32_ uw airconditioning installeren
1.
Plaats om condensatieproblemen te voorkomen T13,0 of
een dikker Acrylonitril Butadieen Rubber om elk van de
koelmiddelpijpen.
Zorg ervoor dat de naad van de pijpen altijd
naar boven wijzen.
Opmerking
Geen ruimte
NBRT(T13,0 of dikker)
2.
Wikkel isolatietape om de pijpen en afvoerslang en zorg er
daarbij voor dat de isolatie niet te veel geplet wordt.
Isolatie bedekkingpijp
Binnenunit
Zorg ervoor dat de isolatie
overlapt
Isolatiepijp
Moet dicht tegen het
apparaat aanzitten
zonder tussenruimte.
LET OP
3.
Wikkel isolatietape om de rest van de pijpen die leiden naar de
buitenunit.
4.
De pijpen en elektriciteitskabel die aangesloten zijn tussen de
binnenunit en de buitenunit moeten in de muur geïnstalleerd
worden met geschikte leidingen.
Als u eenmaal hebt gecontroleerd dat er geen lekkages zijn in het
systeem kunt u de pijpen en de slang isoleren.
Isolatie
Alle koelmiddel verbindingen moeten toegankelijk zijn
zodat er onderhoud op de unit uitgevoerd kan worden en
ze geheel verwijderd kunnen worden.
LET OP
X Installeer de isolatie niet om de pijp wijder te maken en
gebruik het hechtmiddel op de verbindingsdelen om te
voorkomen dat er vocht binnen kan komen.
X Wikkel isolatietape om de koelmiddelpijp als deze
blootgesteld wordt aan direct zonlicht.
X Installeer de koelmiddelpijp en zorg ervoor dat de isolatie
niet dunner wordt op het gebogen deel van de pijp of
ophangdraad.
X Voeg meer isolatie toe als de isolatieplaat dunner wordt.
Extra isolatie
Koelmiddelpijp isolatie
a×3
a
Ophangdraad
LET OP
5.
Selecteer de isolatie van de koelmiddelpijp.
X Isoleer de pijp aan de gas- en vloeistofzijde met een dikte
die gebaseerd is op de pijpgrootte.
X
In een normale omgeving is de binnentemperatuur 30°C
en de luchtvochtigheid 85%. Gebruik één graad dikkere
isolatiemateriaal, wanneer de airconditioner in een omgeving
wordt bevestigd met een hoge luchtvochtigheid. Gebruik
hiervoor onderstaande tabel. Indien bevestiging plaatsvindt in
een ongunstige omgeving, kiest u voor één graad dikker.
X De hittebestendige temperatuur van de isolatie moet meer
zijn dan 120°C.
Installatie afvoerpijp en afvoerslang
1.
Installeer de afvoerpijp zo kort mogelijk.
X Geef de afvoerpijp een lichte helling voor een goede afvoer
van gecondenseerd water.
X Er mag geen ruimte zitten tussen het verbindingsdeel zodat
de afvoerpijp niet verwijderd is van de flexibele slang.
2.
Isoleer de afvoerpijp en maak deze zoals aangegeven vast.
X De gehele afvoerpijp moet geïsoleerd worden met 5t (of
meer) isolatie om zo watercondensatie te voorkomen.
Isolatie afvoerpijp
Band
Band
Flexibele
slang
Ingang
afvoerslang
Afvoerpijp
Kleefmiddelen
Isolatie afdekband
Isolatie afdekafvoer
Band(niet meegeleverd)
Binnenunit
Leiding
Leiding
afmetingen
Isolatie Type(Verwarmen/Koelen)
Opmerkingen
Standaard
[30°C, 85%]
Hoge vochtigheid
[30°C, Meer dan 85%]
EPDM,NBR
Vloeistofleiding
Ø6.35 ~ Ø9.52 9t
o
Interne
temperatuur
is hoger dan
120°C
Ø12.7 ~ Ø50.80 13t
o
Gasleiding
Ø6.35 13t 19t
Ø9.52 ~ Ø25.40
19t
25t
Ø28.58 ~ Ø44.45 32t
Ø50.80 25t 38t
7
Bij het installeren van isolatie op onderstaande plekken en onder
de onderstaande omstandigheden moet u isolatie gebruik die
bestemd is voor omstandigheden met hoge vochtigheid.
<Geologische omstandigheden>
- Plekken met hoge vochtigheid, zoals aan de kust, bij warme
springbronnen, bij een meer of rivier, en rug (wanneer een deel
van een gebouw bedekt is met aarde en zand.)
<Bedieningsomstandigheden>
- Plafond restaurant, sauna, zwembad, etc.
<Bouwomstandigheden>
- Het plafond wordt regelmatig blootgesteld aan vocht en koeling
en is niet afgedekt. bijv. de geïnstalleerde pijp in een hal van een
slaapkamer en studio of in de buurt van een uitgang die vaak
geopend en gesloten wordt.
- De plek waarop de pijp geïnstalleerd is, is zeer vochtig vanwege
het ontbreken van een ventilatiesysteem.