Garmin GNX 21 Installatie gids

Type
Installatie gids
GNX
20/21 installatie-instructies
Installeer dit scheepsinstrument volgens deze instructies voor
optimale prestaties. Neem contact op met Garmin
®
-
ondersteuning. als u problemen ondervindt tijdens de installatie
of raadpleeg een professionele installateur.
Dit instrument communiceert met NMEA 2000
®
sensors en
toestellen en als de juiste sensors zijn aangesloten, toont het
informatie zoals snelheid, koers en waterdiepte. Het instrument
kan ook communiceren met een NMEA
®
0183 toestel via een
optionele gegevenskabel.
Belangrijke veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
VOORZICHTIG
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren om mogelijk
persoonlijk letsel te voorkomen.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt om schade aan het
vaartuig te voorkomen.
Aandachtspunten bij de montage
LET OP
Dit toestel dient te worden gemonteerd op een locatie die niet
wordt blootgesteld aan extreme temperaturen of
omstandigheden. Het temperatuurbereik voor dit toestel wordt
vermeld in de productspecificaties. Langdurige blootstelling aan
temperaturen boven het opgegeven temperatuurbereik, in
opslag- of gebruiksomstandigheden, kan tot storingen in het
toestel leiden. Schade door extreme temperaturen en
gerelateerde gevolgen vallen niet onder de garantie.
Het montageoppervlak moet vlak zijn, zodat het toestel niet
wordt beschadigd wanneer het is gemonteerd.
Neem deze aandachtspunten in acht bij het kiezen van een
montagelocatie.
De montagelocatie moet zich op of onder ooghoogte
bevinden voor optimaal zicht tijdens het besturen van het
vaartuig.
De kijkhoek van de montagelocatie moet kleiner dan 45° zijn
voor het GNX 20 scheepsinstrument met standaard lcd-
scherm, en kleiner dan 50° voor het GNX 21
scheepsinstrument met negatief lcd-scherm. Er worden
negatieve schermkleuren weergegeven als de kijkhoek groter
is dan 30° in de linkerrichting op de GNX 20 en als de
kijkhoek groter is dan 60° de rechterrichting op de GNX 21.
Het montageoppervlak moet sterk genoeg zijn om het
gewicht van het toestel te dragen en het te beschermen
tegen overmatige trillingen of schokken.
Teneinde interferentie met een magnetisch kompas te
voorkomen, mag het toestel niet dichter bij een kompas
worden geïnstalleerd dan op de kompasveilige afstand die is
vermeld in de productspecificaties.
Het gebied achter de montageplaats moet voldoende ruimte
bieden voor plaatsing en aansluiting van de kabels.
Het toestel bevestigen
LET OP
Als u het toestel op glasvezel monteert, gebruik bij het boren
van de gaten een kleine verzinkboor om alleen in de bovenste
gellaag een kleine verdieping aan te brengen. U voorkomt
hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de
schroeven worden aangedraaid.
De meegeleverde sjabloon en het meegeleverde
bevestigingsmateriaal kunnen worden gebruikt om het toestel
verzonken te monteren op uw dashboard.
1
Knip de sjabloon voor verzonken montage op maat en
controleer of deze past op de plaats waar u het
scheepsinstrument wilt bevestigen.
De sjabloon voor verzonken montage wordt meegeleverd in
de verpakking.
2
Verwijder de strip van de zelfklevende achterzijde van de
sjabloon en breng de sjabloon aan op de plek waar u het
scheepsinstrument wilt monteren.
3
Als u het gat met een slijptol wilt maken in plaats van met
een gatenzaag van 90 mm (3,5 in.), moet u een boor van 10
mm (
3
/
8
in.) gebruiken voor het voorboorgat, als beginpunt
voor het uitzagen van het montageoppervlak.
4
Gebruik de gatenzaag van 90 mm (3,5 in.) of de slijptol om
de opening uit te zagen langs de binnenkant van de
streepjeslijn die op de sjabloon is aangegeven.
5
Gebruik indien nodig een vijl en schuurpapier om de opening
heel precies op maat te krijgen.
6
Plaats het scheepsinstrument in de opening en controleer of
de montagegaten op de sjabloon goed zijn afgetekend.
7
Als de montagegaten niet correct zijn, markeer dan de juiste
locaties voor de montagegaten.
8
Verwijder het scheepsinstrument uit de opening.
9
Boor de voorboorgaten van 2,8 mm (
7
/
64
in.).
Gebruik, zoals aanbevolen in de opmerking, een verzinkboor
als u het scheepsinstrument op glasvezel monteert.
10
Verwijder de rest van de sjabloon.
11
Plaats de meegeleverde pakking aan de achterkant van het
toestel en breng rond de pakking watervaste kit aan. Dit
voorkomt waterschade achter het dashboard.
12
Als u geen toegang hebt tot de achterzijde van het toestel
nadat u dit hebt gemonteerd, verbindt u alle benodigde
kabels met het toestel voordat u dit in de opening plaatst.
OPMERKING: Bedek ongebruikte aansluitingen met de
bevestigde weerkapjes om te voorkomen dat de metalen
contactpunten roesten.
13
Plaats het scheepsinstrument in de opening.
14
Draai het scheepsinstrument goed vast op de montageplaats
met de meegeleverde schroeven.
Gebruik, zoals aanbevolen in de opmerking, een verzinkboor
als u het scheepsinstrument op glasvezel monteert.
15
Klik de rand op zijn plaats.
GUID-E313CF8B-397D-48AF-8839-977C29E188D5 v5December 2020
Aandachtspunten bij de aansluiting
Het scheepsinstrument kan op voedings- en gegevensbronnen
worden aangesloten via een NMEA 2000 netwerk.
Hoewel het instrument NMEA 0183 gegevens niet rechtstreeks
kan ontvangen, kan het NMEA 0183 gegevens uit bronnen die
op een GNX 20 of GNX 21 toestel (afzonderlijk verkrijgbaar) in
hetzelfde NMEA 2000 netwerk zijn aangesloten, wel weergeven.
Het instrument kan ook gegevens van Nexus
®
instrumenten en
sensors ontvangen via een GND
10 toestel (afzonderlijk
verkrijgbaar).
Aandachtspunten bij de NMEA 2000 verbinding
LET OP
Als u verbinding maakt met een bestaand NMEA 2000 netwerk,
moet u de NMEA 2000 voedingskabel identificeren. Er is slechts
één NMEA 2000 voedingskabel benodigd voor het NMEA 2000
netwerk om goed te werken.
Er moet een NMEA 2000 Power Isolator (010-11580-00) worden
gebruikt in installaties waar de bestaande NMEA 2000
netwerkfabrikant onbekend is.
Als u een NMEA 2000 voedingskabel installeert, moet u deze
verbinden met de contactschakelaar van de boot of via een
andere onderbrekingsschakelaar. NMEA 2000 toestellen zullen
uw accu leegtrekken indien de NMEA 2000 voedingskabel
rechtstreeks is aangesloten op de accu.
Het scheepsinstrument wordt verbonden met een NMEA 2000
netwerk op uw boot. Het NMEA 2000 netwerk voorziet het
scheepsinstrument van stroom en gegevens van NMEA 2000
toestellen, zoals een windsensor. Met de meegeleverde NMEA
2000 kabels en connectors kunt u het toestel verbinden met uw
bestaande NMEA 2000 netwerk of zo nodig een NMEA 2000
basisnetwerk opzetten.
Als u niet vertrouwd bent met NMEA 2000, lees dan het
hoofdstuk “NMEA 2000 Network Fundamentals” in de Technical
Reference for NMEA 2000Products. Ga naar garmin.com
/manuals/nmea_2000 om de gebruikershandleiding te
downloaden.
Windtransducer
GND 10 black-box bridge
Scheepsinstrument
Startschakelaar of onderbrekingsschakelaar
NMEA 2000 voedingskabel
NMEA 2000 netwerkkabel
Voedingsbron
NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel
NMEA 2000 T-connector
NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel
NMEA 0183 verbinding - overwegingen
Het scheepsinstrument kan NMEA 0183 gegevens
ontvangen van een toestel via een NMEA gegevenskabel
(niet inbegrepen), maar het kan geen gegevens verzenden
van het NMEA 0183 toestel naar het NMEA 2000 netwerk.
Als u een ouder Garmin scheepsinstrument vervangt dat van
een NMEA gegevenskabel gebruikmaakt, is het niet nodig
om een nieuwe gegevenskabel aan te schaffen, maar moet
de borgring met kwartslagsluiting mogelijk worden vervangen
door een borgring met schroefdraad. Bezoek uw plaatselijke
Garmin dealer of ga naar www.garmin.com voor meer
informatie.
Raadpleeg de installatie-instructies die bij uw NMEA 0183-
compatibele toestel zijn geleverd voor informatie over het
herkennen van de zendende draden Tx/A (Out +) en Tx/B
(Out -).
Als u NMEA 0183-toestellen aansluit met twee zendende
draden, is het niet nodig om de NMEA 2000-bus en het
NMEA 0183-toestel op een gemeenschappelijke aarding aan
te sluiten.
Als u een NMEA 0183-toestel met slechts één zendende
draad Tx (Out) aansluit, moeten de NMEA 2000-bus en het
NMEA 0183-toestel op een gemeenschappelijke aarding
worden aangesloten.
Gebruik ten minste draad van 0,33 mm
2
(22 AWG) bij
langere verbindingen.
U moet alle verbindingen solderen en afdichten met
krimpkousen.
Draadkleur Draadfunctie
Rood De rode draad is alleen aanwezig op bepaalde versies
van de gegevenskabel en deze hoeft niet te worden
aangesloten.
Zwart Accessoire (-). Deze draad wordt alleen gebruikt als u een
scheepsinstrument aansluit op een Garmin HVS GPS-
antenne.
2 GNX 20/21 installatie-instructies
Draadkleur Draadfunctie
Geel Accessoire (+). Deze draad wordt alleen gebruikt als u
een scheepsinstrument aansluit op een Garmin HVS
GPS-antenne.
Blauw Tx/A (Out +). Deze draad wordt alleen gebruikt als u een
scheepsinstrument aansluit op een Garmin HVS GPS-
antenne.
Wit Tx/B (Out -). Deze draad wordt alleen gebruikt als u een
scheepsinstrument aansluit op een Garmin HVS GPS-
antenne.
Bruin Rx/A (In +)
Groen Rx/B (In -)
NMEA 0183 aansluitschema's
Dit schema is een voorbeeld van een aansluiting op een
standaard NMEA 0183 toestel met twee Tx-draden.
Onderdeel Beschrijving
Scheepsinstrument met een NMEA gegevenskabel (niet
inbegrepen)
Voedingsbron
NMEA 0183 compatibel toestel
Onderdeel Functie van
Garmin draad
Kleur van
Garmin
draad
NMEA Functie van
draad 0183 toestel
N.v.t. N.v.t. Aan/uit
N.v.t. N.v.t. Aarding gegevens
Rx/A (In +) Bruin Tx/A (Out +)
Rx/B (In -) Groen Tx/B (Out -)
Dit schema is een voorbeeld van een aansluiting op een
standaardNMEA 0183 toestel met één Tx-draad.
Onderdeel Beschrijving
Scheepsinstrument met een NMEA gegevenskabel (niet
inbegrepen)
NMEA 2000 netwerk (moet op dezelfde aarding zijn
aangesloten als de NMEA gegevenskabel)
Voedingsbron
NMEA 0183 compatibel toestel
Onderdeel Functie van
Garmin draad
Kleur van
Garmin draad
NMEA Functie van
draad 0183 toestel
N.v.t. N.v.t. Aan/uit
N.v.t. N.v.t. Aarding stroom
Rx/B (In -) Groen Aarding gegevens
Rx/A (In +) Bruin Tx
Dit schema is een voorbeeld van een aansluiting op een Garmin
HVS GPS-antenne.
Onderdeel Beschrijving
Scheepsinstrument met een NMEA gegevenskabel (niet
inbegrepen)
Voedingsbron
Garmin HVS GPS antenne
Onderdeel Kleur draad van scheepsin-
strument
Kleur draad van antenne
N.v.t. Rood
Zwart Zwart
Geel Oranje
Blauw Wit
Wit Wit/oranje
Bruin Grijs
Groen Wit/rood
Specificaties
Specificatie Afmetingen
Afmetingen zonder
zonneklep (H×B×D)
110 x 115 x 30 mm (4,33 x 4,53 x
1,18 in.)
Afmetingen met zonneklep
(H×B×D)
115 x 120 x 35,5 mm (4,53 x 4,72 x
1,40 in.)
Gewicht zonder zonneklep 247 g (8,71 oz.)
Gewicht met zonneklep 283 g (9,98 oz.)
Temperatuurbereik Van -15° tot 70°C (van 5° tot 158°F)
Kompasveilige afstand 209 mm (8,25 in.)
Materiaal Behuizing: Volledig afgedicht polycarbo-
naat, waterbestendig conform IEC-
standaard 60529 IPX7
Lens: Glas met antireflecterende
afwerking
Helderheid 1200 cd/m
2
(NIT)
Stroomverbruik 3 W max
Max. voedingsspanning 32 V gelijkstroom
NMEA 2000 ingangsspan-
ning
9 tot 16 V gelijkstroom
NMEA 2000 Load Equiva-
lency Number (LEN)
7 (350 mA bij 9 V gelijkstroom)
NMEA 2000 PGN informatie
Zenden en ontvangen
PGN Beschrijving
059392 ISO bevestiging
059904 ISO-aanvraag
060928 ISO adresreservering
61184 Productinformatie
126208 NMEA: Opdracht, aanvraag en bevestiging groepfunctie
126996 Productinformatie
Zenden
PGN Beschrijving
126464 PGN-lijst verzenden (groepfunctie)
GNX 20/21 installatie-instructies 3
Ontvangen
PGN Beschrijving
126992 Systeemtijd
127245 Roer
127250 Voorliggende koers van vaartuig
127488 Motorparameters: Snelle update
127489 Motorparameters: Dynamisch
127508 Batterijstatus
128259 Snelheid: Door het water
128267 Waterdiepte
129025 Positie: Snelle update
129026 COG en SOG: Snelle update
129029 GNSS positiegegevens
129283 Koersfout
129284 Navigatiegegevens
129285 Navigatieroute en waypointinformatie
129539 GNSS-DOP
130306 Windgegevens
130310 Omgevingsparameters
130311 Omgevingsparameters
130312 Temperatuur
130313 Vochtigheid
130314 Actuele druk
NMEA 0183 informatie
Als het instrument op een optioneel compatibel NMEA 0183
toestel is aangesloten, kan het deze NMEA 0183 telegrammen
ontvangen.
Telegram Beschrijving
DBT Diepte onder transducer
DTM Datum die wordt gebruikt
DPT Diepte
GGA GPS-positiebepalingsgegevens
GLL Geografische positie (breedtegraad en lengtegraad)
GRMB GPS-gegevens
GRME Foutieve GPS-positiegegevens
GSA GNSS-DOP en actieve satellieten
GSV GNSS satellieten in weergavemodus
HDG Koers, afwijking en variatie
HDM Koers, magnetisch
HDT Koers, ware
MDA Meteorologische composiet
MTW Watertemperatuur
MWD Windrichting en -snelheid
MWV Windsnelheid en -hoek
RMC Aanbevolen minimum specifieke GNSS-gegevens
THS Koerssensorgegevens
VHW Watersnelheid en koers
U kunt de volledige informatie over NMEA indeling (National
Marine Electronics Association) en telegrammen aanschaffen op
www.nmea.org.
© 2014 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Garmin
®
, het Garmin logo en Nexus
®
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. GNX
en GND
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze
handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van
Garmin.
NMEA
®
, NMEA 2000
®
, en het NMEA 2000 logo zijn geregistreerde handelsmerken van
National Maritime Electronics Association.
© 2014 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
support.garmin.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4

Garmin GNX 21 Installatie gids

Type
Installatie gids