Garmin Forerunner® 35 Handleiding

Type
Handleiding
Forerunner
®
35
Gebruikershandleiding
© 2016 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin
behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of
organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin
®
, het Garmin logo, ANT+
®
, Auto Lap
®
, Auto Pause
®
, Edge
®
, Forerunner
®
en VIRB
®
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde
Staten en andere landen. Garmin Connect
, Garmin Express
, Garmin Move IQ
en Virtual Pacer
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken
mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
American Heart Association
®
is een geregistreerd handelsmerk van American Heart Association, Inc. Android
is een handelsmerk van Google Inc. Apple
®
en Mac
®
zijn handelsmerken van Apple
Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het Bluetooth
®
woordmerk en de bijbehorende logo's zijn het eigendom van Bluetooth SIG, Inc. The Cooper Institute
®
en alle
gerelateerde handelsmerken zijn het eigendom van The Cooper Institute. Geavanceerde hartslaganalyse door Firstbeat. Windows
®
en Windows NT
®
zijn geregistreerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen en voor het gebruik van deze merknamen door Garmin is een licentie verkregen.
Dit product is ANT+
®
gecertificeerd. Ga naar www.thisisant.com/directory voor een lijst met compatibele producten en apps.
M/N: A02990
Inhoudsopgave
Inleiding........................................................................... 1
Knoppen..................................................................................... 1
De schermverlichting gebruiken................................................. 1
Het toestel opladen..................................................................... 1
Tips voor het opladen van het toestel.................................... 1
Training........................................................................... 1
Hardlopen................................................................................... 1
De hardloopmodus instellen....................................................... 1
Indoortrainingen..................................................................... 2
Ren- en loopintervallen gebruiken......................................... 2
Virtual Pacer™....................................................................... 2
Intervalworkouts..........................................................................2
Een intervalworkout maken....................................................2
Een intervalworkout starten................................................... 2
Een intervalworkout stoppen..................................................2
Waarschuwingen........................................................................ 2
Een terugkerende waarschuwing instellen............................ 2
Hartslagwaarschuwingen instellen.........................................3
De functie Auto Pause® gebruiken............................................ 3
Ronden op afstand markeren..................................................... 3
Pictogrammen.............................................................................3
De ronde-knop inschakelen........................................................ 3
Activiteiten-trackerfuncties.......................................................... 3
Automatisch doel................................................................... 3
Bewegingsbalk....................................................................... 4
Minuten intensieve training.................................................... 4
Slaap bijhouden..................................................................... 4
Hartslagmeetfuncties..................................................... 4
Het toestel en de hartslagmeter dragen..................................... 4
Uw hartslaggegevens bekijken................................................... 4
Hartslaggegevens verzenden naar Garmin toestellen........... 4
Uw geschat VO2 max. voor hardlopen weergeven.................... 5
Over VO2 max. indicaties...................................................... 5
Hartslagzones............................................................................. 5
Fitnessdoelstellingen............................................................. 5
Uw hartslagzones laten instellen door het toestel................. 5
Uw hartslagzones en uw maximale hartslag aanpassen....... 5
Uw maximale hartslag instellen............................................. 5
Slimme functies.............................................................. 5
Bluetooth connected functies..................................................... 5
Connectiewaarschuwing inschakelen op uw smartphone..... 5
Een kwijtgeraakte smartphone terugvinden........................... 5
Bluetooth technologie uitschakelen....................................... 6
Uw smartphone koppelen........................................................... 6
Uw gegevens synchroniseren met de Garmin Connect Mobile
app......................................................................................... 6
De software bijwerken via Garmin Connect Mobile............... 6
Telefoonmeldingen................................................................ 6
Garmin Connect..........................................................................6
Gebruik van Garmin Connect................................................ 6
Audiomeldingen afspelen tijdens uw activiteit....................... 7
Geschiedenis.................................................................. 7
Geschiedenis weergeven........................................................... 7
Een hardloopsessie verwijderen uit de geschiedenis................. 7
Persoonlijke records................................................................... 7
Uw persoonlijke records weergeven...................................... 7
Een persoonlijk record verwijderen........................................ 7
Een persoonlijk record herstellen...........................................7
Garmin Move IQ™ gebeurtenissen............................................ 7
Gegevensbeheer........................................................................ 7
Bestanden verwijderen.......................................................... 7
De USB-kabel loskoppelen.................................................... 7
Uw toestel aanpassen.................................................... 7
Uw profiel instellen......................................................................7
De watch face wijzigen............................................................... 8
Activiteitenprofielen.....................................................................8
Uw activiteitenprofiel wijzigen................................................ 8
Tempo of snelheid weergeven............................................... 8
De gegevensvelden aanpassen............................................ 8
Garmin Connect instellingen.......................................................8
Instellingen voor activiteiten volgen............................................ 8
Systeeminstellingen.................................................................... 8
Tijdinstellingen....................................................................... 8
Tijdzones................................................................................8
De modus Niet storen gebruiken........................................... 8
Een alarm instellen................................................................ 8
Een alarm verwijderen........................................................... 8
De toestelgeluiden instellen................................................... 8
De schermverlichting tijdens activiteiten aanpassen............. 9
ANT+ sensors................................................................. 9
ANT+ sensors koppelen............................................................. 9
Voetsensor..................................................................................9
Hardlopen met een voetsensor.............................................. 9
Kalibratie van de voetsensor..................................................9
Toestelinformatie........................................................... 9
Specificaties................................................................................9
Problemen oplossen................................................................... 9
Productupdates...................................................................... 9
Meer informatie...................................................................... 9
Het toestel opnieuw opstarten............................................... 9
Alle standaardinstellingen herstellen..................................... 9
Toestelgegevens weergeven................................................. 9
De software bijwerken..........................................................10
Levensduur van de batterijen maximaliseren...................... 10
Satellietsignalen ontvangen................................................. 10
De ontvangst van GPS-signalen verbeteren....................... 10
Mijn toestel geeft de juiste tijd niet weer.............................. 10
Wanneer wordt mijn stappentelling op nul gezet?............... 10
Mijn stappentelling lijkt niet nauwkeurig te zijn.................... 10
Mijn minuten intensieve training knipperen.......................... 10
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens......................... 10
Activiteiten volgen uitschakelen........................................... 10
Kan ik het cardioprofiel buiten gebruiken?........................... 10
Gegevens naar uw computer verzenden............................. 10
Appendix....................................................................... 11
Gegevensvelden....................................................................... 11
Toestelonderhoud..................................................................... 11
Het toestel schoonmaken.................................................... 11
Berekeningen van hartslagzones............................................. 11
Standaardwaarden VO2 Max................................................... 11
Symbooldefinities......................................................................12
Index.............................................................................. 13
Inhoudsopgave i
Inleiding
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Raadpleeg altijd een arts voordat u een trainingsprogramma
begint of wijzigt.
Knoppen
À
Houd deze knop ingedrukt om het toestel in of uit te
schakelen.
Selecteer om de schermverlichting in of uit te schakelen.
Á
Selecteer om een activiteitenprofiel te selecteren.
Selecteer deze knop om de timer te starten of te stoppen.
Selecteer om het gemarkeerde menu-item te kiezen.
Selecteer om meer informatie weer te geven.
Â
Selecteer om door de schermen, opties en instellingen te
bladeren.
Houd ingedrukt om de muziekbediening voor uw smartphone
te openen.
Ã
Selecteer om terug te keren naar het vorige scherm.
Selecteer om een nieuwe ronde te markeren als de Lap-
knopfunctie is ingeschakeld.
Selecteer in het scherm met de tijd van de dag om het menu
te bekijken.
De schermverlichting gebruiken
Selecteer om de schermverlichting in te schakelen.
OPMERKING: De schermverlichting wordt automatisch
geactiveerd door waarschuwingen en berichten.
Pas de instellingen van de schermverlichting tijdens
activiteiten aan (De schermverlichting tijdens activiteiten
aanpassen, pagina 9).
Het toestel opladen
WAARSCHUWING
Dit toestel bevat een lithium-ionbatterij. Lees de gids Belangrijke
veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor
productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
LET OP
Om roestvorming te voorkomen, dient u alle contactpunten en
de directe omgeving ervan grondig te reinigen en af te drogen
voordat u het toestel oplaadt of aansluit op een computer.
Raadpleeg de instructies voor reiniging in de appendix.
1
Breng de contactpunten aan de achterzijde van het toestel op
één lijn met de oplaadcontacten en sluit de laadclip
À
aan op
het toestel.
2
Sluit de USB-kabel aan op een USB-poort van de computer.
3
Laad het toestel volledig op.
4
Druk op
Á
om de oplader te verwijderen.
Tips voor het opladen van het toestel
1
Sluit de oplader met behulp van de USB-kabel aan op het
toestel om het op te laden (Het toestel opladen, pagina 1).
U kunt het toestel opladen door de USB-kabel via een
Garmin
®
goedgekeurde netadapter aan te sluiten op een
standaardstopcontact of een USB-poort op uw computer. Het
opladen van een lege batterij duurt tot twee uur.
2
Verwijder de oplader van het toestel zodra het batterijniveau
op 100% staat.
Training
Hardlopen
De eerste fitnessactiviteit die u op uw toestel opslaat kan een
hardloopsessie, een rit of een andere buitenactiviteit zijn. Het
toestel is bij aankoop gedeeltelijk opgeladen. Mogelijk moet het
toestel eerst worden opgeladen (Het toestel opladen, pagina 1)
voordat u aan de activiteit begint.
1
Selecteer en vervolgens een activiteitenprofiel voor buiten.
2
Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft
gevonden.
3
Selecteer om de timer te starten.
4
Ga hardlopen.
De timer wordt weergegeven. Selecteer om meer
gegevenspagina's weer te geven.
5
Nadat u klaar bent met hardlopen, selecteert u om de timer
te stoppen.
6
Selecteer een optie:
Selecteer Hervat om de timer weer te starten.
Selecteer Sla op om uw hardloopsessie op te slaan en de
timer opnieuw in te stellen. U kunt een overzicht van de
hardloopsessie bekijken.
Selecteer Gooi weg > Ja om de hardloopsessie te
verwijderen.
De hardloopmodus instellen
1
Selecteer en vervolgens een hardloopprofiel.
2
Selecteer Opties > Hardloopmodus.
3
Selecteer een optie:
Selecteer Zonder om buiten of binnen hard te lopen, in
uw eigen tempo, (Indoortrainingen, pagina 2) zonder
waarschuwingen van de hardloopmodus.
Inleiding 1
OPMERKING: Dit is de standaard hardloopmodus.
Selecteer Ren/Loop om hardloop- en wandelintervallen in
te stellen voor een hardlooptraining (Ren- en
loopintervallen gebruiken, pagina 2).
Selecteer Virtual Pacer om u te helpen uw tempo te
verbeteren (Hardlopen met de functie Virtual Pacer,
pagina 2).
Selecteer Intervallen om een intervalworkout te maken,
gebaseerd op afstand of tijd (Intervalworkouts,
pagina 2).
4
Ga hardlopen.
Indoortrainingen
U kunt GPS uitschakelen bij indoortrainingen of om
batterijvermogen te sparen. Als GPS is uitgeschakeld, worden
snelheid en afstand berekend met behulp van de
versnellingsmeter in het toestel. De versnellingsmeter voert
automatisch een kalibratie uit. De nauwkeurigheid van de
snelheid- en afstandsgegevens verbetert na een aantal
hardloopsessies in de buitenlucht met behulp van GPS.
1
Selecteer .
2
Selecteer een optie:
Selecteer Hardl.binnen of Cardio.
Selecteer Wandelen > Opties > Binnen gebruiken.
Ren- en loopintervallen gebruiken
OPMERKING: U moet eerst de ren-/loopintervallen instellen
voordat u gaat hardlopen. Zodra de rentimer is gestart, kunt u
de instellingen niet meer wijzigen.
1
Selecteer en vervolgens een hardloopprofiel.
OPMERKING: Looppauzewaarschuwingen zijn alleen
beschikbaar voor hardloopprofielen.
2
Selecteer Opties > Hardloopmodus > Ren/Loop.
3
Stel de rentimer in voor elk interval.
4
Stel de looptimer in voor elk interval.
5
Ga hardlopen.
Telkens wanneer u een interval voltooit, wordt er een bericht
weergegeven. Het toestel geeft ook een pieptoon of trilt als
geluidssignalen zijn ingeschakeld (De toestelgeluiden instellen,
pagina 8). Nadat u de ren-/loopintervallen hebt ingeschakeld,
worden deze telkens gebruikt als u gaat hardlopen, totdat u
deze uitschakelt of een andere loopmodus inschakelt.
Virtual Pacer
Virtual Pacer is een trainingsprogramma waarmee u uw
prestaties kunt verbeteren doordat u wordt aangemoedigd om
op een ingesteld tempo te hardlopen.
Hardlopen met de functie Virtual Pacer
OPMERKING: U moet eerst de functie Virtual Pacer instellen
voordat u gaat hardlopen. Zodra de rentimer is gestart, kunt u
de instellingen niet meer wijzigen.
1
Selecteer en vervolgens een hardloopprofiel.
2
Selecteer Opties > Hardloopmodus > Virtual Pacer.
3
Voer uw tempo in.
4
Ga hardlopen.
Telkens als u boven of onder het opgegeven doeltempo komt,
wordt er een bericht weergegeven. Het toestel geeft ook een
pieptoon of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld (De
toestelgeluiden instellen, pagina 8). Nadat u de functie Virtual
Pacer hebt ingeschakeld, wordt deze functie telkens gebruikt als
u gaat hardlopen, totdat u de functie uitschakelt of een andere
hardloopmodus inschakelt.
Intervalworkouts
U kunt intervalworkouts maken op basis van afstand of tijd. Het
toestel slaat uw aangepaste intervalworkouts op totdat u een
nieuwe intervalworkout maakt. U kunt een interval met een open
einde gebruiken voor het vastleggen van uw workoutgegevens
wanneer u een bekende afstand aflegt.
Een intervalworkout maken
Intervalworkouts zijn beschikbaar voor activiteitenprofielen voor
hardlopen, fietsen of cardio.
1
Selecteer en vervolgens een activiteitenprofiel.
2
Selecteer Opties.
OPMERKING: Wanneer u een hardloopprofiel gebruikt, is de
intervalworkout een hardloopmodus.
3
Selecteer Intervallen > Wijzig > Interval.
4
Selecteer Afstand, Tijd of Open.
TIP: U kunt een interval met een open einde maken door het
type in te stellen op Open. Wanneer u selecteert, legt het
toestel het interval vast en gaat het verder met het volgende
interval.
5
Voer indien nodig een waarde in voor de afstand- of de
tijdsinterval.
6
Selecteer Rust.
7
Selecteer Afstand, Tijd of Open.
8
Voer desgewenst een afstand of tijdswaarde voor het
rustinterval in.
9
Selecteer een of meer opties:
Selecteer Herhaal om het aantal herhalingen in te stellen.
Selecteer Warm-up > Schakel in om een warming-up
met een open einde toe te voegen aan uw workout.
Selecteer Cooldown > Schakel in om een coolingdown
met een open einde toe te voegen aan uw workout.
Telkens wanneer u een interval voltooit, wordt er een bericht
weergegeven. Het toestel geeft ook een pieptoon of trilt als
geluidssignalen zijn ingeschakeld (De toestelgeluiden instellen,
pagina 8).
Een intervalworkout starten
1
Selecteer en vervolgens een activiteitenprofiel.
2
Selecteer Opties.
OPMERKING: Wanneer u een hardloopprofiel gebruikt, is de
intervalworkout een hardloopmodus.
3
Selecteer Intervallen > Start workout.
4
Selecteer .
5
Als uw intervalworkout een warming-up heeft, selecteert u
om aan het eerste interval te beginnen.
6
Volg de instructies op het scherm.
Een intervalworkout stoppen
U kunt op elk gewenst moment selecteren om een interval
te beëindigen.
U kunt op elk gewenst moment selecteren om de timer te
stoppen.
Als u een coolingdown aan uw intervalworkout hebt
toegevoegd, selecteert u om de intervalworkout te
beëindigen.
Waarschuwingen
U kunt waarschuwingen gebruiken om te trainen met specifieke
doelstellingen voor tijd, afstand, calorieën en hartslag.
Een terugkerende waarschuwing instellen
Een terugkerende waarschuwing wordt afgegeven telkens
wanneer het toestel een opgegeven waarde of interval
2 Training
registreert. U kunt bijvoorbeeld instellen dat het toestel u elke 30
minuten waarschuwt.
1
Selecteer en vervolgens een activiteitenprofiel.
2
Selecteer Opties > Alarmen.
3
Selecteer Tijd, Afstand of Calorieën.
4
Schakel de waarschuwing in.
5
Selecteer een waarde of voer er een in.
Telkens als u de opgegeven waarde voor een waarschuwing
bereikt, wordt een bericht weergegeven. Het toestel geeft ook
een pieptoon of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld (De
toestelgeluiden instellen, pagina 8).
Hartslagwaarschuwingen instellen
U kunt het toestel zo instellen dat u een waarschuwing krijgt
wanneer uw hartslag boven of onder een doelzone of een door
u ingesteld bereik ligt. Zo kunt u bijvoorbeeld instellen dat het
toestel u waarschuwt als uw hartslag lager is dan 150 bpm
(slagen per minuut).
1
Selecteer en vervolgens een activiteitenprofiel.
2
Selecteer Opties > Alarmen > HS-waarschuwing.
3
Selecteer een optie:
Als u het bereik van een bestaande hartslagzone wilt
gebruiken, selecteert u die hartslagzone.
Als u de maximumwaarde wilt aanpassen, selecteert u
Aangepast > Hoog > Schakel in en voert u een waarde
in.
Als u de minimumwaarde wilt aanpassen, selecteert u
Aangepast > Laag > Schakel in en voert u een waarde
in.
Telkens als u boven of onder het opgegeven bereik of de
aangepaste waarde komt, wordt een bericht weergegeven. Het
toestel geeft ook een pieptoon of trilt als geluidssignalen zijn
ingeschakeld (De toestelgeluiden instellen, pagina 8).
De functie Auto Pause
®
gebruiken
U kunt de functie Auto Pause gebruiken om de timer
automatisch te pauzeren wanneer u stopt met bewegen. Dit is
handig als in uw activiteit verkeerslichten of andere plaatsen
waar u moet stoppen, voorkomen.
OPMERKING: De geschiedenis wordt niet vastgelegd wanneer
de timer is gestopt of gepauzeerd.
1
Selecteer en vervolgens een activiteitenprofiel.
2
Selecteer Opties > Auto Pause > Schakel in.
De functie Auto Pause blijft tijdens het geselecteerde
activiteitenprofiel ingeschakeld, totdat u deze uitschakelt.
Ronden op afstand markeren
Met de functie Auto Lap
®
kunt u een ronde automatisch
markeren op basis van een bepaalde afstand. Dit is handig
wanneer u uw prestaties tijdens verschillende gedeelten van
een hardloopsessie wilt vergelijken (bijvoorbeeld telkens na 1
mijl of 1 km).
1
Selecteer en vervolgens een activiteitenprofiel.
2
Selecteer Opties > Ronden > Auto Lap > Schakel in.
3
Selecteer indien nodig een afstand.
Telkens wanneer u een ronde voltooit, wordt er een bericht
weergegeven met de rondetijd. Het toestel geeft ook een
pieptoon of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld (De
toestelgeluiden instellen, pagina 8). De functie Auto Lap blijft
tijdens het geselecteerde activiteitenprofiel ingeschakeld, totdat
u deze uitschakelt.
U kunt indien nodig de gegevensschermen aanpassen en extra
rondegegevens laten weergeven.
Pictogrammen
De verschillende toestelfuncties worden aangegeven door
pictogrammen. Voor sommige functies is koppeling met een
smartphone vereist.
Uw huidige hartslag in slagen per minuut (bpm) en uw
gemiddelde rusthartslag van vandaag.
Een knipperend pictogram betekent dat het toestel uw hartslagge-
gevens aan het verzamelen is. Een brandend pictogram betekent
dat het toestel uw hartslag volgt.
Meldingen ontvangen van een gekoppelde smartphone.
Het totale aantal stappen dat u die dag hebt gezet, uw stapdoel
voor die dag en hoe u vordert met het behalen van uw doel.
De afgelegde afstand in kilometers of mijlen.
Het totale aantal verbrande calorieën, zowel tijdens activiteiten
als in rust, voor de huidige dag.
De tijd besteed aan activiteiten bij gemiddelde tot intensieve
inspanning, het aantal minuten dat u wekelijks wilt besteden aan
intensieve activiteiten en uw vorderingen om dat doel te halen.
De huidige temperatuur en weersverwachting via een gekoppelde
smartphone.
De ronde-knop inschakelen
U kunt aanpassen en als een ronde-knop laten werken
tijdens activiteiten met tijdmeting.
1
Selecteer en vervolgens een activiteitenprofiel.
2
Selecteer Opties > Ronden > Ronde-toets.
De ronde-knop blijft tijdens het geselecteerde activiteitenprofiel
ingeschakeld, totdat u deze uitschakelt.
Activiteiten-trackerfuncties
Selecteer om uw hartslag, aantal stappen van die dag en
extra schermen weer te geven. Voor sommige functies is een
Bluetooth
®
verbinding met een compatibele smartphone vereist.
Tijd: Geeft de huidige tijd en datum weer. De tijd en de datum
worden automatisch ingesteld zodra het toestel
satellietsignalen ontvangt en bij het synchroniseren van uw
toestel met een smartphone. Op de bewegingsbalk wordt
weergegeven hoelang u inactief bent.
Hartslag: Toont uw huidige hartslag in slagen per minuut (bpm)
en de gemiddelde rusthartslag van vandaag.
Meldingen: Waarschuwt u bij meldingen van uw smartphone,
zoals inkomende oproepen, sms-berichten en updates van
sociale netwerken, volgens de meldingsinstellingen op uw
smartphone.
Activiteiten volgen: Houdt uw dagelijkse aantal stappen,
voortgang ten opzichte van uw doel en afgelegde afstand bij.
Het toestel leert en stelt elke dag een nieuw stapdoel voor. U
kunt doelen aanpassen via uw Garmin Connect
account.
Calorieën: Toont het totale aantal verbrande calorieën, zowel
tijdens activiteiten als in rust, voor de huidige dag.
Minuten intensieve training: Houdt de tijd bij die u besteedt
aan activiteiten bij gemiddelde tot intensieve inspanning, het
aantal minuten dat u wekelijks wilt besteden aan intensieve
activiteiten en uw vorderingen om dat doel te halen.
Laatste activiteit: Toont een kort overzicht van uw laatst
vastgelegde activiteit.
Weer: Geeft de huidige temperatuur en weersverwachting weer.
Automatisch doel
Uw toestel maakt automatisch een dagelijks stapdoel dat is
gebaseerd op uw voorgaande activiteitenniveaus. Wanneer u
tijdens de dag beweegt, toont het toestel hoe u het aantal
stappen van uw stapdoel nadert
À
.
Training 3
Als u de functie Automatisch doel niet wilt gebruiken, kunt u een
persoonlijk stapdoel instellen via uw Garmin Connect account.
Bewegingsbalk
Langdurig zitten kan leiden tot ongewenste veranderingen in uw
metabolisme. De bewegingsbalk spoort u aan om te blijven
bewegen. Na een uur van inactiviteit verschijnt de
bewegingsbalk
À
. Vervolgens verschijnen extra segmenten
Á
in
de balk na elke volgende 15 minuten van inactiviteit.
U kunt de bewegingsbalk herstellen door een stukje te lopen.
Minuten intensieve training
Om uw gezondheid te verbeteren, adviseren organisaties als de
U.S. Centers for Disease Control and Prevention, de American
Heart Association
®
en de World Health Organization, ten minste
150 minuten activiteit per week met gemiddelde inspanning,
zoals wandelen met verende tred, of 75 minuten activiteit per
week met intensieve inspanning, zoals hardlopen.
Het toestel registreert de intensiviteit van uw activiteit en de tijd
die u besteedt aan activiteiten van gemiddelde tot hoge
intensiviteit (hartslaggegevens zijn vereist om hoge intensiviteit
te kwantificeren). Om het aantal minuten dat u per week wilt
besteden aan een intensieve activiteit te behalen, moet u
deelnemen aan ten minste 10 opeenvolgende activiteiten van
gemiddelde tot hoge intensiviteit. Het toestel telt het aantal
minuten gemiddelde intensiviteit op bij het aantal minuten hoge
intensiviteit. Na optelling is het totale aantal minuten hoge
intensiviteit verdubbeld.
Minuten intensieve training opbouwen
Uw Forerunner toestel berekent het aantal minuten intensieve
training door uw hartslaggegevens te vergelijken met uw
gemiddelde hartslag in rust. Als de hartslag is uitgeschakeld,
berekent het toestel het aantal minuten gemiddelde inspanning
door het aantal stappen per minuut te analyseren.
Begin een activiteit met tijdmeting voor de meest
nauwkeurige berekening van het aantal minuten intensieve
training.
Sport minimaal 10 minuten bij een gemiddeld of inspannend
intensiteitsniveau.
Draag uw toestel dag en nacht om uw hartslag in rust zo
nauwkeurig mogelijk te meten.
Slaap bijhouden
Het toestel registreert de bewegingen die u maakt in uw slaap.
Slaapstatistieken omvatten het totale aantal uren slaap,
slaapniveaus en perioden van beweging tijdens de slaap. U kunt
uw normale slaaptijden instellen in de gebruikersinstellingen van
uw Garmin Connect account. U kunt uw slaapstatistieken inzien
via uw Garmin Connect account.
Hartslagmeetfuncties
De Forerunner 35 heeft een polshartslagmeter en is compatibel
met ANT+
®
hartslagmeters. U hebt een hartslagmeter nodig om
de functies in deze sectie te kunnen gebruiken.
Het toestel en de hartslagmeter dragen
Draag het Forerunner toestel om uw pols, boven uw
polsgewricht.
OPMERKING: Het toestel dient stevig vast te zitten, maar
niet te strak, en mag tijdens het hardlopen of trainen niet van
zijn plaats raken.
OPMERKING: De hartslagsensor bevindt zich aan de
achterkant van het toestel.
Raadpleeg (Problemen oplossen, pagina 9) voor meer
informatie over de hartslag aan de pols.
Uw hartslaggegevens bekijken
Het hartslagscherm toont uw huidige hartslag in slagen per
minuut (bpm) en de gemiddelde rusthartslag van de afgelopen
zeven dagen.
1
Selecteer in het scherm met de tijd van de dag.
2
Selecteer om uw hartslaggegevens van de afgelopen 4 uur
te bekijken.
Hartslaggegevens verzenden naar Garmin toestellen
U kunt uw hartslaggegevens verzenden vanaf uw Forerunner
toestel en bekijken op gekoppelde Garmin toestellen. U kunt
bijvoorbeeld uw hartslaggegevens verzenden naar een Edge
®
toestel tijdens het fietsen, of naar een VIRB
®
actiecamera.
OPMERKING: Het verzenden van hartslaggegevens verkort de
levensduur van batterij.
1
Selecteer om het hartslagscherm te bekijken.
2
Selecteer twee keer.
3
Selecteer Zend hartslag uit.
Het Forerunner toestel begint uw hartslaggegevens te
verzenden en wordt weergegeven.
OPMERKING: U kunt alleen het hartslagscherm bekijken
terwijl u hartslaggegevens verzendt.
4
Koppel uw Forerunner toestel met uw Garmin ANT+
compatibele toestel.
OPMERKING: De aanwijzingen voor het koppelen
verschillen voor ieder Garmin compatibel toestel. Raadpleeg
uw gebruikershandleiding.
4 Hartslagmeetfuncties
TIP: Selecteer een willekeurige knop en selecteer Ja om het
verzenden van uw hartslaggegevens te stoppen.
Uw geschat VO2 max. voor hardlopen
weergeven
Voor deze functie is uw polshartslag vereist.
Stel uw gebruikersprofiel (Uw profiel instellen, pagina 7) en
maximale hartslag (Uw hartslagzones en uw maximale hartslag
aanpassen, pagina 5) in voor de meest nauwkeurige
schattingen. In eerste instantie lijken de schattingen mogelijk
onnauwkeurig. U moet het toestel een aantal keer gebruiken
zodat het uw hardloopprestaties leert begrijpen.
1
Ga ten minste 10 minuten buiten hardlopen.
2
Selecteer na het hardlopen Sla op.
Er wordt een melding weergegeven met uw eerste geschatte
VO2 max. Iedere keer dat uw VO2 max. toeneemt, wordt een
nieuwe melding weergegeven.
Over VO2 max. indicaties
VO2 max. is het maximale zuurstofvolume (in milliliter) dat u
kunt verbruiken per minuut, per kilo lichaamsgewicht tijdens
maximale inspanning. In eenvoudige bewoordingen: VO2 max.
is een indicatie van atletische prestaties, die meegroeit met uw
fitnessniveau.
Op het toestel wordt uw geschatte VO2 max. weergegeven met
een getal en een beschrijving. Op uw Garmin Connect account
kunt u meer gegevens over uw geschatte VO2 max. bekijken,
zoals uw fitnessleeftijd. Uw fitnessleeftijd geeft een indicatie van
uw fitnessniveau vergeleken met een persoon van hetzelfde
geslacht en een andere leeftijd. Door te oefenen kan uw
fitnessleeftijd na verloop van tijd afnemen.
Gegevens over uw VO2 max. worden geleverd door FirstBeat.
De analyse van VO2 max. wordt geleverd met toestemming van
The Cooper Institute
®
. Raadpleeg de appendix
(Standaardwaarden VO2 Max., pagina 11), en ga naar
www.CooperInstitute.org voor meer informatie.
Hartslagzones
Vele atleten gebruiken hartslagzones om hun cardiovasculaire
kracht te meten en te verbeteren en om hun fitheid te
verbeteren. Een hartslagzone is een bepaald bereik aan
hartslagen per minuut. De vijf algemeen geaccepteerde
hartslagzones zijn genummerd van 1 tot 5 op basis van
oplopende intensiteit. Over het algemeen worden hartslagzones
berekend op basis van de percentages van uw maximale
hartslag.
Fitnessdoelstellingen
Als u uw hartslagzones kent, kunt u uw conditie meten en
verbeteren door de onderstaande principes te begrijpen en toe
te passen.
Uw hartslag is een goede maatstaf voor de intensiteit van uw
training.
Training in bepaalde hartslagzones kan u helpen uw
cardiovasculaire capaciteit en kracht te verbeteren.
Als u uw maximale hartslag kent, kunt u de tabel (Berekeningen
van hartslagzones, pagina 11) gebruiken om de beste
hartslagzone te bepalen voor uw fitheidsdoeleinden.
Als u uw maximale hartslag niet kent, gebruik dan een van de
rekenmachines die beschikbaar zijn op internet. Bij sommige
sportscholen en gezondheidscentra kunt u een test doen om de
maximale hartslag te meten. De standaard maximale hartslag is
220 min uw leeftijd.
Uw hartslagzones laten instellen door het toestel
Met de standaardinstellingen kan het toestel uw maximale
hartslag detecteren en uw hartslagzones instellen als een
percentage van uw maximale hartslag.
Controleer of uw gebruikersprofielinstellingen correct zijn (Uw
profiel instellen, pagina 7).
Ga vaak hardlopen met de hartslagmeter rond de borst of
pols.
Bekijk uw hartslagtrends met behulp van uw Garmin Connect
account.
Uw hartslagzones en uw maximale hartslag
aanpassen
U kunt uw hartslagzones aanpassen aan uw trainingsdoelen.
Het toestel gebruikt informatie uit uw gebruikersprofiel van de
oorspronkelijke configuratie om uw maximale hartslag in te
schatten en uw standaard hartslagzones te bepalen. De
standaard maximale hartslag is 220 min uw leeftijd. Stel (indien
bekend) uw maximale hartslag in voor de meest nauwkeurige
caloriegegevens tijdens uw activiteit.
1
Selecteer Garmin toestellen in het instellingenmenu van de
Garmin Connect Mobile app en selecteer vervolgens uw
toestel.
2
Selecteer Gebruikersinstellingen > Hartslagzones.
3
Voer uw maximale hartslag in.
Uw maximale hartslag instellen
Het toestel gebruikt informatie uit uw gebruikersprofiel van de
oorspronkelijke configuratie om uw maximale hartslag in te
schatten en uw standaard hartslagzones te bepalen. De
standaard maximale hartslag is 220 min uw leeftijd. Stel (indien
bekend) uw maximale hartslag in voor de meest nauwkeurige
caloriegegevens tijdens uw activiteit.
1
Selecteer > Instellingen > Gebruikersprofiel > Max.
HS.
2
Voer uw maximale hartslag in.
Slimme functies
Bluetooth connected functies
Het Forerunner toestel beschikt over verschillende Bluetooth
connected functies voor uw compatibele smartphone of mobiele
toestel via de Garmin Connect Mobile app. Ga voor meer
informatie naar www.garmin.com/intosports/apps.
LiveTrack: Geef uw vrienden en familie de gelegenheid om uw
races en trainingsactiviteiten in real-time te volgen. U kunt
volgers uitnodigen via e-mail of social media, waardoor zij uw
live-gegevens op een Garmin Connect volgpagina kunnen
zien.
Activiteit uploaden: Uw activiteit wordt automatisch naar
Garmin Connect Mobile verstuurd, zodra u klaar bent met het
vastleggen van de activiteit.
Interactie met social media: Hiermee kunt u een update op uw
favoriete social media-website plaatsen wanneer u een
activiteit uploadt naar Garmin Connect Mobile.
Meldingen: Geeft telefoonmeldingen en berichten weer op uw
Forerunner toestel.
Connectiewaarschuwing inschakelen op uw
smartphone
U kunt instellen dat het Forerunner toestel u waarschuwt
wanneer uw gekoppelde smartphone een verbinding maakt of
deze verbreekt via draadloze Bluetooth technologie.
Selecteer > Instellingen > Bluetooth >
Connectiewaarschuwing > Schakel in.
Een kwijtgeraakte smartphone terugvinden
U kunt deze functie gebruiken om een verloren mobiel toestel te
lokaliseren dat is gekoppeld met Bluetooth draadloze
technologie en momenteel binnen bereik is.
1
Selecteer > Vind mijn telefoon.
Slimme functies 5
Het Forerunner toestel begint nu met zoeken naar uw
gekoppelde mobiele toestel. Er worden balken op het
Forerunner toestelscherm weergegeven die de signaalsterkte
van Bluetooth weergeven en u hoort een waarschuwing op
uw mobiele toestel.
2
Selecteer om te stoppen met zoeken.
Bluetooth technologie uitschakelen
Selecteer op het Forerunner toestel > Instellingen >
Bluetooth > Schakel uit.
Raadpleeg de gebruikershandleiding bij uw smartphone om
draadloze Bluetooth technologie uit te schakelen.
Uw smartphone koppelen
Uw Forerunner toestel moet direct via de Garmin Connect
Mobile app worden gekoppeld, in plaats van via de Bluetooth
instellingen op uw smartphone. U kunt uw Forerunner toestel
met uw smartphone koppelen tijdens het initiële instelproces of
via het menu Bluetooth.
1
U kunt de Garmin Connect Mobile app via de app store op
uw telefoon installeren en openen.
Ga naar www.garminconnect.com/forerunner voor meer
informatie over koppelen en instellen.
2
Volg de instructies op het scherm om een account te maken
met uw e-mailadres en uw Forerunner toestel te koppelen
met uw account.
3
Selecteer op het Forerunner toestel > Instellingen >
Bluetooth > Koppel smartphone.
Als het toestel is gekoppeld, wordt een bericht weergegeven en
synchroniseert uw toestel automatisch met uw smartphone.
Uw gegevens synchroniseren met de Garmin Connect
Mobile app
Via de Garmin Connect Mobile app worden gegevens tussen uw
toestel en uw mobiele toestel regelmatig automatisch
gesynchroniseerd. U kunt uw gegevens op elk gewenst moment
ook handmatig synchroniseren.
1
Breng het toestel op minder dan 3 m (10 ft.) afstand van uw
smartphone.
2
Selecteer > Synchroniseren.
3
Bekijk uw huidige gegevens in de Garmin Connect Mobile
app.
De software bijwerken via Garmin Connect Mobile
Voordat u de software op uw toestel kunt bijwerken via de
Garmin Connect Mobile app, moet u een Garmin Connect
account hebben en het toestel koppelen met een compatibele
smartphone (Uw smartphone koppelen, pagina 6).
Synchroniseer uw toestel met de Garmin Connect Mobile app
(Uw gegevens synchroniseren met de Garmin Connect
Mobile app, pagina 6).
Wanneer er nieuwe software beschikbaar is, verstuurt de
Garmin Connect Mobile app deze update automatisch naar
uw toestel.
Telefoonmeldingen
Voor telefoonmeldingen is een compatibele smartphone vereist
die is gekoppeld met het Forerunner toestel. Wanneer uw
telefoon berichten ontvangt, worden meldingen naar uw toestel
verzonden.
Meldingen inschakelen
1
Selecteer > Instellingen > Bluetooth > Smart
Notifications.
2
Selecteer Tijdens activiteit > Alarmen.
OPMERKING: Tijdens activiteit betekent dat u een activiteit
met tijdmeting vastlegt.
3
Selecteer Uit, Toon alleen oproepen of Toon alles.
4
Selecteer Niet tijdens activiteit > Alarmen.
OPMERKING: Niet tijdens activiteit betekent normaal gebruik
van het horloge.
5
Selecteer Uit, Toon alleen oproepen of Toon alles.
OPMERKING: U kunt de geluidssignalen voor meldingen
wijzigen.
Meldingen beheren
U kunt meldingen die op uw Forerunner toestel worden
weergegeven, beheren vanaf uw compatibele smartphone.
Selecteer een optie:
Als u een Apple
®
smartphone gebruikt, kunt u via de
meldinginstellingen van uw smartphone de items
selecteren die u op het toestel wilt weergeven.
Als u een smartphone met Android
gebruikt, selecteert u
in de Garmin Connect Mobile app de optie Instellingen >
Smartphone meldingen.
Meldingen uitschakelen
Selecteer > Instellingen > Bluetooth > Smart
Notifications > Schakel uit.
Garmin Connect
U kunt contact houden met uw vrienden via uw Garmin Connect
account. Garmin Connect biedt u de hulpmiddelen om te volgen,
te analyseren, te delen en elkaar aan te moedigen. Leg de
prestaties van uw actieve lifestyle vast, zoals hardloopsessies,
wandelingen, fietstochten, hikes en meer. Meld u aan voor een
gratis account op www.garminconnect.com/forerunner.
Uw activiteiten opslaan: Nadat u een activiteit met tijdmeting
met uw toestel hebt voltooid en opgeslagen, kunt u die
activiteit uploaden naar uw Garmin Connect account en zo
lang bewaren als u wilt.
Uw gegevens analyseren: U kunt meer gedetailleerde
informatie over uw activiteit weergeven, zoals tijd, afstand,
hartslag, verbrande calorieën, cadans, een bovenaanzicht
van de kaart, tempo- en snelheidsgrafieken, en instelbare
rapporten.
Uw voortgang volgen: U kunt uw dagelijkse aantal stappen
bijhouden, uzelf vergelijken met uw connecties en uw doelen
behalen.
Uw activiteiten delen: U kunt contact houden met vrienden en
elkaars activiteiten volgen of koppelingen naar uw activiteiten
plaatsen op uw favoriete sociale netwerksites.
Uw instellingen beheren: U kunt uw toestel- en
gebruikersinstellingen aanpassen via uw Garmin Connect
account.
Gebruik van Garmin Connect
1
Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
2
Ga naar www.garminconnect.com/start.
3
Volg de instructies op het scherm.
Uw gegevens met uw computer synchroniseren
U moet uw gegevens regelmatig synchroniseren om in de
Garmin Connect toepassing uw vorderingen te volgen.
6 Slimme functies
1
Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
De Garmin Express
toepassing synchroniseert uw
gegevens.
2
Bekijk uw huidige gegevens in de Garmin Connect
toepassing.
Audiomeldingen afspelen tijdens uw activiteit
Voordat u audiomeldingen kunt instellen, moet u een
smartphone met de Garmin Connect Mobile app koppelen met
uw Forerunner toestel.
U kunt de Garmin Connect Mobile app zodanig instellen dat er
tijdens het hardlopen of een andere activiteit motiverende
statusmeldingen worden afgespeeld op uw smartphone.
Audiomeldingen vermelden het rondenummer en de rondetijd,
het tempo of de snelheid en ANT+ sensorgegevens. Tijdens een
audiomelding dempt de Garmin Connect Mobile app het geluid
van de primaire audio van de smartphone om de aankondiging
af te spelen. U kunt de volumeniveaus aanpassen in de Garmin
Connect Mobile app.
1
Selecteer in de instellingen van de Garmin Connect Mobile
app de optie Garmin toestellen.
2
Selecteer uw toestel.
3
Selecteer Activiteitopties > Audiomeldingen.
Geschiedenis
U kunt uw laatste zeven activiteiten met tijdmeting en
activiteitgegevens over de afgelopen zeven dagen bekijken op
uw Forerunner toestel. U kunt een onbeperkt aantal
hardloopsessies en activiteitgegevens uploaden naar en
bekijken op Garmin Connect. Als het geheugen van toestel vol
is, worden de oudste gegevens overschreven.
OPMERKING: De geschiedenis wordt niet vastgelegd wanneer
de timer is gestopt of gepauzeerd.
Geschiedenis weergeven
1
Selecteer > Geschiedenis.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Activiteiten om aanvullende informatie over de
activiteit weer te geven.
Selecteer Records om uw persoonlijke recordtijd en
afstand over verschillende afstanden weer te geven.
Een hardloopsessie verwijderen uit de
geschiedenis
OPMERKING: Als u een hardloopsessie of activiteit uit de
geschiedenis van uw toestel verwijdert, wordt deze niet
verwijderd uit uw Garmin Connect account.
1
Selecteer > Geschiedenis > Activiteiten.
2
Selecteer een activiteit.
3
Selecteer > Gooi weg > Ja.
Persoonlijke records
Bij het voltooien van een hardloopsessie worden op het toestel
eventuele nieuwe persoonlijke records weergegeven die u
tijdens deze sessie hebt gevestigd. Tot de persoonlijke records
behoren uw snelste tijd over verschillende
standaardloopafstanden, alsmede de langste hardloopsessie.
Uw persoonlijke records weergeven
1
Selecteer > Geschiedenis > Records.
2
Selecteer een sport.
3
Selecteer om uw persoonlijke records weer te geven.
Een persoonlijk record verwijderen
1
Selecteer > Geschiedenis > Records.
2
Selecteer een sport.
3
Selecteer een record.
4
Selecteer een optie, bijvoorbeeld Wis langste > Ja.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Een persoonlijk record herstellen
U kunt elk persoonlijk record terugzetten op de vorige waarde.
1
Selecteer > Geschiedenis > Records.
2
Selecteer een sport.
3
Selecteer een record.
4
Selecteer Gebruik vorige > Gebruik record.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Garmin Move IQ
gebeurtenissen
De functie Move IQ detecteert automatisch activiteitspatronen
van minimaal 10 minuten, zoals wandelen, hardlopen, fietsen,
zwemmen en cross-trainen. U kunt het type en de duur van de
gebeurtenis weergeven op uw Garmin Connect tijdlijn, maar
deze worden niet weergegeven in uw lijst met activiteiten,
snapshots of nieuwsfeed. U kunt een activiteit met tijdmeting
vastleggen op uw toestel als u meer details en nauwkeurigheid
wenst.
Gegevensbeheer
OPMERKING: Het toestel is niet compatibel met Windows
®
95,
98, ME, Windows NT
®
, en Mac
®
OS 10.3 en ouder.
Bestanden verwijderen
LET OP
Als u niet weet waar een bestand voor dient, verwijder het dan
niet. Het geheugen van het toestel bevat belangrijke
systeembestanden die niet mogen worden verwijderd.
1
Open het Garmin station of volume.
2
Open zo nodig een map of volume.
3
Selecteer een bestand.
4
Druk op het toetsenbord op de toets Delete.
De USB-kabel loskoppelen
Als uw toestel als een verwisselbaar station of volume is
aangesloten op uw computer, dient u het toestel op een veilige
manier los te koppelen om gegevensverlies te voorkomen. Als
uw toestel als een draagbaar toestel is aangesloten op uw
Windows computer, hoeft u het niet op een veilige manier los te
koppelen.
1
Voer een van onderstaande handelingen uit:
Op Windows computers: Selecteer het pictogram
Hardware veilig verewijderen in het systeemvak en
selecteer uw toestel.
Voor Apple computers selecteert u het toestel en
selecteert u File > Eject.
2
Koppel de kabel los van uw computer.
Uw toestel aanpassen
Uw profiel instellen
U kunt uw persoonlijke gegevens, zoals geslacht, geboortejaar,
lengte, gewicht en maximale hartslag, bijwerken (Uw maximale
hartslag instellen, pagina 5). Het toestel gebruikt deze informatie
om nauwkeurige trainingsgegevens te berekenen.
Geschiedenis 7
1
Selecteer > Instellingen > Gebruikersprofiel.
2
Selecteer een optie.
De watch face wijzigen
U kunt de digitale of analoge watch face gebruiken.
Selecteer > Instellingen > Wijzerplaat.
Activiteitenprofielen
Een activiteitenprofiel is een verzameling instellingen waarmee
u het gebruiksgemak van het toestel kunt optimaliseren. Als u
het toestel gebruikt bij het wandelen zijn de instellingen en
gegevensschermen bijvoorbeeld anders dan wanneer u het
toestel gebruikt bij het fietsen.
Als u een profiel gebruikt en u instellingen zoals
gegevensvelden of waarschuwingen wijzigt, worden die
wijzigingen automatisch in het profiel opgeslagen.
Uw activiteitenprofiel wijzigen
Uw toestel heeft standaard activiteitenprofielen. U kunt elk van
de opgeslagen profielen wijzigen.
Selecteer en vervolgens een activiteitenprofiel.
Tempo of snelheid weergeven
U kunt het type tempo- en snelheidsinformatie wijzigen dat in
het daarvoor bestemde gegevensveld wordt weergegeven.
1
Selecteer en vervolgens een activiteitenprofiel.
2
Selecteer Opties > Tempo/snelheid.
3
Selecteer een optie.
De gegevensvelden aanpassen
U kunt gegevensvelden aanpassen aan uw trainingsdoelen of
optionele accessoires. U kunt gegevensvelden aanpassen om
bijvoorbeeld uw rondetempo en hartslagzone weer te geven.
1
Selecteer en vervolgens een activiteitenprofiel.
2
Selecteer Opties > Gegevensvelden.
3
Selecteer een pagina.
4
Selecteer een gegevensveld om het te wijzigen.
Garmin Connect instellingen
U kunt uw toestelinstellingen wijzigen in uw Garmin Connect
account, via de Garmin Connect Mobile app of de Garmin
Connect website. Sommige instellingen zijn alleen beschikbaar
in uw Garmin Connect account en u kunt deze niet wijzigen op
uw toestel.
Selecteer in de Garmin Connect Mobile app de afbeelding
van uw toestel en selecteer Toestelinstellingen.
Selecteer in de toestellenwidget op de Garmin Connect
website de optie Toestelinstellingen.
Nadat u de instellingen hebt aangepast, synchroniseert u uw
gegevens om de wijzigingen toe te passen op uw toestel (Uw
gegevens synchroniseren met de Garmin Connect Mobile app,
pagina 6).
Instellingen voor activiteiten volgen
Selecteer > Instellingen > Activiteiten volgen.
Schakel uit: Hiermee wordt de functie voor het volgen van
activiteiten uitgeschakeld.
Bewegingsmelding: Geeft een bericht en de bewegingsbalk
weer op de digitale watch face en het stappenscherm. Het
toestel geeft ook een pieptoon of trilt als geluidssignalen zijn
ingeschakeld (De toestelgeluiden instellen, pagina 8).
Doelwaarschuwingen: Hiermee kunt u waarschuwingen voor
doelen in- en uitschakelen, of waarschuwingen voor doelen
uitschakelen tijdens een activiteit met tijdmeting.
Systeeminstellingen
Selecteer > Instellingen > Systeem.
Taal voor tekst: Hiermee kunt u de taal van het toestel
instellen.
Tijd: Hiermee kunt u de tijdinstellingen wijzigen (Tijdinstellingen,
pagina 8).
Geluiden: Hiermee kunt u de toestelgeluiden instellen, zoals
knoptonen en waarschuwingssignalen (De toestelgeluiden
instellen, pagina 8).
Schermverlichting tijdens activiteit: Hiermee stelt u de
instellingen van de schermverlichting tijdens een activiteit in
(De schermverlichting tijdens activiteiten aanpassen,
pagina 9).
Eenheden: Hiermee kunt u de op het toestel gebruikte
meeteenheden instellen.
Software-update: Hiermee installeert u gedownloade software-
updates via de Garmin Express toepassing of de Garmin
Connect Mobile app (De software bijwerken, pagina 10).
Standaardinstellingen: Hiermee kunt u gebruikersgegevens en
activiteitgeschiedenis wissen (Alle standaardinstellingen
herstellen, pagina 9).
Over: Hiermee wordt informatie over het toestel, de software en
de wet- en regelgeving weergegeven (Toestelgegevens
weergeven, pagina 9).
Tijdinstellingen
Selecteer > Instellingen > Systeem > Tijd.
Tijdweergave: Hier kunt u kiezen om de 12- of 24-uursklok in te
stellen.
Stel tijd in: Hiermee kunt u de tijd handmatig of automatisch
instellen op basis van uw gekoppelde mobiele toestel of
GPS-locatie.
Tijdzones
Telkens wanneer u het toestel inschakelt en naar satellieten
zoekt of gegevens synchroniseert met uw smartphone, worden
de tijdzone en het tijdstip automatisch vastgesteld.
De modus Niet storen gebruiken
U kunt de modus Niet storen gebruiken om tonen, trilsignalen en
de schermverlichting uit te schakelen voor waarschuwingen en
meldingen. U kunt deze modus bijvoorbeeld gebruiken als u
slaapt of naar een film kijkt.
OPMERKING: Het toestel wordt op uw normale slaaptijden
automatisch in de modus Niet storen geschakeld. U kunt uw
normale slaaptijden instellen in de gebruikersinstellingen van uw
Garmin Connect account.
Selecteer > Niet storen > Schakel in.
TIP: Selecteer > Niet storen > Schakel uit om de modus
Niet storen uit te schakelen.
Een alarm instellen
1
Selecteer > Alarm > Voeg nieuw toe.
2
Selecteer Tijd en voer een tijd in.
3
Selecteer Geluiden en selecteer een optie.
4
Selecteer Herhaal en selecteer een optie.
Een alarm verwijderen
1
Selecteer > Alarm.
2
Selecteer een alarm.
3
Selecteer Verwijder > Ja.
De toestelgeluiden instellen
De toestelgeluiden bestaan uit knopgeluiden,
waarschuwingstonen en trillingen.
Selecteer > Instellingen > Systeem > Geluiden.
8 Uw toestel aanpassen
De schermverlichting tijdens activiteiten aanpassen
U kunt de instellingen van de schermverlichting tijdens
activiteiten met tijdmeting aanpassen.
1
Selecteer > Instellingen > Systeem >
Schermverlichting tijdens activiteit.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Auto om de schermverlichting automatisch in te
schakelen bij waarschuwingen, berichten en het drukken
op knoppen.
OPMERKING: De schermverlichting wordt automatisch
uitgeschakeld.
Selecteer Blijft aan om de schermverlichting handmatig in
of uit te schakelen.
ANT+ sensors
Uw toestel kan worden gebruikt in combinatie met draadloze
ANT+ sensors. Ga voor meer informatie over compatibiliteit en
de aanschaf van optionele sensors naar http://buy.garmin.com.
ANT+ sensors koppelen
Koppelen is het maken van een verbinding tussen ANT+
draadloze sensors, bijvoorbeeld het verbinden van een
hartslagmeter met uw Garmin toestel. Wanneer u voor de eerste
keer een ANT+ sensor met uw toestel verbindt, moet u het
toestel en de sensor koppelen. Hierna maakt het toestel
automatisch verbinding met de sensor wanneer u uw activiteit
start en de sensor actief en binnen bereik is.
1
Selecteer en vervolgens een activiteitenprofiel.
2
Installeer de sensor of doe de hartslagmeter om.
3
Breng het toestel binnen het bereik van de sensor (op 1 cm
afstand) en wacht tot het toestel en de sensor zijn
verbonden.
Als het toestel de sensor detecteert, wordt een bericht
weergegeven. U kunt een gegevensveld aanpassen om
sensorgegevens weer te geven.
4
Selecteer indien nodig > Instellingen > Sensors om de
ANT+ sensors te beheren.
Voetsensor
Het toestel is compatibel met de voetsensor. Bij indoortrainingen
of als het GPS-signaal zwak is, kunt u in plaats van GPS de
voetsensor gebruiken om het tempo en de afstand vast te
leggen. De voetsensor is stand-by en klaar om gegevens te
verzenden (net als de hartslagmeter).
Na 30 minuten zonder activiteit schakelt de trainingsassistent
zichzelf uit om de batterij te sparen. Als de batterij bijna leeg is,
verschijnt een bericht op uw toestel. Na ongeveer vijf uur is de
batterij leeg.
Hardlopen met een voetsensor
Voordat u gaat hardlopen, moet u de voetsensor koppelen met
uw Forerunner toestel (ANT+ sensors koppelen, pagina 9).
U kunt binnen hardlopen met een voetsensor om tempo, afstand
en cadans vast te leggen. U kunt ook buiten hardlopen met een
voetsensor om cadansgegevens vast te leggen aan de hand
van GPS-gegevens voor tempo en afstand.
1
Plaats de voetsensor volgens de instructies van het
accessoire.
2
Selecteer een hardloopactiviteit.
3
Ga hardlopen.
Kalibratie van de voetsensor
De voetsensor kalibreert zichzelf. De nauwkeurigheid van de
snelheid- en afstandsgegevens verbetert na een aantal
hardloopsessies in de buitenlucht met behulp van GPS.
Toestelinformatie
Specificaties
Batterijtype Oplaadbare, ingebouwde lithium-ionbatterij
Levensduur van batterij Tot 9 dagen voor horlogemodus, inclusief
smart notifications, activiteiten volgen en
polshartslag
Tot 13 uur in GPS-trainingsmodus
Bedrijfstemperatuurbe-
reik
Van -20º tot 50ºC (van -4º tot 122ºF)
Laadtemperatuurbereik Van 0º tot 45ºC (van 32º tot 113ºF)
Radiofrequentie/-
protocol
2,4 GHz ANT+ protocol voor draadloze
communicatie
Bluetooth draadloze technologie
Waterbestendigheid Zwemmen, 5 ATM*
*Het toestel is bestand tegen druk tot een diepte van maximaal
50 meter. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com
/waterrating.
Problemen oplossen
Productupdates
Installeer Garmin Express (www.garmin.com/express) op uw
computer. Installeer de Garmin Connect Mobile app op uw
smartphone.
Op die manier kunt u gemakkelijk gebruikmaken van de
volgende diensten voor Garmin toestellen:
Software-updates
Gegevens worden geüpload naar Garmin Connect
Productregistratie
Meer informatie
Ga naar support.garmin.com voor meer handleidingen,
artikelen en software-updates.
Ga naar www.garmin.com/intosports.
Ga naar www.garmin.com/learningcenter.
Ga naar buy.garmin.com of neem contact op met uw Garmin
dealer voor informatie over optionele accessoires en
vervangingsonderdelen.
Het toestel opnieuw opstarten
Als het toestel niet meer reageert, moet u het mogelijk opnieuw
opstarten.
OPMERKING: Als u het toestel opnieuw opstart, worden uw
gegevens en/of instellingen mogelijk gewist.
1
Houd gedurende 15 seconden ingedrukt.
Het toestel wordt uitgeschakeld.
2
Houd één seconde ingedrukt om het toestel in te
schakelen.
Alle standaardinstellingen herstellen
OPMERKING: Hiermee worden alle gegevens die u hebt
ingevoerd en uw activiteitgeschiedenis gewist.
U kunt alle fabrieksinstellingen van het toestel herstellen.
Selecteer > Instellingen > Systeem >
Standaardinstellingen > Ja.
Toestelgegevens weergeven
U kunt de toestel-id, software-informatie en informatie over
regelgeving weergeven.
1
Selecteer > Instellingen > Systeem > Over.
2
Selecteer .
ANT+ sensors 9
De software bijwerken
Voordat u de toestelsoftware kunt bijwerken, moet u beschikken
over een Garmin Connect account en de Garmin Express
toepassing downloaden.
1
Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
Als er nieuwe software beschikbaar is, verstuurt de Garmin
Express toepassing deze naar uw toestel.
2
Volg de instructies op het scherm.
3
Koppel uw toestel niet los van de computer terwijl de Garmin
Express toepassing de software downloadt.
TIP: Als u problemen ondervindt met het bijwerken van de
software met de Garmin Express toepassing, moet u mogelijk
uw activiteitengeschiedenis uploaden naar de Garmin
Connect toepassing en uw activiteitengeschiedenis wissen
van het toestel. Hierdoor behoort voldoende geheugenruimte
vrij te komen voor de update.
Levensduur van de batterijen maximaliseren
Schakel smart notifications uit (Meldingen uitschakelen,
pagina 6).
Schakel de Bluetooth draadloze functie uit (Bluetooth
technologie uitschakelen, pagina 6).
Schakel activiteiten volgen uit (Instellingen voor activiteiten
volgen, pagina 8).
Stop het verzenden van hartslaggegevens naar gekoppelde
Garmin toestellen (Hartslaggegevens verzenden naar
Garmin toestellen, pagina 4).
Schakel hartslagmeting aan de pols uit (Garmin Connect
instellingen, pagina 8).
OPMERKING: De hartslagmeting aan de pols wordt gebruikt
om het aantal minuten activiteit bij hoge inspanning en het
aantal verbrande calorieën te berekenen.
Satellietsignalen ontvangen
Het toestel dient mogelijk vrij zicht op de satellieten te hebben
om satellietsignalen te kunnen ontvangen. De tijd en datum
worden automatisch ingesteld op basis van uw GPS-positie.
TIP: Ga voor meer informatie over GPS naar www.garmin.com
/aboutGPS.
1
Ga naar buiten naar een open gebied.
De voorzijde van het toestel moet naar de lucht zijn gericht.
2
Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
Het kan 30 tot 60 seconden duren voordat satellietsignalen
worden gevonden.
De ontvangst van GPS-signalen verbeteren
Synchroniseer het toestel regelmatig met uw Garmin
Connect account:
Verbind uw toestel met een computer via de USB-kabel
en de Garmin Express app.
Synchroniseer uw toestel met de Garmin Connect Mobile
app op uw Bluetooth smartphone.
Na verbinding met uw Garmin Connect account downloadt
het toestel diverse dagen aan satellietgegevens, zodat het
toestel snel satellietsignalen kan vinden.
Ga met uw toestel naar buiten, naar een open plek, ver weg
van hoge gebouwen en bomen.
Blijf enkele minuten stilstaan.
Mijn toestel geeft de juiste tijd niet weer
Het toestel werkt de tijd en datum bij wanneer het GPS-signalen
ontvangt. U dient een buitenactiviteit te starten om de juiste tijd
te ontvangen wanneer u naar een andere tijdzone gaat, en om
het toestel bij te werken voor zomertijd of wintertijd.
1
Selecteer .
2
Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft
gevonden.
Tijd en datum worden automatisch bijgewerkt.
Wanneer wordt mijn stappentelling op nul gezet?
De dagelijkse stappentelling wordt elke dag om middernacht op
nul gezet.
Mijn stappentelling lijkt niet nauwkeurig te zijn
Als uw stappentelling niet nauwkeurig lijkt te zijn, kunt u deze
tips proberen.
Draag het toestel om uw niet-dominante pols.
Draag het toestel in uw zak wanneer u alleen uw handen of
armen gebruikt.
OPMERKING: Het toestel kan herhalende bewegingen,
zoals met uw handen klappen of uw tanden poetsen,
interpreteren als stappen.
Mijn minuten intensieve training knipperen
Als u traint op een bepaald intensiteitsniveau en u uw doel van
een bepaald aantal minuten intensieve training haalt, knipperen
de minuten intensieve training.
Sport minimaal 10 minuten bij een gemiddeld of inspannend
intensiteitsniveau.
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens
Als hartslaggegevens onregelmatig zijn of niet worden
weergegeven, kunt u deze tips proberen.
Zorg dat uw onderarm schoon en droog is voordat u het
toestel omdoet.
Zorg dat de huid onder het toestel niet is ingesmeerd met
zonnebrandcrème, lotion of insectenwerende middelen.
Zorg dat de hartslagsensor aan de achterkant van het toestel
niet wordt bekrast.
Draag het toestel om uw pols, boven uw polsgewricht. Het
toestel dient stevig vast te zitten, maar niet te strak.
Wacht tot het pictogram constant brandt voordat u aan uw
activiteit begint.
Voer gedurende 5 tot 10 minuten een warming-up uit en
meet uw hartslag voordat u aan uw workout begint.
OPMERKING: Voer bij koud weer de warming-up binnen uit.
Spoel het toestel na elke training af met schoon water.
Activiteiten volgen uitschakelen
Selecteer > Instellingen > Activiteiten volgen.
Kan ik het cardioprofiel buiten gebruiken?
U kunt GPS inschakelen en het cardioprofiel gebruiken voor een
buitenactiviteit.
1
Selecteer > Cardio > Opties > Buiten gebruiken.
2
Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft
gevonden.
3
Selecteer om de timer te starten.
GPS blijft tijdens het geselecteerde activiteitenprofiel
ingeschakeld, totdat u deze uitschakelt.
Gegevens naar uw computer verzenden
U kunt uw activiteitgegevens uploaden naar uw Garmin Connect
account met een USB-kabel.
1
Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
2
Ga naar www.garminconnect.com/forerunner.
3
Volg de instructies op het scherm.
10 Toestelinformatie
Appendix
Gegevensvelden
Voor sommige gegevensvelden hebt u ANT+ accessoires nodig
om de gegevens weer te geven.
Afstand: De afstand die u hebt afgelegd voor de huidige
activiteit of het huidige spoor.
Cadans: Fietsen. Het aantal omwentelingen van de pedaalarm.
Voor weergave van deze gegevens moet uw toestel zijn
aangesloten op een cadansaccessoire.
Cadans: Hardlopen. Het aantal stappen per minuut (rechts en
links).
Calorieën: De hoeveelheid calorieën die u hebt verbrand.
Gem. snelheid: De gemiddelde snelheid voor de huidige
activiteit.
Gemiddeld tempo: Het gemiddelde tempo van de huidige
activiteit.
Hartslag: Uw aantal hartslagen per minuut.
Hartslagzone: Uw huidige hartslagbereik (1 tot 5). De
standaardzones zijn gebaseerd op uw gebruikersprofiel en
de maximale hartslag (220 min uw leeftijd).
Rondeafstand: De afstand die u hebt afgelegd voor de huidige
ronde.
Rondesnelheid: De gemiddelde snelheid voor de huidige
ronde.
Rondetempo: Het gemiddelde tempo van de huidige ronde.
Rondetijd: De stopwatchtijd voor de huidige ronde.
Snelheid: De huidige snelheid waarmee u zich verplaatst.
Tempo: Het huidige tempo.
Tijd: De stopwatchtijd voor de huidige activiteit.
Toestelonderhoud
LET OP
Vermijd schokken en ruwe behandeling omdat hierdoor het
product korter meegaat.
Druk niet op de knoppen onder water.
Gebruik nooit een scherp voorwerp om het toestel schoon te
maken.
Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen, oplosmiddelen en
insectenwerende middelen die plastic onderdelen en
oppervlakken kunnen beschadigen.
Spoel het toestel goed uit met leidingwater nadat het in
aanraking is geweest met chloor of zout water, zonnebrand,
cosmetica, alcohol en andere chemicaliën die een reactie
kunnen veroorzaken. Langdurige blootstelling aan deze stoffen
kan de behuizing beschadigen.
Bewaar het toestel niet op een plaats waar het langdurig aan
extreme temperaturen kan worden blootgesteld omdat dit
onherstelbare schade kan veroorzaken.
Verwijder de banden niet.
Het toestel schoonmaken
LET OP
Ook een klein beetje zweet of vocht kan corrosie van de
elektrische contactpunten veroorzaken als het toestel is
aangesloten op een oplader. Corrosie kan opladen en
gegevensoverdracht blokkeren.
1
Veeg het toestel schoon met een doek die is bevochtigd met
een mild schoonmaakmiddel.
2
Veeg de behuizing vervolgens droog.
Laat het toestel na reiniging helemaal drogen.
TIP: Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/fitandcare.
Berekeningen van hartslagzones
Zone % van
maximale
hartslag
Waargenomen
inspanning
Voordelen
1 50–60% Ontspannen,
comfortabel tempo,
regelmatige ademhaling
Aerobische training
voor beginners,
verlaagt het stressni-
veau
2 60–70% Comfortabel tempo, iets
diepere ademhaling,
gesprek voeren is
mogelijk
Standaardcardiovas-
culaire training; korte
herstelperiode
3 70–80% Gematigd tempo,
gesprek voeren iets
lastiger
Verbeterde aerobische
capaciteit, optimale
cardiovasculaire
training
4 80–90% Hoog tempo en
enigszins oncomfortabel;
zware ademhaling
Verbeterde anaerobi-
sche capaciteit en
drempel, hogere
snelheid
5 90–100% Sprinttempo, kan niet
lang worden
volgehouden;
ademhaling zwaar
Anaerobisch en
musculair uithoudings-
vermogen; meer
kracht
Standaardwaarden VO2 Max.
In deze tabellen vindt u de gestandaardiseerde classificaties van het geschat VO2 max. op basis van leeftijd en geslacht.
Mannen Percentiel 20–29 30–39 40–49 50–59 60–69 70–79
Voortreffelijk 95 55,4 54 52,5 48,9 45,7 42,1
Uitstekend 80 51,1 48,3 46,4 43,4 39,5 36,7
Goed 60 45,4 44 42,4 39,2 35,5 32,3
Redelijk 40 41,7 40,5 38,5 35,6 32,3 29,4
Slecht 0–40 <41,7 <40,5 <38,5 <35,6 <32,3 <29,4
Vrouwen Percentiel 20–29 30–39 40–49 50–59 60–69 70–79
Voortreffelijk 95 49,6 47,4 45,3 41,1 37,8 36,7
Uitstekend 80 43,9 42,4 39,7 36,7 33 30,9
Goed 60 39,5 37,8 36,3 33 30 28,1
Redelijk 40 36,1 34,4 33 30,1 27,5 25,9
Slecht 0–40 <36,1 <34,4 <33 <30,1 <27,5 <25,9
Appendix 11
Gegevens afgedrukt met toestemming van The Cooper Institute. Ga voor meer informatie naar www.CooperInstitute.org.
Symbooldefinities
Deze symbolen worden mogelijk weergegeven op de toestel- of
accessoirelabels.
WEEE-symbool voor weggooien en recycling. Het WEEE-symbool
is toegevoegd op het product in overeenstemming met de EU-
richtlijn 2012/19/EU met betrekking tot Waste Electrical and
Electronic Equipment (WEEE). Hiermee wordt het onjuist afdanken
van dit product ontmoedigd en het hergebruiken en recyclen
bevorderd.
12 Appendix
Index
A
accessoires 9
activiteiten opslaan 1
activiteiten volgen 3, 4, 8, 10
afstand, waarschuwingen 2
alarmen 8
ANT+ sensors 9
koppelen 9
ANT+ sensors koppelen 9
applicaties 5
Auto Lap 3
Auto Pause 3
B
batterij
maximaliseren 6, 10
opladen 1
Bluetooth technologie 5–7
buitentraining 10
C
calorie, waarschuwingen 2
D
doelstellingen 3
G
Garmin Connect 5, 6, 8, 10
gegevens opslaan 6
Garmin Connect Mobile 7
Garmin Express, software bijwerken 9
gebruikersgegevens, verwijderen 7
gebruikersprofiel 7
gegevens 3
opslaan 6, 10
overbrengen 6, 10
gegevens opslaan 6
gegevensvelden 8, 11
geschiedenis 6, 7
naar de computer verzenden 6, 10
verwijderen 7
weergeven 7
GPS 10
signaal 10
stoppen 2
H
hartslag 3, 4
meter 5, 10
sensors koppelen 4
waarschuwingen 3
zones 5, 11
het toestel herstellen 9
horlogemodus 10
I
indoortraining 2, 9
instellingen 8, 9
intervallen 2
workouts 2
K
klok 8
knoppen 1, 3, 11
koppelen, ANT+ sensors 4
L
loop-intervallen 2
M
meldingen 3, 6
minuten intensieve training 4, 10
O
opladen 1
P
persoonlijke records 7
verwijderen 7
pictogrammen 3
problemen oplossen 1, 9, 10
profielen 8
activiteit 1
gebruiker 7
R
ronden 1, 3
S
satellietsignalen 10
schermverlichting 1, 9
slaapmodus 4, 8
smartphone 5
applicaties 5
apps 7
snelheid, zones 8
software
bijwerken 6, 9, 10
licentie 9
versie 9
specificaties 9
systeeminstellingen 8
T
tempo 2, 8
tijd
instellingen 8
waarschuwingen 2
tijdstip van de dag 8, 10
tijdzones 8
timer 1, 7
toestel aanpassen 8
toestel schoonmaken 11
toestel-id 9
tonen 8
training 1, 2, 5
modi 1
trilsignaal 8
U
updates, software 6, 10
USB 10
bestanden overbrengen 6
loskoppelen 7
V
verwijderen
alle gebruikersgegevens 7
geschiedenis 7
persoonlijke records 7
Virtual Pacer 2
VO2 max. 5, 11
voetsensor 9
W
waarschuwingen 2, 3
watch faces 8
Z
zones
hartslag 5
snelheid 8
tijd 8
Index 13
support.garmin.com
April 2018
190-02086-35_0B
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

Garmin Forerunner® 35 Handleiding

Type
Handleiding