Panasonic KX-FL511BL de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Lees deze gebruiksaanwijzing
aandachtig, voordat u het
apparaat gebruikt. Bewaar de
handleiding voor latere naslag.
Dit model is uitsluitend
ontworpen voor gebruik in
België.
Laserfax met copierfunctie
Gebruiksaanwijzing
Modelnr. KX-FL511BL
FL511BL_nl.PDF Page 1 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
I
Het bedi eningspanee l
De gebruiksaanwijzing volgen
Houd bij het volgen van de gebruiksaanwijzing altijd de uitvouwpagina (volgende pagina) open, zodat u direct de toetsen
kunt opzoeken.
OPEN
FL511BL_nl.book Page I Monday, August 4, 2003 2:38 PM
II
Het bedieningspaneel
Houd deze pagina open als u de gebruiksaanwijzing volgt.
Zie voor een beschrijving van de toetsen page 7.
Toetsen (in alfabetische volgorde)
AUTO ANSWER
G
HELP
M
R
K
BROADCAST
B
JUNK FAX PROHIBITOR
D
REDIAL/PAUSE
I
CALLER ID PRINT
Q
LOWER
S
RESOLUTION
F
CALLER ID SEARCH
R
MANUAL BROAD
C
SET
U
COLLATE
E
MENU
O
Snelkiestoetsen
A
COPY START
V
MONITOR
L
STOP
T
DIRECTORY PROGRAM
N
NAME/TEL NO.
S
VOLUME
P
FAX START
U
NAVIGATOR
P
HANDSET MUTE
J
QUICK SCAN START
H
AC D
GHE
NQPRSTUVOJK ML
B
F
I
FL511BL_nl.book Page II Monday, August 4, 2003 2:38 PM
2
Bedankt dat u hebt gekozen voor een fax van Panasonic.
Gegevens die u moet bewaren
Bevestig hier uw aankoopbon.
Voor referentie
Als taal kunt u Engelse of Frans selecteren.
L
De weergave en rapportage is in de geselecteerde taal. De standaardinstelling is Engelse. Zie functie #48 op page 36
als u de instelling wilt wijzigen.
Waarschuwing:
L
Wrijf en gum niet over de bedrukte zijde van het papier. Dit kan vegen veroorzaken op de afdruk.
L
Neem bij problemen in eerste instantie contact op met de leverancier van de apparatuur.
L
Deze apparatuur is ontworpen voor gebruik op het Belgische analoge telefoonnetwerk.
Verklaring van overeenstemming:
L
Panasonic Communications Co., Ltd. verklaart dat deze apparatuur voldoet aan de van toepassing zijnde vereisten en
andere relevante voorwaarden van Richtlijn 1999/5/EC.
Ga voor een kopie van de originele Verklaring van overeenstemming voor onze producten gerelateerd aan de R&TTE
naar ons webadres:
http://doc.panasonic-tc.de
Copyright:
L
Het auteursrecht op deze handleiding ligt bij Panasonic Communications Co., Ltd. (PCC) en gelicenceerden hiervan.
Onder het auteursrecht mag deze handleiding in geen enkele andere vorm worden vermenigvuldigd, in het geheel of
gedeeltelijk, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van PCC en haar licentiehouder.
© Panasonic Communications Co., Ltd. 2003
Aankoopdatum
Serienummer (aanwezig op achterkant apparaat)
Naam en adres verkoper’
Telefoonnummer verkoper’
FL511BL_nl.book Page 2 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
Veiligheidsinstructies
3
VeiligheidsinstructiesVeiligheidsinstructies
Belangrijke
veiligheidsinstructies
Volg als u het apparaat gebruikt altijd de
veiligheidsvoorschriften ter voorkoming van brand,
elektrische schokken of persoonlijk letsel.
1. Lees en begrijp alle instructies.
2. Volg alle waarschuwingen en instructies op het
apparaat op.
3. Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact
voordat u het apparaat reinigt. Gebruik geen
vloeibare reinigingsmiddelen of spuitbussen.
Gebruik voor reinigen een vochtige doek.
4. Gebruik het apparaat niet bij water, zoals badkuipen,
wastafels, aanrechten enzovoorts.
5. Plaats het apparaat stevig op een stabiel oppervlak.
Als het apparaat valt, kan het ernstige schade en/of
letsel veroorzaken.
6. Dek de sleuven en openingen van het apparaat niet
af. Deze zorgen voor ventilatie en beschermen tegen
oververhitting. Plaats het apparaat niet bij de
verwarming of op een plaats zonder goede ventilatie.
7. Gebruik alleen de stroombron die op het apparaat
wordt aangegeven. Als u niet zeker weet welke
spanning bij u thuis beschikbaar is, neemt u contact
op met uw dealer of het energiebedrijf.
8. Voor de veiligheid is het apparaat voorzien van een
geaarde stekker. Als u geen geaard stopcontact
hebt, laat u er een installeren. Omzeil deze
veiligheidsmaatregel niet door de stekker te
veranderen.
9. Zet niets op het stroomsnoer. Installeer het apparaat
waar niemand op het snoer kan stappen of erover
kan struikelen.
10. Overbelast stopcontact en verlengsnoeren niet. Dit
kan leiden tot risico op brand of elektrische
schokken.
11. Duw niets door de sleuven van het apparaat. Dit kan
leiden tot risico op brand of elektrische schokken.
Mors geen vloeistoffen op het apparaat.
12. Haal ter voorkoming van risico op elektrische
schokken het apparaat niet uit elkaar. Breng het
apparaat naar een goedgekeurd servicecentrum als
het moet worden gerepareerd. Als u deksels opent of
verwijdert, kunt u worden blootgesteld aan
gevaarlijke voltages en andere gevaren. Onjuist
opnieuw in elkaar zetten kan elektrische schokken
veroorzaken als het apparaat vervolgens wordt
gebruikt.
13. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact
en neem voor reparatie contact op met een
goedgekeurd servicecentrum als het volgende het
geval is:
A. Als de elektrische bedrading is beschadigd of
versleten.
B. Als er vloeistof in het apparaat is gemorst.
C. Als het apparaat is blootgesteld aan regen of
water.
D. Als het apparaat niet normaal werkt als u de
bedieningsinstructies opvolgt. Bedien alleen
zoals beschreven in de bedieningsaanwijzingen.
Onjuiste bediening kan leiden tot uitgebreide
reparaties door een goedgekeurd
servicecentrum.
E. Als het apparaat is gevallen of is beschadigd.
F. Als de prestaties van het apparaat duidelijk zijn
veranderd.
14. Gebruik tijdens onweer geen telefoon, tenzij deze
draadloos is. Er bestaat een kleine kans op
elektrische schokken door bliksem.
15. Gebruik het apparaat niet voor het rapporteren van
een gaslek als het daar in de buurt staat.
BEWAAR DEZE
INSTRUCTIES
Installatie:
L
Laat het apparaat als u dit van een koude naar een
warmere plek hebt verplaatst eerst op temperatuur
komen, en sluit het apparaat pas na ongeveer 30
minuten aan. Als het apparaat te snel na verandering
van omgevingsomstandigheden wordt aangesloten,
kan condensatie optreden, waardoor het apparaat
niet goed werkt.
L
Installeer telefoondraden nooit tijdens onweer.
L
Installeer telefooncontacten nooit op natte plaatsen,
tenzij het contact specifiek hiervoor is ontworpen.
L
Raak nooit ongeïsoleerde telefoondraden of pluggen
aan, tenzij deze niet met de netwerkinterface zijn
verbonden.
L
Werk voorzichtig bij het installeren of aanpassen van
telefoonlijnen.
Waarschuwing:
L
Vermijd ter voorkoming van vuur en elektrische
schokken blootstelling van dit product aan regen of
vocht.
FL511BL_nl.book Page 3 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
Veiligheidsinstructies
4
Overige informatie:
L
Zorg ervoor dat er geen apparaten in de buurt van
het apparaat zijn die elektrische interferentie
genereren, zoals fluorescerende lampen en
motoren.
L
Stel het apparaat niet bloot aan stof, hoge
temperaturen of trillingen.
L
Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
L
Plaats geen zware objecten op het apparaat.
L
Steek de stekker niet met natte handen in het
stopcontact.
L
Veeg het oppervlak van het apparaat schoon met
een zachte doek. Gebruik geen benzine, verdunner
of schuurmiddel.
Opgelet:
Laserstraling
L
De printer van dit apparaat maakt gebruik van
laserstraling. Bediening, bijstelling of uitvoeren van
procedures anders dan hierin beschreven kan leiden
tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
Fixeereenheid
L
De fixeereenheid wordt heet. Raak deze niet aan.
L
Gedurende en direct na het afdrukken wordt het
gebied rond de papieruitvoer (
1
) ook warm. Dit is
normaal.
Tonercartridge
L
Let bij het hanteren van de tonercartridge op het
volgende:
Laat de tonercartridge niet te lang uit de
beschermende verpakking. Dit gaat ten koste
van de levensduur van de toner.
Drink als u toner binnenkrijgt enkele glazen water
om de maaginhoud te verdunnen en zorg voor
medische behandeling.
Spoel als er toner in uw ogen komt uw ogen
grondig met water en zorg voor medische
behandeling.
Was als er toner op uw huid komt het
blootgestelde gebied grondig met water en zeep.
Begeef u naar een ruimte met frisse lucht en
raadpleeg medisch personeel indien u
tonerpoeder inademt.
Drumeenheid
L
Lees de instructies op page 9 voordat u de
drumeenheid installeert. Na het lezen ervan opent u
de beschermende verpakking van de drumeenheid.
De drumeenheid bevat een lichtgevoelige eenheid.
Blootstelling aan licht kan deze beschadigen. Na het
openen van de beschermende verpakking:
Stel de drumeenheid niet langer dan vijf minuten
bloot aan licht.
Raak het groene drumoppervlak niet aan en
maak er geen krassen op.
Plaats de drumeenheid niet in een stoffige, vuile
of zeer vochtige omgeving.
Stel de drumeenheid niet bloot aan direct
zonlicht.
VOOR EEN OPTIMAAL GEBRUIK:
L
Tijdens het afdrukproces wordt warmte gebruikt,
bijgevolg is het normaal dat er een geur
waarneembaar is tijdens en kort na het afdrukken.
Gebruik dit apparaat in een goed geventileerde
ruimte.
L
Om de levensduur van de drumeenheid te verlengen
zou het toestel nooit onmiddellijk na het afdrukken
mogen worden uitgeschakeld. Laat het toestel nog
minstens 30 minuten na het afdrukken aan staan.
L
Bewaar ongebruikt papier in de originele verpakking
in een koele ruimte met een lage luchtvochtigheid,
anders kan de afdrukkwaliteit worden beïnvloed.
L
Dek geen openingen van het toestel af. Controleer de
ventilatie openingen regelmatig en verwijder stof met
een stofzuiger (
2
).
L
Let er bij het vervangen van de tonercartridge en
drumeenheid op dat deze niet in contact komen met
stof, water of andere vloeistoffen. Dit kan de
afdrukkwaliteit beïnvloeden.
Fixeereenheid
1
2
2
FL511BL_nl.book Page 4 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
Inhoud
5
1. I nhoud
1. Inleiding en installatie
Accessoires
1.1 Meegeleverde accessoires............................
6
1.2 Aanvullende informatie..................................
7
Locatie van de bedieningstoetsen
1.3 Beschrijving van toetsen ...............................
7
1.4 Overzicht .......................................................
8
Installatie
1.5 Tonercartridge en drumeenheid ...................
9
1.6 Papierhouder ..............................................
11
1.7 Papieropvanglade ......................................
11
1.8 Documentlade .............................................
12
1.9 Krulsnoer.....................................................
12
1.10 Afdrukpapier ...............................................
12
2. Voorbereiding
Aansluiten en instellen
2.1 Aansluitingen ..............................................
14
Help-toets
2.2 Help-functie ................................................
14
Vol ume
2.3 Het volume aanpassen ..............................
15
Startprogrammering
2.4 Datum en tijd ...............................................
15
2.5 Uw logo .......................................................
16
2.6 Uw faxnummer ............................................
18
3. Telefoon
Automatisch nummers kiezen
3.1 Namen en telefoonnummers opslaan voor
snelkiezen ..................................................
19
3.2 Namen en telefoonnummers opslaan in het
telefoonboek ...............................................
19
3.3 Opgeslagen nummers wijzigen ...................
20
3.4 Opgeslagen nummers wissen.....................
20
3.5 Opbellen met behulp van snelkiezen en het
telefoonboek ...............................................
20
Nummerweergave (Beller-identificatie)
3.6 Nummerweergave.......................................
21
3.7 Gegevens van de beller weergeven en
terugbellen .................................................
21
3.8 De bellerlijst afdrukken................................
22
3.9 Gegevens van bellers wissen......................
22
3.10 Gegevens van bellers opslaan ....................
23
4. Fax
Faxen verzenden
4.1 Faxen handmatig verzenden ......................
24
4.2 Welke documenten u kunt verzenden ........
25
4.3 Faxen met behulp van snelkiezen en het
telefoonboek ...............................................
25
4.4 Groepsverzending (Broadcast) ..................
26
Faxberichten ontvangen
4.5 De manier waarop u de fax gebruikt instellen .
28
4.6 Faxen handmatig ontvangen.......................
29
4.7 Faxen automatisch ontvangen ....................
29
4.8 Faxapparaat samen met antwoordapparaat ..
30
4.9 Ontvangstpolling (faxen op andere
faxmachines ophalen) .................................
30
4.10 Blokkering van ongewenste faxen (voorkomen
van ontvangst van faxen van ongewenste
bronnen)......................................................
30
5. Kopie
Kopiëren
5.1 Kopieën maken ..........................................
32
6. Programmeerbare functies
Overzicht van functies
6.1 Programmeren ............................................
34
6.2 Basisfuncties ..............................................
34
6.3 Geavanceerde functies ..............................
35
6.4 Directe opdrachten voor het programmeren
van functies .................................................
37
7. Help
Foutmeldingen
7.1 Foutmeldingen Rapporten .......................
39
7.2 Foutmeldingen Weergave ........................
39
Veelgestelde vragen (FAQ)
7.3 Probleemoplossingen..................................
41
Vervanging
7.4 De drumeenheid en de tonercartridge
vervangen ..................................................
44
Papierstoringen
7.5 Storing afdrukpapier ...................................
46
7.6 Documentstoringen - verzending ...............
48
Reinigen
7.7 De binnenkant van het apparaat reinigen ...
49
8. Algemene informatie
Afgedrukte rapporten
8.1 Referentielijsten en rapporten ....................
52
Specificaties
8.2 Technische gegevens van dit product .........
53
9. Inhoudstafel
9.1 Inhoudstafel................................................
56
FL511BL_nl.book Page 5 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
1. Inleiding en installatie
6
1 Inl eiding en install atie
1.1 Meegeleverde accessoires
Opmerking:
L
Als er onderdelen ontbreken of zijn beschadigd, neemt u contact op de leverancier.
L
Bewaar de oorspronkelijke doos en verpakkingsmaterialen voor toekomstig vervoer van het apparaat.
Nr. Onderdeel Aantal Specificaties
1
Voedingskabel 1 ----------
2
Telefoonkabel 1 ----------
3
Telefoonhoorn 1 ----------
4
Krulsnoer 1 ----------
5
Papieropvanglade 1 ----------
6
Papierhouder 1 ----------
7
Drumeenheid 1 Zie page 55.
8
Tonercartridge (starterstonercartridge) 1 voor ongeveer 800 A4-paginas met
5% bedekking (page 55).
9
Bedieningsinstructies 1 Frans
1 Nederlandse
j
Snel starten 1 ----------
12345
6789j
FL511BL_nl.book Page 6 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
1. Inleiding en installatie
7
1.2 Aanvullende informatie
Voor een goede werking van het apparaat wordt
aanbevolen Panasonic-tonercartridges en
drumeenheden te gebruiken.
1.2.1 Beschikbare accessoires
Nieuwe tonercartridge (KX-FA83X)
Nieuwe drumeenheid (KX-FA84X)
Zie page 55 voor specificaties.
Locati e van de bedi eningstoet sen
1.3 Beschrijving van toetsen
L
Sla de uitvouwpagina open voor de positie van de
toetsen.
A
Snelkiestoetsen
L
Snelkiezen (page 19, 20, 25).
B
{
BROADCAST
}
L
Documenten verzenden naar meerdere
adressen (page 26, 27).
C
{
MANUAL BROAD
}
L
Documenten handmatig verzenden naar
meerdere adressen (page 26, 27).
D
{
JUNK FAX PROHIBITOR
}
L
Ongewenste faxen blokkeren (page 30).
E
{
COLLATE
}
L
Gesorteerd kopiëren (page 32).
F
{
RESOLUTION
}
L
De resolutie selecteren (page 24, 32).
G
{
AUTO ANSWER
}
L
Automatische beantwoording in-/uitschakelen
(page 28).
H
{
QUICK SCAN START
}
L
Gescande documenten in het geheugen opslaan
en vervolgens verzenden (page 24).
I
{
REDIAL/PAUSE
}
L
Het laatst gekozen nummer opnieuw bellen. Als
de lijn bezet is wanneer u belt met de toets
{
MONITOR
}
, zal het nummer automatisch tot
vijfmaal toe opnieuw worden gebeld.
L
Een pauze invoegen tijdens het kiezen van het
nummer.
J
{
HANDSET MUTE
}
L
De microfoon uitschakelen tijdens een gesprek,
zodat uw gesprekspartner u niet meer hoort.
Druk nogmaals op deze knop om het gesprek te
hervatten.
K
{
R
}
L
Speciale telefoondiensten voor het
doorschakelen naar interne nummers.
L
{
MONITOR
}
L
Kiezen.
M
{
HELP
}
L
Een beknopt bedieningsoverzicht afdrukken
(page 14).
N
{
DIRECTORY PROGRAM
}
L
Namen en telefoonnummers opslaan en
bewerken (page 19).
O
{
MENU
}
L
Programmeren starten of stoppen.
P
{
NAVIGATOR
}{
VOLUME
}
L
Volume aanpassen (page 15).
L
Opgeslagen nummers zoeken (page 20, 25).
L
Functies of instellingen selecteren tijdens het
programmeren (page 34).
L
Naar de volgende stap gaan.
Q
{
CALLER ID PRINT
}
L
De bellerlijst afdrukken (page 22).
R
{
CALLER ID SEARCH
}
L
Bellergegevens weergeven (page 21).
S
{
LOWER
}{
NAME/TEL NO.
}
L
Voor toetsen 1222 voor snelkiezen (page 19,
20, 25).
L
De weergave van bellergegevens wijzigen (page
22).
T
{
STOP
}
L
Een handeling onderbreken of het
programmeren annuleren.
U
{
FAX START
}{
SET
}
L
Verzenden of ontvangen van faxen starten.
L
Een instelling opslaan tijdens het programmeren.
V
{
COPY START
}
L
Kopiëren starten (page 32).
FL511BL_nl.book Page 7 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
1. Inleiding en installatie
8
1.4 Overzicht
*1 De papieropvanglade en documentlade worden
mogelijk niet in alle afbeeldingen weergegeven.
1
Telefoonhoorn
2
Luidspreker
3
Documentgeleiders
4
Papierhouder
5
Papierinvoer
6
Spanner
7
Papieropvanglade
*1
8
Documentlade
*1
9
Papieruitvoer
j
Documentuitvoer
k
Voorkaft
l
Documentinvoer
1
78 9
234 56
k
j
l
FL511BL_nl.book Page 8 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
1. Inleiding en installatie
9
Installatie
1.5 Tonercartridge en
drumeenheid
Let op:
L
Neem de onderstaande aanwijzingen door vóór
de installatie. Na het lezen ervan opent u de
beschermende verpakking van de drumeenheid.
De drumeenheid bevat een lichtgevoelige
eenheid. Blootstelling aan licht kan deze
beschadigen. Na het openen van de
beschermende verpakking:
Stel de drumeenheid niet langer dan vijf
minuten bloot aan licht.
Raak het groene drumoppervlak niet aan en
maak er geen krassen op.
Plaats de drumeenheid niet in een stoffige,
vuile of zeer vochtige omgeving.
Stel de drumeenheid niet bloot aan direct
zonlicht.
L
Laat de tonercartridge niet te lang uit de
beschermende verpakking. Dit gaat ten koste van
de levensduur van de toner.
1
Schud voor het openen de beschermende zak van
de nieuwe tonercartridge 5 keer verticaal.
2
Haal de tonercartridge en de drumeenheid uit de
beschermende verpakking. Verwijder de verzegeling
(
1
) van de tonercartridge.
3
Plaats de tonercartridge (
1
) verticaal in de
drumeenheid (
2
).
4
Druk de tonercartridge stevig naar beneden, totdat
deze in positie klikt (
1
).
5
Haal de twee hendels (
1
) van de tonercartridge
stevig om.
1
1
2
1
1
FL511BL_nl.book Page 9 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
1. Inleiding en installatie
10
6
Zorg voor goede plaatsing van de tonercartridge
ervoor dat de driehoeken (
1
) overeenkomen.
7
Til de voorkant op (
1
) aan de rand met het woord
OPEN (
2
).
L
Als het onderste glas (
3
) vuil is, maakt u het
schoon met een zachte en droge doek.
8
Houd de drum- en tonereenheid (
1
) vast aan de
uitsteeksels aan de uiteinden en plaats het geheel in
het apparaat.
L
Raak de overdrachtsrol niet aan (
2
).
9
Sluit de voorkant (
1
) door beide zijden omlaag te
drukken tot deze vastklikt.
L
Als op het apparaat
PLEASE WAIT
wordt
weergegeven, opent u de voorkant niet en maakt
u het stroomsnoer niet los.
Toner besparen
Als u minder toner wilt verbruiken, kunt u de speciale
functie hiervoor inschakelen (functie #79 op page 36). De
tonercartridge gaat dan ongeveer 40% langer mee. Door
deze functie kan de afdrukkwaliteit afnemen.
1
1
2
3
1
2
1
FL511BL_nl.book Page 10 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
1. Inleiding en installatie
11
1.6 Papierhouder
Steek de papierhouder (
1
) in de daarvoor bestemde
uitsparing (
2
) achterop het apparaat.
Opmerking:
L
Zet het apparaat niet op een plaats waar de
papierhouder wordt belemmerd door bijvoorbeeld
een muur.
L
Zorg ervoor dat voor het afkoelen van het apparaat
dit oppervlak (
3
) ten minste 50 mm van muren en
dergelijke is verwijderd.
1.7 Papieropvanglade
Plaats de uitsparingen (
1
) in de papieropvanglade tegen
de pinnen (
2
) onderop het apparaat en steek de twee
uitsteeksels van de papieropvanglade in de uitsparingen
in het apparaat (
3
).
Opmerking:
L
Plaats het apparaat niet op een plek waar mensen
gemakkelijk tegen de papieropvanglade stoten.
L
Documenten en bedrukt papier worden aan de
voorkant uit het apparaat gevoerd. Plaats daarom
niets voor het apparaat.
L
De papieropvanglade kan maximaal zon honderd
bedrukte vellen papier dragen. Verwijder het
bedrukte papier voordat de papieropvanglade vol is.
1
2
3
2
1
3
FL511BL_nl.book Page 11 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
1. Inleiding en installatie
12
1.8 Documentlade
Trek de documentlade (
1
) rustig naar voren, tot deze
vastklikt. Druk vervolgens op het midden van de
documentlade (
2
) voor het uitschuiven van de
uitbreiding (
3
).
1.9 Krulsnoer
Sluit het snoer van de telefoonhoorn aan (
1
).
1.10 Afdrukpapier
U kunt de faxen laten afdrukken op papier met het
formaat A4. Het apparaat kan 220 vel 60- tot 75-grams
papier, 200 vel 80-grams en 180 vel 90-grams papier per
m
2
bevatten.
Zie de opmerking over de papierspecificaties op page 54.
1
Waaier ter voorkoming van storingen het papier uit
voordat u het plaatst.
2
1
3
1
FL511BL_nl.book Page 12 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
1. Inleiding en installatie
13
2
Trek de spanner naar voren (
1
) en plaats het papier
met de afdrukzijde naar beneden (
2
). Druk
vervolgens de spanner terug (
3
).
L
De papierstapel mag niet over de vulmarkering
komen (
4
).
L
Als het papier niet correct is geplaatst, kan dat
papierstoringen veroorzaken. Zorg er dus voor
dat het papier altijd goed ligt.
4
4
1
2
3
Goed
Fout
FL511BL_nl.book Page 13 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
2. Voorbereiding
14
2 VoorbereidingAansluiten en instellen
2.1 Aansluitingen
Let op:
L
Kies voor dit apparaat een goed bereikbaar
stopcontact.
L
Zorg ervoor dat u het telefoonsnoer gebruikt dat
bij het apparaat is geleverd.
L
Gebruik voor het telefoonsnoer geen
verlengsnoer.
Opmerking:
L
Plaats ter voorkoming van storingen de fax nooit bij
apparatuur, zoals televisies en luidsprekers, die een
sterk magnetisch veld opwekken.
L
Indien ook andere apparatuur op dezelfde lijn is
aangesloten, kan deze fax storing veroorzaken in het
netwerk.
L
Zie page 30 voor het aansluiten van een
antwoordapparaat op de fax.
L
Als u het apparaat gebruikt met een computer en uw
internetaanbieder u vertelt dat u een filter moet
aanbrengen, sluit u het filter als volgt aan.
Hel p- to et s
2.2 Help-functie
Het apparaat bevat handige informatie, die voor het
gemak kan worden afgedrukt.
Basisinstellingen:
Datum, tijd, uw logo en faxnummer instellen.
Lijst van mogelijkheden:
Functies programmeren.
Telefoonboek:
Namen en nummers opslaan in het telefoonboek en
vervolgens bellen.
Fax ontvangen:
Hulp bij problemen met het ontvangen van faxen.
Copier:
Werken met de kopieerfunctie.
Rapporten:
Lijst met beschikbare rapporten.
Nummerweergave (belleridentificatie):
Werken met de functie BELLER ID (nummerweergave).
1
Druk op
{
HELP
}
.
2
Druk op
{<}
of
{>}
tot het gewenste onderdeel
wordt weergegeven.
3
Druk op
{
SET
}
.
L
Het geselecteerde onderdeel wordt afgedrukt.
Vo l u m e
Voedingskabel
Naar stopcontact
(220-240 V, 50 Hz)
Naar
telefoonaansluiting
Telefoonkabel
Telefoonkabel
Naar
telefoonaansluiting
Filter
{SET}{HELP}
{<}{>}
FL511BL_nl.book Page 14 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
2. Voorbereiding
15
2.3 Het volume aanpassen
2.3.1 Volume van het belsignaal
Er zijn vier standen mogelijk (hoog/middel/laag/uit).
Druk, wanneer het apparaat niet in gebruik is,
op
{A}
of
{B}
.
L
Als er documenten in de documentinvoer aanwezig
zijn, kunt u het belvolume niet wijzigen. Zorg dat er
geen document in de invoer aanwezig is.
Het belsignaal uitschakelen:
1
Druk op
{B}
tot het volgende wordt weergegeven.
RINGER OFF= OK?
YES:SET/NO:STOP
2
Druk op
{
SET
}
.
RINGER OFF
L
Als u het belsignaal weer wilt inschakelen, drukt
u op
{A}
.
Als het belsignaal uitgeschakeld is:
Als nu een oproep binnenkomt, hoort u geen belsignaal
en ziet u het volgende op de display.
INCOMING CALL
Toon van het belsignaal
L
U kunt voor externe oproepen een van de drie
belsignalen kiezen (functie #17, page 35).
2.3.2 Volume van de monitorfunctie
Er zijn acht standen mogelijk (van hoog naar laag).
Druk, wanneer de monitorfunctie in gebruik is
, op
{A}
of
{B}
.
Star tprogr ammering
2.4 Datum en tijd
1
Druk op
{
MENU
}
.
SYSTEM SETUP
PRESS NAVI.[()]
2
Druk op
{<}
of
{>}
tot het volgende wordt
weergegeven.
SETDATE&TIME
PRESS SET
3
Druk op
{
SET
}
.
L
De cursor (
|
) wordt weergegeven.
D:|01/M:01/Y:03
TIME: 12:00AM
4
Voer de huidige datumgegevens in door voor elk
onderdeel twee cijfers te selecteren.
Voorbeeld: 10 augustus, 2003
Druk op
{
1
}{
0
}
{
0
}{
8
}
{
0
}{
3
}
.
D:10/M:08/Y:03
TIME: |12:00AM
5
Voer de huidige tijd in door voor elk onderdeel twee
cijfers te selecteren. Druk op
{*}
om
AM
of
PM
te
selecteren.
Voorbeeld: 3:15 pm (12-uurs klok)
1.
Druk op
{
0
}{
3
}
{
1
}{
5
}
.
D:|10/M:08/Y:03
TIME: 03:15AM
2.
Druk op
{*}
tot
PM
wordt weergegeven.
D:|10/M:08/Y:03
TIME: 03:15PM
6
Druk op
{
SET
}
.
L
De volgende functie wordt weergegeven.
7
Druk op
{
MENU
}
om het programmeren te stoppen.
Opmerking:
L
Deze informatie wordt afgedrukt op elke pagina die u
met het apparaat verzendt.
{SET}{A}{B}
{
SET}{MENU}
{<}{>}
FL511BL_nl.book Page 15 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
2. Voorbereiding
16
L
Als u als taal Frans selecteert (functie #48 op page
36), wordt de tijd ingesteld met een 24-uurs
weergave.
Voorbeeld: 15:15 (3:15PM)
Druk op
{
1
}{
5
}
{
1
}{
5
}
.
L
De klok heeft een nauwkeurigheid van
±
60 seconden
per maand.
Fouten corrigeren
Plaats de cursor met
{<}
of
{>}
op het verkeerde cijfer
en voer de correctie uit.
Als u nummerherkenning hebt ingeschakeld
De datum en tijd worden automatisch ingesteld aan de
hand van de ontvangen bellerinformatie.
2.5 Uw logo
Het logo kan de naam zijn van u, uw bedrijf of uw
afdeling.
1
Druk op
{
MENU
}
.
SYSTEM SETUP
PRESS NAVI.[()]
2
Druk op
{<}
of
{>}
tot het volgende wordt
weergegeven.
YOUR LOGO
PRESS SET
3
Druk op
{
SET
}
.
L
De cursor (
|
) wordt weergegeven.
LOGO=|
4
Voer uw logo van maximaal 30 tekens in. Zie voor
meer details de tekentabel op page 16.
5
Druk op
{
SET
}
.
L
De volgende functie wordt weergegeven.
6
Druk op
{
MENU
}
om het programmeren te stoppen.
Opmerking:
L
Deze informatie wordt afgedrukt op elke pagina die u
met het apparaat verzendt.
Tekens invoeren met de kiestoetsen
Toets en Tekens
{
1
}
1[]{}+ /=
,._`:;?|
{
2
}
ABCabc 2
{
3
}
DEFd e f 3
{
4
}
GHI g h i 4
{
5
}
JKLj kl 5
{SET}
{STOP}{MENU}
{R}
{HANDSET MUTE}
{<}{>}{A}{B}
FL511BL_nl.book Page 16 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
2. Voorbereiding
17
Opmerking:
L
Als u met dezelfde cijfertoets een ander teken wilt
invoeren, drukt u op
{>}
voor de volgende positie.
Het logo invoeren
Voorbeeld:
BILL
1.
Druk tweemaal op
{
2
}
.
LOGO=|B
2.
Druk driemaal op
{
4
}
.
LOGO=B|I
3.
Druk driemaal op
{
5
}
.
LOGO=BI|L
4.
Druk op
{>}
om de cursor naar de volgende positie
te verplaatsen en druk 3 keer op
{
5
}
.
LOGO=BIL|L
Hoofdletters en kleine letters gebruiken
Druk op de toets
{#}
om over te schakelen van
hoofdletters naar kleine letters en omgekeerd.
1.
Druk tweemaal op
{
2
}
.
LOGO=|B
2.
Druk driemaal op
{
4
}
.
LOGO=B|I
3.
Druk op
{#}
.
LOGO=B|i
4.
Druk driemaal op
{
5
}
.
LOGO=Bi|l
Fouten corrigeren
Plaats de cursor met
{<}
of
{>}
op het verkeerde teken
en voer de correctie uit.
Tekens verwijderen
Druk op
{<}
of
{>}
om de cursor op het teken te
plaatsen dat u wilt verwijderen en druk op
{
STOP
}
.
Tekens invoegen
1.
Plaats de cursor met
{<}
of
{>}
rechts naast de
positie waar u het teken wilt invoegen.
2.
Druk op
{
HANDSET MUTE
}
om een spatie in te
voegen en voer het gewenste teken in.
Tekens selecteren met
{A}
of
{B}
In plaats van met de kiestoetsen kunt u ook tekens
selecteren met
{A}
of
{B}
.
1.
Druk op
{A}
of
{B}
tot het gewenste teken wordt
weergegeven.
2.
Druk op
{>}
om de cursor naar de volgende positie
te brengen.
L
Het weergegeven teken wordt ingevoegd.
3.
Keer terug naar stap 1 om het volgende teken in te
voeren.
Weergavevolgorde van de tekens
{
6
}
MNOmno6
{
7
}
PQRSpqr s7
{
8
}
TUVt uv8
{
9
}
WX Y Z w x y z 9
{
0
}
0( ) <>! " #$
%& ¥
@
@^
{#}
Omschakelen van hoofdletters
naar kleine letters en omgekeerd
{
R
}
Toets voor
aanhalingsteken
{
HANDSET
MUTE
}
Toets voor
invoegen
{
STOP
}
Toets voor
verwijderen
Toetsen Tekens
Hoofdletters
Kleine letters
Cijfer
Symbool
: Druk op {A}
: Druk op {B}
FL511BL_nl.book Page 17 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
2. Voorbereiding
18
2.6 Uw faxnummer
1
Druk op
{
MENU
}
.
SYSTEM SETUP
PRESS NAVI.[()]
2
Druk op
{<}
of
{>}
tot het volgende wordt
weergegeven.
YOUR FAX NO.
PRESS SET
3
Druk op
{
SET
}
.
L
De cursor (
|
) wordt weergegeven.
NO.=|
4
Voer uw faxnummer van maximaal 20 cijfers in.
Voorbeeld: NO.=1234567|
5
Druk op
{
SET
}
.
L
De volgende functie wordt weergegeven.
6
Druk op
{
MENU
}
om het programmeren te stoppen.
Opmerking:
L
Deze informatie wordt afgedrukt op elke pagina die u
met het apparaat verzendt.
L
Met de knop
{*}
voegt u een
+
in, en met de toets
{#}
een spatie.
Voorbeeld: +234 5678
Druk op
{*}{
2
}{
3
}{
4
}{#}{
5
}{
6
}{
7
}{
8
}
.
L
Als u een koppelteken in een telefoonnummer wilt
invoegen, drukt u op
{
R
}
.
Fouten corrigeren
Plaats de cursor met
{<}
of
{>}
op het verkeerde cijfer
en voer de correctie uit.
Cijfers verwijderen
Druk op
{<}
of
{>}
om de cursor op het cijfer te plaatsen
dat u wilt verwijderen en druk op
{
STOP
}
.
{SET}
{STOP}{MENU}
{R}
{<}{>}
FL511BL_nl.book Page 18 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
3. Telefoon
19
3 TelefoonAutomati sch nummers ki ezen
3.1 Namen en
telefoonnummers opslaan
voor snelkiezen
U kunt maximaal 22 telefoonnummers opslaan voor
snelkiezen.
L
De snelkiesnummers 1-3 kunnen ook worden
gebruikt voor geprogrammeerd verzenden, ook wel
groepsverzending genoemd (page 26).
L
U kunt met snelkiezen ook faxen verzenden (page
25).
1
Druk op
{
DIRECTORY PROGRAM
}
.
2
Selecteer de gewenste snelkiestoets.
Voor snelkiesnummer 13:
1.
Druk op een van de snelkiestoetsen.
Voorbeeld: STATION 1
DIAL MODE [±]
2.
Druk op
{
SET
}
.
Voor snelkiesnummer 411:
Druk op een van de snelkiestoetsen.
Voor snelkiesnummer 1222:
Druk op
{
LOWER
}
en druk vervolgens op een van
de snelkiestoetsen.
3
Voer de naam in van maximaal 10 tekens (zie page
16 voor specifieke aanwijzingen).
4
Druk op
{
SET
}
.
5
Voer het telefoonnummer van maximaal 30 cijfers in.
6
Druk op
{
SET
}
.
L
Als u nog meer nummers wilt programmeren,
voert u stap 2 t/m 6 opnieuw uit.
7
Druk op
{
DIRECTORY PROGRAM
}
.
Tip:
L
U kunt de opgeslagen nummers controleren aan de
hand van de lijst met telefoonnummers (page 52).
Opmerking:
L
Een koppelteken of spatie in een telefoonnummer telt
voor twee cijfers.
Fouten corrigeren
Plaats de cursor met
{<}
of
{>}
op het verkeerde
teken/cijfer en voer de correctie uit.
Tekens/cijfers verwijderen
Druk op
{<}
of
{>}
om de cursor op het teken/cijfer te
plaatsen dat u wilt verwijderen en druk op
{
STOP
}
.
3.2 Namen en
telefoonnummers opslaan in
het telefoonboek
U kunt maximaal 100 telefoonnummers snel
opvraagbaar in het telefoonboek opslaan.
L
U kunt met het telefoonboek ook faxen verzenden
(page 25).
1
Druk op
{
DIRECTORY PROGRAM
}
.
2
Druk op
{>}
.
3
Voer de naam in van maximaal 10 tekens (zie page
16 voor specifieke aanwijzingen).
4
Druk op
{
SET
}
.
5
Voer het telefoonnummer van maximaal 30 cijfers in.
6
Druk op
{
SET
}
.
L
Als u nog meer nummers wilt programmeren,
voert u stap 3-6 opnieuw uit.
7
Druk op
{
DIRECTORY PROGRAM
}
.
Tip:
L
U kunt de opgeslagen nummers controleren aan de
hand van de lijst met telefoonnummers (page 52).
{SET}{LOWER}
{STOP}
Snelkiestoetsen
{<}{>}
{DIRECTORY PROGRAM}
{SET}
{STOP}
{<}{>}
{DIRECTORY PROGRAM}
FL511BL_nl.book Page 19 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
3. Telefoon
20
Opmerking:
L
Als
SPACE= 5 DIRS.
wordt weergegeven, kunt u
nog maar 5 nummers opslaan.
L
Een koppelteken of spatie in een telefoonnummer telt
voor twee cijfers.
Fouten corrigeren
Plaats de cursor met
{<}
of
{>}
op het verkeerde
teken/cijfer en voer de correctie uit.
Tekens/cijfers verwijderen
Druk op
{<}
of
{>}
om de cursor op het teken/cijfer te
plaatsen dat u wilt verwijderen en druk op
{
STOP
}
.
3.3 Opgeslagen nummers
wijzigen
L
Sla de uitvouwpagina open voor de positie van de
toetsen.
1
Druk op
{>}
.
L
Zorg dat er geen document in de invoer
aanwezig is.
2
Druk op
{A}
of
{B}
tot het gewenste nummer wordt
weergegeven.
3
Druk op
{
DIRECTORY PROGRAM
}
.
4
Druk op
{*}
.
L
Als er aan de naam niets veranderd hoeft te
worden, gaat u direct naar stap 6.
5
Wijzig de naam (zie page 19 voor de
opslagprocedure).
6
Druk op
{
SET
}
.
L
Als er aan het telefoonnummer niets veranderd
hoeft te worden, gaat u direct naar stap 8.
7
Wijzig het telefoonnummer. Zie voor meer details de
opslagprocedure op page 19.
8
Druk op
{
SET
}
.
3.4 Opgeslagen nummers
wissen
L
Sla de uitvouwpagina open voor de positie van de
toetsen.
1
Druk op
{>}
.
L
Zorg dat er geen document in de invoer
aanwezig is.
2
Druk op
{A}
of
{B}
tot het gewenste nummer wordt
weergegeven.
3
Druk op
{
DIRECTORY PROGRAM
}
.
4
Druk op
{#}
.
L
Druk op
{
STOP
}
om het wissen te annuleren.
5
Druk op
{
SET
}
.
3.5 Opbellen met behulp van
snelkiezen en het
telefoonboek
Voordat u deze functie gebruikt, moet u eerst de
gewenste namen en telefoonnummers programmeren
voor snelkiezen en het telefoonboek (page 19).
L
Sla de uitvouwpagina open voor de positie van de
toetsen.
3.5.1 Bellen met snelkiestoetsen
1
Druk op
{
MONITOR
}
of neem de telefoonhoorn op.
2
Selecteer de gewenste snelkiestoets.
Voor snelkiesnummer 111:
Druk op de toets van het gewenste snelkiesnummer.
Voor snelkiesnummer 1222:
Druk op
{
LOWER
}
en vervolgens op de toets van
het gewenste snelkiesnummer.
L
Het nummer wordt automatisch gekozen.
3.5.2 Bellen met het telefoonboek
1
Druk op
{>}
.
L
Zorg dat er geen document in de invoer
aanwezig is.
2
Druk op
{A}
of
{B}
tot het gewenste nummer wordt
weergegeven.
3
Druk op
{
MONITOR
}
of neem de telefoonhoorn op.
L
Het nummer wordt automatisch gekozen.
Een naam zoeken met behulp van de eerste
letter
Voorbeeld:
LISA
1.
Druk op
{>}
.
L
Zorg dat er geen document in de invoer
aanwezig is.
2.
Druk op
{A}
of
{B}
om het telefoonboek te openen.
3.
Druk meerdere keren op
{
5
}
tot een naam met de
letter
L
op de display wordt weergegeven (zie de
tekentabel op page 16).
L
Als u wilt zoeken op symbolen (dus niet op letters
of cijfers), drukt u op
{*}
.
4.
Druk op
{A}
of
{B}
tot het
LISA
wordt
weergegeven.
L
Als u het zoeken wilt stoppen, drukt u op
{
STOP
}
.
FL511BL_nl.book Page 20 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
3. Telefoon
21
L
Bel het weergegeven nummer met
{
MONITOR
}
of neem de telefoonhoorn op.
Nummerweergav e (Beller -identif icati e)
3.6 Nummerweergave
Dit apparaat is geschikt voor de nummerweergave
functie van de telefoonmaatschappij. Om deze
functie te kunnen gebruiken moet u er wel op zijn
geabonneerd.
Belangrijk:
L
Dit apparaat is ontworpen in overeenstemming
met het FSK based subscriber line protocol in
de ETS (European Telecommunication Standard)
norm en ondersteunt alleen de basis-CLIP
(Calling Line Identification Presentation)
funkties.
L
Dit apparaat geeft alleen het nummer en de naam
van de beller weer.
L
Dit apparaat ondersteunt geen aanvullende
telefoondiensten.
L
Dit apparaat ondersteunt geen services die
gebaseerd zijn op het DTMF based subsriber
line protocol.
L
Afhankelijk van de diensten van de
telefoonmaatschappij worden de datum/tijd van
het gesprek of de naam van de beller mogelijk
niet weergegeven.
Wijzig vooraf de volgende belinstelling in 2 of meer
keer overgaan.
Belinstelling fax (functie #06, page 35)
3.6.1 Hoe de beller wordt
geïdentificeerd
Het telefoonnummer of de naam van de beller wordt
weergegeven na het eerste belsignaal. U kunt dan kiezen
het gesprek al dan niet aan te nemen.
Dit apparaat slaat automatisch de gegevens van de beller
op (telefoonnummer en tijd van het gesprek). U kunt de
gegevens van de beller bekijken (page 21) en een lijst
met bellers afdrukken (page 22).
L
Als het apparaat is aangesloten op een huiscentrale
(PBX), kunt u mogelijk de identificatiegegevens van
de beller niet ontvangen. Neem contact op met de
leverancier van de centrale.
L
Als het apparaat geen identificatiegegevens kan
ontvangen, wordt het volgende weergegeven:
OUT OF AREA
: De beller heeft gebeld uit een plaats
waar weergave oproeper niet beschikbaar is.
PRIVATE CALLER
: De beller heeft ervoor gekozen
om zijn gegevens niet te verzenden.
LONG DISTANCE
: De beller heeft een interlokaal
gesprek gevoerd.
Gegevens van de beller controleren met de
bellerlijst
Het apparaat bewaart de gegevens van de laatste dertig
bellers.
Zie page 22 als u deze gegevens handmatig wilt
afdrukken.
Als u de gegevens automatisch na elke dertig nieuwe
oproepen wilt afdrukken, activeert u functie #26
(page 35).
3.7 Gegevens van de beller
weergeven en terugbellen
U kunt de gegevens van de beller gemakkelijk
raadplegen en de beller terugbellen.
Belangrijk:
L
Terugbellen is niet mogelijk in de volgende
gevallen:
het telefoonnummer bevat meer dan alleen
cijfers (bijvoorbeeld
*
of #),
de gegevens van de beller bevatten geen
telefoonnummer.
1
Druk op
{
CALLER ID SEARCH
}
.
2
Druk op
{A}
als u in de lijst van meest recente
bellers wilt zoeken.
Druk op
{B}
als u in de lijst van oudste bellers wilt
zoeken.
L
Zie page 22 als u het telefoonnummer wilt
bewerken.
3
Druk op
{
MONITOR
}
of neem de telefoonhoorn op
om de weergegeven beller terug te bellen.
L
Het nummer wordt automatisch gekozen.
L
Plaats voor het verzenden van een fax het
document met DE BEDRUKTE ZIJDE NAAR
BENEDEN en druk op
{
FAX START
}
.
{FAX START}
{STOP}
{NAME/TEL NO.}
{MONITOR}
{CALLER ID SEARCH}
{<}{>}
{A}{B}
FL511BL_nl.book Page 21 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
3. Telefoon
22
Weergegeven beller wijzigen
Druk na stap 2 meerdere keren op
{
NAME/TEL NO.
}
.
Voorbeeld: 1345678901
11:20AM 20 Jul ,
b
SAM LEE
11:20AM 20 Jul ,
L
Als er een vinkje (
,
) op de display wordt
weergegeven, betekent dit dat de oproep al is
weergegeven of beantwoord.
Display tijdens raadpleging
L
Als het apparaat geen naaminformatie heeft
ontvangen, wordt er
NO NAME RCVD
op de display
weergegeven.
L
Als er geen oproepen zijn ontvangen, wordt op de
display
NO CALLER DATA
weergegeven.
Weergave stoppen
Druk na stap 2 op
{
STOP
}
.
3.7.1 Telefoonnummers van bellers
bewerken voordat u terugbelt
1
Druk op
{
CALLER ID SEARCH
}
.
2
Druk op
{A}
of
{B}
tot het gewenste nummer wordt
weergegeven.
3
Geef het telefoonnummer weer met
{
NAME/TEL
NO.
}
.
4
Open de bewerkingsmodus door op een kiestoets (0
t/m 9) of
{*}
te drukken en wijzig het
telefoonnummer.
5
Druk op
{
MONITOR
}
of neem de telefoonhoorn op
om het bewerkte nummer terug te bellen.
L
Het nummer wordt automatisch gekozen.
L
Plaats voor het verzenden van een fax het
document met DE BEDRUKTE ZIJDE NAAR
BENEDEN en druk op
{
FAX START
}
.
Opmerking:
L
Het bewerkte telefoonnummer wordt niet in de
bellergegevens opgeslagen. Zie page 23 voor
opslaan in het telefoonboek.
Fouten corrigeren
1.
Druk op
{<}
of
{>}
om de cursor op het verkeerde
cijfer te plaatsen.
2.
Druk op
{
STOP
}
om het cijfer te verwijderen.
3.
Voer het correcte cijfer in.
Cijfers verwijderen
Druk op
{<}
of
{>}
om de cursor op het cijfer te plaatsen
dat u wilt verwijderen en druk op
{
STOP
}
.
Een nummer invoegen
1.
Plaats de cursor met
{<}
of
{>}
rechts naast de
positie waar u het nummer wilt invoegen.
2.
Voer het nummer in.
3.8 De bellerlijst afdrukken
L
Sla de uitvouwpagina open voor de positie van de
toetsen.
1
Druk op
{
CALLER ID PRINT
}
om het afdrukken te
starten.
L
Op de display wordt na afdrukken
ERASE ALL
OK?
weergegeven.
2
Druk op
{
STOP
}
om het programmeren te stoppen.
L
Als u alle opgeslagen bellergegevens wilt
wissen, drukt u op
{
SET
}
in plaats van
{
STOP
}
.
3.9 Gegevens van bellers
wissen
L
Sla de uitvouwpagina open voor de positie van de
toetsen.
3.9.1 Gegevens van alle bellers
wissen
1
Druk op
{
MENU
}
tot
CALLER SETUP
wordt
weergegeven.
2
Druk op
{
SET
}
.
3
Druk op
{
SET
}
.
L
Druk op
{
STOP
}
en vervolgens op
{
MENU
}
om
het wissen te annuleren.
4
Druk op
{
SET
}
.
5
Druk op
{
STOP
}
om het programmeren te stoppen.
3.9.2 Gegevens van een bepaalde
beller wissen
1
Druk op
{
CALLER ID SEARCH
}
.
2
Druk op
{A}
of
{B}
tot het gewenste nummer wordt
weergegeven.
3
Druk op
{<}
.
L
Druk twee keer op
{
STOP
}
om het wissen te
annuleren.
4
Druk op
{
SET
}
.
FL511BL_nl.book Page 22 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
3. Telefoon
23
L
Als u nog meer ingangen wilt wissen, voert u
stap 2 t/m 4 opnieuw uit.
5
Druk op
{
STOP
}
om het programmeren te stoppen.
3.10 Gegevens van bellers
opslaan
Belangrijk:
L
Deze functie kan niet worden gebruikt in de
volgende gevallen:
het telefoonnummer bevat meer dan alleen
cijfers (bijvoorbeeld
*
of #),
de gegevens van de beller bevatten geen
telefoonnummer.
L
Sla de uitvouwpagina open voor de positie van de
toetsen.
1
Druk op
{
CALLER ID SEARCH
}
.
2
Druk op
{A}
of
{B}
tot het gewenste nummer wordt
weergegeven.
3
Druk op
{
DIRECTORY PROGRAM
}
.
4
Selecteer de snelkiestoets of het telefoonboek.
Voor snelkiesnummer 13:
1.
Druk op de toets van het gewenste
snelkiesnummer.
2.
Druk op
{
SET
}
.
3.
Druk op
{
SET
}
.
Voor snelkiesnummer 411:
1.
Druk op de toets van het gewenste
snelkiesnummer.
2.
Druk op
{
SET
}
.
Voor snelkiesnummer 1222:
1.
Druk op
{
LOWER
}
en vervolgens op de toets
van het gewenste snelkiesnummer.
2.
Druk op
{
SET
}
.
Voor het telefoonboek:
1.
Druk op
{<}
of
{>}
.
2.
Druk op
{
SET
}
.
5
Druk op
{
SET
}
.
Opmerking:
L
U kunt de opgeslagen nummers controleren aan de
hand van de lijst met telefoonnummers (page 52).
L
Het apparaat kan alleen namen van maximaal tien
tekens opslaan.
L
Zie page 20 als u een naam of nummer wilt
bewerken.
L
Als u een nieuw nummer invoert voor een
snelkiestoets, worden de reeds bestaande gegevens
overschreven.
L
Als u snelkiesnummer 13 gebruikt voor een
geprogrammeerde verzending, kunt u voor de
snelkiesnummers 13 geen gegevens van bellers
opslaan (page 26).
FL511BL_nl.book Page 23 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
4. Fax
24
4FaxFaxen verzend en
4.1 Faxen handmatig
verzenden
1
Schuif de documentgeleiders (
1
) tegen het
document.
2
Voer het document (maximaal 20 paginas) in met
DE BEDRUKTE ZIJDE NAAR BENEDEN (
2
) tot het
apparaat het document vastgrijpt.
3
Druk indien nodig meerdere keren op
{
RESOLUTION
}
voor de gewenste resolutie.
4
Druk op
{
MONITOR
}
.
5
Kies het faxnummer.
6
Als u een faxtoon hoort:
Druk op
{
FAX START
}
.
Wanneer uw oproep wordt beantwoord door een
persoon:
Neem de hoorn van de haak en vraag of hij of zij op
Start wil drukken. Als u een faxtoon hoort, drukt u op
{
FAX START
}
.
De resolutie selecteren
Selecteer de juiste resolutie voor het documenttype.
–“
STANDARD
: voor afgedrukte of met de typemachine
geschreven originelen met een gewoon lettertype.
–“
FINE
: voor originelen met een klein lettertype.
–“
SUPER FINE
: voor originelen met een zeer klein
lettertype. Deze instelling werkt alleen met andere
faxapparaten die hiervoor geschikt zijn.
–“
PHOTO
: voor originelen met fotos, gearceerde
tekeningen, enzovoort.
–“
PHOTO WITH TEXT
: voor originelen met fotos en
tekst.
L
De instellingen
FINE
,
SUPER FINE
,
PHOTO
en
PHOTO WITH TEXT
vergroten de verzendtijd.
L
Als u de resolutie tijdens het invoeren van het
document wijzigt, is de nieuwe resolutie pas van
toepassing vanaf de volgende pagina.
Het laatste nummer opnieuw bellen
1.
Druk op
{
REDIAL/PAUSE
}
.
2.
Druk op
{
FAX START
}
.
L
Als de lijn bezet is, zal het nummer automatisch
maximaal vijf keer opnieuw worden gebeld.
L
Druk op
{
STOP
}
en vervolgens op
{
SET
}
als u het
opnieuw kiezen wilt annuleren.
Meer dan 20 paginas tegelijk verzenden
Plaats de eerste 20 paginas van het document in het
faxapparaat. Leg de overige paginas (maximaal 20
tegelijk) in het apparaat, voordat de laatste pagina wordt
ingevoerd.
Eerst het faxnummer invoeren
U kunt het faxnummer al kiezen voordat u het document
invoert. Dit is gemakkelijk als u het faxnummer van het
document af moet halen.
1.
Voer het faxnummer in.
2.
Plaats het document in het apparaat.
3.
Druk op
{
FAX START
}
.
Verzenden vanuit het geheugen
Scannen
U kunt het document in het geheugen scannen voordat u
het verzendt.
1.
Plaats het document in het apparaat.
2.
Voer het faxnummer in.
3.
Druk op
{
QUICK SCAN START
}
.
Functie Verzendreservering (Dual Access)
U kunt het document zelfs verzenden als het apparaat
een fax ontvangt of vanuit het geheugen verzendt.
1.
Plaats het document tijdens het ontvangen of vanuit
geheugen verzenden van een fax.
2.
Voer het faxnummer in met kiestoetsen,
snelkiestoetsen of telefoonboek.
3.
Druk op
{
QUICK SCAN START
}
of
{
FAX START
}
.
{QUICK SCAN START}
{RESOLUTION}
{FAX START}
{SET}
{REDIAL/PAUSE}
{MONITOR}
1
{STOP}
2
FL511BL_nl.book Page 24 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
4. Fax
25
L
Het document wordt in het apparaat gevoerd,
gescand en opgeslagen in het geheugen. Hierna
worden de gegevens verzonden. Als het geheugen te
klein is voor het document, wordt het verzenden
geannuleerd en wordt deze functie automatisch
uitgeschakeld. Verzend het volledige document met
de hand.
Verzending stoppen
Druk op
{
STOP
}
.
Verzendrapport
Verzendrapporten bieden een overzicht van de
verzendresultaten. Voor het gebruik van deze functie
activeert u functie #04 (page 34). Zie page 39 voor uitleg
over foutmeldingen in de kolom met resultaten.
Activiteitenrapport
Journaalrapporten omvatten de afgedrukte gegevens
over de laatste 30 faxen. Zie page 52 als u deze
gegevens handmatig wilt afdrukken. Als u de gegevens
automatisch wilt afdrukken na elke dertig nieuwe
faxverbindingen, activeert u functie #22 (page 35). Zie
page 39 voor uitleg over foutmeldingen in de kolom met
resultaten.
4.2 Welke documenten u kunt
verzenden
Minimumdocumentformaat
Maximumdocumentformaat
Effectief scangebied
L
Het grijze gebied (
1
) wordt gescand.
Documentgewicht
L
Eén vel:
45 g/m
2
tot 90 g/m
2
L
Meerdere vellen:
60 g/m
2
tot 80 g/m
2
Opmerking:
L
Verwijder paperclips, nietjes en dergelijke van het
document.
L
Verzend nooit de volgende typen documenten:
(Gebruik een kopie om de fax te verzenden.)
chemisch behandeld papier, zoals carbonpapier
of doorslagpapier,
elektrostatisch geladen papier,
sterk gekruld, gescheurd of gekreukeld papier,
papier met een speciale coating,
papier met een bleke afbeelding,
papier met een bedrukte achterzijde die
doorschijnt op de voorkant (een krant
bijvoorbeeld).
L
Controleer of de inkt en de eventueel aanwezige lijm
of correctievloeistof helemaal droog zijn.
L
Voor het verzenden van documenten smaller dan
210 mm wordt aangeraden het origineel met een
kopieermachine op A4- of Letter-papier te kopiëren
en de kopie te verzenden.
4.3 Faxen met behulp van
snelkiezen en het
telefoonboek
Voordat u deze functie gebruikt, moet u eerst de
gewenste namen en telefoonnummers programmeren
voor snelkiezen en het telefoonboek (page 19).
L
Sla de uitvouwpagina open voor de positie van de
toetsen.
1
Schuif de documentgeleiders tegen het document.
128 mm
128 mm
600 mm
216 mm
216 mm
208 mm
4 mm 4 mm
4 mm
4 mm
1
FL511BL_nl.book Page 25 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
4. Fax
26
2
Voer het document (maximaal 20 paginas) in met
DE BEDRUKTE ZIJDE NAAR BENEDEN tot het
apparaat het document vastgrijpt.
3
Druk indien nodig meerdere keren op
{
RESOLUTION
}
voor de gewenste resolutie (page
24).
4
Voer het faxnummer in.
Snelkiesnummer 111:
Druk op de toets van het gewenste snelkiesnummer.
Snelkiesnummer 1222:
Druk op
{
LOWER
}
en vervolgens op de toets van
het gewenste snelkiesnummer.
Met behulp van:
Druk op
{<}
of
{>}
en vervolgens op
{A}
of
{B}
tot
de gewenste ingang wordt weergegeven en druk op
{
SET
}
.
Automatische herhalen
Als de lijn bezet is of als er niet wordt opgenomen, zal het
nummer automatisch maximaal vijf keer opnieuw worden
gebeld.
L
Druk op
{
STOP
}
en vervolgens op
{
SET
}
als u het
opnieuw kiezen wilt annuleren.
Als de fax niet wordt verzonden
L
Controleer het opgeslagen telefoonnummer op de
display en controleer of de oproep wordt opgenomen
door het faxapparaat aan de andere kant van de lijn.
L
Na het kiezen van het nummer kunt u door de
verbindingstoon de status van het andere
faxapparaat te weten komen (functie #76 op page
36).
4.4 Groepsverzending
(Broadcast)
U kunt één document naar meerdere nummers
verzenden (maximaal 20) door ingangen uit snelkiezen
(page 19) en telefoonboek (page 19) in het
groepsverzendgeheugen te plaatsen. De ingevoerde
nummers blijven in het groepsverzendgeheugen, zodat u
deze opnieuw kunt gebruiken. Zie page 27 voor
instructies voor groepsverzending.
L
De Broadcast-funktie maakt gebruik van de
snelkiesnummers 13. Snelkiezen wordt
uitgeschakeld.
L
Sla de uitvouwpagina open voor de positie van de
toetsen.
4.4.1 Snelkiesnummers in het
Broadcastgeheugen programmeren
1
Druk op
{
DIRECTORY PROGRAM
}
.
2
Selecteer de gewenste verzendtoets.
Voor BROADCAST 1-2:
1.
Druk op de gewenste
{
BROADCAST
}
-toets.
2.
Druk op
{A}
of
{B}
om
BROADCAST
te
selecteren.
Voor MANUAL BROADCAST:
1.
Druk op
{
MANUAL BROAD
}
.
2.
Druk op
{A}
of
{B}
om
MANUAL BROAD
te
selecteren.
3
Druk op
{
SET
}
.
4
Programmeer de snelkiesnummers.
Snelkiesnummer 111:
Druk op de toets van het gewenste snelkiesnummer.
Snelkiesnummer 1222:
Druk op
{
LOWER
}
en vervolgens op de toets van
het gewenste snelkiesnummer.
Met behulp van:
Druk op
{A}
of
{B}
tot het gewenste nummer wordt
weergegeven, en druk op
{
SET
}
.
Cijfertoetsen (alleen voor MANUAL BROAD):
Voer het faxnummer in en druk op
{
SET
}
.
L
Als u nog meer snelkiesnummers wilt
programmeren, voert u deze stap opnieuw uit
(maximaal 20 snelkiesnummers).
5
Druk op
{
SET
}
als u alle gewenste snelkiesnummers
hebt geprogrammeerd.
L
Als u nog een BROADCAST-toets wilt
programmeren, voert u stap 2 t/m 5 opnieuw uit.
6
Druk op
{
STOP
}
om het programmeren te stoppen.
Opmerking:
L
Als u het verkeerde snelkiesnummer programmeert,
drukt u na stap 4 op
{
STOP
}
om het snelkiesnummer
te wissen.
L
Controleer de opgeslagen nummers door een
overzicht van de geprogrammeerde
snelkiesnummers af te drukken (page 52).
4.4.2 Nieuwe snelkiesnummers
toevoegen
Na het opzetten kunt u nieuwe ingangen toevoegen (tot
in totaal 20 nummers).
1
Druk op
{>}
.
FL511BL_nl.book Page 26 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
4. Fax
27
L
Zorg dat er geen document in de invoer
aanwezig is.
2
Druk op
{A}
of
{B}
tot het gewenste
groepsverzendgeheugen wordt weergegeven
(
<BROADCAST1>
,
<BROADCAST2>
of
<MANUAL
BROAD>
).
3
Druk op
{
DIRECTORY PROGRAM
}
.
4
Druk op
{*}
.
5
Druk op
{A}
of
{B}
tot het gewenste nummer wordt
weergegeven.
6
Druk op
{
SET
}
.
L
Als u nog meer snelkiesnummers wilt
toevoegen, voert u stap 5 en 6 opnieuw uit
(maximaal 20 snelkiesnummers).
7
Druk op
{
DIRECTORY PROGRAM
}
om het
programmeren te stoppen.
4.4.3 Nummers uit het
groepsverzendgeheugen wissen.
1
Druk op
{>}
.
L
Zorg dat er geen document in de invoer
aanwezig is.
2
Druk op
{A}
of
{B}
tot het gewenste
groepsverzendgeheugen wordt weergegeven
(
<BROADCAST1>
,
<BROADCAST2>
of
<MANUAL
BROAD>
).
3
Druk op
{
DIRECTORY PROGRAM
}
.
4
Druk op
{#}
.
5
Druk op
{A}
of
{B}
tot het nummer dat u wilt wissen
wordt weergegeven.
L
Druk op
{
STOP
}
om het wissen te annuleren.
6
Druk op
{
SET
}
.
7
Druk op
{
SET
}
.
L
Als u nog meer snelkiesnummers wilt wissen,
voert u stap 5 t/m 7 opnieuw uit.
8
Druk op
{
DIRECTORY PROGRAM
}
om het
programmeren te stoppen.
4.4.4 Hetzelfde document naar
meerdere geprogrammeerde
nummers verzenden
1
Plaats het document met DE BEDRUKTE ZIJDE
NAAR BENEDEN.
2
Druk indien nodig meerdere keren op
{
RESOLUTION
}
voor de gewenste resolutie (page
24).
3
Druk op
{
BROADCAST
}
(1-2) of
{
MANUAL
BROAD
}
.
L
Het document wordt in het apparaat gevoerd,
gescand en opgeslagen in het geheugen.
Daarna worden de gegevens verzonden naar elk
afzonderlijk nummer.
L
Na verzending wordt het opgeslagen document
automatisch gewist. Het apparaat drukt
automatisch een verzendrapport af.
Opmerking:
L
Als u de resolutie
FINE
,
SUPER FINE
,
PHOTO
of
PHOTO WITH TEXT
selecteert, vermindert het
aantal paginas dat door het apparaat kan worden
verzonden.
L
Als de geheugencapaciteit voor het document
onvoldoende is, wordt de verzending geannuleerd.
L
Als een van de nummers bezet is of niet antwoordt,
wordt dit nummer overgeslagen en later nog
maximaal 5 keer opnieuw gebeld.
Groepsverzending annuleren
1.
Druk op
{
STOP
}
terwijl op de display
BROADCASTING
wordt weergegeven.
L
Op de display wordt
SEND CANCELLED?
weergegeven.
2.
Druk op
{
SET
}
.
FL511BL_nl.book Page 27 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
4. Fax
28
Faxberi chten ontva ngen
4.5 De manier waarop u de fax
gebruikt instellen
Afhankelijk van uw situatie stelt u in hoe u de fax wilt
gebruiken.
Alleen faxapparaat
Merendeels voor telefoongesprekken
Met antwoordapparaat
4.5.1 Alleen faxapparaat
Uw situatie
U heeft een apart telefoonnummer alleen voor faxen.
Hoe instellen
Stel de fax in op alleen faxen (page 29) door herhaaldelijk
op
{
AUTO ANSWER
}
te drukken.
Oproepen ontvangen
Alle binnenkomende oproepen worden aangenomen als
faxbericht.
4.5.2 Merendeels voor
telefoongesprekken
Uw situatie
U wilt alle oproepen zelf aannemen.
Hoe instellen
Stel de fax in op telefoon (page 29) door herhaaldelijk op
{
AUTO ANSWER
}
te drukken.
Oproepen ontvangen
U moet alle oproepen handmatig aannemen.
Als u een fax wilt ontvangen, drukt u op
{
FAX START
}
bij
elke fax die binnenkomt.
4.5.3 Met antwoordapparaat
Uw situatie
U wilt het faxapparaat gebruiken met een
antwoordapparaat.
Hoe instellen
Sluit een extern antwoordapparaat aan en stel het aantal
belsignalen van het antwoordapparaat op minder dan 4
in.
L
Stel als u automatisch beantwoording gebruikt het
aantal keer overgaan in faxmodus op meer dan 4
keer in.
Oproepen ontvangen
Als u oproepen ontvangt, worden gesproken berichten op
het antwoordapparaat vastgelegd.
AAN
UIT
FL511BL_nl.book Page 28 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
4. Fax
29
4.6 Faxen handmatig
ontvangen
4.6.1 Modus TEL inschakelen
Stel de fax in op telefoon door herhaaldelijk op
{
AUTO
ANSWER
}
te drukken, zodat het volgende wordt
weergegeven.
TEL MODE
L
Het lampje AUTO ANSWER is uit.
Oproepen ontvangen
1.
Wanneer u het belsignaal hoort, neemt u de hoorn
van de haak.
2.
Als:
u een faxbericht moet ontvangen,
u een faxtoon (langzame pieptoon) hoort,
u helemaal niets hoort,
drukt u op
{
FAX START
}
.
CONNECTING.....
3.
Leg de hoorn weer op de haak.
L
De fax wordt ontvangen.
L
Als u de oproep niet binnen tien belsignalen
beantwoordt, schakelt het apparaat tijdelijk over
op faxontvangst. De beller kan dan zijn of haar
fax verzenden.
Ontvangst stoppen
Druk op
{
STOP
}
.
Extra telefoon
U kunt ook faxen ontvangen als u een extra
telefoontoestel gebruikt.
1.
Als de extra telefoon overgaat, neemt u de hoorn van
de haak.
2.
Als:
u een faxbericht moet ontvangen,
u een faxtoon (langzame pieptoon) hoort,
u helemaal niets hoort,
drukt u
stevig
op
*
#9 (de voorgeselecteerde
activeringscode voor de fax).
3.
Leg de hoorn weer op de haak.
L
De fax wordt ontvangen.
Opmerking:
L
Voor het ontvangen van faxen via de extra telefoon,
schakelt u vooraf externe faxactivatie in (functie #41,
page 36).
4.7 Faxen automatisch
ontvangen
4.7.1 Modus FAX ONLY inschakelen
Stel de fax in op alleen faxen door herhaaldelijk op
{
AUTO ANSWER
}
te drukken, zodat het volgende wordt
weergegeven.
FAXONLYMODE
L
Het lampje AUTO ANSWER is aan.
Opmerking:
L
U kunt zelf instellen na hoeveel belsignalen het
apparaat de binnenkomende oproep opneemt in de
modus FAX ONLY (functie #06 op page 35).
{FAX START}
{STOP}
UIT
AAN
FL511BL_nl.book Page 29 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
4. Fax
30
Oproepen ontvangen
Als er oproepen binnenkomen, zal het apparaat al deze
oproepen aannemen en alleen faxen ontvangen.
4.8 Faxapparaat samen met
antwoordapparaat
4.8.1 Het faxapparaat en een apart
antwoordapparaat installeren
1
Sluit het antwoordapparaat aan.
2
Stel het aantal belsignalen van het
antwoordapparaat in op minder dan 4.
L
Zo kan het antwoordapparaat de oproep als
eerste aannemen.
3
Spreek een begroeting in op het antwoordapparaat.
L
Wij raden aan de boodschap niet langer te
maken dan 10 seconden. Laat in de boodschap
ook geen pauze vallen van meer dan 4
seconden. Anders functioneren beide apparaten
niet goed.
4
Zet het antwoordapparaat aan.
5
Zet het faxapparaat in de gewenste
ontvangstmodus(page 29, 29).
L
Als u FAX ONLY instelt,
moet u het aantal
belsignalen voor FAX ONLY instellen op meer
dan 4 (functie #06 op page 35)
.
6
Controleer of iets of alles van het onderstaande niet
overeenkomt:
de externe toegangscode voor het
antwoordapparaat
de faxactivatiecode (functie #41 op page 36)
Een gesproken bericht en een fax ontvangen in één
oproep
De beller kan in één oproep een bericht inspreken en een
fax verzenden. Geef de beller eerst aanwijzingen over de
juiste werkwijze.
1.
De beller belt naar uw apparaat.
L
Het antwoordapparaat beantwoordt de oproep.
2.
De beller kan een bericht inspreken na de
begroeting.
3.
De beller drukt op
*
#9 (de voorgeselecteerde
activeringscode voor de fax).
L
Het faxapparaat activeert de faxfunctie.
4.
De beller drukt op de starttoets van zijn apparaat om
het document te verzenden.
Opmerking:
L
De activeringscode voor de fax kan worden gewijzigd
met functie #41 (page 36).
4.9 Ontvangstpolling (faxen op
andere faxmachines ophalen)
Met deze functie haalt u documenten op vanaf andere,
compatibele apparaten. U betaalt dus voor de verbinding.
Zorg ervoor dat er geen documenten in uw apparaat
worden ingevoerd en dat de fax aan de andere kant
gereed is voor de verbinding.
L
Sla de uitvouwpagina open voor de positie van de
toetsen.
1
Druk op
{
MENU
}
tot
POLLING
wordt
weergegeven.
2
Druk op
{
SET
}
.
3
Kies het faxnummer.
4
Druk op
{
SET
}
.
L
Het apparaat begint met ontvangen.
4.10 Blokkering van
ongewenste faxen
(voorkomen van ontvangst
van faxen van ongewenste
bronnen)
Als u nummerherkenning inschakelt, kunt u met deze
functie voorkomen dat u faxen ontvangt van oproepen
zonder nummeridentificatie.
Tevens worden faxen van nummers die op de
blokkeringslijst staan niet door de fax geaccepteerd
(page 31).
Antwoordapparaat
(niet meegeleverd)
Naar
telefoonlijn
FL511BL_nl.book Page 30 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
4. Fax
31
Belangrijk:
L
Deze functie werkt niet als:
het apparaat op de modus TEL is ingesteld, of
faxen handmatig worden ontvangen.
4.10.1 Blokkering van ongewenste
faxen inschakelen
1
Druk op
{
JUNK FAX PROHIBITOR
}
.
2
Druk op
{>}
.
3
Druk op
{A}
of
{B}
om
ON
te selecteren.
4
Druk op
{
SET
}
.
5
Druk op
{
STOP
}
om het programmeren te stoppen.
Opmerking:
L
Als de blokkering van ongewenste faxen actief is, is
de indicator JUNK FAX PROHIBITOR aan.
4.10.2 Ongewenste bellers opslaan
U kunt maximaal 10 ongewenste nummers in de
bellerlijst plaatsen (page 21) waarvan u geen faxen wilt
ontvangen.
1
Druk op
{
CALLER ID SEARCH
}
.
2
Druk op
{A}
of
{B}
tot het nummer wordt
weergegeven waarvan u geen faxen wilt ontvangen.
3
Druk op
{
JUNK FAX PROHIBITOR
}
.
4
Druk op
{
SET
}
.
L
Als u nog meer nummers wilt programmeren,
voert u stap 2 t/m 4 opnieuw uit.
5
Druk op
{
STOP
}
om het programmeren te stoppen.
Opmerking:
L
Als er geen plaats meer is voor nieuwe nummers,
LIST FULL
wordt bij stap 4 het volgende
weergegeven. Wis overbodige nummers.
De blokkeringslijst voor ongewenste faxen
weergeven
1.
Druk op
{
JUNK FAX PROHIBITOR
}
.
2.
Druk op
{>}
tot
JUNK LIST DISP.
wordt
weergegeven.
3.
Druk op
{
SET
}
.
4.
Druk op
{A}
of
{B}
om het nummer weer te geven.
5.
Als u de weergave wilt sluiten, drukt u op
{
STOP
}
.
6.
Als u de lijst wilt afsluiten, drukt u op
{
STOP
}
.
De blokkeringslijst voor ongewenste faxen
afdrukken
1.
Druk op
{
JUNK FAX PROHIBITOR
}
.
2.
Druk op
{>}
tot
JUNK LIST PRINT
wordt
weergegeven.
3.
Druk op
{
SET
}
.
4.
Druk op
{
STOP
}
om de lijst te sluiten.
Een nummer van de blokkeringslijst voor
ongewenste faxen wissen
1.
Druk op
{
JUNK FAX PROHIBITOR
}
.
2.
Druk op
{>}
tot
JUNK LIST DISP.
wordt
weergegeven.
3.
Druk op
{
SET
}
.
4.
Druk op
{A}
of
{B}
tot het gewenste nummer wordt
weergegeven.
5.
Druk op
{<}
.
L
Druk op
{
STOP
}
om het wissen te annuleren.
6.
Druk op
{
SET
}
.
L
Het nummer wordt gewist.
7.
Druk tweemaal op
{
STOP
}
.
{<}{>}{A}{B}
{SET}
LIGHT
JUNK FAX
PROHIBITOR
{STOP}
{CALLER ID SEARCH}
FL511BL_nl.book Page 31 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
5. Kopie
32
5 Kopi eKop iëre n
5.1 Kopieën maken
1
Schuif de documentgeleiders (
1
) tegen het
document.
2
Voer het document (maximaal 20 paginas) in met
DE BEDRUKTE ZIJDE NAAR BENEDEN (
2
) tot het
apparaat het document vastgrijpt.
3
Druk indien nodig meerdere keren op
{
RESOLUTION
}
voor de gewenste resolutie.
4
Druk op
{
COPY START
}
.
L
Voer indien nodig het aantal kopieën in
(maximaal 99).
5
Druk op
{
COPY START
}
.
L
Het apparaat begint met kopiëren.
Opmerking:
L
Alle documenten die kunnen worden doorgevoerd,
kunnen worden gekopieerd (page 25).
De resolutie selecteren
Selecteer de juiste resolutie voor het documenttype.
–“
FINE
: voor afgedrukte of geschreven originelen
met kleine letters.
–“
SUPER FINE
: voor originelen met een zeer klein
lettertype.
–“
PHOTO
: voor originelen met fotos, gearceerde
tekeningen, enzovoort.
–“
PHOTO WITH TEXT
: voor originelen met fotos en
tekst.
L
Als u
STANDARD
selecteert, wordt er gekopieerd
met de resolutie
FINE
.
Stoppen met kopiëren
Druk op
{
STOP
}
.
5.1.1 Meer kopieerfuncties
Documenten vergroten
1.
Druk na stap vier in page 32 op
{A}
voor het
selecteren van vergrotingen van
105%
tot
200%
in
stappen van 5%.
2.
Druk op
{
COPY START
}
.
L
Alleen het midden van het bovendeel van het
document wordt vergroot. Voor vergrotingen van
het onderste deel van het document draait u het
document om voordat u een kopie maakt.
Voorbeeld: 150% vergroten
Documenten verkleinen
1.
Druk na stap 4 in page 32 op
{B}
voor het selecteren
van verkleiningen van
50%
tot
95%
in stappen van
5%.
2.
Druk op
{
COPY START
}
.
Voorbeeld: Tot 70% verkleinen
Meerdere kopieën sorteren
Het apparaat kan meerdere kopieën sorteren in dezelfde
volgorde als de paginas van het oorspronkelijke
document.
1.
Druk na stap 3 op page 32 op
{
COLLATE
}
voor het
weergeven van
COLLATE=ON
.
L
Voer indien nodig het aantal kopieën in
(maximaal 99).
2.
Druk op
{
COPY START
}
.
{RESOLUTION}
{COLLATE}
{COPY START}
{STOP}
{A}{B}
1
2
Origineel
Vergrote
kopie
AB
CD
AB
CD
AB
CD
Verkleinde
kopie
Origineel
AB
CD
FL511BL_nl.book Page 32 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
5. Kopie
33
Voorbeeld: twee kopieën maken van een origineel
van vier paginas.
Opmerking:
L
Het apparaat slaat de documenten in het geheugen
op terwijl de kopieën worden gesorteerd. Als tijdens
het opslaan het geheugen vol raakt, worden alleen
de opgeslagen paginas afgedrukt.
L
Na het kopiëren wordt het sorteren automatisch
uitgeschakeld.
Gesorteerde
paginas
4
3
2
1
4
3
2
1
Ongesorteerde
paginas
4
4
3
3
2
2
1
1
FL511BL_nl.book Page 33 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
6. Programmeerbare functies
34
6 Progr ammeerbare fun ctiesOverzi cht van func ties
6.1 Programmeren
6.1.1 Basisfuncties programmeren
1
Druk op
{
MENU
}
.
2
Selecteer de functie die u wilt programmeren.
Druk op
{<}
of
{>}
tot de gewenste functie wordt
weergegeven.
L
De huidige instelling van de functie wordt
weergegeven.
3
Druk op
{A}
of
{B}
tot de gewenste instelling wordt
weergegeven.
L
Deze stap varieert licht per functie.
4
Druk op
{
SET
}
.
L
De geselecteerde instelling is afgerond en de
volgende functie wordt weergegeven.
5
Als u met programmeren wilt stoppen, drukt u op
{
MENU
}
.
6.1.2 Geavanceerde functies
programmeren
1
Druk op
{
MENU
}
.
2
Druk op
{<}
of
{>}
tot het
ADVANCE SETTINGS
wordt weergegeven.
3
Druk op
{
SET
}
.
4
Selecteer de functie die u wilt programmeren.
Druk op
{<}
of
{>}
tot de gewenste functie wordt
weergegeven.
L
De huidige instelling van de functie wordt
weergegeven.
5
Druk op
{A}
of
{B}
tot de gewenste instelling wordt
weergegeven.
L
Deze stap varieert licht per functie.
6
Druk op
{
SET
}
.
L
De geselecteerde instelling is afgerond en de
volgende functie wordt weergegeven.
7
Als u met programmeren wilt stoppen, drukt u op
{
MENU
}
.
De programmering annuleren
Druk op
{
MENU
}
om het programmeren te stoppen.
Programmeren door het
programmacodenummer direct in te voeren
U kunt functies selecteren door direct de
programmacode (# en tweecijferig nummer) in te voeren,
in plaats van
{<}
of
{>}
te gebruiken.
1.
Druk op
{
MENU
}
.
2.
Druk op
{#}
en het tweecijferige codenummer (page
34 t/m page 36).
3.
Druk op
{A}
of
{B}
tot de gewenste instelling wordt
weergegeven.
4.
Druk op
{
SET
}
.
5.
Als u met programmeren wilt stoppen, drukt u op
{
MENU
}
.
6.2 Basisfuncties
Code #01: Datum en tijd instellen
SETDATE&TIME
PRESS SET
Zie page 15 voor meer informatie.
Code #02: Het logo instellen
YOUR LOGO
PRESS SET
Zie page 16 voor meer informatie.
Code #03: Uw faxnummer instellen
YOUR FAX NO.
PRESS SET
Zie page 18 voor meer informatie.
Code #04: Verzendrapport afdrukken
SENDING REPORT
=ERROR [±]
Het verzendrapport met de resultaten van het verzenden
van faxberichten afdrukken (page 25).
ERROR
(standaard): Een verzendrapport wordt alleen
afgedrukt als de verzending niet is gelukt.
ON
: Een verzendrapport wordt na elke verzending
afgedrukt.
OFF
: Er worden geen verzendrapporten afgedrukt.
{SET}{MENU}
{<}{>}{A}{B}
FL511BL_nl.book Page 34 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
6. Programmeerbare functies
35
Code #06: Het aantal belsignalen wijzigen voor de
modus FAX ONLY
FAX RING COUNT
RINGS=2 [±]
Aanpassen na hoeveel belsignalen het apparaat een
oproep aanneemt in de modus FAX ONLY.
U kunt
1
,
2
(standaard),
3
,
4
,
5
,
6
,
7
,
8
of
9
selecteren.
Als u het apparaat gebruikt met een antwoordapparaat,
kiest u hier een waarde van meer dan 4 (page 30).
Code #12: Externe bediening van antwoordapparaat
inschakelen
REMOTE TAM ACT.
=OFF [±]
Als u het faxapparaat gebruikt in combinatie met een
antwoordapparaat, schakelt u deze functie in en stelt u
de code voor externe activering in voor bediening op
afstand van het antwoordapparaat.
1.
Druk op
{
MENU
}
.
2.
Druk op
{#}
en vervolgens op
{
1
}{
2
}
.
3.
Druk op
{A}
of
{B}
om
ON
te selecteren.
4.
Druk op
{
SET
}
.
5.
Voer uw code van 1 tot 5 cijfers in, met 09,
{*}
en
{#}
.
L
De standaardcode is
11
.
6.
Druk op
{
SET
}
.
7.
Druk op
{
MENU
}
.
Code #17: Toon van het belsignaal instellen
RINGER PATTERN
=A [±]
U kunt
A
(standaard),
B
of
C
selecteren.
6.3 Geavanceerde functies
Code #22: Het journaalrapport automatisch laten
afdrukken
AUTO JOURNAL
=ON [±]
ON
(standaard): Het apparaat drukt het journaalrapport
automatisch af na elke dertig nieuwe faxverbindingen
(page 25).
OFF
: Er wordt geen journaalrapport afgedrukt, maar de
laatste 30 faxverbindingen worden bijgehouden.
Code #23: Documenten overzee verzenden
OVERSEAS MODE
=ERROR [±]
Als u moeilijk een faxbericht overzee kunt verzenden,
activeert u deze functie voordat u verbinding maakt.
L
Deze functie kan niet worden gebruikt voor
groepsverzending (broadcast).
L
De telefoonkosten kunnen hoger worden, omdat de
verbindingssnelheid lager wordt.
NEXT FAX
: Deze instelling geldt alleen voor de
volgende keer dat u een fax probeert te verzenden. Na
verzending worden de oorspronkelijke instellingen
hersteld.
ERROR
(standaard): Als de eerdere faxverzending
mislukt en u het document automatisch opnieuw wilt
verzenden.
OFF
: Schakelt deze functie uit.
Code #25: Fax op een specifiek tijdstip verzenden
DELAYED SEND
=OFF [±]
Met deze functie kunt u profiteren van het (goedkopere)
daltarief van uw telefoonmaatschappij. U kunt deze
functie maximaal 24 uur vòòr het gewenste tijdstip
instellen.
Document verzenden:
1.
Plaats het document in het apparaat.
2.
Druk op
{
MENU
}
.
3.
Druk op
{#}
en vervolgens op
{
2
}{
5
}
.
4.
Druk op
{A}
of
{B}
om
ON
te selecteren.
5.
Druk op
{
SET
}
.
6.
Voer het faxnummer in.
7.
Druk op
{
SET
}
.
8.
Voer het tijdstip in waarop het verzenden moet
beginnen.
L
Press
{*}
repeatedly to select
AM
or
PM
.
L
Als u als taal Frans selecteert (functie #48 op
page 36), wordt de tijd ingesteld met een 24-uurs
weergave.
9.
Druk op
{
SET
}
.
L
Om na het programmeren te annuleren drukt u op
{
STOP
}
, gevolgd door
{
SET
}
.
Code #26: De bellerlijst automatisch laten afdrukken
AUTO CALL. LIST
=ON [±]
ON
(standaard): Het apparaat drukt de bellerlijst
automatisch af na elke dertig nieuwe oproepen (page
21).
OFF
: Het apparaat drukt de bellerlijst niet af, maar houdt
de informatie over de laatste 30 bellers bij.
FL511BL_nl.book Page 35 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
6. Programmeerbare functies
36
Code #37: Documenten met een afwijkend formaat
ontvangen
AUTO REDUCTION
=ON [±]
Voor het ontvangen van faxen die langer zijn dan het
papier waarop wordt afgedrukt.
ON
(standaard): Het apparaat zorgt er zelf voor dat het
ontvangen document op uw afdrukpapier past.
OFF
: Het oorspronkelijke formaat wordt afgedrukt.
Code #39: Contrast van display instellen
LCD CONTRAST
=NORMAL [±]
NORMAL
(standaard): Normaal contrast.
DARKER
: Als de display te licht is.
Code #41: Faxactiveringscode wijzigen
FAX ACTIVATION
=ON [±]
Als u een extra telefoon gebruikt en dat toestel wilt
gebruiken voor het ontvangen van een fax, activeert u
deze functie en programmeert u de activatiecode.
L
Deze code wordt ook gebruikt voor de ontvangst van
een normaal gesprek en een fax tijdens dezelfde
oproep (page 30).
1.
Druk op
{
MENU
}
.
2.
Druk op
{#}
en vervolgens op
{
4
}{
1
}
.
3.
Druk op
{A}
of
{B}
om
ON
te selecteren.
4.
Druk op
{
SET
}
.
5.
Voer uw code van 2 tot 4 cijfers in, met 09,
{*}
en
{#}
.
L
De standaardcode is
;
#9
.
L
Gebruik een andere code dan 0000.
6.
Druk op
{
SET
}
.
7.
Druk op
{
MENU
}
.
Code #44: Waarschuwing bij ontvangst in geheugen
instellen
RECEIVE ALERT
=ON [±]
Voor een pieptoon als een ontvangen document in het
geheugen is opgeslagen als gevolg van een probleem.
De langzame pieptoon blijft aanhouden, tot u het
afdrukprobleem oplost en het papier bijvult, zodat het
opgeslagen document kan worden afgedrukt.
ON
(standaard): U hoort een pieptoon.
OFF
: Schakelt deze functie uit.
Code #46: Vriendelijke ontvangst instellen
FRIENDLY RCV
=ON [±]
Voor het automatisch ontvangen van faxen als u opneemt
en een faxtoon hoort (langzame pieptoon).
ON
(standaard): U hoeft dan niet op
{
FAX START
}
te
drukken op het faxapparaat zelf.
OFF
: U hoeft niet op
{
FAX START
}
te drukken voor
ontvangst van faxen.
Code #48: Taal selecteren
LANGUAGE
=ENGLISH [±]
De weergave en rapportage is in de geselecteerde taal.
ENGLISH
(standaard): Engels.
FRENCH
: Frans.
Code #68: Foutcorrectie (ECM, Error Correction
Mode) instellen
ECM SELECTION
=ON [±]
Deze functie kan worden gebruikt als beide faxen ECM
ondersteunen.
ON
(standaard): Voor het versturen van faxen bij storing
op de lijn.
OFF
: Schakelt deze functie uit.
Code #76: Toon van het belsignaal instellen
CONNECTING TONE
=ON [±]
Als u vaak problemen heeft bij het verzenden van faxen,
kunt u met deze functie de verschillende
verbindingstonen horen: faxtoon, belsignaal en
bezettoon. Met deze tonen komt u de status van het
faxapparaat aan de andere kant van de lijn te weten.
L
Als het belsignaal blijft doorgaan, is het apparaat aan
de andere kant misschien geen fax of heeft het
apparaat geen papier meer. Neem contact op met de
andere partij.
L
Het volume van de verbindingstoon kan niet worden
aangepast.
ON
(standaard): U hoort de verbindingstonen.
OFF
: Schakelt deze functie uit.
Code #79: Toner besparing instellen
TONER SAVE
=OFF [±]
ON
: De tonercartridge gaat langer mee.
OFF
(standaard): Schakelt deze functie uit.
Code #80: Standaardinstellingen van geavanceerde
functies herstellen
SET DEFAULT
RESET=NO [±]
Geavanceerde functies herstellen:
1.
Druk op
{
MENU
}
.
2.
Druk op
{#}
en vervolgens op
{
8
}{
0
}
.
FL511BL_nl.book Page 36 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
6. Programmeerbare functies
37
3.
Druk op
{A}
of
{B}
om
YES
te selecteren.
4.
Druk op
{
SET
}
.
5.
Druk nogmaals op
{
SET
}
.
6.
Druk op
{
MENU
}
.
L
De taalinstelling (functie #48, page 36) blijft
hetzelfde.
6.4 Directe opdrachten voor
het programmeren van
functies
U kunt de gewenste instelling ook selecteren door direct
de programmacode in te voeren (# en een tweecijferig
nummer) of via directe opdrachten.
1
Druk op
{
MENU
}
.
2
Druk op
{#}
en het tweecijferige codenummer.
3
Druk met de kiestoetsen op de gewenste directe
opdracht. De gewenste instelling wordt
weergegeven.
L
Deze stap varieert licht per functie.
4
Druk op
{
SET
}
.
5
Als u met programmeren wilt stoppen, drukt u op
{
MENU
}
.
Programmacode en directe opdrachttoets
{#}{
0
}{
1
}
Datum en tijd
L
Voer de datum en tijd in met de kiestoetsen (zie page
15 voor details).
{#}{
0
}{
2
}
Uw logo
L
Voer uw logo in met de kiestoetsen (zie page 16 voor
details).
{#}{
0
}{
3
}
Uw faxnummer
L
Voer uw faxnummer in met de kiestoetsen (zie page
18 voor details).
{#}{
0
}{
4
}
Verzendrapport
{
1
}
:
ON
{
2
}
:
OFF
{
3
}
:
ERROR
(standaard)
{#}{
0
}{
6
}
Aantal belsignalen fax
{
1
}
:
1
{
2
}
:
2
(standaard)
{
3
}
:
3
{
4
}
:
4
{
5
}
:
5
{
6
}
:
6
{
7
}
:
7
{
8
}
:
8
{
9
}
:
9
{#}{
1
}{
2
}
Code activatie op afstand
{
1
}
:
ON
{
2
}
:
OFF
(standaard)
L
Als u
ON
selecteert, voert u uw code van 1 tot 5
cijfers in, met 0-9,
*
en #.
{#}{
1
}{
7
}
Toon van het belsignaal
{
1
}
:
A
(standaard)
{
2
}
:
B
{
3
}
:
C
{#}{
2
}{
2
}
Journaalrapport
{
1
}
:
ON
(standaard)
{
2
}
:
OFF
{#}{
2
}{
3
}
Overzeemodus
{
1
}
:
NEXT FAX
{
2
}
:
OFF
{
3
}
:
ERROR
(standaard)
{#}{
2
}{
5
}
Uitgestelde verzending
{
1
}
:
ON
{
2
}
:
OFF
(standaard)
L
Als u
ON
selecteert, voert u het faxnummer en de
tijd voor verzending in met de kiestoetsen (zie functie
#25 op page 35 voor details).
{#}{
2
}{
6
}
Bellerlijst
{
1
}
:
ON
(standaard)
{
2
}
:
OFF
{#}{
3
}{
7
}
Automatisch verkleinen
{
1
}
:
ON
(standaard)
{
2
}
:
OFF
{#}{
3
}{
9
}
Contrast display
{
1
}
:
NORMAL
(standaard)
{
2
}
:
DARKER
{#}{
4
}{
1
}
Faxactivatiecode
{
1
}
:
ON
(standaard)
{
2
}
:
OFF
L
Als u
ON
selecteert, voert u uw code van 2 tot 4
cijfers in, met 0-9,
*
en #.
{#}{
4
}{
4
}
Waarschuwing ontvangst in geheugen
{
1
}
:
ON
(standaard)
{
2
}
:
OFF
{#}{
4
}{
6
}
Vriendelijke ontvangst
{
1
}
:
ON
(standaard)
{
2
}
:
OFF
{#}{
4
}{
8
}
Taal
{
1
}
:
ENGLISH
(standaard)
{
2
}
:
FRENCH
{#}{
6
}{
8
}
ECM-selectie
{
1
}
:
ON
(standaard)
{
2
}
:
OFF
{#}{
7
}{
6
}
Verbindingstoon
{
1
}
:
ON
(standaard)
{
2
}
:
OFF
FL511BL_nl.book Page 37 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
6. Programmeerbare functies
38
{#}{
7
}{
9
}
Tonerbesparing
{
1
}
:
ON
{
2
}
:
OFF
(standaard)
{#}{
8
}{
0
}
Geavanceerde functies herstellen
{
1
}
:
YES
{
2
}
:
NO
(standaard)
L
Als u
YES
selecteert, drukt u twee keer op
{
SET
}
en
sluit u het programmeren af met
{
MENU
}
.
FL511BL_nl.book Page 38 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
7. Help
39
7HelpFoutmeldingen
7.1 Foutmeldingen
Rapporten
Als er tijdens het verzenden of ontvangen van een fax
een probleem optreedt, wordt een van de volgende
communicatiemeldingen afgedrukt op de verzend- en
journaalrapporten (page 25).
COMMUNICATION ERROR
(CODE: 40-42, 46-72, FF)
L
Er is een overdrachts- of ontvangstfout opgetreden.
Probeer het opnieuw of neem contact op met de
andere partij.
COMMUNICATION ERROR
(CODE: 43, 44)
L
Er is een probleem met de lijn opgetreden. Sluit de
telefoonlijn op een andere aansluiting aan en probeer
het opnieuw.
L
Er is een probleem opgetreden tijdens overzeese
overdracht. Probeer de overzeemodus (functie #23,
page 35).
DOCUMENT JAMMED
L
Het document is vastgelopen. Verwijder het
vastgelopen document (page 48).
ERROR-NOT YOUR UNIT
(CODE: 54, 59, 70)
L
Er is een overdrachts- of ontvangstfout opgetreden
vanwege een probleem met de fax van de andere
partij. Neem contact op met de andere partij.
JUNK FAX PROH. REJECT
L
De blokkering van ongewenste faxen op het
faxapparaat heeft de ontvangst van een fax
geweigerd.
MEMORY FULL
L
Het geheugen zit vol ontvangen documenten door
een tekort aan afdrukpapier of een papierstoring.
Plaats papier (page 12) or clear the jammed paper
(page 46).
NO DOCUMENT
L
Het document is niet goed in het apparaat geplaatst.
Plaats het document opnieuw en probeer het
nogmaals.
OTHER FAX NOT RESPONDING
L
De fax van de andere partij is bezet of het papier
ervan is op. Probeer het opnieuw.
L
Het document is niet goed ingevoerd. Plaats het
document opnieuw en probeer het nogmaals.
L
De fax van de andere partij neemt niet snel genoeg
op. Verzend de fax handmatig (page 24).
L
Het apparaat van de andere partij is geen fax. Neem
contact op met de andere partij.
L
Het nummer dat u belt is buiten gebruik.
PRESSED THE STOP KEY
L{
STOP
}
is ingedrukt en de fax is geannuleerd.
THE COVER WAS OPENED
L
De voordeksel is geopend. Sluit deze en probeer het
opnieuw.
OK
L
De faxcommunicatie is voltooid.
7.2 Foutmeldingen
Weergave
Als het apparaat een probleem waarneemt, worden een
of meer van de volgende meldingen op de display
weergegeven.
CALL SERVICE
L
Er is iets mis met het apparaat. Neem contact op met
de dealer.
CHANGE DRUM
L
Er is iets mis met de drumeenheid. Vervang de
drumeenheid en de tonercartridge (page 44).
CHECK DOCUMENT
L
Het document is niet goed in het apparaat geplaatst.
Plaats opnieuw het document in het apparaat. Als het
document vaak verkeerd wordt ingevoerd, maakt u
de documentrollers schoon (page 49) en probeert u
het opnieuw.
CHECK DRUM
L
De drumeenheid is niet goed geplaatst. Plaats deze
opnieuw op de juiste manier (page 9).
CHECK MEMORY
PROB.MEMOIRE
L
Het geheugen (telefoonnummers, parameters, enz.)
is gewist. Programmeer opnieuw.
COVER OPEN
L
Het voordeksel is geopend. Sluit deze.
DIRECTORY FULL
L
Er is geen ruimte voor het opslaan van nieuwe
nummers in het telefoonboek. Wis overbodige
nummers (page 20).
DRUM LIFE OVER
REPLACE DRUM
FL511BL_nl.book Page 39 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
7. Help
40
L
De levensduur van de drum is verlopen. Vervang de
drumeenheid direct (page 44).
FAILED PICK UP
L
Het afdrukpapier wordt niet goed in het apparaat
gevoerd. Plaats het afdrukpapier opnieuw (page 46).
FAXINMEMORY
L
Het apparaat heeft een document in het geheugen.
Zie de overige weergegeven meldingen voor het
afdrukken van het document.
FAX MEMORY FULL
L
Het geheugen zit vol ontvangen documenten door
een tekort aan afdrukpapier of een papierstoring.
Plaats papier (page 12) or clear the jammed paper
(page 46).
L
Bij verzending vanuit het geheugen overschrijdt het
document dat wordt opgeslagen de
geheugencapaciteit van het apparaat. Verzend het
volledige document met de hand.
LOW TEMP.
L
De binnenkant van het apparaat is erg koud, en het
apparaat werkt niet. Plaats het apparaat op een
warmere plek. Zolang het apparaat niet werkt,
worden de ontvangen documenten tijdelijk in het
geheugen opgeslagen. De documenten worden
automatisch afgedrukt als het apparaat is
opgewarmd.
MEMORY FULL
L
Bij het maken van een kopie overschrijdt het
document dat wordt opgeslagen de
geheugencapaciteit van het apparaat. Wis de
melding door op
{
STOP
}
te drukken. Verdeel het
document in stukken.
MODEM ERROR
L
Er is iets mis met het modemcircuit. Neem contact op
met de dealer.
NO FAX REPLY
L
De fax van de andere partij is bezet of het papier
ervan is op. Probeer het opnieuw.
OUT OF PAPER
L
Geen afdrukpapier geplaatst of afdrukpapier op.
Plaats papier (page 12).
L
Het afdrukpapier wordt niet goed in het apparaat
gevoerd. Plaats het papier opnieuw (page 12).
PAPER JAMMED
L
Het afdrukpapier is vastgelopen. Verwijder het
vastgelopen papier (page 46).
PLEASE WAIT
L
Het apparaat is aan het opwarmen. Wacht even.
POLLING ERROR
L
De fax aan de andere kant van de lijn ondersteunt
polling niet. Neem contact op met de andere partij.
REDIAL TIME OUT
L
De fax van de andere partij is bezet of het papier
ervan is op. Probeer het opnieuw.
REMOVE DOCUMENT
L
Het document is vastgelopen. Verwijder het
vastgelopen document (page 48).
L
U probeert een document te verzenden dat langer is
dan 600 mm. Druk op
{
STOP
}
om het document te
verwijderen. Deel het document op in twee of meer
vellen en probeer het opnieuw.
REPLACE DRUM
SOON
L
De levensduur van de drum is bijna verstreken.
Vervang de drumeenheid zo snel mogelijk (page 44).
TONER EMPTY
L
De levensduur van de toner is verlopen. Vervang de
tonercartridge direct (page 44).
TONER LOW
L
De levensduur van de toner is bijna verstreken.
Vervang de tonercartridge zo snel mogelijk (page
44).
TRANSMIT ERROR
L
Er is een overdrachtsfout opgetreden. Probeer het
opnieuw.
WARM UP
L
De binnenkant van het apparaat is te koud. Laat het
apparaat op temperatuur komen. Wacht even.
WRONG PAPER
L
Er is een fax afgedrukt op papier korter dan A4-
papier. Gebruik het juiste papierformaat (page 54).
FL511BL_nl.book Page 40 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
7. Help
41
Veelgest elde vragen (FAQ)
7.3 Probleemoplossingen
7.3.1 Algemeen
Ik kan niet bellen of gebeld worden.
L
Het stroomsnoer of de telefoonlijn is niet
aangesloten. Controleer de aansluitingen.
L
Als u een splitter voor het aansluiten van het
apparaat gebruikt, verwijdert u de splitter en sluit u
het apparaat direct op het wandcontact aan. Als het
apparaat goed werkt, controleert u de splitter.
Het apparaat werkt niet.
L
Haal de telefoonlijn van het apparaat en verbindt de
lijn met een werkende telefoon. Als de telefoon het
normaal doet, neemt u voor reparatie van de fax
contact op met de dealer. Als de telefoon het niet
normaal doet, neemt u contact op met het
telefoonbedrijf.
Het apparaat gaat niet over.
L
Het belvolume is uitgeschakeld. Stel het bij (page
15).
De andere partij klaagt dat hij alleen een faxtoon
hoort en dat een gesprek niet mogelijk is.
L
De modus FAX ONLY is ingesteld. Vertel de andere
partij dat het nummer alleen voor faxen bestemd is.
L
Stel de modus TEL in met
{
AUTO ANSWER
}
.
De knop
{
REDIAL/PAUSE
}
werkt niet goed.
L
Als u tijdens het bellen op de knop drukt, wordt een
pauze ingevoegd. Als u op de knop drukt direct na
een kiestoon, wordt het laatst gebelde nummer
opnieuw gebeld.
Tijdens het programmeren kan ik geen code of
identificatienummer invoeren.
L
Alle of een aantal nummers zijn hetzelfde. Wijzig het
nummer van functie #12 (page 35) en #41 (page 36).
Het apparaat geeft een pieptoon.
L
Het afdrukpapier is op. Druk op
{
STOP
}
zodat het
piepen stopt en plaats papier.
7.3.2 Faxen verzenden
Ik kan geen documenten verzenden.
L
De fax van de andere partij is bezet of het papier
ervan is op. Probeer het opnieuw.
L
Het apparaat van de andere partij is geen fax. Neem
contact op met de andere partij.
L
De fax van de andere partij neemt niet snel genoeg
op. Verzend de fax handmatig (page 24).
De andere partij klaagt dat de letters op het
ontvangen document vervormd of onduidelijk zijn.
L
Als de lijn speciale telefoondiensten heeft, zoals
tweede oproep (wisselgesprek), kan deze service
tijdens het faxen zijn geactiveerd. Sluit het apparaat
aan op een lijn die deze diensten niet heeft.
L
Een telefoon op dezelfde lijn ligt van de haak. Hang
de telefoon op en probeer het opnieuw.
L
Probeer het document te kopiëren. Als de kopie
helder is, kan er iets mis zijn met het apparaat van de
andere partij.
De andere partij klaagt over vuil of zwarte lijnen op
het ontvangen document.
L
Het glas of de rollen zijn vuil. Maak deze schoon
(page 49). Voer geen documenten in vooraleer de
eventueel gebruikte correctievloeistof volledig droog
is.
Ik kan niet overzees faxen.
L
Gebruik de overzeemodus van functie #23 (page 35).
L
Voeg twee pauzes toe aan het einde van het
telefoonnummer of bel handmatig.
7.3.3 Faxen ontvangen
Ik kan documenten niet automatisch ontvangen.
L
De ontvangstmodus is ingesteld op TEL. Stel de
modus in op FAX ONLY met
{
AUTO ANSWER
}
.
L
De tijd voordat een oproep wordt aangenomen duurt
te lang. Verlaag het aantal beltonen van functie #06
(page 35).
Op de display wordt
CONNECTING.....
weergegeven, maar er worden geen faxen
ontvangen.
L
Het gesprek is geen fax. Wijzig de ontvangstmodus
in TEL met
{
AUTO ANSWER
}
.
Er wordt een leeg vel uitgevoerd.
L
De andere partij heeft het document verkeerdom in
de fax geplaatst. Neem contact op met de andere
partij.
Er verschijnt een witte lijn of vuil op het afdrukpapier.
L
Het glas of de rollen zijn vuil. Maak deze schoon
(page 49). Voer geen documenten in vooraleer de
eventueel gebruikte correctievloeistof volledig droog
is.
De afdrukkwaliteit is slecht.
L
De andere partij verzendt een vaag document. Vraag
hen een duidelijker kopie van het document te
verzenden.
L
Op sommige papiersoorten kan slechts op één zijde
worden afgedrukt. Draai het papier om.
FL511BL_nl.book Page 41 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
7. Help
42
L
Wellicht hebt u papier gebruikt met meer dan 20%
katoen of andere stoffen, zoals postpapier met
briefhoofd of kringlooppapier.
L
De toner is bijna op. Vervang de tonercartridge (page
44).
L
Het wordt aanbevolen de drumeenheid om de vier
tonercartridges te vervangen (page 44). Druk de
printertestlijst af als u de levensduur en kwaliteit van
de drumeenheid wilt controleren (page 52).
L
De tonerbesparing is ingeschakeld (functie #79,
page 36).
De andere partij klaagt dat zij geen document kan
verzenden.
L
Het geheugen zit vol ontvangen documenten door
een tekort aan afdrukpapier of een papierstoring.
Plaats papier (page 12) or clear the jammed paper
(page 46).
L
Het apparaat is niet ingesteld op FAX ONLY. Druk op
{
AUTO ANSWER
}
tot het lampje AUTO ANSWER
aan gaat.
Ik kan de gewenste ontvangstmodus niet selecteren.
L
U stelt als volgt de modus FAX ONLY in:
druk op
{
AUTO ANSWER
}
tot het lampje AUTO
ANSWER aan gaat.
L
U stelt als volgt de modus TEL in:
druk op
{
AUTO ANSWER
}
tot het lampje AUTO
ANSWER uit gaat.
7.3.4 Kopiëren
Het apparaat kopieert niet.
L
U kunt niet kopiëren tijdens het programmeren.
Kopieer na het programmeren.
Op de kopie is een zwarte lijn, witte lijn of vuil
zichtbaar.
L
Het glas of de rollen zijn vuil. Maak deze schoon
(page 49). Voer geen documenten in vooraleer de
eventueel gebruikte correctievloeistof volledig droog
is.
De afdrukkwaliteit is slecht.
L
Op sommige papiersoorten kan slechts op één zijde
worden afgedrukt. Draai het papier om.
L
Wellicht hebt u papier gebruikt met meer dan 20%
katoen of andere stoffen, zoals postpapier met
briefhoofd of kringlooppapier.
L
De toner is bijna op. Vervang de tonercartridge (page
44).
L
Het wordt aanbevolen de drumeenheid om de vier
tonercartridges te vervangen (page 44). Druk de
printertestlijst af als u de levensduur en kwaliteit van
de drumeenheid wilt controleren (page 52).
L
De tonerbesparingsmodus van functie #79 is
ingeschakeld (page 36).
7.3.5 Een antwoordapparaat
gebruiken
Ik kan documenten niet automatisch ontvangen.
L
Het begroetingsbericht op het antwoordapparaat is
te lang. Maak het bericht korter.
Neem een bericht van maximaal 10 seconden op.
L
Het antwoordapparaat laat de telefoon te vaak
overgaan. Stel het in op 1 of 2 beltonen.
Ik kan geen telefoongesprekken ontvangen.
L
Controleer of het antwoordapparaat aanstaat en
goed met de fax is verbonden (page 30).
L
Stel het aantal beltonen voor het antwoordapparaat
in op 1 of 2.
Ik kan opgenomen berichten van het
antwoordapparaat niet telefonisch afluisteren.
L
U hebt de code hiervoor niet goed op de fax
geprogrammeerd. Programmeer dezelfde code op
antwoordapparaat en fax met functie #12 (page 35).
Ik heb de toegangscode voor telefonisch afluisteren
van het antwoordapparaat ingedrukt, maar de
verbinding werd verbroken.
L
De code kan # bevatten, wat voor bepaalde functies
wordt gebruikt door telefoonmaatschappijen. Wijzig
de code op het antwoordapparaat in een nummer
zonder #. Wijzig ook de code op de fax met functie
#12 (page 35).
Bellers klagen dat ze geen document kunnen
verzenden.
L
De opnametape van het antwoordapparaat is op.
Spoel de tape terug, zodat berichten kunnen worden
opgenomen.
L
U heeft het antwoordapparaat zodanig ingesteld, dat
alleen een begroetingsbericht wordt gegeven.
7.3.6 Als er een stroomstoring
optreedt
L
Het apparaat functioneert niet.
L
Het apparaat is in geval van stroomstoring
onbruikbaar; in nood-/spoedsituaties dient u zelf te
zorgen voor alternatieve faciliteiten. Zorg voor
andere mogelijkheden voor toegang tot
nooddiensten.
L
Het ontvangen en verzenden van faxen is tijdelijk niet
mogelijk.
ABC
Origineel
Kopie
FL511BL_nl.book Page 42 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
7. Help
43
L
Faxdocumenten in het geheugen gaan verloren.
Wanneer de stroomvoorziening is hersteld, wordt er
een stroomstoringsrapport afgedrukt waarin staat
welke onderdelen in het geheugen verloren zijn
gegaan.
FL511BL_nl.book Page 43 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
7. Help
44
Vervangi ng
7.4 De drumeenheid en de
tonercartridge vervangen
Vervang de tonercartridge als het volgende wordt
weergegeven.
TONER LOW
TONER EMPTY
Het wordt aanbevolen de drumeenheid om de vier
tonercartridges te vervangen. Druk de printertestlijst af
als u de levensduur en kwaliteit van de drumeenheid wilt
controleren (page 52). Voor een goede werking van het
apparaat wordt aanbevolen
Panasonic-tonercartridges
(Modelnr. KX-FA83X) en drumeenheden
(Modelnr. KX-FA84X)
te gebruiken. Zie page 7 voor
aanvullende informatie.
Let op:
L
Panasonic is niet verantwoordelijk voor schade
aan het apparaat of slechte afdrukkwaliteit door
het gebruik van tonercartridges en
drumeenheden van andere fabrikanten.
L
De drumeenheid bevat een lichtgevoelige
eenheid. Blootstelling aan licht kan deze
beschadigen.
Na het openen van de beschermende verpakking:
Stel de drumeenheid niet langer dan vijf
minuten bloot aan licht.
Raak het groene drumoppervlak niet aan en
maak er geen krassen op.
Plaats de drumeenheid niet in een stoffige,
vuile of zeer vochtige omgeving.
Stel de drumeenheid niet bloot aan direct
zonlicht.
L
Verbreek de stroomtoevoer van de fax niet.
Hierdoor kunnen faxdocumenten in het
geheugen verloren gaan.
L
Laat de tonercartridge niet te lang uit de
beschermende verpakking. Dit gaat ten koste van
de levensduur van de toner.
L
Voeg geen toner toe aan de tonercartridge.
1
Schud voor het openen de beschermende zak van
de nieuwe tonercartridge 5 keer verticaal.
2
Haal de nieuwe tonercartridge uit de beschermende
verpakking. Verwijder de verzegeling (
1
) van de
tonercartridge.
3
Til de voorkant op (
1
) aan de rand met het woord
OPEN (
2
).
4
Tik een paar keer op de gebruikte tonercartridge,
zodat de overgebleven toner in de drumeenheid valt.
Verwijder de drumeenheid en tonercartridge (
1
)
aan de twee lippen.
L
Raak de overdrachtsrol niet aan (
2
).
L
Ga naar stap 7 als u de tonercartridge en de
drumeenheid tegelijk vervangt.
Let op:
De fixeereenheid (
3
) wordt heet. Raak
deze niet aan.
1
1
2
3
1
2
FL511BL_nl.book Page 44 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
7. Help
45
5
Haal de twee hendels (
1
) van de tonercartridge
stevig om, tot de driehoeken (
2
) overeenkomen.
6
Verwijder de gebruikte cartridge (
1
) uit de
drumeenheid (
2
).
L
De toner kan aan de cartridge en de
drumeenheid plakken. Werk voorzichtig. Zie
page 4 voor meer informatie.
L
Mors geen toner op het groene drumoppervlak
(
3
).
L
Doe de gebruikte tonercartridge in de
beschermende verpakking.
7
Als u ook de drumeenheid vervangt, haalt u de
nieuwe drumeenheid uit de beschermende
verpakking.
Plaats de nieuwe tonercartridge (
1
) verticaal in de
drumeenheid (
2
).
8
Druk de tonercartridge stevig naar beneden, totdat
deze in positie klikt (
1
).
9
Haal de twee hendels (
1
) van de tonercartridge
stevig om.
1
2
1
2
3
1
2
1
1
FL511BL_nl.book Page 45 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
7. Help
46
10
Zorg voor goede plaatsing van de tonercartridge
ervoor dat de driehoeken (
1
) overeenkomen.
L
Als het onderste glas (
2
) vuil is, maakt u het
schoon met een zachte en droge doek.
11
Houd de drum- en tonereenheid (
1
) vast aan de
uitsteeksels aan de uiteinden en plaats het geheel in
het apparaat.
12
Sluit de voorkant (
1
) door beide zijden omlaag te
drukken tot deze vastklikt.
L
Als op het apparaat
PLEASE WAIT
wordt
weergegeven, opent u de voorkant niet en maakt
u het stroomsnoer niet los.
Afvalverwijderingsmethode
Afvalmateriaal moet worden weggegooid of verbrand
onder omstandigheden die aan de landelijke en
plaatselijke milieuregels voldoen.
Papierst orin gen
7.5 Storing afdrukpapier
7.5.1 Als het afdrukpapier in het
apparaat is vastgelopen
Op de display wordt het volgende bericht weergegeven.
PAPER JAMMED
1
Til de voorkant op (
1
) aan de rand met het woord
OPEN (
2
).
1
2
1
Let op:
De fixeereenheid (
3
) wordt heet. Raak
deze niet aan.
1
1
2
3
FL511BL_nl.book Page 46 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
7. Help
47
2
Verwijder het vastgelopen papier.
Als het afdrukpapier is vastgelopen bij de
drumeenheid en tonercartridge:
Verwijder het vastgelopen papier (
1
) voorzichtig
door het naar u toe te trekken.
L
Raak de overdrachtsrol niet aan (
2
).
Als het afdrukpapier is vastgelopen bij de
uitvoer:
1.
Verwijder het afdrukpapier (
1
) en daarna de
drumeenheid en tonercartridge (
2
), zodat u het
vastgelopen papier uit de achterbehuizing kunt
trekken (
3
).
2.
Haal beide groene hendels (
1
) naar voren tot
deze niet verder kunnen.
3.
Verwijder het vastgelopen papier (
1
) uit de
fixeereenheid door het voorzichtig naar boven te
trekken. Plaats vervolgens de drum- en
tonereenheid terug.
4.
Druk de hendels (
1
) terug in de oorspronkelijke
stand.
3
Sluit de voorkant (
1
) door beide zijden omlaag te
drukken tot deze vastklikt. Trek de spanner naar
voren (
2
) en plaats het papier terug (
3
). Druk
vervolgens de spanner terug.
1
2
1
2
3
1
1
1
FL511BL_nl.book Page 47 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
7. Help
48
L
Waaier het papier en sla het recht, voordat u het
opnieuw plaatst.
7.5.2 Als het afdrukpapier niet goed in
het apparaat wordt gevoerd
Op de display wordt het volgende bericht weergegeven:
FAILED PICK UP
Verwijder het afdrukpapier. Trek de spanner naar voren
(
1
) en plaats het papier terug (
2
). Druk vervolgens de
spanner terug.
L
Waaier het papier en sla het recht, voordat u het
opnieuw plaatst.
7.6 Documentstoringen -
verzending
1
Til de voorkant op (
1
) aan de rand met het woord
OPEN (
2
).
2
Houd het midden van de voorkant vast (
1
) en trek
het binnendeksel open (
2
).
L
Raak de overdrachtsrol niet aan (
3
).
1
2
3
1
2
Let op:
De fixeereenheid (
3
) wordt heet. Raak
deze niet aan.
1
2
3
1
3
2
FL511BL_nl.book Page 48 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
7. Help
49
3
Verwijder het vastgelopen document voorzichtig
(
1
).
4
Druk het binnendeksel terug.
5
Sluit de voorkant (
1
) door beide zijden omlaag te
drukken tot deze vastklikt.
Opmerking:
L
Trek het vastgelopen document niet met geweld weg
voordat u de voorkant hebt geopend.
Reinigen
7.7 De binnenkant van het
apparaat reinigen
Als een van de volgende problemen optreedt, reinigt u de
binnenkant van het apparaat:
Als originelen vaak verkeerd worden ingevoerd.
Als er een zwarte lijn, witte lijn of vuil patroon op het
afdrukpapier, origineel of van of door anderen
ontvangen faxen komt.
Let op:
L
Ga voorzichtig om met de drumeenheid en
tonereenheid.
Zie de waarschuwing voor de drumeenheid op
page 44 voor meer informatie.
L
Gebruik geen papieren producten, zoals
papieren doekjes of zakdoekjes, voor het
schoonmaken van de binnenkant van het
apparaat.
1
Maak het telefoonsnoer en het stroomsnoer los.
2
Til de voorkant op (
1
) aan de rand met het woord
OPEN (
2
).
3
Reinig de documentscheidingsrol (
1
) met een doek
met isopropylalcohol en laat alle onderdelen goed
drogen.
1
1
Let op:
De fixeereenheid (
3
) wordt heet. Raak
deze niet aan.
1
2
3
1
FL511BL_nl.book Page 49 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
7. Help
50
4
Houd het midden van de voorkant vast (
1
) en trek
het binnendeksel open (
2
).
L
Raak de overdrachtsrol niet aan (
3
).
5
Reinig de documentinvoerrol (
1
) met een doek met
isopropylalcohol en laat alle onderdelen goed
drogen.
Reinig het bovenglas (
2
) met een zachte, droge
doek.
6
Druk het binnendeksel terug.
7
Verwijder de drumeenheid en tonercartridge (
1
)
aan de twee lippen.
8
Reinig het onderglas (
1
) met een zachte, droge
doek.
9
Houd de drum- en tonereenheid (
1
) vast aan de
uitsteeksels aan de uiteinden en plaats het geheel
terug in het apparaat.
10
Sluit de voorkant (
1
) door beide zijden omlaag te
drukken tot deze vastklikt.
11
Sluit het telefoonsnoer en het stroomsnoer opnieuw
aan.
1
3
2
2
1
1
1
1
1
FL511BL_nl.book Page 50 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
7. Help
51
Opmerking:
L
Raak de overdrachtsrol niet aan (
1
).
1
FL511BL_nl.book Page 51 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
8. Algemene informatie
52
8 Algemene inf ormati eAfgedr ukte rappor ten
8.1 Referentielijsten en
rapporten
U kunt de volgende lijsten en rapporten afdrukken als
referentie.
Lijst met basisfuncties:
Vermeldt de huidige instellingen van de basisfuncties en
de meer geavanceerde programmeerfuncties (page 34
t/m page 36).
Lijst met telefoonnummers:
Vermeldt de namen en nummers die opgeslagen zijn
voor snelkiezen en het telefoonboek.
Journaalrapport:
Houdt de ontvangen en verzonden faxen bij. Dit rapport
wordt automatisch afgedrukt na elke dertig
faxverbindingen (functie #22, page 35).
Lijst met gegevens voor geprogrammeerd
verzenden:
Vermeldt de namen en nummers die zijn opgeslagen
voor de functie voor groepsverzending (page 26).
Printertest:
Hiermee kunt u de afdrukkwaliteit van het faxapparaat
controleren. Als de testafdruk een vuil patroon heeft of
onduidelijke punten en lijnen vertoont, maakt u de
binnenkant van het apparaat schoon (page 49). Als de
afdrukkwaliteit slecht blijft, vervangt u de tonercartridge
en drumeenheid.
1
Druk op
{
MENU
}
tot
PRINT REPORT
wordt
weergegeven.
2
Druk op
{<}
of
{>}
tot het gewenste onderdeel
wordt weergegeven.
3
Druk op
{
SET
}
om het afdrukken te starten.
L
Als u het afdrukken wilt stoppen, drukt u op
{
STOP
}
.
4
Druk op
{
MENU
}
.
Specificaties
{SET}
{STOP}{MENU}
{<}{>}
FL511BL_nl.book Page 52 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
8. Algemene informatie
53
8.2 Technische gegevens van dit product
*1 De verzendsnelheid hangt af van de inhoud van de paginas, de resolutie, de kwaliteit van de telefoonlijn en de
mogelijkheden van het faxapparaat aan de andere kant van de lijn.
*2 De hier vermelde verzendsnelheid is gebaseerd op testblad nr. 1 van de ITU-T. Als het faxapparaat aan de andere kant
van de lijn minder mogelijkheden heeft dan uw apparaat, kan de verzending langer duren.
Type aansluiting:
Openbaar geschakeld telefoonnet (analoog)
Documentformaat:
Max. 216 mm breed en max. 600 mm lang
Effectieve scanbreedte:
208 mm
Effectieve afdrukbreedte:
A4: 202 mm
Verzendsnelheid
*1
:
Circa 8 seconden/pagina (ECM-MMR)
*2
Scanresolutie:
Horizontaal: 8 pixels/mm
Verticaal: 3,85 regels/mm bij standaardresolutie,
7,7 regels/mm bij resolutie fijn/foto,
15,4 regels/mm bij resolutie superfijn
Fotoresolutie:
64 grijswaarden
Type scanner:
Contact Image Sensor
Type printer:
Laserprinter
Gegevenscompressie:
Modified Huffman (MH), Modified READ (MR), Modified Modified READ (MMR)
Modemsnelheid:
14.400 / 12.000 / 9.600 / 7.200 / 4.800 / 2.400 bps (indien nodig wordt automatisch
overgegaan op een lagere snelheid)
Omgeving:
10
°
C 32,5
°
C, 20% 80% RH (relatieve luchtvochtigheid)
Afmetingen:
hoogte 220 mm
×
breedte 430 mm
×
diepte 360 mm, bij benadering
Gewicht:
Circa 9 kg
Stroomverbruik:
Stand-by: circa 4 W
Verzenden: circa 12 W
Ontvangen: circa 290 W
Kopiëren: circa 290 W
Maximum: circa 950 W (op het moment dat de fixeereenheid wordt ingeschakeld)
Voeding:
220240 V AC, 50 Hz
Faxgeheugencapaciteit:
Circa 120 paginas verzenden vanuit het geheugen
Circa 170 paginas ontvangen in het geheugen
(Op basis van testblad nr. 1 van het ITU-T bij de standaardresolutie.)
Laserdiodes:
Laservermogen: max. 5 mW
Golflengte: 760 nm 800 nm
Emissieduur: continu
Afdruksnelheid:
Circa 12 ppm (paginas per minuut)
Afdrukresolutie:
600
×
600 dpi
FL511BL_nl.book Page 53 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
8. Algemene informatie
54
Papierspecificaties
Opmerking over afdrukpapier:
L
De volgende typen papier kunt u beter niet gebruiken:
papier met een katoen en/of vezelgehalte van meer dan 20%, zoals zwaar briefpapier,
zeer glad of glanzend papier of papier met reliëf,
gecoat, beschadigd of gekreukeld papier,
papier met vreemde voorwerpen, zoals tabbladen of nietjes,
bevuild papier (met stof, olie en dergelijke),
papier dat smelt, verdampt, verkleurt, verschroeit of gevaarlijke dampen verspreidt bij temperaturen van circa 200
°
C, zoals velijnpapier. Dergelijke materialen kunnen zich vastzetten aan de smeltrol en schade veroorzaken,
vochtig papier,
papier voor inkjetprinters.
L
Sommige papiersoorten kunnen maar aan één zijde worden bedrukt. Probeer de andere zijde van het papier als de
afdrukkwaliteit te wensen overlaat of als het papier niet goed kan worden ingevoerd.
L
Voor een vlotte doorvoer van het papier en voor het beste afdrukresultaat raden wij papier aan met lange vezels.
L
Gebruik geen vellen papier van verschillende dikte door elkaar. Dit kan een papierstoring veroorzaken.
L
Vermijd dubbelzijdig afdrukken.
L
Gebruik geen door dit apparaat bedrukt papier voor het dubbelzijdig afdrukken met andere kopieerapparaten of
printers. Dit kan een papierstoring veroorzaken.
L
Open een pak papier pas op het moment dat u het papier gaat gebruiken. Zo voorkomt u dat het gaat krullen. Bewaar
het nog ongebruikte papier in de originele verpakking, op een koele en droge plaats.
Formaat afdrukpapier: A4: 210 mm
×
297 mm
Gewicht afdrukpapier: 60 g/m
2
tot 90 g/m
2
Testblad nr. 1 van ITU-T.
FL511BL_nl.book Page 54 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
8. Algemene informatie
55
Levensduur toner
De levensduur van de toner hangt af van de zwarting van de ontvangen, gekopieerde of afgedrukte documenten. Hierna
volgt de geraamde verhouding tussen de zwarting en de levensduur van de toner voor vervanging van de tonercartridge
(Modelnr. KX-FA83X). De levensduur van de toner hangt af van het gebruik.
Opmerking:
L
De zwarting varieert met de dikte en grootte van de tekens.
L
Als u de functie voor tonerbesparing inschakelt, bespaart u circa 40% op tonerverbruik.
Levensduur drumeenheid
De meegeleverde drumeenheid of Modelnr. KX-FA84X kan ongeveer 10.000 vel A4 afdrukken in taken van 20 vel en
ongeveer 5.000 vel A4 bij 1 vel per taak, onafhankelijk van de inhoud van het beeldgebied. De werkelijke levensduur van
de drum hangt van meerdere factoren af, zoals temperatuur, vochtigheid, papiertype enzovoorts.
Opmerking:
L
Wijzigingen voorbehouden.
L
De afbeeldingen en illustraties in deze publicatie kunnen ietwat afwijken van het eigenlijke product.
5% zwarting
Goed voor circa 2.500 vel A4-papier.
10% zwarting
Goed voor circa 1.200 vel A4-papier.
15% zwarting
Goed voor circa 800 vel A4-papier.
FL511BL_nl.book Page 55 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
9. Inhoudstafel
56
9. I nhoudstafel
9.1 Inhoudstafel
#
#01 Datum en tijd: 15
#02 Uw logo: 16
#03 Uw faxnummer: 18
#04 Verzendingsrapport: 25, 34
#06 Belinstelling fax: 35
#12 Code voor externe activering: 35
#17 Belsignaal: 15
#22 Activiteitenrapport: 25, 35
#23 Overzee (modus): 35
#25 Uitgestelde verzending: 35
#26 Bellerlijst: 35
#37 Automatisch verkleinen: 36
#39 Displaycontrast: 36
#41 Faxactivatiecode: 36
#44 Waarschuwing ontvangst in geheugen: 36
#46 Vriendelijke ontvangst: 36
#48 Taal: 36
#68 ECM-selectie: 36
#76 Verbindingstoon: 36
#79 Tonerbesparing: 36
#80 Reset geavanceerde functies: 36
A
Aantal belsignalen
FAX ONLY (functie #06): 35
Accessoires
Papierhouder: 11
Papieropvanglade: 11
Activiteitenrapport (functie #22): 25, 35
Afdrukpapier: 12
Antwoordapparaat: 30
Automatisch verkleinen (functie #37): 36
B
Basisfuncties: 34
Bellerlijst (functie #26): 21, 35
Belsignaal (functie #17): 15, 35
Bezig met opnieuw kiezen: 24, 26
Blokkering van ongewenste faxen: 30
C
Code voor externe activering (functie #12): 35
Communicatieberichten: 39
D
Datum en tijd (functie #01): 15
Directe opdracht: 37
Display
Contrast (functie #39): 36
Foutmeldingen: 39
Documentformaat: 25
Drumeenheid: 9, 44
E
ECM-selectie (functie #68): 36
Extra telefoon: 29
F
Faxactiveringscode (functie #41): 36
Faxen ontvangen
Automatisch: 29
Handmatig: 29
Faxen verzenden
Dual access: 24
Geprogrammeerd: 27
Handmatig: 24
Snelkiezen: 25
Telefoonboek: 25
Vanuit geheugen: 24
Faxnummer (functie #03): 18, 34
Formaat afdrukpapier: 54
Foutmeldingen: 39
G
Geavanceerde functies: 35
Groepsverzending (Broadcast): 26
H
Help: 14
K
Kopie: 32
Sorteren: 32
Vergroten: 32
Verkleinen: 32
L
Levensduur toner: 55
Levensduur trommel: 55
Logo (functie #02): 16, 34
O
Ontvangstalarm (functie #44): 36
Opslaan
Geprogrammeerd verzenden: 26
Snelkiezen: 19
Telefoonboek: 19
Overzee (modus) (functie #23): 35
P
Polling: 30
Programmeren: 34
R
Rapporten
Activiteitenrapport: 25, 52
Geprogrammeerd verzenden: 27
Installatie: 52
Printertest: 52
Stroomonderbreking: 42
Telefoonnummer: 52
Verzending: 25, 34
Verzending programmeren: 52
Weergave oproeper: 22, 35
Reinigen: 49
Reset (functie #80): 36
Resolutie: 24, 32
S
Scannen: 24
Snelkiezen
Bellen: 20
FL511BL_nl.book Page 56 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
9. Inhoudstafel
57
Faxberichten verzenden: 25
Opslaan: 19
Standaardinstelling (functie #80): 36
Storingen
Afdrukpapier: 46
Document: 48
Stroomonderbreking: 42
T
Taalselectie (functie #48): 36
Tekentabel: 16
Telefoonboek
Bellen: 20
Faxberichten verzenden: 25
Opslaan: 19
Tekens selecteren: 17
Toner besparen (functie #79): 10, 36
Tonercartridge
Plaatsen: 9
Vervangen: 44
U
Uitgestelde verzending (functie #25): 35
V
Verbindingen: 14
Verbindingstoon (functie #76): 36
Verzendrapport (functie #04): 25, 34
Volume: 15
Vriendelijke ontvangst (functie #46): 36
W
Waarschuwing
Ontvangst in geheugen (functie #44): 36
Weergave oproeper
Opslaan: 23
Terugbellen: 21
FL511BL_nl.book Page 57 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
58
FL511BL_nl.book Page 58 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
59
FL511BL_nl.book Page 59 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
PFQX1926ZA
CM0703MN0
Panasonic Communications Co., Ltd.
1-62, 4-chome, Minoshima, Hakata-ku, Fukuoka 812-8531, Japan
0682
2/2
FL511BL_nl.book Page 60 Monday, August 4, 2003 2:38 PM
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62

Panasonic KX-FL511BL de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor