB/–9 dB
+
6
+
3
0
3
6
9
20 50 100 200 500 1k 2k 5k 10k 20k
+
6
+
3
0
3
6
9
20 50 100 200 500 1k 2k 5k 10k 20k
Frekwentie (Hz)
GAIN (dB)
Frekwentie (Hz)
GAIN (dB)
8. PARAMETER INI (Initialiseren van parameters op een DSP programma)
U kunt alle parameter-instellingen op een DSP programma
initialiseren. Een DSP programma heeft echter twee of drie
sub-programma’s; alle parameters op beide sub-programma’s
worden door deze bewerking geïnitialiseerd.
Initialiseringsmethode
Druk na het kiezen van deze functie (titel) in stap 1 op pagina
32 de + of – toets in om de DSP programmanummers (1 – 12)
op de display te laten verschijnen. Een programmanummer
waarvan de parameters veranderd werden wordt gemarkeerd
door “
*
” . Druk een DSP programmakeuzetoets in die
overeenkomt met het programmanummer waarvan u de
parameters wenst te initialiseren. Wanneer de parameters zijn
geïnitialiseerd zal de “
*
” markering verdwijnen.
9. MEMORY GUARD (Vergrendelen van DSP parameters en overige afstellingen)
Indien u abusievelijke wijziging van DSP parameters of overige
afstellingen op deze apparatuur wenst te voorkomen, “ON”
kiezen. In deze posities zijn de instellingen vergrendeld en
kunnen deze niet gewijzigd worden. De volgende functies op
deze apparatuur kunnen door deze bedieningswijze
vergrendeld worden.
DSP parameters
Overige functies in de “SET MENU” modus
ON SCREEN displaytoets
LEVEL toets
TEST toets
FREKW.
PUNTEN
1,0k
1,2k
1,6k
2,0k
2,5k
3,2k
4,0k
5,0k
5,7k
6,3k
7,1k
8,0k
9,0k
10,1k
11,3k
12,7kHz
38
11. INPUT MODE (kiezen van de begin-ingangsmodus van de bronnen die aangesloten
zijn op de TV/DBS en DVD/VCR 3 aansluitingen)
Voor enkel de bronnen die aangesloten zijn op de TV/DBS en
DVD/VCR 3 aansluitingen van deze apparatuur, kunt u de
ingangsmodus bepalen die automatisch wordt gekozen
wanneer de stroomtoevoer naar deze apparatuur wordt
ingeschakeld.
AUTO: In deze positie wordt de AUTO ingangsmodus altijd
gekozen wanneer de stroomtoevoer naar deze
apparatuur wordt ingeschakeld.
LAST: In deze positie wordt de ingangsmodus die u het laatst
heeft gekozen in het geheugen opgeslagen en zal niet
worden veranderd als de stroomtoevoer naar deze
apparatuur wordt ingeschakeld.
* Zie pagina 41 voor bijzonderheden betreffende het
overschakelen van de ingangsmodus.
Bedieningsmethode
Druk na het kiezen van deze functie (titel) in stap 1 op pagina
32 de + of – toets in. Kies vervolgens de ingangsbron TV/DBS
of DVD/VCR 3 door de of toets zodanig in te drukken
dat de pijl de naam aanwijst en kies vervolgens de AUTO of
LAST modus door het indrukken van de + of – toets.
12. DIMMER (veranderen van de helderheid van het displaypaneel)
U kunt de helderheid van het displaypaneel in vijf stappen
afstellen.
10. VCR 3 VIDEO (overschakelen van de DVD/VCR 3 VIDEO OUT aansluiting naar een
tweede monitor-aansluiting)
Indien u een tweede TV monitor (of een projector) op deze
apparatuur wenst aan te sluiten, de “MONTR” positie kiezen.
De DVD/VCR 3 VIDEO OUT aansluiting (en ook de S VIDEO
aansluiting) wordt overgeschakeld naar een tweede monitor-
aansluiting, zodat u deze aansluiting kunt verbinden met de
video-aansluiting van een andere TV monitor.
Opmerkingen
Zelfs in de “MONTR” positie kan de DVD/VCR 3 VIDEO IN
ingang gebruikt worden als een normale video-aansluiting
en kunnen de DVD/VCR 3 AUDIO SIGNAL IN/OUT
aansluitingen als normale audio signaalingangen en
-uitgangen gebruikt worden.
Indien de DVD/VCR 3 aansluitingen enkel gebruikt worden
voor aansluiting van een derde videocassetterecorder, er op
letten de “REC OUT” positie te kiezen. Als het beeld op de
monitor gestoord wordt tijdens het gebruik van de derde
videocassetterecorder, bestaat de kans dat de “MONTR”
positie is gekozen. Kies in dat geval de “REC OUT” positie.
39
Nederlands
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A1
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
TAPE 2 MON
/EXT. DECODER
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
DVD/VCR 3
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
VCR 2
TV/DBS
LD
SOURCE
CD
MD/TAPE 1
VIDEO AUX
NEXT
INPUT MODE
SET MENU PROGRAM EFFECT
DIGITAL
PRO LOGIC
DSP
DIGITAL SOURCE
AC 3 DTS PCM
STANDBY/ON
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
SLEEP
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
TAPE 2 MON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
1
Zet in stand “
”.
2 Schakel het apparaat in.
3 Kies de gewenste ingangsbron.
(
Schakel voor videobronnen de TV/monitor in.)
De gekozen ingangsbron wordt aangegeven op het
displaypaneel en op het monitorscherm.
Naam van de gekozen ingangssignaalbron
Zie pagina 40 voor het kiezen van het tapedeck dat is
aangesloten op de TAPE 2 aansluitingen of de bron welke
is aangesloten op de EXTERNAL DECODER INPUT
aansluitingen.
4 Voor een bron die twee of meer soorten signalen in deze
apparatuur invoert, wordt de huidige ingangsmodus
eveneens aangegeven.
Druk voor het veranderen van de ingangsmodus de
INPUT MODE toets op het voorpaneel of de
ingangskeuzetoets voor de huidige gekozen bron op de
afstandbediening in. (Zie pagina 41 voor bijzonderheden
betreffende het overschakelen van de ingangsmodus.)
5 Schakel de weergave van de bron in.
6
Afstellen op het gewenste uitgangsniveau.
7 Stel indien gewenst de BASS, TREBLE, BALANCE
regelaars, enz., af (zie pagina 44) en gebruik de
digitale geluidsveldprocessor. (Zie pagina’s 45–49.)
Voorpaneel
of
Afstandbediening
VOLUME
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
MASTER VOLUME
MUTE
BASIS-BEDIENING
WEERGEVEN VAN EEN BRON
VOLUME
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
STANDBY/ON
1, 6
2
4
3
3, 4
6
7
Opmerking: Let er op de afstandbediening te gebruiken met de kap geopend.
Voorpaneel
of
Afstandbediening
LD
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
Voorpaneel
of
Afstandbediening
Ingangsmodus
INPUT MODE
LD
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
MD/TAPE 1
A/B
REC/PAUSE
BA
A
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
B
LD
TAPE 2 MON
/EXT. DECODER
PHONO
EFFECT
ON/OFF
TV/DBS
DVD/VCR 3
V-AUX
C
DIR
DISCSTOP
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
VIDEO 1
CONCERT
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO 2
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
/
DTS
SURROUND
12
Voorpaneel
Voorpaneel
2
Afstandbediening
SYSTEM
POWER ON
of
7
40
Wanneer u het gebruik van het apparaat wilt
stoppen
Druk de STANDBY/ON schakelaar op het voorpaneel
nogmaals in of druk de STANDBY toets op de
afstandbediening in om dit apparaat op de standby functie in te
stellen.
Kiezen van het tapedeck aangesloten op de
TAPE 2 aansluitingen van dit apparaat of de
bron aangesloten op de EXTERNAL
DECODER INPUT aansluitingen als de
ingangsbron.
Druk de TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets eenmaal of
meerdere malen in zodat de bijbehorende indicatie op de
display verschijnt.
“TAPE2 MONITOR ON”: Licht gedurende enkele seconden
op vlak nadat u het tapedeck heeft
gekozen dat aangesloten is op de
TAPE 2 aansluitingen.
“EXT. DECODER IN”: Licht op wanneer de bron
aangesloten op de EXTERNAL
DECODER INPUT aansluitingen
wordt gekozen.
Opmerking
De ingangsbron die op deze manier is gekozen heeft voorrang
boven elke andere ingangsbron die reeds eerder is gekozen.
Voor het kiezen van een andere ingangsbron dient de TAPE 2
MON/EXT. DECODER toets te worden ingedrukt, zodat zowel
de “TAPE 2 MON” indicator als ook “EXT. DECODER IN”
beide niet op de display oplichten.
Opmerkingen betreffende de keuze van de
ingangsbronnen
Let er op dat bij het kiezen van een naam van een
ingangsbron de bron wordt gekozen die aangesloten is op
de bijbehorende ingangsaansluitingen op het achterpaneel.
* Kies “VIDEO AUX” voor het selecteren van een bron
aangesloten op de VIDEO AUX aansluitingen op het
voorpaneel.
De instelling van de TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets
kan niet worden geannuleerd door het kiezen van een
andere ingangsbron. Druk om deze instelling te annuleren
de TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets nogmaals in zodat
zowel de “TAPE 2 MON” indicator als ook “EXT. DECODER
IN” beide niet op de display oplichten.
Indien u een video-ingangsbron kiest zonder de instelling
van de TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets te annuleren,
zal het weergaveresultaat het videobeeld van de videobron
zijn en het geluid dat van de bron zijn die gekozen is met
behulp van de TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets.
Indien met behulp van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandbediening een andere audiobron wordt gekozen
terwijl u naar een videobron kijkt, wordt het geluid van de
nieuw gekozen audiobron weergegeven, alhoewel het beeld
van de videobron nog steeds zichtbaar blijft.
Wanneer u een ingangsbron kiest, zal het DSP programma
(of de status die bestond in het geval er geen DSP
programma gebruikt werd) welke was ingesteld toen
dezelfde ingangsbron de laatste keer werd gekozen,
automatisch worden opgeroepen.
Als een niet-gestandaardiseerde bron wordt weergegeven
of wanneer het apparaat dat de bron weergeeft niet goed
functioneert, zal de aanduiding “INPUT DATA ERROR” op
de display verschijnen.
Voorpaneel
of
of
Afstandbediening
TAPE 2 MON
/EXT. DECODER
TAPE 2 MON
/ EXT. DECODER
STANDBY/ON
Voorpaneel
Afstandbediening
STANDBY
of
TAPE 2 MON
41
Nederlands
Overschakelen van de ingangsmodus
Met deze apparatuur is het mogelijk de ingangsmodus over te
schakelen enkel voor bronnen die twee of meer soorten
signalen naar deze apparatuur voeren.
m Voor CD, MD/TAPE 1, TV/DBS en
DVD/VCR 3 bronnen:
De volgende twee ingangsmodi zijn beschikbaar.
AUTO:
Deze modus wordt automatisch gekozen wanneer u de
stroomtoevoer naar deze apparatuur inschakelt.
In deze modus wordt het ingangssignaal automatisch in de
volgende rangorde gekozen.
1. Digitaal signaal dat gecodeerd is met de Dolby Digital (AC-
3) of het DTS of normaal digitaal ingangssignaal (PCM)
2. Analoog ingangssignaal (ANALOG)
* Indien bij CD, TV/DBS en DVD/VCR 3 bronnen de digitale
signalen worden ingevoerd via zowel de OPTICAL als de
COAXIAL aansluitingen, wordt het digitale signaal van de
OPTICAL aansluiting gekozen.
DTS:
In deze modus wordt enkel het digitale ingangssignaal dat
gecodeerd is met het DTS gekozen, alhoewel overige signalen
tegelijkertijd worden ingevoerd.
ANALOG
In deze modus wordt enkel het analoge ingangssignaal
gekozen, ook al wordt het digitale signaal tegelijkertijd
ingevoerd.
Kies deze modus wanneer u het analoge ingangssignaal wilt
kiezen in plaats van het digitale ingangssignaal.
m Voor LD bronnen:
De volgende vijf ingangsmodi zijn beschikbaar.
AUTO:
Deze modus wordt automatisch gekozen wanneer u de
stroomtoevoer naar deze apparatuur inschakelt.
In deze modus wordt het ingangssignaal automatisch in de
volgende rangorde gekozen.
1. Dolby Digital (AC-3) RF signaal (DOLBY DIGITAL)
2. Digitaal signaal dat gecodeerd is met de Dolby Digital (AC-
3) of het DTS of normaal digitaal ingangssignaal (PCM)
3. Analoog ingangssignaal (ANALOG)
AC-3 RF:
In deze modus wordt enkel het Dolby Digital (AC-3) RF signaal
gekozen.
DTS:
In deze modus wordt enkel het digitale ingangssignaal dat
gecodeerd is met het DTS gekozen, alhoewel overige signalen
tegelijkertijd worden ingevoerd.
DIGITAL:
In deze modus wordt enkel het digitale ingangssignaal
gekozen, ook al worden andere soorten signalen tegelijkertijd
ingevoerd.
ANALOG
In deze modus wordt enkel het analoge ingangssignaal gekozen,
ook al worden andere soorten signalen tegelijkertijd ingevoerd.
Opmerkingen betreffende de keuze van de ingangsmodus
Bij de TV/DBS en DVD/VCR 3 bronnen wordt de
ingangsmodus die gekozen wordt op de functie “11. INPUT
MODE” in de SET MENU modus gekozen wanneer u de
stroomtoevoer van dit apparaat inschakelt.
Stel voor de weergave van een LD bron waarvan het Dolby
Digital (AC-3) gedecodeerd wordt, de ingangsmodus in op
“AUTO” of “AC-3 RF”.
Kies de ANALOG modus wanneer u wilt genieten van een
bron die normale 2-kanaal signalen heeftmet een Dolby Pro
Logic Surround programma.
In de AUTO modus kunnen er zich bij sommige LD spelers of
DVD spelers gevallen voordoen waarbij wanneer u tijdens
weergave een zoekfunctie gebruikt op een bron die
gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3) of het DTS en
vervolgens de weergave hervat, het uitgangsgeluid
kortstondig wordt onderbroken omdat het digitale
ingangssignaal opnieuw wordt gekozen.
Voor de bronnen PHONO, TUNER, TAPE 2, VCR 1, VCR 2
en V-AUX kan de ingangsmodus niet worden veranderd
aangezien deze enkel analoge signalen in deze apparatuur
invoeren.
Wanneer de ingangsbron veranderd wordt naar LD, CD,
MD/TAPE 1, TV/DBS of DVD/VCR 3 of de ingangsmodus
veranderd wordt, zal de huidige gekozen ingangsmodus op
het displaypaneel en op het monitorscherm aangegeven
worden. Bij verandering naar de AUTO modus, zal het type
van het gekozen ingangssignaal eveneens worden
aangegeven zoals in onderstaande afbeelding.
* Als echter deze bedieningsstappen worden uitgevoerd
wanneer de test-toon door deze apparatuur wordt
voortgebracht, zal het type van het gekozen ingangssignaal
niet worden aangegeven. (Alleen de aanduiding “AUTO” zal
verschijnen.)
Opmerkingen betreffende het weergeven van een bron
die gecodeerd is met het DTS:
Wanneer u een LD of CD bron met het DTS
gedecodeerd (waarbij de rode “dts” indicator verlicht op
de display wordt aangegeven) weergeeft in de AUTO
modus, is het mogelijk dat u een storingsgeluid hoort vlak
nadat de weergave begint. Kies de DTS modus om dit
storingsgeluid ongedaan te maken.
Let er op deze bronnen niet in de ANALOG modus weer
te geven. Als deze in de ANALOG modus worden
weergegeven, zullen er enkel storingsgeluiden door de
luidsprekers voortgebracht worden.
Als u een CD of LD bron gecodeerd met het DTS in de
AUTO modus weergeeft, zal dit apparaat automatisch in
de DTS-decodeerfunctie geblokkeerd worden om te
voorkomen dat bij het uitvoeren van daarop volgende
bedieningsstappen storingsgeluiden veroorzaakt worden.
In deze toestand gaat de rode “dts” indicator knipperen.
Als u in deze toestand een CD of LD met normale (PCM)
signalen weergeeft, zal er geen geluid voortgebracht
worden. Druk om deze bronnen normaal te kunnen
weergeven de INPUT MODE toets op het voorpaneel of
de ingangskeuzetoets voor het huidige gekozen bron op
de afstandbediening in zodat “PCM” op de display
verschijnt.
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
42
1 Zet de REC OUT keuzeschakelaar in de SOURCE
positie.
2 Kies de bron die u wenst op te nemen.
3 Geef de bron weer en draai vervolgens de VOLUME
regelaar omhoog om de ingangssignaalbron te
controleren.
4 Begin het opnemen op het tapedeck (of MD recorder,
enz.) of de videorecorder die op dit apparaat is
aangesloten.
5 Indien het tweede tapedeck (of MD recorder, enz.) dat
is aangesloten op de TAPE 2 REC aansluitingen van
dit apparaat voor opname gebruikt wordt, kunt u
meeluisteren naar de geluiden die worden opgenomen
door het indrukken van de TAPE 2 MON/EXT.
DECODER toets zodat de “TAPE 2 MON” indicator op
de display oplicht.
OPNEMEN VAN EEN BRON OP TAPE (OF MD) (OF KOPIEREN VAN
EEN BAND NAAR EEN ANDERE)
3
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A1
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
TAPE 2 MON
/EXT. DECODER
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
DVD/VCR 3
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
VCR 2
TV/DBS
LD
SOURCE
CD
MD/TAPE 1
VIDEO AUX
NEXT
INPUT MODE
SET MENU PROGRAM EFFECT
DIGITAL
PRO LOGIC
DSP
DIGITAL SOURCE
AC 3 DTS PCM
STANDBY/ON
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
SLEEP
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
TAPE 2 MON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
2
Opmerking: Let er op de afstandbediening te gebruiken met
de kap geopend.
Voorpaneel
Voorpaneel
of
Afstandbediening
CD
2
3
MD/TAPE 1
A/B
REC/PAUSE
BA
A
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
B
LD
TAPE 2 MON
/EXT. DECODER
PHONO
EFFECT
ON/OFF
TV/DBS
DVD/VCR 3
V-AUX
C
DIR
DISCSTOP
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
VIDEO 1
CONCERT
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO 2
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
/
DTS
SURROUND
12
5
Voorpaneel
of
Afstandbediening
VOLUME
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
MASTER VOLUME
MUTE
5
1
DVD/VCR 3
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
VCR 2
TV/DBS
LD
SOURCE
CD
MD/TAPE 1
43
Nederlands
Opnemen van een bron op tape (of MD) tijdens het beluisteren (of bekijken van
een andere bron)
Wanneer u de REC OUT keuzeschakelaar op CD instelt, kan het audiosignaal van uw CD speler door uw eerste tapedeck (of MD
recorder) welke is aangesloten op de MD/TAPE 1 REC aansluitingen van dit apparaat worden opgenomen, ongeacht de instelling
van de INPUT SELECTOR. Op dezelfde manier kunnen wanneer de REC OUT keuzeschakelaar op LD, TV/DBS, VCR 2,
DVD/VCR 3 of VIDEO AUX wordt ingesteld zowel de audio- als videosignalen van de gekozen bron door uw eerste videorecorder
welke is aangesloten op de VCR 1 OUT aansluitingen van dit apparaat worden opgenomen.
1 Kies de bron die u wilt opnemen.
2 Schakel de weergave van de bron in.
3 Bepaal de bron door deze te kiezen met behulp van de
INPUT SELECTOR en draai de VOLUME regelaar
omhoog.
4 Begin het opnemen op het eerste tapedeck (of MD
recorder, enz.) of de eerste videorecorder die op dit
apparaat is aangesloten.
5 Voor het meeluisteren naar het op te nemen geluid (en
beeld) (of naar het geluid dat wordt opgenomen), het
voor opname te gebruiken tapedeck (of VCR) kiezen
met behulp van de INPUT SELECTOR.
6 Indien u tijdens het opnemen naar een andere bron wilt
luisteren, kunt u deze kiezen met behulp van de INPUT
SELECTOR.
Opmerkingen
Tijdens het opnemen kunt u elke andere videorecorder of
tapedeck welke niet door de REC OUT keuzeschakelaar is
gekozen gebruiken voor het opnemen van een audio- en
videobron welke door de INPUT SELECTOR wordt gekozen.
De audio- en videosignalen van VCR 2 (of DVD/VCR 3)
worden naar VCR 1 gezonden wanneer de REC OUT
keuzeschakelaar op VCR 2 (of DVD/VCR 3) wordt ingesteld.
Indien de REC OUT keuzeschakelaar op VCR 2 (of VCR 3)
is ingesteld, kunt u niet van uw eerste videorecorder naar
de tweede videorecorder (of de derde videorecorder)
kopiëren, ook niet wanneer VCR 1 door de INPUT
SELECTOR wordt gekozen.
Druk voor het kopiëren van het audiosignaal van uw tweede
tapedeck naar het eerste, de TAPE 2 MON/EXT. DECODER
toets in zodat de “TAPE 2 MON” indicator op de display
oplicht (en stel de INPUT SELECTOR in op elke andere bron
dan MD/TAPE 1 alvorens met het opnemen te beginnen).
Opmerking: Let er op de afstandbediening te gebruiken met de kap geopend.
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A1
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
TAPE 2 MON
/EXT. DECODER
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
DVD/VCR 3
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
VCR 2
TV/DBS
LD
SOURCE
CD
MD/TAPE 1
VIDEO AUX
NEXT
INPUT MODE
SET MENU PROGRAM EFFECT
DIGITAL
PRO LOGIC
DSP
DIGITAL SOURCE
AC 3 DTS PCM
STANDBY/ON
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
SLEEP
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
TAPE 2 MON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
Voorpaneel
of
Afstandbediening
CD
DVD/VCR 3
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
VCR 2
TV/DBS
LD
SOURCE
CD
MD/TAPE 1
Voorpaneel
of
of
Afstandbediening
VOLUME
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
MASTER VOLUME
MUTE
MD/ TAPE 1
3
1
3, 5, 6
3, 5, 6
3
MD/TAPE 1
A/B
REC/PAUSE
BA
A
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
B
LD
TAPE 2 MON
/EXT. DECODER
PHONO
EFFECT
ON/OFF
TV/DBS
DVD/VCR 3
V-AUX
C
DIR
DISCSTOP
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
VIDEO 1
CONCERT
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO 2
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
/
DTS
SURROUND
12
44
Afstellen van de BALANCE regelaar
Stel de balans van het uitgangsvolume tussen de linker en de
rechter luidsprekers af voor het compenseren van de onbalans
van het geluid dat veroorzaakt wordt door de afstelling van de
luidsprekers of door de akoestische eigenschappen van de
ruimte waarin u zich bevindt.
Opmerking
Deze regelaar is enkel effectief voor het geluid van de
hoofdluidsprekers.
Gebruik van de BASS EXTENSION
schakelaar
U kunt de frekwentierespons van de lage tonen benadrukken
door deze schakelaar in de stand “ON” te zetten. Deze
schakelaar is enkel van invloed op het geluid van de
hoofdluidsprekers.
Afstellen van de BASS en TREBLE
regelaars
BASS : Draai deze regelaar naar rechts om het
frekwentiebereik van de lage tonen te laten
toenemen (of naar links om het lage tonen bereik
te laten afnemen).
TREBLE : Draai deze regelaar naar rechts om het
frekwentiebereik van de hoge tonen te laten
toenemen (of naar links om het hoge tonen bereik
te laten afnemen).
Opmerking
De regelaars zijn enkel effectief voor het geluid van de
hoofdluidsprekers.
Opmerkingen betreffende opnemen
De instellingen van de DSP, VOLUME, BASS, TREBLE,
BALANCE regelaars en de BASS EXTENSION schakelaar
zijn niet van invloed op het opgenomen materiaal.
De gecombineerde video en S video signalen worden
onafhankelijk door de videocircuits van deze apparatuur
gevoerd. Wanneer u derhalve videosignalen opneemt of
kopieert en uw videobroneenheid alleen voor een S video (of
alleen een gecombineerd videosignaal) is aangesloten, kunt
u alleen een S video (of alleen een gecombineerd
videosignaal) op uw videorecorder opnemen.
En bron die enkel tussen optische digitale aansluitingen op
deze apparatuur wordt aangesloten, kan niet door een
ander tapedeck of andere videorecorder worden
opgenomen dan het tapedeck (of MD recorder, enz.) dat
aangesloten is op de OPTICAL MD/TAPE 1 REC
aansluiting van deze apparatuur.
Het Dolby Digital (AC-3) RF audio ingangssignaal kan niet
worden opgenomen door een tapedeck of videorecorder.
Voor het opnemen van een LD bron moet de LD speler
aangesloten worden op de OPTICAL digitale
audiosignaalaansluiting en/of analoge
audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur.
Een bron van signalen die ingevoerd wordt naar de
EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen van dit
apparaat kan niet worden opgenomen.
Controleer de wetten op het auteursrecht in uw land met
betrekking tot het maken van opnamen van platen, compact
discs, radio, enz. Het opnemen van materiaal waarop
auteursrecht rust kan inbreuk plegen op de auteurswet.
Indien u video-software bekijkt welke gebruik maakt van
scramble of gecodeerde signalen ter voorkoming van
kopiëren, kan het gebeuren dat de display-informatie die op
het scherm wordt aangegeven en/of het beeld zelf als gevolg
van deze signalen gestoord wordt.
BASS TREBLE
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
BASS
EXTENSION
ON
OFF
VOOR DE GELUIDSREGELING OP DIT APPARAAT
BALANCE
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
VCR 2
B
LD
TAPE 2 MON
/ EXT. DECODER
PHONO
EFFECT
ON/OFF
TV/DBS
DVD/VCR 3
V-AUX
C
DISCSTOP
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
VIDEO 1
CONCERT
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO 2
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
10 11
/
DTS
SURROUND
12
45
Nederlands
GEBRUIK VAN DE DIGITALE GELUIDSVELDPROCESSOR (DSP)
In deze apparatuur is een geavanceerde digitale geluidsveldprocessor met meerdere programma’s ingebouwd. Met behulp van de
processor kunt u van zowel audio- als videobronnen de vorm van het audiogeluidsveld op elektronische wijze uitbreiden en wijzigen
en daarmee uw luisterkamer in een theater veranderen. U kunt een uitstekend audiogeluidsveld produceren door het kiezen van een
geschikt geluidsveldprogramma (dit zal natuurlijk afhankelijk zijn van hetgeen u beluistert) en daaraan de gewenste afstellingen
toevoegen.
Verder omvat deze apparatuur een Dolby Digital (AC-3) decoder en een Dolby Pro Logic Surround decoder voor meerkanaals
geluidsreproductie van bronnen die met Dolby Surround gecodeerd zijn en een DTS decoder voor de voor meerkanaals
geluidsreproductie van bronnen die met het DTS gecodeerd zijn. De functie van deze decoders kan geregeld worden door het
kiezen van een bijbehorend DSP programma waarin de gecombineerde functies van de YAMAHA DSP en de Dolby Digital
(AC-3), de Dolby Pro Logic Surround of het DTS zijn opgenomen.
Deze apparatuur beschikt over 12 programma’s voor digitale geluidsveldprocessing; 6 die afgeleid zijn van werkelijk bestaande
akoestische omgevingen uit de gehele wereld en 6 programma’s voor audio/videobronnen. Bovendien beschikt elk programma over
twee of drie subprogramma’s. Alle programma’s bevatten diverse parameters die overeenkomstig de persoonlijke voorkeur van de
luisteraar afgesteld kunnen worden.
Zie pagina 50 tot 54 voor nadere bijzonderheden betreffende de digitale geluidsveldprogramma’s.
1 Volg de stappen 1 – 7 aangegeven in “BASIS-BEDIENING” op de pagina 39.
2 Bij bediening vanaf het voorpaneel:
Als er geen programmanaam verlicht op het
displaypaneel wordt aangegeven, de EFFECT
toets indrukken om de digitale geluidsveld-
processor in te schakelen zodat een naam van een
DSP programma verlicht op het displaypaneel
en op het monitorscherm wordt aangegeven.
AFSPELEN VAN EEN BRON MET GEBRUIK VAN EEN EFFECT VAN
DE DIGITALE GELUIDSVELDPROCESSOR (DSP)
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A1
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
TAPE 2 MON
/EXT. DECODER
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
DVD/VCR 3
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
VCR 2
TV/DBS
LD
SOURCE
CD
MD/TAPE 1
VIDEO AUX
NEXT
INPUT MODE
SET MENU PROGRAM EFFECT
DIGITAL
PRO LOGIC
DSP
DIGITAL SOURCE
AC 3 DTS PCM
STANDBY/ON
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
SLEEP
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
TAPE 2 MON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
2
2
Bij bediening vanaf de afstandbediening:
Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de
afstandbediening in de PARAMETER stand zetten.
Opmerking: Let er op de afstandbediening te gebruiken met
de kap geopend.
TV
V
V
DVD/V
V
-
PARAMETER
SET MENU
WORDT VERVOLGD
EFFECT
46
3 Kies het gewenste programma dat geschikt is voor de bron.
* De naam van het gekozen programma wordt verlicht op het displaypaneel en op het monitorscherm aangegeven.
4
Stel indien gewenst het uitgangsniveau van elk van de luidsprekers af. (Zie voor nadere bijzonderheden de bijbehorende
beschrijvingen op pagina 48 en 49.)
Indien gewenst kunt u uw eigen geluidsveld naar eigen voorkeur creëren. (Zie voor bijzonderheden pagina 56 tot 60.)
Opmerkingen
De programmakeuze kan worden uitgevoerd met betrekking tot afzonderlijke ingangsbronnen. Zodra u een programma kiest,
wordt dit gekoppeld aan de ingangsbron die op dat moment is gekozen. Wanneer u dus de volgende keer dezelfde ingangsbron
kiest, wordt hetzelfde programma automatisch opgeroepen.
Indien u er de voorkeur aan geeft de DSP te annuleren, de EFFECT toets indrukken. Het geluid zal dan het normale 2-kanaal
stereo geluid worden zonder het surround geluidseffect.
Wanneer er een mono geluidsbron wordt afgespeeld met het programma DOLBY/DTS SURROUND, komt er geen geluid uit de
hoofdluidsprekers en de achterluidsprekers. Er komt dan alleen geluid uit de middenluidspreker. Indien echter de functie “1A.
CENTER SP” in de SET MENU modus op de “NONE” positie wordt ingesteld, wordt het geluid van het middenkanaal door de
hoofdluidsprekers weergegeven.
Wanneer de Dolby Pro Logic Surround decoder, de Dolby Digital (AC-3) decoder of DTS decoder van dit apparaat gebruikt wordt
en het geluid van de hoofdbron aanzienlijk gewijzigd wordt door overmatige afstelling van de BASS of TREBLE regelaar, is het
mogelijk dat door de relatie tussen het middenkanaal en de achterkanalen een onnatuurlijk effect geproduceerd wordt.
Wanneer een bron van signalen die ingevoerd wordt naar de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen van dit apparaat
wordt gekozen, kan de DSP niet worden gebruikt en zal de EFFECT toets eveneens niet functioneren.
PRO LOGIC
DSP
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
CHURCH
123
CLUB
JAZZ
VIDEO 1
CONCERT
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO 2
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
TAINMENT
ENTER-
456
HALL 1 HALL 2
789
10 11
/
DTS
SURROUND
12
Naam van subprogramma
Programmanaam
Eenmaal of meerdere malen indrukken
a)
b) Kies een gewenst subprogramma door dezelfde DSP
programmakeuzetoets eenmaal of meerdere malen in
te drukken of door het indrukken van de +/– toetsen.
PROGRAM
VCR 2
LD
TAPE 2 MON
/ EXT. DECODER
PHONO
EFFECT
ON/OFF
TV/DBS
DVD/VCR 3
V-AUX
C
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
VIDEO 1
CONCERT
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO 2
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
10 11
/
DTS
SURROUND
12
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A1
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
TAPE 2 MON
/EXT. DECODER
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
DVD/VCR 3
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
VCR 2
TV/DBS
LD
SOURCE
CD
MD/TAPE 1
VIDEO AUX
NEXT
INPUT MODE
SET MENU PROGRAM EFFECT
DIGITAL
PRO LOGIC
DSP
DIGITAL SOURCE
AC 3 DTS PCM
STANDBY/ON
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
SLEEP
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
TAPE 2 MON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
3
3
3
Bij bediening vanaf het voorpaneel: Bij bediening vanaf de afstandbediening:
47
Nederlands
Kijken naar een videobron gecodeerd
met de Dolby Pro Logic Surround, de
Dolby Digital (AC-3) of het DTS
Wanneer u het programma 10, 11 of 12 kiest en het
ingangssignaal van de bron 2-kanaal stereo is, wordt Dolby
Pro Logic Surround gedecodeerd. Wanneer een bepaald
programma is gekozen en het ingangssignaal van de bron
gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3), zal het Dolby Digital
(AC-3) automatisch gedecodeerd worden.
Wanneer een bepaald programma is gekozen en het
ingangssignaal van de bron gecodeerd is met het DTS, zal het
DTS automatisch gedecodeerd worden.
De volgende indicators op het displaypaneel geven aan welke
soort geluidsprocessing er wordt uitgevoerd.
1 Licht op wanneer een DVD bron die gecodeerd is met het
DTS wordt weergegeven en het DTS wordt gedecodeerd.
2 Licht op wanneer een LD bron of een CD bron die
gecodeerd is met het DTS wordt weergegeven en het DTS
wordt gedecodeerd.
3 Licht op wanneer het Dolby Digital (AC-3) gedecodeerd
wordt en de signalen van de gekozen bron die gecodeerd
is met het Dolby Digital (AC-3) niet in 2-kanaals is.
Deze indicator licht eveneens op wanneer de
ingangsfunctie op “AC-3 RF” wordt ingesteld, ook als er
geen signaal dat met het Dolby Digital (AC-3) gecodeerd
is naar dit apparaat wordt ingevoerd.
4 Licht op wanneer het Dolby Pro Logic Surround
gedecodeerd wordt.
5 Licht op wanneer de digitale geluidsveldprocessor is
ingeschakeld.
Verder zal bij de programma’s Nr. 10, 11 en 12 de naam van
het gekozen subprogramma op het displaypaneel of het
monitorscherm overeenkomstig de soort decodering
veranderen. (Zie pagina’s 53–54 voor bijzonderheden.)
Opmerkingen
De Dolby Digital (AC-3) zal niet worden gedecodeerd voor
de bron die niet met de Dolby Digital (AC-3) gecodeerd is.
Het DTS zal niet worden gedecodeerd voor de bron die niet
met het DTS gecodeerd is.
Als de ingangssignalen van de bron die gecodeerd is met
het Dolby Digital (AC-3) alleen in 2-kanalen zijn, is de
geluidsprocessing voor deze signalen hetzelfde als bij die
voor de analoge of PCM audiosignalen.
Opmerking
Als u de LD (of CD) die met het DTS gedecodeerd wordt
weergegeven verwisseld voor een andere disc die niet met het
DTS gedecodeerd is en de rode “dts” indicator brandt, zal er
wanneer de nieuw gekozen disc wordt weergegeven geen
geluid worden voortgebracht. In deze toestand zal de rode
“dts” indicator knipperen om aan te geven dat dit apparaat in
de DTS-decodeerfunctie geblokkeerd is.
Verander om de disc normaal te kunnen weergeven de
huidige DTS-decodeerfunctie in een andere functie door een
ingangskeuzetoets op de afstandbediening in te drukken of de
INPUT MODE toets op het voorpaneel zodanig in te drukken
dat de rode “dts” indicator uit gaat.
Uitschakelen van het effectgeluid
Met behulp van de EFFECT toets op het voorpaneel en de
EFFECT ON/OFF toets op de afstandbediening is het
eenvoudig het normale stereo geluid te vergelijken met het
volledige bewerkte effectgeluid.
Druk voor het uitschakelen van het effectgeluid en het enkel
beluisteren van het hoofdgeluid de EFFECT ON/OFF toets of
de EFFECT toets in. Druk de EFFECT ON/OFF toets of de
EFFECT toets een tweede maal in om het effectgeluid te
herstellen.
Opmerkingen
Als het effectgeluid wordt uitgeschakeld wanneer de
signalen die gecodeerd zijn met het Dolby Digital (AC-3) of
het DTS naar dit apparaat worden gevoerd, zullen de
signalen van alle kanalen gemengd worden en via de
hoofdluidsprekers worden weergegeven.
Indien de EFFECT toets of de EFFECT ON/OFF toets wordt
ingedrukt om de effectgeluiden UIT te schakelen wanneer
de Dolby Digital (AC-3) of het DTS gedecodeerd wordt, is
het mogelijk dat afhankelijk van de bron het voortgebrachte
geluid zwak is of niet normaal wordt weergegeven. Druk in
dat geval de EFFECT toets of de EFFECT ON/OFF toets in
om de effectgeluiden IN te schakelen of gebruik
ingangssignalen die niet met de Dolby Digital (AC-3) of het
DTS gecodeerd zijn.
Indien de EFFECT toets of de EFFECT ON/OFF toets wordt
ingedrukt om de effectgeluiden UIT te schakelen wanneer
de Dolby Digital (AC-3) gedecodeerd wordt, zal de
aftastfrekwentie en de kanaalformatie van het
gedecodeerde signaal op het displaypaneel aangegeven
worden.
Bijv.)
* Als de ingangsbron een Dolby Digital KARAOKE bron in, zal
“K” aan het begin van de kanaalformatie worden
aangegeven.
DIGITAL
PRO LOGIC
DSP
DIGITAL SOURCE
AC 3 DTS PCM
1
3
2
4
5
Voorpaneel
of
Afstandbediening
EFFECT
EFFECT
ON/OFF
Aftastfrekwentie
is 48 kHz.
Drie kanalen aan de voorzijde
Twee kanalen aan de achterzijde
EFFECT OFF
fs=48k in : 3/2
48
AFSTELLEN VAN HET UITGANGSNIVEAU VAN DE MIDDEN, RECHTER
ACHTERSTE EN LINKER ACHTERSTE, VOORSTE EFFECT-LUIDSPREKERS
EN SUBWOOFER
Indien gewenst, kunt het uitgangsniveau van het geluid van elk
van de luidsprekers afstellen, ook al is het uitgangsniveau
reeds ingesteld bij “AFSTELLING VAN DE
LUIDSPREKERBALANS” op de pagina’s 29 tot 31.
Opmerking: Deze afstelling kunnen enkel worden uitgevoerd
wanneer het effectgeluid is ingeschakeld. Als geen van de
indicators , , en
verlicht op het displaypaneel wordt aangegeven, de EFFECT
toets op het voorpaneel indrukken of de EFFECT ON/OFF
toets op de afstandbediening indrukken zodat tenminste een
van deze indicators op het displaypaneel oplicht.
PRO LOGIC
DIGITAL
DSP
1 Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de
afstandbediening in de PARAMETER stand.
2
3 Druk eenmaal of meerdere malen in totdat de naam van
de luidspreker(s) waarvan u het niveau wilt afstellen op
de display verschijnt.
Telkens wanneer de toets wordt ingedrukt verandert de
selectie zoals aangegeven in bovenstaande tabel.
* Door het indrukken van de toets op de
afstandbediening verandert de selectie in omgekeerde
volgorde.
4 Stel het niveau van de gekozen luidspreker(s) af.
5 Herhaal stap 2 en 3 voor het maken van afstellingen
voor de overige luidsprekers.
CENTER
LS/RS
FRONT
SWFR
(Uitgangsniveau van middelste luidspreker)
(Uitgangsniveau van linker en rechter achterste luidspreker)
(Uitgangsniveau van voorste effect-luidspreker)
(Uitgangsniveau van subwoofer)
Methode van afstelling
Deze afstelling kan enkel worden gemaakt met behulp van de afstandbediening.
Opmerking: Let er op de afstandbediening te gebruiken met de kap geopend.
LEVEL
LEVEL
PARAMETER
SET MENU
of
49
Nederlands
Luidsprekers
CENTER
RIGHT SURROUND (RS)
LEFT SURROUND (LS)
SUBWOOFER (SWFR)
FRONT
Vooringestelde waarde
0
0
0
0
0
Regelbereik (dB)
MUTE, –40 tot +10
MUTE, –40 tot +10
MUTE, –40 tot +10
MUTE, –20 tot 0
MUTE, –40 tot +10
Opmerkingen
Op deze wijze wordt het uitgangsniveau van de linker
achterste en rechter achterste luidsprekers tegelijkertijd
afgesteld, waarbij het verschil in niveau tussen de
luidsprekers onderling onveranderd blijft. Volg voor het
afstellen van hun respektievelijke niveaus de methode zoals
beschreven onder “AFSTELLING VAN DE
LUIDSPREKERBALANS” op de pagina’s 29 tot 31.
Als de functie “1A. CENTER SP” in de SET MENU modus
op de “NONE” positie is ingesteld, kan het uitgangsniveau
van het geluid van de middenluidspreker niet worden
afgesteld. Dit is omdat in deze functie het middengeluid
automatisch via de linker en rechter hoofdluidsprekers
wordt weergegeven.
Als het uitgangsniveau eenmaal is afgesteld, zal de
niveauwaarde hetzelfde zijn bij alle digitale
geluidsveldprogramma’s.
De waarde van het uitgangsniveau van elke luidspreker die
u de laatste keer heeft ingesteld, zullen in het geheugen
bewaard blijven ook als dit apparaat op de standby functie
is ingesteld.
Indien echter het netsnoer gedurende langer dan één week
niet aangesloten blijft, zullen deze waarden automatisch
teruggesteld worden naar de oorspronkelijke door de
fabriek gemaakte instellingen.
50
In onderstaande lijst worden korte beschrijvingen gegeven van de geluidsvelden die door elk van de DSP programma’s
geproduceerd worden. Houd daarbij in gedachte dat de meeste van deze programma’s preciese digitale reproducties zijn van
werkelijk bestaande akoestische omgevingen. De data voor deze diverse geluidsvelden zijn opgenomen op echt bestaande lokaties
met behulp van geavanceerde geluidsveld-meetapparatuur.
Opmerking
De balans van het kanaalniveau tussen de linker en de rechter achterste effect-luidsprekers kan verschillend zijn
afhankelijk van het geluidsveld dat u beluistert. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de meeste geluidsvelden
reproducties zijn van werkelijke akoestische omgevingen.
Programma’s Nr. 1 tot 6: Hi-Fi DSP programma’s (voor audiobronnen)
Wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is: ( )
Luidspreker-uitgangsvermogen: hoofd, achter, voorste effect
Wanneer het ingangssignaal met Dolby Digital gecodeerd is (niet in 2 kanalen): ( )
Luidspreker-uitgangsvermogen: hoofd, midden, achter, voorste effect
Wanneer het ingangssignaal met het DTS gecodeerd is: ( )
Luidspreker-uitgangsvermogen: hoofd, midden, achter, voorste effect
DSP
DSP
DIGITAL
DSP
BIJZONDERHEDEN
Dit is een grote waaiervormige concertzaal in München met ongeveer 2500
zitplaatsen. Bijna het gehele interieur is vervaardigd uit hout. Er is relatief
weinig weerkaatsing van de linker en rechter muren en de klanken worden
verfijnd en prachtvol weergegeven.
Dit is een grote rechthoekige concertzaal met ongeveer 2500 zitplaatsen.
Bijna het gehele interieur, inclusief het plafond, is vervaardigd uit hout met
weerkaatsende panelen van mahonie. Speciale weerkaatsende panelen
boven het podium zorgen voor krachtige frontale weerkaatsingen die een
versterkend effect hebben op de rechtstreekse klanken die van het podium
komen. Deze zaal heeft zeer solide, krachtige akoestiek.
Een klassieke rechthoekige concertzaal met ongeveer 1700 zitplaatsen.
Pilaren en gebeeldhouwde versieringen zorgen voor een uitermate
complexe akoestiek. Deze weerkaatsingen en de weerkaatsingen uit alle
richtingen van de zaal zorgen voor bijzonder volle en rijke klanken.
Dit is een grote concertzaal met 2600 zitplaatsen in de Verenigde Staten
welke gekenmerkt wordt door een nogal traditioneel Europees ontwerp.
Het interieur is relatief eenvoudig en suggereert een Amerikaanse smaak.
De klanken van de midden en hogere frekwenties worden rijk en prachtvol
weergegeven.
Een klassieke grote rechthoekige concertzaal met ongeveer 2200 zitplaatsen.
De zaal heeft een cirkelvormig podium met zitplaatsen achter het podium.
Een grote ronde concertzaal met een rijk surround effect. Duidelijke
weerkaatsingen vanuit alle richtingen benadrukken het bereik van de klanken.
U zult het geluidsveld ervaren met een grote mate van aanwezigheid, waarbij
u ongeveer in het midden bij het podium zit.
Dit geluidsveld is ook effectief voor karaoke. Dit komt doordat u de
gewaarwording krijgt op een echt podium te staan.
Nr. PROGRAMMA
SUBPROGRAMMA (TYPE)
1 CONCERT Hall A in Europe
HALL 1
Hall B in Europe
Hall C in Europe
2 CONCERT Hall D in U.S.A.
HALL 2
Hall E in Europe
Live Concert
KORT OVERZICHT VAN DE DIGITALE
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
51
Nederlands
BIJZONDERHEDEN
De akoestische omgeving van een normale kerk met gematigde nagalm. Dit
is ideaal voor de weergave van kerkmuziek welke gespeeld wordt door een
pijporgel, enz.
Met dit programma wordt de akoestische omgeving van een grote kerk met
een hoge koepel en pilaren langs de zijkanten nagebootst. Het interieur
produceert zeer lange nagalmen.
Dit programma wordt gekenmerkt door een geluidsveld dat gecreëerd wordt
door de refter (eetzaal) van het klooster, een prachtig Middeleeuws gebouw
dat zich bevindt in Royaumont even buiten Parijs. De koepelvormige ruimtes
in het plafond die gevormd worden door de ondersteunende pilaren zorgen
voor weerkaatsingen van echo en voor mooie, lang aanhoudende klanken.
Een jazzclub in New York. Deze bevindt zich in een kelder en heeft een
relatief groot vloeroppervlak. Het patroon van de weerkaatsing is hetzelfde
als die van een kleine zaal.
Een traditionele jazzclub in New York op 7th Avenue. Deze zaal heeft een
laag plafond, en het “podium” bevindt zich in een hoek. Dit programma
produceert lang niet zo veel effecten als de concertzaal of de
kerkprogramma’s, maar schept een intiem “dichtbij-de-muziek” gevoel.
Dit is het geluidsveld voor aan het podium in “The Bottom Line”, een
bekende jazzclub in New York. Links en rechts van het podium is er een
ruimte voor 300 personen in een geluidsveld dat realistische en vibrerende
klanken ten gehore geeft.
Het ideale programma voor levendige, dynamische rockmuziek. De
gegevens voor dit programma werden opgenomen in een van de meest
populaire rockclubs in Los Angeles.
Dit programma simuleert een door beton ingesloten ruimte. Dit levert een
krachtig geluidsveld op met relatief duidelijke weerkaatsingen door de muren.
Dit programma geeft u lange vertragingstijden tussen de directe klanken en
de effect-klanken en een buitengewoon ruimtelijk effect van een groot arena
theater.
Dit programma bootst de akoestische omgeving na van een levendige
disco in het hart van een zeer levendige stad. De klanken worden dichtbij
elkaar en in hoge mate geconcentreerd weergegeven. Dit programma
wordt ook gekenmerkt door het feit dat de geluiden een “onmiddellijke”
directheid hebben met veel energie.
Dit is een geluidsveld dat geschikt is voor achtergrondmuziek bij partijen
waar u het geluid ook rechtstreeks van de achterzijde kunt horen,
waardoor het genieten van muziek over een brede ruimte mogelijk is.
Dit programma voegt een effect van ruimte en diepte toe aan de geluiden
van videospelen, enz., ongeacht de soort bron die gebruikt wordt, stereo
of mono. De krachtige en levendige geluidseffecten van dit programma
zorgen er voor dat u extra kunt genieten van uw videospelen.
Nr. PROGRAMMA
SUBPROGRAMMA (TYPE)
3 CHURCH Tokyo
Freiburg
Royaumont
4 JAZZ CLUB Village Gate
Village Vanguard
The Bottom Line
5 ROCK The Roxy Theatre
CONCERT
Warehouse Loft
Arena
6
ENTERTAINMENT
Disco
Party
Game/Amusement
52
BIJZONDERHEDEN
Dit programma voorziet in een enthousiaste atmosfeer en maakt dat u
voelt zich in het midden van de actie te bevinden, alsof u werkelijk een
jazz of rockconcert bezoekt.
Het bestanddeel van de indirecte klank verspreidt zich langs de surround-
zijde van het geluidsveld door middel van het gebruik van de gegevens
van een grote ronde zaal voor de surround-zijde, zodat de beeldruimte
rond het scherm en de klankruimte ten volle uitgebreid worden.
Met dit programma komt de stem van een discjockey duidelijker over en
kunt u genieten van muzikaal amusement met een veelzijdig geluidsveld.
Dit programma geeft een bijzondere diepte en helderheid aan de zang,
waarbij overmatige nagalm beperkt blijft.
Voor opera worden de orkestbak en het podium op ideale wijze
gecombineerd, waardoor u het gevoel krijgt bij een live uitvoering
aanwezig te zijn. De achterste surround-zijde van het geluidsveld is
relatief gematigd, echter door middel van het gebruik van gegevens van
een concertzaal worden er prachtige klanken gereproduceerd. U zult niet
vermoeid raken bij het langdurig kijken naar een opera.
Dit programma reproduceert zang op zeer duidelijke wijze en laat u de ruimte
van een paviljoen ervaren. De nagalm die enigszins vertraagd is,
reproduceert het live geluidsveld dat eigen is aan een paviljoen en helpt een
concertscène meer opwindend te maken.
Dit programma is voor het reproduceren van mono videobronnen (oude
films, enz.). Mono-klanken worden met veel live-effect aan de live-zijde
van het geluidsveld gereproduceerd, samen met een optimaal nagalm-
effect. Het gebruik van de middenluidspreker zorgt er voor dat de dialoog
beter verstaanbaar is, waardoor er een aangename vermenging van beeld
en dialoog verkregen wordt.
Alhoewel de voorste live-zijde van het geluidsveld relatief smal is, maakt
de achterste surround-zijde gebruik van de geluidsomgeving van een
grote concertzaal. Met dit programma kunt u genieten van het kijken naar
diverse TV programma’s, zoals het nieuws, varieté shows,
muziekprogramma’s of sportprogramma’s. In een stereo-uitzending van
een sportprogramma, is de commentator naar de middenpositie gekeerd,
terwijl het geroep en de atmosfeer in het stadion zich aan de surround-
zijde verspreidt, alhoewel verspreiding naar de achterzijde in de juiste
mate beperkt wordt.
Nr. PROGRAMMA
SUBPROGRAMMA (TYPE)
7 CONCERT Pop/Rock
VIDEO 1
DJ
8 CONCERT Classical/Opera
VIDEO 2
Pavilion
9 TV THEATER Mono Movie
Variety/Sports
Programma’s Nr. 7 tot 12: CINEMA-DSP programma’s (voor
audio/videobronnen)
Deze programma’s maken gebruik van de Dolby Pro Logic decoder, de Dolby Digital decoder of de DTS decoder.
De verdeling van de uitgangssignalen van de luidsprekers is voor elk programma als volgt:
Nr. 7, 8, 9, 10, 11: hoofd, midden, achter, voorste effect
Nr. 12 (Normal): hoofd, midden, achter
Nr. 12 (Enhanced): hoofd, midden, achter, voorste effect
Bij alleen de programma’s Nr. 7, 8 en 9 lichten de indicators op als volgt.
Wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is: ( )
Wanneer het ingangssignaal met Dolby Digital gecodeerd is (niet in 2 kanalen): ( )
Wanneer het ingangssignaal met het DTS gecodeerd is: ( )
DSP
DSP
DIGITAL
DSP
53
Nederlands
BIJZONDERHEDEN
Dit programma creëert het buitengewoon brede
geluidsveld van een bioscooptheater. Het reproduceert
op nauwkeurige wijze het brongeluid in alle
bijzonderheden, hetgeen zowel aan de video als het
geluidsveld een ongelofelijke realiteit geeft. Elke soort
videobron die gecodeerd is met het Dolby Surround of
het DTS (vooral grootschalige filmproducties) is ideaal
voor gebruik met dit programma.
Dit programma reproduceert op duidelijke wijze de
dialoog en de geluidseffecten volgens de meest recente
klankontwerpen van science-fiction films, waarbij er
tussen de stiltes een brede en expansiegerichte
filmische ruimte gecreëerd wordt. U kunt genieten van
science-fiction films in een geluidsveld in een virtuele
ruimte met Dolby Pro Logic, Dolby Digital (AC-3) en
DTS-gecodeerde software die gebruik maakt van de
meest geavanceerde technieken.
Dit programma is ideaal voor het op nauwkeurige wijze
weergeven van de klankstructuur van de nieuwste
meersporen films. Het geluidsveld is identiek aan dat van
de nieuwste filmtheaters, zodat de nagalmen van het
geluidsveld zelf zoveel mogelijk beperkt worden. De data
van het geluidsveld van een operagebouw worden
gebruikt voor de voorste podiumzijde, zodat het drie-
dimensionale gevoel van het geluidsveld wordt
benadrukt en de dialoog nauwkeurig op het scherm
wordt georiënteerd. Door middel van het gebruik van
data van het geluidsveld van een concertzaal voor de
achterste surround zijde, wordt er een krachtige nagalm
verkregen. Met dit programma kunt u genieten van
actiefilms, avonturenfilms, enz. met veel effect.
Dit programma is voor de reproductie van een
meersporen-film en wordt gekenmerkt door een zacht en
uitgebreid geluidsveld. De voorste live-zijde van het
geluidsveld is relatief smal. Het verspreidt zich in de
volledige ruimte rondom en in de richting van het
scherm, waarbij het echo-effect van de dialoog beperkt
wordt, zonder dat er echter aan de duidelijkheid afbreuk
gedaan wordt. Aan de surround-zijde wordt de harmonie
van de muziek of het koor mooi in een brede ruimte aan
de achterzijde van het geluidsveld weergegeven.
Nr. PROGRAMMA SUBPROGRAMMA (TYPE)
10 MOVIE 70 mm Spectacle
THEATER 1 ()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM audio is of gecodeerd met
het Dolby Digital (AC-3) in 2 kanalen.
DGTL Spectacle
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3)
(niet in 2 kanalen).
DTS Spectacle
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
met het DTS gecodeerd is.
70 mm Sci-Fi
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM audio is of gecodeerd met
het Dolby Digital (AC-3) in 2 kanalen.
DGTL Sci-Fi
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3)
(niet in 2 kanalen).
DTS Sci-Fi
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
met het DTS gecodeerd is.
11 MOVIE 70 mm Adventure
THEATER 2 ()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM audio is of gecodeerd met
het Dolby Digital (AC-3) in 2 kanalen.
DGTL Adventure
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3)
(niet in 2 kanalen).
DTS Adventure
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
met het DTS gecodeerd is.
70 mm General
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM audio is of gecodeerd met
het Dolby Digital (AC-3) in 2 kanalen.
DGTL General
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3)
(niet in 2 kanalen).
DTS General
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
met het DTS gecodeerd is.
DSP
DSP
DIGITAL
DSP
PRO LOGIC
DSP
DSP
DIGITAL
DSP
PRO LOGIC
DSP
DSP
DIGITAL
DSP
PRO LOGIC
DSP
DSP
DIGITAL
DSP
PRO LOGIC
De programma’s Nr. 10 tot 11 zijn geschikt voor de reproduktie van videodiscs, videobanden en soortgelijke bronnen die
gecodeerd zijn met het Dolby Surround (voorzien van het “DOLBY SURROUND” of “DOLBY DIGITAL” logo) of gecodeerd met
het DTS (voorzien van het “dts” logo).
54
BIJZONDERHEDEN
De ingebouwde Dolby Pro Logic Surround decoder, de
Dolby Digital (AC-3) decoder of de DTS decoder
reproduceert nauwkeurig de geluiden en de
geluidseffecten van een bron die met de Dolby Surround
of de DTS gecodeerd is. Door het gebruik van een uiterst
efficiënt decoderingsproces wordt de crosstalk en de
kanaalscheiding verbeterd en wordt de klankbron meer
gelijkmatig en nauwkeurig overgebracht.
Met dit programma wordt het multi-surround
luidsprekersystemen van het nieuwste filmtheater op
ideale wijze nagebootst. De digitale
geluidsveldprocessing en de Dolby Surround decodering
of de DTS decodering worden uiterst nauwkeurig
uitgevoerd zonder dat daarbij de oorspronkelijk klank-
oriëntatie gewijzigd wordt. Door de surround-effecten die
door dit geluidsveld gereproduceerd worden, wordt de
toeschouwer op natuurlijke wijze van achteren naar de
linker en rechter zijde en in de richting van het scherm
verplaatst.
Nr. PROGRAMMA SUBPROGRAMMA (TYPE)
12 /DTS PRO LOGIC/Normal ()
SURROUND Functioneert wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM audio is of gecodeerd met
het Dolby Digital (AC-3) in 2 kanalen.
DOLBY DIGITAL/Normal ()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3)
(niet in 2 kanalen).
DTS DIGITAL SUR./Normal ()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
met het DTS gecodeerd is.
PRO LOGIC/Enhanced
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM audio is of gecodeerd met
het Dolby Digital (AC-3) in 2 kanalen.
DOLBY DIGITAL/Enhanced
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3)
(niet in 2 kanalen).
DTS DIGITAL SUR./Enhanced
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
met het DTS gecodeerd is.
DSP
DSP
DIGITAL
DSP
PRO LOGIC
DIGITAL
PRO LOGIC
Opmerking: Als de stand “NONE” is gekozen op “1A. CENTER SP” in de SET MENU modus, zal er door de middenluidspreker(s)
geen geluid worden voortgebracht.
Programma Nr. 12 is voor de reproduktie van videodiscs, videobanden en soortgelijke bronnen die gecodeerd zijn met het Dolby
Surround (voorzien van het “DOLBY SURROUND” of “DOLBY DIGITAL” logo) of gecodeerd met het DTS (voorzien van het “dts”
logo).
55
Nederlands
SCHERMDISPLAY
Indien u een videocassetterecorder, een LD speler, video
monitor, enz. op dit apparaat aansluit, kunt u gebruik maken
van de mogelijkheid die deze apparatuur biedt om
programmatitels, parameter gegevens en informatie over
overige diverse wijzigingen van instellingen en afstellingen op
het scherm van uw videomonitor te laten verschijnen. Deze
informatie zal op het videobeeld geprojekteerd worden.
Indien er geen videobron is aangesloten of wanneer deze is
uitgeschakeld, zal de informatie over een blauw gekleurde
achtergrond verschijnen.
Opmerking: De programmatitels, parameter gegevens en
overige informatie wordt ook op het displaypaneel van dit
apparaat aangegeven.
Kiezen van de soort display
U kunt de soort display welke de diverse informatie aangeeft
op het monitorscherm veranderen door het indrukken van de
ON SCREEN displaytoets op de afstandbediening. Telkens
wanneer de toets wordt ingedrukt, verandert het scherm
achtereenvolgens in een volledig display, een verkort display
en geen display.
(Voorbeeld)
Volledige display
Verkort display
Gaat uit na verschijning gedurende
enkele seconden.
Opmerkingen
Bij het maken van een verandering van een instelling of een
afstelling in de SET MENU modus of bij het afstellen van de
luidsprekerbalans met behulp van de test-toon, zal de
informatie volledig op het monitorscherm worden
aangegeven, ook als er op dat moment een andere soort
display is gekozen.
Informatie die op deze wijze op het monitorscherm wordt
aangegeven kan niet door een videorecorder worden
opgenomen.
P01 CONCERT HALL 1
/
Hall A in Europe
EFCT TRIM
0dB
INIT. DLY
30ms
ROOM SIZE
1.0
LIVENESS 5
....
....
....
....
...
/
/
/
P01 CONCERT HALL 1
/
Hall A in Europe
EFCT TRIM
0dB
INIT. DLY
30ms
ROOM SIZE
1.0
LIVENESS 5
....
....
....
....
...
/
/
/
P01 CONCERT HALL 1
/
Hall A in Europe
A
B
C
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
ON SCREEN
56
SAMENSTELLEN VAN UW EIGEN GELUIDSVELDEN
WAT IS EEN GELUIDSVELD?
Om de indrukwekkende functies van het DSP nader te kunnen
verklaren, dienen we eerst te begrijpen wat precies een
geluidsveld is.
De rijke, volle klanken van een live instrument worden in feite
bepaald door de meervoudige weerkaatsingen van de muren
van de kamer. Afgezien van het feit dat het geluid “live”
gemaakt wordt, stellen deze weerkaatsingen ons in staat te
vertellen waar de muzikant gezeten is, alsmede de grootte en
de vorm van de kamer waarin we ons bevinden. We kunnen
zelfs opmerken of de kamer bijzonder weerkaatsend is met
oppervlakken van staal en glas, of meer absorberend is met
houten panelen, vloerbedekking en gordijnen.
DE ELEMENTEN VAN EEN GELUIDSVELD
In elke omgeving zijn er naast het directe geluid dat vanaf het
instrument van de muzikant recht naar onze oren toe komt
twee aparte soorten geluidsweerkaatsingen die samen in
combinatie het geluidsveld bepalen:
(1) Eerste weerkaatsingen.
Weerkaatste geluiden bereiken onze oren bijzonder snel
(50 ms – 100 ms na het directe geluid), na weerkaatsing
van slechts één oppervlak — bijvoorbeeld vanaf het
plafond of een muur. Deze weerkaatsingen vallen voor
elke soort omgeving onder specifieke patronen zoals
aangegeven in het schema op pagina 58 en geven
belangrijke informatie aan onze oren door. Eerste
weerkaatsingen zorgen er voor dat er helderheid aan het
directe geluid wordt toegevoegd.
(2) Nagalm.
Dit wordt veroorzaakt door de weerkaatsingen van meer
dan één oppervlak — muren, plafond, de achterzijde van
de kamer — zo talrijk dat deze samensmelten en een
onafgebroken akoestische “nagloei” vormen. Deze zijn
niet-richtingbepaald en verminderen de helderheid van het
directe geluid.
De combinatie van direct geluid, eerste weerkaatsingen en
daaropvolgende nagalm helpen ons de relatieve grootte en
vorm van de kamer te bepalen. Het is deze informatie die door
het DSP voor het creëren van geluidsvelden gereproduceerd
wordt.
Indien u de juiste eerste weerkaatsingen en daaropvolgende
nagalm in uw luisterkamer zou kunnen creëren, zou u in staat
zijn uw eigen luister-omgeving te kunnen samenstellen. De
akoestiek in uw kamer zou veranderd kunnen worden in die
van een concertzaal, een dansvloer of in feite elke kamer van
wat voor grootte dan ook. Deze mogelijkheid om willekeurig
welk geluidsveld dan ook te kunnen creëren is precies datgene
wat Yamaha met het DSP bereikt heeft.
DSP programma’s bestaan uit een aantal parameters voor het
bepalen van de grootte van de kamer, de nagalmtijd, de
afstand tussen u en de muzikant, enz. In elk programma zijn
deze parameters voorgeprogrammeerd met waarden die door
Yamaha precies zijn berekend voor de samenstelling van een
geluidsveld dat uniek is voor het programma. Het wordt
aanbevolen de DSP programma’s te gebruiken zonder de
waarden van de parameters te veranderen. Met deze
apparatuur echter is het mogelijk uw eigen geluidsvelden te
creëren. Te beginnen met een van de ingebouwde
programma’s, is het mogelijk deze parameters af te stellen.
Ook wanneer dit apparaat op de standby functie is ingesteld,
zullen de door uzelf samengestelde geluidsvelden gedurende
ongeveer twee weken in het geheugen van het DSP bewaard
blijven. Op de volgende pagina wordt in detail beschreven hoe
u uw eigen geluidsvelden kunt samenstellen.
Afgezien van de “TYPE” parameter welke de sub-programma’s
binnen elk van de DSP programma’s kiest (bijv. “Hall A in
Europe”, “Hall B in Europe” en “Hall C in Europe” voor
programma 1, “HALL 1”), beschikt elk programma ook over
een groep parameters die u in staat stellen de karakteristieken
van de akoestische omgeving te veranderen om precies het
door u gewenste effect te kunnen creëren. Deze parameters
komen overeen met de vele natuurlijke akoestische factoren
die het geluidsveld bepalen dat u ervaart in een echte
concertzaal of andere luisteromgeving. De grootte van de
kamer bijvoorbeeld is van invloed op de lengte van tijd tussen
de “eerste weerkaatsingen” — dit wil zeggen, de eerste paar
ver uit elkaar liggende weerkaatsingen die u hoort na het
directe geluid. Met de “ROOM SIZE” parameter die in vele van
de DSP programma’s aanwezig is kan de tijdsduur tussen
deze weerkaatsingen gewijzigd worden, waardoor de vorm van
de “kamer” die u hoort veranderd wordt. Afgezien van de
grootte van de kamer, hebben de vorm van de kamer en de
karakteristieken van de oppervlakken ervan een belangrijke
invloed op het uiteindelijke geluid. Oppervlakken die geluid
absorberen bijvoorbeeld, zorgen er voor dat de
weerkaatsingen en de nagalm sneller uitsterven, terwijl
oppervlakken die in hoge mate weerkaatsend zijn er voor
zorgen dat de weerkaatsingen gedurende een langere
tijdsperiode blijven doorgaan. Met behulp van de DSP
parameters kunnen deze en vele overige factoren die uw
persoonlijk samengestelde geluidsveld bepalen geregeld
worden, waardoor u in feite in staat gesteld wordt de
beschikbare concertzalen en kamers “opnieuw te ontwerpen”
voor het samenstellen van naar eigen voorkeur gecreëerde
luisteromgevingen die op ideale wijze overeenkomen met uw
eigen smaak en muzikale preferenties.
Zie “BESCHRIJVINGEN VAN DIGITALE GELUIDSVELD-
PARAMETERS” op de pagina’s 58–60 voor een beschrijving
van wat elke parameter doet, hoe deze van invloed is op het
geluid en het regelbare bereik ervan.
57
Nederlands
KIEZEN EN BEWERKEN VAN PROGRAMMA-PARAMETERS
Deze afstelling kan enkel worden gemaakt met behulp van de afstandbediening en te kijken naar het monitorscherm of het
displaypaneel.
Opmerking
Om de afstellingen zo gemakkelijk mogelijk te kunnen uitvoeren wordt het aanbevolen in plaats van naar het displaypaneel te kijken,
hiervoor het monitorscherm te gebruiken.
1 Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de
afstandbediening in de PARAMETER stand zetten.
Opmerking: Let er op de afstandbediening te gebruiken
met de kap geopend.
2 Schakel uw monitor in. Als de huidige gekozen soort
display niet de volledige display is, de ON SCREEN
toets indrukken om de volledige display op te roepen.
3 Als er geen DSP programma is gekozen, een gewenst
programma kiezen.
De gekozen programmanaam en de bijbehorende
parameters zullen op het monitorscherm worden
aangegeven. De pijlvormige cursor wijst naar de naam
van het subprogramma.
4 Kies een gewenst subprogramma.
Druk de toets voor het huidige
gekozen programma eenmaal
of meerdere malen in.
5 Kies de parameter die u wilt bewerken.
6 Verander de waarde op de gekozen parameter om het
door u gewenste effect te creëeren.
Met “+” neemt de waarde van de gekozen parameter toe en
met “–” neemt de waarde van de gekozen parameter af. In
beide gevallen kunt u voor doorlopende verhoging of
verlaging de toets ingedrukt blijven houden.
De display zal bij wijze van herinnering kortstondig bij de
eerste waarde van de parameter pauzeren.
(Op het monitorscherm, verdwijnt bij de beginwaarde van de
parameter het
*
symbool vooraan de naam van de
parameter.)
Opmerkingen
Zie de pagina’s 58 tot 60 voor nadere bijzonderheden
betreffende de parameters.
Parameter-bewerkingen die op deze wijze gemaakt worden
zullen tot maximaal ongeveer twee weken in het geheugen
bewaard blijven, ook als er tengevolge van een
stroomstoring een onderbreking van de netspanning is of de
stekker uit het stopcontact verwijderd is. Daarna zullen alle
parameters alsmede de overige afstellingen of wijzigingen
van instellingen op deze apparatuur naar hun
oorspronkelijke waarden of status terugkeren.
PARAMETER
SET MENU
ON SCREEN
CHURCH
123
CLUB
JAZZ
VIDEO 1
CONCERT
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO 2
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
TAINMENT
ENTER-
456
HALL 1 HALL 2
789
10 11
/
DTS
SURROUND
12
CHURCH
123
CLUB
JAZZ
VIDEO 1
CONCERT
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO 2
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
TAINMENT
ENTER-
456
HALL 1 HALL 2
789
10 11
/
DTS
SURROUND
12
P01 CONCERT HALL 1
/
Hall A in Europe
EFCT TRIM
0dB
INIT. DLY
30ms
ROOM SIZE
1.0
LIVENESS 5
....
....
....
....
...
/
/
/
of
Subprogramma
58
BESCHRIJVINGEN VAN DIGITALE GELUIDSVELD-PARAMETERS
Niet alle van de volgende parameters worden in elk van de programma’s aangetroffen.
ROOM SIZE (grootte van ruimte)
Hoe dit van invloed is op het geluid:
Verandert de gesimuleerde grootte van de muziekruimte.
Naarmate de waarde hoger is, zal de gesimuleerde ruimte
groter klinken.
Hoe dit gebeurt:
Stelt de tijdsduur af tussen de eerste weerkaatsingen. De
eerste weerkaatsingen zijn de eerste groep van
weerkaatsingen die u hoort alvorens de daaropvolgende
dichte nagalm begint.
Regelbaar bereik:
0,1 – 2,0
Standaard instelling is 1,0.
Door deze parameter van 1 in 2 te veranderen, wordt het
gesimuleerde volume van de kamer acht maal vergroot (lengte,
breedte en hoogte worden alle verdubbeld).
P. ROOM SIZE (afmeting van podiumruimte)
Stelt de schijnbare afmeting van het voorste podiumgeluidsveld
af. Naarmate de waarde groter is, zal de interval tussen de
weerkaatsingen langer worden, waardoor de diepte van de
geluidsbron toeneemt.
S. ROOM SIZE (afmeting van surround ruimte)
Stelt de schijnbare afmeting van het achterste surround
geluidsveld af. Naarmate de waarde groter is, zal het surround
geluidsveld groter worden.
INIT. DLY (begin-vertraging)
Hoe dit van invloed is op het geluid:
Verandert de gesimuleerde afstand van de geluidsbron.
Aangezien de afstand tussen een geluidsbron en een
weerkaatsend oppervlak de vertraging bepaalt tussen het
directe geluid en de eerste weerkaatsing, verandert deze
parameter de lokatie van de geluidsbron binnen de
akoestische omgeving.
Hoe dit gebeurt:
Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste
weerkaatsing die door de luisteraar gehoord wordt.
Regelbaar bereik:
1 – 99 milliseconden
Voor een kleine woonkamer dient deze parameter op een kleine
waarde ingesteld te worden. Voor een grote kamer dienen
grotere waarden gebruikt te worden. Grotere waarden
produceren een echo-effect.
P. INIT. DLY (eerste podiumgeluid vertraging)
Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste
weerkaatsing aan de podiumzijde van het geluidsveld. Naarmate
de waarde groter is, zal de eerste weerkaatsing later beginnen.
Regelbaar bereik:
1 – 99 milliseconden
S. INIT. DLY (eerste surround vertraging)
Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste
weerkaatsing aan de achterste surround zijde van het
geluidsveld. Naarmate de waarde groter is, zal de eerste
weerkaatsing later beginnen.
Regelbaar bereik:
1 – 49 milliseconden
INIT. DLY INIT. DLY INIT. DLY
Niveau
Direct geluid
Eerste weerkaatsingen
Tijd
Kleine ruimte
Klein
Niveau
Direct geluid
Eerste weerkaatsingen
Tijd
Groot
Niveau
Direct geluid
Eerste weerkaatsingen
Tijd
Grote ruimte
Niveau
Tijd
Klein
Niveau Niveau
Tijd
Tijd
Groot
Direct geluid
Eerste weerkaatsingen
59
Nederlands
LIVENESS
Hoe dit van invloed is op de klank:
Deze parameter verandert de klaarblijkelijke akoestische
weerkaatsing van de muren in een zaal.
De eerste akoestische weerkaatsingen van een klankbron
zullen sneller hun intensiteit verliezen (wegsterven) in een
kamer met akoestisch absorberende muuroppervlakken dan
in een kamer die meer geluidweerkaatsende oppervlakken
heeft. Een kamer met hoogweerkaatsende oppervlakken
waarin de eerste weerkaatsingen langzaam wegsterven
wordt als “levend” betiteld, terwijl een kamer met geluid-
absorberende karakteristieken waarin de weerkaatsingen
snel wegsterven als “dood” wordt betiteld. Met de LIVENESS
parameter kunt u de mate van wegsterving van de eerste
weerkaatsing afstellen en daarmee de “levendheid” van de
kamer.
Wat de parameter doet:
Verandert de snelheid waarmee de eerste weerkaatsingen
wegsterven.
Regelbaar bereik:
0 – 10.
P. LIVENESS (podiumzijde live)
Stelt de schijnbare weerkaatsende eigenschappen van de muren
aan de podiumzijde van het geluidsveld af. Naarmate de waarde
groter is, zal het achterste weerkaatsende vermogen van
podiumzijde van het geluidsveld groter worden.
S. LIVENESS (surround live)
Stelt de schijnbare weerkaatsende eigenschappen van de muren
op het achterste surround geluidsveld af. Naarmate de waarde
groter is, zal het weerkaatsende vermogen van het achterste
surround geluidsveld groter worden.
REV. TIME (nagalmtijd)
Hoe dit van invloed is op het geluid:
De natuurlijke nagalmtijd van een kamer is hoofdzakelijk
afhankelijk van de afmeting ervan en van de karakteristieken
van zijn binnen-oppervlakken. Deze parameter verandert
derhalve de gesimuleerde grootte van de akoestische
omgeving over een bijzonder breed bereik.
Hoe dit gebeurt:
Stelt de hoeveelheid tijd af die nodig is voordat het niveau
van het dichte, opeenvolgende nagalmgeluid met 60 dB
wegvalt (@ 1 kHz).
Regelbaar bereik:
1,0 – 5,0 seconden.
De nagalmtijd in een kleine tot middelgrote zaal zal tussen 1
en 2 liggen, terwijl dit voor een grote hal normaal tussen 2 en
3 ligt.
REV. TIME
60 dB
REV. TIME
60 dB
REV. TIME
60 dB
Niveau
Tijd
Klein
Niveau Niveau
Tijd
Tijd
Groot
Direct geluid
Dood Levend
Niveau
Nagalm Nagalm Nagalm
Tijd
Klein
Niveau Niveau
Tijd
Tijd
Groot
Direct geluid
Eerste weerkaatsingen
60
REV. DELAY (nagalmvertraging)
Met behulp van deze parameter kan het tijdsverschil worden
ingesteld tussen het begin van het directe geluid en het begin
van het nagalmgeluid. Naarmate de waarde groter is, zal het
nagalmgeluid later beginnen. Een vertraagd nagalmgeluid zal u
de indruk geven dat de ruimte van de akoestische omgeving
groter geworden is.
Regelbaar bereik:
0 – 250 milliseconden
REV. LEVEL (nagalmniveau)
Met deze parameter wordt het volume van het nagalmgeluid
afgesteld. Naarmate de waarde groter is, zal het nagalmgeluid
krachtiger worden weergegeven.
Regelbaar bereik:
0 – 100%
EFCT TRIM (effect-fijnafstelling)
Voor het uitvoeren van een fijnafstelling van het niveau van alle
effectgeluiden.
Regelbaar bereik:
–3 dB – +3 dB
S. DELAY (surround vertraging)
Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste
weerkaatsing aan de achterste surround zijde van het
geluidsveld. Naarmate de waarde groter is, zal het surround
geluidsveld later beginnen.
Regelbaar bereik:
Bij decodering van het Dolby Pro Logic Surround
15 – 30 milliseconden
Bij decodering van het Dolby Digital (AC-3) of het DTS
0 – 15 milliseconden
Bij gebruik van een programma waarbij de Dolby Surround
of het DTS niet gedecodeerd wordt
0 – 15 milliseconden
REV.TIME
60 dB
REV.DELAY
Niveau
Direct geluid
Nagalm
Tijd
REV. LEVEL
Niveau
Direct geluid
Tijd
61
Nederlands
1
Telkens wanneer de SLEEP toets wordt ingedrukt, zal de
SLEEP tijd als volgt veranderen.
Na een korte tijd keert de display terug naar de aanduiding
voordat de SLEEP timer werd ingesteld.
2 Het apparaat zal automatisch op de standby functie
worden ingesteld na het bereiken van de gekozen
SLEEP tijd.
Annuleren van de gekozen SLEEP tijd
Nogmaals indrukken zodat “SLEEP OFF” op de display
verschijnt. (Deze aanduiding zal spoedig verdwijnen en de
“SLEEP” indicator zal op de display uitgaan.)
Opmerking
De instelling van de SLEEP timer kan ook geannuleerd worden
door het apparaat via gebruik van de STANDBY/ON
schakelaar op het voorpaneel (of de STANDBY toets op de
afstandbediening) op het standby functie in te stellen of door de
stekker van dit apparaat uit het stopcontact te verwijderen.
INSTELLEN VAN DE SLEEP TIMER
A
B
C
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
SLEEP
A
B
C
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
SLEEP
Indien u de SLEEP timer van dit apparaat gebruikt, kunt u het apparaat zodanig instellen dat dit op de standby functie wordt
ingesteld. Wanneer u wilt gaan slapen bij het beluisteren van een radio-uitzending of een andere gewenste ingangsbron, zal deze
timerfunctie van dienst zijn.
Opmerkingen
De SLEEP timer kan alleen bediend worden via de afstandbediening.
De onderdelen waarop de SLEEP timer werkzaam is zijn de bronnen die aangesloten zijn op de SWITCHED AC OUTLET(S)
op het achterpaneel van dit apparaat.
Instellen van de SLEEP tijd
Eenmaal of meerdere malen indrukken voor
het kiezen van de gewenste SLEEP tijd.
120 90 60 30
De SLEEP timer is uit (OFF).
(De toestand voordat de SLEEP
toets wordt ingedrukt.)
(Minuten)
Geeft de SLEEP tijd aan.
Knippert.
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
DVD/VCR 3
V
-
AUX
SLEEP
LD
MD/TAPE 1
TUNER
CD
PHONO
62
BASISFUNCTIES (bij geopende kap)
De afstandbediening die bij dit apparaat wordt geleverd is bestemd voor de regeling van de meest algemeen gebruikte functies van
dit apparaat. Als de CD speler, het tapedeck, tuner, de LD speler, enz. die op dit apparaat worden aangesloten YAMAHA
componenten zijn die geschikt zijn voor gebruik met afstandbediening, kunnen met behulp van deze afstandbediening ook diverse
functies van elk van deze aangesloten componenten geregeld worden.
* Gebruik voor de basisfuncties de afstandbediening met de kap geopend.
NAMEN VAN DE TOETSEN EN HUN FUNCTIES
MACROQUICK
OFFSLOW
MD/TAPE 1
A/B
REC/PAUSE
BA
A
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
B
LD
TAPE 2 MON
/ EXT. DECODER
PHONO
EFFECT
ON/OFF
TV/DBS
DVD/VCR 3
V-AUX
C
DIR
DISCSTOP
TRANSMIT
/LEARN
LEARNCLEAR MACRO
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
JAZZ
VIDEO 1
CONCERT
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO 2
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
TAINMENT
ENTER-
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
/
DTS
SURROUND
12
1
3
2
4
7
8
9
A
D
G
H
F
E
C
B
0
5
I
6
LIGHT
J
Kap is geopend. Zijpaneel
AFSTANDBEDIENING
63
Nederlands
1 Tapedeck toetsen
Voor de regeling van het tapedeck.
(De A/B/C schakelaar (
G) dient op stand “A” ingesteld te
worden.)
* DIR A, B en A/B zijn uitsluitend van toepassing op een
dubbel cassette tapedeck.
* Bij een enkelvoudig cassettedeck met automatische
bandomkeringsfunctie zal door het indrukken van DIR A de
bandlooprichting omgekeerd worden.
2 CD/LD speler toetsen
Voor de regeling van de compact disc speler of de LD speler.
(Stel voor de regeling van de compact disc speler de A/B/C
schakelaar (
G) in op stand “A”. Stel voor de regeling van de
LD speler de A/B/C schakelaar (
G) in op stand “B”.)
* DISC is enkel van toepassing op de compact disc wisselaar.
* STOP is enkel van toepassing op de LD speler.
3 Tuner toetsen
Voor de bediening van de tuner.
(De A/B/C schakelaar (
G) dient op stand “A” ingesteld te
worden.)
+: Voor het kiezen van een hoger voorkeuzezendernummer.
: Voor het kiezen van een lager voorkeuzezendernummer.
A/B/C/D/E:
Voor het kiezen van de groep (A – E) van
voorkeuzezendernummers.
4 DSP programmakeuzetoetsen
Voor het kiezen van een DSP programma wanneer de
ingebouwde digitale geluidsveldprocessor (inclusief de Dolby
Pro Logic Surround decoder, de Dolby Digital (AC-3) decoder
en de DTS decoder) ingeschakeld is.
5 LEVEL toets
Wanneer u het uitgangsniveau van de middenluidspreker(s),
achterste luidsprekers, voorste effect-luidsprekers of
subwoofer gaat afstellen, eerst deze toets eenmaal of
meerdere malen indrukken zodat de naam van de
luidspreker(s) waarvan u het niveau wilt afstellen op de display
verschijnt. Gedurende de tijd dat de naam verlicht op de
display wordt aangegeven, kunt u het niveau veranderen door
het indrukken van de + of – toetsen (
D
).
6 PARAMETER/SET MENU schakelaar
Stel de schakelaar in op de stand PARAMETER wanneer u
een parameter van een DSP programma gaat bewerken. Stel
in op de stand SET MENU wanneer u een afstelling gaat
maken of een instelling gaat veranderen voor een functie in de
SET MENU modus.
7 TEST toets
Wordt gebruikt voor de afstelling van de luidsprekerbalans.
(Zie voor nadere bijzonderheden pagina’s 29 – 31.)
8 SLEEP timer toets
Deze toets wordt gebruikt voor het in- en uitschakelen van de
ingebouwde SLEEP timer en voor het instellen van de SLEEP
tijd. (Zie pagina 61 voor bijzonderheden.)
9 ON SCREEN displaytoets
Verandert de soort display welke de programmanaam en
parameters aangeeft of de informatie voor de diverse
wijzigingen van instellingen en afstellingen op het aangesloten
monitorscherm. Telkens wanneer de toets wordt ingedrukt,
verandert het scherm achtereenvolgens in een volledig
display, een verkort display en geen display.
0 SYSTEM POWER ON en STANDBY toetsen
Door het indrukken van de SYSTEM POWER ON toets wordt
dit apparaat ingeschakeld en door het indrukken van de
STANDBY toets wordt dit apparaat op de standby functie
ingesteld.
A RESET knop
Deze knop bevindt zich binnen
in het batterijvak. Druk deze
knop in om de interne
microcomputer die de functies
van de afstandbediening regelt
“terug te stellen”. Het “terugstellen”
van de microcomputer is nodig
wanneer de afstandbediening stilvalt.
* Door het indrukken van de RESET
knop worden de geprogrammeerde functies niet gewist.
B MASTER VOLUME (omhoog) en (omlaag)
toetsen
Voor het omhoog en omlaag draaien van het volumeniveau.
C MUTE toets
Door het indrukken van deze toets wordt het volumeniveau
uitgeschakeld. Druk deze toets nogmaals in om het
oorspronkelijke volumeniveau te herstellen.
Tijdens de uitschakeling van het volume, gaat de indicator op
de VOLUME regelaar continu knipperen.
D / en –/+ toetsen
De (omhoog) en (omlaag) toetsen veranderen de
parameters (of functies) in de modus die gekozen is met
behulp van de PARAMETER/SET MENU schakelaar. Met de –
en + toetsen kan een afstelling worden gemaakt of een
instelling worden veranderd voor een parameter (of functie) die
gekozen is met de of toets.
E EFFECT ON/OFF toets
Schakelt de digitale geluidsveldprocessor (inclusief de Dolby
Pro Logic Surround decoder, de Dolby Digital (AC-3) decoder
en de DTS decoder) aan en uit.
F A/B/C indicators
De stand (A, B of C) welke gekozen is met de A/B/C
schakelaar wordt in rood aangegeven.
G A/B/C schakelaar
Deze schakelaar dient enkel te worden gebruikt wanneer de
kap van de afstandbediening geopend is. (Deze schakelaar
functioneert niet wanneer de kap gesloten is.)
Normaal deze schakelaar in stand “A” zetten. Bij de bediening
van een Yamaha LD speler met behulp van de CD/LD speler
toetsen (
2), deze schakelaar in stand “B” zetten.
H Ingangskeuzetoetsen
Voor het kiezen van de ingangsbron. De TAPE 2 MON toets
verschilt in functie van de overige ingangskeuzetoetsen. Deze
toets is identiek aan de TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets
op het voorpaneel. Zie pagina 23 voor nadere bijzonderheden.
I TRANSMIT/LEARN indicator
Deze gaat branden wanneer de afstandbediening infrarood
signalen uitzendt (wanneer een opdrachttoets wordt
ingedrukt).
J LIGHT toets
Als deze toets wordt ingedrukt, zullen bepaalde toetsen op de
afstandbediening gedurende ongeveer 5 seconden verlicht
worden. Als deze toets wordt ingedrukt terwijl die toetsen
verlicht zijn, zal de toetsverlichting uitgeschakeld worden.
Opmerking
Wanneer u voor de bediening van Yamaha componenten
de toetsen gaat gebruiken, deze met de toetsen van uw
component vergelijken. Als deze toetsen identiek zijn,
zullen de bijbehorende functies hetzelfde zijn. Zie voor de
functies van de toetsen de bijbehorende instructie in de bij
uw component geleverde bedieningshandleiding.
RESET knop
64
PROGRAMMEREN VAN NIEUWE BEDIENINGSFUNCTIES (bij geopende kap)
Dit is een programmeerbare afstandbediening. De toetsen die gearceerd in onderstaande illustratie zijn aangegeven, kunnen
geprogrammeerd worden voor het opslaan van bedieningsfuncties van andere afstandbedieningen. Door het inprogrammeren van
de toetsfuncties van andere afstandbedieningen, kan dit apparaat vervolgens in plaats van een of meerdere afstandbedieningen
gebruikt worden, waardoor de bediening van uw diverse audio en video componenten gemakkelijker wordt.
Sommige van de programmeerbare toetsen zijn van oorsprong leeg en andere zijn reeds voorgeprogrammeerd met functies voor de
bediening van dit apparaat en overige Yamaha componenten, U kunt onder deze toetsen naar wens nieuwe functies (in plaats van
de voorgeprogrammeerde functies) opslaan.
* Zie pagina 70 voor de methode van programmeren.
* Zie pagina 72 voor het wissen van een geprogrammeerde functie (of alle geprogrammeerde functies).
Opmerking
Als de geheugencapaciteit van de afstandbediening volledig is benut, is verdere programmering niet mogelijk, ook niet als bepaalde
programmeerbare toetsen niet door nieuwe functies bezet zijn. Als u bijvoorbeeld uitsluitend Yamaha codes in deze
afstandbediening opslaat, kunnen er in totaal ongeveer 50 functies worden opgeslagen. Sla nieuwe functies op onder de
programmeerbare toetsen die voor u van dienst zijn.
Toetsen welke drie functies kunnen hebben (1, 2, 3, 4)
Van de programmeerbare toetsen kunnen de toetsen genummerd 14
in de illustratie links drie functies hebben. Dit is omdat zij beschikken over
drie geheugenvelden (A, B en C). (Eén functie per geheugenveld.) U kunt
nieuwe functies in geheugenveld B en C opslaan en drie functies op een
toets gebruiken door met behulp van de A/B/C schakelaar tussen de drie
geheugenvelden over te schakelen. (Op geheugenveld A kunnen geen
nieuwe functies geprogrammeerd worden.)
Gebruik van deze toetsen:
1. Alvorens een toets te gebruiken, met behulp van de A/B/C
schakelaar het geheugenveld A, B of C kiezen van de toets
waaronder de functie die u wilt gebruiken is opgeslagen.
2. Druk de toets in.
De oorspronkelijke van fabriekswege gemaakte instellingen van
deze toetsen is als volgt.
Opmerking
In het geheugenveld A van alle toetsen kunnen geen nieuwe functies
geprogrammeerd worden. Voor het opslaan van nieuwe functies
onder deze toetsen, deze in de geheugenvelden B of C opslaan.
Lege toetsen (1)
Dit zijn lege toetsen. Onder elk van deze toetsen kan een nieuwe
functie van een andere afstandbediening geprogrammeerd worden.
Bijvoorbeeld, de TV toets is handig voor het opslaan van de functie
van de aan/uit schakelaar van uw TV en de VCR toets kan gebruikt
worden voor de aan/uit schakelaar van uw videorecorder.
MD/TAPE 1
A/B
REC/PAUSE
BA
A
CD
TUNER
VCR 1
B
LD
TAPE 2 MON
/ EXT. DECODER
PHONO
EFFECT
ON/OFF
TV/DBS
DVD/VCR 3
V-AUX
C
DIR
DISCSTOP
TRANSMIT
/LEARN
LEARNCLEAR MACRO
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
JAZZ
VIDEO 1
CONCERT
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO 2
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
TAINMENT
ENTER-
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
1
VCR 2
1
2
3
4
/
DTS
SURROUND
12
A/B/C schakelaar
Kap is geopend.
*
1
: Deze knoppen worden gebruikt voor het
programmeren van een nieuwe functie of voor het
wissen van een geprogrammeerde functie (of van
alle geprogrammeerde functies). Zie pagina 70–72
voor nadere bijzonderheden.
*
1
A
Voorgeprogrammeerd
met functies voor de
bediening van een
Yamaha tapedeck.
Voorgeprogrammeerd
met functies voor de
bediening van een
Yamaha CD speler
(STOP is leeg).
Voorgeprogrammeerd
met functies voor de
bediening van een
Yamaha tuner.
Voorgeprogrammeerd
als de DSP
programmakeuzetoets
B
Leeg
Voorgeprogrammeerd
met functies voor de
bediening van een
Yamaha LD speler
(DISC is leeg).
Leeg
Voorgeprogrammeerd
als de DSP
programmakeuzetoets
C
Leeg
Leeg
Leeg
Voorgeprogrammeerd
als de DSP
programmakeuzetoets
1
2
3
4
De stand van de A/B/C schakelaar
65
Nederlands
Opmerking
Als onder een toets die een voorgeprogrammeerde functie
heeft een nieuwe functie wordt geprogrammeerd, zal de
voorgeprogrammeerde functie niet worden gewist maar buiten
werking gesteld worden. Zodra de nieuw geprogrammeerde
functie wordt gewist, zal de voorgeprogrammeerde functie
weer worden hersteld. (Zie pagina 72 voor informatie
betreffende het wissen van een geprogrammeerde functie.)
Betreffende de symbolen die op de afstandbediening
staan aangegeven
De symbolen die op de afstandbediening staan aangegeven
duiden op functies van de toetsen, ingangsbronnen, enz.
Voorbeelden)
(tape): Tapedeck, videorecorder, enz.
(disc): CD speler, LD speler, enz.
(radio golf): Tuner, TV/Satelliet tuner, enz.
Deze symbolen zijn van dienst bij het opslaan van nieuwe
functies.
Voorbeelden)
Het geheugenveld B van de toetsen 1 is geschikt voor het
opslaan van functies voor de bediening van uw
videorecorder.
Het geheugenveld B van de toetsen 3 is geschikt voor het
opslaan van functies voor de bediening van uw TV/Satelliet
tuner.
Betreffende de verlichting van toetsen
Wanneer u een ingangskeuzetoets indrukt, zal deze
gedurende ongeveer 3 seconden verlicht worden.
Wanneer een ingangskeuzetoets in de groep van een gekozen
geheugenveld (A, B of C) wordt ingedrukt, zal het symbool van
de toetsengroep (
13) welke hetzelfde is als het symbool
van de gekozen ingangskeuzetoets gedurende ongeveer 3
seconden verlicht worden.
Voorbeelden)
Omgekeerd, wanneer een toets van groep
13 wordt
ingedrukt, zal het bijbehorende symbool en de
ingangskeuzetoets met hetzelfde symbool in de groep van het
gekozen geheugenveld gedurende ongeveer 3 seconden
verlicht worden.
Deze mogelijkheid kan u van dienst zijn als u functies voor de
bediening van een ingangsbron onder een groep toetsen gaat
opslaan waarvan het symbool oplicht wanneer de bijbehorende
ingangskeuzetoets wordt ingedrukt.
MD/TAPE 1
A/B
REC/PAUSE
BA
A
TUNER
VCR 1
B
DIR
DSCSTOP
TRANSMIT
/LEARN
LEARNCLEAR MACRO
CD
Rood (dit geeft aan
dat geheugenveld A
is gekozen.)
Licht op.
66
GEBRUIK VAN DE BEDIENINGSREGELTOETSEN (bij gesloten kap)
Wanneer de kap van de afstandbediening gesloten wordt, kunt u via het gebruik van de OPERATION CONTROL toetsen de
Yamaha componenten inclusief de geprogrammeerde functies gemakkelijk bedienen.
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
TV
VCR
MUTE
MASTER
VOLUME
OPERATION
CONTROL
TRANSMIT
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
LD
PHONO
TV/DBS
DVD/VCR 3
V-AUX
MD/TAPE 1
TAPE 2 MON
EFFECT
MD/TAPE 1
A/B
REC/PAUSE
BA
A
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
B
LD
TAPE 2 MON
/ EXT. DECODER/ EXT. DECODER
PHONO
EFFECT
ON/OFF
TV/DBS
DVD/VCR 3
V-AUX
C
DIR
DISCSTOP
TRANSMIT
/LEARN
LEARNCLEAR MACRO
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
JAZZ
VIDEO 1
CONCERT
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO 2
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
TAINMENT
ENTER-
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
1
2
3
/
DTS
SURROUND
12
Ingangskeuzetoesten
OPERATION CONTROL toetsen
Kap is gesloten
Wanneer de kap gesloten is, kunnen de OPERATION
CONTROL toetsen gebruikt worden in plaats van de toetsen
genummerd
1, 2 en 3 in de illustratie boven. Voor het
gebruik van deze toetsen is overschakeling van de A/B/C
schakelaar niet nodig. De functies die door de OPERATION
CONTROL toetsen worden uitgevoerd, worden bepaald door
welke ingangskeuzetoets werd ingedrukt voordat de
OPERATION CONTROL toetsen gebruikt werden.
Opmerking
Wanneer de kap gesloten wordt, zullen de EFFECT, MASTER
VOLUME, MUTE, TV en VCR toetsen op dezelfde manier
functioneren als wanneer de kap geopend is.
* Als de MACRO schakelaar op de zijkant van de
afstandbediening op “OFF” is gezet, zullen wanneer de kap
gesloten wordt de SYSTEM POWER ON en STANDBY
toetsen op dezelfde manier functioneren als wanneer de
kap geopend is.
Opmerkingen
Als de OPERATION CONTROL toetsen gebruikt worden in
de plaats van de toetsen waaraan geen functie is
toegewezen (leeg), wordt er geen opdracht uitgevoerd.
Programmeer volgens uw eigen plan functies van andere
afstandbedieningen in een leeg geheugenveld van deze
toetsen. (Zie pagina 70 voor de methode van
programmeren.)
Als u tijdens weergave van een audio/video component een
ander component wilt gebruiken met behulp van de
afstandbediening (bijvoorbeeld, als u een band op uw
videorecorder wilt terugspoelen terwijl u naar een CD
luistert), kunt u de kap van de afstandbediening openen en
de A/B/C schakelaar en de bijbehorende toetsen gebruiken.
(Als u bij gesloten kap een ingangskeuzetoets indrukt voor
het veranderen van de functies van de OPERATION
CONTROL toetsen naar de functies voor de bediening van
een videorecorder, zal het ingangssignaal van de CD bron
die op dat moment wordt afgespeeld geannuleerd worden.)
Betreffende de verlichting van toetsen
Wanneer een ingangskeuzetoets wordt ingedrukt, zullen de
ingedrukte toets en enkel de beschikbare OPERATION
CONTROL toetsen (die in de plaats worden gebruikt van de
toetsen waaronder de vooringestelde functies of
geprogrammeerde functies zijn opgeslagen) gedurende
ongeveer 3 seconden verlicht worden. Zo kunt u in een
oogopslag zien welke toetsen er beschikbaar zijn.
Omgekeerd, wanneer een OPERATION CONTROL toets
wordt ingedrukt, zullen alle beschikbare OPERATION
CONTROL toetsen en de huidige gekozen ingangskeuzetoets
oplichten.
67
Nederlands
TUNER
OPERATION
CONTROL
Voorbeelden van bedieningsprocedures met behulp van
de OPERATION CONTROL toetsen
Bediening van een Yamaha CD speler
1. Druk de “CD” ingangskeuzetoets in.
2. Gebruik de OPERATION CONTROL toetsen. (Deze zorgen
voor de uitvoering van de functies in geheugenveld A van
de toetsen
2.)
Bediening van uw videorecorder
1. Druk de “VCR” ingangskeuzetoets in.
2. Gebruik de OPERATION CONTROL toetsen. (Deze zorgen
voor de uitvoering van de functies in geheugenveld B van
de toetsen
1. Dit geheugenveld is van oorsprong met geen
functie voorgeprogrammeerd. U dient de functies die
verband houden met de bediening van de videorecorder
van te voren in geheugenveld B van de toetsen
1 op te
slaan.
Gekozen ingangskeuzetoets
Toetsfuncties die door de OPERATION CONTROL toetsen worden uitgevoerd
Functies in geheugenveld A van toetsen
1 (behalve REC/PAUSE, A/B, DIR A en B)
Functies in geheugenveld A van toetsen
2 (behalve STOP, DISC, en )
Functies in geheugenveld A van toetsen
3
Functies in geheugenveld B van toetsen 1 (behalve REC/PAUSE, A/B, DIR A en B)
Functies in geheugenveld B van toetsen
2 (behalve STOP, DISC, en )
Functies in geheugenveld B van toetsen
3
Functies in geheugenveld C van toetsen 1 (behalve REC/PAUSE, A/B, DIR A en B)
Functies in geheugenveld C van toetsen
2 (behalve STOP, DISC, en )
Functies in geheugenveld C van toetsen
3
Zie onderstaande tabel voor een combinatie van een ingangskeuzetoets en toetsfuncties die door de OPERATION CONTROL
toetsen worden uitgevoerd. (Zie ook de tabel op pagina 64.)
Het indrukken van de “TAPE 2 MON” of “PHONO” ingangskeuzetoets heeft geen invloed op de OPERATION CONTROL toetsen.
MD/ TAPE 1
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
LD
V-AUX
TV
/
DBS
DVD/ VCR 3
OPERATION
CONTROL
Weergave
Terug naar het
voorgaande
spoor
Vooruit naar het
volgende spoor
Pauze of stop
OPERATION
CONTROL
Weergave
Terugspoelen Snelvooruitspoelen
Pauze of stop
68
MACRO BEDIENING (bij gesloten kap)
Macro” is een opdracht waarmee een serie van meerdere
bedieningsstappen wordt aangegeven.
De toetsen die in onderstaande illustratie worden aangegeven
(als voorkeuze-macrotoetsen) zijn ook met macro’s
voorgeprogrammeerd, afgezien van de afzonderlijke functies.
Elke macrotoets is zodanig voorgeprogrammeerd dat door het
enkel indrukken van deze toets achtereenvolgens diverse
functies van de overige toetsen op deze afstandbediening
worden uitgevoerd. (Zie de volgende pagina om te weten te
komen welke toetsfuncties door het indrukken van elk van de
voorkeuze-macrotoetsen achtereenvolgens worden
uitgevoerd.)
Macro’s kunnen uitsluitend worden gebruikt wanneer de kap
gesloten is en de MACRO schakelaar op “SLOW” of “QUICK”
is ingesteld. (Als “OFF” is gekozen, kan er geen macro
gebruikt worden, ook niet wanneer de kap gesloten is.)
Voorkeuze-macrotoetsen zijn van fabriekswege reeds met
macro’s voorgeprogrammeerd. Als u wilt, kunt u echter de
inhoud van een macrotoets veranderen door er een serie
gewenste functies onder op te slaan. U kunt in totaal zeven
functies onder een macrotoets programmeren. (Zie pagina 71
voor de methode van programmeren.)
Instellen van de MACRO schakelaar
OFF: In deze stand kan er geen macrotoets worden
gebruikt, ook niet wanneer de kap van de
afstandbediening gesloten wordt.
QUICK: Wanneer in deze stand een macrotoets wordt
ingedrukt, zal elke opdracht met een interval van 0,5
seconden worden verzonden.
SLOW: Wanneer in deze stand een macrotoets wordt
ingedrukt, zal elke opdracht met een interval van 3
seconden worden verzonden.
MD/TAPE 1
A/B
REC/PAUSE
BA
A
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
B
LD
TAPE 2 MON
/ EXT. DECODER
PHONO
EFFECT
ON/OFF
TV/DBS
DVD/VCR 3
V-AUX
C
DIR
DISCSTOP
TRANSMIT
/LEARN
LEARNCLEAR MACRO
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
JAZZ
VIDEO 1
CONCERT
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO 2
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
TAINMENT
ENTER-
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
MUTE
MASTER
VOLUME
OPERATION
CONTROL
TRANSMIT
MACROQUICK
OFFSLOW
1
2
MD/TAPE 1
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
LD
TAPE 2 MON
PHONO
EFFECT
TV/DBS
DVD/VCR 3
V-AUX
/ EXT. DECODER
/
DTS
SURROUND
12
Kap is gesloten
(Zet de MACRO schakelaar
op “QUICK” of “SLOW”.)
Voorkeuze-macrotoetsen
MACRO schakelaar
69
Nederlands
Macrotoets
1ste
(
Inschakelen van dit apparaat)
2de
(Kiezen van een ingangsbron)
3de
(Weergave van een bron)
” in geheugenveld A van toetsen
1
” in geheugenveld A van toetsen
2
” in geheugenveld B van toetsen
1
” in geheugenveld B van toetsen
2
” in geheugenveld C van toetsen
1
” in geheugenveld C van toetsen
2
Functie van de toets (en geheugenveld) dat geactiveerd wordt wanneer een macrotoets wordt ingedrukt.
Macrotoets
1ste 2de
3de
Functie van de toets die geactiveerd wordt wanneer een macrotoets wordt ingedrukt.
Hieronder worden de voorkeuze-macrotoetsen en de toetsfuncties die zij achtereenvolgens uitvoeren aangegeven. (Zie ook de
tabel op pagina 64.)
Opmerkingen
Een toets waaronder geen functie is opgeslagen zal geen
opdracht uitvoeren.
Als zich het geval voordoet waarbij de tweede opdracht niet
door dit apparaat wordt ontvangen omdat de interne
bewerking van de eerste opdracht veel tijd in beslag neemt,
de MACRO schakelaar in de stand “SLOW” zetten, of geen
functie toevoegen of dezelfde opdracht tussen de eerste
opdracht en de volgende opdracht herhalen.
Als u de aan/uit overschakelfunctie van een TV,
videorecorder, enz. wilt programmeren als onderdeel van
een macroserie, er rekening mee houden dat de huidige
stand naar de andere stand wordt overgeschakeld (“aan”
naar “uit”, of “uit” naar “aan”).
Wanneer u bijvoorbeeld de macrotoets indrukt terwijl de TV,
videorecorder, enz. reeds is ingeschakeld, zal de
betreffende apparatuur worden uitgeschakeld, alhoewel dit
misschien niet uw bedoeling was.
Wanneer u eenmaal een macrotoets op dit apparaat heeft
ingedrukt, zal dit apparaat de opdracht van een andere toets
(ook als deze wordt ingedrukt) niet accepteren, totdat dit
apparaat met het uitvoeren van alle opdrachten van de
macrotoets gereed is. Houd hiermee rekening vooral
wanneer de MACRO schakelaar op “SLOW” ingesteld is.
Wanneer u eenmaal een macrotoets heeft ingedrukt, dient u
de afstandbediening op de afstandbedieningsensor van het
hoofdcomponent gericht te houden totdat de
afstandbediening met het overzenden van alle
opdrachtsignalen van de macrotoets gereed is.
Tijdens het gebruik van de macrofuncties kunt u de
OPERATION CONTROL toetsen eveneens gebruiken.
MD/ TAPE 1
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
LD
TAPE 2 MON
V-AUX
PHONO
TV
/
DBS
DVD/ VCR 3
MD/ TAPE 1
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
LD
TAPE 2 MON
V-AUX
PHONO
TV
/
DBS
DVD/ VCR 3
SYSTEM
POWER ON
SYSTEM
POWER ON
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
STANDBY
TV
VCR
70
PROGRAMMEREN VAN EEN NIEUWE FUNCTIE
1 Plaats deze afstandbediening en de andere
afstandbediening zodanig dat deze recht tegenover
elkaar liggen.
2
* Als er geen bediening plaatsvindt gedurende ongeveer 30
seconden na het indrukken van de LEARN knop, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
huidige modus geannuleerd worden. Als dit gebeurt, deze
stap herhalen.
3 Kies indien nodig het geheugenveld met behulp van de
A/B/C schakelaar op het zijpaneel van de
afstandbediening.
4 Druk de toets op deze afstandbediening in waaronder u
een nieuwe functie wilt programmeren.
* Als een toets wordt ingedrukt waaronder geen andere
functie geprogrammeerd kan worden, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
huidige modus geannuleerd worden. Als dit gebeurt, deze
stap herhalen.
* Als er geen bediening plaatsvindt gedurende ongeveer 30
seconden na het indrukken van een toets, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
modus die was ingesteld voordat u begon met het
programmeren van de functies hersteld worden. Als dit
gebeurt, opnieuw beginnen vanaf stap 2.
5 Houd de toets (op de andere afstandbediening)
ingedrukt die over de functie beschikt die u wilt opslaan.
Wanneer het programmeren voltooid is, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator uit. U kunt de toets loslaten. De
indicator zal dan langzaam beginnen te knipperen.
* Als een signaal niet met succes is ontvangen gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en wordt de
modus die bestond vóór stap 4 hersteld. Als dit gebeurt,
opnieuw beginnen vanaf stap 4.
*
Als de geheugencapaciteit uitgeput raakt, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen om u te laten
weten dat programmeren onmogelijk is en vervolgens zal de
modus die ingesteld was voordat u met het programmeren
van de nieuwe functies begon hersteld worden
.
6 Herhaal de stappen 3 – 5 voor het opslaan van meer
functies.
7 Druk wanneer u gereed bent met het programmeren de
LEARN knop in.
Opmerkingen
Nieuw geprogrammeerde functies zullen in de plaats komen
van eerder geprogrammeerde functies.
Als er voor het programmeren van een functie geen
voldoende ruimte meer in het geheugen beschikbaar is,
gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen. In dit
geval is verdere programmering niet mogelijk, ook niet als
bepaalde toetsen niet door functies van andere
afstandbedieningen bezet zijn.
Als u tijdens het programmeren de kap sluit en er
vervolgens ongeveer 5 seconden verstrijken, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
modus die bestond voordat u met het programmeren van de
functies begon hersteld worden. Als dit gebeurt, opnieuw
beginnen vanaf stap 2. Als u echter de kap binnen 5
seconden weer opent, zal de modus die bestond vóór het
sluiten van de kap hersteld worden.
Er kunnen zich af en toe gevallen voordoen waarbij als
gevolg van de signaalcodering en modulatie die door de
andere afstandbediening wordt gebruikt, deze
afstandbediening niet in staat is de signalen van de andere
afstandbediening op te nemen.
Wanneer u de LEARN, MACRO of CLEAR toets of de
RESET toets binnen in het batterijvak met een scherp,
puntig voorwerp indrukt, er op letten de toetsen niet te
beschadigen. Als u een mechanisch potlood gebruikt, er op
letten dat de stift niet naar buiten steekt.
V-AUX
PHONO
EFFECT
ON/OFF
123
SPORTS
STADIUM
DISCO
TV
456
ROCK
JAZZ CLUB
CHURCH
789
TEST
+10
Licht op.
V-AUX
PHONO
EFFECT
ON/OFF
123
ORTS
STADIUM
DISCO
TV
56
CLUB
CHURCH
9
EST
Deze afstandbediening
Andere
afstandbediening
Ongeveer 5–10 cm
TRANSMIT
/LEARN
LEARNCLEAR MACRO
Knippert langzaam
(Indrukken met de punt van
een mechanisch potlood, enz.
LEARNCLEAR MACRO
V-AUX
PHONO
EFFECT
ON/OFF
123
SPORTS
STADIUM
DISCO
TV
456
OCK
JAZZ CLUB
CHURCH
89
TEST
10
71
Nederlands
1
* Als er geen bediening plaatsvindt gedurende ongeveer 30
seconden na het indrukken van de MACRO knop, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
modus die was ingesteld voordat u de MACRO knop
indrukte hersteld worden. Als dit gebeurt, de MACRO knop
nogmaals indrukken.
2 Druk een voorkeuze-macrotoets in waaronder u een
nieuwe macro wilt programmeren.
* Als er een andere toets dan een voorkeuze-macrotoets
wordt ingedrukt, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel
knipperen en zal de huidige modus geannuleerd worden.
Als dit gebeurt, deze stap herhalen.
3 Druk een toets in waarvan u de functie als de eerste
functie van een nieuwe macro wilt opslaan.
* Als een toets wordt ingedrukt waarvan de functie niet als
een opdracht van een macro opgeslagen kan worden, gaat
de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
huidige modus geannuleerd worden. Als dit gebeurt, deze
stap herhalen.
* Als er ongeveer 30 seconden verstrijken voordat een toets
wordt ingedrukt, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel
knipperen en zal de modus die was ingesteld voordat u
begon met het programmeren van de functies hersteld
worden. Als dit gebeurt, opnieuw beginnen vanaf stap 1.
4 Herhaal stap 3 voor het opslaan van de tweede, de
derde en meer functies. U kunt in totaal zeven
toetsfuncties in serie als een macro opslaan.
*
Als de zevende toetsfunctie is geprogrammeerd, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de modus
die was ingesteld voordat u begon met het programmeren van
de functies hersteld worden. (Dit geeft aan dat de toets gereed
is met het opslaan van een serie functies als een macro.) Als
dit gebeurt, hoeft u de volgende stap niet uit te voeren
.
5 Druk wanneer u gereed bent met het programmeren de
MACRO knop in.
MAKEN VAN EEN NIEUWE MACRO
Onder elke voorkeuze-macrotoets kan in plaats van de voorgeprogrammeerde functies een nieuwe macro worden
geprogrammeerd. (Zie pagina 68 om te weten te komen welke toetsen voorkeuze-macrotoetsen zijn.) U kunt in totaal 13 nieuwe
macrotoetsen programmeren. Onder een macrotoets kunnen in totaal zeven functies van andere toetsen geprogrammeerd worden.
Opmerking
Als u een doorlopende opdracht zoals verlaging van het volumeniveau opslaat, zal dit een korte opdracht worden wanneer dit als
onderdeel van een macro wordt uitgevoerd.
LEARNCLEAR MACRO
Het wordt aanbevolen de nieuwe toetsfuncties die u
geprogrammeerd heeft te noteren op de bijgeleverde
gebruikersfunctie-stickers en deze op de achterkant van
de afstandbediening of op de binnenkant van de kap van
de afstandbediening te plakken.
Reserve-geheugen
Tijdens het vernieuwen van de batterijen zullen alle
geprogrammeerde functies bewaard blijven. Als er echter
gedurende enkele uren geen nieuwe batterijen geplaatst
worden, zullen de geprogrammeerde functies worden gewist
en zullen deze opnieuw geprogrammeerd moeten worden.
Gaat uit.
(Wanneer het programmeren voltooid
is, licht deze indicator opnieuw op.)
TRANSMIT
/LEARN
LEARNCLEAR MACRO
Knippert langzaam
CD
TRANSMIT
/LEARN
Licht op.
SYSTEM
POWER
TRANSMIT
/LEARN
A
B
C
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
72
1 Druk voor het wissen van een geprogrammeerde functie
de LEARN knop in met behulp van de punt van een
mechanisch potlood, enz.
Druk de MACRO knop in voor het wissen van de macro
die u gemaakt heeft.
2 Houd met behulp van de punt van een mechanisch
potlood, enz. de CLEAR knop ingedrukt.
3 Houd de CLEAR knop ingedrukt en houd de toets
waarvan u de functie wilt wissen ingedrukt totdat de
indicator 3 maal knippert.
Voor het achtereenvolgens wissen van twee of meerdere
functies, de ingedrukte CLEAR knop niet loslaten en
deze stap herhalen.
Opmerking
Als u de geprogrammeerde functie van een toets wist, zal de
van fabriekswege voorgeprogrammeerde functie van deze
toets hersteld worden (behalve de toetsen die van oorsprong
niet met een functie voorgeprogrammeerd waren.)
Wissen van een geprogrammeerde functie Wissen van alle geprogrammeerde functies
1 Kies de soort toetsfuncties die u alle wilt wissen met
behulp van de MACRO schakelaar op het zijpaneel van
de afstandbediening.
OFF: Kies deze stand als u alle geprogrammeerde
functies behalve macro’s wilt wissen.
QUICK: Kies deze stand als u alleen alle door u gemaakte
macro’s wilt wissen.
SLOW: Kies deze stand als u alle geprogrammeerde
functies inclusief macro’s wilt wissen.
2 Druk met behulp van de punt van een mechanisch
potlood, enz. de CLEAR knop in.
* Als een van de volgende bedieningsstappen wordt
uitgevoerd na het indrukken van de CLEAR knop, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
huidige modus geannuleerd worden. Als dit gebeurt, de
CLEAR knop nogmaals indrukken.
De MACRO schakelaar is in een andere stand gezet.
Er is een andere toets ingedrukt.
Er vindt gedurende ongeveer 30 seconden geen
bediening plaats.
3 Houd de CLEAR knop nogmaals ingedrukt. Houd terwijl
u de CLEAR knop ingedrukt houdt de MASTER
VOLUME en toetsen gelijktijdig ingedrukt totdat
de indicator 7 maal gaat knipperen.
MACROQUICK
OFFSLOW
WISSEN VAN GEPROGRAMMEERDE FUNCTIES
TRANSMIT
/LEARN
LEARNCLEAR MACRO
LEARNCLEAR MACRO
Knippert langzaam
of
CD
TRANSMIT
/LEARN
Knippert.
LEARNCLEAR MACRO
TRANSMIT
/LEARN
Knippert langzaam
MUTE
TRANSMIT
/LEARN
Knippert.
73
Nederlands
Controleer de volgende punten, indien het apparaat niet normaal functioneert en bepaal of het probleem verholpen kan worden
door de eenvoudige hieronder gesuggereerde maatregelen te nemen. Kan het probleem niet worden verholpen, of staat het
probleem niet vermeld in de STORINGSINDICATIE kolom, het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact verwijderen en voor
verdere hulp contact opnemen met uw erkende YAMAHA dealer of een reparatiedienst.
STORINGSINDICATIE
Het apparaat wordt niet ingeschakeld
wanneer de STANDBY/ON schakelaar
wordt ingedrukt of wordt spoedig na
inschakeling plotseling op de standby
functie ingesteld.
Het doet zich voor dat dit apparaat niet
normaal functioneert.
Geen geluid of geen beeld.
Geen beeld
Het geluid valt plotseling weg.
Er komt geen geluid uit een van de
luidsprekers.
Geen geluid uit de effect-luidsprekers.
Geen geluid uit de voorste effect-
luidsprekers
Geen geluid uit de middenluidsprekers.
Slechte lage tonen weergave.
MOGELIJKE OORZAAK
Het netsnoer is niet aangesloten of is niet
volledig ingestoken.
De IMPEDANCE SELECTOR schakelaar op
het achterpaneel is niet nauwkeurig aan een
van beide kanten gezet.
Er is een invloed van een krachtige storing
van buitenaf (bliksem, buitengewoon veel
statische elektriciteit, enz.) of een verkeerde
bediening van dit apparaat.
Verkeerde aansluiting van de
uitgangssignaalkabels.
De juiste ingangsbron is niet gekozen.
De luidsprekeraansluitingen zitten niet goed
vast.
Andere digitale signalen dan PCM audio en
de Dolby Digital (AC-3) (of het DTS)
gecodeerde signalen welke dit apparaat niet
kan reproduceren worden door het afspelen
van een CD-ROM, enz. in dit apparaat
ingevoerd.
Er is geen S video aansluiting verbinding
tussen dit apparaat en de TV, alhoewel S
videosignalen naar dit apparaat worden
gezonden.
Het beveiligingscircuit werd in werking
gesteld als gevolg van kortsluiting, enz.
De SLEEP timer is in werking getreden.
De BALANCE regelaar is verkeerd
afgesteld.
De kabels zijn verkeerd aangesloten.
De EFFECT toets staat uit.
Een Dolby Surround (of DTS)
decoderingsprogramma wordt gebruikt met
materiaal dat niet met Dolby Surround (of
DTS) gecodeerd is.
De functie “1E. FRONT MIX” in de SET
MENU modus is op de stand “ON-5ch”
ingesteld.
PRO LOGIC/Normal, DOLBY DIGITAL/
Normal of DTS DIGITAL SUR./Normal van
het DSP programma Nr. 12 is gekozen.
De functie “1A. CENTER SP” in de SET
MENU modus is op de stand “NONE”
ingesteld.
Een van de DSP programma’s Nr. 1 tot Nr.
6 is gekozen. Wanneer het ingangssignaal
van de bron 2-kanaal stereo is
(analog/PCM).
De ingangssignalen van een bron welke
gecodeerd is met de Dolby Digital (AC-3) of
het DTS hebben geen middenkanaalsignalen.
De functie “1D. LFE/BASS OUT” in de SET
MENU modus is ingesteld op SWFR of
BOTH, alhoewel uw systeem geen
subwoofer omvat.
De keuze van de uitgangsmodus voor elk
kanaal (MAIN, CENTER of REAR) is onjuist.
OPLOSSING
Sluit het netsnoer stevig aan.
Zet de schakelaar nauwkeurig aan een van
beide kanten.
Schakel dit apparaat in de standby functie en
verwijder de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact. Na ongeveer 30 seconden de
stekker weer in het stopcontact steken, dit
apparaat weer inschakelen en opnieuw
proberen te bedienen.
Sluit de kabels op de juiste wijze aan. Indien
het probleem blijft voortbestaan, zijn de
kabels mogelijk defect.
Kies de juiste ingangsbron met behulp van de
INPUT SELECTOR of de TAPE 2 MON/EXT.
DECODER toets.
Maak de aansluitingen goed vast.
Speel een bron af die door dit apparaat kan
worden weergegeven.
Sluit de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting
van dit apparaat aan op de S video ingang
van de TV.
Stel dit apparaat in op de standby functie en
schakel het vervolgens weer in om het
beveiligingscircuit terug te stellen.
De SLEEP timer uitschakelen.
Stel de regelaar in de juiste stand af.
Sluit de audiostekkers stevig aan. Indien het
probleem blijft voortbestaan, zijn de kabels
mogelijk defect.
Druk de EFFECT toets in om deze in te
schakelen.
Gebruik een ander geluidsveldprogramma.
Op “OFF-7ch” zetten.
Kies een ander programma
(of subprogramma).
Kies de juiste positie.
Kies een ander programma.
Zie de instructies voor de bron die op dat
moment wordt weergegeven.
Kies de MAIN positie.
Zorg er voor dat de keuze van de
uitgangsmodus geschikt is voor uw
luidsprekersysteem.
STORINGZOEKEN
Algemeen
74
STORINGSINDICATIE
De afstandbediening werkt niet.
De afstandbediening werkt niet goed.
Programmering kan niet met succes
plaatsvinden. (De TRANSMIT/LEARN
indicator licht niet op of knippert niet.)
Doorlopend werkende functies zoals
volume worden geprogrammeerd, maar
werken slechts voor een kort moment
alvorens te stoppen.
MOGELIJKE OORZAAK
De batterijen van deze afstandbediening zijn
zwak.
De interne microcomputer “valt stil”.
Verkeerde afstand of hoek.
De afstandbediening-sensor van het
hoofdcomponent wordt belicht door direct
invallend zonlicht of een andere lichtbron
(fluorescerende lamp of neonlamp, enz.).
De interne microcomputer “valt stil”.
De batterijen van deze afstandbediening
en/of de andere afstandbediening zijn zwak.
De afstand tussen de beide
afstandbedieningen is te groot of te klein.
De signaalcodering of modulatie van de
andere afstandbediening is niet uitwisselbaar
met deze afstandbediening.
De geheugencapaciteit is vol.
De interne microcomputer “valt stil”.
Het programmeringsproces is niet voltooid.
OPLOSSING
Vervang de batterijen door nieuwe en druk de
RESET knop op de afstandbediening in.
Druk de RESET knop op de afstandbediening
in.
De afstandbediening zal functioneren tot een
maximum afstand van 6 meter en tot een
hoek van niet meer dan 30° ten opzichte van
het voorpaneel.
Verander de opstelling van het
hoofdcomponent.
Druk de RESET knop op de afstandbediening
in.
Vervang de batterijen (en druk de RESET
knop voor deze afstandbediening in).
Plaats de afstandbedieningen op juiste
afstand van elkaar.
Programmeren is niet mogelijk.
Verdere programmering is niet mogelijk
zonder het wissen van niet noodzakelijke
opdrachten.
Druk de RESET knop op de afstandbediening
in.
Zorg er voor de functietoets op de andere
afstandbediening ingedrukt te houden totdat
de TRANSMIT/LEARN indicator langzaam
begint te knipperen.
Afstandbediening
STORINGSINDICATIE
Het geluid “bromt”.
Het volumeniveau is laag tijden shet
afspelen van een grammofoonplaat.
Het volumeniveau kan niet worden
verhoogd, of het geluid is vervormd.
DSP parameters en bepaalde overige
instellingen op deze apparatuur kunnen
niet veranderd worden.
“INPUT DATA ERROR” verschijnt op de
display en er wordt geen geluid
weergegeven.
Het geluidsveld kan niet worden
opgenomen.
Het apparaat functioneert niet goed.
Een bron kan niet worden opgenomen op
een tapedeck of videorecorder die
aangesloten is op deze apparatuur.
Storing van een TV of tuner in de directe
nabijheid.
Degradatie van het geluid treedt op tijdens
het meeluisteren met behulp van de
hoofdtelefoon die is aangesloten op de
compact disc speler of het tapedeck welke
is aangesloten op dit apparaat.
MOGELIJKE OORZAAK
De kabels zijn verkeerd aangesloten.
Geen verbinding van de platenspeler naar de
GND aansluiting.
De grammofoonplaat wordt afgespeeld op
een platenspeler met een MC element.
Het component dat aangesloten is op de
MD/TAPE 1 REC aansluitingen van dit
apparaat is uitgeschakeld.
De functie “9. MEMORY GUARD” in de SET
MENU modus staat op “ON”.
Er wordt een niet-gestandaardiseerde bron
weergegeven of het apparaat dat de bron
weergeeft functioneert niet goed.
Het is niet mogelijk het geluidsveld op te
nemen op een tapedeck dat aangesloten is
op de MD/TAPE 1 REC aansluitingen van
deze apparatuur.
De interne microcomputer is buiten werking
geraakt door een elektrische schok van
buitenaf (blikseminslag, hoge mate van
statische elektriciteit, enz.) of door een
stroomtoevoer met lage spanning.
De bronapparatuur is enkel tussen digitale
aansluitingen aangesloten op deze
apparatuur.
Deze apparatuur bevindt zich te dicht bij de
storing veroorzakende apparaten.
Dit apparaat is op de standby functie
ingesteld.
OPLOSSING
Sluit de audiostekkers stevig aan. Indien het
probleem blijft voortbestaan, zijn de kabels
mogelijk defect.
Maak de GND verbinding tussen de
platenspeler en dit apparaat.
De platenspeler dient aangesloten te worden
op dit apparaat via de MC hoofversteker.
Schakel de stroom toevoer naar het
component in.
Op “OFF” zetten.
Controleer de bron of schakel het apparaat
dat de bron weergeeft uit en schakel het
vervolgens weer in.
Trek de stekker uit het stopcontact en steek
de stekker na ongeveer 1 minuut weer in.
Breng verdere aansluiting tot stand tussen de
analoge aansluitingen.
Plaats deze apparatuur verder van de storing
veroorzakende apparaten vandaan.
Schakel de stroomtoevoer naar deze
apparatuur in.
75
Nederlands
STORINGSINDICATIE
Er is een luid sissend geluid hoorbaar
wanneer u een bron weergeeft die
gecodeerd is met het DTS.
Een percussiegeluid is hoorbaar wanneer
u een bron die gecodeerd is met het DTS
begint weer te geven.
Er wordt geen geluid weergegeven
wanneer u een bron weergeeft die
gecodeerd is met het DTS, alhoewel de
“AUTO” of “DTS” ingangsfunctie op dit
apparaat is gekozen.
Er wordt geen geluid weergegeven
wanneer u een MD weergeeft waarop u een
bron heeft opgenomen die met het DTS
gecodeerd is.
Er wordt geen geluid weergegeven
wanneer u een DAT weergeeft waarop u
een bron heeft opgenomen die met het
DTS gecodeerd is.
Er wordt geen geluid weergegeven
wanneer u een bron weergeeft (CD enz.)
alhoewel de huidige gekozen
ingangsmodus “AUTO” is.
MOGELIJKE OORZAAK
De afspeelapparatuur die de bron weergeeft
is niet aangesloten op een digitale
audiosignaalingang van dit apparaat.
De “ANALOG” ingangsfunctie is gekozen op
dit apparaat.
Als de “AUTO” ingangsfunctie is gekozen, is
het mogelijk dat, afhankelijk van bepaalde
bronnen, er zich gevallen voordoen waarbij
er storende geluiden hoorbaar zijn terwijl dit
apparaat het formaat van het ingangssignaal
identificeert.
De DTS decoder die in dit apparaat is
ingebouwd functioneert niet omdat de
afspeelapparatuur een digitale
volumeregelaar heeft en deze in een andere
stand dan “maximum”, “neutraal”, of
“ineffectief” is gezet.
Een bron die gecodeerd is met het DTS kan
niet op een MD worden opgenomen.
Afhankelijk van het DAT deck kan een bron
die gecodeerd is met het DTS niet op een
DAT worden opgenomen.
In de “AUTO” modus kan de DTS-
decodeermodus niet automatisch in de
normale (PCM) digitale
signaalingangsmodus veranderd worden.
OPLOSSING
De afspeelapparatuur die de bron weergeeft
moet worden aangesloten op een digitale
audiosignaalingang van dit apparaat naast de
verbindingen met de analoge
audiosignaalaansluitingen.
Kies een juiste ingangsfunctie op dit apparaat
zodat de DTS decoder die in dit apparaat is
ingebouwd wordt ingeschakeld.
Stel de ingangsfunctie van de huidige
gekozen ingangsbron in op “DTS”.
Stel de digitale volumeregelaar van de
afspeelapparatuur in op de stand “maximum”,
“neutraal”, of “ineffectief”.
Druk de INPUT MODE toets op het
voorpaneel in of de ingangskeuzetoets (voor
de huidige gekozen bron) op de
afstandbediening in zodat “PCM” op de
display verschijnt.
Bij het weergeven van een bron die gecodeerd is met het DTS:
Opmerkingen
Voor het weergeven van een bron die gecodeerd is met het DTS is het gebruik van een DTS decoder noodzakelijk, zodat de
afspeelapparatuur welke een bron weergeeft aangesloten moet worden op een digitale audiosignaalingang van dit apparaat, op
de manier zoals beschreven in deze handleiding. Als deze verbinding niet wordt gemaakt of enkel een D/A omzetter wordt
gebruikt zonder het gebruik van een DTS decoder, zal er wanneer u een bron weergeeft enkel een luid sissend geluid hoorbaar
worden.
Als u tijdens het weergeven van een bron die gecodeerd is met het DTS gebruik maakt van een zoekfunctie (of verspringfunctie,
enz.), zal de “PCM” indicator oplichten op de display. Dit gebeurt omdat dit apparaat automatisch van de DTS-decodeermodus
overgaat naar de normale (PCM) digitale signaalingangsmodus om te voorkomen dat er storingsgeluiden voortgebracht worden.
Een bron die gecodeerd is met het DTS kan niet worden opgenomen op analoge audio- en videobanden, en ook kunnen analoge
banden die opgenomen zijn met een bron de gecodeerd is met het DTS niet weergegeven worden.
Hetzelfde resultaat wordt verkregen voor MD’s en DAT’s (afhankelijk van het DAT deck dat voor opname en/of weergave gebruikt
wordt).
76
Minimum RMS uitgangsvermogen per Kanaal
(Wanneer beide kanalen worden aangedreven)
MAIN L/R (20 Hz tot 20 kHz, 0,015% Totale Harmonische
Vervorming, 8) ........................................... 110W+110W
CENTER (20 Hz tot 20 kHz, 0,015% Totale Harmonische
Vervorming, 8) ....................................................... 110W
REAR L/R (20 Hz tot 20 kHz, 0,015% Totale Harmonische
Vervorming, 8).............................................110W+110W
FRONT L/R (1 kHz, 0,05% Totale Harmonische
Vervorming, 8).................................................35W+35W
Maximaal Vermogen [Alleen modellen voor China en
Algemene modellen]
1 kHz, 10%
Totale Harmonische Vervorming, 6
(Wanneer beide kanalen worden aangedreven)
MAIN L/R........................................................150W+150W
CENTER....................................................................150W
REAR L/R.......................................................150W+150W
FRONT L/R.........................................................45W+45W
Dynamische Vermogen per Kanaal
(IHF Meetmethode voor Vrij Dynamisch Bereik)
[Alleen modellen voor U.S.A., Canada, China en Algemene
modellen]
MAIN L/R (8/6Ω/4Ω)
(Wanneer beide kanalen worden aangedreven)
................................................................ 150W/180W/240W
Vrij Dynamisch Bereik
[Alleen modellen voor U.S.A., Canada, China en Algemene
modellen]
MAIN L/R (8) ............................................................. 1,3 dB
DIN Standaard Uitgangsvermogen per Kanaal [Alleen
modellen voor Europa en Groot-Brittannië]
MAIN L/R (1 kHz, 0,7% Totale Harmonische Vervorming,
4)
(Wanneer beide kanalen worden aangedreven) ......... 180W
IEC Vermogen [Alleen modellen voor Europa en Groot-
Brittannië]
MAIN L/R (1 kHz, 0,015% Totale Harmonische
Vervorming, 8)
(Wanneer beide kanalen worden aangedreven) ........ 120W
Dempingsfactor
MAIN L/R, CENTER (20 Hz tot 20 kHz, 8)
....................................................................... Meer dan 200
Ingangsgevoeligheid/Impedantie (100W/8 ohm)
CD/TUNER/MDzTAPE 1/TAPE 2/LD/TVzDBS/VCR 1
/VCR 2/DVDzVCR 3/VIDEO AUX................... 150 mV/47 k
PHONO MM.....................................................2,5 mV/47 k
MAIN IN..................................................................1V/47 k
Maximum Ingangssignaalniveau (1 kHz, 0,05% Totale
Harmonische Vervorming, EFFECT ON)
CD/TUNER/MDzTAPE 1/TAPE 2/LD/TVzDBS/VCR 1
/VCR 2/DVDzVCR 3/VIDEO AUX.................................. 2,3V
PHONO MM ............................................................ 130 mV
Uitgangsniveau/Impedantie
REC OUT...................................................... 150 mV/1,5 k
PRE OUT
MAIN, CENTER, REAR, FRONT ....................... 1V/1,2 k
SUBWOOFER (SPLIT L, R) (EFFECT OFF)
........................................................................ 1,2V/1,2 k
SUBWOOFER (MONO) (EFFECT OFF) ........... 2V/1,2 k
Maximum uitgangsspanning (20 Hz tot 20 kHz, 1% Totale
Harmonische Vervorming)
PRE OUT (MAIN L/R)...................................... Meer dan 3V
Nominaal Uitgangsvermogen/Impedantie van
Hoofdtelefoon-ingang
Uitgangsniveau
(CD/TUNER/MDzTAPE 1/TAPE 2/LD/TVzDBS/VCR 1
/VCR 2/DVDzVCR 3/VIDEO AUX Ingangsvermogen:
50 mV, RL=8)........................................................... 0,2V
Impedantie .................................................................. 100
Frekwentiebereik (20 Hz tot 20 kHz)
CD/TUNER/MDzTAPE 1/TAPE 2/LD/TVzDBS/VCR 1
/VCR 2/DVDzVCR 3/VIDEO AUX naar MAIN L/R SP OUT
.............................................................................. 0±0,5 dB
RIAA Balans Afwijking (20 Hz tot 20 kHz)
PHONO MM............................................................0±0,5 dB
Totale Harmonische Vervorming (20 Hz tot 20 kHz)
CD/TUNER/MDzTAPE 1/TAPE 2/LD/TVzDBS/VCR 1
/VCR 2/DVDzVCR 3/VIDEO AUX naar PRE OUT (MAIN
L/R), 1V ................................................. Minder dan 0,005%
PHONO MM naar REC OUT, 3V............. Minder dan 0,01%
MAIN IN naar SP OUT (MAIN L/R, CENTER), 40W/8
............................................................... Minder dan 0,005%
MAIN IN naar SP OUT (MAIN L/R, CENTER), 50W/6
............................................................... Minder dan 0,008%
Signaal/Ruis Verhouding (IHF-A Netwerk)
CD/TUNER/MDzTAPE 1/TAPE 2/LD/TVzDBS/VCR 1
/VCR 2/DVDzVCR 3/VIDEO AUX (Ingangssignaal
kortgesloten 150 mV) (EFFECT OFF) ....... Meer dan 96 dB
PHONO MM (Ingangssignaal kortgesloten 5 mV)
(EFFECT OFF).............................................Meer dan 86 dB
Reststoring (IHF-A Netwerk)
MAIN L/R SP OUT................................. Minder dan 150 µV
Kanaalscheiding (Vol. –30 dB)
CD/TUNER/MDzTAPE 1/TAPE 2/LD/TVzDBS/VCR 1
/VCR 2/DVDzVCR 3/VIDEO AUX Kortgesloten 5,1 k
Begrensd (EFFECT OFF)
1 kHz/10 kHz ................................. Meer dan 70 dB/60 dB
PHONO MM Ingangssignaal kortgesloten (EFFECT OFF)
1 kHz/10 kHz...................................Meer dan 70 dB/60 dB
Karakteristieken van Klankregeling
BASS
Versterking/afsluiting ................................. ±10 dB (50 Hz)
Omzetfrekwentie .................................................... 350 Hz
TREBLE
Versterking/afsluiting ............................... ±10 dB (20 kHz)
Omzetfrekwentie ................................................... 3,5 kHz
SPECIFICATIES
77
Nederlands
Grafische Equalizer van het Middenkanaal
Frekwentie ................... 100 Hz/300 Hz/1 kHz/3 kHz/10 kHz
Versterking/afsluiting .................................................. ±6 dB
Q ..................................................................................... 0,7
Lage Tonen Uitbreiding (MAIN L/R) ............... +6 dB (70 Hz)
Filterkarakteristieken (Laag-doorlaatfilter)
SUBWOOFER (fc = 90 Hz) ................................. 24 dB/oct.
CINEMA Equalizer
High-shelving filter
Frekwentie ......................................... 1,0 kHz tot 12,7 kHz
Versterking/afsluiting................................. –9 dB tot +6 dB
Parametrische equalizer
Frekwentie ........................................ 1,0 kHz tot 12,7 kHz
Versterking/afsluiting ................................ –9 dB tot +6 dB
Q ................................................................................. 1,85
Audio-demping ........................................................... –20 dB
Video-gedeelte
Video-signaaltype
[Modellen voor U.S.A. en Canada]............................NTSC
[Modellen voor Europa, Groot-Brittannië en Australië]
.................................................................................... PAL
[Algemene modellen en modellen voor China]
...........................................................................NTSC/PAL
Video-signaalniveau .......................................... 1 Vp-p/75
S-Video-signaalniveau
Y ...................................................................... 1 Vp-p/75
C .............................................................. 0,286 Vp-p/75
Maximum ingangsniveau ....................... Meer dan 1,5 Vp-p
Signaal/ruis verhouding .............................. Meer dan 50 dB
Monitor-uit frekwentierespons ........ 5 Hz tot 10 MHz, –3 dB
Spanningsvereisten
[Modellen voor U.S.A. en Canada]
.....................................................120V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Europa en Groot-Brittannië]
.....................................................230V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië]..............240V, 50 Hz wisselstroom
[Algemene modellen en modellen voor China]
...........................110/120/220/240V, 50/60 Hz wisselstroom
Stroomverbruik
[Modellen voor U.S.A., Europa, Groot-Brittannië,
Australië, China en Algemene modellen].....................500W
[Modellen voor Canada] .................................500W, 650 VA
Netspanningsuitgangen (AC OUTLETS)
2 geschakelde netspanningsaansluitingen
[Modellen voor U.S.A.] ...........Max. totaal vermogen 120W
[Modellen voor Canada, China en Algemene modellen]
.............................................. Max. totaal vermogen 100W
1 geschakelde netspanningsaansluiting
[Modellen voor Europa, Groot-Brittannië en
Australië] .............................. Max. totaal vermogen 100W
1 niet-geschakelde uitgang
[Modellen voor U.S.A. en Canada]
...............................................Max. totaal vermogen 180W
[Algemene modellen en modellen voor China]
...............................................Max. totaal vermogen 200W
Afmetingen (L x H x B)
[Modellen voor U.S.A, Canada, Europa, Groot-Brittannië
en Australië]...................................... 435 x 190,5 x 473 mm
[Algemene modellen en modellen voor China
(zonder zijpanelen)]........................... 435 x 190,5 x 473 mm
[Algemene modellen en modellen voor China
(met zijpanelen)]................................ 473 x 190,5 x 473 mm
Gewicht
[Modellen voor U.S.A, Canada, Europa, Groot-Brittannië
en Australië].............................................................. 23,0 kg
[Algemene modellen en modellen voor China
(zonder zijpanelen)] .................................................. 23,0 kg
[Algemene modellen en modellen voor China
(zonder zijpanelen)] .................................................. 25,0 kg
Toebehoren...................................................Afstandbediening
Batterijen
Gebruikersfunctie-stickers
* Alle specificaties zijn onder voorbehoud en kunnen zondere
nadere kennisgeving worden gewijzigd.

Documenttranscriptie

SUPPLIED ACCESSORIES ACCESSOIRES FOURNIS MITGELIEFERTE ZUBEHÖRTEILE MEDFÖLJANDE TILLBEHÖR ACCESSORI IN DOTAZIONE ACCESORIOS INCLUIDOS BIJGELEVERDE ACCESSOIRES ● ● ● ● ● ● ● Remote Control Transmitter Emetteur de télécommande Fernbedienung Fjärrkontroll Telecomando Transmisor del control remoto Afstandbediening ● ● ● ● ● ● ● After unpacking, check that the following parts are included. Après le déballage, vérifier que les pièces suivantes sont incluses. Nach dem Auspacken überprüfen, ob die folgenden Teile vorhanden sind. Kontrollera efter det apparaten packats upp att följande delar finns med. Verificare che tutte le parti seguenti siano contenute nell’imballaggio dell’apparecchio. Desembalar el aparato y verificar que los siguientes accesorios están en la caja. Controleer na het uitpakken of de volgende onderdelen voorhanden zijn. ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● Batteries (size AA, R6, UM-3) Piles (taille AA, R6, UM-3) Batterien (Größe AA, R6, UM-3) Batterier (storlek AA, R6, UM-3) Batterie (dimensioni AA, R6, UM-3) Pilas (tamaño AA, R6, UM-3) Batterijen (maat AA, R6, UM-3) User function stickers Etiquettes de fonctions d’utilisateur Etiketten für Anwenderfunktionen Etiketter för din egen användning Etichette ad uso dell’utente Etiqueta de funciones del usuario Gebruikersfunctie-stickers Dank u voor uw keuze van deze YAMAHA AV versterker. INHOUD BIJGELEVERDE ACCESSOIRES ....................... Aan de binnenzijde van de voorafdekking BIJZONDERHEDEN .......................................................... 2 LET OP .................................................................................. 3 OPMERKINGEN BETREFFENDE DE AFSTANDBEDIENING ...................................................... 4 GEBRUIK VAN DE DIGITALE GELUIDSVELDPROCESSOR (DSP) ............................. 45 AFSPELEN VAN EEN BRON MET GEBRUIK VAN EEN EFFECT VAN DE DIGITALE GELUIDSVELDPROCESSOR (DSP) ................................................................................... 45 AFSTELLEN VAN HET UITGANGSNIVEAU VAN DE MIDDEN, RECHTER ACHTERSTE EN LINKER ACHTERSTE, VOORSTE EFFECT-LUIDSPREKERS EN SUBWOOFER ............................................................. 48 BESCHRIJVING VAN DEZE APPARATUUR ................. 5 KORT OVERZICHT VAN DE DIGITALE GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ................................... 50 OPSTELLING VAN DE LUIDSPREKERS ....................... 8 SCHERMDISPLAY ............................................................ 55 AANSLUITINGEN .............................................................. 10 SAMENSTELLEN VAN UW EIGEN GELUIDSVELDEN ............................................................ 56 AANSLUITEN VAN AUDIO/VIDEO BRONCOMPONENTEN OP DEZE APPARATUUR ................ 10 AANSLUITING VAN DE LUIDSPREKERS ..................... 18 AANSLUITING VAN DIT APPARAAT OP DE NETSPANNING ................................................................. 22 KIEZEN EN BEWERKEN VAN PROGRAMMAPARAMETERS ................................................................... 57 BESCHRIJVINGEN VAN DIGITALE GELUIDSVELDPARAMETERS ................................................................... 58 BEDIENINGSORGANEN EN HUN FUNCTIES ............ 23 INSTELLEN VAN DE SLEEP TIMER ............................. 61 VOORPANEEL ................................................................... 23 DISPLAYPANEEL .............................................................. 25 AFSTANDBEDIENING .................................................... 62 AFSTELLINGEN ALVORENS DIT APPARAAT IN GEBRUIK TE NEMEN ...................................................... 26 KIEZEN VAN DE UITGANGSFUNCTIES DIE GESCHIKT ZIJN VOOR UW LUIDSPREKERSYSTEEM (IN DE “SET MENU” MODUS) ................................................................ 26 AFSTELLING VAN DE LUIDSPREKERBALANS .......... 29 AFSTELLINGEN IN DE “SET MENU” MODUS ........... 32 WEERGEVEN VAN EEN BRON ..................................... 39 OPNEMEN VAN EEN BRON OP TAPE (OF MD) (OF KOPIEREN VAN EEN BAND NAAR EEN ANDERE) ............................................................................................... 42 VOOR DE GELUIDSREGELING OP DIT APPARAAT ............................................................................................... 44 STORINGZOEKEN ........................................................... 73 SPECIFICATIES ................................................................ 76 Nederlands BASIS-BEDIENING ........................................................... 39 BASISFUNCTIES (bij geopende kap) .............................. 62 PROGRAMMEREN VAN NIEUWE BEDIENINGSFUNCTIES (bij geopende kap) ................. 64 GEBRUIK VAN DE BEDIENINGSREGELTOETSEN (bij gesloten kap) ................................................................. 66 MACRO BEDIENING (bij gesloten kap) ........................... 68 PROGRAMMEREN VAN EEN NIEUWE FUNCTIE ...... 70 MAKEN VAN EEN NIEUWE MACRO ............................. 71 WISSEN VAN GEPROGRAMMEERDE FUNCTIES .... 72 1 BIJZONDERHEDEN ● Systeem met 7 luidsprekers Hoofd: 110W + 110W (8Ω) RMS uitgangsvermogen, 0,015% THD, 20–20 000 Hz Midden: 110W (8Ω) RMS uitgangsvermogen, 0,015% THD, 20–20 000 Hz Achter: 110W + 110W (8Ω) RMS uitgangsvermogen, 0,015% THD, 20–20 000 Hz Voor: 35W + 35W (8Ω) RMS uitgangsvermogen, 0,05% THD, 1 kHz ● Digitale Geluidsveldprocessor ● Dolby Digital (AC-3) Decoder ● Dolby Pro Logic Surround Decoder ● DTS Decoder ● CINEMA DSP: Theater-klankervaring door de combinatie van YAMAHA DSP technologie en Dolby Surround of DTS ● Automatische ingangsbalansregeling voor Dolby Pro Logic Surround ● Test-toongenerator voor gemakkelijkere afstelling van de uitgangsbalans van de luidsprekers ● Mogelijkheid tot wijziging van de luidspreker uitgangsmodus 2 ● “SET MENU” modus die u 12 opties voor wijziging beschikbaar stelt voor het optimaal instellen en afstellen van dit apparaat voor gebruik met uw audio/video systeem. ● BASS EXTENSION schakelaar voor de benadrukking van de lage tonen respons ● Schermdisplayfunctie, van dienst bij de bediening van dit apparaat ● REC OUT keuzeschakelaar die onafhankelijk is van de keuze van de ingangsbron ● SLEEP Timer ● Digitale audiosignaalaansluitingen: 5 OPTICAL ingangen, 3 COAXIAL ingangen, 1 DOLBY DIGITAL (AC-3) RF ingang, 1 OPTICAL uitgang ● 6 kanaal audiosignaalingangen voor aansluiting op een externe audiosignaaldecoder, enz. (bijv. MPEG 2 voor landen waar enkel het PAL videosignaal formaat gebruikt wordt) ● Mogelijkheid voor videosignaal ingang/uitgang (Inclusief S Video verbindingen) ● Programmeerbare afstandbediening LET OP: LEES EERST DEZE AANWIJZINGEN ALVORENS HET APPARAAT IN GEBRUIK TE NEMEN. 1. Lees deze handleiding nauwkeurig door om de best mogelijke resultaten te verkrijgen. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor toekomstige referentie. 2. Stel het apparaat op een koele, droge, schone plaats op niet in de buurt van ramen, warmtebronnen of op plaatsen die onderhevig zijn aan trillingen of op buitengewoon stoffige, warme, koude of vochtige plaatsen. Plaats het apparaat niet in de buurt van mogelijke storingsbronnen (zoals transformators of motoren). Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om het risiko van brand of een elektrische schok te voorkomen. 3. Open nooit de behuizing van dit apparaat. Raadpleeg uw dealer, in het geval er een vreemd voorwerp in het apparaat terechtgekomen is. 4. Nooit overmatige kracht uitoefenen op de schakelaars en regelaars of op de aansluitkabels. Bij het verplaatsen van het apparaat, er op letten eerst de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen en de verbindingen van de kabels met overige apparatuur los te maken. Nooit aan de kabels zelf trekken. 5. De openingen in de behuizing zorgen er voor dat de apparatuur voldoende geventileerd wordt. Indien deze openingen geblokkeerd worden, zal de temperatuur binnen in de behuizxing snel oplopen. Let er dus op geen voorwerpen tegen deze openingen te plaatsen en stel de apparatuur op een goed geventileerde plaats op. Zorg er voor een ruimte van tenminste 10 cm aan de linker- en rechterzijde, 10 cm aan de achterzijde en 30 cm boven het bovenpaneel van de apparatuur open te laten. Anders bestaat er niet alleen kans op beschadiging van de apparatuur maar ook op brandgevaar. 6. De gebruikte spanning dient hetzelfde te zijn als die welke op dit apparaat staat aangegeven. Gebruik van dit apparaat op een hogere spanning dan die welke is aangegeven is gevaarlijk en kan brand of andere ongevallen tot gevolg hebben, hetgeen tot beschadiging kan leiden. YAMAHA stelt zich niet verantwoordelijk voor enigerlei vorm van beschadiging die het gevolg is van het gebruik van dit apparaat met een andere dan de voorgeschreven spanning. 7. Digitale signalen die door dit apparaat worden opgewekt kunnen storing veroorzaken in overige componenten zoals tuners, receivers of TV’s. Plaats dit apparaat verder van dergelijke componenten vandaan indien er blijk is van storing. 8. Stel de VOLUME regelaar steeds in op “– ∞”, alvorens met de weergave van de audiobron te beginnen; laat het volume geleidelijk tot het gewenste niveau toenemen nadat de weergave begonnen is. 13. Aarding of polarisatie – Er dienen maatregelen genomen te worden dat de aarding of de polarisatie van een apparaat niet ongedaan gemaakt wordt. 14. Wisselstroom-uitgang Sluit geen audio-apparatuur aan op de wisselstroomuitgang op het achterpaneel, indien deze apparatuur meer stroom nodig heeft dan de nominale capaciteit waarin deze uitgang kan voorzien. 15. Spanningskeuzeschakelaar (Alleen modellen voor China en Algemene modellen) De spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel van dit apparaat dient correct ingesteld te worden op de plaatselijke netspanning, ALVORENS de stekker van het netsnoer in het wisselstroom-stopcontact te steken. Instelbare netspanningen zijn 110/120/220/240V wisselstroom, 50/60 Hz. BELANGRIJK Noteer het serienummer van dit apparaat in de ruimte hieronder. Model: Serienummer: Het serienummer is aangegeven op de achterzijde van het apparaat. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor toekomstige referentie. WAARSCHUWING STEL HET APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT OM HET RISIKO VAN BRAND OF EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN. Dit apparaat wordt niet losgekoppeld van de netspanning zolang als de stekker er van nog in het stopcontact steekt, ook al wordt het apparaat zelf uitgeschakeld. Deze toestand wordt de standby functie genoemd. In deze toestand zal het apparaat een zeer kleine hoeveelheid stroom verbruiken. Alleen voor klanten in Nederland Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. 9. Probeer nooit het apparaat te reinigen met behulp van een chemisch reinigingsmiddel, aangezien hierdoor de afwerking beschadigd kan worden. Gebruik een schone, droge doek. het hoofdstuk “STORINGZOEKEN” doorlezen voor advies betreffende het opsporen van veelvoorkomende bedieningsfouten. 11. Wanneer u het apparaat gedurende een langere periode niet gaat gebruiken (bijv. bij vakantie, enz.), de stekker steeds uit het stopcontact verwijderen. 12. Verwijder tijdens onweer de stekker van het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact en maak de antennekabel los om schade als gevolg van blikseminslag te voorkomen. FREQUENCY STEP schakelaar (Alleen modellen voor China en Algemene modellen) Aangezien de frekwentie-interval tussen de afzonderlijke zenders afhankelijk van het zendgebied verschillend is, dient u de FREQUENCY STEP schakelaar (aan de achterzijde) in te stellen op de frekwentie-interval in uw woongebied. Alvorens deze schakelaar in te stellen, de stekker van het netsnoer van dit apparaat uit het stopcontact verwijderen. Nederlands 10. Alvorens te concluderen dat uw apparaat defect is, eerst 3 WAARSCHUWING Verander de instelling van de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar niet als het apparaat aan staat, aangezien dit schade kan veroorzaken aan het apparaat. IMPEDANCE SELECTOR ALS HET APPARAAT NIET INGESCHAKELD WORDT BIJ INDRUKKEN VAN DE STANDBY/ON SCHAKELAAR; Het is mogelijk dat de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar niet volledig in de bovenste of onderste stand staat. Zet de schakelaar volledig in de juiste stand. IMPEDANCE SELECTOR SET BEFORE POWER ON A+ B MAIN CENTER : 4ΩMIN. /SPEAKER A B : 4ΩMIN. /SPEAKER A OR B : 4ΩMIN. /SPEAKER REAR : 4ΩMIN. /SPEAKER FRONT EFFECT : 6ΩMIN. /SPEAKER A OR B MAIN CENTER : 8ΩMIN. /SPEAKER A B : 4ΩMIN. /SPEAKER A OR B : 8ΩMIN. /SPEAKER REAR : 8ΩMIN. /SPEAKER FRONT EFFECT : 8ΩMIN. /SPEAKER VOLTAGE SELECTOR FRONT AC OUTLETS SWITCHED UNSWITCHED I00W MAX. TOTAL 200W MAX. REAR (SURROUND) (Algemene modellen) OPMERKINGEN BETREFFENDE DE AFSTANDBEDIENING Plaatsen van de batterijen Werkingsbereik van afstandbediening 2 Afstandbedieningssensor 1 3 Binnen een bereik van ongeveer 6 m 30° 30° Vernieuwen van de batterijen Indien de afstandbediening dichter bij de hoofdeenheid gebruikt moet worden, zijn de batterijen uitgeput. Vervang beide batterijen door nieuwe. Opmerkingen ● Gebruik bij vernieuwen uitsluitend AA, R6, UM-3 batterijen. ● Let er op dat de polariteit van de batterijen correct is. (Zie het schema binnen in het batterijvak.) ● Verwijder de batterijen, indien u de afstandbediening gedurende langere tijd niet gaat gebruiken. ● Indien de batterijen zijn gaan lekken, deze onmiddellijk verwijderen. Zorg er voor het uitgelekte materiaal niet aan te raken en voorkom dat dit in aanraking komt met kleding, enz. Reinig het batterijvak grondig alvorens nieuwe batterijen te plaatsen. ● Na het vervangen van de batterijen er op letten steeds de RESET knop binnen in het batterijvak in te drukken. 4 Opmerkingen ● Er mogen zich geen grote obstakels bevinden tussen de afstandbediening en de hoofdeenheid. ● Indien de sensor van de afstandbediening door een sterke lichtinval verlicht wordt (zoals het licht van een doordringende fluorescerende lamp, enz.), kan het voorkomen dat de afstandbediening niet correct functioneert. In dat geval dient u de opstelling van de hoofdeenheid te veranderen, om de directe lichtinval te vermijden. BESCHRIJVING VAN DEZE APPARATUUR In deze apparatuur is een geavanceerde digitale geluidsveldprocessor met meerdere programma’s ingebouwd. Met behulp van de processor kunt u van zowel audio- als videobronnen de vorm van het audiogeluidsveld op elektronische wijze uitbreiden en wijzigen en daarmee uw luisterkamer in een theater veranderen. Deze apparatuur beschikt over in totaal 12 digitale geluidsveldprocessor (DSP) functies. U kunt een uitstekend audiogeluidsveld produceren door het kiezen van een geschikt geluidsveld (dit zal natuurlijk afhankelijk zijn van hetgeen u beluistert) en daaraan de gewenste afstellingen toevoegen. Verder omvat deze apparatuur een Dolby Pro Logic Surround decoder en een Dolby Digital (AC-3) decoder voor meerkanaals geluidsreproductie van videobronnen die met Dolby Surround gecodeerd zijn en een DTS decoder voor meerkanaals geluidsreproductie van audio- en videobronnen die met DTS gecodeerd zijn. De functie van de Dolby Pro Logic Surround, Dolby Digital (AC3) of DTS decoder kan geregeld worden door het kiezen van een bijbehorend DSP programma waarin de gecombineerde functies van DSP en Dolby Pro Logic Surround, DSP en Dolby Digital (AC-3), of DSP en DTS zijn opgenomen. Dit apparaat is verder uitgerust met een ingebouwde automatische ingangsbalansregeling. Dit circuit biedt u steeds de beste surround-condities zonder dat het nodig is via handbediening afstellingen uit te voeren. Digitale Geluidsveldprocessing Wat is het dat live muziek zo aantrekkelijk maakt? De hedendaagse geavanceerde geluidstechniek maakt het mogelijk dat u buitengewoon dicht in de buurt komt van de klank van een live uitvoering, maar de kans bestaat echter nog steeds dat u opmerkt dat er iets ontbreekt: de akoestische omgeving van een live concertzaal. Uitgebreid onderzoek naar de exacte aard van de geluidsweerspiegelingen die de atmosfeer van een grote zaal bepalen hebben het mogelijk gemaakt voor de ingenieurs van Yamaha om u ditzelfde geluid in uw eigen luisterkamer te brengen, zodat u het gevoel krijgt de klanken van een live concert te horen. Verder zijn onze technici, gewapend met buitengewoon fijngevoelige meetapparatuur, er in geslaagd de akoestiek van een uitgebreid scala van luisteromgevingen, zoals concertzalen, jazz clubs, theaters, enz. van over de gehele wereld na te bootsen, waardoor het mogelijk is op nauwkeurige wijze een van de vele live uitvoering omgevingen te reproduceren, en dit allemaal in uw eigen huis. Dolby Pro Logic Surround Deze apparatuur maakt gebruik van een Dolby Pro Logic Surround decoder die gelijk is aan de professionele Dolby Stereo decoders die in veel bioscooptheaters gebruikt worden. Via het Dolby Pro Logic Surround decoder programma is het mogelijk het dramatische realisme en de effecten van Dolby Stereo bioscoopklanken in uw eigen huis te ervaren. Dolby Surround is gecodeerd op vele geluidssporen van vooropgenomen videobanden, laserdiscs en bepaalde TV/kabeluitzendingen. Wanneer u een bron die gecodeerd is met Dolby Surround op deze apparatuur afspeelt, decodeert de Dolby Pro Logic Surround decoder het signaal en verdeelt deze de surround geluidseffecten. Dolby Pro Logic maakt gebruik van een vier-kanaals vijfluidspreker systeem. Het Pro Logic Surround systeem verdeelt het ingangssignaal in vier niveaus: de linker en rechter hoofdkanalen, het middenkanaal (gebruikt voor de dialoog) en het geluidskanaal van de achterste surround (gebruikt voor geluidseffecten, achtergrondgeluiden en overige omgevingsgeluiden). Het middenkanaal maakt het mogelijk dat luisteraars die gezeten zijn in zelfs minder dan ideale posities de dialoog kunnen horen die voortkomt uit de actie op het scherm waarbij alsmede een uitstekend stereo-effect te beluisteren is. Dolby Digital (AC-3) Dolby Digital (AC-3) is een digitaal surround geluidssysteem dat een volledig onafhankelijke meerkanaals-audio biedt voor consumentengebruik. In meerkanaals-formaat biedt Dolby Digital (AC-3) vijf full range kanalen in wat soms een “3/2” opstelling genoemd wordt: drie voorste kanalen (links, midden en rechts) plus twee surround kanalen. Verder is er voorzien in een zesde effectkanaal voor enkel de lage tonen voor de weergave van LFE (lage frekwentie effect) of de low bass effecten die onafhankelijk zijn van de overige kanalen. (Dit is het zogenaamde “subwooferkanaal” of “LFE kanaal”.) Dit kanaal wordt geteld als 0,1, waardoor men tot de term 5,1 kanalen in totaal is gekomen. In vergelijking tot Dolby Pro Logic dat aangeduid wordt als een “3/1” systeem (linksvoor, midden, rechtsvoor en slechts één surround kanaal), voorziet het Dolby Digital (AC-3) systeem in twee surround kanalen, stereo of gescheiden surrounds genaamd, die elk dezelfde full range weergavegetrouwheid bieden als de drie voorste kanalen. Via het gebruik van de ingebouwde Dolby Digital (AC-3) decoder kunt u in uw eigen huis genieten van het bijzonder krachtige en realistische effect van de Dolby Stereo Digitale theaterklanken. Het geluid van het brede dynamische bereik dat gereproduceerd wordt door de vijf full range kanalen biedt luisteraars een ongeëvenaarde nieuwe luisterervaring. Nauwkeurige oriëntatie van de klanken welke wordt verkregen door de differentiatie van de digitale geluidsveldverwerking zorgt voor een meer werkelijkheidsgetrouwe weergave van de oorspronkelijke film. Nederlands Dolby Digital (AC-3) is een Dolby Surround geluidssysteem van een nieuwe generatie. Het is een ruimtelijk klankbewerkingsformaat dat ontwikkeld is voor 35 mm films via het gebruik van audiocodering met lage-bit transmissiesnelheid. 5 Dolby Digital (AC-3) bestaat uit 5.1 kanalen, zoals reeds werd aangegeven op de voorgaande pagina. Het kan echter ook uit minder kanalen bestaan, bijvoorbeeld 2 kanaal stereo en mono. Het is mogelijk dat u in de verkoop bepaalde 2 kanaal stereo en/of mono bronnen die gecodeerd zijn met het Dolby Digital (AC-3) aantreft. Als een 2 kanaal stereobron die gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3) als de ingangsbron wordt weergegeven en tegelijkertijd het DSP programma Nr. 10, 11 of 12 wordt gebruikt, zal de bron eerst met behulp van de Dolby Digital (AC-3) decoder in 2 kanalen gedecodeerd worden en vervolgens met behulp van de Dolby Pro Logic decoder gedecodeerd worden. In een dergelijk geval zal enkel de decodering van Dolby Pro Logic op het displaypaneel van dit apparaat worden aangegeven. Laserdisc en DVD zijn huiskamer-audioformaten die zeer geschikt zijn voor gebruik met Dolby Digital (AC-3). In de nabije toekomst zal Dolby Digital (AC-3) ook toegepast worden op DBS, CATV en HDTV. De uitgave van Dolby Stereo Digitale bioscoopfilms welke nu op gang komt, vormt een onmiddelijk beschikbare bron van video software die met Dolby Digital (AC-3) gecodeerd is. Geproduceerd onder licentle van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. “Dolby”, “AC-3”, “Pro Logic” en het dubbel D symbool zijn handeismerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. Auteursrecht 1992 Dolby Laboratories, Inc. Alle rechten voorbehouden. DTS Digital Surround Het DTS (Digitale Theater Systemen) systeem werd ontwikkeld ter vervanging van analoge soundtracks van films door zes onafhankelijke kanalen van digitale soundtracks dat nu in veel theaters over de gehele wereld geïnstalleerd is. Het DTS digitale weergavesysteem gaf een nieuwe dimensie aan de manier waarop wij films in theaters ervaren door de introductie van zes onafhankelijke kanalen van schitterende digitale audio. Via de DTS technologie is het na intensief research en ontwikkeling nu ook mogelijk een soortgelijke onafhankelijke codering/decodering technologie toe te passen op het surround-klank amusement van huiskamer-audiosystemen. De DTS Digital Surround is een codering/decodering systeem dat zes kanalen topkwaliteit, 20-bit audio levert; technisch gesproken 5.1 kanalen, hetgeen betekent 5 full-range (linker, midden, rechts en twee surround) kanalen, plus een subwoofer (LFE) kanaal (als “0.1”). Het is compatibel met de 5.1 luidsprekersystemen die momenteel beschikbaar zijn voor huis-theatersystemen. De DTS Digital Surround formule is ontwikkeld voor de codering van de zes kanalen van 20-bit audio op elke laserdisc of compact disc (of DVD in de nabije toekomst) met aanzienlijk minder datacompressie. 6 Via het gebruik van de DTS decoder die in dit apparaat is ingebouwd, kunt u in uw eigen huis genieten van het bijzonder krachtige en realistische effect van de hoge kwaliteit DTS theaterklanken. Laserdisc en compact disc (en DVD in de nabije toekomst) zijn een huiskamer-audioformaat waarbinnen het DTS zijn multikanaal audio van hoge kwaliteit ten uitvoer kan brengen. (Naast films op laserdiscs zullen veel opwindende nieuwe multi-kanaal muziekopnamen verkrijgbaar worden in de vorm van DTS gecodeerde compact discs.) Gefabriceerd onder licentie van DTS Technology LLC. Verder gepatenteerd onder het volgende US Patent 5,451,942 & Nationale Patent aanvragen ontleend op basis van PCT/US95/00959. Verdere U.S. en buitenlandse patents in behandeling. De “DTS”, “digital surround” en “coherent acoustics” logo’s zijn handelsmerken van DTS Technology LLC. Alle rechten voorbehouden. CINEMA DSP: Dolby Surround + DSP / DTS + DSP Het Dolby Surround geluidssysteem en DTS systeem komt het meest tot zijn recht in een groot bioscooptheater, omdat filmgeluiden oorspronkelijk werden ontworpen om te worden gereproduceerd in een groot bioscooptheater met gebruik van vele luidsprekers. Het is moeilijk in uw luisterkamer een akoestische omgeving te scheppen die lijkt op die van een bioscooptheater, aangezien de grootte van de kamer, de gebruikte materialen voor de binnenmuren, het aantal luidsprekers, enz. van uw luisterkamer in hoge mate verschilt van die welke in een bioscooptheater gebruikt worden. Yamaha DSP technologie maakte het mogelijk met behulp van zijn originele digitale geluidsvelden, gecombineerd met het Dolby Surround geluidsveld of DTS Digital Surround geluid, u in uw luisterkamer nagenoeg dezelfde akoestische ervaring te bieden als die in een groot bioscooptheater door voor het tekort aan effecten en dynamiek in uw luisterkamer te compenseren. CINEMA DSP Het YAMAHA “CINEMA DSP” logo geeft aan dat die programma’s gecreëerd zijn door de combinatie van en YAMAHA DSP technologie en Dolby Surround of DTS. Dolby Pro Logic + 2 Digitale geluidsvelden Er worden digitale geluidsvelden gecreëerd aan respektievelijk de voorste effect-zijde en aan de achterste surround zijde van het met Dolby Pro Logic Surround gedecodeerde geluid. Deze scheppen een brede akoestische omgeving en benadrukken het surround effect in de kamer en laten u veel overige effecten gewaarworden, op een manier alsof u zelf een film aan het bekijken bent in een veel bezochte Dolby Stereo bioscoop. Deze combinatie is beschikbaar wanneer het digitale geluidsveldprogramma Nr. 7, 8, 9, 10, 11 of “PRO LOGIC/Enhanced” van Nr. 12 is gekozen en het ingangssignaal van de bron analoog, PCM audio of met het Dolby Digital (AC-3) in 2-kanalen gecodeerd is. Dolby Digital (AC-3) of DTS + 3 Digitale geluidsvelden Er worden digitale geluidsvelden gecreëerd aan respektievelijk de voorste effect-zijde en aan de onafhankelijke linker en rechter surround zijden van het door Dolby Digital (AC-3) gedecodeerde of het DTS gedecodeerde geluidsveld. Deze scheppen een brede akoestische omgeving en zorgen voor veel surround effect in de kamer zonder dat de hoge kanaalscheiding verloren gaat. Door middel van het brede dynamische bereik van het Dolby Digital (AC-3) of DTS geluid krijgt u de indruk dat u een film aan het bekijken bent in de nieuwste Dolby Stereo Digitale bioscoop of in een theater met DTS systeem. Dit is het meest ideale huiskamer-theatergeluid van tegenwoordig. Deze combinatie is beschikbaar wanneer het digitale geluidsveldprogramma Nr. 7, 8, 9, 10, 11 of “DOLBY DIGITAL (of DTS DIGITAL SUR.)/Enhanced” van Nr. 12 is gekozen en het ingangssignaal van de bron met het Dolby Digital (AC-3) (behalve in 2-kanalen) gecodeerd is of met het DTS gecodeerd is. Nederlands 7 OPSTELLING VAN DE LUIDSPREKERS Opstellen van uw luidsprekersysteem Dit apparaat is ontworpen voor het weergeven van de beste geluidsveld-kwaliteit met een volledig zevenluidsprekersysteem, waarbij een paar hoofdluidsprekers wordt gebruikt voor de weergave van de hoofdbronklanken alsmede twee extra paar effect-luidsprekers voor het produceren van het geluidsveld plus één middenluidspreker voor de dialoog. Het wordt derhalve aanbevolen een systeem met zeven luidsprekers te gebruiken. Echter een systeem met vier luidsprekers welke gebruik maakt van slechts één paar effectluidsprekers voor het geluidsveld, zal nog steeds indrukwekkende klanken en effecten bieden, hetgeen een goede manier kan zijn om met deze apparatuur te beginnen. U kunt later dan verder uitbreiden tot het systeem met de volledige zeven luidsprekers. Bij het 4 of 5 luidsprekersysteem is de functie van de digitale geluidsveldprocessing nog steeds werkzaam, echter worden de hoofdluidsprekers gebruikt voor zowel de hoofdkanalen als de voorste effectkanalen. Gebruik van de midden-dialoogluidspreker wordt aanbevolen Bij het weergeven van een bron met het Dolby Pro Logic gedecodeerd, of bij het weergeven van een bron die middenkanaalsignalen bevat met het Dolby Digital (AC-3) of het DTS gedecodeerd, zal de dialoog, zang, enz. via het middenkanaal uitgevoerd worden. Indien u derhalve het audio/video huis-theater systeem wilt uitbreiden, wordt het aangeraden gebruik te maken van de middenkanaalluidspreker. Indien het om een bepaalde reden niet praktisch is een middenluidspreker te gebruiken, is het mogelijk naar een film te kijken zonder deze luidspreker. De beste resultaten echter worden verkregen met gebruik van het volledige systeem. Gebruik van een subwoofer voor uitbreiding van uw geluidsveld Het is ook mogelijk uw systeem nog verder uit te breiden door toevoeging van een subwoofer en een versterker. Het gebruik van een subwoofer is niet alleen effectief voor de versterking van de lage tonen frekwenties van een kanaal of van alle kanalen, maar ook voor het met hoge weergavegetrouwheid weergeven van de signalen op het subwooferkanaal tijdens het afspelen van een bron waarvan het Dolby Digital (AC-3) of het DTS gedecodeerd wordt. U zou voor het gemak kunnen kiezen voor een Yamaha Active Servo Processing Subwoofer Systeem, welke voorzien is van zijn eigen ingebouwde vermogenversterker. Luidsprekers en opstelling van de luidsprekers Uw volledige zeven-luidsprekersysteem zal drie paar luidsprekers nodig hebben: de HOOFDLUIDSPREKERS (uw normale stereo luidsprekers), de VOORSTE EFFECTLUIDSPREKERS en de ACHTERSTE LUIDSPREKERS, plus de MIDDENLUIDSPREKER. Het is ook mogelijk gebruik te maken van een subwoofer. Indien u gebruik maakt van een SUBWOOFER, zoals een Yamaha Active Servo Subwoofer systeem, is de positie van de luidspreker niet van kritiek belang, aangezien de lage tonen niet bijzonder richtinggevoelig zijn. De HOOFDLUIDSPREKERS dienen modellen te zijn met hoge vermogenscapaciteit welke voldoende is voor de verwerking van het maximum vermogen van uw audiosysteem. De overige luidsprekers hoeven niet gelijk te zijn aan de HOOFDLUIDSPREKERS. Voor een nauwkeurige lokalisering van het geluid echter, is het ideaal gebruik te maken van modellen met hoge capaciteit die in staat zijn de geluiden voor de MIDDENLUIDSPREKERS, de VOORSTE EFFECT en ACHTERSTE LUIDSPREKERS in het volle bereik weer te geven. Plaats de HOOFDLUIDSPREKERS in de normale positie. Plaats de VOORSTE EFFECT-LUIDSPREKERS verder uit elkaar dan de HOOFDLUIDSPREKERS aan beide zijden van en op een afstand van 50 tot 100 cm achter en boven het paar HOOFDLUIDSPREKERS. Plaats de ACHTERSTE LUIDSPREKERS achter uw luisterpositie. Deze dienen ongeveer 180 cm van de vloer af aangebracht te worden. Plaats de MIDDENLUIDSPREKER precies tussen de twee HOOFDLUIDSPREKERS. (Om storing te vermijden, de luidspreker boven of onder de televisie-monitor plaatsen of gebruik maken van een magnetisch afgeschermde luidspreker.) Hoofdluidspreker Subwoofer 8 Voorste effect-luidspreker Middenluidspreker Achterste luidspreker Vier mogelijke aanbevolen opstellingen voor luidsprekersystemen 4 luidsprekersysteem 5 luidsprekersysteem Meest eenvoudige systeem Goed voor audio/video bronnen U kunt genieten van breed verspreide klanken door het enkel toevoegen van twee extra luidsprekers aan de achterzijde. Via het gebruik van een middenluidspreker worden de middengeluiden (dialoog, zang, enz.) nauwkeurig gelokaliseerd. 1E. FRONT MIX – Instellen op ON-5ch. (Zie pagina 27.) 1A. CENTER SP – Instellen op NONE. (Zie pagina 26.) 1E. FRONT MIX – Instellen op ON-5ch. (Zie pagina 27.) 1A. CENTER SP – Instellen op LRG of SML. (Zie pagina 26.) 6 luidsprekersysteem Goed voor de geluidsvelden van 2-kanaal stereo bronnen. 1E. FRONT MIX – Instellen op OFF-7ch. (Zie pagina 27.) 1A. CENTER SP – Instellen op NONE. (Zie pagina 26.) Dit is het aanbevolen luidspreker-systeem waarmee de beste geluidseffecten verkregen worden. De achterluidsprekers en de voorste effect-luidsprekers produceren een geluidsveld van 360 graden en de middenluidspreker voorziet in een nauwkeurige lokatie van het middengeluid. Met behulp van het 7 luidsprekersysteem kunt de geweldige YAMAHA “CINEMA DSP” geluidsvelden volledig ervaren. Nederlands Wanneer er een normale stereobron wordt weergegeven met de geluidsveldprogramma’s Nr. 1 tot en met Nr. 6 kan er een geluidseffect worden verkregen dat overeenkomt met een 7 luidsprekersysteem. Door toevoeging van effect-luidsprekers linksvoor en rechtsvoor wordt er een meer effectief geluidsveld geproduceerd. 7 luidsprekersysteem 1E. FRONT MIX – Instellen op OFF-7ch. (Zie pagina 27.) 1A. CENTER SP – Instellen op LRG of SML. (Zie pagina 26.) 9 AANSLUITINGEN Nooit de stekker van dit apparaat en overige componenten insteken alvorens alle aansluitingen tot stand gebracht zijn. Wanneer u aansluitingen maakt tussen dit apparaat en overige componenten, dient er op te letten dat de verbindingen op correcte wijze tot stand gebracht worden, dit wil zeggen L (links) aan L, R (rechts) naar R, “+” aan “+” en “–” aan “–”. Raadpleeg ook de handleidingen van de betreffende apparatuur die u op dit apparaat gaat aansluiten. AANSLUITEN VAN AUDIO/VIDEO BRON-COMPONENTEN OP DEZE APPARATUUR Gebruik voor aansluitingen met audio/video apparatuur pinstekkerkabels van het RCA type, behalve in de verderop beschreven gevallen. * Indien u beschikt over YAMAHA audio/video apparatuur die op het achterpaneel met de nummers 1, 2, 3, enz. worden aangegeven, kunnen de aansluitingen gemakkelijk tot stand gebracht worden door enkel de signaaluitgangen (of ingangen) van elk apparaat aan te sluiten op de ingangen met hetzelfde nummer op dit apparaat. BASIS AANSLUITINGEN (voor audio-apparatuur) Platenspeler OUTPUT GND OUTPUT Compact disc speler (Algemene modellen) 1 * DIGITAL (AC-3) RF SIGNAL AUDIO SIGNAL AUDIO SIGNAL VIDEO SIGNAL VIDEO GND LD PHONO CD CD Tuner S VIDEO MAIN LD 1 OUTPUT TV/DBS 2 TV/DBS IN TUNER VCR 1 MD recorder, Tapedeck 1, enz. DVD/ VCR 3 COAXIAL OPTICAL LINE OUT LINE IN CD 3 MD/TAPE 1 4 IN REC VCR 2 3 PLAY PLAY MD/TAPE 1 TAPE 2 REC OUT 4 IN REC DVD/ VCR 3 Tapedeck 2 LINE OUT LINE IN LD MAIN TV/DBS SUB WOOFER DVD/ VCR 3 SURROUND DIGITAL SIGNAL * 10 FRONT OUT PLAY 1 : GND aansluiting (voor gebruik met platenspeler) Door de massakabel van de platenspeler te verbinden met de GND aansluiting, kan het optreden van storende bromgeluiden minimaal gehouden worden. In sommige gevallen echter worden er betere resultaten verkregen wanneer de massakabel niet is aangesloten. OUT CENTER EXTERNAL DECODER INPUT MONITOR OUT DVD/VCR 3 OUT CAN BE USED AS A SECOND MONITOR OUT, IF SELECTED BY SET MENU. PAL NTSC BASIS AANSLUITINGEN (voor video-apparatuur) LD speler AUDIO OUT VIDEO OUT (Algemene modellen) AUDIO OUT VIDEO OUT DIGITAL (AC-3) RF SIGNAL AUDIO SIGNAL AUDIO SIGNAL VIDEO SIGNAL VIDEO GND LD PHONO CD CD TV/Satelliet tuner S VIDEO MAIN LD 1 TV/DBS VIDEO OUT Videocassetterecorder 1 AUDIO OUT VIDEO IN AUDIO IN VIDEO OUT AUDIO OUT VIDEO IN AUDIO IN Videocassetterecorder 2 2 TV/DBS IN TUNER VCR 1 DVD/ VCR 3 COAXIAL OPTICAL CD 3 FRONT OUT PLAY MD/TAPE 1 4 IN REC VCR 2 3 PLAY PLAY MD/TAPE 1 TAPE 2 REC OUT 4 IN REC DVD/ VCR 3 LD MAIN TV/DBS SUB WOOFER DVD/ VCR 3 SURROUND DIGITAL SIGNAL OUT CENTER MONITOR OUT DVD/VCR 3 OUT CAN BE USED AS A SECOND MONITOR OUT, IF SELECTED BY SET MENU. DVD speler of VIDEO OUT Videocassetterecorder 3 AUDIO OUT VIDEO IN AUDIO IN PAL NTSC EXTERNAL DECODER INPUT 2 * Monitor TV VIDEO IN 2 * : PAL/NTSC schakelaar (Alleen modellen voor China en Algemene modellen) PAL: Voert signalen uit in het PAL formaat, ongeacht welk formaat (PAL of NTSC) videosignaal vanuit een extern videoapparaat naar dit apparaat gezonden wordt. In deze stand zetten als uw TV monitor gebruik maakt van het PAL formaat. NTSC: Voert signalen uit in het NTSC formaat, ongeacht welk formaat (PAL of NTSC) videosignaal vanuit een extern videoapparaat naar dit apparaat gezonden wordt. In deze stand zetten als uw TV monitor gebruik maakt van het NTSC formaat. Opmerking Zorg er voor dat het ingevoerde videosignaal gebruik maakt van hetzelfde formaat als waarvan uw TV monitor gebruik maakt, aangezien anders het beeld niet normaal zal worden weergegeven. Nederlands Dit apparaat is bestemd voor gebruik met de NTSC en PAL televisieformaten. Zet deze schakelaar in de stand voor het formaat dat door uw TV monitor gebruikt wordt. 11 Opmerking Als u een tweede TV monitor (of een projector) op deze apparatuur wenst aan te sluiten, kunt u de DVD/VCR 3 VIDEO OUT aansluiting (en ook de S VIDEO aansluiting) overschakelen naar een tweede monitor-aansluiting voor aansluiting op een andere TV monitor. (Zie pagina 38.) S-VIDEO OUT VIDEO OUT AUDIO OUT DVD speler, enz. VCR 2 3 PLAY PLAY MD/TAPE 1 TAPE 2 OUT 4 REC IN REC DVD/ VCR 3 LD MAIN TV/DBS SUB WOOFER DVD/ VCR 3 SURROUND DIGITAL SIGNAL DVD/VCR 3 OUT CAN BE USED AS A SECOND MONITOR OUT, IF SELECTED BY SET MENU. OUT CENTER MONITOR OUT S-VIDEO IN VIDEO IN EXTERNAL DECODER INPUT Projector Voor aansluiting op een TV monitor die voor de signaalinvoer gebruik maakt van een 21-polige stekker (modellen voor Europa en Groot-Brittannië) Breng de aansluitingen tot stand zoals aangegeven in onderstaande illustratie met behulp van een in de handel verkrijgbare scart-stekker aansluitkabel. VCR 2 3 PLAY PLAY MD/TAPE 1 TAPE 2 REC OUT 4 IN REC DVD/ VCR 3 LD MAIN TV/DBS SUB WOOFER DVD/ VCR 3 SURROUND DIGITAL SIGNAL DVD/VCR 3 OUT CAN BE USED AS A SECOND MONITOR OUT, IF SELECTED BY SET MENU. OUT CENTER MONITOR OUT EXTERNAL DECODER INPUT Monitor TV Scart-stekker aansluitkabel 12 AUDIO R AUDIO L VIDEO Geen aansluiting m Aansluiten op VIDEO AUX aansluitingen (op het voorpaneel) Deze aansluitingen worden gebruikt voor aansluiting van elke willekeurige videobron, zoals een camerarecorder, op dit apparaat. VIDEO AUX AUDIO OUT R R AUDIO OUT L L VIDEO OUT VIDEO S VIDEO OUT Camerarecorder S VIDEO Nederlands 13 m Aansluiting op de digitale (optische en coaxiale) signaalaansluitingen Indien uw CD speler, MD recorder, LD speler, DVD speler, TV/Satelliet tuner, enz is uitgerust met coaxiale of optische digitale audiosignaalaansluitingen, kunnen deze worden aangesloten op de COAXIAL en/of OPTICAL digitale signaalaansluitingen van deze apparatuur. Voor het maken van een aansluiting tussen de optische digitale audiosignaalaansluitingen, het kapje van elk van deze aansluitingen verwijderen en deze vervolgens met elkaar verbinden via het gebruik van een in de handel verkrijgbare optische glasvezelkabel die voldoet aan de EIAJ normen. De kans bestaat dat andere kabels niet goed functioneren. Ook als u audio/video-apparatuur op de OPTICAL (of COAXIAL) aansluiting van deze apparatuur aansluit, dient de apparatuur aangesloten te blijven op de gelijknamige analoge audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur, aangezien het digitaal signaal niet kan worden opgenomen door een ander tapedeck of videorecorder dat aangesloten is op enkel de analoge audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur. U kunt de keuze van de ingangssignalen tussen “digitaal” en “analoog” gemakkelijk overschakelen. (Zie pagina 41 voor bijzonderheden.) * Indien u echter een MD recorder of DAT op de OPTICAL MD/TAPE 1 PLAY en REC aansluitingen van dit apparaat aansluit, is het mogelijk ingangsbronnen op te nemen die aangesloten zijn op de OPTICAL digitale signaalingangen van dit apparaat. Opmerkingen ● Bij aansluiting van audio/video-apparatuur op zowel de digitale als de analoge aansluitingen van deze apparatuur, er op letten de aansluitingen niet met elkaar te verwisselen. ● Zorg er voor de kapjes op hun plaats aan te brengen waneer de OPTICAL aansluitingen niet gebruikt worden, om de aansluitingen tegen het binnendringen van stof te beschermen. ● Op alle digitale audiosignaalaansluitingen is een schakelfrekwentie van 32 kHz, 44,1 kHz en 48 kHz van toepassing. ● Om dit apparaat een succesvolle DTS-decodering te laten uitvoeren, mag de DTS bitstroom tijdens het proces van het versturen van de DIGITAL OUT aansluiting van een apparaat dat een bron weergeeft die gecodeerd is met het DTS naar een digitale signaalingang van dit apparaat niet gewijzigd, omgevormd of gestoord worden. TV/Satelliet tuner COAXIAL DIGITAL OUT LD speler OPTICAL DIGITAL OUT OPTICAL DIGITAL OUT Compact disc speler OPTICAL DIGITAL OUT COAXIAL DIGITAL OUT DIGITAL (AC-3) RF SIGNAL AUDIO SIGNAL AUDIO SIGNAL VIDEO SIGNAL VIDEO GND LD PHONO CD CD S VIDEO MAIN LD 1 TV/DBS 2 TV/DBS IN TUNER VCR 1 DVD/ VCR 3 COAXIAL OPTICAL MD recorder, DAT, enz. CD OPTICAL DIGITAL OUT 4 IN VCR 2 3 PLAY PLAY MD/TAPE 1 TAPE 2 REC COAXIAL DIGITAL OUT OPTICAL DIGITAL OUT FRONT OUT REC OPTICAL DIGITAL IN DVD speler, enz. 3 PLAY MD/TAPE 1 OUT 4 IN REC DVD/ VCR 3 LD MAIN TV/DBS SUB WOOFER DVD/ VCR 3 SURROUND DIGITAL SIGNAL OUT CENTER MONITOR OUT DVD/VCR 3 OUT CAN BE USED AS A SECOND MONITOR OUT, IF SELECTED BY SET MENU. PAL NTSC EXTERNAL DECODER INPUT (Algemene modellen) 14 m Aansluiting op een DOLBY DIGITAL (AC-3) RF uitgang van de LD speler Indien uw LD speler voorzien is van een DOLBY DIGITAL (AC3) RF aansluiting, deze verbinden met de DIGITAL (AC-3) RF SIGNAL aansluiting van dit apparaat. Audiosignalen die gecodeerd zijn met de Dolby Digital (AC-3) worden via deze verbinding in deze apparatuur ingevoerd. * Voor het weergeven van een LD bron met het Dolby Digital gedecodeerd, de ingangsmodus van de LD instellen op “AUTO” of “AC-3 RF”. (Zie pagina 41 voor bijzonderheden.) Opmerking Het DOLBY DIGITAL (AC-3) RF audio ingangssignaal kan niet worden opgenomen door een tapedeck, MD recorder of videorecorder. Voor het opnemen van een LD bron moet de LD speler aangesloten worden op de OPTICAL digitale audiosignaalaansluiting en/of analoge audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur. Ook is het afgezien van de DOLBY DIGITAL (AC-3) RF signaalverbinding noodzakelijk de LD speler aan te sluiten op de OPTICAL digitale audiosignaalaansluiting en/of analoge audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur voor het weergeven van een LD bron waarvan de Dolby Pro Logic Surround of het DTS gedecodeerd wordt of voor weergave in normaal stereo (of mono). LD speler DIGITAL (AC-3) RF SIGNAL AUDIO SIGNAL AUDIO SIGNAL VIDEO SIGNAL VIDEO GND LD PHONO CD CD S-VIDEO OUT VIDEO OUT DOLBY DIGITAL (AC-3) RF OUTPUT AUDIO OUT DIGITAL OUT S VIDEO MAIN LD 1 TV/DBS 2 TV/DBS IN TUNER VCR 1 DVD/ VCR 3 COAXIAL OPTICAL CD 3 FRONT OUT PLAY MD/TAPE 1 4 IN REC VCR 2 3 PLAY PLAY MD/TAPE 1 TAPE 2 REC OUT 4 IN REC DVD/ VCR 3 LD MAIN TV/DBS SUB WOOFER DVD/ VCR 3 SURROUND DIGITAL SIGNAL OUT CENTER MONITOR OUT DVD/VCR 3 OUT CAN BE USED AS A SECOND MONITOR OUT, IF SELECTED BY SET MENU. PAL NTSC EXTERNAL DECODER INPUT Nederlands (Algemene modellen) 15 m Aansluiten op S VIDEO aansluitingen Indien uw videocassetterecorder, LD speler, enz. en uw monitor voorzien zijn van “S” (hoge resolutie) videoaansluitingen, dienen deze op de S VIDEO aansluitingen van deze apparatuur aangesloten te worden en dient de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting van deze apparatuur op de “S” video van uw monitor aangesloten te worden. Ook is het mogelijk de gecombineerde video-aansluitingen van uw videocassetterecorder, LD speler, enz. aan te sluiten op de VIDEO aansluitingen van deze apparatuur en de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van deze apparatuur aan te sluiten op de gecombineerde videosignaalingang van uw monitor. Opmerkingen betreffende de video-titeling ● ● Opmerking Indien de videosignalen naar zowel de S VIDEO als de VIDEO signaalingangen gezonden worden, zullen de signalen onafhankelijk naar hun respektievelijke signaaluitgangen gezonden worden. Indien u naar een videobron kijkt die aangesloten is op zowel de S VIDEO als de VIDEO signaalingangen van deze apparatuur, worden de signalen voor de schermdisplayinformatie enkel uitgevoerd via de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting. Wanneer er geen videosignaal wordt ingevoerd naar de S VIDEO of VIDEO signaalingangen van deze apparatuur, worden de signalen voor de schermdisplay-informatie via zowel de S VIDEO MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen met een kleuren-achtergrond uitgevoerd. * Als bij het Algemene model en de modellen voor China de PAL/NTSC schakelaar op het achterpaneel ingesteld is op “PAL”, zal er in dit geval niets via de S VIDEO MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen uitgevoerd worden. LD speler Videocassetterecorder 1 S-VIDEO OUT VIDEO OUT VIDEO SIGNAL VIDEO VIDEO OUT S-VIDEO OUT VIDEO IN S-VIDEO IN AUDIO SIGNAL TV/Satelliet tuner S VIDEO S-VIDEO OUT LD VIDEO OUT TV/DBS IN VCR 1 OUT IN VCR 2 OUT Monitor TV 16 S-VIDEO OUT VIDEO IN S-VIDEO IN S-VIDEO IN DVD speler of Videocassetterecorder 3 MONITOR OUT VIDEO IN VIDEO IN S-VIDEO IN VIDEO OUT S-VIDEO OUT DVD/VCR 3 OUT CAN BE USED AS A SECOND MONITOR OUT, IF SELECTED BY SET MENU. OUT VIDEO OUT IN DVD/ VCR 3 Videocassetterecorder 2 m Aansluiten van een externe geluidsprocessor, decoder (bijv. MPEG 2), versterker, enz. op dit apparaat Opmerking Wanneer de signalen die naar deze aansluitingen worden gevoerd worden gekozen, kan de digitale geluidsprocessor niet worden gebruikt. Dit apparaat is uitgerust met extra 6-kanaals audiosignaalingangen (voor het linker hoofdkanaal, rechter hoofdkanaal, middenkanaal, linker achterste surround-kanaal, rechter achterste surround-kanaal en subwooferkanalen) welke beschikbaar zijn voor de invoer van signalen van uw bestaande versterker, geluidsprocessor, decoder, enz. naar dit apparaat. Voor het beluisteren van een geluid via het reproduceren van signalen die naar deze ingangen worden gevoerd, de TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets op het voorpaneel eenmaal of meerdere malen indrukken zodat “EXT. DECODER IN” op de display verschijnt. Hierdoor worden de signalen die naar deze ingangen worden gevoerd naar de bijbehorende SPEAKERS uitgangen en OUTPUT uitgangen van dit apparaat gevoerd en langs alle overige circuits in dit apparaat omgeleid. Volume, toon, enz. moeten dus op de externe apparatuur geregeld worden. (Algemene modellen) DIGITAL (AC-3) RF SIGNAL AUDIO SIGNAL AUDIO SIGNAL VIDEO SIGNAL VIDEO GND LD PHONO CD CD S VIDEO MAIN LD 1 TV/DBS 2 TV/DBS IN TUNER VCR 1 DVD/ VCR 3 COAXIAL OPTICAL CD 3 FRONT OUT PLAY MD/TAPE 1 4 IN REC VCR 2 3 PLAY PLAY MD/TAPE 1 TAPE 2 REC OUT 4 IN REC DVD/ VCR 3 LD MAIN TV/DBS SUB WOOFER DVD/ VCR 3 SURROUND DIGITAL SIGNAL OUT CENTER MONITOR OUT DVD/VCR 3 OUT CAN BE USED AS A SECOND MONITOR OUT, IF SELECTED BY SET MENU. PAL NTSC EXTERNAL DECODER INPUT MAIN OUT CENTER OUT SURROUND OUT SUBWOOFER OUT Externe geluidsprocessor, decoder, versterker, enz. Nederlands 17 AANSLUITING VAN DE LUIDSPREKERS Gebruik luidsprekers met een impedantie die overeenkomt met de voorgeschreven impedantie aangegeven op de achterzijde van het apparaat. Hoofdluidsprekers Middenluidspreker Achterluidsprekers Rechts Links Rechts Links SPEAKERS CAUTION SEE INSTRUCTION MANUAL FOR CORRECT SETTING. A MAIN CENTER B A+ B A OR B FRONT REAR (SURROUND) COUPLER MAIN CH PRE MAIN OUT IN CENTER OUT SUBWOOFER MONO FRONT REAR (SURROUND) SPLIT Subwoofer systeem OUT Rechts IN Links Voorste effect-luidsprekers Aansluiting: Sluit de SPEAKERS aansluitingen aan op uw luidsprekers met behulp van een kabel van de juiste dikte en houd de kabels zo kort mogelijk. Indien de aansluitingen op verkeerde wijze tot stand gebracht worden, komt er geen geluid uit de luidsprekers. Let er op dat de polariteit van de luidsprekerkabels correct is, dit wil zeggen dat u dient te letten op de “+” en “–” aanduidingen. Indien deze kabels omgekeerd aangesloten worden, zal het geluid onnatuurlijk klinken en zullen de lage tonen niet doorkomen. LET OP Zorg er voor dat de blootgelegde luidsprekerkabels elkaar of de metalen delen van dit apparaat niet raken. Hierdoor kunnen het apparaat en/of de luidsprekers beschadigd worden. Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) ➀ Schroef de knop los. ➁ Steek de blootgelegde 2 3 1 18 kabel in. (Verwijder ongeveer 5 mm van de isolatie van de luidsprekerkabels.) ➂ Draai de knop aan en klem de kabel vast. <Alleen modellen voor U.S.A., Canada, China, Australië en Algemene modellen> Banaan-stekkerverbindingen zijn ook mogelijk. Steek de banaan-stekker eenvoudigweg in de bijbehorende aansluiting. Opmerking betreffende de aansluiting van de middenluidspreker: Opmerking betreffende het aansluiten van een subwoofer: Op dit apparaat kunnen één of twee middenluidsprekers aangesloten worden. Indien u de middenluidspreker niet bovenop of onder de TV kunt plaatsen, wordt het aanbevolen gebruik te maken van twee middenluidsprekers en deze aan weerszijden van de TV te plaatsen om het middengeluid vanaf de middenpositie gericht te houden. Bij gebruik van één middenluidspreker, deze aansluiten op de A of B aansluitingen en de CENTER SPEAKERS schakelaar op “A OR B” (onderste stand) zetten. Bij gebruik van twee middenluidsprekers, deze aansluiten op de A en B aansluitingen en de schakelaar op “A + B” (bovenste stand) zetten. Indien u echter geen gebruik van een middenluidspreker wenst te maken, de functie “1A. CENTER SP” in de SET MENU modus in de “NONE” stand zetten. (Zie pagina 26.) Voor het weergeven van discrete signalen kunt u een subwoofer toevoegen voor het benadrukken van de lage frekwenties of voor het uitvoeren van de lage tonen van het subwooferkanaal. Sluit bij gebruik van één subwoofer de SUBWOOFER MONO aansluiting van dit apparaat aan op de INPUT aansluiting van de subwoofer versterker en sluit de luidspreker-aansluitingen van de subwoofer versterker aan op de subwoofer. Middenluidspreker COUPLER MAIN CH PRE MAIN OUT IN CENTER SUBWOOFER OUT MONO OUT IN FRONT REAR (SURROUND) SPLIT Middenluidspreker SPEAKERS CAUTION MAIN Subwoofer systeem SEE INSTRUCTION MANUAL FOR CORRECT SETTING. A CENTER B A+ B A OR B FRONT REAR (SURROUND) In het geval u meer effect in u luisterkamer wilt hebben, wordt het gebruik van twee subwoofers aanbevolen. Voor het aansluiten van twee subwoofers op deze apparatuur, één SUBWOOFER SPLIT aansluiting aansluiten op de INPUT aansluiting van de versterker die de subwoofer aandrijft en de andere SUBWOOFER SPLIT aansluiting aansluiten op de INPUT aansluiting van de versterker die de andere subwoofer aandrijft en vervolgens elke subwoofer op de bijbehorende versterker aansluiten. COUPLER CENTER SPEAKERS schakelaar MAIN CH PRE MAIN OUT IN CENTER SUBWOOFER OUT MONO OUT IN FRONT REAR (SURROUND) SPLIT Nederlands Subwoofer systeem Subwoofer systeem Bij bepaalde subwoofers, zoals bij de Yamaha Active Servo Processing Subwoofer Systeem, is de versterker en de subwoofer in hetzelfde component ingebouwd. (Zie pagina 21 voor bijzonderheden betreffende de SUBWOOFER MONO/SPLIT uitgangen.) 19 m IMPEDANCE SELECTOR schakelaar Deze schakelaar mag enkel worden gebruikt wanneer de stroomtoevoer naar dit apparaat niet is ingeschakeld. Kies de stand overeenkomstig de eisen van uw luidsprekersysteem. WAARSCHUWING Verander de instelling van de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar niet als het apparaat aan staat, aangezien dit schade kan veroorzaken aan het apparaat. ALS HET APPARAAT NIET INGESCHAKELD WORDT BIJ INDRUKKEN VAN DE STANDBY/ON SCHAKELAAR; Het is mogelijk dat de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar niet volledig in de bovenste of onderste stand staat. Zet de schakelaar volledig in de juiste stand. IMPEDANCE SELECTOR (Linkse stand) Achter: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 4Ω of hoger zijn. Midden: Als u gebruik maakt van twee middenluidsprekers, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 4Ω of hoger zijn. Als u gebruik maakt van één middenluidspreker, moet de impedantie van de luidspreker 4Ω of hoger zijn. Hoofd: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 4Ω of hoger zijn. Voorste effect: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 6Ω of hoger zijn. (Rechtse stand) IMPEDANCE SELECTOR SET BEFORE POWER ON A+ B MAIN CENTER : 4ΩMIN. /SPEAKER A B : 4ΩMIN. /SPEAKER A OR B : 4ΩMIN. /SPEAKER REAR : 4ΩMIN. /SPEAKER FRONT EFFECT : 6ΩMIN. /SPEAKER A OR B MAIN CENTER : 8ΩMIN. /SPEAKER A B : 4ΩMIN. /SPEAKER A OR B : 8ΩMIN. /SPEAKER REAR : 8ΩMIN. /SPEAKER FRONT EFFECT : 8ΩMIN. /SPEAKER VOLTAGE SELECTOR FRONT UNSWITCHED I00W MAX. TOTAL 200W MAX. Midden: Als u gebruik maakt van twee middenluidsprekers, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 4Ω of hoger zijn. Als u gebruik maakt van één middenluidspreker, moet de impedantie van de luidspreker 8Ω of hoger zijn. REAR (SURROUND) (Algemene modellen) 20 AC OUTLETS SWITCHED Achter: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8Ω of hoger zijn. Hoofd: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8Ω of hoger zijn. Voorste effect: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8Ω of hoger zijn. m Aandrijven van de hoofd, midden, voorste effect en/of achterste luidsprekers met behulp van externe versterkers De luidsprekerverbindingen zoals beschreven op pagina 18 zullen in de meeste gevallen uitstekend voldoen. Indien u echter om een of andere reden de hoofd, midden, voorste effect en/of achterste luidsprekers met behulp van uw bestaande versterker, enz. wilt aandrijven, zijn voor het verbinden van de externe versterker(s) op dit apparaat de volgende aansluitingen beschikbaar. 3 SUBWOOFER MONO aansluiting Sluit bij gebruik van een subwoofer de versterkeringang daarvan op deze aansluiting aan. Frekwenties beneden 90 Hz die verdeeld worden van de hoofd, midden en/of achterste kanalen worden via deze aansluiting uitgevoerd. Signalen van LFE (lage frekwentie effect) die geproduceerd worden wanneer de Dolby Digital (AC-3) of het DTS gedecodeerd wordt, zullen eveneens worden uitgevoerd als zij aan deze aansluiting toegewezen zijn. COUPLER MAIN CH PRE MAIN OUT IN CENTER OUT SUBWOOFER MONO OUT 1 1 FRONT REAR (SURROUND) SPLIT 3 4 5 MAIN CH PRE OUT/MAIN IN aansluitingen De PRE OUT aansluitingen zijn voor de voorversterkersignaaluitvoer van het hoofdkanaal en de MAIN IN aansluitingen zijn voor de voorversterkersignaalinvoer naar de ingebouwde hoofdkanaalversterker. De PRE OUT en MAIN IN aansluitingen dienen bij gebruik van de ingebouwde versterker met behulp van de doorverbindingsstekker te worden doorverbonden. Indien u echter de hoofdluidsprekers via een externe stereo-vermogenversterker laat aandrijven, eerst de doorverbindingsstekker verwijderen en vervolgens de ingangsaansluitingen van de externe versterker (MAIN IN of AUX aansluitingen) van een versterker of een receiver met de PRE OUT aansluitingen verbinden. Met de MAIN IN aansluitingen is geen verbinding noodzakelijk. * De uitgangssignalen van de PRE OUT aansluitingen worden beïnvloed door het gebruik van de BASS, TREBLE, BALANCE regelaars en de BASS EXTENSION schakelaar. 2 SUBWOOFER SPLIT aansluitingen Sluit bij gebruik van twee subwoofers de versterkeringangen daarvan op deze aansluitingen aan. Low bass signalen die uitgevoerd worden van de SUBWOOFER MONO aansluiting worden eveneens via deze aansluitingen uitgevoerd. Echter de signalen van het linker hoofdkanaal en het linker achterste kanaal worden via de SPLIT L aansluiting uitgevoerd en de signalen van het rechter hoofdkanaal en het rechter achterste kanaal worden via de SPLIT R aansluiting afzonderlijk uitgevoerd. IN 2 CENTER OUT/IN aansluitingen 4 FRONT aansluitingen Deze aansluitingen zijn voor de voorversterkeruitgangssignalen van het voorste effectkanaal. Wanneer u gebruik maakt van de ingebouwde versterker, is er geen verbinding naar deze aansluitingen. Indien u echter de voorste effect-luidsprekers via een externe stereo-vermogenversterker laat aandrijven, de ingangsaansluitingen van de externe versterker (MAIN IN of AUX aansluitingen van een versterker of een receiver) met deze aansluitingen verbinden. 5 REAR (SURROUND) aansluitingen Deze aansluitingen zijn voor de voorversterkeruitgangssignalen van het achterkanaal. Wanneer u gebruik maakt van de ingebouwde versterker, is er geen verbinding naar deze aansluitingen. Indien u echter de achterluidsprekers via een externe stereo-vermogenversterker laat aandrijven, de ingangsaansluitingen van de externe versterker (MAIN IN of AUX aansluitingen van een versterker of een receiver) met deze aansluitingen verbinden. Opmerkingen • Het uitgangsniveau van de signalen van al deze aansluitingen wordt afgesteld met behulp van de VOLUME regelaar op het voorpaneel of de MASTER VOLUME toetsen op de afstandbediening. • Indien er een externe vermogenversterker wordt aangesloten op de FRONT of REAR aansluitingen, zal de bijbehorende interne versterker uitgeschakeld worden en zal er geen signaaluitvoer beschikbaar zijn aan de SPEAKERS aansluitingen. Nederlands De CENTER OUT aansluitingen zijn voor de voorversterkersignaaluitvoer van het middenkanaal en de CENTER IN aansluiting is voor de voorversterkersignaalinvoer naar de ingebouwde middenkanaalversterker. De onderzijde van de CENTER OUT aansluitingen en de CENTER IN aansluiting dient bij gebruik van de ingebouwde versterker met behulp van de doorverbindingsstekker te worden doorverbonden. Indien u echter één of meer middenluidsprekers met behulp van een externe vermogenversterker (voor elk) aandrijft, eerst de doorverbindingsstekker verwijderen en vervolgens de ingangsaansluiting(en) van de externe versterker(s) aansluiten op een van beide of op beide CENTER OUT aansluitingen. Met de CENTER IN aansluiting is geen verbinding noodzakelijk. SUBWOOFER aansluitingen 21 AANSLUITING VAN DIT APPARAAT OP DE NETSPANNING • Steek na het voltooien van alle aansluitingen het netsnoer in een geschikt stopcontact. • Indien dit apparaat gedurende een lange tijdsperiode niet gebruikt gaat worden, het netsnoer uit het stopcontact verwijderen. IMPEDANCE SELECTOR SET BEFORE POWER ON A+ B MAIN CENTER : 4ΩMIN. /SPEAKER A B : 4ΩMIN. /SPEAKER A OR B : 4ΩMIN. /SPEAKER REAR : 4ΩMIN. /SPEAKER FRONT EFFECT : 6ΩMIN. /SPEAKER A OR B MAIN CENTER : 8ΩMIN. /SPEAKER A B : 4ΩMIN. /SPEAKER A OR B : 8ΩMIN. /SPEAKER REAR : 8ΩMIN. /SPEAKER FRONT EFFECT : 8ΩMIN. /SPEAKER Naar wisselstroomstopcontact VOLTAGE SELECTOR FRONT AC OUTLETS SWITCHED UNSWITCHED I00W MAX. TOTAL 200W MAX. REAR (SURROUND) (Algemene modellen) 2 1 * * * 1 Netspanningsaansluitingen [AC OUTLET(S)] (Modellen voor U.S.A., Canada, China en Algemene modellen) .................................2 geschakelde netspanningsaansluitingen (2 SWITCHED OUTLETS) 1 niet-geschakelde uitgang (1 UNSWITCHED OUTLET) (Modellen voor Europa, Groot-Brittannië en Australië) ................................... 1 geschakelde netspanningsaansluiting (1 SWITCHED OUTLET) Gebruik deze aansluitingen om de netsnoeren van uw overige componenten op aan te sluiten. De spanning naar de geschakelde netspanningsaansluitingen [SWITCHED OUTLET(S)] wordt geregeld door de STANDBY/ON schakelaar van het apparaat of de SYSTEM POWER ON en STANDBY toetsen van de bijgeleverde afstandbediening. Deze aansluitingen voorzien alle aangesloten apparaten van netspanning, zodra dit apparaat ingeschakeld wordt. Het maximale vermogen (totale stroomverbruik van de componenten) dat aangesloten kan worden op de SWITCHED AC OUTLET(S) is als volgt. ● Modellen voor U.S.A.: 120W ● Behalve modellen voor U.S.A.: 100W 22 De spanning naar de UNSWITCHED netspanningsaansluiting wordt niet geregeld door de STANDBY/ON schakelaar of de SYSTEM POWER ON en STANDBY toetsen van de bijgeleverde afstandbediening. Deze uitgang zal het aangesloten component van netspanning blijven voorzien ook als dit apparaat op de standby functie wordt ingesteld. Het maximale vermogen (totale stroomverbruik van de componenten) dat aangesloten kan worden op de UNSWITCHED AC OUTLET is als volgt. ● Modellen voor U.S.A. en Canada: 180W ● Modellen voor China en Algemene modellen: 200W 2 * Spanningskeuzeschakelaar (Alleen modellen voor China en Algemene modellen) De spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel van dit apparaat dient correct ingesteld te worden op de plaatselijke netspanning, ALVORENS de stekker van het netsnoer in het wisselstroom-stopcontact te steken. Instelbare netspanningen zijn 110/120/220/240V wisselstroom, 50/60 Hz. BEDIENINGSORGANEN EN HUN FUNCTIES VOORPANEEL 1 2 3 NATURAL SOUND 4 5 6 CINEMA DSP 7ch AV AMPLIFIER DSP A1 VOLUME INPUT SELECTOR l6 20 l2 28 STANDBY/ON LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX SLEEP DIGITAL PRO LOGIC DSP DIGITAL SOURCE AC 3 DTS PCM 8 4 40 TAPE 2 MON TAPE 2 MON 2 60 /EXT. DECODER 0 –dB SET MENU PHONES BASS EXTENSION NEXT BASS l 0 l 2 3 3 4 8 9 0 3 4 4 5 0 l 2 3 5 5 EFFECT BALANCE l 2 4 5 7 TREBLE l 2 PROGRAM 0 VIDEO AUX SOURCE MD/TAPE 1 LD CD 2 3 3 4 L5 REC OUT l 2 4 INPUT MODE 5R VCR 1 TV/DBS VCR 2 DVD/VCR 3 VIDEO AUX A B C D 1 STANDBY/ON schakelaar Druk deze schakelaar in om de stroomtoevoer naar dit apparaat in te schakelen. Druk de schakelaar nogmaals in om dit apparaat op de standby functie in te stellen. * Wanneer u deze schakelaar indrukt om het apparaat in te schakelen, zult u een klik horen en de ingebouwde ventilator kortstondig horen draaien. Standby functie In deze toestand verbruikt het apparaat een zeer geringe hoeveelheid stroom voor het ontvangen van infrarood signalen van de afstandbediening. 2 Afstandbedieningsensor Voor het ontvangen van de signalen van de afstandbediening. 3 Displaypaneel Geeft diverse informatie aan. (Zie pagina 25 voor bijzonderheden.) F G ingedrukt zodat de display naar een normale displaymodus terugkeert, zullen de hierboven genoemde ingangsbronnen geannuleerd worden. 5 INPUT SELECTOR Voor het kiezen van de ingangssignaalbron die u wenst te beluisteren (en bekijken). De gekozen bron wordt aangegeven op de display. 6 Hoofd VOLUME regelaar Met deze regelaar wordt het volumeniveau bij alle uitgangen gelijktijdig geregeld: voorste-effect, hoofd, achterste, midden en subwoofer. (Dit is niet van invloed op het REC OUT niveau.) * Wanneer het volume afgezwakt wordt door het indrukken van de MUTE toets op de afstandbediening, zal de indicator op de hoofd VOLUME regelaar aan en uit knipperen. 7 PHONES ingang Steek de stekker van de hoofdtelefoon hierin om privé te kunnen luisteren. Enkel de geluidssignalen van de hoofdkanalen worden hier uitgevoerd. Echter als Dolby Digital (AC-3) of de DTS gedecodeerd wordt, zullen de signalen van alle kanalen over de hoofdkanalen verdeeld worden en hier worden weergegeven. Nederlands 4 TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets Wanneer deze toets eenmaal of meerdere malen wordt ingedrukt zodat “TAPE 2 MONITOR ON” op de display verschijnt, wordt de geluidsbron die wordt weergegeven op het apparaat dat aangesloten is op de TAPE 2 PLAY/REC AUDIO SIGNAL aansluitingen aan de achterzijde van dit apparaat als de ingangsbron gekozen en heeft dit voorrang ten opzichte de instelling van de INPUT SELECTOR. Wanneer deze toets eenmaal of meerdere malen wordt ingedrukt zodat “EXT. DECODER IN” op de display verschijnt, worden de geluidssignalen die ingevoerd worden via de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen aan de achterzijde van dit apparaat als de ingangsbron gekozen en heeft dit voorrang ten opzichte de instelling van de INPUT SELECTOR. Wanneer deze toets eenmaal of meerdere malen wordt E PHONES 23 8 BASS EXTENSION schakelaar E INPUT MODE toets Wanneer deze schakelaar naar binnen wordt gedrukt (AAN), wordt de frekwentierespons van de lage tonen op de linker en rechter hoofdkanalen versterkt terwijl de totale klankbalans daarbij gehandhaafd blijft. Als u geen subwoofer heeft, zal het gebruik van deze schakelaar van dienst zijn voor het versterken van de lage tonen frekwenties. Voor overschakeling van de modus voor het kiezen van de ingangssignalen tussen de “AUTO”, “DTS” en “ANALOG” modus voor bronnen die twee of meerdere soorten signalen naar deze apparatuur voeren. (Zie pagina 41 voor bijzonderheden.) * Bij een LD bron vindt de overschakeling plaats tussen de “AUTO”, “AC-3 RF”, “DTS”, “DIGITAL” en “ANALOG” modus. 9 SET MENU –/+ toets Wordt gebruikt voor het uitvoeren van wijzigingen van de instelling en afstellingen voor functies die door het indrukken van de NEXT toets gekozen zijn. NEXT toets Telkens wanneer deze wordt ingedrukt, worden er functies gekozen in de SET MENU modus. 0 BASS en TREBLE regelaars Stel de lage en hoge frekwentierespons af enkel voor respektievelijk het linker hoofdkanaal, het rechter hoofdkanaal en het middenkanaal. A PROGRAM keuzetoets Hiermee worden de digitale geluidsveldprocessing programma’s in de of richting achtereenvolgens gekozen. F VIDEO AUX aansluitingen Sluit extra video- of audio-ingangsbron apparatuur zoals een camerarecorder op deze aansluitingen aan. Indien de aangesloten video-apparatuur voorzien is van een S video uitgangsaansluiting, deze met de S VIDEO aansluiting verbinden voor het verkrijgen van een beeld met een hoge resolutie. De bron die is aangesloten op deze aansluitingen kan gekozen worden met behulp van de INPUT SELECTOR en REC OUT keuzeschakelaar. G Deurtje van bedieningscompartiment Sluit het deurtje wanneer het gebruik van de bedieningsorganen in het compartiment niet nodig is. Openen van het deurtje B BALANCE regelaar Deze regelaar is enkel effectief voor het geluid van de hoofdluidsprekers. Deze regelaar stelt de balans van het uitgangsvolume tussen de linker en de rechter hoofdluidsprekers af voor het compenseren van de onbalans van het geluid dat veroorzaakt wordt door de afstelling van de luidsprekers of door de akoestische eigenschappen van de ruimte waarin u zich bevindt. C EFFECT toets Schakelt het uitgangssignaal van de middenluidspreker, de achterste en voorste effect-luidsprekers aan en uit. In uitgeschakelde toestand zal het geluid normaal 2-kanaals worden. * Ook wanneer het uitgangssignaal van de middenluidspreker en de achterste en voorste effect-luidsprekers uit is, zullen wanneer het Dolby Digital (AC-3) of het DTS gedecodeerd worden, de signalen van alle kanalen over de hoofdkanalen verdeeld worden en via de hoofdluidsprekers worden weergegeven. D REC OUT keuzeschakelaar Voor het kiezen van de bron die opgenomen gaat worden op een MD recorder (of tapedeck 1) of een videorecorder 1 onafhankelijk van de instelling van de INPUT SELECTOR. Echter wanneer deze keuzeschakelaar op de stand SOURCE wordt ingesteld, bepaalt de instelling van de INPUT SELECTOR de bron die op een MD recorder (of tapedeck) of videorecorder zal worden opgenomen. 24 Sluiten van het deurtje DISPLAYPANEEL 1 2 3 TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX SLEEP DIGITAL PRO LOGIC DSP DIGITAL SOURCE AC 3 DTS PCM 4 5 6 1 indicators Wanneer de ingebouwde DTS decoder is ingeschakeld, gaat een van de dts indicators branden. De rode “dts” indicator gaat branden wanneer er een compact disc of laserdisc die met DTS is gecodeerd wordt weergegeven. De oranje “dts” indicator gaat branden wanneer er een DVD die met DTS is gecodeerd wordt weergegeven. * Als u op een DVD/LD combi-speler een laserdisc weergeeft die met DTS is gecodeerd, is het mogelijk dat na het weergeven van een Video-CD, DVD, enz. de oranje “dts” indicator gaat branden. 7 “DSP” gaat branden wanneer de ingebouwde digitale geluidsveldprocessor ingeschakeld is. 6 Digitale audio ingangssignaal indicators Deze indicators geven het type digitale signaal aan dat op dat moment naar dit apparaat wordt gevoerd. Wanneer PCM digitale audio signalen naar dit apparaat worden gevoerd, licht “PCM” op. Wanneer digitale audio signalen die wel gecodeerd zijn met het Dolby Digital (AC-3) naar dit apparaat worden gevoerd, licht “AC-3” op. Wanneer digitale audiosignalen die met het DTS gecodeerd zijn naar dit apparaat worden gevoerd, licht “DTS” op. 7 SLEEP indicator 3 Ingangsbron-indicators Geeft de huidige gekozen ingangsbron aan door middel van een pijlvormige cursor. 8 TAPE 2 MON indicator Licht op gedurende de tijd dat de ingebouwde SLEEP timer in bedrijf is. Deze licht op wanneer het tapedeck (of MD recorder enz.) welke aangesloten is op de TAPE 2 PLAY/REC AUDIO SIGNAL aansluitingen aan de achterzijde van dit apparaat door middel van het indrukken van de TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets als de ingangsbron wordt gekozen. Nederlands DIGITAL en PRO LOGIC indicators “ DIGITAL” licht op wanneer de ingebouwde Dolby Digital (AC-3) Decoder ingeschakeld is en de signalen van de gekozen bron die gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3) niet in 2-kanaals is. “ PRO LOGIC” licht op wanneer de ingebouwde Dolby Pro Logic Surround Decoder ingeschakeld is. 8 5 DSP indicator 2 Multi-informatie display Geeft het huidige gekozen DSP programma, of de informatie over de wijzigingen betreffende de diverse afstellingen of instellingen van dit apparaat aan. 4 LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO TAPE 2 MON 25 AFSTELLINGEN ALVORENS DIT APPARAAT IN GEBRUIK TE NEMEN KIEZEN VAN DE UITGANGSFUNCTIES DIE GESCHIKT ZIJN VOOR UW LUIDSPREKERSYSTEEM (IN DE “SET MENU” MODUS) Deze apparatuur biedt u de volgende functies voor het verdelen van de respektievelijke uitgangssignalen naar geschikte luidsprekers in uw audiosysteem. Kies nadat alle luidsprekeraansluitingen voltooid zijn een juiste instelling voor elke functie teneinde een optimaal gebruik te kunnen maken van uw luidsprekersysteem. * Zie de pagina’s 32 tot 38 voor nadere bijzonderheden betreffende de SET MENU modus. 1. SPEAKER SET 1A. CENTER SP 1B. REAR SP 1C. MAIN SP 1D. LFE/BASS OUT 1E. FRONT MIX 1F. MAIN LEVEL m BESCHRIJVING VAN ELKE FUNCTIE 1A. CENTER SP 1B. REAR SP Keuzes: LARGE (LRG)/SMALL (SML)/NONE Vooringestelde positie: LRG Keuzes: LARGE/SMALL Vooringestelde positie: LARGE LRG: Kies deze positie wanneer uw middenluidspreker ongeveer van hetzelfde formaat is als de hoofdluidsprekers. SML: Kies deze positie wanneer u gebruik maakt van een middenluidspreker die kleiner is dan de hoofdluidsprekers. In deze positie worden de low bass signalen (onder 90 Hz) bij het middenkanaal via de SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd (of via de hoofdluidsprekers als de MAIN positie is gekozen op “1D. LFE/BASS OUT”). NONE: 26 Kies deze positie wanneer u niet over een middenluidspreker beschikt. Het geluid van het middenkanaal wordt dan via de linker en rechter hoofdluidsprekers uitgevoerd. LARGE: Kies deze positie wanneer uw achterste luidsprekers een grote capaciteit bezitten voor het weergeven van de basklanken of wanneer er parallel een subwoofer is aangesloten op de achterste luidsprekers. In deze positie worden full range signalen uitgevoerd via de achterste luidsprekers. SMALL: Kies deze positie wanneer uw achterste luidsprekers geen voldoende capaciteit bezitten voor het weergeven van de basklanken. In deze positie worden de low bass signalen (onder 90 Hz) bij de achterste kanalen via de SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd (of via de hoofdluidsprekers als de MAIN positie is gekozen op “1D. LFE/BASS OUT”). 1C. MAIN SP 1E. FRONT MIX Keuzes: LARGE/SMALL Vooringestelde positie: LARGE Keuzes: OFF-7ch/ON-5ch Vooringestelde positie: OFF-7ch LARGE: Kies deze positie indien uw hoofdluidsprekers een grote capaciteit bezitten voor het weergeven van de basklanken. In deze positie worden de full range signalen die aanwezig zijn bij de hoofdkanalen uitgevoerd via de hoofdluidsprekers. SMALL: Kies deze positie wanneer uw hoofdluidsprekers geen voldoende capaciteit bezitten voor het weergeven van de basklanken. Indien er echter in uw systeem geen subwoofer aanwezig is, deze positie niet kiezen. In deze positie worden de low bass signalen (onder 90 Hz) bij de hoofdkanalen via de SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd (als de SW of BOTH positie is gekozen op “1D. LFE/BASS OUT”). OFF-7ch:Kies deze positie als uw luidsprekersysteem een paar voorste effect-luidsprekers omvat. ON-5ch: Kies deze positie als uw luidsprekersysteem niet een paar voorste effect-luidsprekers omvat. Klanksignalen op de linker en rechter voorste effectkanalen worden over respektievelijk de linker en rechter hoofdkanalen verdeeld en via de hoofdluidsprekers weergegeven. 1D. LFE/BASS OUT 1F. MAIN LEVEL Keuzes: SW/MAIN/BOTH Vooringestelde positie: SW Keuzes: Normal/–10dB Vooringestelde positie: Normal MAIN: Kies deze positie indien er in uw systeem geen subwoofer aanwezig is. In deze positie worden de full range signalen die aanwezig zijn bij de hoofdkanalen, de signalen van het LFE kanaal en de overige low bass signalen die gekozen zijn op “1A. CENTER SP” tot en met “1C. MAIN SP” om verdeeld te worden van de andere kanalen via de hoofdluidsprekers uitgevoerd. –10dB: Kies deze positie als de volumeniveaus naar de midden, achterste en/of voorste effect-luidsprekers lager zijn dan het niveau naar de hoofdluidsprekers, alhoewel deze op de maximum zijn afgesteld. Het volumeniveau naar de hoofdluidsprekers wordt verminderd met 10 dB, zodat de balans van het uitgangsniveau van de luidsprekers correct afgesteld kan worden. Nederlands SW/BOTH: Kies de SW of BOTH positie indien er in uw systeem een subwoofer aanwezig is. In beide posities worden de signalen bij het LFE kanaal en de overige low bass signalen die gekozen zijn op “1A. CENTER SP” tot en met “1C. MAIN SP” om verdeeld te worden van de andere kanalen via de SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd. Wanneer de LARGE positie wordt gekozen op “1C. MAIN SP”, wordt er in de SW positie geen signaal van de hoofdkanalen naar de SUBWOOFER aansluitingen verdeeld, echter in de BOTH positie worden de low bass signalen van de hoofdkanalen naar zowel de hoofdluidsprekers als de SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd. Normal: Kies normaal deze positie. 27 m METHODE VOOR HET VERANDEREN VAN DE SELECTIES Bedieningsstappen dienen te worden uitgevoerd door te kijken naar de informatie die wordt aangegeven op het displaypaneel van deze apparatuur of op het monitorscherm. 1 PARAMETER/SET MENU NATURAL SOUND AV AMPLIFIER CINEMA DSP 7ch DSP A1 VIDEO 1 VIDEO 2 7 8 THEATER MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 11 9 / DTS SURROUND EFFECT ON/OFF 12 VOLUME INPUT SELECTOR l6 20 28 LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO TAPE 2 MON TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX SLEEP DIGITAL STANDBY/ON PRO LOGIC DSP DIGITAL SOURCE AC 3 DTS PCM LEVEL l2 TAPE 2 MON 4 0 SET MENU BASS EXTENSION NEXT BASS l 0 l 2 3 4 5 l 2 3 4 L5 SYSTEM POWER ON 5R MASTER VOLUME TV VIDEO AUX SOURCE MD/TAPE 1 LD CD 2 4 5 REC OUT l 2 3 4 5 0 SET MENU SLEEP ON SCREEN EFFECT INPUT MODE BALANCE l 3 4 5 0 2 3 4 PROGRAM TREBLE l 2 3 2, 3, 4 TEST 1 2 60 /EXT. DECODER –dB PHONES PARAMETER 8 40 VCR 1 TV/DBS VCR 2 DVD/VCR 3 VIDEO AUX MUTE VCR STANDBY 3, 4 2 Als u de afstandbediening gaat gebruiken, de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de afstandbediening in de SET MENU stand zetten. Opmerking: Let er op de afstandbediening te gebruiken met de kap geopend. 3 Afstandbediening Voorpaneel SET MENU NEXT of PARAMETER Eenmaal indrukken. SET MENU 1 Schakel de stroomtoevoer van deze apparatuur in. (Als u de informatie op de monitor zichtbaar wilt maken, de monitor inschakelen.) Afstandbediening Voorpaneel TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO SYSTEM POWER ON STANDBY/ON of 2 4 Druk “+” of “–” eenmaal of vaker in zodat de pijlvormige cursor de positie aanwijst die u wilt kiezen. Afstandbediening Voorpaneel Kies de titel “1. SPEAKER SET” door de hieronder afgebeelde toets eenmaal of meerdere malen in te drukken (zodat de titel op de display verschijnt). SET MENU NEXT of Afstandbediening Voorpaneel SET MENU NEXT of TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO Cursor TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX 28 LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO 5 Kies op dezelfde manier een juiste positie op “1B. REAR SP”, “1C. MAIN SP”, “1D. LFE/BASS OUT”, “1E. FRONT MIX” en/of “1F. MAIN LEVEL”. Kies eerst de titel van de functie door het volgen van stap 2 en kies vervolgens een juiste positie door het volgen van stap 4. AFSTELLING VAN DE LUIDSPREKERBALANS Via deze procedure is het mogelijk de balans van het klank-uitgangsniveau tussen de hoofd, midden, achterste en voorste effectluidsprekers af te stellen via gebruik van de ingebouwde test-toongenerator. Wanneer deze afstelling wordt uitgevoerd zal het uitgangsniveau van het geluid dat bij de luisterpositie gehoord wordt van elke luidspreker hetzelfde zijn. Dit is van belang voor het verkrijgen van het optimale rendement van de digitale geluidsveldprocessor de Dolby Digital (AC-3) decoder, de Dolby Pro Logic Surround decoder en de DTS decoder. De afstelling van het uitgangsniveau van elk van de luidsprekers dient uitgevoerd te worden vanaf uw luisterpositie met behulp van de afstandbediening. Anders zal het resultaat niet bevredigend zijn. Opmerking: Let er op de afstandbediening te gebruiken met de kap geopend. 1 2 PRESET A/B/C/D/E V-AUX NATURAL SOUND AV AMPLIFIER 5 6 2 CINEMA DSP 7ch DSP A1 VOLUME INPUT SELECTOR l6 20 l2 28 STANDBY/ON LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO TAPE 2 MON TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX SLEEP DIGITAL PRO LOGIC DSP DIGITAL SOURCE AC 3 DTS PCM 8 4 40 TAPE 2 MON 2 60 /EXT. DECODER 0 –dB SET MENU PHONES BASS EXTENSION NEXT BASS l 0 2 3 4 5 l 2 3 4 5 0 VIDEO AUX SOURCE MD/TAPE 1 LD CD 2 2 3 VCR 1 TV/DBS VCR 2 3 DVD/VCR 3 4 L5 5 REC OUT l 4 4 5 EFFECT INPUT MODE BALANCE l 2 3 4 0 l 2 3 PROGRAM TREBLE l VIDEO AUX 5R HALL 1 HALL 2 CHURCH /EXT. DECODER 1 2 3 TAPE 2 MON ROCK ENTERCONCERT TAINMENT JAZZ CLUB 4 5 6 PHONO TV CONCERT CONCERT VIDEO 1 VIDEO 2 THEATER 7 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 LEVEL 9 / DTS SURROUND 11 EFFECT ON/OFF 12 PARAMETER TEST SET MENU SLEEP ON SCREEN SYSTEM POWER ON MASTER VOLUME TV 4 3 MUTE VCR STANDBY 1 4 Voorpaneel Voorpaneel BASS EXTENSION VOLUME l6 20 l2 ON 28 OFF 8 4 40 Op “UIT ( )” zetten. 2 60 0 5 –dB Zet in stand “∞”. Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de afstandbediening in de PARAMETER stand. Afstandbediening 2 Schakel het apparaat in. PARAMETER Afstandbediening Voorpaneel SYSTEM POWER ON STANDBY/ON SET MENU of 3 Voorpaneel BASS l 0 TREBLE l l 2 2 3 3 4 4 5 5 0 2 l 2 3 4 4 5 Afstandbediening BALANCE l 3 5 Druk voor het invoeren van de testmodus de TEST toets op de afstandbediening zodanig in dat “TEST DOLBY SUR.” op de display verschijnt. 0 TEST Nederlands 6 l 2 2 3 3 4 4 L5 5R Zet in stand “0”. WORDT VERVOLGD 29 TV CONCERT CONCERT VIDEO 1 VIDEO 2 THEATER NATURAL SOUND AV AMPLIFIER CINEMA DSP 7ch DSP A1 7 LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO TAPE 2 MON TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX SLEEP DIGITAL STANDBY/ON PRO LOGIC DSP DIGITAL SOURCE AC 3 DTS PCM 10 l6 20 l2 28 8 60 2 LEVEL EFFECT 9 / DTS SURROUND ON/OFF 12 11 PARAMETER 9 4 40 TAPE 2 MON 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 VOLUME INPUT SELECTOR TEST /EXT. DECODER 0 SET MENU –dB SLEEP ON SCREEN SET MENU PHONES BASS EXTENSION NEXT BASS l 0 TREBLE l 2 l 2 3 3 4 4 5 5 PROGRAM 0 BALANCE l 2 l 2 3 3 4 4 5 5 EFFECT INPUT MODE 0 REC OUT 2 4 L5 MASTER VOLUME SYSTEM POWER ON VCR 1 TV/DBS TV VCR 2 3 4 VIDEO AUX SOURCE MD/TAPE 1 LD CD l 2 3 DVD/VCR 3 5R VIDEO AUX MUTE 8 7 7 VCR STANDBY 8 Draai het volume omhoog. Afstandbediening Stel de BALANCE regelaar zodanig af dat het uitgangsniveau van de effectklank van de linker hoofdluidspreker en de rechter hoofdluidspreker hetzelfde zijn. Voorpaneel BALANCE MUTE l 0 l 2 2 3 3 4 4 L5 U hoort dan een test-toon (pink noise) vanuit de linker hoofdluidspreker, vervolgens uit de middenluidspreker, uit de rechter hoofdluidspreker de rechter achterluidspreker en vervolgens uit de linker achterluidspreker gedurende elk ongeveer 2,5 seconden. De display verandert dan zoals hieronder aangegeven. Hoofd (L) Midden Hoofd (R) Achter (R) 9 5R Stel de geluidsuitgangsniveaus van de middenluidspreker en de achterste luidsprekers zodanig af dat deze bijna hetzelfde worden als die van de hoofdluidsprekers. Manier van afstellen: Door het indrukken van de + of – toets wordt het niveau naar de luidspreker (behalve de hoofdluidsprekers) afgesteld die op dat moment de test-toon produceert. * Door het indrukken van de + toets wordt het niveau verhoogd en door het indrukken van de – toets wordt het niveau verlaagd. * Tijdens het afstellen wordt de test-toon op de gekozen luidspreker vastgelegd. Afstandbediening Achter (L) * De status van het test-toon uitgangssignaal wordt ook aangegeven op het monitorscherm door een afbeelding van een audio-luisterkamer. Dit is handig voor het afstellen van elk van de luidsprekerniveaus. TEST DOLBY SUR. EFFECT LEVEL CENTER + 2dB Indien gewenst, is het mogelijk een luidspreker voor het produceren van de test-toon te kiezen door het eenmaal of meerdere malen indrukken van de of toets, zodat “CENTER”, “RIGHT SURROUND” of “LEFT SURROUND” op de display verschijnt. * Door de of toets ingedrukt te houden wordt de test-toon op de gekozen luidspreker vastgelegd. * “CENTER” geeft aan dat de middenluidspreker is gekozen, “RIGHT SURROUND” geeft de rechter luidspreker aan en “LEFT SURROUND” geeft de linker luidspreker aan. * Het uitgangsniveau van de gekozen luidspreker kan worden afgesteld met behulp van de + of – toets. Afstandbediening * 30 Als de functie “1A. CENTER SP” in de SET MENU modus in de NONE stand is gezet, zult u de test-toon van het middenkanaal uit de linker en rechter hoofdluidsprekers horen komen. 1 2 3 TAPE 2 MON ROCK ENTERCONCERT TAINMENT JAZZ CLUB 4 5 6 PHONO TV CONCERT CONCERT VIDEO 1 VIDEO 2 THEATER 7 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 LEVEL 10, 12 11 9 / DTS SURROUND EFFECT ON/OFF 12 PARAMETER 11 TEST SET MENU SLEEP ON SCREEN SYSTEM POWER ON MASTER VOLUME TV MUTE VCR STANDBY 10 12 Druk voor het afstellen van het niveau van de voorste effect-luidspreker de TEST toets op de afstandbediening nogmaals in zodat “TEST DSP” op de display verschijnt. Druk na het voltooien van de afstelling de TEST toets nogmaals in om de test-toon uit te schakelen. Afstandbediening Afstandbediening TEST TEST Verdwijnt Een calibreringssignaal wordt dan beurtelings hoorbaar vanuit de hoofdluidsprekers en de voorste effectluidsprekers. Hoofdluidspreker Voor effect-luidspreker 11 Stel het niveau van de voorste effect-luidspreker af door het indrukken van de + of – toets zodat dit nagenoeg hetzelfde wordt als dat van de hoofdluidsprekers. * Tijdens het afstellen wordt de test-toon op de voorste effect-luidspreker vastgelegd. Afstandbediening Nederlands * Door het indrukken van de of toets wordt de test-toon op respektievelijk de linker voorste effect-luidspreker en rechter voorste effectluidspreker vastgelegd. Dit is voor u van dienst om te controleren of de elk van de luidsprekers op correcte wijze op dit apparaat is aangesloten. Opmerkingen Wanneer u eenmaal deze afstellingen voltooid heeft, kunt u het totale klankniveau van uw audiosysteem afstellen met behulp van de VOLUME regelaar (of met de MASTER VOLUME toetsen op alleen de afstandbediening). ● Indien u gebruik maakt van externe vermogenversterkers, kunt u de volumeregelaars daarvan gebruiken voor het verkrijgen van de juiste balans. ● Als in stap 9 de functie “1A. CENTER SP” in de SET MENU modus op de “NONE” positie is ingesteld, kan het uitgangsniveau van het geluid van de middenluidspreker niet worden afgesteld. Dit is omdat in deze functie het middengeluid automatisch via de linker en rechter hoofdluidsprekers wordt weergegeven. ● Indien het uitgangsniveau van het geluid van de middenen achterluidsprekers onvoldoende is, kunt u het uitgangsniveau van de hoofdluidsprekers verminderen door de functie “1F. MAIN LEVEL” in de SET MENU modus op de positie “–10 dB” in te stellen. ● 31 AFSTELLINGEN IN DE “SET MENU” MODUS Met behulp van de volgende twaalf soorten functies is het mogelijk optimaal gebruik te maken van uw systeem hetgeen u een grotere voldoening verschaft bij het luisteren naar audiobronnen en bekijken van videofilms. 3. DLBY DGTL SET 1. SPEAKER SET 1A. CENTER SP 1B. REAR SP 1C. MAIN SP 1D. LFE/BASS OUT 1E. FRONT MIX 1F. MAIN LEVEL 07. CINEMA EQ 08. PARAMETER INI 09. MEMORY GUARD 10. VCR3 VIDEO 11. INPUT MODE 12. DIMMER 3A. LFE LEVEL 3B. D-RANGE 4. DTS SET 4A. LFE LEVEL 5. CENTER DELAY 6. CENTER GEQ 2. LOW FREQ. TEST m METHODE VAN WIJZIGING VAN INSTELLING EN AFSTELLING PARAMETER/SET MENU TV CONCERT CONCERT VIDEO 1 VIDEO 2 THEATER NATURAL SOUND AV AMPLIFIER 7 CINEMA DSP 7ch DSP A1 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 VOLUME INPUT SELECTOR 20 LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO TAPE 2 MON TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX SLEEP DIGITAL STANDBY/ON PRO LOGIC DSP DIGITAL SOURCE AC 3 DTS PCM 10 l6 9 / DTS SURROUND EFFECT ON/OFF 12 l2 28 8 60 2 LEVEL PARAMETER 1, 2 4 40 TAPE 2 MON 11 TEST /EXT. DECODER SET MENU 0 –dB SLEEP ON SCREEN SET MENU PHONES BASS EXTENSION NEXT BASS l 0 l 2 3 4 4 5 PROGRAM TREBLE l 2 3 5 0 l 2 3 4 0 3 4 L5 5 SYSTEM POWER ON VIDEO AUX SOURCE MD/TAPE 1 LD CD 2 4 REC OUT l 2 3 4 5 EFFECT INPUT MODE BALANCE l 2 3 5R MASTER VOLUME TV VCR 1 TV/DBS VCR 2 DVD/VCR 3 VIDEO AUX MUTE VCR STANDBY 2 1 Bedieningsstappen dienen te worden uitgevoerd door te kijken naar de informatie die wordt aangegeven op het displaypaneel van deze apparatuur of op het monitorscherm. Als u de informatie op de monitor zichtbaar wilt maken, de monitor inschakelen. 2 SET MENU 1 Druk eenmaal of meerdere malen in totdat de titel van de functie waarop u een verandering wilt aanbrengen op de display verschijnt. Afstandbediening Voorpaneel SET MENU NEXT of 32 Afstandbediening Voorpaneel SET MENU Het gebruik van de afstandbediening wordt aanbevolen voor een gemakkelijkere bediening. Als u de afstandbediening gaat gebruiken, de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de afstandbediening in de SET MENU stand zetten. Opmerking: Let er op de afstandbediening te gebruiken met de kap geopend. PARAMETER Kies de gewenste stand of bewerk de parameters op de functie. NEXT of 3 Herhaal stap 1 en 2 voor het wijzigen van een instelling of het maken van een afstelling voor overige gewenste functies. Opmerking Voor elk van de functies wordt op de pagina’s 33 tot 38 een gedetailleerde afstellingsmethode met behulp van de toetsen van de afstandbediening aangegeven. Let bij het maken van afstellingen op het voorpaneel op de volgende punten. ● De +/– toetsen op de afstandbediening zijn identiek aan de SET MENU +/– toets op het voorpaneel. ● key on the remote control transmitter is identical with the NEXT button on the front panel. ● De toets op de afstandbediening is identiek aan de NEXT toets op het voorpaneel. Verder moet worden vermeld dat de toets op de afstandbediening kan worden gebruikt voor het veranderen van selecties in de volgorde omgekeerd aan die van de toets. m BESCHRIJVINGEN VAN DE FUNCTIES 1. SPEAKER SET (kiezen van de uitgangsfuncties die geschikt zijn voor uw luidsprekersysteem) Zie pagina 26–28 voor bijzonderheden. (Wanneer u eenmaal de juiste functies heeft gekozen, hoeft u geen wijzigingen meer aan te brengen aan de instellingen tot het moment dat u een verandering in uw luidsprekersysteem tot stand brengt.) 2. LOW FREQ. TEST (afstellen van het niveau van de subwoofer met behulp van de test-toon) De interne lage frekwentie test-toon generator is van dienst voor het afstellen van het niveau van de subwoofer om er voor te zorgen dat het geluid van de subwoofer overeenkomt met het geluid van de overige luidsprekers in uw audiosysteem. Bedieningsprocedure 1. Druk na het kiezen van deze functie (titel) in stap 1 op pagina 32 de + of – toets in om de modus voor afstelling op de display zichtbaar te maken. 2. Druk de toets zodanig in dat de pijl “TEST TONE . . . . OFF” aanwijst. Druk vervolgens de + of – toets in om over te schakelen naar de “ON” stand. De test-toon wordt dan door de gekozen luidspreker(s) voortgebracht. 3. Druk de toets zodanig in dat de pijl “OUTPUT . . . . ” aanwijst. Druk vervolgens de + of – toets in voor het kiezen van de luidspreker waarvan u het geluid wilt vergelijken met het geluid van de subwoofer. De test-toon wordt dan door de gekozen luidspreker voortgebracht. * Stel de MASTER VOLUME toetsen zodanig af dat de test-toon op het door u gewenste luisterniveau hoorbaar wordt. * Indien “SUBWOOFER” wordt gekozen, zal er een testtoon onder 90 Hz door de subwoofer worden voortgebracht. * De test-toon zal niet noodzakelijkerwijs alleen door de gekozen luidspreker(s) worden voortgebracht. De uitvoermodus van de test-toon is afhankelijk van de instellingen op “1. SPEAKER SET” in de SET MENU modus. * Ook als er een bron wordt weergegeven wordt in plaats van de brongeluiden de test-toon voortgebracht. 4. Druk de toets zodanig in dat de pijl “FREQ. . . . . . . . 88 Hz” aanwijst. Verander om te controleren of het geluid van de subwoofer overeenkomt met het geluid van de overige luidsprekers de frekwentie van de test-toon één voor één door het indrukken van de + of – toets. (De frekwentie kan veranderd worden van 35 Hz tot 250 Hz en tenslotte wordt het volledige bereik (35 – 250 Hz) van de frekwenties voortgebracht.) Stel het subwooferniveau met behulp van de regelaar op de subwoofer zodanig af dat het geluid van de subwoofer overeenkomt met het geluid van de overige luidsprekers in elk bereik van de lage frekwenties. Opmerking Deze lage frekwentie test-toon kan ook worden gebruikt om de lage tonen respons in uw kamer te controleren. Voor de beste weergave van de lage tonen, dient het geluid van de lage tonen beslist op elke plaats in uw kamer hoorbaar te zijn. Is dit niet het geval, verander dan de opstelling van de subwoofer of het meubilair in uw kamer. 3. DLBY DGTL (DOLBY DIGITAL) SET 3A. LFE LEVEL (afstellen van het uitgangsniveau op het LFE (lage frekwentie effect) kanaal) ● Regelbereik: –20 dB tot 0 dB Vooringestelde waarde: 0 dB ● Deze afstelling is enkel effectief wanneer het Dolby Digital (AC-3) gedecodeerd wordt en de signalen van de gekozen bron die gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3) LFE signalen bevatten. Nederlands Afstellingsmethode Druk na het kiezen van de titel “3. DLBY DGTL SET” in stap 1 op pagina 32 de + of – toets in om de titel “3A. LFE LEVEL” te laten verschijnen. Druk voor het kiezen van de titel “3B. D-RANGE” de toets in. (Druk voor het opnieuw kiezen van de titel “3A. LFE LEVEL”, de toets in.) Maak vervolgens een wijziging van de instelling of een afstelling met behulp van de + of – toets. Stelt het uitgangsniveau af op het LFE (lage frekwentie effect) kanaal. Indien de LFE signalen gemengd worden met de signalen op overige kanalen om deze via dezelfde luidsprekers uit te voeren, wordt alleen de verhouding van het niveau van de LFE signalen ten opzichte van het niveau van de overige signalen afgesteld. (Zie pagina 5 voor bijzonderheden betreffende het LFE kanaal.) 33 3B. D-RANGE (afstellen van het dynamische bereik) ● Keuzes: MAX/STD/MIN Vooringestelde positie: MAX ● Deze afstelling is enkel effectief wanneer het Dolby Digital (AC-3) gedecodeerd wordt. MAX: In deze positie wordt een bron die gecodeerd is met Dolby Digital (AC-3) gereproduceerd in het “samengedrukte” dynamische bereik van de bron welke geschikt is voor het beluisteren op een laag niveau. Indien gewenst, kunt u het dynamisch bereik met de hand afstellen alleen wanneer de STD positie is gekozen. “Dynamisch bereik” is het verschil tussen het maximum niveau en het minimum niveau van geluiden. Geluiden op een film welke oorspronkelijk bestemd is voor bioscooptheaters kenmerken zich door een zeer breed dynamisch bereik. Met behulp van de Dolby Digital (AC-3) technologie kan het oorspronkelijke geluidsspoor in een huiskamer-audioformaat worden omgezet waarbij dit brede dynamische bereik onveranderd blijft. In deze positie wordt een bron die gecodeerd is met Dolby Digital (AC-3) in het brede dynamische bereik van het oorspronkelijke geluidsspoor gereproduceerd, waardoor bereikt wordt dat u kunt genieten van krachtige geluiden die vergelijkbaar zijn met die in een bioscooptheater. Het kiezen van deze positie zal nog meer tot zijn recht komen, indien u kunt luisteren naar een bron op een hoog uitgangsniveau in een kamer die speciaal voor het genieten van audio/video geluiddicht gemaakt is. STD (Standard): Krachtige geluiden met een buitengewoon breed dynamisch bereik zijn niet altijd geschikt voor huiskamergebruik. Afhankelijk van de omstandigheden van uw luisteromgeving, bestaat de kans dat het niet mogelijk is het uitgangsniveau van het geluid zo hoog in te stellen als in een bioscooptheater het geval is. Echter, op een niveau dat geschikt is voor het luisteren in uw kamer, kunnen de delen van een bron met laag niveau niet goed gehoord worden aangezien deze verloren raken in de achtergrondgeluiden van uw omgeving. Met behulp van Dolby Digital (AC-3) technologie is het eveneens mogelijk het dynamische bereik van een oorspronkelijk geluidsspoor terug te brengen op huiskamer-audioformaat door de data van de klanken “samen te drukken”. m H-LEVEL CUT (schaal voor hoogniveauafsnijding) Regelbereik: 0,0 tot 1,0 Vooringestelde waarde: 1,0 Stelt het dynamische bereik van de hoogniveau signalen van de bron af. Naarmate de waarde groter is, zal het bereik verder versmald worden. Naarmate de waarde kleiner is, zal het bereik verder verbreed worden. m L-LEVEL BST (schaal voor laagniveauversterking) Regelbereik: 0,0 tot 1,0 Vooringestelde waarde: 1,0 Stelt het dynamische bereik van de laagniveau signalen van de bron af. Naarmate de waarde groter is, zal het bereik verder verbreed worden. Naarmate de waarde kleiner is, zal het bereik verder versmald worden. Afstellingsmethode Kies de titel H-LEVEL CUT of L-LEVEL BST door het indrukken van de of toets en stel de waarde ervan af door het indrukken van de + of – toets. MIN: In deze positie wordt het dynamische bereik verder versmald dan in de STD positie. Het kiezen van deze positie zal van dienst zijn wanneer u moet luisteren naar een bron op een buitengewoon laag uitgangsniveau. * In deze positie kan het voorkomen dat afhankelijk van de bron het voortgebrachte geluid zwak is of niet normaal wordt weergegeven. Kies in dat geval de MAX of STD positie. 4. DTS SET Afstellingsmethode Druk na het kiezen van de titel “4. DTS SET” in stap 1 op pagina 32 de + of – toets in om de titel “4A. LFE LEVEL” te laten verschijnen. Stel vervolgens het niveau er van af met behulp van de + of – toets. 4A. LFE LEVEL (afstellen van het uitgangsniveau op het LFE (lage frekwentie effect) kanaal) ● Regelbereik: –10 dB tot 10 dB Vooringestelde waarde: 0 dB ● Deze afstelling is enkel effectief wanneer de DTS gedecodeerd wordt en de signalen van de gekozen bron die gecodeerd is met het DTS LFE signalen bevatten. 34 Stelt het uitgangsniveau af op het LFE (lage frekwentie effect) kanaal. Indien de LFE signalen gemengd worden met de signalen op overige kanalen om deze via dezelfde luidsprekers uit te voeren, wordt alleen de verhouding van het niveau van de LFE signalen ten opzichte van het niveau van de overige signalen afgesteld. (Zie pagina 6 voor bijzonderheden betreffende het LFE kanaal.) 5. CENTER DELAY (afstellen van de vertraging van de middengeluiden (dialoog, enz.)) ● Regelbereik: 0 ms tot 5 ms (in stappen van 1 ms) Vooringestelde waarde: 0 ms ● Deze afstelling is enkel effectief wanneer het Dolby Digital (AC-3) of het DTS gedecodeerd wordt en de signalen van de gekozen bron die gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3) of het DTS middenkanaalsignalen bevatten. Stelt de vertraging af tussen de hoofdgeluiden (op de hoofdkanalen) en de dialoog, enz. (op het middenkanaal). Naarmate de waarde groter is, wordt de dialoog, enz. later ten gehore gebracht. Het is mogelijk dat in uw audiosysteem de afstand van de middenluidspreker naar uw luisterpositie korter is dan de afstand van de linker of rechter hoofdluidspreker naar uw luisterpositie. In dat geval kunnen de geluiden van de linker hoofdluidspreker, de middenluidspreker en de rechter hoofdluidspreker uw luisterpositie op hetzelfde moment bereiken door het geluid van de middenluidspreker te vertragen. 6. CENTER GEQ (Afstelling van de grafische equalizer van het middenkanaal) De ingebouwde vijf-band grafische equalizer wordt gebruikt voor afregeling van de totale uitgangsfrekwentierespons van het middenkanaal over een bereik van ± 6 dB. De vijf banden omvatten het complete hoorbare klankspectrum en zijn gecentreerd op 100 Hz, 300 Hz, 1 kHz, 3 kHz en 10 kHz frekwenties. Afstelling dient voor elk van de frekwenties afzonderlijk te worden uitgevoerd. Afstellingsmethode Druk na het kiezen van de functie (titel) in stap 1 op pagina 32 de + of – toets in om de toestand van de equalizer zichtbaar te maken. Kies vervolgens een frekwentie met behulp van de of toets en stel het niveau ervan af met behulp van de + of – toets. * Afstelling kan worden gemaakt door het controleren van de geluiden met behulp van de test-toon. Druk voor het gebruik van de test-toon de TEST toets zodanig in dat “TEST DOLBY SUR.” op de display verschijnt alvorens een afstelling te maken. De test-toon wordt voortgebracht door de middenluidspreker(s). 7. CINEMA EQ (afstellen van de klankbalans van de luidsprekers) Het is moeilijk de klank-kwaliteit van de hoofdluidsprekers, middenluidspreker, de voorste en achterste effect-luidsprekers in balans te brengen, aangezien deze verschillend kunnen zijn in type en formaat en hun plaats van opstelling en hoogten ook verschillend zijn. Met behulp van de ingebouwde CINEMA equalizer is het mogelijk de klank-kwaliteit van de luidsprekers gemakkelijk in balans te brengen door de klank-kwaliteit van de hoofd/midden, voorste effect- en achterste effectkanalen afzonderlijk af te stellen. Dit is ook van dienst om te compenseren voor het verlies aan klankrespons van de hoofd- en middenluidsprekers wanneer deze luidsprekers achter een projectiescherm geplaatst worden (indien u in plaats van een TV een projector gebruikt). De CINEMA equalizer bestaat uit de high-shelving equalizer (HIGH) en de parametrische equalizer (PEQ). De hoge frekwentie-karakteristieken worden door de high-shelving equalizer soepel veranderd terwijl de parametrische equalizer er voor zorgt dat alle gekozen frekwenties soepel versterkt of afgesneden worden. 2. Kies de kanalen waarop u afstellingen wilt maken door het indrukken van de of toets zodat de pijl de bijbehorende titel aanwijst. L, C, R ............................................. Linker hoofd-, middenen rechter hoofdkanaal FRNT EFCT .................................... Voorste effect kanalen REAR EFCT ........................................... Achterste kanalen 3. Druk de + of – toets in om de equalizer voor de gekozen kanalen op “ON” te schakelen. 5. Maak de afstellingen voor de gekozen kanalen. Kies de optie met de of toets en verander de waarde met de + of – toets. HIGH: FRQ..................... Kiest een kantelfrekwentie van de high-shelving equalizer. GAIN ............................. Stelt het maximum equalizingniveau af. PEQ: FRQ ...................... Kiest een frekwentie die u gaat versterken of afsnijden. GAIN .............................. Stelt het equalizing-niveau op de gekozen frekwentie af. * Afstelling kan worden uitgevoerd door het controleren van de geluiden met behulp van de test-toon. Druk voor het gebruiken van de test-toon de TEST toets zodanig in dat “TEST DOLBY SUR.” of “TEST DSP” op de display verschijnt. De test-toon wordt vastgelegd op de kanalen waarop u een afstelling gaat maken en wordt door de bijbehorende luidsprekers voortgebracht. Nederlands Afstellingsmethode 1. Druk na het kiezen van deze functie (titel) in stap 1 op pagina 32 de + of – toets in. 4. Druk de toets bij herhaling in totdat de titel van de afstellingsmodus (7A. L,C,R EQ/7B. FRNT EFCT EQ/7C. REAR EFCT EQ) voor de kanalen waarop u de afstellingen wilt maken op de display verschijnt. * De afstellingsmodus zal niet worden aangegeven voor de kanalen die in stap 2 op “OFF” waren ingesteld. Het wordt aanbevolen deze afstellingen uit te voeren samen met de afstelling van de klank-kwaliteit van de middenluidspreker op de functie “6. CENTER GEQ”. Opmerking Wanneer het GAIN niveau te hoog wordt ingesteld, kan dit een overbelasting veroorzaken. Het wordt aanbevolen het GAIN niveau zodanig af te stellen dat dit lager wordt dan de vooringestelde waarde. 35 m Vooringestelde waarde van de CINEMA equalizer +3 GAIN (dB) L, C, R EQ HIGH: FRQ ..................... 12,7 kHz GAIN .................................... –3 dB PEQ: FRQ ....................... 12,7 kHz GAIN .................................... –4 dB +6 0 PEQ HIGH HIGH + PEQ (OVERALL) –3 –6 –9 20 50 100 200 500 1k 2k 5k 10k 20k Frekwentie (Hz) +6 +3 GAIN (dB) FRONT, REAR EFCT EQ HIGH: FRQ ..................... 12,7 kHz GAIN ...................................... 0 dB PEQ: FRQ ......................... 8,0 kHz GAIN .................................... –3 dB 0 HIGH –3 PEQ –6 –9 20 50 100 200 500 1k 2k 5k 10k 20k Frekwentie (Hz) m Frekwentiekarakteristieken De volgende curves geven de frekwentiekarakteristieken aan wanneer de high-shelving equalizer (HIGH) wordt afgesteld op de aangegeven waarden. +6 HIGH: FRQ ....................... 1,0 kHz GAIN .................... +6 dB tot –9 dB GAIN (dB) +3 0 –3 –6 –9 20 50 100 200 500 1k 2k 5k 10k 20k 5k 10k 20k Frekwentie (Hz) +6 HIGH: FRQ ... 1,0 kHz tot 12,7 kHz GAIN ......................... +6 dB/–9 dB GAIN (dB) +3 0 –3 –6 –9 20 FREKW. PUNTEN 1,0k 1,2k 1,6k 2,0k 2,5k 3,2k 4,0k 5,0k 5,7k 6,3k 7,1k 8,0k 9,0k 10,1k 11,3k 12,7kHz 50 100 200 500 1k 2k Frekwentie (Hz) 36 De volgende curves geven de frekwentiekarakteristieken aan wanneer de parametrische equalizer (PEQ) wordt afgesteld op de aangegeven waarden. PEQ: FRQ ........................... 1,0 kHz GAIN ....................... +6 dB tot –9 dB +6 GAIN (dB) +3 0 –3 –6 –9 20 50 100 200 500 1k 2k 5k 10k 20k 5k 10k 20k Frekwentie (Hz) PEQ: FRQ ....... 1,0 kHz tot 12,7 kHz GAIN ............................ +6 dB/–9 dB +6 GAIN (dB) +3 0 –3 –6 FREKW. PUNTEN 1,0k 1,2k 1,6k 2,0k 2,5k 3,2k 4,0k 5,0k 5,7k 6,3k 7,1k 8,0k 9,0k 10,1k 11,3k 12,7kHz –9 20 50 100 200 500 1k 2k Frekwentie (Hz) 8. PARAMETER INI (Initialiseren van parameters op een DSP programma) U kunt alle parameter-instellingen op een DSP programma initialiseren. Een DSP programma heeft echter twee of drie sub-programma’s; alle parameters op beide sub-programma’s worden door deze bewerking geïnitialiseerd. * * Nederlands Initialiseringsmethode Druk na het kiezen van deze functie (titel) in stap 1 op pagina 32 de + of – toets in om de DSP programmanummers (1 – 12) op de display te laten verschijnen. Een programmanummer waarvan de parameters veranderd werden wordt gemarkeerd door “ ” . Druk een DSP programmakeuzetoets in die overeenkomt met het programmanummer waarvan u de parameters wenst te initialiseren. Wanneer de parameters zijn geïnitialiseerd zal de “ ” markering verdwijnen. 9. MEMORY GUARD (Vergrendelen van DSP parameters en overige afstellingen) Indien u abusievelijke wijziging van DSP parameters of overige afstellingen op deze apparatuur wenst te voorkomen, “ON” kiezen. In deze posities zijn de instellingen vergrendeld en kunnen deze niet gewijzigd worden. De volgende functies op deze apparatuur kunnen door deze bedieningswijze vergrendeld worden. • • • • • DSP parameters Overige functies in de “SET MENU” modus ON SCREEN displaytoets LEVEL toets TEST toets 37 10. VCR 3 VIDEO (overschakelen van de DVD/VCR 3 VIDEO OUT aansluiting naar een tweede monitor-aansluiting) Indien u een tweede TV monitor (of een projector) op deze apparatuur wenst aan te sluiten, de “MONTR” positie kiezen. De DVD/VCR 3 VIDEO OUT aansluiting (en ook de S VIDEO aansluiting) wordt overgeschakeld naar een tweede monitoraansluiting, zodat u deze aansluiting kunt verbinden met de video-aansluiting van een andere TV monitor. Opmerkingen • Zelfs in de “MONTR” positie kan de DVD/VCR 3 VIDEO IN ingang gebruikt worden als een normale video-aansluiting en kunnen de DVD/VCR 3 AUDIO SIGNAL IN/OUT aansluitingen als normale audio signaalingangen en -uitgangen gebruikt worden. • Indien de DVD/VCR 3 aansluitingen enkel gebruikt worden voor aansluiting van een derde videocassetterecorder, er op letten de “REC OUT” positie te kiezen. Als het beeld op de monitor gestoord wordt tijdens het gebruik van de derde videocassetterecorder, bestaat de kans dat de “MONTR” positie is gekozen. Kies in dat geval de “REC OUT” positie. 11. INPUT MODE (kiezen van de begin-ingangsmodus van de bronnen die aangesloten zijn op de TV/DBS en DVD/VCR 3 aansluitingen) Voor enkel de bronnen die aangesloten zijn op de TV/DBS en DVD/VCR 3 aansluitingen van deze apparatuur, kunt u de ingangsmodus bepalen die automatisch wordt gekozen wanneer de stroomtoevoer naar deze apparatuur wordt ingeschakeld. Bedieningsmethode Druk na het kiezen van deze functie (titel) in stap 1 op pagina 32 de + of – toets in. Kies vervolgens de ingangsbron TV/DBS of DVD/VCR 3 door de of toets zodanig in te drukken dat de pijl de naam aanwijst en kies vervolgens de AUTO of LAST modus door het indrukken van de + of – toets. AUTO: In deze positie wordt de AUTO ingangsmodus altijd gekozen wanneer de stroomtoevoer naar deze apparatuur wordt ingeschakeld. LAST: In deze positie wordt de ingangsmodus die u het laatst heeft gekozen in het geheugen opgeslagen en zal niet worden veranderd als de stroomtoevoer naar deze apparatuur wordt ingeschakeld. * Zie pagina 41 voor bijzonderheden betreffende het overschakelen van de ingangsmodus. 12. DIMMER (veranderen van de helderheid van het displaypaneel) U kunt de helderheid van het displaypaneel in vijf stappen afstellen. 38 BASIS-BEDIENING WEERGEVEN VAN EEN BRON REC/PAUSE A/B MD/TAPE 1 A CD TUNER 3 2 1, 6 A DIR VCR 1 B STOP B DISC LD 3, 4 TV/DBS NATURAL SOUND AV AMPLIFIER CINEMA DSP 7ch DSP A1 VCR 2 C VOLUME INPUT SELECTOR DVD/VCR 3 l6 20 l2 28 PRO LOGIC DSP DIGITAL SOURCE AC 3 DTS PCM PRESET 8 4 40 TAPE 2 MON 2 60 /EXT. DECODER 7 0 –dB SET MENU PHONES BASS EXTENSION NEXT BASS l 0 l 2 l 2 3 l l 2 3 4 5 4 5 EFFECT INPUT MODE BALANCE 3 4 5 0 2 3 4 PROGRAM TREBLE REC OUT 4 4 5R HALL 2 CHURCH /EXT. DECODER 1 2 3 TAPE 2 MON ROCK ENTERCONCERT TAINMENT JAZZ CLUB 4 5 7 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 VIDEO AUX 10 VCR 1 TV/DBS 3 HALL 1 6 PHONO TV CONCERT CONCERT VIDEO 1 VIDEO 2 THEATER SOURCE MD/TAPE 1 LD CD l 2 L5 5 0 2 3 A/B/C/D/E V-AUX LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO TAPE 2 MON TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX SLEEP DIGITAL STANDBY/ON 11 EFFECT 9 / DTS SURROUND ON/OFF 12 VCR 2 DVD/VCR 3 LEVEL VIDEO AUX 7 2 4 PARAMETER TEST SET MENU 6 SLEEP ON SCREEN SYSTEM POWER ON MASTER VOLUME TV MUTE Opmerking: Let er op de afstandbediening te gebruiken met de kap geopend. 1 4 Voorpaneel VOLUME l6 20 l2 28 VCR STANDBY Voor een bron die twee of meer soorten signalen in deze apparatuur invoert, wordt de huidige ingangsmodus eveneens aangegeven. 8 Druk voor het veranderen van de ingangsmodus de INPUT MODE toets op het voorpaneel of de ingangskeuzetoets voor de huidige gekozen bron op de afstandbediening in. (Zie pagina 41 voor bijzonderheden betreffende het overschakelen van de ingangsmodus.) 4 40 2 60 0 –dB Zet in stand “∞”. Voorpaneel Afstandbediening INPUT MODE 2 LD Schakel het apparaat in. Voorpaneel of Afstandbediening SYSTEM POWER ON STANDBY/ON of TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX 3 Kies de gewenste ingangsbron. (Schakel voor videobronnen de TV/monitor in.) De gekozen ingangsbron wordt aangegeven op het displaypaneel en op het monitorscherm. Voorpaneel Afstandbediening Ingangsmodus 5 Schakel de weergave van de bron in. 6 Voorpaneel Afstandbediening VOLUME LD l6 of 20 MASTER VOLUME l2 8 4 40 LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO of MUTE 2 60 Nederlands 28 TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO 0 –dB Afstellen op het gewenste uitgangsniveau. Naam van de gekozen ingangssignaalbron Zie pagina 40 voor het kiezen van het tapedeck dat is aangesloten op de TAPE 2 aansluitingen of de bron welke is aangesloten op de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen. 7 Stel indien gewenst de BASS, TREBLE, BALANCE regelaars, enz., af (zie pagina 44) en gebruik de digitale geluidsveldprocessor. (Zie pagina’s 45–49.) 39 Wanneer u het gebruik van het apparaat wilt stoppen Druk de STANDBY/ON schakelaar op het voorpaneel nogmaals in of druk de STANDBY toets op de afstandbediening in om dit apparaat op de standby functie in te stellen. Voorpaneel Afstandbediening STANDBY/ON of STANDBY Kiezen van het tapedeck aangesloten op de TAPE 2 aansluitingen van dit apparaat of de bron aangesloten op de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen als de ingangsbron. Druk de TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets eenmaal of meerdere malen in zodat de bijbehorende indicatie op de display verschijnt. Voorpaneel Afstandbediening /EXT. DECODER TAPE 2 MON TAPE 2 MON of /EXT. DECODER TAPE 2 MON of “TAPE2 MONITOR ON”: Licht gedurende enkele seconden op vlak nadat u het tapedeck heeft gekozen dat aangesloten is op de TAPE 2 aansluitingen. “EXT. DECODER IN”: Licht op wanneer de bron aangesloten op de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen wordt gekozen. Opmerking De ingangsbron die op deze manier is gekozen heeft voorrang boven elke andere ingangsbron die reeds eerder is gekozen. Voor het kiezen van een andere ingangsbron dient de TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets te worden ingedrukt, zodat zowel de “TAPE 2 MON” indicator als ook “EXT. DECODER IN” beide niet op de display oplichten. 40 Opmerkingen betreffende de keuze van de ingangsbronnen ● Let er op dat bij het kiezen van een naam van een ingangsbron de bron wordt gekozen die aangesloten is op de bijbehorende ingangsaansluitingen op het achterpaneel. * Kies “VIDEO AUX” voor het selecteren van een bron aangesloten op de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel. ● De instelling van de TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets kan niet worden geannuleerd door het kiezen van een andere ingangsbron. Druk om deze instelling te annuleren de TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets nogmaals in zodat zowel de “TAPE 2 MON” indicator als ook “EXT. DECODER IN” beide niet op de display oplichten. ● Indien u een video-ingangsbron kiest zonder de instelling van de TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets te annuleren, zal het weergaveresultaat het videobeeld van de videobron zijn en het geluid dat van de bron zijn die gekozen is met behulp van de TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets. ● Indien met behulp van de ingangskeuzetoetsen op de afstandbediening een andere audiobron wordt gekozen terwijl u naar een videobron kijkt, wordt het geluid van de nieuw gekozen audiobron weergegeven, alhoewel het beeld van de videobron nog steeds zichtbaar blijft. ● Wanneer u een ingangsbron kiest, zal het DSP programma (of de status die bestond in het geval er geen DSP programma gebruikt werd) welke was ingesteld toen dezelfde ingangsbron de laatste keer werd gekozen, automatisch worden opgeroepen. ● Als een niet-gestandaardiseerde bron wordt weergegeven of wanneer het apparaat dat de bron weergeeft niet goed functioneert, zal de aanduiding “INPUT DATA ERROR” op de display verschijnen. Overschakelen van de ingangsmodus Met deze apparatuur is het mogelijk de ingangsmodus over te schakelen enkel voor bronnen die twee of meer soorten signalen naar deze apparatuur voeren. m Voor CD, MD/TAPE 1, TV/DBS en DVD/VCR 3 bronnen: De volgende twee ingangsmodi zijn beschikbaar. AUTO: Deze modus wordt automatisch gekozen wanneer u de stroomtoevoer naar deze apparatuur inschakelt. In deze modus wordt het ingangssignaal automatisch in de volgende rangorde gekozen. 1. Digitaal signaal dat gecodeerd is met de Dolby Digital (AC3) of het DTS of normaal digitaal ingangssignaal (PCM) 2. Analoog ingangssignaal (ANALOG) * Indien bij CD, TV/DBS en DVD/VCR 3 bronnen de digitale signalen worden ingevoerd via zowel de OPTICAL als de COAXIAL aansluitingen, wordt het digitale signaal van de OPTICAL aansluiting gekozen. DTS: In deze modus wordt enkel het digitale ingangssignaal dat gecodeerd is met het DTS gekozen, alhoewel overige signalen tegelijkertijd worden ingevoerd. ANALOG In deze modus wordt enkel het analoge ingangssignaal gekozen, ook al wordt het digitale signaal tegelijkertijd ingevoerd. Kies deze modus wanneer u het analoge ingangssignaal wilt kiezen in plaats van het digitale ingangssignaal. m Voor LD bronnen: De volgende vijf ingangsmodi zijn beschikbaar. AUTO: Deze modus wordt automatisch gekozen wanneer u de stroomtoevoer naar deze apparatuur inschakelt. In deze modus wordt het ingangssignaal automatisch in de volgende rangorde gekozen. 1. Dolby Digital (AC-3) RF signaal (DOLBY DIGITAL) 2. Digitaal signaal dat gecodeerd is met de Dolby Digital (AC3) of het DTS of normaal digitaal ingangssignaal (PCM) 3. Analoog ingangssignaal (ANALOG) AC-3 RF: DTS: In deze modus wordt enkel het digitale ingangssignaal dat gecodeerd is met het DTS gekozen, alhoewel overige signalen tegelijkertijd worden ingevoerd. DIGITAL: In deze modus wordt enkel het digitale ingangssignaal gekozen, ook al worden andere soorten signalen tegelijkertijd ingevoerd. ANALOG In deze modus wordt enkel het analoge ingangssignaal gekozen, ook al worden andere soorten signalen tegelijkertijd ingevoerd. TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO * Als echter deze bedieningsstappen worden uitgevoerd wanneer de test-toon door deze apparatuur wordt voortgebracht, zal het type van het gekozen ingangssignaal niet worden aangegeven. (Alleen de aanduiding “AUTO” zal verschijnen.) Opmerkingen betreffende het weergeven van een bron die gecodeerd is met het DTS: ● Wanneer u een LD of CD bron met het DTS gedecodeerd (waarbij de rode “dts” indicator verlicht op de display wordt aangegeven) weergeeft in de AUTO modus, is het mogelijk dat u een storingsgeluid hoort vlak nadat de weergave begint. Kies de DTS modus om dit storingsgeluid ongedaan te maken. Let er op deze bronnen niet in de ANALOG modus weer te geven. Als deze in de ANALOG modus worden weergegeven, zullen er enkel storingsgeluiden door de luidsprekers voortgebracht worden. ● Als u een CD of LD bron gecodeerd met het DTS in de AUTO modus weergeeft, zal dit apparaat automatisch in de DTS-decodeerfunctie geblokkeerd worden om te voorkomen dat bij het uitvoeren van daarop volgende bedieningsstappen storingsgeluiden veroorzaakt worden. In deze toestand gaat de rode “dts” indicator knipperen. Als u in deze toestand een CD of LD met normale (PCM) signalen weergeeft, zal er geen geluid voortgebracht worden. Druk om deze bronnen normaal te kunnen weergeven de INPUT MODE toets op het voorpaneel of de ingangskeuzetoets voor het huidige gekozen bron op de afstandbediening in zodat “PCM” op de display verschijnt. Nederlands In deze modus wordt enkel het Dolby Digital (AC-3) RF signaal gekozen. Opmerkingen betreffende de keuze van de ingangsmodus ● Bij de TV/DBS en DVD/VCR 3 bronnen wordt de ingangsmodus die gekozen wordt op de functie “11. INPUT MODE” in de SET MENU modus gekozen wanneer u de stroomtoevoer van dit apparaat inschakelt. ● Stel voor de weergave van een LD bron waarvan het Dolby Digital (AC-3) gedecodeerd wordt, de ingangsmodus in op “AUTO” of “AC-3 RF”. ● Kies de ANALOG modus wanneer u wilt genieten van een bron die normale 2-kanaal signalen heeftmet een Dolby Pro Logic Surround programma. ● In de AUTO modus kunnen er zich bij sommige LD spelers of DVD spelers gevallen voordoen waarbij wanneer u tijdens weergave een zoekfunctie gebruikt op een bron die gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3) of het DTS en vervolgens de weergave hervat, het uitgangsgeluid kortstondig wordt onderbroken omdat het digitale ingangssignaal opnieuw wordt gekozen. ● Voor de bronnen PHONO, TUNER, TAPE 2, VCR 1, VCR 2 en V-AUX kan de ingangsmodus niet worden veranderd aangezien deze enkel analoge signalen in deze apparatuur invoeren. ● Wanneer de ingangsbron veranderd wordt naar LD, CD, MD/TAPE 1, TV/DBS of DVD/VCR 3 of de ingangsmodus veranderd wordt, zal de huidige gekozen ingangsmodus op het displaypaneel en op het monitorscherm aangegeven worden. Bij verandering naar de AUTO modus, zal het type van het gekozen ingangssignaal eveneens worden aangegeven zoals in onderstaande afbeelding. 41 OPNEMEN VAN EEN BRON OP TAPE (OF MD) (OF KOPIEREN VAN EEN BAND NAAR EEN ANDERE) REC/PAUSE A/B MD/TAPE 1 A 5 CD 2 3 TUNER A DIR VCR 1 B STOP B DISC LD TV/DBS NATURAL SOUND AV AMPLIFIER CINEMA DSP 7ch DSP A1 VCR 2 VOLUME INPUT SELECTOR C l6 20 2 l2 DVD/VCR 3 LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO TAPE 2 MON TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX SLEEP DIGITAL STANDBY/ON PRO LOGIC DSP DIGITAL SOURCE AC 3 DTS PCM 28 8 60 2 PRESET A/B/C/D/E 4 40 TAPE 2 MON V-AUX HALL 1 /EXT. DECODER 1 0 –dB 4 SET MENU BASS EXTENSION NEXT BASS l 0 l 2 l 2 3 4 5 0 l 2 3 3 4 5 4 5 5 0 3 4 5R TAPE 2 MON 5 7 VIDEO AUX SOURCE MD/TAPE 1 LD CD 2 4 L5 REC OUT l 2 3 /EXT. DECODER 3 6 PHONO 5 TV CONCERT CONCERT VIDEO 1 VIDEO 2 THEATER EFFECT INPUT MODE BALANCE l 2 3 4 PROGRAM TREBLE CHURCH 2 ROCK ENTERCONCERT TAINMENT JAZZ CLUB PHONES HALL 2 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 VCR 1 TV/DBS VCR 2 10 DVD/VCR 3 11 9 / DTS SURROUND EFFECT ON/OFF 12 VIDEO AUX LEVEL PARAMETER TEST SET MENU SLEEP ON SCREEN 1 SYSTEM POWER ON MASTER VOLUME TV 3 MUTE VCR STANDBY Opmerking: Let er op de afstandbediening te gebruiken met de kap geopend. 1 Zet de REC OUT keuzeschakelaar in de SOURCE positie. 3 Geef de bron weer en draai vervolgens de VOLUME regelaar omhoog om de ingangssignaalbron te controleren. Voorpaneel REC OUT Voorpaneel SOURCE MD/TAPE 1 LD CD Afstandbediening VCR 1 TV/DBS VOLUME VCR 2 l6 DVD/VCR 3 20 MASTER VOLUME l2 VIDEO AUX 28 8 4 40 2 Kies de bron die u wenst op te nemen. MUTE 2 60 Voorpaneel of 0 –dB Afstandbediening of CD 4 5 42 Begin het opnemen op het tapedeck (of MD recorder, enz.) of de videorecorder die op dit apparaat is aangesloten. Indien het tweede tapedeck (of MD recorder, enz.) dat is aangesloten op de TAPE 2 REC aansluitingen van dit apparaat voor opname gebruikt wordt, kunt u meeluisteren naar de geluiden die worden opgenomen door het indrukken van de TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets zodat de “TAPE 2 MON” indicator op de display oplicht. Opnemen van een bron op tape (of MD) tijdens het beluisteren (of bekijken van een andere bron) Wanneer u de REC OUT keuzeschakelaar op CD instelt, kan het audiosignaal van uw CD speler door uw eerste tapedeck (of MD recorder) welke is aangesloten op de MD/TAPE 1 REC aansluitingen van dit apparaat worden opgenomen, ongeacht de instelling van de INPUT SELECTOR. Op dezelfde manier kunnen wanneer de REC OUT keuzeschakelaar op LD, TV/DBS, VCR 2, DVD/VCR 3 of VIDEO AUX wordt ingesteld zowel de audio- als videosignalen van de gekozen bron door uw eerste videorecorder welke is aangesloten op de VCR 1 OUT aansluitingen van dit apparaat worden opgenomen. REC/PAUSE 3, 5, 6 A/B MD/TAPE 1 3 A CD TUNER A DIR STOP NATURAL SOUND AV AMPLIFIER VCR 1 B B DISC CINEMA DSP 7ch DSP A1 LD VOLUME INPUT SELECTOR TV/DBS l6 20 l2 28 PRO LOGIC DSP DIGITAL SOURCE AC 3 DTS PCM 8 VCR 2 LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO TAPE 2 MON TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX SLEEP DIGITAL STANDBY/ON 4 40 TAPE 2 MON C 3, 5, 6 DVD/VCR 3 2 60 /EXT. DECODER 0 PRESET –dB A/B/C/D/E V-AUX SET MENU PHONES BASS EXTENSION NEXT BASS l 0 TREBLE l 2 l 2 3 3 4 4 5 5 PROGRAM 0 BALANCE l 2 l 2 3 3 4 4 5 5 EFFECT INPUT MODE 0 REC OUT 2 4 L5 HALL 2 CHURCH /EXT. DECODER 1 2 3 TAPE 2 MON ROCK ENTERCONCERT TAINMENT JAZZ CLUB VCR 1 TV/DBS 4 5 6 VCR 2 3 4 VIDEO AUX SOURCE MD/TAPE 1 LD CD l 2 3 HALL 1 PHONO TV CONCERT CONCERT VIDEO 1 VIDEO 2 THEATER DVD/VCR 3 5R VIDEO AUX 7 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 LEVEL 1 11 9 / DTS SURROUND EFFECT ON/OFF 12 PARAMETER TEST SET MENU SLEEP ON SCREEN SYSTEM POWER ON MASTER VOLUME TV 3 MUTE Opmerking: Let er op de afstandbediening te gebruiken met de kap geopend. VCR STANDBY 1 4 Kies de bron die u wilt opnemen. REC OUT SOURCE MD/TAPE 1 LD CD Begin het opnemen op het eerste tapedeck (of MD recorder, enz.) of de eerste videorecorder die op dit apparaat is aangesloten. VCR 1 TV/DBS 5 VCR 2 DVD/VCR 3 VIDEO AUX 2 3 Schakel de weergave van de bron in. Bepaal de bron door deze te kiezen met behulp van de INPUT SELECTOR en draai de VOLUME regelaar omhoog. of 6 CD l6 MASTER VOLUME l2 8 4 40 2 60 0 –dB of MUTE Indien u tijdens het opnemen naar een andere bron wilt luisteren, kunt u deze kiezen met behulp van de INPUT SELECTOR. Opmerkingen ● Tijdens het opnemen kunt u elke andere videorecorder of tapedeck welke niet door de REC OUT keuzeschakelaar is gekozen gebruiken voor het opnemen van een audio- en videobron welke door de INPUT SELECTOR wordt gekozen. ● De audio- en videosignalen van VCR 2 (of DVD/VCR 3) worden naar VCR 1 gezonden wanneer de REC OUT keuzeschakelaar op VCR 2 (of DVD/VCR 3) wordt ingesteld. ● Indien de REC OUT keuzeschakelaar op VCR 2 (of VCR 3) is ingesteld, kunt u niet van uw eerste videorecorder naar de tweede videorecorder (of de derde videorecorder) kopiëren, ook niet wanneer VCR 1 door de INPUT SELECTOR wordt gekozen. ● Druk voor het kopiëren van het audiosignaal van uw tweede tapedeck naar het eerste, de TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets in zodat de “TAPE 2 MON” indicator op de display oplicht (en stel de INPUT SELECTOR in op elke andere bron dan MD/TAPE 1 alvorens met het opnemen te beginnen). Nederlands VOLUME 28 MD/TAPE 1 of Afstandbediening Voorpaneel 20 Voor het meeluisteren naar het op te nemen geluid (en beeld) (of naar het geluid dat wordt opgenomen), het voor opname te gebruiken tapedeck (of VCR) kiezen met behulp van de INPUT SELECTOR. Voorpaneel Afstandbediening 43 Opmerkingen betreffende opnemen ● De instellingen van de DSP, VOLUME, BASS, TREBLE, BALANCE regelaars en de BASS EXTENSION schakelaar zijn niet van invloed op het opgenomen materiaal. ● De gecombineerde video en S video signalen worden onafhankelijk door de videocircuits van deze apparatuur gevoerd. Wanneer u derhalve videosignalen opneemt of kopieert en uw videobroneenheid alleen voor een S video (of alleen een gecombineerd videosignaal) is aangesloten, kunt u alleen een S video (of alleen een gecombineerd videosignaal) op uw videorecorder opnemen. ● En bron die enkel tussen optische digitale aansluitingen op deze apparatuur wordt aangesloten, kan niet door een ander tapedeck of andere videorecorder worden opgenomen dan het tapedeck (of MD recorder, enz.) dat aangesloten is op de OPTICAL MD/TAPE 1 REC aansluiting van deze apparatuur. ● ● ● Het Dolby Digital (AC-3) RF audio ingangssignaal kan niet worden opgenomen door een tapedeck of videorecorder. Voor het opnemen van een LD bron moet de LD speler aangesloten worden op de OPTICAL digitale audiosignaalaansluiting en/of analoge audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur. Een bron van signalen die ingevoerd wordt naar de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen van dit apparaat kan niet worden opgenomen. Controleer de wetten op het auteursrecht in uw land met betrekking tot het maken van opnamen van platen, compact discs, radio, enz. Het opnemen van materiaal waarop auteursrecht rust kan inbreuk plegen op de auteurswet. Indien u video-software bekijkt welke gebruik maakt van scramble of gecodeerde signalen ter voorkoming van kopiëren, kan het gebeuren dat de display-informatie die op het scherm wordt aangegeven en/of het beeld zelf als gevolg van deze signalen gestoord wordt. VOOR DE GELUIDSREGELING OP DIT APPARAAT Afstellen van de BALANCE regelaar Stel de balans van het uitgangsvolume tussen de linker en de rechter luidsprekers af voor het compenseren van de onbalans van het geluid dat veroorzaakt wordt door de afstelling van de luidsprekers of door de akoestische eigenschappen van de ruimte waarin u zich bevindt. Afstellen van de BASS en TREBLE regelaars BASS l 0 TREBLE l l 2 2 3 3 4 4 5 5 0 l 2 2 3 3 4 4 5 5 BALANCE l 0 l 2 2 3 3 4 4 L5 5R Opmerking Deze regelaar is enkel effectief voor het geluid van de hoofdluidsprekers. Gebruik van de BASS EXTENSION schakelaar U kunt de frekwentierespons van de lage tonen benadrukken door deze schakelaar in de stand “ON” te zetten. Deze schakelaar is enkel van invloed op het geluid van de hoofdluidsprekers. BASS EXTENSION ON 44 OFF BASS : Draai deze regelaar naar rechts om het frekwentiebereik van de lage tonen te laten toenemen (of naar links om het lage tonen bereik te laten afnemen). TREBLE : Draai deze regelaar naar rechts om het frekwentiebereik van de hoge tonen te laten toenemen (of naar links om het hoge tonen bereik te laten afnemen). Opmerking De regelaars zijn enkel effectief voor het geluid van de hoofdluidsprekers. GEBRUIK VAN DE DIGITALE GELUIDSVELDPROCESSOR (DSP) In deze apparatuur is een geavanceerde digitale geluidsveldprocessor met meerdere programma’s ingebouwd. Met behulp van de processor kunt u van zowel audio- als videobronnen de vorm van het audiogeluidsveld op elektronische wijze uitbreiden en wijzigen en daarmee uw luisterkamer in een theater veranderen. U kunt een uitstekend audiogeluidsveld produceren door het kiezen van een geschikt geluidsveldprogramma (dit zal natuurlijk afhankelijk zijn van hetgeen u beluistert) en daaraan de gewenste afstellingen toevoegen. Verder omvat deze apparatuur een Dolby Digital (AC-3) decoder en een Dolby Pro Logic Surround decoder voor meerkanaals geluidsreproductie van bronnen die met Dolby Surround gecodeerd zijn en een DTS decoder voor de voor meerkanaals geluidsreproductie van bronnen die met het DTS gecodeerd zijn. De functie van deze decoders kan geregeld worden door het kiezen van een bijbehorend DSP programma waarin de gecombineerde functies van de YAMAHA DSP en de Dolby Digital (AC-3), de Dolby Pro Logic Surround of het DTS zijn opgenomen. Deze apparatuur beschikt over 12 programma’s voor digitale geluidsveldprocessing; 6 die afgeleid zijn van werkelijk bestaande akoestische omgevingen uit de gehele wereld en 6 programma’s voor audio/videobronnen. Bovendien beschikt elk programma over twee of drie subprogramma’s. Alle programma’s bevatten diverse parameters die overeenkomstig de persoonlijke voorkeur van de luisteraar afgesteld kunnen worden. Zie pagina 50 tot 54 voor nadere bijzonderheden betreffende de digitale geluidsveldprogramma’s. AFSPELEN VAN EEN BRON MET GEBRUIK VAN EEN EFFECT VAN DE DIGITALE GELUIDSVELDPROCESSOR (DSP) STOP B DISC LD TV/DBS NATURAL SOUND AV AMPLIFIER CINEMA DSP 7ch DSP A1 VCR 2 VOLUME INPUT SELECTOR l6 20 LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO TAPE 2 MON TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX SLEEP DIGITAL STANDBY/ON PRO LOGIC DSP DIGITAL SOURCE AC 3 DTS PCM C l2 28 8 DVD/VCR 3 4 40 PRESET TAPE 2 MON A/B/C/D/E 2 60 V-AUX /EXT. DECODER 0 –dB HALL 1 1 SET MENU PHONES BASS EXTENSION NEXT BASS l 0 2 l 2 3 3 4 4 5 5 PROGRAM TREBLE l 0 2 l 2 3 3 4 4 5 5 EFFECT INPUT MODE BALANCE l 0 2 2 3 4 L5 JAZZ CLUB VIDEO AUX 4 SOURCE MD/TAPE 1 LD CD 3 4 REC OUT l 5R HALL 2 CHURCH /EXT. DECODER 2 3 TAPE 2 MON ROCK ENTERCONCERT TAINMENT 5 6 PHONO VCR 1 TV/DBS TV CONCERT CONCERT VIDEO 1 VIDEO 2 THEATER VCR 2 DVD/VCR 3 VIDEO AUX 7 2 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 LEVEL 11 9 / DTS SURROUND EFFECT ON/OFF 12 PARAMETER TEST 2 SET MENU SLEEP ON SCREEN Volg de stappen 1 – 7 aangegeven in “BASIS-BEDIENING” op de pagina 39. 2 Bij bediening vanaf het voorpaneel: Bij bediening vanaf de afstandbediening: Als er geen programmanaam verlicht op het displaypaneel wordt aangegeven, de EFFECT toets indrukken om de digitale geluidsveldprocessor in te schakelen zodat een naam van een DSP programma verlicht op het displaypaneel en op het monitorscherm wordt aangegeven. Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de afstandbediening in de PARAMETER stand zetten. Opmerking: Let er op de afstandbediening te gebruiken met de kap geopend. PARAMETER EFFECT TV V V DVD/V V- SET MENU Nederlands 1 WORDT VERVOLGD 45 LD TV/DBS NATURAL SOUND AV AMPLIFIER CINEMA DSP 7ch DSP A1 VCR 2 VOLUME INPUT SELECTOR l6 20 LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO TAPE 2 MON TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX SLEEP DIGITAL STANDBY/ON PRO LOGIC DSP DIGITAL SOURCE AC 3 DTS PCM C l2 28 8 DVD/VCR 3 4 40 PRESET TAPE 2 MON A/B/C/D/E 2 60 V-AUX /EXT. DECODER 0 –dB SET MENU PHONES BASS EXTENSION NEXT BASS l 0 l 2 3 3 4 4 5 5 PROGRAM TREBLE l 2 0 l 2 3 3 4 4 5 5 EFFECT INPUT MODE BALANCE l 2 0 3 3 4 L5 5R VCR 1 TV/DBS VCR 2 DVD/VCR 3 VIDEO AUX HALL 2 CHURCH /EXT. DECODER 1 2 3 TAPE 2 MON ROCK ENTERCONCERT TAINMENT JAZZ CLUB 3 VIDEO AUX SOURCE MD/TAPE 1 LD CD 2 4 REC OUT l 2 HALL 1 4 5 6 PHONO TV CONCERT CONCERT VIDEO 1 VIDEO 2 THEATER 7 8 9 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 LEVEL 3 / DTS SURROUND EFFECT ON/OFF 12 11 PARAMETER TEST SET MENU SLEEP ON SCREEN 3 3 Kies het gewenste programma dat geschikt is voor de bron. Bij bediening vanaf het voorpaneel: Bij bediening vanaf de afstandbediening: a) PROGRAM HALL 1 HALL 2 CHURCH 1 2 3 JAZZ CLUB 4 ROCK ENTERCONCERT TAINMENT 5 6 CONCERT CONCERT TV VIDEO 1 VIDEO 2 THEATER 7 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 Eenmaal of meerdere malen indrukken 10 11 9 / DTS SURROUND 12 b) Kies een gewenst subprogramma door dezelfde DSP programmakeuzetoets eenmaal of meerdere malen in te drukken of door het indrukken van de +/– toetsen. * De naam van het gekozen programma wordt verlicht op het displaypaneel en op het monitorscherm aangegeven. PRO LOGIC DSP Naam van subprogramma 4 ● ● 46 TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO Programmanaam Stel indien gewenst het uitgangsniveau van elk van de luidsprekers af. (Zie voor nadere bijzonderheden de bijbehorende beschrijvingen op pagina 48 en 49.) Indien gewenst kunt u uw eigen geluidsveld naar eigen voorkeur creëren. (Zie voor bijzonderheden pagina 56 tot 60.) Opmerkingen ● De programmakeuze kan worden uitgevoerd met betrekking tot afzonderlijke ingangsbronnen. Zodra u een programma kiest, wordt dit gekoppeld aan de ingangsbron die op dat moment is gekozen. Wanneer u dus de volgende keer dezelfde ingangsbron kiest, wordt hetzelfde programma automatisch opgeroepen. ● Indien u er de voorkeur aan geeft de DSP te annuleren, de EFFECT toets indrukken. Het geluid zal dan het normale 2-kanaal stereo geluid worden zonder het surround geluidseffect. ● Wanneer er een mono geluidsbron wordt afgespeeld met het programma DOLBY/DTS SURROUND, komt er geen geluid uit de hoofdluidsprekers en de achterluidsprekers. Er komt dan alleen geluid uit de middenluidspreker. Indien echter de functie “1A. CENTER SP” in de SET MENU modus op de “NONE” positie wordt ingesteld, wordt het geluid van het middenkanaal door de hoofdluidsprekers weergegeven. ● Wanneer de Dolby Pro Logic Surround decoder, de Dolby Digital (AC-3) decoder of DTS decoder van dit apparaat gebruikt wordt en het geluid van de hoofdbron aanzienlijk gewijzigd wordt door overmatige afstelling van de BASS of TREBLE regelaar, is het mogelijk dat door de relatie tussen het middenkanaal en de achterkanalen een onnatuurlijk effect geproduceerd wordt. ● Wanneer een bron van signalen die ingevoerd wordt naar de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen van dit apparaat wordt gekozen, kan de DSP niet worden gebruikt en zal de EFFECT toets eveneens niet functioneren. Kijken naar een videobron gecodeerd met de Dolby Pro Logic Surround, de Dolby Digital (AC-3) of het DTS Opmerking Als u de LD (of CD) die met het DTS gedecodeerd wordt weergegeven verwisseld voor een andere disc die niet met het DTS gedecodeerd is en de rode “dts” indicator brandt, zal er wanneer de nieuw gekozen disc wordt weergegeven geen geluid worden voortgebracht. In deze toestand zal de rode “dts” indicator knipperen om aan te geven dat dit apparaat in de DTS-decodeerfunctie geblokkeerd is. Verander om de disc normaal te kunnen weergeven de huidige DTS-decodeerfunctie in een andere functie door een ingangskeuzetoets op de afstandbediening in te drukken of de INPUT MODE toets op het voorpaneel zodanig in te drukken dat de rode “dts” indicator uit gaat. Wanneer u het programma 10, 11 of 12 kiest en het ingangssignaal van de bron 2-kanaal stereo is, wordt Dolby Pro Logic Surround gedecodeerd. Wanneer een bepaald programma is gekozen en het ingangssignaal van de bron gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3), zal het Dolby Digital (AC-3) automatisch gedecodeerd worden. Wanneer een bepaald programma is gekozen en het ingangssignaal van de bron gecodeerd is met het DTS, zal het DTS automatisch gedecodeerd worden. De volgende indicators op het displaypaneel geven aan welke soort geluidsprocessing er wordt uitgevoerd. 1 2 3 DIGITAL 4 5 PRO LOGIC DSP DIGITAL SOURCE AC 3 DTS PCM 1 Licht op wanneer een DVD bron die gecodeerd is met het Uitschakelen van het effectgeluid Met behulp van de EFFECT toets op het voorpaneel en de EFFECT ON/OFF toets op de afstandbediening is het eenvoudig het normale stereo geluid te vergelijken met het volledige bewerkte effectgeluid. Druk voor het uitschakelen van het effectgeluid en het enkel beluisteren van het hoofdgeluid de EFFECT ON/OFF toets of de EFFECT toets in. Druk de EFFECT ON/OFF toets of de EFFECT toets een tweede maal in om het effectgeluid te herstellen. Voorpaneel Afstandbediening DTS wordt weergegeven en het DTS wordt gedecodeerd. EFFECT 2 Licht op wanneer een LD bron of een CD bron die gecodeerd is met het DTS wordt weergegeven en het DTS wordt gedecodeerd. 3 Licht op wanneer het Dolby Digital (AC-3) gedecodeerd wordt en de signalen van de gekozen bron die gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3) niet in 2-kanaals is. Deze indicator licht eveneens op wanneer de ingangsfunctie op “AC-3 RF” wordt ingesteld, ook als er geen signaal dat met het Dolby Digital (AC-3) gecodeerd is naar dit apparaat wordt ingevoerd. 4 Licht op wanneer het Dolby Pro Logic Surround gedecodeerd wordt. 5 Licht op wanneer de digitale geluidsveldprocessor is ingeschakeld. Verder zal bij de programma’s Nr. 10, 11 en 12 de naam van het gekozen subprogramma op het displaypaneel of het monitorscherm overeenkomstig de soort decodering veranderen. (Zie pagina’s 53–54 voor bijzonderheden.) ● Als de ingangssignalen van de bron die gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3) alleen in 2-kanalen zijn, is de geluidsprocessing voor deze signalen hetzelfde als bij die voor de analoge of PCM audiosignalen. ON/OFF Opmerkingen Als het effectgeluid wordt uitgeschakeld wanneer de signalen die gecodeerd zijn met het Dolby Digital (AC-3) of het DTS naar dit apparaat worden gevoerd, zullen de signalen van alle kanalen gemengd worden en via de hoofdluidsprekers worden weergegeven. ● Indien de EFFECT toets of de EFFECT ON/OFF toets wordt ingedrukt om de effectgeluiden UIT te schakelen wanneer de Dolby Digital (AC-3) of het DTS gedecodeerd wordt, is het mogelijk dat afhankelijk van de bron het voortgebrachte geluid zwak is of niet normaal wordt weergegeven. Druk in dat geval de EFFECT toets of de EFFECT ON/OFF toets in om de effectgeluiden IN te schakelen of gebruik ingangssignalen die niet met de Dolby Digital (AC-3) of het DTS gecodeerd zijn. ● Indien de EFFECT toets of de EFFECT ON/OFF toets wordt ingedrukt om de effectgeluiden UIT te schakelen wanneer de Dolby Digital (AC-3) gedecodeerd wordt, zal de aftastfrekwentie en de kanaalformatie van het gedecodeerde signaal op het displaypaneel aangegeven worden. Bijv.) ● EFFECT OFF fs=48k in : 3/2 Aftastfrekwentie is 48 kHz. Nederlands Opmerkingen De Dolby Digital (AC-3) zal niet worden gedecodeerd voor de bron die niet met de Dolby Digital (AC-3) gecodeerd is. Het DTS zal niet worden gedecodeerd voor de bron die niet met het DTS gecodeerd is. ● EFFECT of Drie kanalen aan de voorzijde Twee kanalen aan de achterzijde * Als de ingangsbron een Dolby Digital KARAOKE bron in, zal “K” aan het begin van de kanaalformatie worden aangegeven. 47 AFSTELLEN VAN HET UITGANGSNIVEAU VAN DE MIDDEN, RECHTER ACHTERSTE EN LINKER ACHTERSTE, VOORSTE EFFECT-LUIDSPREKERS EN SUBWOOFER Indien gewenst, kunt het uitgangsniveau van het geluid van elk van de luidsprekers afstellen, ook al is het uitgangsniveau reeds ingesteld bij “AFSTELLING VAN DE LUIDSPREKERBALANS” op de pagina’s 29 tot 31. Opmerking: Deze afstelling kunnen enkel worden uitgevoerd wanneer het effectgeluid is ingeschakeld. Als geen van de DIGITAL PRO LOGIC DSP indicators , , en verlicht op het displaypaneel wordt aangegeven, de EFFECT toets op het voorpaneel indrukken of de EFFECT ON/OFF toets op de afstandbediening indrukken zodat tenminste een van deze indicators op het displaypaneel oplicht. (Uitgangsniveau van middelste luidspreker) CENTER LS/RS (Uitgangsniveau van linker en rechter achterste luidspreker) FRONT (Uitgangsniveau van voorste effect-luidspreker) (Uitgangsniveau van subwoofer) SWFR Methode van afstelling Deze afstelling kan enkel worden gemaakt met behulp van de afstandbediening. Opmerking: Let er op de afstandbediening te gebruiken met de kap geopend. 1 Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de afstandbediening in de PARAMETER stand. 4 Stel het niveau van de gekozen luidspreker(s) af. PARAMETER SET MENU 2 LEVEL 5 3 Druk eenmaal of meerdere malen in totdat de naam van de luidspreker(s) waarvan u het niveau wilt afstellen op de display verschijnt. LEVEL of Telkens wanneer de toets wordt ingedrukt verandert de selectie zoals aangegeven in bovenstaande tabel. * Door het indrukken van de toets op de afstandbediening verandert de selectie in omgekeerde volgorde. 48 Herhaal stap 2 en 3 voor het maken van afstellingen voor de overige luidsprekers. Luidsprekers Regelbereik (dB) Vooringestelde waarde CENTER RIGHT SURROUND (RS) LEFT SURROUND (LS) SUBWOOFER (SWFR) FRONT MUTE, –40 tot +10 MUTE, –40 tot +10 MUTE, –40 tot +10 MUTE, –20 tot 0 MUTE, –40 tot +10 0 0 0 0 0 Opmerkingen ● Op deze wijze wordt het uitgangsniveau van de linker achterste en rechter achterste luidsprekers tegelijkertijd afgesteld, waarbij het verschil in niveau tussen de luidsprekers onderling onveranderd blijft. Volg voor het afstellen van hun respektievelijke niveaus de methode zoals beschreven onder “AFSTELLING VAN DE LUIDSPREKERBALANS” op de pagina’s 29 tot 31. ● Als de functie “1A. CENTER SP” in de SET MENU modus op de “NONE” positie is ingesteld, kan het uitgangsniveau van het geluid van de middenluidspreker niet worden afgesteld. Dit is omdat in deze functie het middengeluid automatisch via de linker en rechter hoofdluidsprekers wordt weergegeven. ● Als het uitgangsniveau eenmaal is afgesteld, zal de niveauwaarde hetzelfde zijn bij alle digitale geluidsveldprogramma’s. ● De waarde van het uitgangsniveau van elke luidspreker die u de laatste keer heeft ingesteld, zullen in het geheugen bewaard blijven ook als dit apparaat op de standby functie is ingesteld. Indien echter het netsnoer gedurende langer dan één week niet aangesloten blijft, zullen deze waarden automatisch teruggesteld worden naar de oorspronkelijke door de fabriek gemaakte instellingen. Nederlands 49 KORT OVERZICHT VAN DE DIGITALE GELUIDSVELDPROGRAMMA’S In onderstaande lijst worden korte beschrijvingen gegeven van de geluidsvelden die door elk van de DSP programma’s geproduceerd worden. Houd daarbij in gedachte dat de meeste van deze programma’s preciese digitale reproducties zijn van werkelijk bestaande akoestische omgevingen. De data voor deze diverse geluidsvelden zijn opgenomen op echt bestaande lokaties met behulp van geavanceerde geluidsveld-meetapparatuur. Opmerking De balans van het kanaalniveau tussen de linker en de rechter achterste effect-luidsprekers kan verschillend zijn afhankelijk van het geluidsveld dat u beluistert. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de meeste geluidsvelden reproducties zijn van werkelijke akoestische omgevingen. Programma’s Nr. 1 tot 6: Hi-Fi DSP programma’s (voor audiobronnen) ● ● ● DSP Wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is: ( ) Luidspreker-uitgangsvermogen: hoofd, achter, voorste effect Wanneer het ingangssignaal met Dolby Digital gecodeerd is (niet in 2 kanalen): ( Luidspreker-uitgangsvermogen: hoofd, midden, achter, voorste effect DSP Wanneer het ingangssignaal met het DTS gecodeerd is: ( ) Luidspreker-uitgangsvermogen: hoofd, midden, achter, voorste effect Nr. 1 2 50 PROGRAMMA CONCERT HALL 1 CONCERT HALL 2 SUBPROGRAMMA (TYPE) DIGITAL DSP ) BIJZONDERHEDEN Hall A in Europe Dit is een grote waaiervormige concertzaal in München met ongeveer 2500 zitplaatsen. Bijna het gehele interieur is vervaardigd uit hout. Er is relatief weinig weerkaatsing van de linker en rechter muren en de klanken worden verfijnd en prachtvol weergegeven. Hall B in Europe Dit is een grote rechthoekige concertzaal met ongeveer 2500 zitplaatsen. Bijna het gehele interieur, inclusief het plafond, is vervaardigd uit hout met weerkaatsende panelen van mahonie. Speciale weerkaatsende panelen boven het podium zorgen voor krachtige frontale weerkaatsingen die een versterkend effect hebben op de rechtstreekse klanken die van het podium komen. Deze zaal heeft zeer solide, krachtige akoestiek. Hall C in Europe Een klassieke rechthoekige concertzaal met ongeveer 1700 zitplaatsen. Pilaren en gebeeldhouwde versieringen zorgen voor een uitermate complexe akoestiek. Deze weerkaatsingen en de weerkaatsingen uit alle richtingen van de zaal zorgen voor bijzonder volle en rijke klanken. Hall D in U.S.A. Dit is een grote concertzaal met 2600 zitplaatsen in de Verenigde Staten welke gekenmerkt wordt door een nogal traditioneel Europees ontwerp. Het interieur is relatief eenvoudig en suggereert een Amerikaanse smaak. De klanken van de midden en hogere frekwenties worden rijk en prachtvol weergegeven. Hall E in Europe Een klassieke grote rechthoekige concertzaal met ongeveer 2200 zitplaatsen. De zaal heeft een cirkelvormig podium met zitplaatsen achter het podium. Live Concert Een grote ronde concertzaal met een rijk surround effect. Duidelijke weerkaatsingen vanuit alle richtingen benadrukken het bereik van de klanken. U zult het geluidsveld ervaren met een grote mate van aanwezigheid, waarbij u ongeveer in het midden bij het podium zit. Dit geluidsveld is ook effectief voor karaoke. Dit komt doordat u de gewaarwording krijgt op een echt podium te staan. Nr. 3 4 5 6 PROGRAMMA CHURCH JAZZ CLUB ROCK CONCERT ENTERTAINMENT SUBPROGRAMMA (TYPE) BIJZONDERHEDEN De akoestische omgeving van een normale kerk met gematigde nagalm. Dit is ideaal voor de weergave van kerkmuziek welke gespeeld wordt door een pijporgel, enz. Freiburg Met dit programma wordt de akoestische omgeving van een grote kerk met een hoge koepel en pilaren langs de zijkanten nagebootst. Het interieur produceert zeer lange nagalmen. Royaumont Dit programma wordt gekenmerkt door een geluidsveld dat gecreëerd wordt door de refter (eetzaal) van het klooster, een prachtig Middeleeuws gebouw dat zich bevindt in Royaumont even buiten Parijs. De koepelvormige ruimtes in het plafond die gevormd worden door de ondersteunende pilaren zorgen voor weerkaatsingen van echo en voor mooie, lang aanhoudende klanken. Village Gate Een jazzclub in New York. Deze bevindt zich in een kelder en heeft een relatief groot vloeroppervlak. Het patroon van de weerkaatsing is hetzelfde als die van een kleine zaal. Village Vanguard Een traditionele jazzclub in New York op 7th Avenue. Deze zaal heeft een laag plafond, en het “podium” bevindt zich in een hoek. Dit programma produceert lang niet zo veel effecten als de concertzaal of de kerkprogramma’s, maar schept een intiem “dichtbij-de-muziek” gevoel. The Bottom Line Dit is het geluidsveld voor aan het podium in “The Bottom Line”, een bekende jazzclub in New York. Links en rechts van het podium is er een ruimte voor 300 personen in een geluidsveld dat realistische en vibrerende klanken ten gehore geeft. The Roxy Theatre Het ideale programma voor levendige, dynamische rockmuziek. De gegevens voor dit programma werden opgenomen in een van de meest populaire rockclubs in Los Angeles. Warehouse Loft Dit programma simuleert een door beton ingesloten ruimte. Dit levert een krachtig geluidsveld op met relatief duidelijke weerkaatsingen door de muren. Arena Dit programma geeft u lange vertragingstijden tussen de directe klanken en de effect-klanken en een buitengewoon ruimtelijk effect van een groot arena theater. Disco Dit programma bootst de akoestische omgeving na van een levendige disco in het hart van een zeer levendige stad. De klanken worden dichtbij elkaar en in hoge mate geconcentreerd weergegeven. Dit programma wordt ook gekenmerkt door het feit dat de geluiden een “onmiddellijke” directheid hebben met veel energie. Party Dit is een geluidsveld dat geschikt is voor achtergrondmuziek bij partijen waar u het geluid ook rechtstreeks van de achterzijde kunt horen, waardoor het genieten van muziek over een brede ruimte mogelijk is. Game/Amusement Dit programma voegt een effect van ruimte en diepte toe aan de geluiden van videospelen, enz., ongeacht de soort bron die gebruikt wordt, stereo of mono. De krachtige en levendige geluidseffecten van dit programma zorgen er voor dat u extra kunt genieten van uw videospelen. Nederlands Tokyo 51 Programma’s Nr. 7 tot 12: CINEMA-DSP programma’s (voor audio/videobronnen) ● Deze programma’s maken gebruik van de Dolby Pro Logic decoder, de Dolby Digital decoder of de DTS decoder. ● De verdeling van de uitgangssignalen van de luidsprekers is voor elk programma als volgt: Nr. 7, 8, 9, 10, 11: hoofd, midden, achter, voorste effect Nr. 12 (Normal): hoofd, midden, achter Nr. 12 (Enhanced): hoofd, midden, achter, voorste effect ● Bij alleen de programma’s Nr. 7, 8 en 9 lichten de indicators op als volgt. DSP Wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is: ( ) Wanneer het ingangssignaal met Dolby Digital gecodeerd is (niet in 2 kanalen): ( DSP Wanneer het ingangssignaal met het DTS gecodeerd is: ( ) Nr. 7 8 9 52 PROGRAMMA CONCERT VIDEO 1 CONCERT VIDEO 2 TV THEATER SUBPROGRAMMA (TYPE) DIGITAL DSP ) BIJZONDERHEDEN Pop/Rock Dit programma voorziet in een enthousiaste atmosfeer en maakt dat u voelt zich in het midden van de actie te bevinden, alsof u werkelijk een jazz of rockconcert bezoekt. Het bestanddeel van de indirecte klank verspreidt zich langs de surroundzijde van het geluidsveld door middel van het gebruik van de gegevens van een grote ronde zaal voor de surround-zijde, zodat de beeldruimte rond het scherm en de klankruimte ten volle uitgebreid worden. DJ Met dit programma komt de stem van een discjockey duidelijker over en kunt u genieten van muzikaal amusement met een veelzijdig geluidsveld. Classical/Opera Dit programma geeft een bijzondere diepte en helderheid aan de zang, waarbij overmatige nagalm beperkt blijft. Voor opera worden de orkestbak en het podium op ideale wijze gecombineerd, waardoor u het gevoel krijgt bij een live uitvoering aanwezig te zijn. De achterste surround-zijde van het geluidsveld is relatief gematigd, echter door middel van het gebruik van gegevens van een concertzaal worden er prachtige klanken gereproduceerd. U zult niet vermoeid raken bij het langdurig kijken naar een opera. Pavilion Dit programma reproduceert zang op zeer duidelijke wijze en laat u de ruimte van een paviljoen ervaren. De nagalm die enigszins vertraagd is, reproduceert het live geluidsveld dat eigen is aan een paviljoen en helpt een concertscène meer opwindend te maken. Mono Movie Dit programma is voor het reproduceren van mono videobronnen (oude films, enz.). Mono-klanken worden met veel live-effect aan de live-zijde van het geluidsveld gereproduceerd, samen met een optimaal nagalmeffect. Het gebruik van de middenluidspreker zorgt er voor dat de dialoog beter verstaanbaar is, waardoor er een aangename vermenging van beeld en dialoog verkregen wordt. Variety/Sports Alhoewel de voorste live-zijde van het geluidsveld relatief smal is, maakt de achterste surround-zijde gebruik van de geluidsomgeving van een grote concertzaal. Met dit programma kunt u genieten van het kijken naar diverse TV programma’s, zoals het nieuws, varieté shows, muziekprogramma’s of sportprogramma’s. In een stereo-uitzending van een sportprogramma, is de commentator naar de middenpositie gekeerd, terwijl het geroep en de atmosfeer in het stadion zich aan de surroundzijde verspreidt, alhoewel verspreiding naar de achterzijde in de juiste mate beperkt wordt. ● De programma’s Nr. 10 tot 11 zijn geschikt voor de reproduktie van videodiscs, videobanden en soortgelijke bronnen die gecodeerd zijn met het Dolby Surround (voorzien van het “DOLBY SURROUND” of “DOLBY DIGITAL” logo) of gecodeerd met het DTS (voorzien van het “dts” logo). Nr. 10 PROGRAMMA MOVIE THEATER 1 SUBPROGRAMMA (TYPE) 70 mm Spectacle DSP ( PRO LOGIC ) Functioneert wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is of gecodeerd met het Dolby Digital (AC-3) in 2 kanalen. DGTL Spectacle DSP DIGITAL ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3) (niet in 2 kanalen). BIJZONDERHEDEN Dit programma creëert het buitengewoon brede geluidsveld van een bioscooptheater. Het reproduceert op nauwkeurige wijze het brongeluid in alle bijzonderheden, hetgeen zowel aan de video als het geluidsveld een ongelofelijke realiteit geeft. Elke soort videobron die gecodeerd is met het Dolby Surround of het DTS (vooral grootschalige filmproducties) is ideaal voor gebruik met dit programma. DTS Spectacle DSP ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal met het DTS gecodeerd is. 70 mm Sci-Fi DSP ( PRO LOGIC ) Functioneert wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is of gecodeerd met het Dolby Digital (AC-3) in 2 kanalen. DGTL Sci-Fi DSP DIGITAL ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3) (niet in 2 kanalen). Dit programma reproduceert op duidelijke wijze de dialoog en de geluidseffecten volgens de meest recente klankontwerpen van science-fiction films, waarbij er tussen de stiltes een brede en expansiegerichte filmische ruimte gecreëerd wordt. U kunt genieten van science-fiction films in een geluidsveld in een virtuele ruimte met Dolby Pro Logic, Dolby Digital (AC-3) en DTS-gecodeerde software die gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken. DTS Sci-Fi DSP ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal met het DTS gecodeerd is. 11 MOVIE THEATER 2 70 mm Adventure DSP ( PRO LOGIC ) Functioneert wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is of gecodeerd met het Dolby Digital (AC-3) in 2 kanalen. DGTL Adventure DSP DIGITAL ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3) (niet in 2 kanalen). DTS Adventure DSP ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal met het DTS gecodeerd is. DGTL General DSP DIGITAL ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3) (niet in 2 kanalen). Dit programma is voor de reproductie van een meersporen-film en wordt gekenmerkt door een zacht en uitgebreid geluidsveld. De voorste live-zijde van het geluidsveld is relatief smal. Het verspreidt zich in de volledige ruimte rondom en in de richting van het scherm, waarbij het echo-effect van de dialoog beperkt wordt, zonder dat er echter aan de duidelijkheid afbreuk gedaan wordt. Aan de surround-zijde wordt de harmonie van de muziek of het koor mooi in een brede ruimte aan de achterzijde van het geluidsveld weergegeven. Nederlands 70 mm General DSP ( PRO LOGIC ) Functioneert wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is of gecodeerd met het Dolby Digital (AC-3) in 2 kanalen. Dit programma is ideaal voor het op nauwkeurige wijze weergeven van de klankstructuur van de nieuwste meersporen films. Het geluidsveld is identiek aan dat van de nieuwste filmtheaters, zodat de nagalmen van het geluidsveld zelf zoveel mogelijk beperkt worden. De data van het geluidsveld van een operagebouw worden gebruikt voor de voorste podiumzijde, zodat het driedimensionale gevoel van het geluidsveld wordt benadrukt en de dialoog nauwkeurig op het scherm wordt georiënteerd. Door middel van het gebruik van data van het geluidsveld van een concertzaal voor de achterste surround zijde, wordt er een krachtige nagalm verkregen. Met dit programma kunt u genieten van actiefilms, avonturenfilms, enz. met veel effect. DTS General DSP ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal met het DTS gecodeerd is. 53 ● Programma Nr. 12 is voor de reproduktie van videodiscs, videobanden en soortgelijke bronnen die gecodeerd zijn met het Dolby Surround (voorzien van het “DOLBY SURROUND” of “DOLBY DIGITAL” logo) of gecodeerd met het DTS (voorzien van het “dts” logo). Nr. 12 PROGRAMMA /DTS SURROUND SUBPROGRAMMA (TYPE) PRO LOGIC/Normal ( PRO LOGIC ) Functioneert wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is of gecodeerd met het Dolby Digital (AC-3) in 2 kanalen. DIGITAL ) DOLBY DIGITAL/Normal ( Functioneert wanneer het ingangssignaal gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3) (niet in 2 kanalen). BIJZONDERHEDEN De ingebouwde Dolby Pro Logic Surround decoder, de Dolby Digital (AC-3) decoder of de DTS decoder reproduceert nauwkeurig de geluiden en de geluidseffecten van een bron die met de Dolby Surround of de DTS gecodeerd is. Door het gebruik van een uiterst efficiënt decoderingsproces wordt de crosstalk en de kanaalscheiding verbeterd en wordt de klankbron meer gelijkmatig en nauwkeurig overgebracht. DTS DIGITAL SUR./Normal ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal met het DTS gecodeerd is. PRO LOGIC/Enhanced DSP ( PRO LOGIC ) Functioneert wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is of gecodeerd met het Dolby Digital (AC-3) in 2 kanalen. DOLBY DIGITAL/Enhanced DSP DIGITAL ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal gecodeerd is met het Dolby Digital (AC-3) (niet in 2 kanalen). Met dit programma wordt het multi-surround luidsprekersystemen van het nieuwste filmtheater op ideale wijze nagebootst. De digitale geluidsveldprocessing en de Dolby Surround decodering of de DTS decodering worden uiterst nauwkeurig uitgevoerd zonder dat daarbij de oorspronkelijk klankoriëntatie gewijzigd wordt. Door de surround-effecten die door dit geluidsveld gereproduceerd worden, wordt de toeschouwer op natuurlijke wijze van achteren naar de linker en rechter zijde en in de richting van het scherm verplaatst. DTS DIGITAL SUR./Enhanced DSP ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal met het DTS gecodeerd is. Opmerking: Als de stand “NONE” is gekozen op “1A. CENTER SP” in de SET MENU modus, zal er door de middenluidspreker(s) geen geluid worden voortgebracht. 54 SCHERMDISPLAY Indien u een videocassetterecorder, een LD speler, video monitor, enz. op dit apparaat aansluit, kunt u gebruik maken van de mogelijkheid die deze apparatuur biedt om programmatitels, parameter gegevens en informatie over overige diverse wijzigingen van instellingen en afstellingen op het scherm van uw videomonitor te laten verschijnen. Deze informatie zal op het videobeeld geprojekteerd worden. Indien er geen videobron is aangesloten of wanneer deze is uitgeschakeld, zal de informatie over een blauw gekleurde achtergrond verschijnen. Kiezen van de soort display U kunt de soort display welke de diverse informatie aangeeft op het monitorscherm veranderen door het indrukken van de ON SCREEN displaytoets op de afstandbediening. Telkens wanneer de toets wordt ingedrukt, verandert het scherm achtereenvolgens in een volledig display, een verkort display en geen display. A B C ON SCREEN / CONCERT HALL 1 P01 REMOTE CONTROL TRANSMITTER Hall A in Europe / EFCT TRIM . . . . 0dB / INIT. DLY . . . . 30ms ROOM SIZE . . . . 1.0/ LIVENESS . . . . . . . 5 (Voorbeeld) Volledige display / CONCERT HALL 1 P01 Hall A in Europe / EFCT TRIM . . . . 0dB / INIT. DLY . . . . 30ms ROOM SIZE . . . . 1.0/ LIVENESS . . . . . . . 5 Opmerking: De programmatitels, parameter gegevens en overige informatie wordt ook op het displaypaneel van dit apparaat aangegeven. Verkort display / P01 CONCERT HALL 1 Hall A in Europe Gaat uit na verschijning gedurende enkele seconden. Nederlands Opmerkingen ● Bij het maken van een verandering van een instelling of een afstelling in de SET MENU modus of bij het afstellen van de luidsprekerbalans met behulp van de test-toon, zal de informatie volledig op het monitorscherm worden aangegeven, ook als er op dat moment een andere soort display is gekozen. ● Informatie die op deze wijze op het monitorscherm wordt aangegeven kan niet door een videorecorder worden opgenomen. 55 SAMENSTELLEN VAN UW EIGEN GELUIDSVELDEN WAT IS EEN GELUIDSVELD? Om de indrukwekkende functies van het DSP nader te kunnen verklaren, dienen we eerst te begrijpen wat precies een geluidsveld is. De rijke, volle klanken van een live instrument worden in feite bepaald door de meervoudige weerkaatsingen van de muren van de kamer. Afgezien van het feit dat het geluid “live” gemaakt wordt, stellen deze weerkaatsingen ons in staat te vertellen waar de muzikant gezeten is, alsmede de grootte en de vorm van de kamer waarin we ons bevinden. We kunnen zelfs opmerken of de kamer bijzonder weerkaatsend is met oppervlakken van staal en glas, of meer absorberend is met houten panelen, vloerbedekking en gordijnen. DE ELEMENTEN VAN EEN GELUIDSVELD In elke omgeving zijn er naast het directe geluid dat vanaf het instrument van de muzikant recht naar onze oren toe komt twee aparte soorten geluidsweerkaatsingen die samen in combinatie het geluidsveld bepalen: (1) Eerste weerkaatsingen. Weerkaatste geluiden bereiken onze oren bijzonder snel (50 ms – 100 ms na het directe geluid), na weerkaatsing van slechts één oppervlak — bijvoorbeeld vanaf het plafond of een muur. Deze weerkaatsingen vallen voor elke soort omgeving onder specifieke patronen zoals aangegeven in het schema op pagina 58 en geven belangrijke informatie aan onze oren door. Eerste weerkaatsingen zorgen er voor dat er helderheid aan het directe geluid wordt toegevoegd. (2) Nagalm. Dit wordt veroorzaakt door de weerkaatsingen van meer dan één oppervlak — muren, plafond, de achterzijde van de kamer — zo talrijk dat deze samensmelten en een onafgebroken akoestische “nagloei” vormen. Deze zijn niet-richtingbepaald en verminderen de helderheid van het directe geluid. De combinatie van direct geluid, eerste weerkaatsingen en daaropvolgende nagalm helpen ons de relatieve grootte en vorm van de kamer te bepalen. Het is deze informatie die door het DSP voor het creëren van geluidsvelden gereproduceerd wordt. Indien u de juiste eerste weerkaatsingen en daaropvolgende nagalm in uw luisterkamer zou kunnen creëren, zou u in staat zijn uw eigen luister-omgeving te kunnen samenstellen. De akoestiek in uw kamer zou veranderd kunnen worden in die van een concertzaal, een dansvloer of in feite elke kamer van wat voor grootte dan ook. Deze mogelijkheid om willekeurig welk geluidsveld dan ook te kunnen creëren is precies datgene wat Yamaha met het DSP bereikt heeft. 56 DSP programma’s bestaan uit een aantal parameters voor het bepalen van de grootte van de kamer, de nagalmtijd, de afstand tussen u en de muzikant, enz. In elk programma zijn deze parameters voorgeprogrammeerd met waarden die door Yamaha precies zijn berekend voor de samenstelling van een geluidsveld dat uniek is voor het programma. Het wordt aanbevolen de DSP programma’s te gebruiken zonder de waarden van de parameters te veranderen. Met deze apparatuur echter is het mogelijk uw eigen geluidsvelden te creëren. Te beginnen met een van de ingebouwde programma’s, is het mogelijk deze parameters af te stellen. Ook wanneer dit apparaat op de standby functie is ingesteld, zullen de door uzelf samengestelde geluidsvelden gedurende ongeveer twee weken in het geheugen van het DSP bewaard blijven. Op de volgende pagina wordt in detail beschreven hoe u uw eigen geluidsvelden kunt samenstellen. Afgezien van de “TYPE” parameter welke de sub-programma’s binnen elk van de DSP programma’s kiest (bijv. “Hall A in Europe”, “Hall B in Europe” en “Hall C in Europe” voor programma 1, “HALL 1”), beschikt elk programma ook over een groep parameters die u in staat stellen de karakteristieken van de akoestische omgeving te veranderen om precies het door u gewenste effect te kunnen creëren. Deze parameters komen overeen met de vele natuurlijke akoestische factoren die het geluidsveld bepalen dat u ervaart in een echte concertzaal of andere luisteromgeving. De grootte van de kamer bijvoorbeeld is van invloed op de lengte van tijd tussen de “eerste weerkaatsingen” — dit wil zeggen, de eerste paar ver uit elkaar liggende weerkaatsingen die u hoort na het directe geluid. Met de “ROOM SIZE” parameter die in vele van de DSP programma’s aanwezig is kan de tijdsduur tussen deze weerkaatsingen gewijzigd worden, waardoor de vorm van de “kamer” die u hoort veranderd wordt. Afgezien van de grootte van de kamer, hebben de vorm van de kamer en de karakteristieken van de oppervlakken ervan een belangrijke invloed op het uiteindelijke geluid. Oppervlakken die geluid absorberen bijvoorbeeld, zorgen er voor dat de weerkaatsingen en de nagalm sneller uitsterven, terwijl oppervlakken die in hoge mate weerkaatsend zijn er voor zorgen dat de weerkaatsingen gedurende een langere tijdsperiode blijven doorgaan. Met behulp van de DSP parameters kunnen deze en vele overige factoren die uw persoonlijk samengestelde geluidsveld bepalen geregeld worden, waardoor u in feite in staat gesteld wordt de beschikbare concertzalen en kamers “opnieuw te ontwerpen” voor het samenstellen van naar eigen voorkeur gecreëerde luisteromgevingen die op ideale wijze overeenkomen met uw eigen smaak en muzikale preferenties. Zie “BESCHRIJVINGEN VAN DIGITALE GELUIDSVELDPARAMETERS” op de pagina’s 58–60 voor een beschrijving van wat elke parameter doet, hoe deze van invloed is op het geluid en het regelbare bereik ervan. KIEZEN EN BEWERKEN VAN PROGRAMMA-PARAMETERS Deze afstelling kan enkel worden gemaakt met behulp van de afstandbediening en te kijken naar het monitorscherm of het displaypaneel. Opmerking Om de afstellingen zo gemakkelijk mogelijk te kunnen uitvoeren wordt het aanbevolen in plaats van naar het displaypaneel te kijken, hiervoor het monitorscherm te gebruiken. 1 4 Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de afstandbediening in de PARAMETER stand zetten. Opmerking: Let er op de afstandbediening te gebruiken met de kap geopend. Kies een gewenst subprogramma. HALL 1 HALL 2 CHURCH 2 3 1 JAZZ CLUB PARAMETER ROCK ENTERCONCERT TAINMENT 4 5 6 CONCERT CONCERT TV VIDEO 1 VIDEO 2 THEATER 7 SET MENU 10 2 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 11 of 9 / DTS SURROUND 12 Druk de toets voor het huidige gekozen programma eenmaal of meerdere malen in. Schakel uw monitor in. Als de huidige gekozen soort display niet de volledige display is, de ON SCREEN toets indrukken om de volledige display op te roepen. ON SCREEN 5 3 Kies de parameter die u wilt bewerken. Als er geen DSP programma is gekozen, een gewenst programma kiezen. HALL 1 HALL 2 CHURCH 1 2 3 JAZZ CLUB ROCK ENTERCONCERT TAINMENT 4 5 6 6 CONCERT CONCERT TV VIDEO 1 VIDEO 2 THEATER 7 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 11 Verander de waarde op de gekozen parameter om het door u gewenste effect te creëeren. 9 / DTS SURROUND 12 De gekozen programmanaam en de bijbehorende parameters zullen op het monitorscherm worden aangegeven. De pijlvormige cursor wijst naar de naam van het subprogramma. / CONCERT HALL 1 P01 Hall A in Europe / EFCT TRIM . . . . 0dB / INIT. DLY . . . . 30ms ROOM SIZE . . . . 1.0/ LIVENESS . . . . . . . 5 Subprogramma * Opmerkingen Zie de pagina’s 58 tot 60 voor nadere bijzonderheden betreffende de parameters. ● Parameter-bewerkingen die op deze wijze gemaakt worden zullen tot maximaal ongeveer twee weken in het geheugen bewaard blijven, ook als er tengevolge van een stroomstoring een onderbreking van de netspanning is of de stekker uit het stopcontact verwijderd is. Daarna zullen alle parameters alsmede de overige afstellingen of wijzigingen van instellingen op deze apparatuur naar hun oorspronkelijke waarden of status terugkeren. ● Nederlands Met “+” neemt de waarde van de gekozen parameter toe en met “–” neemt de waarde van de gekozen parameter af. In beide gevallen kunt u voor doorlopende verhoging of verlaging de toets ingedrukt blijven houden. De display zal bij wijze van herinnering kortstondig bij de eerste waarde van de parameter pauzeren. (Op het monitorscherm, verdwijnt bij de beginwaarde van de parameter het symbool vooraan de naam van de parameter.) 57 BESCHRIJVINGEN VAN DIGITALE GELUIDSVELD-PARAMETERS Niet alle van de volgende parameters worden in elk van de programma’s aangetroffen. ● ROOM SIZE (grootte van ruimte) P. ROOM SIZE (afmeting van podiumruimte) Hoe dit van invloed is op het geluid: Verandert de gesimuleerde grootte van de muziekruimte. Naarmate de waarde hoger is, zal de gesimuleerde ruimte groter klinken. Stelt de schijnbare afmeting van het voorste podiumgeluidsveld af. Naarmate de waarde groter is, zal de interval tussen de weerkaatsingen langer worden, waardoor de diepte van de geluidsbron toeneemt. Hoe dit gebeurt: Stelt de tijdsduur af tussen de eerste weerkaatsingen. De eerste weerkaatsingen zijn de eerste groep van weerkaatsingen die u hoort alvorens de daaropvolgende dichte nagalm begint. S. ROOM SIZE (afmeting van surround ruimte) Regelbaar bereik: 0,1 – 2,0 Standaard instelling is 1,0. Stelt de schijnbare afmeting van het achterste surround geluidsveld af. Naarmate de waarde groter is, zal het surround geluidsveld groter worden. Door deze parameter van 1 in 2 te veranderen, wordt het gesimuleerde volume van de kamer acht maal vergroot (lengte, breedte en hoogte worden alle verdubbeld). Niveau Niveau Direct geluid Niveau Direct geluid Eerste weerkaatsingen Eerste weerkaatsingen Klein Direct geluid Eerste weerkaatsingen Groot Tijd Kleine ruimte Tijd Tijd Grote ruimte ● INIT. DLY (begin-vertraging) P. INIT. DLY (eerste podiumgeluid vertraging) Hoe dit van invloed is op het geluid: Verandert de gesimuleerde afstand van de geluidsbron. Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing aan de podiumzijde van het geluidsveld. Naarmate de waarde groter is, zal de eerste weerkaatsing later beginnen. Aangezien de afstand tussen een geluidsbron en een weerkaatsend oppervlak de vertraging bepaalt tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing, verandert deze parameter de lokatie van de geluidsbron binnen de akoestische omgeving. Regelbaar bereik: 1 – 99 milliseconden Hoe dit gebeurt: Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing die door de luisteraar gehoord wordt. Regelbaar bereik: 1 – 99 milliseconden Voor een kleine woonkamer dient deze parameter op een kleine waarde ingesteld te worden. Voor een grote kamer dienen grotere waarden gebruikt te worden. Grotere waarden produceren een echo-effect. Niveau Niveau S. INIT. DLY (eerste surround vertraging) Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing aan de achterste surround zijde van het geluidsveld. Naarmate de waarde groter is, zal de eerste weerkaatsing later beginnen. Regelbaar bereik: 1 – 49 milliseconden Niveau Direct geluid Eerste weerkaatsingen Klein 58 INIT. DLY Tijd Groot INIT. DLY Tijd INIT. DLY Tijd ● LIVENESS P. LIVENESS (podiumzijde live) Hoe dit van invloed is op de klank: Deze parameter verandert de klaarblijkelijke akoestische weerkaatsing van de muren in een zaal. Stelt de schijnbare weerkaatsende eigenschappen van de muren aan de podiumzijde van het geluidsveld af. Naarmate de waarde groter is, zal het achterste weerkaatsende vermogen van podiumzijde van het geluidsveld groter worden. De eerste akoestische weerkaatsingen van een klankbron zullen sneller hun intensiteit verliezen (wegsterven) in een kamer met akoestisch absorberende muuroppervlakken dan in een kamer die meer geluidweerkaatsende oppervlakken heeft. Een kamer met hoogweerkaatsende oppervlakken waarin de eerste weerkaatsingen langzaam wegsterven wordt als “levend” betiteld, terwijl een kamer met geluidabsorberende karakteristieken waarin de weerkaatsingen snel wegsterven als “dood” wordt betiteld. Met de LIVENESS parameter kunt u de mate van wegsterving van de eerste weerkaatsing afstellen en daarmee de “levendheid” van de kamer. S. LIVENESS (surround live) Stelt de schijnbare weerkaatsende eigenschappen van de muren op het achterste surround geluidsveld af. Naarmate de waarde groter is, zal het weerkaatsende vermogen van het achterste surround geluidsveld groter worden. Wat de parameter doet: Verandert de snelheid waarmee de eerste weerkaatsingen wegsterven. Regelbaar bereik: 0 – 10. Niveau Niveau Niveau Direct geluid Klein Groot Tijd Dood Tijd Levend Tijd ● REV. TIME (nagalmtijd) Hoe dit van invloed is op het geluid: Regelbaar bereik: De natuurlijke nagalmtijd van een kamer is hoofdzakelijk afhankelijk van de afmeting ervan en van de karakteristieken van zijn binnen-oppervlakken. Deze parameter verandert derhalve de gesimuleerde grootte van de akoestische omgeving over een bijzonder breed bereik. 1,0 – 5,0 seconden. De nagalmtijd in een kleine tot middelgrote zaal zal tussen 1 en 2 liggen, terwijl dit voor een grote hal normaal tussen 2 en 3 ligt. Hoe dit gebeurt: Niveau Niveau 60 dB Direct geluid Niveau Eerste weerkaatsingen Klein 60 dB Groot 60 dB Tijd Tijd REV. TIME Nagalm Nederlands Stelt de hoeveelheid tijd af die nodig is voordat het niveau van het dichte, opeenvolgende nagalmgeluid met 60 dB wegvalt (@ 1 kHz). REV. TIME Nagalm REV. TIME Tijd Nagalm 59 ● REV. DELAY (nagalmvertraging) ● EFCT TRIM (effect-fijnafstelling) Met behulp van deze parameter kan het tijdsverschil worden ingesteld tussen het begin van het directe geluid en het begin van het nagalmgeluid. Naarmate de waarde groter is, zal het nagalmgeluid later beginnen. Een vertraagd nagalmgeluid zal u de indruk geven dat de ruimte van de akoestische omgeving groter geworden is. Voor het uitvoeren van een fijnafstelling van het niveau van alle effectgeluiden. Regelbaar bereik: –3 dB – +3 dB ● S. DELAY (surround vertraging) 0 – 250 milliseconden Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing aan de achterste surround zijde van het geluidsveld. Naarmate de waarde groter is, zal het surround geluidsveld later beginnen. Niveau Direct geluid 60 dB Nagalm Tijd REV.DELAY REV.TIME ● REV. LEVEL (nagalmniveau) Met deze parameter wordt het volume van het nagalmgeluid afgesteld. Naarmate de waarde groter is, zal het nagalmgeluid krachtiger worden weergegeven. Regelbaar bereik: 0 – 100% Niveau Direct geluid REV. LEVEL Tijd 60 Regelbaar bereik: Regelbaar bereik: Bij decodering van het Dolby Pro Logic Surround 15 – 30 milliseconden Bij decodering van het Dolby Digital (AC-3) of het DTS 0 – 15 milliseconden Bij gebruik van een programma waarbij de Dolby Surround of het DTS niet gedecodeerd wordt 0 – 15 milliseconden INSTELLEN VAN DE SLEEP TIMER Indien u de SLEEP timer van dit apparaat gebruikt, kunt u het apparaat zodanig instellen dat dit op de standby functie wordt ingesteld. Wanneer u wilt gaan slapen bij het beluisteren van een radio-uitzending of een andere gewenste ingangsbron, zal deze timerfunctie van dienst zijn. Opmerkingen ● De SLEEP timer kan alleen bediend worden via de afstandbediening. ● De onderdelen waarop de SLEEP timer werkzaam is zijn de bronnen die aangesloten zijn op de SWITCHED AC OUTLET(S) op het achterpaneel van dit apparaat. Instellen van de SLEEP tijd Annuleren van de gekozen SLEEP tijd 1 A B A C SLEEP B SLEEP C REMOTE CONTROL TRANSMITTER REMOTE CONTROL TRANSMITTER Eenmaal of meerdere malen indrukken voor het kiezen van de gewenste SLEEP tijd. Nogmaals indrukken zodat “SLEEP OFF” op de display verschijnt. (Deze aanduiding zal spoedig verdwijnen en de “SLEEP” indicator zal op de display uitgaan.) Opmerking De instelling van de SLEEP timer kan ook geannuleerd worden door het apparaat via gebruik van de STANDBY/ON schakelaar op het voorpaneel (of de STANDBY toets op de afstandbediening) op het standby functie in te stellen of door de stekker van dit apparaat uit het stopcontact te verwijderen. Geeft de SLEEP tijd aan. TV/DBS VCR 1 VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX SLEEP LD MD/TAPE 1 TUNER CD PHONO Knippert. Telkens wanneer de SLEEP toets wordt ingedrukt, zal de SLEEP tijd als volgt veranderen. (Minuten) 120 90 60 30 De SLEEP timer is uit (OFF). (De toestand voordat de SLEEP toets wordt ingedrukt.) Na een korte tijd keert de display terug naar de aanduiding voordat de SLEEP timer werd ingesteld. Het apparaat zal automatisch op de standby functie worden ingesteld na het bereiken van de gekozen SLEEP tijd. Nederlands 2 61 AFSTANDBEDIENING BASISFUNCTIES (bij geopende kap) De afstandbediening die bij dit apparaat wordt geleverd is bestemd voor de regeling van de meest algemeen gebruikte functies van dit apparaat. Als de CD speler, het tapedeck, tuner, de LD speler, enz. die op dit apparaat worden aangesloten YAMAHA componenten zijn die geschikt zijn voor gebruik met afstandbediening, kunnen met behulp van deze afstandbediening ook diverse functies van elk van deze aangesloten componenten geregeld worden. * Gebruik voor de basisfuncties de afstandbediening met de kap geopend. NAMEN VAN DE TOETSEN EN HUN FUNCTIES I TRANSMIT /LEARN CLEAR LEARN MACRO REC/PAUSE H A/B MD/TAPE 1 A CD 1 TUNER A DIR VCR 1 B STOP B DISC LD G TV/DBS 2 VCR 2 C DVD/VCR 3 PRESET V-AUX HALL 1 HALL 2 CHURCH /EXT. DECODER 1 2 3 TAPE 2 MON JAZZ CLUB ROCK ENTERCONCERT TAINMENT 4 5 PHONO 8 10 LEVEL 11 9 / DTS SURROUND EFFECT ON/OFF E 12 LIGHT 7 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 PARAMETER D TEST MACRO SET MENU SLEEP ON SCREEN SYSTEM POWER ON OFF 5 6 7 8 9 6 TV CONCERT CONCERT VIDEO 1 VIDEO 2 THEATER MASTER VOLUME QUICK 4 F A/B/C/D/E TV MUTE VCR STANDBY 0 C SLOW 3 B A REMOTE CONTROL TRANSMITTER Kap is geopend. 62 Zijpaneel J 1 Tapedeck toetsen Voor de regeling van het tapedeck. (De A/B/C schakelaar (G) dient op stand “A” ingesteld te worden.) * DIR A, B en A/B zijn uitsluitend van toepassing op een dubbel cassette tapedeck. * Bij een enkelvoudig cassettedeck met automatische bandomkeringsfunctie zal door het indrukken van DIR A de bandlooprichting omgekeerd worden. 2 CD/LD speler toetsen Voor de regeling van de compact disc speler of de LD speler. (Stel voor de regeling van de compact disc speler de A/B/C schakelaar (G) in op stand “A”. Stel voor de regeling van de LD speler de A/B/C schakelaar (G) in op stand “B”.) * DISC is enkel van toepassing op de compact disc wisselaar. * STOP is enkel van toepassing op de LD speler. 3 Tuner toetsen Voor de bediening van de tuner. (De A/B/C schakelaar (G) dient op stand “A” ingesteld te worden.) +: Voor het kiezen van een hoger voorkeuzezendernummer. –: Voor het kiezen van een lager voorkeuzezendernummer. A/B/C/D/E: Voor het kiezen van de groep (A – E) van voorkeuzezendernummers. 4 DSP programmakeuzetoetsen Voor het kiezen van een DSP programma wanneer de ingebouwde digitale geluidsveldprocessor (inclusief de Dolby Pro Logic Surround decoder, de Dolby Digital (AC-3) decoder en de DTS decoder) ingeschakeld is. 5 LEVEL toets Wanneer u het uitgangsniveau van de middenluidspreker(s), achterste luidsprekers, voorste effect-luidsprekers of subwoofer gaat afstellen, eerst deze toets eenmaal of meerdere malen indrukken zodat de naam van de luidspreker(s) waarvan u het niveau wilt afstellen op de display verschijnt. Gedurende de tijd dat de naam verlicht op de display wordt aangegeven, kunt u het niveau veranderen door het indrukken van de + of – toetsen (D). 6 PARAMETER/SET MENU schakelaar Stel de schakelaar in op de stand PARAMETER wanneer u een parameter van een DSP programma gaat bewerken. Stel in op de stand SET MENU wanneer u een afstelling gaat maken of een instelling gaat veranderen voor een functie in de SET MENU modus. 7 TEST toets Wordt gebruikt voor de afstelling van de luidsprekerbalans. (Zie voor nadere bijzonderheden pagina’s 29 – 31.) 8 SLEEP timer toets Deze toets wordt gebruikt voor het in- en uitschakelen van de ingebouwde SLEEP timer en voor het instellen van de SLEEP tijd. (Zie pagina 61 voor bijzonderheden.) 0 SYSTEM POWER ON en STANDBY toetsen Door het indrukken van de SYSTEM POWER ON toets wordt dit apparaat ingeschakeld en door het indrukken van de STANDBY toets wordt dit apparaat op de standby functie ingesteld. RESET knop Deze knop bevindt zich binnen in het batterijvak. Druk deze knop in om de interne microcomputer die de functies van de afstandbediening regelt “terug te stellen”. Het “terugstellen” van de microcomputer is nodig wanneer de afstandbediening stilvalt. * Door het indrukken van de RESET knop worden de geprogrammeerde functies niet gewist. B MASTER VOLUME (omhoog) en (omlaag) toetsen Voor het omhoog en omlaag draaien van het volumeniveau. C MUTE toets Door het indrukken van deze toets wordt het volumeniveau uitgeschakeld. Druk deze toets nogmaals in om het oorspronkelijke volumeniveau te herstellen. Tijdens de uitschakeling van het volume, gaat de indicator op de VOLUME regelaar continu knipperen. D / en –/+ toetsen De (omhoog) en (omlaag) toetsen veranderen de parameters (of functies) in de modus die gekozen is met behulp van de PARAMETER/SET MENU schakelaar. Met de – en + toetsen kan een afstelling worden gemaakt of een instelling worden veranderd voor een parameter (of functie) die gekozen is met de of toets. E EFFECT ON/OFF toets Schakelt de digitale geluidsveldprocessor (inclusief de Dolby Pro Logic Surround decoder, de Dolby Digital (AC-3) decoder en de DTS decoder) aan en uit. F A/B/C indicators De stand (A, B of C) welke gekozen is met de A/B/C schakelaar wordt in rood aangegeven. G A/B/C schakelaar Deze schakelaar dient enkel te worden gebruikt wanneer de kap van de afstandbediening geopend is. (Deze schakelaar functioneert niet wanneer de kap gesloten is.) Normaal deze schakelaar in stand “A” zetten. Bij de bediening van een Yamaha LD speler met behulp van de CD/LD speler toetsen (2), deze schakelaar in stand “B” zetten. H Ingangskeuzetoetsen Voor het kiezen van de ingangsbron. De TAPE 2 MON toets verschilt in functie van de overige ingangskeuzetoetsen. Deze toets is identiek aan de TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets op het voorpaneel. Zie pagina 23 voor nadere bijzonderheden. I TRANSMIT/LEARN indicator Deze gaat branden wanneer de afstandbediening infrarood signalen uitzendt (wanneer een opdrachttoets wordt ingedrukt). J LIGHT toets Als deze toets wordt ingedrukt, zullen bepaalde toetsen op de afstandbediening gedurende ongeveer 5 seconden verlicht worden. Als deze toets wordt ingedrukt terwijl die toetsen verlicht zijn, zal de toetsverlichting uitgeschakeld worden. Nederlands 9 ON SCREEN displaytoets Verandert de soort display welke de programmanaam en parameters aangeeft of de informatie voor de diverse wijzigingen van instellingen en afstellingen op het aangesloten monitorscherm. Telkens wanneer de toets wordt ingedrukt, verandert het scherm achtereenvolgens in een volledig display, een verkort display en geen display. A RESET knop Opmerking Wanneer u voor de bediening van Yamaha componenten de toetsen gaat gebruiken, deze met de toetsen van uw component vergelijken. Als deze toetsen identiek zijn, zullen de bijbehorende functies hetzelfde zijn. Zie voor de functies van de toetsen de bijbehorende instructie in de bij uw component geleverde bedieningshandleiding. 63 PROGRAMMEREN VAN NIEUWE BEDIENINGSFUNCTIES (bij geopende kap) Dit is een programmeerbare afstandbediening. De toetsen die gearceerd in onderstaande illustratie zijn aangegeven, kunnen geprogrammeerd worden voor het opslaan van bedieningsfuncties van andere afstandbedieningen. Door het inprogrammeren van de toetsfuncties van andere afstandbedieningen, kan dit apparaat vervolgens in plaats van een of meerdere afstandbedieningen gebruikt worden, waardoor de bediening van uw diverse audio en video componenten gemakkelijker wordt. Sommige van de programmeerbare toetsen zijn van oorsprong leeg en andere zijn reeds voorgeprogrammeerd met functies voor de bediening van dit apparaat en overige Yamaha componenten, U kunt onder deze toetsen naar wens nieuwe functies (in plaats van de voorgeprogrammeerde functies) opslaan. * Zie pagina 70 voor de methode van programmeren. * Zie pagina 72 voor het wissen van een geprogrammeerde functie (of alle geprogrammeerde functies). Opmerking Als de geheugencapaciteit van de afstandbediening volledig is benut, is verdere programmering niet mogelijk, ook niet als bepaalde programmeerbare toetsen niet door nieuwe functies bezet zijn. Als u bijvoorbeeld uitsluitend Yamaha codes in deze afstandbediening opslaat, kunnen er in totaal ongeveer 50 functies worden opgeslagen. Sla nieuwe functies op onder de programmeerbare toetsen die voor u van dienst zijn. Toetsen welke drie functies kunnen hebben (1, 2, 3, 4) Van de programmeerbare toetsen kunnen de toetsen genummerd 1–4 in de illustratie links drie functies hebben. Dit is omdat zij beschikken over drie geheugenvelden (A, B en C). (Eén functie per geheugenveld.) U kunt nieuwe functies in geheugenveld B en C opslaan en drie functies op een toets gebruiken door met behulp van de A/B/C schakelaar tussen de drie geheugenvelden over te schakelen. (Op geheugenveld A kunnen geen nieuwe functies geprogrammeerd worden.) 1 * TRANSMIT /LEARN CLEAR LEARN MACRO REC/PAUSE A/B MD/TAPE 1 A 1 TUNER A DIR VCR 1 B STOP B DISC LD TV/DBS 2 VCR 2 A/B/C schakelaar CD Gebruik van deze toetsen: 1. Alvorens een toets te gebruiken, met behulp van de A/B/C schakelaar het geheugenveld A, B of C kiezen van de toets waaronder de functie die u wilt gebruiken is opgeslagen. 2. Druk de toets in. De oorspronkelijke van fabriekswege gemaakte instellingen van deze toetsen is als volgt. C DVD/VCR 3 3 PRESET A/B/C/D/E V-AUX HALL 1 1 JAZZ CLUB 4 HALL 2 CHURCH /EXT. DECODER 2 3 TAPE 2 MON 1 ROCK ENTERCONCERT TAINMENT 4 5 6 PHONO TV CONCERT CONCERT VIDEO 1 VIDEO 2 THEATER 7 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 LEVEL 11 9 / DTS SURROUND EFFECT ON/OFF 12 2 PARAMETER TEST SET MENU SLEEP ON SCREEN SYSTEM POWER ON MASTER VOLUME 3 TV 1 MUTE VCR 4 De stand van de A/B/C schakelaar A B C Voorgeprogrammeerd Leeg Leeg met functies voor de bediening van een Yamaha tapedeck. Voorgeprogrammeerd Voorgeprogrammeerd Leeg met functies voor de met functies voor de bediening van een bediening van een Yamaha CD speler Yamaha LD speler (STOP is leeg). (DISC is leeg). Voorgeprogrammeerd Leeg Leeg met functies voor de bediening van een Yamaha tuner. Voorgeprogrammeerd Voorgeprogrammeerd Voorgeprogrammeerd als de DSP als de DSP als de DSP programmakeuzetoets programmakeuzetoets programmakeuzetoets STANDBY REMOTE CONTROL TRANSMITTER Kap is geopend. * 64 1 : Deze knoppen worden gebruikt voor het programmeren van een nieuwe functie of voor het wissen van een geprogrammeerde functie (of van alle geprogrammeerde functies). Zie pagina 70–72 voor nadere bijzonderheden. Opmerking In het geheugenveld A van alle toetsen kunnen geen nieuwe functies geprogrammeerd worden. Voor het opslaan van nieuwe functies onder deze toetsen, deze in de geheugenvelden B of C opslaan. Lege toetsen (1) Dit zijn lege toetsen. Onder elk van deze toetsen kan een nieuwe functie van een andere afstandbediening geprogrammeerd worden. Bijvoorbeeld, de TV toets is handig voor het opslaan van de functie van de aan/uit schakelaar van uw TV en de VCR toets kan gebruikt worden voor de aan/uit schakelaar van uw videorecorder. Opmerking Als onder een toets die een voorgeprogrammeerde functie heeft een nieuwe functie wordt geprogrammeerd, zal de voorgeprogrammeerde functie niet worden gewist maar buiten werking gesteld worden. Zodra de nieuw geprogrammeerde functie wordt gewist, zal de voorgeprogrammeerde functie weer worden hersteld. (Zie pagina 72 voor informatie betreffende het wissen van een geprogrammeerde functie.) Betreffende de symbolen die op de afstandbediening staan aangegeven Betreffende de verlichting van toetsen Wanneer u een ingangskeuzetoets indrukt, zal deze gedurende ongeveer 3 seconden verlicht worden. Wanneer een ingangskeuzetoets in de groep van een gekozen geheugenveld (A, B of C) wordt ingedrukt, zal het symbool van de toetsengroep (1–3) welke hetzelfde is als het symbool van de gekozen ingangskeuzetoets gedurende ongeveer 3 seconden verlicht worden. Voorbeelden) De symbolen die op de afstandbediening staan aangegeven duiden op functies van de toetsen, ingangsbronnen, enz. Voorbeelden) (tape): (disc): (radio golf): Licht op. Tapedeck, videorecorder, enz. CD speler, LD speler, enz. Tuner, TV/Satelliet tuner, enz. TRANSMIT /LEARN CLEAR LEARN MACRO REC/PAUSE Deze symbolen zijn van dienst bij het opslaan van nieuwe functies. Voorbeelden) • Het geheugenveld B van de toetsen 1 is geschikt voor het opslaan van functies voor de bediening van uw videorecorder. • Het geheugenveld B van de toetsen 3 is geschikt voor het opslaan van functies voor de bediening van uw TV/Satelliet tuner. A/B MD/TAPE 1 A CD Rood (dit geeft aan dat geheugenveld A is gekozen.) TUNER A STOP DIR VCR 1 B D SC B Omgekeerd, wanneer een toets van groep 1–3 wordt ingedrukt, zal het bijbehorende symbool en de ingangskeuzetoets met hetzelfde symbool in de groep van het gekozen geheugenveld gedurende ongeveer 3 seconden verlicht worden. Deze mogelijkheid kan u van dienst zijn als u functies voor de bediening van een ingangsbron onder een groep toetsen gaat opslaan waarvan het symbool oplicht wanneer de bijbehorende ingangskeuzetoets wordt ingedrukt. Nederlands 65 GEBRUIK VAN DE BEDIENINGSREGELTOETSEN (bij gesloten kap) Wanneer de kap van de afstandbediening gesloten wordt, kunt u via het gebruik van de OPERATION CONTROL toetsen de Yamaha componenten inclusief de geprogrammeerde functies gemakkelijk bedienen. TRANSMIT /LEARN TRANSMIT CLEAR REMOTE CONTROL TRANSMITTER LEARN MACRO REC/PAUSE A/B CD TUNER VCR 1 LD TV/DBS MD/TAPE 1 Ingangskeuzetoesten MD/TAPE 1 A CD 1 TUNER A DIR VCR 1 B STOP B DISC LD TV/DBS 2 VCR 2 VCR 2 DVD/VCR 3 DVD/VCR 3 C 3 V-AUX /EXT. DECODER OPERATION CONTROL SYSTEM POWER ON MASTER VOLUME TV MUTE V-AUX 1 OPERATION CONTROL toetsen EFFECT A/B/C/D/E HALL 1 TAPE 2 MON PHONO PRESET VCR JAZZ CLUB HALL 2 CHURCH /EXT. DECODER 2 3 TAPE 2 MON ROCK ENTERCONCERT TAINMENT 4 5 6 PHONO TV CONCERT CONCERT VIDEO 1 VIDEO 2 THEATER 7 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 LEVEL 11 9 / DTS SURROUND EFFECT ON/OFF 12 PARAMETER TEST SET MENU SLEEP ON SCREEN SYSTEM POWER ON MASTER VOLUME TV MUTE VCR STANDBY STANDBY REMOTE CONTROL TRANSMITTER Kap is gesloten Wanneer de kap gesloten is, kunnen de OPERATION CONTROL toetsen gebruikt worden in plaats van de toetsen genummerd 1, 2 en 3 in de illustratie boven. Voor het gebruik van deze toetsen is overschakeling van de A/B/C schakelaar niet nodig. De functies die door de OPERATION CONTROL toetsen worden uitgevoerd, worden bepaald door welke ingangskeuzetoets werd ingedrukt voordat de OPERATION CONTROL toetsen gebruikt werden. 66 Opmerking Wanneer de kap gesloten wordt, zullen de EFFECT, MASTER VOLUME, MUTE, TV en VCR toetsen op dezelfde manier functioneren als wanneer de kap geopend is. * Als de MACRO schakelaar op de zijkant van de afstandbediening op “OFF” is gezet, zullen wanneer de kap gesloten wordt de SYSTEM POWER ON en STANDBY toetsen op dezelfde manier functioneren als wanneer de kap geopend is. Voorbeelden van bedieningsprocedures met behulp van de OPERATION CONTROL toetsen Bediening van een Yamaha CD speler 1. Druk de “CD” ingangskeuzetoets in. 2. Gebruik de OPERATION CONTROL toetsen. (Deze zorgen voor de uitvoering van de functies in geheugenveld A van de toetsen 2.) OPERATION CONTROL Terug naar het voorgaande spoor Bediening van uw videorecorder 1. Druk de “VCR” ingangskeuzetoets in. 2. Gebruik de OPERATION CONTROL toetsen. (Deze zorgen voor de uitvoering van de functies in geheugenveld B van de toetsen 1. Dit geheugenveld is van oorsprong met geen functie voorgeprogrammeerd. U dient de functies die verband houden met de bediening van de videorecorder van te voren in geheugenveld B van de toetsen 1 op te slaan. Weergave OPERATION CONTROL Vooruit naar het volgende spoor Weergave Terugspoelen Snelvooruitspoelen Pauze of stop Pauze of stop Zie onderstaande tabel voor een combinatie van een ingangskeuzetoets en toetsfuncties die door de OPERATION CONTROL toetsen worden uitgevoerd. (Zie ook de tabel op pagina 64.) Gekozen ingangskeuzetoets MD/TAPE 1 CD Toetsfuncties die door de OPERATION CONTROL toetsen worden uitgevoerd Functies in geheugenveld A van toetsen 1 (behalve REC/PAUSE, A/B, DIR A en B) Functies in geheugenveld A van toetsen 2 (behalve STOP, DISC, en ) TUNER Functies in geheugenveld A van toetsen 3 VCR 1 Functies in geheugenveld B van toetsen 1 (behalve REC/PAUSE, A/B, DIR A en B) LD TV/DBS VCR 2 DVD/VCR 3 V-AUX Functies in geheugenveld B van toetsen 2 (behalve STOP, DISC, en ) Functies in geheugenveld B van toetsen 3 Functies in geheugenveld C van toetsen 1 (behalve REC/PAUSE, A/B, DIR A en B) Functies in geheugenveld C van toetsen 2 (behalve STOP, DISC, en ) Functies in geheugenveld C van toetsen 3 Het indrukken van de “TAPE 2 MON” of “PHONO” ingangskeuzetoets heeft geen invloed op de OPERATION CONTROL toetsen. Betreffende de verlichting van toetsen Wanneer een ingangskeuzetoets wordt ingedrukt, zullen de ingedrukte toets en enkel de beschikbare OPERATION CONTROL toetsen (die in de plaats worden gebruikt van de toetsen waaronder de vooringestelde functies of geprogrammeerde functies zijn opgeslagen) gedurende ongeveer 3 seconden verlicht worden. Zo kunt u in een oogopslag zien welke toetsen er beschikbaar zijn. OPERATION CONTROL TUNER Nederlands Opmerkingen • Als de OPERATION CONTROL toetsen gebruikt worden in de plaats van de toetsen waaraan geen functie is toegewezen (leeg), wordt er geen opdracht uitgevoerd. Programmeer volgens uw eigen plan functies van andere afstandbedieningen in een leeg geheugenveld van deze toetsen. (Zie pagina 70 voor de methode van programmeren.) • Als u tijdens weergave van een audio/video component een ander component wilt gebruiken met behulp van de afstandbediening (bijvoorbeeld, als u een band op uw videorecorder wilt terugspoelen terwijl u naar een CD luistert), kunt u de kap van de afstandbediening openen en de A/B/C schakelaar en de bijbehorende toetsen gebruiken. (Als u bij gesloten kap een ingangskeuzetoets indrukt voor het veranderen van de functies van de OPERATION CONTROL toetsen naar de functies voor de bediening van een videorecorder, zal het ingangssignaal van de CD bron die op dat moment wordt afgespeeld geannuleerd worden.) Omgekeerd, wanneer een OPERATION CONTROL toets wordt ingedrukt, zullen alle beschikbare OPERATION CONTROL toetsen en de huidige gekozen ingangskeuzetoets oplichten. 67 MACRO BEDIENING (bij gesloten kap) Voorkeuze-macrotoetsen zijn van fabriekswege reeds met macro’s voorgeprogrammeerd. Als u wilt, kunt u echter de inhoud van een macrotoets veranderen door er een serie gewenste functies onder op te slaan. U kunt in totaal zeven functies onder een macrotoets programmeren. (Zie pagina 71 voor de methode van programmeren.) “Macro” is een opdracht waarmee een serie van meerdere bedieningsstappen wordt aangegeven. De toetsen die in onderstaande illustratie worden aangegeven (als voorkeuze-macrotoetsen) zijn ook met macro’s voorgeprogrammeerd, afgezien van de afzonderlijke functies. Elke macrotoets is zodanig voorgeprogrammeerd dat door het enkel indrukken van deze toets achtereenvolgens diverse functies van de overige toetsen op deze afstandbediening worden uitgevoerd. (Zie de volgende pagina om te weten te komen welke toetsfuncties door het indrukken van elk van de voorkeuze-macrotoetsen achtereenvolgens worden uitgevoerd.) Macro’s kunnen uitsluitend worden gebruikt wanneer de kap gesloten is en de MACRO schakelaar op “SLOW” of “QUICK” is ingesteld. (Als “OFF” is gekozen, kan er geen macro gebruikt worden, ook niet wanneer de kap gesloten is.) Instellen van de MACRO schakelaar OFF: In deze stand kan er geen macrotoets worden gebruikt, ook niet wanneer de kap van de afstandbediening gesloten wordt. QUICK: Wanneer in deze stand een macrotoets wordt ingedrukt, zal elke opdracht met een interval van 0,5 seconden worden verzonden. SLOW: Wanneer in deze stand een macrotoets wordt ingedrukt, zal elke opdracht met een interval van 3 seconden worden verzonden. Voorkeuze-macrotoetsen TRANSMIT /LEARN TRANSMIT CLEAR REMOTE CONTROL TRANSMITTER LEARN MACRO REC/PAUSE A/B MD/TAPE 1 MD/TAPE 1 CD CD A 1 TUNER TUNER VCR 1 A DIR VCR 1 B STOP B DISC LD LD TV/DBS TV/DBS 2 VCR 2 VCR 2 DVD/VCR 3 DVD/VCR 3 C PRESET A/B/C/D/E V-AUX V-AUX HALL 1 /EXT. DECODER 1 TAPE 2 MON JAZZ CLUB CHURCH /EXT. DECODER 2 3 TAPE 2 MON ROCK ENTERCONCERT TAINMENT 4 PHONO HALL 2 5 6 PHONO CONCERT CONCERT TV VIDEO 1 VIDEO 2 THEATER EFFECT 7 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 OPERATION CONTROL 10 SLOW MUTE VCR STANDBY MACRO schakelaar MASTER VOLUME QUICK SYSTEM POWER ON TV OFF MACRO LEVEL 11 68 EFFECT ON/OFF 12 PARAMETER TEST SET MENU SLEEP ON SCREEN SYSTEM POWER ON MASTER VOLUME TV MUTE VCR STANDBY REMOTE CONTROL TRANSMITTER Kap is gesloten (Zet de MACRO schakelaar op “QUICK” of “SLOW”.) 9 / DTS SURROUND Hieronder worden de voorkeuze-macrotoetsen en de toetsfuncties die zij achtereenvolgens uitvoeren aangegeven. (Zie ook de tabel op pagina 64.) Functie van de toets (en geheugenveld) dat geactiveerd wordt wanneer een macrotoets wordt ingedrukt. Macrotoets 1ste (Inschakelen van dit apparaat) 2de (Kiezen van een ingangsbron) 3de (Weergave van een bron) MD/TAPE 1 MD/TAPE 1 “ ” in geheugenveld A van toetsen 1 CD CD “ ” in geheugenveld A van toetsen 2 TUNER TUNER VCR 1 VCR 1 “ ” in geheugenveld B van toetsen 1 LD “ ” in geheugenveld B van toetsen 2 LD SYSTEM POWER ON – – TV/DBS TV/DBS VCR 2 VCR 2 “ ” in geheugenveld C van toetsen 1 DVD/VCR 3 DVD/VCR 3 “ ” in geheugenveld C van toetsen 2 V-AUX V-AUX – TAPE 2 MON TAPE 2 MON – PHONO PHONO – Macrotoets SYSTEM POWER ON Functie van de toets die geactiveerd wordt wanneer een macrotoets wordt ingedrukt. 1ste 2de SYSTEM POWER ON TV 3de VCR – STANDBY – STANDBY • • • Wanneer u eenmaal een macrotoets op dit apparaat heeft ingedrukt, zal dit apparaat de opdracht van een andere toets (ook als deze wordt ingedrukt) niet accepteren, totdat dit apparaat met het uitvoeren van alle opdrachten van de macrotoets gereed is. Houd hiermee rekening vooral wanneer de MACRO schakelaar op “SLOW” ingesteld is. Wanneer u eenmaal een macrotoets heeft ingedrukt, dient u de afstandbediening op de afstandbedieningsensor van het hoofdcomponent gericht te houden totdat de afstandbediening met het overzenden van alle opdrachtsignalen van de macrotoets gereed is. Tijdens het gebruik van de macrofuncties kunt u de OPERATION CONTROL toetsen eveneens gebruiken. Nederlands Opmerkingen • Een toets waaronder geen functie is opgeslagen zal geen opdracht uitvoeren. • Als zich het geval voordoet waarbij de tweede opdracht niet door dit apparaat wordt ontvangen omdat de interne bewerking van de eerste opdracht veel tijd in beslag neemt, de MACRO schakelaar in de stand “SLOW” zetten, of geen functie toevoegen of dezelfde opdracht tussen de eerste opdracht en de volgende opdracht herhalen. • Als u de aan/uit overschakelfunctie van een TV, videorecorder, enz. wilt programmeren als onderdeel van een macroserie, er rekening mee houden dat de huidige stand naar de andere stand wordt overgeschakeld (“aan” naar “uit”, of “uit” naar “aan”). Wanneer u bijvoorbeeld de macrotoets indrukt terwijl de TV, videorecorder, enz. reeds is ingeschakeld, zal de betreffende apparatuur worden uitgeschakeld, alhoewel dit misschien niet uw bedoeling was. 69 PROGRAMMEREN VAN EEN NIEUWE FUNCTIE 1 Plaats deze afstandbediening en de andere afstandbediening zodanig dat deze recht tegenover elkaar liggen. 5 Houd de toets (op de andere afstandbediening) ingedrukt die over de functie beschikt die u wilt opslaan. Deze afstandbediening TV RTS O 1 AD AD 0 1 V U -A O H X P T ES O H X U -A O V N O T C FE F EF / O F ON N T C FE F EF / O F ON P 3 CO IS D 2 6 H M IU RC U CH 9 5 UB ST CL TE ZZ JA 8 ST 3 H RC U CH 9 CO IS 6 B D U CL K OC M 5 IU TV RTS O 4 SP ST 2 1 Andere afstandbediening Ongeveer 5–10 cm 2 TRANSMIT /LEARN CLEAR LEARN MACRO (Indrukken met de punt van een mechanisch potlood, enz. Knippert langzaam * Als er geen bediening plaatsvindt gedurende ongeveer 30 seconden na het indrukken van de LEARN knop, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de huidige modus geannuleerd worden. Als dit gebeurt, deze stap herhalen. 3 Kies indien nodig het geheugenveld met behulp van de A/B/C schakelaar op het zijpaneel van de afstandbediening. Wanneer het programmeren voltooid is, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator uit. U kunt de toets loslaten. De indicator zal dan langzaam beginnen te knipperen. * Als een signaal niet met succes is ontvangen gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en wordt de modus die bestond vóór stap 4 hersteld. Als dit gebeurt, opnieuw beginnen vanaf stap 4. * Als de geheugencapaciteit uitgeput raakt, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen om u te laten weten dat programmeren onmogelijk is en vervolgens zal de modus die ingesteld was voordat u met het programmeren van de nieuwe functies begon hersteld worden. 6 7 Herhaal de stappen 3 – 5 voor het opslaan van meer functies. Druk wanneer u gereed bent met het programmeren de LEARN knop in. CLEAR 4 Druk de toets op deze afstandbediening in waaronder u een nieuwe functie wilt programmeren. Licht op. P 3 CO IS D 2 6 H M IU RC U CH 9 5 UB ST CL TE ZZ JA 8 ST 7 CK RO TV RTS O SP 4 1 AD 0 +1 X U -A V O T C FE F EF /OF ON N O H * Als een toets wordt ingedrukt waaronder geen andere functie geprogrammeerd kan worden, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de huidige modus geannuleerd worden. Als dit gebeurt, deze stap herhalen. * Als er geen bediening plaatsvindt gedurende ongeveer 30 seconden na het indrukken van een toets, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de modus die was ingesteld voordat u begon met het programmeren van de functies hersteld worden. Als dit gebeurt, opnieuw beginnen vanaf stap 2. 70 LEARN MACRO Opmerkingen ● Nieuw geprogrammeerde functies zullen in de plaats komen van eerder geprogrammeerde functies. ● Als er voor het programmeren van een functie geen voldoende ruimte meer in het geheugen beschikbaar is, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen. In dit geval is verdere programmering niet mogelijk, ook niet als bepaalde toetsen niet door functies van andere afstandbedieningen bezet zijn. ● Als u tijdens het programmeren de kap sluit en er vervolgens ongeveer 5 seconden verstrijken, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de modus die bestond voordat u met het programmeren van de functies begon hersteld worden. Als dit gebeurt, opnieuw beginnen vanaf stap 2. Als u echter de kap binnen 5 seconden weer opent, zal de modus die bestond vóór het sluiten van de kap hersteld worden. ● Er kunnen zich af en toe gevallen voordoen waarbij als gevolg van de signaalcodering en modulatie die door de andere afstandbediening wordt gebruikt, deze afstandbediening niet in staat is de signalen van de andere afstandbediening op te nemen. ● Wanneer u de LEARN, MACRO of CLEAR toets of de RESET toets binnen in het batterijvak met een scherp, puntig voorwerp indrukt, er op letten de toetsen niet te beschadigen. Als u een mechanisch potlood gebruikt, er op letten dat de stift niet naar buiten steekt. MAKEN VAN EEN NIEUWE MACRO Onder elke voorkeuze-macrotoets kan in plaats van de voorgeprogrammeerde functies een nieuwe macro worden geprogrammeerd. (Zie pagina 68 om te weten te komen welke toetsen voorkeuze-macrotoetsen zijn.) U kunt in totaal 13 nieuwe macrotoetsen programmeren. Onder een macrotoets kunnen in totaal zeven functies van andere toetsen geprogrammeerd worden. Opmerking Als u een doorlopende opdracht zoals verlaging van het volumeniveau opslaat, zal dit een korte opdracht worden wanneer dit als onderdeel van een macro wordt uitgevoerd. 1 4 TRANSMIT /LEARN CLEAR LEARN MACRO Knippert langzaam * Als er geen bediening plaatsvindt gedurende ongeveer 30 seconden na het indrukken van de MACRO knop, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de modus die was ingesteld voordat u de MACRO knop indrukte hersteld worden. Als dit gebeurt, de MACRO knop nogmaals indrukken. 2 Druk een voorkeuze-macrotoets in waaronder u een nieuwe macro wilt programmeren. CD * Als de zevende toetsfunctie is geprogrammeerd, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de modus die was ingesteld voordat u begon met het programmeren van de functies hersteld worden. (Dit geeft aan dat de toets gereed is met het opslaan van een serie functies als een macro.) Als dit gebeurt, hoeft u de volgende stap niet uit te voeren. 5 Druk wanneer u gereed bent met het programmeren de MACRO knop in. CLEAR LEARN MACRO TRANSMIT /LEARN Licht op. * Als er een andere toets dan een voorkeuze-macrotoets wordt ingedrukt, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de huidige modus geannuleerd worden. Als dit gebeurt, deze stap herhalen. 3 Herhaal stap 3 voor het opslaan van de tweede, de derde en meer functies. U kunt in totaal zeven toetsfuncties in serie als een macro opslaan. Het wordt aanbevolen de nieuwe toetsfuncties die u geprogrammeerd heeft te noteren op de bijgeleverde gebruikersfunctie-stickers en deze op de achterkant van de afstandbediening of op de binnenkant van de kap van de afstandbediening te plakken. Druk een toets in waarvan u de functie als de eerste functie van een nieuwe macro wilt opslaan. A SYSTEM POWER B TRANSMIT /LEARN C * Als een toets wordt ingedrukt waarvan de functie niet als een opdracht van een macro opgeslagen kan worden, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de huidige modus geannuleerd worden. Als dit gebeurt, deze stap herhalen. * Als er ongeveer 30 seconden verstrijken voordat een toets wordt ingedrukt, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de modus die was ingesteld voordat u begon met het programmeren van de functies hersteld worden. Als dit gebeurt, opnieuw beginnen vanaf stap 1. REMOTE CONTROL TRANSMITTER Nederlands Gaat uit. (Wanneer het programmeren voltooid is, licht deze indicator opnieuw op.) Reserve-geheugen Tijdens het vernieuwen van de batterijen zullen alle geprogrammeerde functies bewaard blijven. Als er echter gedurende enkele uren geen nieuwe batterijen geplaatst worden, zullen de geprogrammeerde functies worden gewist en zullen deze opnieuw geprogrammeerd moeten worden. 71 WISSEN VAN GEPROGRAMMEERDE FUNCTIES Wissen van een geprogrammeerde functie 1 Druk voor het wissen van een geprogrammeerde functie de LEARN knop in met behulp van de punt van een mechanisch potlood, enz. Druk de MACRO knop in voor het wissen van de macro die u gemaakt heeft. Wissen van alle geprogrammeerde functies 1 Kies de soort toetsfuncties die u alle wilt wissen met behulp van de MACRO schakelaar op het zijpaneel van de afstandbediening. SLOW QUICK OFF MACRO of TRANSMIT /LEARN CLEAR LEARN MACRO Knippert langzaam 2 Houd met behulp van de punt van een mechanisch potlood, enz. de CLEAR knop ingedrukt. CLEAR LEARN OFF: Kies deze stand als u alle geprogrammeerde functies behalve macro’s wilt wissen. QUICK: Kies deze stand als u alleen alle door u gemaakte macro’s wilt wissen. SLOW: Kies deze stand als u alle geprogrammeerde functies inclusief macro’s wilt wissen. 2 Druk met behulp van de punt van een mechanisch potlood, enz. de CLEAR knop in. TRANSMIT /LEARN MACRO CLEAR 3 Houd de CLEAR knop ingedrukt en houd de toets waarvan u de functie wilt wissen ingedrukt totdat de indicator 3 maal knippert. CD TRANSMIT /LEARN Knippert. Voor het achtereenvolgens wissen van twee of meerdere functies, de ingedrukte CLEAR knop niet loslaten en deze stap herhalen. Opmerking Als u de geprogrammeerde functie van een toets wist, zal de van fabriekswege voorgeprogrammeerde functie van deze toets hersteld worden (behalve de toetsen die van oorsprong niet met een functie voorgeprogrammeerd waren.) LEARN MACRO Knippert langzaam * Als een van de volgende bedieningsstappen wordt uitgevoerd na het indrukken van de CLEAR knop, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de huidige modus geannuleerd worden. Als dit gebeurt, de CLEAR knop nogmaals indrukken. • De MACRO schakelaar is in een andere stand gezet. • Er is een andere toets ingedrukt. • Er vindt gedurende ongeveer 30 seconden geen bediening plaats. 3 Houd de CLEAR knop nogmaals ingedrukt. Houd terwijl u de CLEAR knop ingedrukt houdt de MASTER VOLUME en toetsen gelijktijdig ingedrukt totdat de indicator 7 maal gaat knipperen. TRANSMIT /LEARN MUTE Knippert. 72 STORINGZOEKEN Controleer de volgende punten, indien het apparaat niet normaal functioneert en bepaal of het probleem verholpen kan worden door de eenvoudige hieronder gesuggereerde maatregelen te nemen. Kan het probleem niet worden verholpen, of staat het probleem niet vermeld in de STORINGSINDICATIE kolom, het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact verwijderen en voor verdere hulp contact opnemen met uw erkende YAMAHA dealer of een reparatiedienst. Algemeen STORINGSINDICATIE Het apparaat wordt niet ingeschakeld wanneer de STANDBY/ON schakelaar wordt ingedrukt of wordt spoedig na inschakeling plotseling op de standby functie ingesteld. Het doet zich voor dat dit apparaat niet normaal functioneert. Geen geluid of geen beeld. MOGELIJKE OORZAAK Het netsnoer is niet aangesloten of is niet volledig ingestoken. De IMPEDANCE SELECTOR schakelaar op het achterpaneel is niet nauwkeurig aan een van beide kanten gezet. Er is een invloed van een krachtige storing van buitenaf (bliksem, buitengewoon veel statische elektriciteit, enz.) of een verkeerde bediening van dit apparaat. Verkeerde aansluiting van de uitgangssignaalkabels. De juiste ingangsbron is niet gekozen. Geen beeld Het geluid valt plotseling weg. Er komt geen geluid uit een van de luidsprekers. Geen geluid uit de effect-luidsprekers. Geen geluid uit de voorste effectluidsprekers Slechte lage tonen weergave. De SLEEP timer is in werking getreden. De BALANCE regelaar is verkeerd afgesteld. De kabels zijn verkeerd aangesloten. De EFFECT toets staat uit. Een Dolby Surround (of DTS) decoderingsprogramma wordt gebruikt met materiaal dat niet met Dolby Surround (of DTS) gecodeerd is. De functie “1E. FRONT MIX” in de SET MENU modus is op de stand “ON-5ch” ingesteld. PRO LOGIC/Normal, DOLBY DIGITAL/ Normal of DTS DIGITAL SUR./Normal van het DSP programma Nr. 12 is gekozen. De functie “1A. CENTER SP” in de SET MENU modus is op de stand “NONE” ingesteld. Een van de DSP programma’s Nr. 1 tot Nr. 6 is gekozen. Wanneer het ingangssignaal van de bron 2-kanaal stereo is (analog/PCM). De ingangssignalen van een bron welke gecodeerd is met de Dolby Digital (AC-3) of het DTS hebben geen middenkanaalsignalen. De functie “1D. LFE/BASS OUT” in de SET MENU modus is ingesteld op SWFR of BOTH, alhoewel uw systeem geen subwoofer omvat. De keuze van de uitgangsmodus voor elk kanaal (MAIN, CENTER of REAR) is onjuist. Zet de schakelaar nauwkeurig aan een van beide kanten. Schakel dit apparaat in de standby functie en verwijder de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Na ongeveer 30 seconden de stekker weer in het stopcontact steken, dit apparaat weer inschakelen en opnieuw proberen te bedienen. Sluit de kabels op de juiste wijze aan. Indien het probleem blijft voortbestaan, zijn de kabels mogelijk defect. Kies de juiste ingangsbron met behulp van de INPUT SELECTOR of de TAPE 2 MON/EXT. DECODER toets. Maak de aansluitingen goed vast. Speel een bron af die door dit apparaat kan worden weergegeven. Sluit de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit apparaat aan op de S video ingang van de TV. Stel dit apparaat in op de standby functie en schakel het vervolgens weer in om het beveiligingscircuit terug te stellen. De SLEEP timer uitschakelen. Stel de regelaar in de juiste stand af. Sluit de audiostekkers stevig aan. Indien het probleem blijft voortbestaan, zijn de kabels mogelijk defect. Druk de EFFECT toets in om deze in te schakelen. Gebruik een ander geluidsveldprogramma. Op “OFF-7ch” zetten. Kies een ander programma (of subprogramma). Kies de juiste positie. Kies een ander programma. Nederlands Geen geluid uit de middenluidsprekers. De luidsprekeraansluitingen zitten niet goed vast. Andere digitale signalen dan PCM audio en de Dolby Digital (AC-3) (of het DTS) gecodeerde signalen welke dit apparaat niet kan reproduceren worden door het afspelen van een CD-ROM, enz. in dit apparaat ingevoerd. Er is geen S video aansluiting verbinding tussen dit apparaat en de TV, alhoewel S videosignalen naar dit apparaat worden gezonden. Het beveiligingscircuit werd in werking gesteld als gevolg van kortsluiting, enz. OPLOSSING Sluit het netsnoer stevig aan. Zie de instructies voor de bron die op dat moment wordt weergegeven. Kies de MAIN positie. Zorg er voor dat de keuze van de uitgangsmodus geschikt is voor uw luidsprekersysteem. 73 STORINGSINDICATIE Het geluid “bromt”. Het volumeniveau is laag tijden shet afspelen van een grammofoonplaat. Het volumeniveau kan niet worden verhoogd, of het geluid is vervormd. DSP parameters en bepaalde overige instellingen op deze apparatuur kunnen niet veranderd worden. “INPUT DATA ERROR” verschijnt op de display en er wordt geen geluid weergegeven. Het geluidsveld kan niet worden opgenomen. Het apparaat functioneert niet goed. Een bron kan niet worden opgenomen op een tapedeck of videorecorder die aangesloten is op deze apparatuur. Storing van een TV of tuner in de directe nabijheid. Degradatie van het geluid treedt op tijdens het meeluisteren met behulp van de hoofdtelefoon die is aangesloten op de compact disc speler of het tapedeck welke is aangesloten op dit apparaat. MOGELIJKE OORZAAK De kabels zijn verkeerd aangesloten. Geen verbinding van de platenspeler naar de GND aansluiting. De grammofoonplaat wordt afgespeeld op een platenspeler met een MC element. Het component dat aangesloten is op de MD/TAPE 1 REC aansluitingen van dit apparaat is uitgeschakeld. De functie “9. MEMORY GUARD” in de SET MENU modus staat op “ON”. Er wordt een niet-gestandaardiseerde bron weergegeven of het apparaat dat de bron weergeeft functioneert niet goed. Het is niet mogelijk het geluidsveld op te nemen op een tapedeck dat aangesloten is op de MD/TAPE 1 REC aansluitingen van deze apparatuur. De interne microcomputer is buiten werking geraakt door een elektrische schok van buitenaf (blikseminslag, hoge mate van statische elektriciteit, enz.) of door een stroomtoevoer met lage spanning. De bronapparatuur is enkel tussen digitale aansluitingen aangesloten op deze apparatuur. Deze apparatuur bevindt zich te dicht bij de storing veroorzakende apparaten. Dit apparaat is op de standby functie ingesteld. OPLOSSING Sluit de audiostekkers stevig aan. Indien het probleem blijft voortbestaan, zijn de kabels mogelijk defect. Maak de GND verbinding tussen de platenspeler en dit apparaat. De platenspeler dient aangesloten te worden op dit apparaat via de MC hoofversteker. Schakel de stroom toevoer naar het component in. Op “OFF” zetten. Controleer de bron of schakel het apparaat dat de bron weergeeft uit en schakel het vervolgens weer in. Trek de stekker uit het stopcontact en steek de stekker na ongeveer 1 minuut weer in. Breng verdere aansluiting tot stand tussen de analoge aansluitingen. Plaats deze apparatuur verder van de storing veroorzakende apparaten vandaan. Schakel de stroomtoevoer naar deze apparatuur in. Afstandbediening STORINGSINDICATIE De afstandbediening werkt niet. De afstandbediening werkt niet goed. Programmering kan niet met succes plaatsvinden. (De TRANSMIT/LEARN indicator licht niet op of knippert niet.) Doorlopend werkende functies zoals volume worden geprogrammeerd, maar werken slechts voor een kort moment alvorens te stoppen. 74 MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING De batterijen van deze afstandbediening zijn zwak. Vervang de batterijen door nieuwe en druk de RESET knop op de afstandbediening in. De interne microcomputer “valt stil”. Druk de RESET knop op de afstandbediening in. Verkeerde afstand of hoek. De afstandbediening zal functioneren tot een maximum afstand van 6 meter en tot een hoek van niet meer dan 30° ten opzichte van het voorpaneel. De afstandbediening-sensor van het hoofdcomponent wordt belicht door direct invallend zonlicht of een andere lichtbron (fluorescerende lamp of neonlamp, enz.). Verander de opstelling van het hoofdcomponent. De interne microcomputer “valt stil”. Druk de RESET knop op de afstandbediening in. De batterijen van deze afstandbediening en/of de andere afstandbediening zijn zwak. Vervang de batterijen (en druk de RESET knop voor deze afstandbediening in). De afstand tussen de beide afstandbedieningen is te groot of te klein. Plaats de afstandbedieningen op juiste afstand van elkaar. De signaalcodering of modulatie van de andere afstandbediening is niet uitwisselbaar met deze afstandbediening. Programmeren is niet mogelijk. De geheugencapaciteit is vol. Verdere programmering is niet mogelijk zonder het wissen van niet noodzakelijke opdrachten. De interne microcomputer “valt stil”. Druk de RESET knop op de afstandbediening in. Het programmeringsproces is niet voltooid. Zorg er voor de functietoets op de andere afstandbediening ingedrukt te houden totdat de TRANSMIT/LEARN indicator langzaam begint te knipperen. Bij het weergeven van een bron die gecodeerd is met het DTS: MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING De afspeelapparatuur die de bron weergeeft is niet aangesloten op een digitale audiosignaalingang van dit apparaat. De afspeelapparatuur die de bron weergeeft moet worden aangesloten op een digitale audiosignaalingang van dit apparaat naast de verbindingen met de analoge audiosignaalaansluitingen. De “ANALOG” ingangsfunctie is gekozen op dit apparaat. Kies een juiste ingangsfunctie op dit apparaat zodat de DTS decoder die in dit apparaat is ingebouwd wordt ingeschakeld. Een percussiegeluid is hoorbaar wanneer u een bron die gecodeerd is met het DTS begint weer te geven. Als de “AUTO” ingangsfunctie is gekozen, is het mogelijk dat, afhankelijk van bepaalde bronnen, er zich gevallen voordoen waarbij er storende geluiden hoorbaar zijn terwijl dit apparaat het formaat van het ingangssignaal identificeert. Stel de ingangsfunctie van de huidige gekozen ingangsbron in op “DTS”. Er wordt geen geluid weergegeven wanneer u een bron weergeeft die gecodeerd is met het DTS, alhoewel de “AUTO” of “DTS” ingangsfunctie op dit apparaat is gekozen. De DTS decoder die in dit apparaat is ingebouwd functioneert niet omdat de afspeelapparatuur een digitale volumeregelaar heeft en deze in een andere stand dan “maximum”, “neutraal”, of “ineffectief” is gezet. Stel de digitale volumeregelaar van de afspeelapparatuur in op de stand “maximum”, “neutraal”, of “ineffectief”. Er wordt geen geluid weergegeven wanneer u een MD weergeeft waarop u een bron heeft opgenomen die met het DTS gecodeerd is. Een bron die gecodeerd is met het DTS kan niet op een MD worden opgenomen. Er wordt geen geluid weergegeven wanneer u een DAT weergeeft waarop u een bron heeft opgenomen die met het DTS gecodeerd is. Afhankelijk van het DAT deck kan een bron die gecodeerd is met het DTS niet op een DAT worden opgenomen. Er wordt geen geluid weergegeven wanneer u een bron weergeeft (CD enz.) alhoewel de huidige gekozen ingangsmodus “AUTO” is. In de “AUTO” modus kan de DTSdecodeermodus niet automatisch in de normale (PCM) digitale signaalingangsmodus veranderd worden. STORINGSINDICATIE Er is een luid sissend geluid hoorbaar wanneer u een bron weergeeft die gecodeerd is met het DTS. Druk de INPUT MODE toets op het voorpaneel in of de ingangskeuzetoets (voor de huidige gekozen bron) op de afstandbediening in zodat “PCM” op de display verschijnt. Opmerkingen • Voor het weergeven van een bron die gecodeerd is met het DTS is het gebruik van een DTS decoder noodzakelijk, zodat de afspeelapparatuur welke een bron weergeeft aangesloten moet worden op een digitale audiosignaalingang van dit apparaat, op de manier zoals beschreven in deze handleiding. Als deze verbinding niet wordt gemaakt of enkel een D/A omzetter wordt gebruikt zonder het gebruik van een DTS decoder, zal er wanneer u een bron weergeeft enkel een luid sissend geluid hoorbaar worden. • Als u tijdens het weergeven van een bron die gecodeerd is met het DTS gebruik maakt van een zoekfunctie (of verspringfunctie, enz.), zal de “PCM” indicator oplichten op de display. Dit gebeurt omdat dit apparaat automatisch van de DTS-decodeermodus overgaat naar de normale (PCM) digitale signaalingangsmodus om te voorkomen dat er storingsgeluiden voortgebracht worden. • Een bron die gecodeerd is met het DTS kan niet worden opgenomen op analoge audio- en videobanden, en ook kunnen analoge banden die opgenomen zijn met een bron de gecodeerd is met het DTS niet weergegeven worden. Hetzelfde resultaat wordt verkregen voor MD’s en DAT’s (afhankelijk van het DAT deck dat voor opname en/of weergave gebruikt wordt). Nederlands 75 SPECIFICATIES Minimum RMS uitgangsvermogen per Kanaal (Wanneer beide kanalen worden aangedreven) MAIN L/R (20 Hz tot 20 kHz, 0,015% Totale Harmonische Vervorming, 8Ω) ........................................... 110W+110W CENTER (20 Hz tot 20 kHz, 0,015% Totale Harmonische Vervorming, 8Ω) ....................................................... 110W REAR L/R (20 Hz tot 20 kHz, 0,015% Totale Harmonische Vervorming, 8Ω) .............................................110W+110W FRONT L/R (1 kHz, 0,05% Totale Harmonische Vervorming, 8Ω) .................................................35W+35W Maximaal Vermogen [Alleen modellen voor China en Algemene modellen] 1 kHz, 10% Totale Harmonische Vervorming, 6Ω (Wanneer beide kanalen worden aangedreven) MAIN L/R ........................................................150W+150W CENTER ....................................................................150W REAR L/R .......................................................150W+150W FRONT L/R.........................................................45W+45W Uitgangsniveau/Impedantie REC OUT...................................................... 150 mV/1,5 kΩ PRE OUT MAIN, CENTER, REAR, FRONT ....................... 1V/1,2 kΩ SUBWOOFER (SPLIT L, R) (EFFECT OFF) ........................................................................ 1,2V/1,2 kΩ SUBWOOFER (MONO) (EFFECT OFF) ........... 2V/1,2 kΩ Maximum uitgangsspanning (20 Hz tot 20 kHz, 1% Totale Harmonische Vervorming) PRE OUT (MAIN L/R) ...................................... Meer dan 3V Nominaal Uitgangsvermogen/Impedantie van Hoofdtelefoon-ingang Uitgangsniveau (CD/TUNER/MDzTAPE 1/TAPE 2/LD/TVzDBS/VCR 1 /VCR 2/DVDzVCR 3/VIDEO AUX Ingangsvermogen: 50 mV, RL=8Ω) ........................................................... 0,2V Impedantie .................................................................. 100Ω Dynamische Vermogen per Kanaal (IHF Meetmethode voor Vrij Dynamisch Bereik) [Alleen modellen voor U.S.A., Canada, China en Algemene modellen] MAIN L/R (8Ω/6Ω/4Ω) (Wanneer beide kanalen worden aangedreven) ................................................................ 150W/180W/240W Frekwentiebereik (20 Hz tot 20 kHz) CD/TUNER/MDzTAPE 1/TAPE 2/LD/TVzDBS/VCR 1 /VCR 2/DVDzVCR 3/VIDEO AUX naar MAIN L/R SP OUT .............................................................................. 0±0,5 dB Vrij Dynamisch Bereik [Alleen modellen voor U.S.A., Canada, China en Algemene modellen] MAIN L/R (8Ω) ............................................................. 1,3 dB Totale Harmonische Vervorming (20 Hz tot 20 kHz) CD/TUNER/MDzTAPE 1/TAPE 2/LD/TVzDBS/VCR 1 /VCR 2/DVDzVCR 3/VIDEO AUX naar PRE OUT (MAIN L/R), 1V ................................................. Minder dan 0,005% PHONO MM naar REC OUT, 3V............. Minder dan 0,01% MAIN IN naar SP OUT (MAIN L/R, CENTER), 40W/8Ω ............................................................... Minder dan 0,005% MAIN IN naar SP OUT (MAIN L/R, CENTER), 50W/6Ω ............................................................... Minder dan 0,008% DIN Standaard Uitgangsvermogen per Kanaal [Alleen modellen voor Europa en Groot-Brittannië] MAIN L/R (1 kHz, 0,7% Totale Harmonische Vervorming, 4Ω) (Wanneer beide kanalen worden aangedreven) ......... 180W IEC Vermogen [Alleen modellen voor Europa en GrootBrittannië] MAIN L/R (1 kHz, 0,015% Totale Harmonische Vervorming, 8Ω) (Wanneer beide kanalen worden aangedreven) ........ 120W Dempingsfactor MAIN L/R, CENTER (20 Hz tot 20 kHz, 8Ω) ....................................................................... Meer dan 200 Ingangsgevoeligheid/Impedantie (100W/8 ohm) CD/TUNER/MDzTAPE 1/TAPE 2/LD/TVzDBS/VCR 1 /VCR 2/DVDzVCR 3/VIDEO AUX................... 150 mV/47 kΩ PHONO MM.....................................................2,5 mV/47 kΩ MAIN IN ..................................................................1V/47 kΩ Maximum Ingangssignaalniveau (1 kHz, 0,05% Totale Harmonische Vervorming, EFFECT ON) CD/TUNER/MDzTAPE 1/TAPE 2/LD/TVzDBS/VCR 1 /VCR 2/DVDzVCR 3/VIDEO AUX .................................. 2,3V PHONO MM ............................................................ 130 mV 76 RIAA Balans Afwijking (20 Hz tot 20 kHz) PHONO MM ............................................................0±0,5 dB Signaal/Ruis Verhouding (IHF-A Netwerk) CD/TUNER/MDzTAPE 1/TAPE 2/LD/TVzDBS/VCR 1 /VCR 2/DVDzVCR 3/VIDEO AUX (Ingangssignaal kortgesloten 150 mV) (EFFECT OFF) ....... Meer dan 96 dB PHONO MM (Ingangssignaal kortgesloten 5 mV) (EFFECT OFF).............................................Meer dan 86 dB Reststoring (IHF-A Netwerk) MAIN L/R SP OUT ................................. Minder dan 150 µV Kanaalscheiding (Vol. –30 dB) CD/TUNER/MDzTAPE 1/TAPE 2/LD/TVzDBS/VCR 1 /VCR 2/DVDzVCR 3/VIDEO AUX Kortgesloten 5,1 kΩ Begrensd (EFFECT OFF) 1 kHz/10 kHz ................................. Meer dan 70 dB/60 dB PHONO MM Ingangssignaal kortgesloten (EFFECT OFF) 1 kHz/10 kHz ...................................Meer dan 70 dB/60 dB Karakteristieken van Klankregeling BASS Versterking/afsluiting ................................. ±10 dB (50 Hz) Omzetfrekwentie .................................................... 350 Hz TREBLE Versterking/afsluiting ............................... ±10 dB (20 kHz) Omzetfrekwentie ................................................... 3,5 kHz Grafische Equalizer van het Middenkanaal Frekwentie ................... 100 Hz/300 Hz/1 kHz/3 kHz/10 kHz Versterking/afsluiting .................................................. ±6 dB Q ..................................................................................... 0,7 Stroomverbruik [Modellen voor U.S.A., Europa, Groot-Brittannië, Australië, China en Algemene modellen] .....................500W [Modellen voor Canada] .................................500W, 650 VA Lage Tonen Uitbreiding (MAIN L/R) ............... +6 dB (70 Hz) Netspanningsuitgangen (AC OUTLETS) 2 geschakelde netspanningsaansluitingen [Modellen voor U.S.A.] ...........Max. totaal vermogen 120W [Modellen voor Canada, China en Algemene modellen] .............................................. Max. totaal vermogen 100W 1 geschakelde netspanningsaansluiting [Modellen voor Europa, Groot-Brittannië en Australië] .............................. Max. totaal vermogen 100W 1 niet-geschakelde uitgang [Modellen voor U.S.A. en Canada] ...............................................Max. totaal vermogen 180W [Algemene modellen en modellen voor China] ...............................................Max. totaal vermogen 200W Filterkarakteristieken (Laag-doorlaatfilter) SUBWOOFER (fc = 90 Hz) ................................. 24 dB/oct. CINEMA Equalizer High-shelving filter Frekwentie ......................................... 1,0 kHz tot 12,7 kHz Versterking/afsluiting ................................. –9 dB tot +6 dB Parametrische equalizer Frekwentie ........................................ 1,0 kHz tot 12,7 kHz Versterking/afsluiting ................................ –9 dB tot +6 dB Q ................................................................................. 1,85 Audio-demping ........................................................... –20 dB Video-gedeelte Video-signaaltype [Modellen voor U.S.A. en Canada] ............................NTSC [Modellen voor Europa, Groot-Brittannië en Australië] .................................................................................... PAL [Algemene modellen en modellen voor China] ...........................................................................NTSC/PAL Video-signaalniveau .......................................... 1 Vp-p/75Ω S-Video-signaalniveau Y ...................................................................... 1 Vp-p/75Ω C .............................................................. 0,286 Vp-p/75Ω Maximum ingangsniveau ....................... Meer dan 1,5 Vp-p Signaal/ruis verhouding .............................. Meer dan 50 dB Monitor-uit frekwentierespons ........ 5 Hz tot 10 MHz, –3 dB Afmetingen (L x H x B) [Modellen voor U.S.A, Canada, Europa, Groot-Brittannië en Australië] ...................................... 435 x 190,5 x 473 mm [Algemene modellen en modellen voor China (zonder zijpanelen)]........................... 435 x 190,5 x 473 mm [Algemene modellen en modellen voor China (met zijpanelen)]................................ 473 x 190,5 x 473 mm Gewicht [Modellen voor U.S.A, Canada, Europa, Groot-Brittannië en Australië] .............................................................. 23,0 kg [Algemene modellen en modellen voor China (zonder zijpanelen)] .................................................. 23,0 kg [Algemene modellen en modellen voor China (zonder zijpanelen)] .................................................. 25,0 kg Toebehoren...................................................Afstandbediening Spanningsvereisten [Modellen voor U.S.A. en Canada] .....................................................120V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor Europa en Groot-Brittannië] .....................................................230V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor Australië]..............240V, 50 Hz wisselstroom [Algemene modellen en modellen voor China] ...........................110/120/220/240V, 50/60 Hz wisselstroom Batterijen Gebruikersfunctie-stickers * Alle specificaties zijn onder voorbehoud en kunnen zondere nadere kennisgeving worden gewijzigd. Nederlands 77
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435
  • Page 436 436
  • Page 437 437
  • Page 438 438
  • Page 439 439
  • Page 440 440
  • Page 441 441
  • Page 442 442
  • Page 443 443
  • Page 444 444
  • Page 445 445
  • Page 446 446
  • Page 447 447
  • Page 448 448
  • Page 449 449
  • Page 450 450
  • Page 451 451
  • Page 452 452
  • Page 453 453
  • Page 454 454
  • Page 455 455
  • Page 456 456
  • Page 457 457
  • Page 458 458
  • Page 459 459
  • Page 460 460
  • Page 461 461
  • Page 462 462
  • Page 463 463
  • Page 464 464
  • Page 465 465
  • Page 466 466
  • Page 467 467
  • Page 468 468
  • Page 469 469
  • Page 470 470
  • Page 471 471
  • Page 472 472
  • Page 473 473
  • Page 474 474
  • Page 475 475
  • Page 476 476
  • Page 477 477
  • Page 478 478
  • Page 479 479
  • Page 480 480
  • Page 481 481
  • Page 482 482
  • Page 483 483
  • Page 484 484
  • Page 485 485
  • Page 486 486
  • Page 487 487
  • Page 488 488
  • Page 489 489
  • Page 490 490
  • Page 491 491
  • Page 492 492
  • Page 493 493
  • Page 494 494
  • Page 495 495
  • Page 496 496
  • Page 497 497
  • Page 498 498
  • Page 499 499
  • Page 500 500
  • Page 501 501
  • Page 502 502
  • Page 503 503
  • Page 504 504
  • Page 505 505
  • Page 506 506
  • Page 507 507
  • Page 508 508
  • Page 509 509
  • Page 510 510
  • Page 511 511
  • Page 512 512
  • Page 513 513
  • Page 514 514
  • Page 515 515
  • Page 516 516
  • Page 517 517
  • Page 518 518
  • Page 519 519
  • Page 520 520
  • Page 521 521
  • Page 522 522
  • Page 523 523
  • Page 524 524
  • Page 525 525
  • Page 526 526
  • Page 527 527
  • Page 528 528
  • Page 529 529
  • Page 530 530
  • Page 531 531
  • Page 532 532
  • Page 533 533
  • Page 534 534
  • Page 535 535
  • Page 536 536
  • Page 537 537
  • Page 538 538
  • Page 539 539
  • Page 540 540
  • Page 541 541
  • Page 542 542

Yamaha DSP-A1 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding