Samsung AM050NXMDER/EU Handleiding

Type
Handleiding
2_ kenmerken
kenmerken van uw nieuwe
airconditioner
Koele zomeraanbieding
Tijdens die hete, broeiende zomerdagen en lange, rusteloze nachten is er geen betere plek
om te ontsnappen aan de hitte dan in uw eigen koele huis. Uw nieuwe airconditioner maakt
een einde aan uitputtende hete zomerdagen en laat u uitrusten. Ontsnap deze zomer aan de
hitte met uw eigen airconditioner.
Kosteneffectief Systeem
Uw nieuwe airconditioner levert niet alleen maximale koeling in de zomer maar is tevens een
effectieve verwarmingsmethode voor in de winter dankzij het geavanceerde “warmtepomp”
systeem. Deze technologie is tot 300% efficiënter dan elektrische verwarming waardoor u
de verbruikskosten nog verder kunt verlagen. Nu kunt u één airconditioner het hele jaar door
gebruiken.
Een Stijl die Overal past
Het elegante en harmonieuze ontwerp geeft prioriteit aan de esthetica van uw ruimte en
past goed in bij elk interieur. Met zijn zachte kleur en afgeronde hoeken voegt deze nieuwe
airconditioner stijl toe aan elke kamer. Geniet van wat uw airconditioner u zowel qua functie
als qua esthetica te bieden heeft.
Compact en eenvoudig te gebruiken Cassette type
Het cassette type airconditioner dat ontworpen is om geïnstalleerd te worden in de meeste
plafonds is ideaal voor zakelijke en commerciële accommodaties. Verse koude/warme
lucht kan geleverd worden via 1, 2 of 4 instelbare zijden van de unit. Alle functies van de
airconditioner kunnen eenvoudig met de afstandbediening bediend worden.
veiligheidsinformatie _03
NEDERLANDS
veiligheidsinformatie
Haal de stekker eruit vóórdat de unit onderhouden,
schoongemaakt en geïnstalleerd wordt.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees vóór het gebruik van uw nieuwe airconditioner deze
handleiding zorgvuldig door om ervoor te zorgen dat u weet
hoe u de uitgebreide functies van uw nieuwe apparaat veilig
en efficiënt kunt gebruiken.
Aangezien de volgende bedieningsinstructies voor
verschillende modellen gelden, kan het zijn dat de
karakteristieken van uw airconditioner wat verschillen van
degene die beschreven staan in deze handleiding. Neem
als u vragen hebt contact op met uw dichtstbijzijnde
contactcentrum of ga voor meer informatie naar www.
samsung.com.
Wat de iconen en tekens in deze
gebruikershandleiding betekenen:
WAARSCHUWING
Risico op dood of ernstige persoonlijke
verwondingen.
LET OP
Potentieel risico op persoonlijke
verwondingen of materiele schade.
LET OP
Volg de volgende basis
veiligheidsinstructies op om het risico
op vuur, explosie, elektrische schok
of persoonlijke verwondingen tijdens
het gebruik van uw airconditioner te
verminderen:
04_ veiligheidsinformatie
veiligheidsinformatie
Probeer dit NIET.
NIET demonteren.
NIET aanraken.
Volg de voorschriften zorgvuldig op.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Zorg ervoor dat het apparaat geaard is om
elektrische schok te voorkomen.
Neem voor hulp contact op met het
contactcentrum.
Aanbevolen instructies of nuttige
gebruiksinformatie.
Deze waarschuwingstekens zijn er om
verwondingen aan u en anderen te voorkomen.
Volg deze s.v.p. zorgvuldig op.
Bewaar deze instructies na het lezen op een
veilige plaats voor toekomstig referentie.
WAARSCHUWING
ERNSTIGE WAARSCHUWINGSSIGNALEN
Plaats om brand, explosies en verwondingen te
voorkomen, de airconditioner niet in de buurt
van gevaarlijke substanties of apparatuur die
vlammen kan afgeven.
Eventueel risico op brand of explosie.
Blokkeer de airconditioner niet en plaats geen
voorwerpen voor de airconditioner. Ga niet op
de airconditioner staan, ga er niet aan hangen
en plaats er geen zware voorwerpen op.
Eventueel risico op persoonlijke verwondingen.
veiligheidsinformatie _05
NEDERLANDS
Installeer de buitenunit niet op een onstabiele
plaats of verhoogd oppervlakte waar de unit af
kan vallen.
Als de buitenunit valt, kan dit leiden tot
persoonlijke verwondingen of verlies van
eigendom.
Veranderingen of aanpassingen die uitgevoerd
zijn terwijl deze niet in de installatiehandleiding
staan, kunnen leiden tot slecht functioneren
van of schade aan de unit. In dit geval zal
de gebruiker verantwoordelijk zijn voor de
reparatiekosten.
Als er gas of onzuiverheden, met uitzondering
van R-410A koelmiddel, in de koelmiddelpijp
komen, kunnen serieuze problemen optreden
die kunnen leiden tot verwondingen.
Spuit geen ontvlambare gassen zoals
insecticide in de buurt van de airconditioner.
Eventueel risico op elektrische schok, brand of
defecten aan de unit.
Steek geen voorwerpen zoals vingers of
takken in de ontluchtingsopeningen van de
airconditioner.
Houd kinderen buiten bereik van de airconditioner.
Eventueel risico op persoonlijke verwondingen.
Haal de stekker nooit van het snoer af om deze
aan een ander elektriciteitssnoer vast te maken.
Probeer het elektriciteitssnoer nooit te
verlengen.
Eventueel risico op brand of elektrische schok.
06_ veiligheidsinformatie
veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
ERNSTIGE WAARSCHUWINGSSIGNALEN
Trek niet aan het elektriciteitssnoer en raak de
stekker niet aan met natte handen.
Eventueel risico op brand of elektrische schok.
Gebruik nooit een beschadigde stekker,
elektriciteitssnoer of losgemaakte
stroomontvanger.
Eventueel risico op brand of elektrische schok.
Het elektrische werk moet uitgevoerd worden
door een bekwame onderhoudstechnicus in
naleving van de nationale wetgeving omtrent
goedgekeurde kabels.
Als de capaciteit van de stroomkabel niet
genoeg is of als het elektriciteitswerk niet goed is
uitgevoerd, bestaat er risico op elektrische schok
of brand.
U moet de stroomkabel in de kabelschoen
steken en deze vastmaken met een klem.
Sluit de airconditioner niet aan op een
verwarmingsapparaat en probeer de unit niet
zelf te demonteren, modificeren of repareren.
Eventueel risico op slecht functioneren, elektrische
schok of brand. Neem contact op met het
contactcentrum als reparaties nodig zijn.
Neem contact op met de plaats van aankoop of
met een contactcentrum om de airconditioner te
demonteren of opnieuw te installeren.
Eventueel risico op defecten aan de unit,
waterlekkage, elektrische schok of brand.
veiligheidsinformatie _07
NEDERLANDS
Neem contact op met de plaats van aankoop of
met een contactcentrum om de airconditioner
te demonteren of installeren.
Bij onjuiste installatie bestaat er risico op defecten
aan de unit, waterlekkage, elektrische schok of
brand.
Neem als de unit geïnstalleerd wordt in een
speciaal gebied, zoals een fabriek of zout
kustgebied, contact op met de plaats van
aankoop of contactcentrum voor installatiedetails.
Zorg ervoor dat de steun bij installatie goed
vastzitten voor langdurig gebruik.
Als de airconditioner valt, kan dit persoonlijke
verwondingen of verlies van eigendom
veroorzaken.
Als de binnenunit nat wordt, zet de stroom
onmiddellijk uit en bel het dichtstbijzijnde
contactcentrum.
Eventueel risico op brand of elektrische schok.
Installeer een exclusieve stroomonderbreker en
kortsluitingschakelaar voor de airconditioner.
Eventueel risico op brand of elektrische schok.
Als de stroomkabel beschadigd is moet deze
vervangen worden door de producent of een
bekwame onderhoudstechnicus.
Zorg er altijd voor dat de stroomtoevoer
voldoet aan de huidige veiligheidsvoorschriften.
Installeer de airconditioner altijd volgens de
huidige, plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
08_ veiligheidsinformatie
veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
ERNSTIGE WAARSCHUWINGSSIGNALEN
Controleer dat het voltage en de frequentie van
de stroomtoevoer voldoen aan de specificaties
en dat de geïnstalleerde stroom voldoende is
om ervoor te zorgen dat het gebruik van een
ander huishoudelijk apparaat dat aangesloten is
op dezelfde elektriciteit geen probleem vormt.
De airconditioner moet geïnstalleerd worden in
overeenstemming met de nationale wetgeving
omtrent bedrading en veiligheidsvoorschriften,
waar deze van toepassing zijn.
Installeer de bijgeleverde kabels goed. Maak ze
goed vast zodat er geen externe kracht op het
blok uitgeoefend kan worden.
Als de aansluiting los zit, kan er warmte
gegenereerd worden wat kan leiden tot elektrische
schok of brand.
Gebruik alleen een goedgekeurde
stroomonderbreker.
Gebruik nooit stalen draden of koperen draden als
stroomonderbreker. Het kan leiden tot brand of
het niet goed functioneren van de unit.
Gebruik een exclusieve stroombron voor de
airconditioner.
Eventueel risico op brand of elektrische schok.
Zet het elektriciteitssnoer niet onder overmatige
spanning en plaats er geen zware voorwerpen op.
Buig het elektriciteitssnoer niet te veel.
Eventueel risico op brand of elektrische schok.
veiligheidsinformatie _09
NEDERLANDS
Controleer altijd of de elektrische aansluitingen
(kabelingang, secties, bescherming, etc.)
voldoen aan de elektrische specificaties en met
de instructies in het bedradingschema.
Controleer altijd dat alle aansluitingen voldoen
aan de voorschriften die van toepassing zijn op
de installatie van airconditioners.
Gebruik een contactdoos met een geaard
contact. De contactdoos moet exclusief
gebruikt worden voor de airconditioner.
Onjuiste elektrische aarding kan elektrische schok
of brand veroorzaken.
Zorg ervoor dat de unit geaard is. Sluit de
geaarde kabel niet aan op gas- of waterpijpen,
bliksemafleiders of telefoonlijnen.
Als de unit niet goed geaard is, kan dit leiden tot
elektrische schok.
Controleer altijd dat een goede aansluiting voor
aarding beschikbaar is.
Sluit de stroomtoevoer naar de airconditioner
af voordat deze gerepareerd of gedemonteerd
wordt.
LET OP
LET OP SIGNALEN
Sluit, wanneer u de unit installeert, eerst de
koelmiddelpijpen aan en daarna de elektrische
kabels.
Demonteer altijd eerst de elektrische kabels en
daarna de koelmiddelpijpen.
Controleer dat de airconditioner aangesloten
is op de stroomtoevoer zoals beschreven in de
instructies in het bedradingdiagram dat in de
handleiding staat.
10_ veiligheidsinformatie
veiligheidsinformatie
LET OP
LET OP SIGNALEN
De producent is niet verantwoordelijk voor
schade die voortkomt uit ongeautoriseerde
aanpassingen of onjuiste aansluiting van
elektrische of hydraulische kabels.
De garantie zal onmiddellijk vervallen als de
instructies niet opgevolgd worden of als er
niet voldaan wordt aan de vereisten in de
“Bedieningslimieten” tabel die in de handleiding
staan.
Zorg ervoor dat er geen water in de
airconditioner komt.
Eventueel risico op elektrische schok.
Zet de airconditioner uit met behulp van
de bijgeleverde afstandsbediening of
bedieningsaccessoire (indien bijgeleverd). Trek
de stekker er niet uit om de unit uit te zetten
(tenzij er onmiddellijk gevaar dreigt).
Zet het voorste luchtrooster niet open terwijl de
unit aanstaat.
Eventueel risico op elektrische schok of defecten
aan de unit.
Richt de koude luchtstroom niet direct op
mensen, dieren en planten.
Dit is schadelijk voor uw gezondheid, dieren en
planten.
Laat de airconditioner niet voor langere tijd
aanstaan in een kamer met de deur dicht of
veiligheidsinformatie _11
NEDERLANDS
waarin zich baby’s, oudere of gehandicapte
mensen bevinden.
Open de deur of ramen om de kamer ten minste
een keer per uur te ventileren om zuurstoftekort te
voorkomen.
Drink het water dat uit de airconditioner komt niet.
Eventueel gezondheidsrisico.
Stel de stoffilter niet bloot aan direct zonlicht
wanneer u deze droogt.
De stoffilter kan vervormd worden door direct zonlicht.
Laat kinderen niet op de airconditioner klimmen.
Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en
installeer de airconditioner met goedgekeurde
apparatuur.
Als u geen goedgekeurde accessores gebruikt,
kan het zijn dat de airconditioner van zijn plaats
valt, water lekt of elektrische schok of brand
veroorzaakt.
Gebruik de airconditioner niet als koeling
precisie-instrument voor eten, huisdieren,
planten, cosmetica of machines.
Sla niet hard op de airconditioner.
Eventueel risico op brand of defecten aan de unit.
Spuit geen water direct op de airconditioner en
gebruik geen benzeen, verdunningsmiddel of
alcohol om de oppervlakte van de unit schoon
te maken.
Eventueel risico op brand of elektrische schok.
Eventueel risico op schade aan de airconditioner.
Plaats geen voorwerpen, vooral geen containers
met vloeistoffen, op de unit.
12_ veiligheidsinformatie
veiligheidsinformatie
LET OP
LET OP SIGNALEN
Raak de pijp die aan de airconditioner zit niet
aan.
Dit apparaat moet volgens de bijgeleverde
installatiehandleiding geïnstalleerd worden.
Installeer de kortst mogelijke pijplengte.
Als de lengte van de pijp onnodig lang is, kan de
levensduur van de airconditioner verkort worden
en de unit inefficiënt functioneren.
Installeer de stroomkabel en communicatiekabel
van de binnenunit naar de buitenunit op ten
minste 1m van het elektrische apparaat.
Installeer de buitenunit door middel van de
ballast uit de buurt van bliksemafleiders.
Als u de draadloze afstandsbediening gebruikt
kunnen er door de ballast van de bliksemafleider
ontvangststoringen optreden.
Voor maximale veiligheid moeten installateurs
de volgende waarschuwingen altijd aandachtig
doorlezen.
Instaleer de airconditioner niet op de volgende
plaatsen:
Plaatsen waar mineraalolie of arseenzuur voorkomt.
Harsdelen kunnen branden en de accessoires
kunnen vallen of water lekken.
De capaciteit van de warmtewisselaar kan
verminderen of de airconditioner kan ophouden
met werken.
veiligheidsinformatie _13
NEDERLANDS
Plaatsen waarop bijtende gassen zoals
zwavelzuur gassen gegenereerd worden door de
ontluchtingspijp of opening van luchtafvoer.
De koperen pijp of verbindingspijp kunnen gaan
roesten en koelmiddel gaan lekken.
Plaatsen met machines die elektromagnetische
golven genereren. Het kan zijn dat de
airconditioner niet goed functioneert vanwege het
bedieningsysteem.
Plaatsen waar gevaar bestaat van bestaande
brandbare gassen, koolstofvezels of ontvlambare
stoffen.
Plaatsen waar verdunningsmiddel of benzine
gebruikt worden en kunnen lekken wat kan leiden
tot brand.
Als de airconditioner in een kleine ruimte
geïnstalleerd wordt, moeten maatregelen
getroffen worden om ervoor te zorgen dat
de concentratie koelmiddel in de kamer de
veiligheidslimiet niet overschrijdt in het geval
van een koelmiddel lekkage.
Vraag een dealer naar de geschikte maatregelen
om ervoor te zorgen dat de toegestane
concentratie niet overschreden wordt.
Als het koelmiddel lekt en de concentratielimiet
overschreden wordt, bestaat er risico op
zuurstofgebrek in de kamer.
Installeer de airconditioner uit de buurt
van directe blootstelling aan zonlicht,
verwarmingsapparatuur en vochtige plaatsen.
Hang gordijnen voor ramen om het koelingeffect
te verhogen en risico op elektrische schok te
vermijden.
14_ veiligheidsinformatie
veiligheidsinformatie
LET OP
LET OP SIGNALEN
De airconditioner bestaat uit bewegende
onderdelen. Houd kinderen uit de buurt van de
unit om fysieke verwondingen te voorkomen.
Controleer bij levering op schade. Installeer de
airconditioner niet als deze beschadigd is en bel
onmiddellijk de plaats van aankoop.
Plaats de stoffilter voordat u de airconditioner
aanzet.
Als er geen luchtfilter in de airconditioner zit,
kan opeengehoopte stof de levensduur van de
airconditioner verkorten en elektrische verspilling
veroorzaken.
Houd de binnentemperatuur stabiel en niet
te koud, vooral als er kinderen, oudere of
gehandicapte mensen binnen zijn.
Maak de stoffilter elke 2 weken schoon. Maak
de filter vaker schoon als de airconditioner
gebruikt wordt in stoffige gebieden.
Het verpakkingsmateriaal en gebruikte batterijen
van de afstandsbediening (optioneel) moeten
volgens nationale standaarden verwijderd
worden.
Het koelmiddel dat in de airconditioner gebruikt
wordt, moet behandeld worden als chemisch
afval.
Verwijder het koelmiddel volgens nationale
standaarden.
Laat een bekwame onderhoudstechnicus de
airconditioner installeren en uitproberen.
veiligheidsinformatie _15
NEDERLANDS
Maak de afvoerpijp naar de airconditioning
stevig vast voor correcte waterafvoer.
Installeer de buitenunit waar het geluid en de
vibratie uw buren niet zullen storen en waar het
goed geventileerd is zonder obstakels.
Eventueel risico op slecht functioneren.
Het geluid van de airconditioner kan uw buren
verstoren.
Zorg ervoor dat kinderen niet bij de
airconditioner kunnen en dat ze er niet mee
spelen.
Wanneer u de draadloze afstandbediening
gebruikt moet de afstand naar de airconditioner
niet meer dan 7m bedragen.
Haal de batterijen als de afstandsbediening
langere tijd niet gebruikt wordt eruit om te
voorkomen dat deze gaan lekken.
Wees bij het schoonmaken van de buitenunit
zeer voorzichtig met de radiatorbladen.
Het dragen van dikke handschoenen beschermt
uw handen.
Zorg ervoor dat het gecondenseerde water dat
uit de afvoerslang drupt goed en veilig weg kan
lopen.
Bewaar de bediening- en installatiehandleiding
op een veilige plaats en geef deze aan de
nieuwe eigenaar als de airconditioner verkocht
of overgedragen wordt.
Al de materialen die gebruikt zijn voor
de productie en de verpakking van de
airconditioner zijn recyclebaar.
16_ veiligheidsinformatie
veiligheidsinformatie
LET OP
LET OP SIGNALEN
Voer na het installeren altijd een bedieningstest
uit en geef de instructies betreffende de
bediening van de airconditioner aan de
gebruiker.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
jonge kinderen of onstabiele personen zonder
toezicht: Jonge kinderen moeten onder toezicht
staan om ervoor te zorgen dat ze niet spelen
met het apparaat.
Maak de airconditioner schoon nadat de
binnenste ventilator stopt.
Eventueel risico op verwondingen of elektrische
schok.
Laat een bekwame onderhoudstechnicus
de airconditioner, elektrische verbindingen,
pijpen en de buitenkant van de airconditioner
regelmatig controleren.
Zet geen deuren en ramen open in de kamer die
gekoeld wordt tenzij dit nodig is.
Blokkeer de ontluchtingsopeningen van de
airconditioner niet. Wanneer objecten de
luchtstroom blokkeren kan het zijn dat de unit
niet of slecht functioneert.
veiligheidsinformatie _17
NEDERLANDS
Zorg ervoor dat er zich geen obstakels bevinden
onder de binnenunit.
Eventueel risico op brand of eigendomsverlies.
Zorg ervoor dat er geen obstakels of andere
voorwerpen de airconditioner blokkeren.
Zorg voor voldoende ruimte voor luchtcirculatie.
Onvoldoende ventilatie kan leiden tot slecht
functioneren.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik
door personen (waaronder kinderen)
met een verminderd fysiek, zintuiglijk of
mentaal vermogen, of gebrek aan ervaring
en kennis, tenzij zij onder toezicht staan of
gebruiksinstructies krijgen van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Jonge
kinderen mogen het apparaat uitsluitend onder
toezicht gebruiken om te voorkomen dat ze
ermee gaan spelen.
Voor gebruik in Europa : Dit apparaat kan
worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en personen met een verminderd
fysiek, zintuiglijk of metaal vermogen of met
onvoldoende ervaring en kennis, mits zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen
met betrekking tot het veilig gebruiken van
het apparaat en zij begrijpen wat de eventuele
risico’s zijn. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mag
niet zonder toezicht door kinderen worden
uitgevoerd.
18_ veiligheidsinformatie
veiligheidsinformatie
LET OP
LET OP SIGNALEN
Zorg ervoor dat het voltage en de frequentie van
het elektrische systeem compatibel zijn met de
airconditioner.
Als er een stroomonderbreking is terwijl de
airconditioner aanstaat, zet de stroombron dan
onmiddellijk uit.
Maximale stroom wordt gemeten op basis van
de IEC standaard voor veiligheid en de stroom
wordt gemeten op basis van de ISO standaard
voor energie-efficiënte.
De unit moet indien nodig aangesloten
worden op een onafhankelijk circuit of de
elektriciteitskabel moet aangesloten worden
op de hulpschakelaar. Een verbreking van alle
polen van de stroomtoevoer moet verwerkt
worden in de vaste bedrading met een
contactopening van >3mm.
Maak na het aansluiten van de stroomkabel
tussen de binnen- en buitenunit de cover van
de onderdelenbox goed vast en controleer dat
deze niet los zit.
veiligheidsinformatie _19
NEDERLANDS
Stroomkabels van onderdelen van apparaten
voor buitengebruik mogen niet lichter zijn dan
flexibel snoer met een polychloropreen mantel.
(IEC-code IEC:60245 IEC 57/CENELEC:H05RN-F
or IEC:60245 IEC 66 / CENELEC: H07RN-F)
De ongebalanceerde stroom moet binnen 10%
van de geleverde rating gehouden worden bij de
binnenunits.
Als de stroom zeer ongebalanceerd is, kan dit
de levensduur van de condensor verkorten.
Als de ongebalanceerde stroom de 10% van
de toevoerrating overschrijdt dan wordt de
binnenunit beschermd, uitgezet en wordt de
foutmodus aangegeven.
Om het product tegen water en mogelijke
schok te beschermen moet u de stroomkabel
en de verbindingskabel tussen de binnen- en
buitenunit in een beschermingskabel stoppen.
Sluit de stroomkabel aan op de hulp
stroomonderbreker.
U moet de kabel door een beschermingskabel
voeren.
Houd een afstand van 50mm of meer tussen de
stroomkabel en de communicatiekabel.
Maximale lengte van de stroomkabel is 10%
van de stroom verlaging.
Als dit overschreden wordt, moet u een andere
stroomtoevoer gebruiken.
20_ veiligheidsinformatie
veiligheidsinformatie
LET OP
LET OP SIGNALEN
De stroomonderbreker (MCCB, ELB) kunnen
wanneer er veel binnenunits aangesloten zijn op
een onderbreker beschouwd worden voor meer
capaciteit.
Gebruik een ongesoldeerd ringanker om de
stroomkabel aan te sluiten aan het contactblok.
Gebruik een geschikte schroevendraaier voor
het vastmaken van de schroeven op het blok.
De schroeven kunnen kapot gaan als deze te
hard vastgemaakt worden.
De airconditioner mag alleen gebruikt worden
voor de toepassingen waarvoor deze ontworpen
is: de binnenunit is niet geschikt voor installatie
in gebieden die gebruikt worden voor was.
veiligheidsinformatie _21
NEDERLANDS
Onze units moeten geïnstalleerd worden in het
soort gebieden dat aangegeven staat in de
installatiehandleiding zodat de units vanaf beide
zijden toegankelijk zijn en routine onderhoud
en reparaties uitgevoerd kunnen worden. De
onderdelen van de units moeten toegankelijk
zijn en gedemonteerd kunnen worden in
omstandigheden die veilig zijn voor zowel
personen als dingen. Daarom zullen de kosten,
als de unit niet volgens de installatiehandleiding
geïnstalleerd wordt, voor het bereiken en
repareren van de unit (op een veilige manier,
zoals vereist wordt door de huidige regelgeving)
met steigers, trucks, stellingen of andere
middelen van heffing niet onder de garantie
vallen en voor rekening van de eindgebruiker
zijn.
22_ veiligheidsinformatie
veiligheidsinformatie
LET OP
LET OP SIGNALEN
Zorg ervoor dat de aan/uit schakelaar en
beschermingsschakelaar juist geïnstalleerd zijn.
Gebruik de airconditioner niet als deze
beschadigd is. Zet de unit als er problemen
optreden onmiddelijk uit en haal de stekker uit
het stopcontact.
Haal de stekker uit het stopcontact als de
airconditioner voor langere tijd niet gebruikt zal
worden (bijvoorbeeld voor een aantal maanden).
Neem contact op met de aankoopplaats of het
contactcentrum als een reparatie uitgevoerd
moet worden.
Eventueel risico op brand of elektrische schok als
de unit gedemonteerd of gerepareerd wordt door
een onbekwame onderhoudstechnicus.
Haal de stekker onmiddellijk uit het stopcontact
als u brandend plastic kunt ruiken, rare geluiden
hoort of rook ziet komen uit de unit en neem
contact op het met contactcentrum.
Eventueel risico op brand of elektrische schok.
inhoud _23
NEDERLANDS
inhoud
UW AIRCONDITIONER BEKIJKEN
24
24 Dunne 1 richtingcassette
25 2 richtingcassette
25 4-weg cassette
UW AIRCONDITIONER GEBRUIKEN
26
26 Tips over het gebruik van uw airconditioner
DE AIRCONDITIONER
SCHOONMAKEN EN ONDERHOUDEN
28
28 De buitenkant schoonmaken
28 Het luchtrooster schoonmaken
28 Dunne 1 richtingcassette
30 2 richtingcassette
21 4-weg cassette
32 Het filter schoonmaken
32 Dunne 1 richtingcassette
36 2 richtingcassette
37 4-weg cassette
38 Uw airconditioner onderhouden
38 Periodieke controles
39 Interne beschermingen via het unit
beheersingsysteem
APPENDIX
40
40 Probleemoplossing
42 Bedieningsmarges
42 Modelspecificatie (gewicht en afmetingen)
UW AIRCONDITIONING
INSTALLEREN
44
44 Installatie gedeelte
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische
accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van
hun gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering
te voorkomen, moet u deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het
duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente
waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst
nalezen. Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd.
Ga voor informatie over de milieuverbintenissen en productspecifieke wettelijke verplichtingen van Samsung naar: samsung.com/
uk/aboutsamsung/samsungelectronics/corporatecitizenship/data_corner.html
24_ uw airconditioner bekijken
uw airconditioner bekijken
Gefeliciteerd met de aanschaf van de airconditioner. We hopen dat u zult genieten van de functies van uw
airconditioner en met optimale efficiëntie koel of warm blijft.
Lees om te beginnen de gebruikershandleiding door om het beste uit de airconditioner te kunnen halen.
DUNNE 1 RICHTINGCASSETTE
Luchtstroomblad
Luchtinlaat
Paneel
Hoofdonderdelen
Afstandsbedieningsensor
Timer indicator
Indicator filter reset
PC1NUSMAN/PC1MWSKAN/
PC1NWSMAN/PC1BWSMAN
- Model dat niet is uitgerust met S-Plasma ion
(s-plasma-ion): Fan(ventilator) indicator
- Model dat is uitgerust met S-Plasma ion
(s-plasma-ion): Super Fan (ventilator) indicator
PC1NUPMAN:
Super fan (ventilator) indicator
Heating (verwarm) en
cooling (koel) model
Operation (bediening) (blauw) /
Defrost (ontdooien) (geel)
Uitsluitend cooling (koel)
model
Operation (bediening) indicator
Scherm
Bij het bedienen van de binnenunit (inclusief fan (ventilator) modus), zal de SPi niet
automatisch werken. Druk op de knop [Super Fan (superventilator)] op de draadloze
afstandsbediening om de SPi te bedienen.
X PC1NUSMAN X PC1NUPMAN
Luchtfilter (onder het rooster)
Luchtstroomblad
Luchtinlaat
Paneel
Luchtfilter (onder het rooster)
X PC1MWSKAN/PC1NWSMAN/PC1BWSMAN
uw airconditioner bekijken _25
NEDERLANDS
4 RICHTINGCASSETTE
2 RICHTINGCASSETTE
Hoofdonderdelen
Luchtstroomblad
Luchtinlaat
Luchtfilter (onder het rooster)
Scherm
Scherm
Hoofdonderdelen
Indicator
Sc
he
r
m
Indicator filter reset
Ventilator indicator
Timer indicator
Power indicator
Power toets
Afstandsbedieningsensor
Uw airconditioner en scherm kunnen afhankelijk van uw model enigszins afwijken van de
bovenstaande afbeelding.
X PC2NUSMEN
Scherm
Luchtstroomblad
Luchtfilter (onder het rooster)
Luchtinlaat
Afstandsbedieningsensor
Timer indicator
Removing frost
(vorst verwijderen) indicator
Indicator aan/uit
Indicator filter reset
26_ uw airconditioner gebruiken
uw airconditioner gebruiken
TIPS OVER HET GEBRUIK VAN UW AIRCONDITIONER
Hier staan een aantal tips die u kunt volgen tijdens het
gebruik van uw airconditioner.
ONDERWERP
AANBEVELING
Koelen Als de huidige buitentemperatuur
veel hoger is dat de geselecteerde
binnentemperatuur kan het wat langer
duren voordat de binnentemperatuur
de gewenste koelte bereikt.
Vermijd het drastisch verlagen van de
temperatuur. Energie wordt hierdoor
verspild en het koelt de kamer niet
sneller af.
Verwarmen Aangezien de airconditioner de
kamer verwarmt door warmte van
buiten te halen kan het zijn dat de
verwarmingscapaciteit verlaagd
wordt wanneer de buitentemperatuur
erg laag is. Als u voelt dat de
airconditioner niet voldoende
verwarmt, wordt het gebruik van
een extra verwarmingsapparaat in
combinatie met de airconditioner
aanbevolen.
Vorst &
Ontdooien
Wanneer de airconditioner in Warmte
modus functioneert zal, door het
temperatuursverschil tussen de unit
en de buitenlucht, vorst gevormd
worden.
Als dit gebeurt:
- Stopt de airconditioner met
verwarmen.
uw airconditioner gebruiken _27
NEDERLANDS
Vorst &
Ontdooien
- Zal de airconditioner 10 minuten
automatisch functioneren in Ontdooi
modus
- De stoom die geproduceerd wordt
door de buitenunit in Ontdooi modus
is veilig.
Er is geen tussenkomst vereist;
na ongeveer 10 minuten zal de
airconditioner weer normaal
functioneren.
De unit zal niet functioneren
wanneer het begint te ontdooien.
Ventilator Het kan zijn dat de ventilator op het
begin voor ongeveer 3 – 5 minuten
niet functioneert om te voorkomen
dat koude lucht wordt uitgestoten
terwijl de airconditioner opwarmt.
Hoge binnen/
buiten
temperaturen
Als zowel de binnen als de
buitentemperatuur hoog is en de
airconditioner op Warmte modus
staat, kan het zijn dat de ventilator en
compressor van de buitenunit af en
toe stoppen. Dit is normaal; wacht
totdat de airconditioner weer aangaat.
Stoomuitval Als de stroom uitvalt tijdens het
gebruik van de airconditioner zal
de unit meteen stoppen en uitgezet
worden. Wanneer de stroom weer
terugkomt, zal de airconditioner
automatisch weer beginnen te
functioneren.
Beschermingsmechanisme
Als de airconditioner net aangezet
is wanneer het stopt of wanneer de
stekker erin gestoken wordt, zal er
3 minuten lang geen warme/koude
lucht uitkomen om zo de compressor
van de buitenunit te beschermen.
28_ schoonmak en onderhoud
de airconditioner schoonmaken
en onderhouden
Maak uw airconditioner voor het beste resultaat regelmatig
schoon. Zorg ervoor, voor de veiligheid van de gebruiker,
dat de stekker niet in het stopcontact zit wanneer de unit
schoongemaakt wordt.
DE BUITENKANT SCHOONMAKEN
1. Stof de buitenkant van de unit wanneer nodig af met een
ietwat natte of een droge doek. Veeg met behulp van een
zachte borstel vuil van het gevormde gebied.
Voorbeeld: 4 richtingcassette
Gebruik geen benzeen of
verdunningsmiddel. Deze kunnen
de oppervlakte van de airconditioner beschadigen
en een risico op brand veroorzaken.
HET LUCHTROOSTER SCHOONMAKEN
Zorg ervoor dat u de stekker uit de unit haalt voordat u het
luchtrooster schoonmaakt. Er is geen speciaal gereedschap
nodig om de unit schoon te maken.
Dunne 1 richtingcassette
1. Open het luchtrooster.
Druk op de tekens [Push (duwen)] (PC1NUSMAN : zitten op 3 plaatsens) en open het
luchtrooster.
X PC1NUPMAN
Pak, bij het verwijderen van het paneel, het
koppelingsgedeelte beet, waarmee het paneel en het
toevoerpaneel met elkaar zijn verbonden
en druk de
koppeling omhoog bij het paneelgedeelte
om het paneel
te verwijderen, zoals weergegeven in de afbeelding (1).
Als de stroomtoevoer niet werkt, verwijdert u het paneel
door een schroevendraaier op het gemarkeerde punt
(2) te gebruiken en dezelfde methode te hanteren als
in de afbeelding (1) wordt weergegeven om het paneel
te verwijderen. Vervolgens kunt u dan de status van de
stroomtoevoer controleren.
LET OP
X PC1NUSMAN
schoonmak en onderhoud _29
NEDERLANDS
2. Maak de veiligheidsclips los door het luchtrooster los te maken.
3. Het voorste luchtrooster verwijderen.
Houd het luchtrooster in een hoek van 45°, til deze een beetje op en duw dan het
luchtrooster naar voren.
Houd het luchtrooster vast om ervoor te zorgen dat
deze niet uit de opening valt. Zo niet dan kan dit
leiden tot persoonlijke verwondingen.
Het luchtrooster kan ook schoongemaakt worden terwijl deze vastzit aan het paneel.
4. Het luchtfilter eruit halen.
Pak het luchtfilter vast, til deze op terwijl u zachtjes duwt en trek dan het luchtfilter naar
voren.
5. Maak het luchtrooster schoon met een stofzuiger of een zachte borstel. Als er teveel stof
opzit, spoel het dan af met lopend water en laat het drogen op een geventileerde plaats.
6. Plaats het luchtfilter weer terug op zijn plaats.
7. Het voorste luchtrooster weer vastmaken.
Plaats de haak op de unit op de juiste plaats en duw dan het voorste luchtrooster naar
boven. Plaats de veiligheidsclips weer op hun plaats.
De bovenstaande afbeelding kan afhankelijk van uw model verschillen van uw
airconditioner.
LET OP
30_ schoonmak en onderhoud
de airconditioner schoonmaken
en onderhouden
HET LUCHTROOSTER SCHOONMAKEN
2 richtingcassette
X PC2NUSMEN
1. Open het voorste luchtrooster.
Druk op de drie [W] toetsen om de groef van het voorste luchtrooster te openen.
Het luchtrooster komt dan automatisch los. Twee veiligheidsclips zijn bevestigd aan de
binnenkant van het luchtrooster om ervoor te zorgen dat deze niet naar beneden valt.
2. Maak de veiligheidsclips los door het luchtrooster los te maken.
3. Het voorste luchtrooster verwijderen.
Houd het luchtrooster in een hoek van 45°, til deze een beetje op en duw dan het
luchtrooster naar voren.
Houd het luchtrooster vast om ervoor te zorgen dat
deze niet uit de opening valt. Zo niet dan kan dit
leiden tot persoonlijke verwondingen.
Het luchtrooster kan ook schoongemaakt worden terwijl deze vastzit aan het paneel.
4. Het luchtfilter eruit halen.
Pak het luchtfilter vast, til deze op terwijl u zachtjes duwt en trek dan het luchtfilter naar voren.
5. Maak het luchtrooster schoon met een stofzuiger of een zachte borstel. Als er teveel stof
opzit, spoel het dan af met lopend water en laat het dragen op een geventileerde plaats.
6. Plaats het luchtfilter weer terug op zijn plaats.
7. Het voorste luchtrooster weer vastmaken.
Plaats de haak op de unit op de juiste plaats en duw dan het voorste luchtrooster naar
boven. Plaats de veiligheidsclips weer op hun plaats.
LET OP
t
d
h
t
l
h
tt
schoonmak en onderhoud _31
NEDERLANDS
4-weg cassette
X PC4NUSKAN / PC4NUSKEN / PC4NBSKAN
1. Open het voorste luchtrooster.
Open de schuiven aan de linker- en rechterzijde van
het Samsung-logo. Druk op beide hendels en trek het
luchtrooster naar beneden. Twee veiligheidsclips zijn
bevestigd de voorkant van het luchtrooster om ervoor te
zorgen dat deze niet naar beneden valt.
2. Het voorste luchtrooster verwijderen.
Verwijder eerst de veiligheidsclips en
verwijder dan het scharnier. Trek de groene
schakelaar op het scharniergedeelte
naar beneden. Druk daarna op het
scharniergedeelte en trek eraan om het
luchtrooster te verwijderen. (Er zitten twee
scharnieren op het luchtrooster en u moet
deze stap voor beide scharnieren uitvoeren om ze van het
luchtrooster te verwijderen.
Indien u alleen het filter wilt schoonmaken, hoeft u het
luchtrooster niet te verwijderen. Volg stap 4 en 5
3.
Het luchtfilter eruit halen.
4.
Maak het luchtrooster en luchtfilter schoon met een stofzuiger of
met een zachte borstel. Als er teveel stof opzit, spoel het dan af
met lopend water en laat het drogen op een geventileerde plaats.
Herhaal dit voor het beste resultaat elke twee weken.
Indien het luchtfilter opdroogt in een beperkte
(of vochtige) ruimte, dan kan het zijn dat er geuren ontstaan.
Maak indien dit gebeurt het filter opnieuw schoon en laat het drogen op een goed
geventileerde plaats.
5. Plaats het luchtfilter weer terug op zijn plaats.
U zult een klikgeluid horen wanneer het luchtfilter op zijn plaats zit.
6.
Het luchtfilter aan de voorzijde vastmaken.
Voer de bovenstaande stappen achterstevoren uit om het luchtfilter aan de voorzijde vast te maken.
De bovenstaande afbeelding kan, afhankelijk van uw model, verschillen van uw
airconditioner.
Druk, na het schoonmaken van het filter, twee seconden op de knop Filter Reset op
de afstandsbediening om het filterschema opnieuw in te stellen. Filter sign (filterteken )
indicator zal aanstaan voor schoonmaaktijd.
Indien de hoek van de luchtstroombladen veranderd is door de gebruiker tijdens het
openen van het luchtrooster voor installatie of onderhoud, dan moet u de zekering
uitzetten en weer aanzetten voordat u de airconditioner weer gaat gebruiken. Anders kan
het zijn dat hoeken van elke hoek anders zijn of dat bepaalde bladen niet sluiten wanneer
het product uitstaat.
32_ schoonmak en onderhoud
de airconditioner schoonmaken
en onderhouden
HET FILTER SCHOONMAKEN
Zorg ervoor dat u de stekker uit de unit haalt voordat u
het filter schoonmaakt. Wasbare op schuimgebaseerde
luchtfilter haalt grote deeltjes uit de lucht. Het filter moet
schoongemaakt worden met een stofzuiger of met de hand
gewassen worden.
Dunne 1 richtingcassette
1. Open het luchtrooster.
Druk op de tekens [Push (duwen)] (PC1NUSMAN : zitten op 3 plaatsen) en open het
luchtrooster.
X PC1NUPMAN
Pak, bij het verwijderen van het paneel, het koppelingsgedeelte
beet, waarmee het paneel en het toevoerpaneel met elkaar
zijn verbonden
en druk de koppeling omhoog bij het
paneelgedeelte
om het paneel te verwijderen, zoals
weergegeven in de afbeelding (1).
Als de stroomtoevoer niet werkt, verwijdert u het paneel door
een schroevendraaier op het gemarkeerde punt (2) te gebruiken
en dezelfde methode te hanteren als in de afbeelding (1) wordt
weergegeven om het paneel te verwijderen. Vervolgens kunt u
dan de status van de stroomtoevoer controleren.
2. Het luchtfilter eruit halen.
Pak het luchtfilter vast, til deze op terwijl u zachtjes duwt
en trek dan het luchtfilter naar voren.
Wanneer u het filter schoonmaakt hoeft het luchtrooster
niet de hele tijd losgekoppeld zijn. Als u het luchtrooster
los wil maken raadpleeg dan stappen 2 en 3 op pagina
14 voor meer informatie.
X PC1NUSMAN
schoonmak en onderhoud _33
NEDERLANDS
3. Maak het luchtfilter schoon met een stofzuiger of een zachte borstel. Als er teveel stof opzit,
spoel het dan af met lopend water en laat het dragen op een geventileerde plaats.
• Herhaal dit elke twee weken voor het beste resultaat.
Als het luchtfilter in een beperkte (of vochtige) ruimte uitdroogt, kunnen geuren ontstaan.
Indien dit gebeurt, maak het filter dan opnieuw schoon en laat het drogen op een goed
geventileerd plaats.
4. Plaats het luchtfilter weer terug op zijn plaats.
U zult een klikgeluid horen wanneer het luchtfilter op zijn plaats zit.
5. Sluit het voorste luchtrooster door het naar boven te duwen.
De bovenstaande afbeelding kan afhankelijk van uw model verschillen van uw airconditioner.
Druk, na het schoonmaken van het filter, twee seconden op de Filter Reset knop op
de afstandsbediening om het filterschema opnieuw in te stellen. Flterteken indicator zal
aanstaan voor schoonmaaktijd.
34_ schoonmak en onderhoud
de airconditioner schoonmaken
en onderhouden
HET FILTER SCHOONMAKEN
Dunne 1-richtingscassette
1. Open het rooster.
Trek aan het transparante gedeelte om het rooster te openen.
Verwijder het rooster niet, want het filter kan worden losgehaald terwijl het rooster is
gekoppeld.
2. Haal het luchtfilter los.
Trek aan het handvat van het filter om het filter los te halen.
3. Verwijder het stof op het filter met een stofzuiger of borstel.
Wanneer er te veel stof op het filter zit, reinigt u het filter voorzichtig met lauw water waarin
een neutraal reinigingsmiddel is opgelost.
Wrijf de filterstof niet over elkaar om het schoon te wassen, want daardoor kan het filter
beschadigen.
Transparant gedeelte
X PC1MWSKAN/PC1NWSMAN/PC1BWSMAN
X PC1MWSKAN X PC1NWSMAN/PC1BWSMAN
schoonmak en onderhoud _35
NEDERLANDS
4. Laat het filter volledig drogen in de schaduw.
Zorg bij het drogen van het luchtfilter dat dit niet aan direct zonlicht blootstaat.
Hierdoor zou het luchtfilter kunnen vervormen.
5. Plaats het filter weer terug en sluit het rooster.
Als het centrum van het rooster niet stevig dicht zit,
drukt u met uw handen op het centrum om het rooster volledig te sluiten.
Wanneer de binnenunit zonder het luchtfilter
wordt gebruikt, kan deze beschadigd raken door
stof.
Houd het rooster bij het openen vast, totdat het
veilig hangt. Anders zou het rooster naar beneden
kunnen vallen en letsel kunnen veroorzaken.
Het rooster is aan het paneel gekoppeld. Forceer
het rooster niet los. Als de koppeling kapotgaat,
kan het rooster naar beneden vallen en letsel
veroorzaken.
LET OP
Reinig het luchtfilter eens in de 2 weken. De gewenste reinigingsperiode kan echter
verschillen en is afhankelijk van het aantal uren dat het filter wordt gebruikt en de
omgeving waarin het wordt gebruikt. Reinig het filter bijvoorbeeld elke week als de unit
zich in een stoffige omgeving bevindt.
Als de filterresetindicator op het display van de binnenunit is ingeschakeld, controleert u
het filter en reinigt u het als het vuil is.
36_ schoonmak en onderhoud
de airconditioner schoonmaken
en onderhouden
HET FILTER SCHOONMAKEN
Zorg ervoor dat u de stekker uit de unit haalt voordat u
het filter schoonmaakt. Wasbare op schuimgebaseerde
luchtfilter haalt grote deeltjes uit de lucht. Het filter moet
schoongemaakt worden met een stofzuiger of met de hand
gewassen worden.
2 richtingcassette
1. Open het voorste luchtrooster.
Druk op de drie [W] toetsen om de haak van het voorste luchtrooster te openen.
Het luchtrooster komt dan automatisch los. Twee veiligheidsclips zijn bevestigd aan de
binnenkant van het luchtrooster om ervoor te zorgen dat deze niet naar beneden valt.
2. Het luchtfilter eruit halen.
Pak het luchtfilter vast, til deze op terwijl u zachtjes
duwt en trek dan het luchtfilter naar voren.
Wanneer u het filter schoonmaakt hoeft het
luchtrooster niet de hele tijd losgekoppeld zijn. Als
u het luchtrooster los wil maken raadpleeg dan
stappen 2 en 3 op pagina 15 voor meer informatie.
3. Maak het luchtfilter schoon met een stofzuiger of een zachte borstel. Als er teveel stof opzit,
spoel het dan af met lopend water en laat het dragen op een geventileerde plaats.
• Herhaal dit elke twee weken voor het beste resultaat.
Als het luchtfilter in een beperkte (of vochtige) ruimte uitdroogt, kunnen geuren ontstaan.
Indien dit gebeurt, maak het filter dan opnieuw schoon en laat het drogen op een goed
geventileerd plaats.
4. Plaats het luchtfilter weer terug op zijn plaats.
U zult een klikgeluid horen wanneer het luchtfilter op zijn plaats zit.
schoonmak en onderhoud _37
NEDERLANDS
5. Sluit het voorste luchtrooster door het naar boven te duwen.
Druk, na het schoonmaken van het filter, twee seconden op de Filter Reset knop op
de afstandsbediening om het filterschema opnieuw in te stellen. Filterteken indicator zal
aanstaan voor schoonmaaktijd.
4-weg cassette
1. Druk beide knopjes naar buiten om de haak op het
luchtrooster los te maken.
Het luchtrooster komt dan automatisch los. Twee
veiligheidsclips zijn bevestigd aan de binnenkant van
het luchtrooster om ervoor te zorgen dat deze niet naar
beneden valt.
2. Het luchtfilter eruit halen.
Pak het luchtfilter vast, til deze op terwijl u zachtjes duwt en trek dan het luchtfilter naar voren.
Wanneer u het filter schoonmaakt hoeft het luchtrooster niet de hele tijd losgekoppeld zijn.
Als u het luchtrooster los wil maken raadpleeg dan stappen 2 en 3 op pagina 16 voor meer
informatie.
3. Maak het luchtfilter schoon met een stofzuiger of een zachte borstel. Als er teveel stof opzit,
spoel het dan af met lopend water en laat het dragen op een geventileerde plaats.
• Herhaal dit elke twee weken voor het beste resultaat.
Als het luchtfilter in een beperkte (of vochtige) ruimte uitdroogt, kunnen geuren ontstaan.
Indien dit gebeurt, maak het filter dan opnieuw schoon en laat het drogen op een goed
geventileerd plaats.
4. Plaats het luchtfilter weer terug op zijn plaats.
U zult een klikgeluid horen wanneer het luchtfilter op zijn plaats zit.
5. Sluit het voorste luchtrooster door het naar boven te duwen.
De bovenstaande afbeelding kan afhankelijk van uw model verschillen van uw airconditioner.
Druk, na het schoonmaken van het filter, twee seconden op de Filter Reset knop op
de afstandsbediening om het filterschema opnieuw in te stellen. Flterteken indicator zal
aanstaan voor schoonmaaktijd.
38_ schoonmak en onderhoud
de airconditioner schoonmaken
en onderhouden
UW AIRCONDITIONER ONDERHOUDEN
Als u de airconditioner voor langere tijd niet zult gebruiken droog de airconditioner dan om te zorgen dat
deze in de beste staat blijft.
1. Droog de airconditioner zorgvuldig door deze voor
3-4 uur in Ventilator modus te zetten en de stekker
eruit te halen. Als er vocht achterblijft in onderdelen
kan dit leiden tot interne schade.
2. Droog de interne onderdelen van de airconditioner
voordat u de airconditioner weer gaat gebruiken
door deze voor 3-4 uur in de Ventilator modus te
zetten. Hierdoor worden geuren verwijderd die
eventueel zijn ontstaan door vochtigheid.
Periodieke controles
Raadpleeg het volgende schema om uw airconditioner goed te onderhouden.
Type Beschrijving
Maandelijks
Elke 4
maanden
Een keer
per jaar
Binnenunit
Het luchtfilter schoonmaken (1)
O
De condensatie afvoerbak schoonmaken (2)
O
De warmtevervanger goed schoonmaken (2)
O
De condensatie afvoerpijp schoonmaken (2)
O
De batterijen van de afstandsbediening
vervangen (1)
O
Buitenunit
De warmtevervanger op de buitenkant van
de unit schoonmaken (2)
O
De warmtevervanger op de binnenkant van
de unit schoonmaken (2)
O
De electronische onderdelen schoonmaken
middels luchtstromen (2)
O
Controleren dat alle elektronische
onderdelen goed vastzitten (2)
O
De ventilator schoonmaken (2)
O
Controleren dat de ventilator goed vastzit (2)
O
De condensatie afvoerbak schoonmaken (2)
O
schoonmak en onderhoud _39
NEDERLANDS
De controle en onderhoudshandelingen die hierboven omschreven staan, zijn belangrijk
om de efficiëntie van de airconditioner te garanderen. De frequentie van deze handelingen
verschilt afhankelijk van de kenmerken van het gebied, de hoeveelheid stof, etc.
(1) De beschreven handeling moet vaker uitgevoerd worden als het installatiegebied zeer
stoffig is.
(2) Deze handelingen moeten altijd uitgevoed
worden door bekwaam personeel. Raadpleeg
de Installatiehandleiding voor meer informatie.
Interne beschermingen via het unit beheersingsysteem
Deze interne bescherming treedt in werking als een fout optreedt in de airconditioner.
Type Beschrijving
Tegen koude lucht
De interne ventilator zal uitgaan tegen koude lucht wanneer de
warmtepomp aan het verwarmen is.
Ontdooi cyclus
De interne ventilator zal uitgaan tegen koude lucht wanneer de
warmtepomp aan het verwarmen is.
Antibescherming van
Interne batterij
De compressor zal uitgaan om de interne batterijen te beschermen
wanneer de airconditioner in Koel modus functioneert.
Compressor
beschermen
De airconditioner begint niet meteen te functioneren om zo de
compressor van de buitenunit te beschermen nadat het aangezet wordt.
Als de warmtepomp in Warmte modus functioneert, wordt de ontdooicyclus ingesteld om
vorst dat eventueel ontstaan is door lage temperaturen van de buitenunit af te halen.
De interne ventilator wordt automatisch uitgezet en weer aangezet nadat de ontdooicyclus
voltooid is.
40_ appendix
appendix
PROBLEEMOPLOSSING
Raadpleeg het volgende schema om uw airconditioner
niet goed functioneert. Dit kan u tijd en onnodige uitgaven
besparen.
PROBLEEM OPLOSSING
De
airconditioner
werkt niet
meteen nadat
deze opnieuw
gestart wordt.
Het apparaat start niet meteen vanwege
het beschermende mechanisme om zo
te voorkomen dat de unit overbelast
wordt.
De airconditioner zal na 3 minuten
starten.
De
airconditioner
werkt helemaal
niet.
Controleer dat de stekker er goed
in zit. Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Controleer of de stroomonderbreker
uitstaat.
Controleer of er een stroomuitval is.
Controleer uw zekering. Controleer of
deze er uitgeblazen is.
De temperatuur
verandert niet.
Controleer of de unit in Ventilator modus
staat. Druk op de Mode knop op de
afstandsbediening om een andere
modus te selecteren.
De koele
(warme) lucht
komt niet uit de
airconditioner.
Controleer of de ingestelde temperatuur
hoger (lager) is dan de huidige
temperatuur. Druk op de Temperatuur
knop op de afstandsbediening om de
ingestelde temperatuur te wijzigen.
Druk op de Temperatuur knop om de
temperatuur te verlagen of verhogen.
appendix _41
NEDERLANDS
De koele
(warme) lucht
komt niet uit de
airconditioner.
Controleer of het luchtfilter geblokkeerd
wordt door vuil. Maak het luchtfilter elke
2 weken schoon.
Controleer of de airconditioner net aan
heeft gestaan. Als dat zo is, wacht dan
3 minuten. Koude lucht komt er niet uit
om de compressor van de buitenunit te
beschermen.
Controleer of de airconditioner
geïnstalleerd is op een plaats waar
deze blootgesteld is aan direct zonlicht.
Hang gordijnen voor de ramen om de
koelefficiëntie te verhogen.
Controleer of de hoes of een ander
obstakel in de buurt van de buitenunit
staat.
Controleer of de koelmiddelpijp niet te
lang is.
Controleer of de airconditioner alleen
beschikbaar is in Koel modus.
Controleer of de afstandsbediening
alleen beschikbaar is in Koel modus.
De ventilator
snelheid
verandert niet.
Controleer of de unit in Auto of Droog
modus staat. De airconditioner past
automatisch de ventilator snelheid aan
naar Auto in Auto/Droog modus.
Timer functie is
niet ingesteld.
Controleer of u de Power knop hebt
ingedrukt nadat u de tijd hebt ingesteld.
Geuren blijven
in de kamer
hangen.
Controleer of het apparaat in een rokerig
gebied functioneert en of er een geur
van buiten naar binnen komt. Zet de
airconditioner in Ventilator modus of zet
de ramen open om de kamer te luchten.
42_ appendix
appendix
PROBLEEM OPLOSSING
De
airconditioner
maakt een
bubbelgeluid.
U kunt een bubbelgeluid kan horen
wanneer het koelmiddel door de
compressor circuleert. Zet de
airconditioner in een geselecteerde modus.
Wanneer u op de Power knop op de
afstandsbediening drukt kunt u een
geluid horen van de afvoerpijp binnenin
de airconditioner.
Water drupt
van de
luchtstroombladen
af.
Controleer of de airconditioner voor
een lange tijd heeft gekoeld met de
luchtstroombladen naar beneden
gericht. Condensatie kan gegenereerd
worden door het verschil in temperatuur.
De
afstandsbediening
werkt niet.
Controleer of de batterijen het nog doen.
Zorg ervoor dat de batterijen juist geplaatst zijn.
Zorg ervoor dat er niets in de weg zit
van de afstandsbedieningsensor.
Controleer of er een sterk
verlichtingsapparaat in de buurt van
de airconditioner staat. Sterk licht van
fluorescerende lampen of neon kunnen
elektrische golven verstoren.
De airconditioner
kan niet aan
of uitgezet
worden met de
afstandsbediening.
Controleer of u de afstandsbediening
hebt ingesteld voor groepsbediening.
De
afstandsbediening
werkt niet.
Controleer of TEST indicator getoond
wordt op de afstandsbediening. Als dat
zo is, zet de unit dan uit en schakel de
stroomonderbreker uit. Neem contact op
met uw dichtstbijzijnde contactcentrum.
appendix _43
NEDERLANDS
De indicator
van het digitale
scherm
knippert.
Druk op de Power knop op de
afstandsbediening om de unit uit te
zetten en schakel de stroomonderbreker
uit. Zet het daarna weer aan.
BEDIENINGSMARGES
De onderstaande tabel geeft de temperatuur en
vochtigheidsmarges aan waarin de airconditioner
functioneert. Raadpleeg de tabel voor efficiënt gebruik.
MODUS
BUITEN
TEMPERATUUR
BINNEN
TEMPERATUUR
BINNEN VOCHTIGHEID
KOELEN 18~32°C -5~48°C 80% of minder
VERWARMEN 27°C of minder -20~24°C -
DROGEN 18~32°C -5~48°C -
MODELSPECIFICATIE (GEWICHT EN AFMETINGEN)
Type Model Netto gewicht
Netto afmeting
(B x D x H)
Binnenunit
(NASA)
AM017HN1DEH/EU 8.0 kg 740 x 360 x 135 mm
AM022HN1DEH/EU 8.0 kg 740 x 360 x 135 mm
AM022FN1DEH/EU 10.5 kg 970 x 410 x 135 mm
AM028FN1DEH/EU 10.5 kg 970 x 410 x 135 mm
AM036FN1DEH/EU 10.5 kg 970 x 410 x 135 mm
AM056JN1DEH/EU 14.5 kg 1200 x 450 x 138 mm
AM071JN1DEH/EU 14.5 kg 1200 x 450 x 138 mm
AM056FN2DEH/EU 21.0 kg 890 x 575 x 230 mm
AM071FN2DEH/EU 21.0 kg 890 x 575 x 230 mm
AM045FN4DEH/EU 15.5 kg 840 x 840 x 204 mm
AM056FN4DEH/EU 15.5 kg 840 x 840 x 204 mm
AM071FN4DEH/EU 15.5 kg 840 x 840 x 204 mm
AM090FN4DEH/EU 15.5 kg 840 x 840 x 204 mm
AM112FN4DEH/EU 17.0 kg 840 x 840 x 246 mm
AM128FN4DEH/EU 19.0 kg 840 x 840 x 288 mm
AM140FN4DEH/EU 19.0 kg 840 x 840 x 288 mm
AM060KN4FEH/EU 21.0 kg 840 x 840 x 288 mm
AM071KN4FEH/EU 21.0 kg 840 x 840 x 288 mm
AM080KN4FEH/EU 21.0 kg 840 x 840 x 288 mm
44_ uw airconditioning installeren
Installatie Binnenunit
Het wordt aangeraden om de Y-verbinding te installeren voordat u
de binnenunit installeert.
1.
Plaats het installatieblad op het plafond op de plaats waar u de
binnenunit wilt installeren.
Aangezien het diagram van papier is, kan het
afhankelijk van de temperatuur of vochtigheid
krimpen of uitrekken. Zorg er daarom voor dat
de afstanden tussen de markeringen juist zijn
voordat u de gaten boort.
Opmerking
2.
Plaats de verankeringbouten, gebruik bestaande plafondsteunen
of construeert een geschikte steun zoals getoond wordt op de
afbeelding.
Beton
Verankeringbout(
Ø9,52 of M10)
Gat in verankering
Gat in plug
Aanbrengen
3.
Installeer de ophangbouten afhankelijk van het plafondtype.
X
Zorg ervoor dat het plafond sterk genoeg is om het gewicht
van de binnenunit te ondersteunen. Test voordat u de unit
ophangt de sterkte van elke vastgemaakte ophangbout.
X
Als de lengte van de ophangbout meer dan 1,5m
bedraagt, moet trilling voorkomen worden.
X
Creëer indien dit niet mogelijk is een vals plafond om het
te kunnen gebruiken om de vereiste handelingen uit te
voeren op de binnenunit.
Plafondsteun
4.
Schroef acht moeren op de ophangbouten zodat er ruimte
ontstaat om de binnenunit op te hangen.
U moet meer dan vier ophangbouten installeren bij het
installeren van de binnenunit.
Moer
Moerplaatje
Rubber
De moer vastmaken
LET OP
LET OP
5.
Controleer met behulp van een waterpas of de binnenunit
waterpas is.
X Als de binnenunit niet
waterpas is, kan dit leiden tot
slecht functioneren van de
ingebouwde vlotterschakelaar
en tot waterlekkage.
Waterpas
6.
Pas de hoogte van de binnenunit aan met de dimensiemeter.
X Pas de montagehulpen en het installatieblad aan op de
snijafmetingen van het plafond.
X Er kan lawaai ontstaan als u de locatie van de binnenunit
bij de installatie niet aanpast volgens de locatie van de
montagehulpen.
- Pas de locatie van de binnenunit aan volgens de
montagehulpen.
X
Zorg dat de binnenunit waterpas wordt geplaatst, want bij een
schuine plaatsing kan er water lekken.
X AM✴✴✴HN1DEH-modellen zijn voorzien van een
montagegeleider op het product. Stel de hoogte van de
hangbout zodanig in dat het plafondoppervlak en de
montagegeleider op de binnenunit parallel aan elkaar lopen.
Dunne 1-richtingscassette
Zijaanzicht
Luchtinlaat Luchtuitlaat
15 mm
15 mm
Montagehulpstuk
Plafond
AM777FN1DEH7/AM777JN1DEH7 AM777HN1DEH7
Zorg dat het plafondoppervlak en de
montagegeleider parallel aan elkaar lopen.
135 mm
155 mm
Montagegeleider
Locatie van de montagegeleider
NN NN
PlafondPlafond
Plafond
17 mm
20 m
m
Binnenunit
Montagehulpstuk
2-richtingscassette 4-richtingscassette
AM777FN2DEH7 AM777FN4DEH7/AM777KN4FEH7
7.
Maak de bouten van het bovenste gedeelte vast.
8.
Verwijder de dimensiemeter na het installeren van de
binnenunit.
Lekkagetest & Isolatie uitvoeren
J De ontwerpen en vorm zijn
onderhevig aan verandering
afhankelijk van het model.
LEKKAGETEST MET STIKSTOF(vóór het openen van de afsluitingen)
Om simpele koelmiddellekkage te detecteren, voor het creëren van het
vacuüm en het opnieuw circuleren van de R-410A, is het verstandig om
het hele systeem onder druk te zetten met stikstof(met behulp van een
drukregelaar) onder een druk van 4,1MPa(vermogen).
LEKKAGETEST MET R-410A(na het openen van de afsluitingen)
Haal vóór het openen van de afsluitingen al het stikstof uit het systeem
en creëer vacuüm. Controleer na het openen van de afsluitingen met
behulp van een lekkagedetector voor koelmiddel R-410A op lekkages.
Lekkagetest
Lekkagecontrole
Verwijder al het stikstof om een vacuüm te creëren en
laad het systeem.
LET OP
Installatie Gedeelte
uw airconditioning installeren _45
NEDERLANDS
1.
Plaats om condensatieproblemen te voorkomen T13,0 of
een dikker Acrylonitril Butadieen Rubber om elk van de
koelmiddelpijpen.
Zorg ervoor dat de naad van de pijpen altijd
naar boven wijzen.
Opmerking
Geen ruimte
NBRT(T13,0 of dikker)
2.
Wikkel isolatietape om de pijpen en afvoerslang en zorg er
daarbij voor dat de isolatie niet te veel geplet wordt.
Isolatie bedekkingpijp
Binnenunit
Zorg ervoor dat de isolatie
overlapt
Isolatiepijp
Moet dicht tegen het
apparaat aanzitten
zonder tussenruimte.
LET OP
3.
Wikkel isolatietape om de rest van de pijpen die leiden naar de
buitenunit.
4.
De pijpen en elektriciteitskabel die aangesloten zijn tussen de
binnenunit en de buitenunit moeten in de muur geïnstalleerd
worden met geschikte leidingen.
Als u eenmaal hebt gecontroleerd dat er geen lekkages zijn in het
systeem kunt u de pijpen en de slang isoleren.
Isolatie
Alle koelmiddel verbindingen moeten toegankelijk zijn
zodat er onderhoud op de unit uitgevoerd kan worden en
ze geheel verwijderd kunnen worden.
LET OP
X Installeer de isolatie niet om de pijp wijder te maken en
gebruik het hechtmiddel op de verbindingsdelen om te
voorkomen dat er vocht binnen kan komen.
X Wikkel isolatietape om de koelmiddelpijp als deze
blootgesteld wordt aan direct zonlicht.
X Installeer de koelmiddelpijp en zorg ervoor dat de isolatie
niet dunner wordt op het gebogen deel van de pijp of
ophangdraad.
X Voeg meer isolatie toe als de isolatieplaat dunner wordt.
Extra isolatie
Koelmiddelpijp isolatie
a×3
a
Ophangdraad
LET OP
5.
Selecteer de isolatie van de koelmiddelpijp.
X Isoleer de pijp aan de gas- en vloeistofzijde met een dikte
die gebaseerd is op de pijpgrootte.
X
In een normale omgeving is de binnentemperatuur 30°C
en de luchtvochtigheid 85%. Gebruik één graad dikkere
isolatiemateriaal, wanneer de airconditioner in een omgeving
wordt bevestigd met een hoge luchtvochtigheid. Gebruik
hiervoor onderstaande tabel. Indien bevestiging plaatsvindt in
een ongunstige omgeving, kiest u voor één graad dikker.
X De hittebestendige temperatuur van de isolatie moet meer
zijn dan 120°C.
Installatie afvoerpijp en afvoerslang
1.
Installeer de afvoerpijp zo kort mogelijk.
X Geef de afvoerpijp een lichte helling voor een goede afvoer
van gecondenseerd water.
X Er mag geen ruimte zitten tussen het verbindingsdeel zodat
de afvoerpijp niet verwijderd is van de flexibele slang.
2.
Isoleer de afvoerpijp en maak deze zoals aangegeven vast.
X De gehele afvoerpijp moet geïsoleerd worden met 5t (of
meer) isolatie om zo watercondensatie te voorkomen.
Isolatie afvoerpijp
Band
Band
Flexibele
slang
Ingang
afvoerslang
Afvoerpijp
Kleefmiddelen
Isolatie afdekband
Isolatie afdekafvoer
Band(niet meegeleverd)
Binnenunit
Leiding
Leiding
afmetingen
Isolatie Type(Verwarmen/Koelen)
Opmerkingen
Standaard
[30°C, 85%]
Hoge vochtigheid
[30°C, Meer dan 85%]
EPDM,NBR
Vloeistofleiding
Ø6,35 ~ Ø9,52 9t
o
Interne
temperatuur
is hoger dan
120°C
Ø12,7 ~ Ø50,80 13t
o
Gasleiding
Ø6,35 13t 19t
Ø9,52 ~ Ø25,40
19t
25t
Ø28,58 ~ Ø44,45 32t
Ø50,80 25t 38t
7
Bij het installeren van isolatie op onderstaande plekken en onder
de onderstaande omstandigheden moet u isolatie gebruik die
bestemd is voor omstandigheden met hoge vochtigheid.
<Geologische omstandigheden>
- Plekken met hoge vochtigheid, zoals aan de kust, bij warme
springbronnen, bij een meer of rivier, en rug (wanneer een deel
van een gebouw bedekt is met aarde en zand.)
<Bedieningsomstandigheden>
- Plafond restaurant, sauna, zwembad, etc.
<Bouwomstandigheden>
- Het plafond wordt regelmatig blootgesteld aan vocht en koeling
en is niet afgedekt. bijv. de geïnstalleerde pijp in een hal van een
slaapkamer en studio of in de buurt van een uitgang die vaak
geopend en gesloten wordt.
- De plek waarop de pijp geïnstalleerd is, is zeer vochtig vanwege
het ontbreken van een ventilatiesysteem.
46_ uw airconditioning installeren
JInstallatie Flexibele slang
1.
De afvoerpijp moet binnen 100mm van de flexibele slang
geïnstalleerd worden, van100mm tot 550mm omhooggaan
en van 20mm of meer omlaaggaan.
2.
Installeer de horizontale afvoerpijp met een helling van
1/100 of meer en plaats deze met een ruimte van 1-1,5m.
3.
Installeer de ontluchtingsopeningen in de horizontale
afvoerpijp om te voorkomen dat water terugstroomt naar
de binnenunit.
Het kan zijn dat u dit niet hoeft te installeren
als er een goede helling in de horizontale
afvoerpijp zit.
Opmerking
4.
De flexibele slang mag niet in een opwaartse positie
geïnstalleerd worden omdat dit ertoe kan leiden dat water
terugstroomt in de binnenunit.
5.
Installeer een U bocht aan het einde van de afvoerpijp om
te voorkomen dat vieze geuren de binnenunit bereiken.
Afvoerpijp Verbinding
Flexibele slang
Ontluchtingsgat
300mm of minder
Horizontale afvoerpijp
helling van meer dan 1/100
100-550mm of
meminderer
1~1,5m
100mm
of meer
Plafond
Ophangdraad
1.
Installeer wanneer er meer dan drie binnenunits geïnstalleerd
worden de ontluchtingsgaten aan de voorkant van de
binnenunit die het verste van de hoofdafvoer afzit.
2.
Het kan zijn dat u aparte ontluchtingsgaten moet
installeren om te voorkomen dat water terugstroomt naar
de bovenkant van de afvoerpijp van elke binnenunit.
Gecentraliseerde Afvoer
Ophangdraad
Hoofd
afvoerpijp
Individuele
ontluchtingsgaten
Hoofd ontluchtingsgat
Gecentraliseerde horizontale afvoerpijp
(helling van meer dan 1/100)
550mm of
minder
1~1,5m
X Installeer horizontaal
Horizontaal
Binnenunit
Flexibele slang
X Max. toegestane asruimte
Max. 20mm
Binnenunit
X Max. toegestane buiging
Max. 30˚
Binnenunit
X Behandel met kleefmiddel om ervoor te
zorgen dat de binnenkant van de flexibele
slang niet geblokkeerd wordt
Verbind
aan de PVC
afvoerpijp
Verbind aan
binnenunit
Isolatie
PVC
afvoerpijp
(plaats
hechtmiddel aan
de binnenkant)
Isolatie
Flexibele slang
(plaats hechtmiddel
aan de buitenkant)
Bedradingwerk
Zilver soldeer
1.
Voordat u aan de slag gaat met bedradingwerk moet u de
stroom uitzetten.
2.
Stroom voor de binnenunit moet geleverd worden door de
breker(MCCB, ELB) die afgezonderd wordt door de buiten
stroom.
3.
Voor het elektriciteitssnoer mogen alleen koperen draden
hebben.
4.
Verbind het elektriciteitssnoer{1(L), 2(N)} tussen de units
met een maximale lengte en communicatiekabel(F1, F2).
5.
Verbind F3, F4 (voor communicatie) bij het installeren van
de bedrade afstandsbediening.
Aansluiting stroom- en communicatiekabel
NL
NLNLNL
Binnenunit 1
Buitenunit
Afstandsbediening
220-240V~
K
ELB: Noodzakelijke Installatie
K
Aan het plafond, op de grond geïnstalleerde binnenunit.
Binnenunit 2 Binnenunit 3
Binnenunit 4 Binnenunit 5 Binnenunit 6
EEV kit
Selecteren van samengedrukt ringanker
Nominale
dimensies
voor kabel
(mm
2
)
Nominale
dimensies
voor schroef
(mm)
BDd1EFLd2t
Standaard
dimensie
(mm)
Toegestaan
(mm)
Standaard
dimensie
(mm)
Toegestaan
(mm)
Standaard
dimensie
(mm)
Toegestaan
(mm)
Min. Min. Max.
Standaard
dimensie
(mm)
Toegestaan
(mm)
Min.
1,5
4 6,6
±0,2 3,4
+0,3
-0,2
1,7 ±0,2 4,1 6 16 4,3
+0,2
0
0,7
48
2,5
4 6,6
±0,2 4,2
+0,3
-0,2
2,3 ±0,2 6 6 17,5 4,3
+0,2
0
0,8
4 8,5
4 4 9,5 ±0,2 5,6
+0,3
-0,2
3,4 ±0,2 6 5 20 4,3
+0,2
0
0,9
Specificatie van elektrische bedrading
Stroomtoevoer
MCCB ELB
Stroomkabel
Geaarde
kabel
Communicatiekabel
Max : 242V
Min : 198V
X A
X A, 30mmA
0,1 s
2,5mm
2
2,5mm
2
0,75~1,5mm
2
X Bepaal de capaciteit van ELB en MCCB met behulp van de volgende formule.
De capaciteit van ELB, MCCB X [A] = 1,25 X 1,1 X ∑A i
7X
: De capaciteit van ELB, MCCB
7
Ai : Som van stroom van elke binnenunit.
7
Raadpleeg elke installatiehandleidingen over de stroom van de binnenunit.
X Kies de stroomkabel specificatie en maximale lengte met 10%
stroomdaling tussen de binnenunits.
7Coef: 1,55
7L
k: Afstand tussen elke binneunit[m],
A
k: stroomkabel specificatie[mm
2
], ik: stroom van elke unit[A]
∑ (
Coef×35,6×L
k×ik
)<
10% van
ingangsspanning[V]
1000×A
k
n
k=1
uw airconditioning installeren _47
NEDERLANDS
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie
Stel het adres van de binnenunit en installatieoptie in met de afstandsbedieningoptie.
Stel elke optie apart in aangezien u de opties adresinstelling en installatie-instelling van de binnenunit niet tegelijkertijd in kan
stellen. U moet het adres van de binnenunit en de installatieoptie apart instellen.
De procedure van de instelling van optie
Optie-instelling is beschikbaar van SEG1 tot SEG 24
X SEG1, SEG7, SEG13, SEG19 zijn niet ingesteld als paginaoptie.
X Stel de SEG2~SEG6, SEG8~SEG12 in op AAN-status en SEG14~18, SEG20~24 op UIT-status.
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6 SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
0XXXXX1XXXXX
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18 SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
2XXXXX3XXXXX
Aan(SEG1~12) Uit(SEG13~24)
LET OP
Stap 1. Modus invoeren om optie in te stellen
1. Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
2. Plaats de batterijen en ga naar de modus optie-instelling terwijl u op de knop hoge temperatuur en knop lage
temperatuur drukt.
3.
Controleer of het apparaat in de modus optie-instelling staat.
Stap 2. De procedure van optie-instelling
Selecteer wanneer het apparaat in de modus optie-instelling staat de onderstaande optie.
MR-DC00, MR-DH00
Knop hoge
temperatuur
Knop hoge
ventilator
Modus wijzigen
Knop lage
temperatuur
Knop lage
ventilator
Modus voor
instelling
Optie-instelling
MR-EC00, MR-EH00
Knop hoge
temperatuur
Knop hoge
ventilator
Modus wijzigen
Knop lage
temperatuur
Knop lage
ventilator
Modus voor
instelling
Optie-instelling
Het display van de afstandsbediening kan anders zijn afhankelijk van het model.
48_ uw airconditioning installeren
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie
Optie-instelling Status
1. Instelling SEG2-, SEG3-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) ( ) om naar SEG2-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG3-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
SEG2 SEG3
2. Cool (koelte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Cool (koelte) modus op de AAN-status te zetten.
3. Instelling SEG4-, SEG5-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG4-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG5-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
SEG4
SEG5
4. Dry (droogte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Dry (droogte) modus op de AAN-status te zetten.
5. Instelling SEG6-, SEG8-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG6-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG8-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
SEG6 SEG8
6. Fan (ventilator) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Fan (ventilator) modus op de AAN-status te
zetten.
7. Instelling SEG9-, SEG10-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG9-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG10-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
SEG9 SEG10
8. Heat (warmte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Heat (warmte) modus op de AAN-status te
zetten.
9. Instelling SEG11-, SEG12-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG11-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG12-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
SEG11 SEG12
10. Auto-modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Auto-modus op de UIT-status te zetten.
11. Instelling SEG14-, SEG15-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG14-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG15-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
SEG14 SEG15
uw airconditioning installeren _49
NEDERLANDS
Optie-instelling Status
12. Cool (koelte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Cool (koelte) modus op de UIT-status te zetten.
13. Instelling SEG16-, SEG17-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG16-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG17-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
SEG16 SEG17
14. Dry (droogte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Dry (droogte) modus op de UIT-status te zetten.
15. Instelling SEG18-, SEG20-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG18-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG20-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
SEG18
SEG20
16. Fan (ventilator) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Fan (ventilator) modus op de UIT-status te zetten.
17. Instelling SEG21-, SEG22-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG21-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG22-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
SEG21 SEG22
18. Heat (warmte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Heat (warmte) modus op de UIT-status te zetten.
19. Instelling SEG23-, SEG24-modus
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG23-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG24-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
SEG23
SEG24
Stap 4. Invoeroptie
Druk op de knop
met de richting van de afstandsbediening om in te stellen.
U moet de optie voor de correcte optie-instelling tweemaal invoeren.
Stap 5. Werking controleren
1. Reset de binnenunit door op de knop RESET van de binnen- of buitenunit te drukken.
2. Haal de batterijen uit de afstandsbediening, plaats deze opnieuw en druk op de aan-/uitknop.
Stap 3. Controleer de optie die u hebt ingesteld
Druk na het instellen van de optie op de knop
om te controleren of de optiecode die u hebt ingevoerd correct is of niet.
50_ uw airconditioning installeren
1.
Controleer of er stroom is.
- Wanneer de binnenunit niet aangesloten is op het stopcontact, moet er een extra
stroomtoevoer voor de binnenunit zijn.
2.
Het paneel (scherm) moet aangesloten zijn op een binnenunit om een optie te
ontvangen.
3.
Wijs voor het installeren van de binnenunit een adres toe aan de binnenunit op
basis van het airconditioner systeemplan.
Instellen adres binnenunit (HOOFD/RMC/MCU)
Binnenunit
1(L)
F2
F1
2(N)
4.
Wijs een adres toe voor de binnenunit met behulp van de draadloze afstandsbediening.
- De oorspronkelijke adresstatus van binnenunit ADRES(HOOFD/RMC) is “0A0000-100000-200000- 300000”.
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie
Stel ook het adres van de MCU en binnenunits in met Add-on > Change address op S-NET Pro 2.
(Meer informatie vindt u in de S-NET Pro 2 Help.)
Van SEG13 tot SEG18 is voor het instellen van het MCU-adres.
- MCU-modellen die het adres kunnen instellen: MCU-SNEK2N, MCU-S4NEK3N, MCU-S1NEK1N
Opmerking
Optie-nr.: 0AXXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg Pagina Modus Hoofdadres instellen
100 tekens van een
binnenunit-adres
10 tekens van binnenunit
Het teken van een
binnenunit
Indicatie en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0A
0 Geen hoofdadres
0~9 100 tekens 0~9 10 tekens 0~9
Een teken
van een
unit
1
Hoofdadres
instelmodus
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg Pagina
-
RMC adres instellen
-
Groepskanaal (*16) Groepsadres
Indicatie en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
1
0 Geen RMC adres
RMC1 0~F RMC2 0~F
1
RMC adres
instelmodus
Optie SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
Uitleg Pagina - Het MCU PORT-adres instellen 10 cijfers van het MCU-adres 1 cijfer van MCU MCU-poortadres
Indicatie en details
Indicatie Details
-
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
2
0 Geen MCU PORT
0~1 10 tekens 0~9 1 tekens A~F
PORT-
locatie
1
Adresinstelmodus
van MCU PORT
X Wanneer “A”~”F” wordt ingevoerd voor SEG5~6, blijft het HOOFDADRES van de binnenunit ongewijzigd.
X Als u de SEG 3 instelt op 0 behoudt de binnenunit het vorige HOOFDADRES, zelfs als u de optiewaarde voor SEG5~6 invoert.
X Als u de SEG 9 instelt op 0 behoudt de binnenunit het vorige RMC-ADRES, zelfs als u de optiewaarde voor SEG11~12 invoert.
X U kunt SEG11 en SEG12 niet tegelijk instellen als F-waarde.
X Als de binnenunit is aangesloten op de MCU, kunt u de SEG 15~18 instellen.
Vb.) Als u de binnenunit wil instellen op de 'A'-poort van MCU #1. (0A0000 – 100000 – 20101A -30000)
LET OP
uw airconditioning installeren _51
NEDERLANDS
1.
Controleer of er stroom is.
- Wanneer de binnenunit niet aangesloten is op het stopcontact, moet er een extra
stroomtoevoer voor de binnenunit zijn.
2.
Het paneel (scherm) moet aangesloten zijn op een binnenunit om een optie te
ontvangen.
3.
Stel de installatieoptie in volgens de installatieconditie van een airconditioner.
- De standaardinstelling van een installatieoptie van een binnenunit is
“020010-100000- 200000-300000”.
- Individuele bediening met een afstandsbediening (SEG20) is de functie die een
binnenunit individueel bedient wanneer er meerdere binnenunits zijn.
Installatieoptie van een binnenunit instellen (geschikt voor de conditie van elke installatielocatie)
Binnenunit
1(L)
F2
F1
2(N)
4.
Stel de optie binnenunit in met behulp van de draadloze afstandsbediening.
X 1-WEGS/2-WEGS/4-WEGS MODEL: Afvoerpomp (SEG8) zal ingesteld worden op ‘GEBRUIK + 3 minuten vertraging’ zelfs
wanneer de afvoerpomp ingesteld staat op 0.
X 1-WEGS/2-WEGS/4-WEGS, DUCTMODEL: Aantal uren met filter (SEG18) zal ingesteld worden op ‘1000 uur’ zelfs als de SEG18
ingesteld staat op behalve voor 2 of 6.
X Wanneer de optie ingesteld wordt op andere waarden dan de hierboven staande SEG-waarden, zal de optie ingesteld wor-
den op “0”.
X De optie centrale bediening SEG5 staat ingesteld op (gebruiken) dus u hoeft de optie centrale bediening niet extra in te
stellen. Indien de centrale bediening niet is aangesloten, maar geen foutbericht weergeeft, dan moet u de optie centrale
bediening instellen op 9 (niet gebruiken) om de binnenunit uit te sluiten van de centrale bediening.
X De uitvoer van heet water in SEG9 wordt gegenereerd vanaf de hete spoel van het aansluitblok in leidingmodellen.
F4
F3
F1 F2
V2
V1
1(L) 2(N)
2
1
HETE
SPOEL
WISSELSTROOM
BUITENCOMMUNICATIE
Bedrade
afstandsbediening
DC 12V
* De uitvoer van de hete spoelterminal is AC 220
V / 230 V (Hetzelfde als de invoerstroom van de
binnenunit)
COM1 COM2
(+)
L N
(-)
X De externe uitvoer van SEG15 wordt gegenereerd door de MIM-B14-aansluiting. (Raadpleeg de handleiding van MIM-B14.)
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
0 2 Drogen met verdamper
Gebruik van de externe
kamertemperatuursensor /
De werking van de ventilator
minimaliseren wanneer de
thermostaat is uitgeschakeld
Gebruik van centrale regeling
Toerentellercompensatie voor
ventilator
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1 Gebruik van de afvoerpomp
Gebruik van het
heetwatertoestel
-
EEV-stap als de
verwarming stopt
-
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2 Gebruik van externe regeling
De uitvoer van externe
bediening instellen / Extern
verwarmingssignaal /
Werkingssignaal koeling / Signaal
van vrije bediening van koeling
S-Plasma ion Zoemer regeling Uren filtergebruik
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3
Individuele bediening van een
afstandsbediening
Verwarming instelling
compensatie /
Condenswater verwijderen in
verwarmingsmodus
Aangepaste EEV-stap
van gestopte unit
tijdens olieterugvoer/
ontdooimodus.
Bewegingssensor
-
Q
Installatieoptie 02-reeks
52_ uw airconditioning installeren
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie
Optie-nr.: 02XXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg Pagina Modus Drogen met verdamper
Gebruik van de externe kamertemperatuursensor /
De werking van de ventilator minimaliseren wanneer de
thermostaat is uitgeschakeld
Gebruik van
centrale regeling
Toerentellercompensatie
voor ventilator
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie Details
Gebruik van externe
kamertemperatuursensor
De werking van de
ventilator minimaliseren
wanneer de thermostaat
is uitgeschakeld
02
0 Onbruik
0 Standaard Standaard
0 Onbruik
0 Onbruik
1 Gebruik Onbruik
2 Onbruik
Gebruik (verwarming)
(*2)
2 Gebruik (5 min.) (*1)
3 Gebruik
Gebruik (verwarming)
(*2)
4 Onbruik Gebruik (Koeling) (*2)
1
RPM
-compensatie
5 Gebruik Gebruik (Koeling) (*2)
4
Gebruik (10 min.)
(*1)
6 Onbruik
Gebruik (Verwarming/
Koeling) (*2)
1 Gebruik
7 Gebruik
Gebruik (Verwarming/
Koeling) (*2)
8 Onbruik
Gebruik (Koeling uiterst
trage ventilator ) (*2)
2
KIT voor
hoog plafond
(alleen
4-wegs
model)
6
Gebruik (30 min.)
(*1)
9 Gebruik
Gebruik (Koeling uiterst
trage ventilator ) (*2)
A Onbruik
Gebruik (Verwarming/
Koeling uiterst trage
ventilator ) (*2)
B Gebruik
Gebruik (Verwarming/
Koeling uiterst trage
ventilator ) (*2)
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg Pagina Gebruik van de afvoerpomp Gebruik van het heetwatertoestel
EEV-stap als de
verwarming stopt
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
1
0 Onbruik 0 Onbruik 0 Standaard
1 Gebruik 1 Gebruik (*3)
1
Aangepaste
instelling van
EEV-stap
2
Wanneer een
binnenunit stopt,
werkt de afvoerpomp
gedurende 3 min.
3 Gebruik (*3)
Optie SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
Uitleg Pagina Gebruik van externe regeling
De uitvoer van externe bediening instellen /
Extern verwarmingssignaal / Werkingssignaal
koeling /
Signaal van vrije bediening van koeling
S-Plasma ion Zoemer regeling Uren filtergebruik
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
2
0 Onbruik 0 Externe regeling (Thermostaat aan)
0 Onbruik 0
Zoemer
gebruiken
2 1000 uur1
Aan/Uit
regeling”
1 Externe regeling (Werking aan)
2 Extern verwarmingssignaal (*4)
2
“Regeling
uit”
3 Extern verwarmingssignaal (*4)
4 Bedieningssignaal koeling (*5)
1 Gebruik 1
Zoemer niet
gebruiken
6 2000 uur
3
“Scherm van
Aan/Uit-
regeling”
5
Vrije bediening van koeling
(Thermostaat van koeling aan) (*6)
6
Vrije bediening van koeling (Koeling/
Drogen Thermostaat aan) (*6)
Q
Installatieoptie 02-reeks (gedetailleerd)
uw airconditioning installeren _53
NEDERLANDS
Optie SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
Uitleg Pagina
Individuele
bediening van een
afstandsbediening
Verwarming instelling compensatie /
Condenswater verwijderen in verwarmingsmodus
Aangepaste EEV-stap
van gestopte unit
tijdens olieterugvoer/
ontdooimodus.
Bewegingssensor
Indicatie
en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie Details
Verwarming
instelling
compensatie
Condenswater
verwijderen in
verwarmingsmodus
3
0 of 1 kanaal 1
0 Standaard Onbruik
0 Standaard
0 Onbruik
1 2 °C Onbruik 1
Uitschakelen binnen 30 min. zonder
beweging
2 kanaal 2
2 5 °C Onbruik 2
Uitschakelen binnen 60 min. zonder
beweging
3 Standaard Gebruik (*7)
3
Uitschakelen binnen 120 min. zonder
beweging
3 kanaal 3
4
Uitschakelen binnen 180 min. zonder
beweging
4 2 °C Gebruik (*7)
1
Aangepaste
EEV-positie
5
Uitschakelen binnen 30 min. zonder
beweging of *geavanceerde functie
4 kanaal 4
6
Uitschakelen binnen 60 min. zonder
beweging & *geavanceerde functie
7
Uitschakelen binnen 120 min. zonder
beweging & *geavanceerde functie
5 5 °C Gebruik (*7)
8
Uitschakelen binnen 180 min. zonder
beweging & *geavanceerde functie
* Geavanceerde functie: Koelings-/verwarmingsstroom of energiebesparing met bewegingsdetectie.
(*1) Wanneer de koel- of droogmodus uitgeschakeld is. De binnenventilator werkt gedurende de ingestelde minuten.
(*2) De werking van de ventilator minimaliseren wanneer de thermostaat is uitgeschakeld
- De ventilator werkt gedurende 20 seconden met een interval van 5 minuten in de heat-modus.
- Ventilator stopt of werkt uiterst traag bij koelen wanneer de thermostaat uitgeschakeld is.
(*3) 1: De ventilator wordt continu ingeschakeld wanneer het heetwatertoestel ingeschakeld is;
3: De ventilator wordt uitgeschakeld wanneer het heetwatertoestel ingeschakeld is met een binnenunit voor alleen koelen
Binnenunit voor alleen koelen: Voor het gebruik van deze optie installeert u de schakelaar 'Modus selecteren' (MCM-C200) op de buitenunit en
herstelt u deze als koelmodus.
(*4) Als een van onderstaande punten 2 of 3 wordt gebruikt als Aan/Uit-signaal van de externe warmteopwekker, zal het signaal voor de externe
contactregeling niet worden uitgevoerd.
2: De ventilator wordt continu ingeschakeld wanneer de externe warmteopwekker ingeschakeld is.
3: De ventilator wordt uitgeschakeld wanneer de externe warmteopwekker ingeschakeld is met een binnenunit voor alleen koelen
Alleen binnenunit koelen: Voor het gebruik van deze optie installeert u de schakelaar 'Modus selecteren' (MCM-C200) op de buitenunit en herstelt
u deze als koelmodus.
- Als de ventilator is uitgeschakeld voor een binnenunit voor alleen koelen door het instellen van SEG9=3 of SEG15=3, hebt u een externe sensor of
sensor van bedrade afstandsbediening nodig om de exacte binnentemperatuur te bepalen.
(*5) Wanneer de binnenunit in koel- of droogmodus is, is het uitvoersignaal 'AAN'.
(*6) Voor vrije bediening van de koeling is een besparende bediening vereist.
(*7) Als de airconditioner opereert in de verwarmingsmodus onmiddellijk na het einde van de koelmodus, wordt het condenswater in de afvoerbak
omgezet in waterstoom door de hitte van de warmtewisselaar van de binnenunit. Aangezien de waterdamp kan condenseren op de binnenunit
en in een woonruimte kan neervallen, gebruikt u deze functie om de waterdamp uit de binnenunit te verwijderen door de ventilator te laten
draaien (maximaal 20 minuten), ook al is de binnenunit uitgeschakeld nadat de koelmodus is omgeschakeld naar de verwarmingsmodus.
X Installeer de elektronische verwarming niet in het luchtstroomkanaal van de ventilator in de binnenunit.
Luchtstroom
Zijde voor zuiging
Zijde voor afvoer
De elektronische verwarming
dient niet te worden geïnstalleerd.
Kanaal Binnenunit
LET OP
54_ uw airconditioning installeren
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie
Optie-nr.: 05XXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg Pagina Modus
Gebruik van Automatische
wisseling voor alleen HR in
Automodus / Gebruik van
binnenunit van HR voor
alleen koelen
(Bij het instellen van SEG3)
Oset van standaard
verwarmingstemp.
(Bij het instellen van SEG3)
Oset van standaard
koeltemp.
(Bij het instellen van
SEG3) Standaard
voor moduswijziging
Verwarming Koeling
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
05
0
Productoptie
volgen
0 0 °C 0 0 °C 0 1 °C
1 0,5 °C 1 0,5 °C 1 1,5 °C
1
Gebruik
Automatisch
wisselen
alleen voor HR
2 1 °C 2 1 °C 2 2 °C
3 1,5 °C 3 1,5 °C 3 2,5 °C
4 2 °C 4 2 °C 4 3 °C
2
Gebruik
binnenunit
voor alleen
koelen voor
HR
5 2,5 °C 5 2,5 °C 5 3,5 °C
6 3 °C 6 3 °C 6 4 °C
7 3,5 °C 7 3,5 °C 7 4,5 °C
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg Pagina
(Bij het instellen van
SEG3) Standaard voor
moduswijziging Koeling
Verwarming
(Bij het instellen van SEG3)
Tijd die nodig is voor
moduswijziging
Compensatie-optie voor een
lange buis of hoogteverschil
tussen binnenunits
MTFC (*3)
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
1
0 1 °C 0 5 min. 0 Standaard
0 Standaard
1 1,5 °C 1 7 min.
1
(*1)
Hoogteverschil
is meer dan 30
m of (*2) Afstand
is langer dan
110 m
2 2 °C 2 9min.
3 2,5 °C 3 11min.
4 3 °C 4 13min.
2
(*1)
Hoogteverschil
is 15~30 m of
(*2) Afstand is
50~110 m
2 Gebruik
5 3,5 °C 5 15min.
6 4 °C 6 20min.
7 4,5 °C 7 30min.
Q
Installatieoptie 05-reeks (gedetailleerd)
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
05
Gebruik van Automatische wisseling
voor alleen HR in Automodus /
Gebruik van binnenunit van HR voor
alleen koelen
(Bij het instellen van SEG3)
Oset van standaard
verwarmingstemp.
(Bij het instellen van
SEG3) Oset van
standaard koeltemp.
(Bij het instellen van
SEG3) Standaard
voor moduswijziging
Verwarming
Koeling
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1
(Bij het instellen van SEG3) Standaard
voor moduswijziging Koeling
Verwarming
(Bij het instellen van SEG3) Tijd die
nodig is voor moduswijziging
Compensatie-optie voor een
lange buis of hoogteverschil
tussen binnenunits
MTFC (*3) -
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2- - - -
Bedieningsvariabelen bij
gebruik van warm water/
externe verwarmer (*4)
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3- - -
Geforceerde
ventilatorbediening voor
verwarming en koeling
-
Q
Installatieoptie 05-reeks
uw airconditioning installeren _55
NEDERLANDS
Optie SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
Uitleg
Bedieningsvariabelen bij gebruik van warm water/externe verwarmer
(*4)
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie
Details
Schakel temp. voor verwarmer
Aan/Uit
Vertragingstijd voor
warmteopwekker aan
2
0
Tegelijkertijd met thermostaat
aan
Geen vertraging
1
Tegelijkertijd met thermostaat
aan
10 minuten
2
Tegelijkertijd met thermostaat
aan
20 minuten
3 1,5 °C Geen vertraging
4 1,5 °C 10 minuten
5 1,5 °C 20 minuten
6 3,0 °C Geen vertraging
7 3,0 °C 10 minuten
8 3,0 °C 20 minuten
9 4,5 °C Geen vertraging
A 4,5 °C 10 minuten
B 4,5 °C 20 minuten
C 6,0 °C Geen vertraging
D 6,0 °C 10 minuten
E 6,0 °C 20 minuten
Optie SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
Uitleg Pagina Ventilatorbediening voor verwarming en koeling forceren
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie
Details
Instelling koelventilator Instelling verwarmingsventilator
3
0
Onbruik Onbruik
1
Onbruik Gebruik (Ventilator: Gebruikersinstelling)
2
Onbruik Gebruik (Ventilator: Hoog)
3
Onbruik Gebruik (Ventilator: Laag)
4
Gebruik (Ventilator: Gebruikersinstelling) Onbruik
5
Gebruik (Ventilator: Gebruikersinstelling) Gebruik (Ventilator: Gebruikersinstelling)
6
Gebruik (Ventilator: Gebruikersinstelling) Gebruik (Ventilator: Hoog)
7
Gebruik (Ventilator: Gebruikersinstelling) Gebruik (Ventilator: Laag)
8
Gebruik (Ventilator: Hoog) Onbruik
9
Gebruik (Ventilator: Hoog) Gebruik (Ventilator: Gebruikersinstelling)
A
Gebruik (Ventilator: Hoog) Gebruik (Ventilator: Hoog)
B
Gebruik (Ventilator: Hoog) Gebruik (Ventilator: Laag)
C
Gebruik (Ventilator: Laag) Onbruik
D
Gebruik (Ventilator: Laag) Gebruik (Ventilator: Gebruikersinstelling)
E
Gebruik (Ventilator: Laag) Gebruik (Ventilator: Hoog)
F
Gebruik (Ventilator: Laag) Gebruik (Ventilator: Laag)
(*1)
Hoogteverschil: Het verschil in hoogte tussen de overeenstemmende binnenunit en de binnenunit die geïnstalleerd is op de laagste plaats.
Bijvoorbeeld: als de binnenunit 40 meter hoger is geïnstalleerd dan de binnenunit die geïnstalleerd is op de laagste plaats,
selecteert u optie ‘1’.
(*2)
Afstand: Afstand : Het verschil tussen de buislengte van de binnenunit die het verst van een buitenunit is geïnstalleerd en de buislengte van de
overeenstemmende binnenunit van een buitenunit.
Bijvoorbeeld: als de verste buislengte 100 m bedraagt en de overeenstemmende binnenunit zich op 40 m van een buitenunit bevindt,
selecteer dan optie ‘2’. (100 - 40 = 60m)
(*3)
Voor optie MTFC, is de MTFC (Multi Tenant Function Controller)-kit vereist.
(*4)
Bediening van de verwarmer wanneer de SEG9 van de installatieoptie van de 02-reeks is ingesteld op het gebruik van warm water of wanneer
SEG15 is ingesteld op het gebruik van de externe verwarming.
bv. 1) Instelling 02-reeks SEG9 =’1’ / Instelling 05-reeks SEG18 = ‘0’: Het heetwatertoestel wordt ingeschakeld op hetzelfde ogenblik als de
verwarmingsthermostaat ingeschakeld wordt, en wordt uitgeschakeld wanneer de verwarmingsthermostaat wordt uitgeschakeld.
vb. 2) Instelling 02-reeks SEG15 =’2’ / Instelling 05-reeks SEG18 =’A’: Kamertemp. ≤ ingestelde temp. + f(verwarmingscompensatietemp.)
- De externe verwarmer wordt ingeschakeld wanneer de temperatuur gedurende 10 minuten op 4,5 °C wordt behouden.
Kamertemp. > ingestelde temp. + f(verwarmingscompensatietemp.)
- De externe verwarmer wordt uitgeschakeld wanneer de temperatuur wordt behouden op 4,5 °C + 1 °C (1 °C is de Hysteresis voor
Aan/Uit-selectie.)
56_ uw airconditioning installeren
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie
Meer informatie SEG 3, 4, 5, 6, 8, 9
Wanneer de SEG 3 is ingesteld op "1" en de bewerking Automatisch wisselen alleen voor HR wordt uitgevoerd, werkt dit
als volgt.
De modus Koeling/verwarming kan worden gewijzigd wanneer de modus Thermo
uit behouden blijft tijdens de periode met SEG9.
A : Ingesteld op SEG4 (˚C)
B : Ingesteld op SEG5 (˚C)
C : Ingesteld op SEG6 (˚C)
D : Ingesteld op SEG8 (˚C)
Koelingsthermostaat
uit
Verwarmingsthermostaat
uit
Koelingsthermostaat
aan
Verwarmingsthermostaat
aan
BC
D
Ts
A
c
a
Temp.
d
b
Standaardtemp.
voor Verwarming
Standaardtemp.
voor Koeling
Standaardtemp. voor
Verwarming
Koeling
Standaardtemp.
voor Koeling
Verwarming
Ingestelde
temperatuur
voor Auto-modus
uw airconditioning installeren _57
NEDERLANDS
Een bepaalde optie wijzigen
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS
De optiemodus die u
wilt wijzigen
De tien tekens van
een optie-SEG die u
wilt wijzigen
De eenheidtekens
van een optie-SEG
die u wilt wijzigen
De gewijzigde
waarde
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0D
Optiemodus
1~6
Tien teken
van SEG
0~9
Eenheidteken
van SEG
0~9
De
gewijzigde
waarde
0~F
U kunt elk teken van de instellingsoptie wijzigen.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS
De optiemodus die
u wilt wijzigen
De tien tekens van
een optie-SEG die u
wilt wijzigen
De eenheidtekens
van een optie-SEG
die u wilt wijzigen
De gewijzigde
waarde
Indicatie 0 D 2171
Stel bij het wijzigen van een teken van een adresinsteloptie van een binnenunit de SEG3 als A in.
Stel bij het wijzigen van een teken van een installatieoptie van een binnenunit de SEG3 als “2” in.
Bv.) Bij het instellen van de zoemer-bediening’ naar de niet gebruiken status.
Opmerking
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Samsung AM050NXMDER/EU Handleiding

Type
Handleiding