Bauknecht AWM 1200 NL de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

45
GEBRUIKERSHANDLEIDING NL
VOOR HET EERSTE GEBRUIK:
•BELANGRIJK: DE AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE AANDACHTIG
DOORLEZEN.
BELANGRIJK:
VERWIJDER DE TRANSPORTSCHROEVEN EN DE TRANSPORTSTEUN.
Eerste wasprogramma zonder wasgoed:
1.
De waterkraan/kranen opendraaien.
2.
De kleppen van de trommel sluiten.
3.
Een beetje wasmiddel (ongeveer 30 ml) in het doseerbakje voor wasmiddel doen .
4.
De wasmachine sluiten.
5.
Een kort wasprogramma en een lage centrifugeersnelheid kiezen (zie de
programmatabel).
6.
Het apparaat inschakelen.
Op deze manier worden eventuele resten verwijderd van het water dat in de fabriek gebruikt
is om de machine te testen.
NORMAAL GEBRUIK:
1.
De waterkraan/kranen opendraaien.
2.
Het wasgoed op textielsoort en kleur sorteren en de wasmachine vullen.
3.
De kleppen van de trommel sluiten.
4.
Het wasmiddel en eventuele nabehandelingsproducten in het bakje doen.
5.
De wasmachine sluiten.
6.
Het programma, de temperatuur, de centrifugeersnelheid en de extra functies selecteren.
7.
Het apparaat inschakelen.
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door om alle functies van uw wasmachine
te leren kennen.
46
NL INHOUD
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
PAGINA
47
DE WASMACHINE MET TOEBEHOREN
PAGINA
50
MILIEUTIPS
PAGINA
51
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
PAGINA
51
TRANSPORT / BEHANDELING
PAGINA
51
VOORBEREIDING VAN HET WASGOED
PAGINA
52
WASMIDDEL EN
NABEHANDELINGSPRODUCTEN
PAGINA
53
VERVEN EN BLEKEN
PAGINA
53
STIJVEN
PAGINA
53
HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN VERWIJDEREN
PAGINA
54
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
PAGINA
54
REINIGING EN ONDERHOUD
PAGINA
55
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
PAGINA
57
KLANTENSERVICE
PAGINA
58
47
HET APPARAAT UITPAKKEN
1.
Snijd de krimpfolie open en verwijder hem.
2.
Verwijder de beschermingen aan de bovenkant en op de
hoeken.
3.
Verwijder de bodembescherming door het apparaat
te kantelen en op een van de hoeken van de
achterkant te laten rusten.
4.
Open de afdekking terwijl u deze enigszins naar
beneden duwt en beweeg tegelijkertijd de handgreep.
Verwijder het polystyreen kussen.
5.
Trek de lichtblauwe beschermfolie van het paneel
(afhankelijk van het model).
VERWIJDEREN VAN DE
TRANSPORTSCHROEVEN EN DE
TRANSPORTSTEUN
De wasmachine is uitgerust met de transportschroeven
en de transportsteun om interne beschadigingen tijdens
het transport te voorkomen.
Voordat u de wasmachine in gebruik neemt, MOET de
transportsteun aan de achterkant worden verwijderd.
1.
Draai de twee schroeven
A
en de vier schroeven
B
los
met een schroevendraaier met platte kop of met een
schroevendraaier voor zeskantmoeren nr. 8.
2.
Verwijder de transportsteun.
3.
Breng de vier externe schroeven
B
weer aan en draai
ze vast.
4.
Trek de twee stoppluggen
C
van de slanghouder en
klem ze in de openingen
D
van de machine.
Opmerking:
vervoer de machine bij latere verplaatsingen
altijd rechtop.
INSTALLATIE
Plaats het apparaat op een stabiele en vlakke
ondergrond, dicht bij de aansluitingen voor elektriciteit,
watertoevoer en waterafvoer.
Controleer of alle pootjes stevig op de vloer rusten en
controleer of de wasmachine exact horizontaal staat
(gebruik hiervoor een waterpas).
Indien de vloer onregelmatig is, de pootjes bijstellen
(zet geen stukken hout, karton en dergelijke onder de
pootjes).
Het apparaat kan worden geïnstalleerd in een ruimte
van 40 cm breed en 63 cm diep.
Opmerking:
indien u het apparaat op een tapijt
installeert, is het belangrijk te voorkomen dat de
openingen aan de onderkant van het apparaat
geblokkeerd worden.
AANPASSEN VAN HET APPARAAT
1.
Het apparaat naar de bedrijfsplaats verplaatsen:
Trek met de hand aan de hendel onder aan de voorkant
(niet op alle modellen standaard aanwezig) en trek hem
met de voet in de vervoersstand. Duw de hendel na
afloop terug in de oorspronkelijke, stabiele stand. De
pootjes aan de voorkant kunnen worden aangepast om
het apparaat horizontaal te zetten.
2.
Draai de tegenmoer met een sleutel los.
3.
Stel de pootjes met de hand in.
4.
Draai de tegenmoer, tegen de klok in, vast tegen de
wasmachine.
BELANGRIJK:
start het apparaat niet terwijl het op de
rollen staat.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
48
WATERTOEVOER
Watertoevoer: uitsluitend koud water
Kraan: 3/4" schroefdraadaansluiting
voor slang
Druk: 10-100 N/cm² (1-10 bar).
Indien het apparaat geïnstalleerd wordt in een
ruimte waarin extreem lage temperaturen
voorkomen, dient u na elk wasprogramma het
water af te voeren. Volg de aanwijzingen uit het
hoofdstuk Afvoeren van het restwater op en
sluit de watertoevoerslang af.
WATERTOEVOERSLANG(EN)
1.
Plaats het bijgeleverde filter in de aansluiting
tussen de toevoerslang en de kraan.
2.
Schroef de toevoerslang met zorg vast aan
de kraan, bij voorkeur met de hand. Let erop
dat de slang niet geknikt of afgekneld is.
3.
Controleer of de kraan en de aansluitingen
van het apparaat niet lekken door de kraan
volledig open te draaien.
Indien de slang te kort is, deze vervangen
door een drukslang (min. 10 bar, conform de
norm EN 50065) van de juiste lengte.
De wasmachine kan zonder terugslagklep
worden aangesloten.
Houd u aan de voorschriften van uw
waterleidingbedrijf.
WATERSTOP ANTI-
OVERSTROMINGSSYSTEEM
(afhankelijk van het model)
:
Draai de schroefdraadaansluiting met het
filter in de wartelmoer op de waterkraan.
Open de waterkraan volledig en controleer of
het aansluitpunt waterdicht is.
Het apparaat mag niet worden aangesloten
op de mengkraan van een waterverwarmer
die niet onder druk staat!
De toevoerslang (zie pijl
C
) en de plastic
doos van de wateraansluiting bevatten
elektrische onderdelen.
De slang niet doorsnijden en de plastic doos
niet onderdompelen in water.
Bij beschadiging van de slang het apparaat
onmiddellijk van het elektriciteitsnet
afkoppelen.
Indien de slang niet lang genoeg is, deze
vervangen door een Water Stop slang met een
lengte van 3 meter (verkrijgbaar bij de
klantenservice of uw handelaar). Deze handeling
mag uitsluitend door een gekwalificeerd
elektricien worden uitgevoerd.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
C
49
AFVOERSLANG
Aansluiting van de afvoerslang op de waterafvoer.
1.
Haal de afvoerslang van de slangaansluitingen
rechts en links, zie
A
in de afbeelding.
Belangrijk:
Haal de afvoerslang NIET uit de klem links, zie
B
in de
afbeelding, anders bestaat er gevaar voor lekkage
(verbrandingen door heet water).
2.
Sluit het bijgeleverde elleboogstuk (in de trommel)
aan op het vrije uiteinde van de afvoerslang.
3.
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of haak hem
met het elleboogstuk aan de rand van een wasbak
of badkuip.
Normale wastafels zijn voor dit doel niet geschikt.
De rand van de wasbak mag zich niet meer dan
100 centimeter boven de vloer bevinden.
4.
Indien het nodig is een verlengstuk te gebruiken,
een slang van hetzelfde type gebruiken en de
aansluitpennen vastzetten met klemmen.
Max. lengte van de afvoerslang: 2,50 m.
Max. afvoerhoogte (elleboogstuk) 100 cm.
Min. afvoerhoogte: 55 cm.
Belangrijk:
Let erop dat er geen knikken in de afvoerslang
zitten en neem maatregelen om te voorkomen dat
de slang valt terwijl het apparaat werkt.
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Houd u aan de plaatselijke voorschriften voor
elektrische aansluitingen.
Het apparaat mag uitsluitend op het elektriciteitsnet
worden aangesloten door middel van een
stopcontact dat overeenkomstig de geldende
verordeningen geaard is. Het is wettelijk verplicht de
apparatuur te aarden. De fabrikant aanvaardt geen
enkele aansprakelijkheid voor schade aan
voorwerpen of voor letsel aan personen of dieren
die/dat direct of indirect veroorzaakt is door het niet
in acht nemen van deze voorschriften.
De gegevens met betrekking tot de spanning, het
opgenomen vermogen en de benodigde beveiliging
staan op de achterkant van het apparaat.
De elektriciteitskabel mag, indien nodig, uitsluitend
door een gekwalificeerde elektricien worden
vervangen.
De wasmachine voldoet aan de Europese
veiligheidsvoorschriften, EG-Richtlijn
93/68/EEG en norm EN 60555.
Gebruik geen verlengingen of meervoudige
stopcontacten.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
1.
Afdekking
2.
Doseerbakje afwasmiddel
3.
Kleppen van de trommel
4.
Pomp en filter voor vreemde voorwerpen
5.
Vervoershendel (afhankelijk van het model)
6.
Sticker klantenservice (aan de achterkant van het deurtje van het filter voor vreemde voorwerpen).
DE WASMACHINE MET TOEBEHOREN
50
51
Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is 100% recyclebaar
en draagt het recyclingssymbool.
Apparaat
Het apparaat is vervaardigd van
herbruikbaar materiaal. Volg de plaatselijk
geldende regels wanneer u het apparaat
afdankt.
Verwijder de stekker en snijd de
voedingskabel van het apparaat door
voordat u het afdankt, zodat het niet meer op
het elektriciteitsnet kan worden aangesloten.
Milieutips
-
Was voor zover mogelijk altijd met een volle
trommel (afhankelijk van het programma),
om water en energie te sparen.
-
Voor licht tot normaal vervuild wasgoed een
programma zonder voorwas gebruiken.
-
Gebruik bij licht vervuild wasgoed een
programma met lage temperatuur of een kort
wasprogramma.
-
Gebruik een extra functie voor energie
besparen (zie programmatabel) bij weinig en
licht vervuild wasgoed en verminder de
hoeveelheid wasmiddel.
-
Indien u het wasgoed in een wasdroger wilt
drogen, raden wij u aan het op de hoogste
snelheid te centrifugeren (afhankelijk van het
type wasgoed). De droger verbruikt dan
minder energie.
-
Overschrijd de door de fabrikant aangegeven
doseringen niet.
-
Gebruik alleen vlekkenmiddelen indien dit
echt noodzakelijk is.
De wasmachine voldoet aan de Europese
veiligheidsvoorschriften en aan de EG-
Richtlijn 93/68/EEG en norm EN 60555.
Gebruik het apparaat uitsluitend voor de
huishoudelijke was en voor de aangegeven
doeleinden.
Zorg ervoor dat de installatie en de
aansluiting op het elektriciteitsnet en de
waterleiding overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant en de
plaatselijke veiligheidsvoorschriften zijn
verricht (raadpleeg Aanwijzingen voor de
installatie).
Haal altijd de stekker uit het stopcontact
alvorens reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden te verrichten.
Schakel het apparaat uit en draai de kraan/
kranen dicht wanneer de machine niet in
gebruik is.
Forceer de afdekking niet bij het openen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen of
in de trommel klimmen.
Het verpakkingsmateriaal kan gevaarlijk zijn
voor kinderen: houd al het
verpakkingsmateriaal (plastic zakken,
polystyreen enzovoort) buiten bereik van
kinderen.
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de kraan/kranen dicht.
3.
Verwijder de watertoevoer- en afvoerslang.
4.
Laat het restwater uit de slangen en de
wasmachine wegstromen (zie Afvoeren van het
restwater). Zorg ervoor dat het water voldoende
is afgekoeld, om ongelukken te voorkomen.
5.
Vervoer de wasmachine rechtop.
MILIEUTIPS
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
TRANSPORT / BEHANDELING
52
1. Sorteer het wasgoed op:
Textielsoort / symbool op het etiket
Katoen, gemengde weefsels, synthetische
weefsels, wol, textiel dat met de hand
gewassen moet worden.
Kleur
Witte en bonte was scheiden. Nieuw, gekleurd
wasgoed de eerste keer apart wassen.
Afmetingen
Was stukken van verschillende afmetingen
samen voor betere wasresultaten en een
optimale verdeling van de belading in de
trommel.
Tere weefsels
Teer wasgoed apart wassen. gebruik een
speciaal programma voor zuiver scheerwol ,
gordijnen en andere tere weefsels. Haal de
ringen van de gordijnen of doe de gordijnen
met ringen in een katoenen zak. Gebruik het
speciale programma voor de handwas. Was
kleine stukken zoals kousen, riemen of stukken
met haakjes (bijvoorbeeld bh's) in speciale
katoenen waszakken of in kussenslopen met
ritssluiting.
2. Maak de zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden en dergelijke
kunnen het wasgoed, de trommel en het
waterreservoir beschadigen.
3. Sluitingen
Doe ritssluitingen, knopen of haken dicht;
knoop de uiteinden van ceintuurs bijeen.
WASSEN EN BEHANDELEN VAN ZIJDE
EN ANDER TEXTIEL DAT MET DE HAND
GEWASSEN MOET WORDEN
Wassen
(afhankelijk van het model)
:
Om te zorgen dat tere weefsels met zorg
behandeld worden, heeft dit programma geen
centrifugeercyclus.
Indien u de functie "Spoelstop" kiest, het
wasgoed niet te lang in het spoelwater laten
staan. Het verdient aanbeveling deze functie
bij dit programma niet te gebruiken.
Drogen en strijken:
Leg het kledingstuk op een handdoek, zodat
het teveel aan water zonder wringen wordt
opgenomen (duw het kledingstuk voorzichtig
tegen de handdoek).
Zijden kleding nooit in direct zonlicht laten drogen.
Het stuk binnenstebuiten strijken als dit nog
licht vochtig is.
Geen water op het wasgoed spuiten en geen
stoomstrijkijzer gebruiken om watervlekken te
voorkomen.
BEHANDELING VAN VLEKKEN
Vlekken van bloed, melk, eieren en andere
organische stoffen worden normaal
gesproken tijdens de enzymenfase van het
wasprogramma verwijderd.
Voeg voor rodewijn-, koffie-, thee-, gras-,
fruitvlekken enzovoort een vlekkenmiddel of
een chloorbleekmiddel toe.
Bij hardnekkige vlekken het wasgoed vooraf
behandelen.
.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
1.
Til de afdekking van de machine op.
2.
Open de trommel door tegen de kleine klep te
duwen en de grote vast te houden.
3.
Vouw het wasgoed uit en doe het losjes in de
trommel.
4.
Sluit de kleppen van de trommel zorgvuldig en
controleer of ze goed vast zitten.
AANBEVOLEN BELADINGEN
Zie de maximale belading in de programmatabel.
Opmerking:
indien de trommel te vol is, wordt het
wasgoed minder goed gewassen en kreukt het.
VOORBEREIDING VAN HET WASGOED
53
KEUZE VAN HET WASMIDDEL
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:
de textielsoort (katoen, synthetisch, tere
weefsels, wol). U kunt een willekeurig
wasmiddel voor huishoudwasmachines nemen.
Opmerking
: gebruik voor wol uitsluitend
speciale wasmiddelen.
de kleur;
de temperatuur van het wasprogramma;
het soort vuil.
Opmerkingen:
Witte resten op donkere weefsels zijn het
gevolg van onoplosbare waterontharders in
moderne fosfaatvrije waspoeders.
Als u deze resten ziet, de stukken schudden
of borstelen of een vloeibaar wasmiddel
gebruiken.
Bewaar wasmiddelen en
nabehandelingsproducten op een droge
plaats, buiten het bereik van kinderen.
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor
apparaten voor huishoudelijk gebruik.
Let erop dat waterontharders,
ontkalkingsmiddelen en textielverf, als u ze
gebruikt, geschikt zijn voor de wasmachine.
Gebruik geen oplosmiddelen (bijvoorbeeld
terpentine of wasbenzine).
Was geen met oplosmiddelen of
ontvlambare vloeistoffen behandelde stoffen.
DOSERING
Volg de aanwijzingen op de verpakking met
betrekking tot:
het soort vuil;
de belading;
-
volledig beladen trommel: volg de
aanwijzingen van de fabrikant op;
-
halve belading: 3/4 van de hoeveelheid voor
een volledige belading;
-
kleine belading (ca. 1 kg): de helft van de
hoeveelheid voor een volledige belading;
de waterhardheid bij u in de buurt (vraag
hieromtrent informatie bij het
waterleidingbedrijf): bij zacht water heeft u
minder wasmiddel nodig dan bij hard water.
Opmerkingen:
Een te hoge dosering wasmiddel kan tot
sterke schuimvorming leiden. Het wasgoed
wordt hierdoor minder goed gewassen.
Indien er zich te veel schuim heeft gevormd,
kan dit ertoe leiden dat de wasmachine niet
centrifugeert.
Bij een te lage dosering van het wasmiddel
wordt het wasgoed grauw. Bovendien wordt
kalkaanslag op het verwarmingselement en
op de trommel bevorderd.
Indien u bleekmiddel met chloor gebruikt, de
instructies voor het bleken goed opvolgen.
Een te hoge dosering bleekmiddel kan het
wasgoed beschadigen.
Als de waterdruk bij u thuis zeer laag is, verdient
het aanbeveling het wasmiddel voor de
hoofdwas direct op de trommel te gieten.
Verven:
de in de handel verkrijgbare producten
bestaan gewoonlijk uit een kleurstof, een
fixeermiddel en zout. Voor een goed resultaat de
aanwijzingen van de fabrikant zorgvuldig
opvolgen.
Gebruik alleen producten die worden
aanbevolen voor wasmachines.
Na het verven of bleken kunnen de kunststof
en rubberen onderdelen van de wasmachine
gevlekt zijn.
Het stijfsel (poeder of de vloeistof) oplossen /
verdunnen in ongeveer één liter water in een
kleine houder buiten de wasmachine.
Doe het wasgoed in de machine, sluit de
trommelkleppen en giet het opgeloste stijfsel
direct op de trommel. Sluit de machine, selecteer
het programma Spoelen + centrifugeren en
start de machine.
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
WATERHARDHEID
Waterhardheidsklasse Technische
gegevens
Graden Duitse
hardheid °dH
Graden Franse
hardheid °fH
Clarkeschaal
°eH
1
2
3
4
zacht
gemiddeld
hard
zeer hard
0-7
7-14
14-21
meer dan 21
0-12
12-25
25-37
meer dan 37
0-9
9-17
17-26
meer dan 26
VERVEN EN BLEKEN
STIJVEN
54
WANNEER MOET U HET FILTER VOOR
VREEMDE VOORWERPEN LEGEN?
Het apparaat is voorzien van een zelfreinigende
pomp. Het filter voor vreemde voorwerpen houdt
voorwerpen die in het wasgoed zijn
achtergebleven tegen, zoals knopen, munten,
veiligheidsspelden en dergelijke.
Controleer het filter voor vreemde voorwerpen
als het water niet goed wordt afgevoerd of als
het apparaat niet centrifugeert.
Controleer het filter regelmatig, twee of drie
maal per jaar, en reinig het indien nodig.
BELANGRIJK:
alvorens het water uit de
machine te laten lopen, dient u zich ervan te
verzekeren dat het is afgekoeld.
HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN VERWIJDEREN
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Open het deurtje van het filter voor vreemde
voorwerpen met een muntstuk.
3.
Zet een bak onder het filter.
4.
Draai het filter langzaam
tegen de wijzers van de klok in totdat de
handgreep verticaal staat;
trek het nog niet naar buiten.
5.
Wacht tot al het water in de bak gestroomd is.
6.
Schroef het filter helemaal los en neem het weg.
7.
Verwijder eventuele vreemde voorwerpen uit
het filter.
8.
Controleer of de pomprotor (in de behuizing
achter het filter voor vreemde voorwerpen)
niet verstopt is.
9.
Breng het filter weer aan en schroef het zo
ver als mogelijk is met de wijzers van de klok
mee (handgreep in horizontale positie).
10.
Giet 0,5 liter water in de trommel en
controleer of het water niet uit het filter lekt.
11.
Sluit het deurtje.
12.
Steek de stekker in het stopcontact.
WANNEER MOET HET RESTWATER
WORDEN AFGEVOERD?
Wanneer u de machine wilt vervoeren.
In een ruimte waarin de temperatuur soms
onder het nulpunt zakt. In dat geval is het
raadzaam na iedere wasbeurt het restwater
uit de machine, de afvoerslang en de
toevoerslang te verwijderen.
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
1.
Schakel het apparaat uit.
2.
Haal de stekker uit het stopcontact.
3.
Draai de kraan/kranen dicht, haal de
toevoerslang(en) van de machine en laat het
water wegstromen.
4.
Verwijder het filter voor vreemde
voorwerpen, laat het water wegstromen en
sluit het deurtje weer.
5.
Open de klem voor het vastzetten van de
afvoerslang aan de achterkant van de
machine (zie
B
in de afbeelding).
6.
Laat de afvoerslang in een bak leeglopen.
7.
Wacht totdat al het water er uitgestroomd is.
8.
Bevestig de afvoerslang weer in de klem.
9.
Steek de stekker in het stopcontact.
Belangrijk:
Giet voordat u de machine weer gebruikt
ongeveer één liter water in de trommel om
het besparingssysteem weer in te schakelen
(afhankelijk van het model).
Schroef voor aanvang van een nieuwe
wascyclus de toevoerslang(en) met de hand
aan de machine. Controleer of de aansluitingen
van de wasmachine waterdicht zijn door de
kraan/kranen volledig open te draaien.
Breng de afvoerslang met het elleboogstuk
weer aan en bevestig hem.
HET FILTER VOOR VREEMDE VOORWERPEN
VERWIJDEREN
2
4
6
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
B
55
BEHUIZING EN BEDIENINGSPANEEL
Gebruik gewone huishoudreinigingsmiddelen
(geen schuurmiddelen).
Maak de oppervlakken droog met een zachte doek.
DEURAFDICHTING
Indien nodig met een vochtige doek reinigen.
AANWIJZINGEN VOOR HET REINIGEN VAN
HET DOSEERBAKJE
1.
Duw de knoppen aan beide zijden van het
doseerbakje in.
2.
Trek het doseerbakje naar u toe en verwijder het.
Het is mogelijk dat er wat water in het
wasmiddelbakje achterblijft. Het is raadzaam het
doseerbakje rechtop te dragen.
3.
Was het doseerbakje onder stromend water.
Opmerking:
de sifondopjes in het doseerbakje
kunnen ook worden verwijderd om ze te reinigen.
4.
Breng de sifondopjes weer aan (als u ze
verwijderd had).
Verzeker u ervan dat ze goed op hun plaats zitten.
5.
Breng het doseerbakje weer aan door de tabs aan
de onderkant in de openingen van de deur te
plaatsen en te draaien totdat de beide bovenste
knoppen vastzitten.
WATERTOEVOERSLANG(EN)
Controleer de watertoevoerslang geregeld op
barsten of scheuren en vervang hem indien nodig.
FILTERS VAN DE WATERSLANG
Controleer en reinig de filters regelmatig.
Apparaten met een veiligheidsslang
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de kraan dicht.
3.
Schroef de slang van de kraan.
4.
Reinig het filter zorgvuldig onder stromend water,
zonder het te verwijderen.
5.
Schroef de slangaansluiting met de hand terug op
de kraan.
6.
Schroef de slang los van het apparaat.
7.
Haal het filter met een tang uit het apparaat en
reinig het.
8.
Zet het filter weer terug en schroef de
slangaansluiting aan het apparaat.
9. Open de waterkraan en controleer of de
verbindingen niet lekken
.
10.
Steek de stekker in het stopcontact.
Apparaten met een Water Stop slang
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de kraan dicht.
3.
Schroef de slang van de kraan.
4.
Verwijder uitsluitend het losse filter en reinig het.
5.
Zet het filter weer terug en schroef de Water Stop
slangaansluiting op de kraan.
6. Open de waterkraan en controleer of de
verbindingen niet lekken
.
7.
Steek de stekker in het stopcontact.
REINIGING EN ONDERHOUD
56
EEN VOORWERP ERUIT HALEN DAT
TUSSEN DE TROMMEL EN HET
WATERRESERVOIR IS GEVALLEN
Als er per ongeluk een voorwerp tussen de trommel
en het waterreservoir is gevallen, kunt u dit eruit
halen dankzij de uitneembare kunststof schuif:
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Haal het wasgoed uit de trommel.
3.
Sluit de kleppen van de trommel en draai de
trommel verder totdat de kleppen zich
onderaan bevinden.
4.
Druk op de kunststof tip terwijl u de kunststof
schuif van links naar rechts beweegt.
De kunststof schuif valt in de trommel.
5.
Open de trommel: door de opening in de
trommel kunt u het voorwerp eruit halen.
6.
Breng de kunststof schuif weer aan in de
trommel:
plaats de kunststof tip boven de opening aan
de rechterkant van de trommel.
Beweeg de kunststof schuif dan van rechts
naar links totdat hij vastklikt.
7.
Steek de stekker in het stopcontact.
REINIGING EN ONDERHOUD
57
Deze wasmachine is uitgerust met
veiligheidsfuncties, die snel eventuele storingen
kunnen herkennen en signaleren.
Het gaat daarbij vaak om kleine storingen die snel
opgelost kunnen worden.
De wasmachine start niet en er brandt
geen lampje.
Controleer of:
De stekker goed in het stopcontact zit.
Het wandstopcontact gevoed wordt
(sluit bijvoorbeeld een tafellamp aan).
Het apparaat start niet, maar het
controlelampje knippert.
Controleer of:
Het apparaat goed gesloten is.
Er een programma geselecteerd is.
Het programma gestart is.
De waterkraan open is gedraaid.
Het apparaat stopt tijdens een
programma.
Controleer of:
De knop Spoelstop is ingedrukt; schakel
deze extra functie uit.
De waterkraan open is gedraaid.
De pomp / het filter voor vreemde voorwerpen
geblokkeerd is (zie Het filter voor vreemde
voorwerpen verwijderen).
De Waterstop geactiveerd is (zie Storing
Waterstop).
Er wordt geen of onvoldoende water
toegevoerd.
Controleer of:
De waterkraan helemaal open is en de
watertoevoerdruk hoog genoeg is.
De watertoevoerslang niet geknikt is.
De filters verstopt zijn (zie Reiniging en
onderhoud/ Filters van de waterslang).
De watertoevoerslang bevroren is.
Selecteer het gewenste programma opnieuw en
start het om het programma te vervolgen (voeg
voor dit programma geen wasmiddel toe).
Het water wordt niet afgevoerd.
Controleer of:
De afvoerslang geknikt is (zie Aanwijzingen
voor de installatie).
De pomp / het filter voor vreemde voorwerpen
geblokkeerd is (zie Het filter voor vreemde
voorwerpen verwijderen).
BELANGRIJK:
alvorens het water uit de machine
te laten lopen, dient u zich ervan te verzekeren
dat het is afgekoeld.
De afvoerslang bevroren is.
Selecteer het gewenste programma opnieuw en
start het om het programma te vervolgen (voeg
voor dit programma geen wasmiddel toe).
Als de storing aanhoudt, contact opnemen met de
klantenservice (zie Klantenservice).
De knop Spoelstop is ingedrukt; schakel
deze extra functie uit.
Er zitten resten van wasmiddel en
nabehandelingsproducten in het
doseerbakje.
Controleer of:
De sifon goed geïnstalleerd en schoon is
(zie Reiniging en onderhoud/ Aanwijzingen
voor het reinigen van het doseerbakje).
Er genoeg water wordt toegevoerd. De filters
kunnen verstopt zijn (zie Reiniging en
onderhoud/ Filters van de waterslang).
De wasmachine trilt tijdens het
centrifugeren.
Controleer of:
Het apparaat goed horizontaal staat, op alle
pootjes (zie Aanwijzingen voor de installatie).
De transportschroeven en de transportbalk
verwijderd zijn. Voordat u de wasmachine in
bedrijf stelt, moeten de transportschroeven en
de transportbalk verwijderd worden (zie
Aanwijzingen voor de installatie).
Na afloop van het wasprogramma is het
wasgoed niet of niet voldoende
gecentrifugeerd.
De wasmachine heeft een detectie- en
correctiesysteem voor het geval de lading uit
balans is. Als u enkele zware stukken wasgoed
in de machine wast (badmat, badjas
enzovoort), is het mogelijk dat dit systeem de
centrifugeersnelheid verlaagt om het apparaat
te beschermen. De centrifugeercyclus kan ook
onderbroken worden als de onbalans na
meerdere startpogingen te groot blijkt.
Indien het wasgoed na het centrifugeren nog
nat is, andere stukken wasgoed toevoegen en
het centrifugeerprogramma opnieuw starten.
Sterke schuimvorming kan de
centrifugeercyclus blokkeren. Gebruik minder
wasmiddel.
Controleer of:
De pomprotor verstopt is (zie Het filter voor
vreemde voorwerpen verwijderen).
De machine is geopend tijdens een
programma voor tere weefsels of wol. Sluit de
machine en selecteer een
centrifugeerprogramma.
Storing Waterstop
(afhankelijk van het model).
De waterstop kan veroorzaakt worden door:
1.
Te veel schuim.
2.
Een lek in de waterslang of het apparaat.
Draai de kraan dicht, schakel het apparaat uit
en haal de stekker uit het stopcontact.
Laat het water uit de bak onderin wegstromen
door het apparaat naar voren te kantelen.
Vervolgens:
Open de waterkraan, doe de stekker in het
stopcontact en start opnieuw.
Het programma wordt vervolgd (voeg voor dit
programma geen wasmiddel toe).
Indien de storing aanhoudt, de bovenstaande
suggesties nog eens uitvoeren en de
klantenservice bellen (zie Klantenservice).
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
58
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
1.
Probeer of u het probleem zelf kunt
verhelpen (zie Het opsporen van
storingen).
2.
Start het programma opnieuw om te
controleren of de storing verholpen is.
Als dit niet helpt, contact opnemen met de
dichtstbijzijnde klantenservice.
Houd de volgende informatie bij de hand:
een korte beschrijving van de storing,
het type en het model van uw apparaat,
het nummer achter het woord SERVICE van
de servicesticker voor de klantenservice,
achter het deurtje van het filter voor vreemde
voorwerpen,
uw adres (met postcode) en
telefoonnummer.
KLANTENSERVICE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

Bauknecht AWM 1200 NL de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor