Juno JVZ9491 Handleiding

Type
Handleiding
JVZ 9491
GEBRAUCHSANWEISUNG
OPERATING INSTRUCTIONS
MODE D’EMPLOI
GEBRUIKSAANWIJZING
2222 318-03
51
INHOUD
Waarschuwingen en belangrijke adviezen .....................blz. 52
Installatie.................................blz. 53
Voorwoord ................................blz. 53
Transport .................................blz. 53
Transportschade ..............................blz. 53
Plaats van opstelling .............................blz. 53
Eerste reiniging ...............................blz. 53
Elektrische aansluiting ............................blz. 53
Inbouw-aanwijzingen ............................blz. 54
Hoogte-instelling ..............................blz. 54
Montage van de zijpanelen ...........................blz. 54
Montage van de decorpanelen..........................blz. 55
Opstellen .................................blz. 57
Aanbrengen van de plint............................blz. 58
De bediening ...............................blz. 59
Bedieningspaneel ..............................blz. 59
Bediening .................................blz. 59
Rode lampje “te warm” ............................blz. 59
Elektronische thermometer ...........................blz. 59
Interieur .................................blz. 60
Koelruimte ................................blz. 61
Lage-temperatuurvak.............................blz. 61
Invriezer .................................blz. 62
Tips voor het invriezen ............................blz. 62
Bewaren van diepvriesprodukten .........................blz. 62
Drankendispenser ..............................blz. 63
IJsblokjeshouder ..............................blz. 63
Ontdooien van diepvriesprodukten ........................blz. 63
Onderhoud ................................blz. 64
Reinigen van de binnenkant ..........................blz. 64
Ontdooien van de koelruimte ..........................blz. 64
Tijdelijk buiten gebruik stellen ..........................blz. 64
Vervangen verlichtingslampjes..........................blz. 64
Eenvoudige storingen ............................blz. 65
Garantiebepalingen en service .........................blz. 66
TECHNISCHE GEGEVENS
LICHTNETSPANNING EN -FREKWENTIE 220-230 V / 50 Hz
AANSLUITWAARDE 235 W
NETTO INHOUDEN: koelruimte 266 liter
vriesruimte 96 liter
lage-temperatuurruimte 28 liter
INVRIESVERMOGEN IN 24 UUR 12 kg
ONTDOOIING koelverdamper automatisch
vriesverdamper automatisch
Gedrukt op kringlooppapier
52
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat be-
horende instruktieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of
verkocht worden, of zou het apparaat in het huis
van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de
nieuwe gebruik(st)er over het instruktieboekje en
de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen
beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en an-
dermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in
gebruik neemt.
ª Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn uit-
sluitend bedoeld voor het bewaren en/of invriezen
van eet- of drinkbare produkten.
Het gebruik voor andere doeleinden kan schade of
letsel tot gevolg hebben.
ª Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het ge-
bruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinde-
ren het apparaat te laten bedienen of als speelgoed
te laten gebruiken.
ª Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elek-
trische huisinstallatie of het aansluitsnoer, ten be-
hoeve van de installatie van dit apparaat, mag uit-
sluitend door een daartoe bevoegd persoon uitge-
voerd worden.
Het betreffende stopkontakt dient, ook na eventue-
le onder- of inbouw, gemakkelijk bereikbaar te zijn.
Werkzaamheden welke door personen zonder de
noodzakelijke kennis uitgevoerd worden, kunnen
schade of letsel tot gevolg hebben.
ª Laat inspektie- en/of herstelwerkzaamheden uit-
voeren door de servicedienst van de fabrikant of
door een door de fabrikant bevoegd verklaarde ser-
vicedienst en laat geen andere dan originele DIS-
TRIPARTS onderdelen plaatsen.
ª Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit ap-
paraat of de eigenschappen daarvan te veranderen.
ª Overtuig u er van dat het apparaat niet op het aan-
sluitsnoer staat.
ª De warmte welke het apparaat aan de spijzen en
dranken ontrekt, moet onbelemmerd aan de omge-
ving afgestaan kunnen worden. Slechte ventilatie
onder, achter en boven het apparaat resulteert in
slechte koel- en/of vriesprestaties door ongewild tij-
delijk uitschakelen van de kompressor of onjuiste
werking van de absorptie-unit.
ª Plaats het apparaat met z’n achterkant zo dicht mo-
gelijk bij een muur. Hiermee voorkomt u verbrandings-
letsel door aanraking van hete tot zeer hete delen.
ª Neem vóór u aan ontdooien, schoonmaakwerk-
zaamheden of het verwisselen van het, eventueel
aanwezige, verlichtingslampje begint altijd de ste-
ker uit het stopkontakt.
ª Volg de raadgevingen van de fabrikant op met be-
trekking tot waar en hoe u spijzen en dranken be-
waart of invriest.
Ontdooide diepvriesprodukten mogen, om gezond-
heidsredenen, niet wederom ingevroren worden.
ª De vriezende binnenwanden of -vlakken in het ap-
paraat bevatten koelmiddel. Plaats geen scherpe
voorwerpen tegen zo’n wand of vlak en schraap
evenmin met metalen voorwerpen rijp of ijs af. Lek-
kage kan het gevolg zijn, hetgeen een onherstelba-
re schade aan het apparaat en bederf van de le-
vensmiddelen veroorzaakt.
ª Afhankelijk van de wijze van transport kan olie vanuit
de kompressor in het koelcircuit gevloeid zijn. Wacht,
na het plaatsen van het apparaat, ten minste een half
uur alvorens de steker in het stopkontakt te steken.
Na achteroverliggend vervoer ten minste een halve
dag. Daarmee geeft u de olie de gelegenheid in de
kompressor terug te vloeien.
Apparaten welke van een absorptie-unit voorzien
zijn kunnen direkt in bedrijf genomen worden.
Kontroleer cirka 24 uur na het in bedrijf stellen of
het apparaat naar behoren werkt.
ª Dit apparaat is zwaar. Delen van randen aan achter-
en onderkant kunnen scherp zijn. Wees voorzichtig
bij het tillen.
ª Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende
dranken in het vriesvak, het vriesgedeelte of de
vriezer; de blikjes of flesjes kunnen door bevriezing
van de inhoud exploderen.
ª Plaats NOOIT explosieve stoffen in het apparaat,
zoals gasvullingen, benzine, ether aceton enzo-
voorts.
ª Het direkt vanuit een vriesvak, vriesgedeelte of vrie-
zer konsumeren van ijslollies en dergelijke, kan ver-
branding van de mondhuid tot gevolg hebben;
wacht even.
ª Tracht, in geval van storing of een defekt, dit appa-
raat niet zelf te repareren. Reparaties welke door
niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kun-
nen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg EL-
GROEP SERVICE of een door de fabrikant bevoegd
verklaarde servicedienst.
AFDANKEN. Verwijder de deur(en) of het deksel en
knip het aansluitsnoer af, zodat, in afwachting van
wegbrengen of weghalen, spelende kinderen er zich
niet in op kunnen sluiten of aan een elektrische schok
bloot kunnen staan.
Belangrijk
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in
de isolatie, geen ozon-onvriendelijke stoffen. Des-
alniettemin moet het verschrotten van het ap-
paraat volgens de ten tijde van het verschrotten
en/of recyclen geldende regels gebeuren.
53
INSTALLATIE
Voorwoord
Indien dit apparaat in de plaats van een oud model
met haak- of veersluiting of afsluitbaar slot opgesteld
wordt, dan is het raadzaam de sluiting van het oude
apparaat, indien dat terzijde gezet wordt, onbruikbaar
te maken.
Hiermee wordt voorkomen dat spelende kinderen zich
erin op laten sluiten, hetgeen levensgevaarlijk is.
Transport
Indien, noodzakelijkerwijs, dit apparaat niet rechtop
vervoerd werd, dan moet met het in bedrijf stellen ten-
minste een halve dag gewacht worden, teneinde de
olie de gelegenheid te geven in de kompressormoto-
ren terug te vloeien.
Transportschade
Meld zichtbare transportschade direkt bij uw leveran-
cier of de bezorger.
Plaats van opstelling
Plaats het apparaat uit de buurt van warmtebronnen:
centrale verwarming, kachels, felle zonnestralen enz.
De beste resultaten worden bereikt met een ruimte-
temperatuur tussen +16°C en +32°C (N-Klasse), of
tussen +10°C en +32°C (SN-Klasse). De klasse staat
op het typeplaatje vermeld.
Zie voor inbouw de betreffende aanwijzingen.
Eerste reiniging
In de nieuwtoestand kan de binnenkant enigszins
“technisch” ruiken. Deze geur is eenvoudig weg te ne-
men: uitlappen met lauwwarm water waaraan een
weinig azijn of soda toegevoegd is, daarna goed
droogzemen.
Gebruik geen agressieve of schurende schoonmaak-
middelen.
Elektrische aansluiting
De kast moet aangesloten worden op een lichtnet-
spanning van 220-230 V / 50Hz. Overtuigt u zich er-
van, vóór u de kast installeert, dat deze gegevens
overeenkomen met die op het typeplaatje, op de linker
zijwand in de koelruimte.
Het betreffende stopkontakt moet van (aangesloten
en funktionerende) aardkontakten voorzien zijn.
Na plaatsing van de kast moet het stopkontakt bereik-
baar blijven.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of
letsel, ontstaan door het niet voldoen aan deze vei-
ligheidsvoorschriften.
Dit apparaat voldoet aan de EG-richtlijn 87/308 van
2.6.87 met betrekking tot de radio-ontstoring.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-
richtlijnen:
- 73/23 EG-richtlijn van 19/02/73 (Laagspanning) en
opeenvolgende wijzingen;
- 89/336 EG-richtlijn van 03/05/89 (Elektromagneti-
sche compatibiliteit) en opeenvolgende wijzingen.
54
INBOUW-AANWIJZINGEN
Hoogte-instelling
De hoogte van het apparaat kan aan die van de ande-
re keukenkastjes, tussen 820 mm en 870 mm, aange-
past worden (Fig. 1).
Fig. 1
Vòòr het tussenbouwen moeten de achterste voetjes
en wieltjes op hoogte ingesteld worden. De uitgangs-
hoogte van de wieltjes is 820 mm. Om het apparaat
op een hoogte van 870 mm te brengen, draait u de
vier voetjes met de meegeleverde sleutel op hoogte,
verwijdert u de wieltjes en zet deze weer vast op een
lagere stand (Fig. 2).
Fig. 2
820
870
820
870
Montage van de zijpanelen
ª Monteer de hoeklijnen op de panelen volgens de
tekening (zie Fig. 3).
De maat 132 mm is bedoeld voor een 100 mm hoge
plint onder het paneel. Is de plint hoger of lager,
dan moet ook de maat 132 mm evenredig groter of
kleiner gekozen worden.
Fig. 3
ª Zet de panelen tegen het apparaat (Fig. 4).
ª Monteer de haakse beugeltjes aan de achterkant.
Let hierbij op de dikte van de panelen (max. breedte
van het meubel 900 mm).
ª Bevestig de panelen aan de voorkant.
Monteer bij panelen welke dunner dan 20 mm zijn,
naast de zijkant van de scharnieren de meegelever-
de opvulplaatjes A (Fig. 4).
Fig. 4
15
820
15
280
541
20
5765
132
1052
275
RECHTER
ZIJPANEEL
VOORRAND
BINNENKANT
ACHTERRAND
A
55
Montage van de decorpanelen
ª Maak gaatjes in de decorpanelen volgens de teke-
ning en monteer de grijpbeugeltjes (zie Fig. 5).
Fig. 5
ª Richt het apparaat vòòr u de decorpanelen mon-
teert zorgvuldig uit.
ª Open een van de twee onderdeuren en het betref-
fende scharnier, schuif het decorpaneel door mid-
del van het beugeltje A in de daarvoorbestemde
geleider op de deur van het apparaat.
ª Schroef het decorpaneel vast in het verticale schar-
niergaatje (Fig. 6).
Fig. 6
ª Draai het onderbeugeltje C met twee schroeven
vast en bevestig het scharnier met een schroef in
het verticale gaatje (zie Fig. 7).
BOVEN
DEURTJE 
RECHTS
360,5
97
77
3 MIN
444 MIN.
447 MAX.
11
1052
577
1034
561
20
5
20
11
BOVEN
DEURTJE 
LINKS
ONDER
DEURTJE 
RECHTS
ONDER
DEURTJE 
LINKS
A
A
ª Doe de deur weer dicht en controleer dat het de-
corpaneel op de gewenste hoogte geplaatst is.
ª Herhaal de handelingen voor de andere onderdeur.
ª Open de onderdeur en plaats de strook E op het
decorpaneel. Open de bovendeur en het betreffen-
de scharnier.
ª Steun het bovendecorpaneel op strook E en schuif
het door middel van beugeltje F in de daarvoorbe-
stemde geleider (Fig. 8).
Fig. 7
Fig. 8
C
E
F
E
56
Fig. 9
ª Schroef het decorpaneel aan het bovenscharnier
vast in het verticale gaatje.
ª Draai het onderbeugeltje G met twee schroeven
vast en bevestig het scharnier met een schroef in
het verticale gaatje (zie Fig. 9).
ª Herhaal de handelingen voor de andere bovendeur.
Controleer dat de decorpanelen horizontaal uitge-
richt zijn; verbeter hun positie zonodig (Fig. 10).
ª Doe de deuren weer open en maak met een
2,5 mm boor een gaatje in het midden van de hori-
zontale openingen van het scharnier.
Schroef de scharnieren hierin vast en verwijder de
andere schroeven uit de verticale openingen (Fig. 11).
ª Controleer dat de decorpanelen verticaal uitgericht
zijn; verbeter hun positie zonodig (Fig. 12).
Fig. 10
G
Fig. 11
ª Richt de decorpanelen t.o.v. elkaar uit door de
schroeven van de grijpbeugeltjes enigzins los te
draaien en de daarvoorbestemde meegeleverde
opvulstukjes erin te schuiven (Fig. 13).
Fig. 12
Fig. 13
57
Fig. 14
ª Open als laatste de deuren weer en boor met een
2,5 mm punt in de decorpanelen in het gaatje van
het scharnier; draai de schroeven vast (Fig. 14).
Opstellen
ª Breng het apparaat naar z’n definitieve plaats.
ª Bevestig het apparaat aan de muur door middel
van de meegeleverde beugel (Fig. 15).
Laat ten behoeve van de noodzakelijke ventilatie,
ruimte boven de kast vrij. Wordt boven het apparaat
nog een kastje aan de muur bevestigd, houd dat dan
tenminste 50 mm van de muur en zorg voor een ruim-
te van 50 mm tussen de bovenkant van dat kastje en
het plafond (Fig. 16).
Fig. 15
Fig. 16
25
50
50
58
Aanbrengen van de plint
Voor hoogte 820 mm
ª Bij een plinthoogte van 140 tot 170 mm, een uitspa-
ring zoals in de figuur getekend maken (Fig. 17).
ª Bij een plinthoogte groter dan 100 maar kleiner dan
140 mm, het meegeleverde aanvulstuk op maat
snijden en door middel van snappen onder het ven-
tilatierooster monteren (Fig. 18).
ª Bij een plinthoogte van 100 mm, het meegeleverde
aanvulstuk in z’n geheel monteren (Fig. 19).
Fig. 17
Voor hoogte 870 mm
ª Bij een plinthoogte van 190 tot 220 mm, een uitspa-
ring zoals in de figuur getekend maken (Fig. 17).
ª Bij een plinthoogte groter dan 150 maar kleiner dan
190 mm, het meegeleverde aanvulstuk op maat
snijden en tussen plint en ventilatierooster monte-
ren (Fig. 18).
ª Bij een plinthoogte van 150 mm, het meegeleverde
aanvulstuk in z’n geheel monteren (Fig. 19).
ª Wordt het apparaat in een al ingebouwde keuken
geplaatst, monteer dan voet E om de plint aan te
bevestigen (Fig. 20).
870
820
140
190
30
100
900
170
220
Fig. 18
Fig. 19
Fig. 20
140
190
100
150
30
100
E
59
DE BEDIENING
Bedieningspaneel
S
4
S
-26°
-24°
-21°
-18°
-15°
-13°
E
FG
DCBA
A Lampje “in bedrijf”
B Lampje “te warm” van de vriesruimte
C Elektronische thermometer van de vriesruimte
D Lampje “invriezen” (S)
Bediening
ª Draai de aan/uit-knop E op het symbool «I», de
lampjes A en B lichten op.
ª Draai de thermostaatknoppen G voor de koelruimte
en F voor de vriesruimte op de gewenste stand. Dat
is aanvankelijk de middenstand. Hoe lager het cij-
fer, hoe minder koud.
ª Het invries-lampje D licht op wanneer u de thermo-
staatknop F op de stand «S» draait. Na het installe-
ren of na een lange stilstand draait u de thermo-
staatknop F in de stand «S» en laat u de kast 4 uur
leeg in werking.
ª U schakelt de kast in z’n geheel uit door de aan/uit-
knop E op het symbool «0» te draaien.
E Draaiknop voor “aan/uit”
F Thermostaatknop van de vries- en invriesruimte (S)
G Thermostaatknop van de koelruimte
Rode lampje “te warm”
Het lampje B brandt zolang de inwendige temperatuur
in de vriesruimte te warm is om het veilig bewaren van
ingevroren levensmiddelen te kunnen garanderen.
Het lampje brandt daarom ook
gedurende enige tijd na de eerste in gebruikname of
het schoonmaken,
als erg veel verse levensmiddelen voor invriezen gela-
den zijn en
als de deur lang openstaat of erg vaak geopend
wordt.
Elektronische thermometer
De elektronische thermometer C geeft de inwendige
temperatuur in de vriesruimte aan. Hij bestaat uit
6 lampjes welke elk een bepaalde temperatuur aange-
ven. Om dezelfde redenen als aangegeven bij het rode
lampje, kan de aangegeven temperatuur tijdelijk wat
hoger (warmer) worden.
60
Interieur
Blikjes
Dranken
Tubes
Vles, vis, schaaldieren,
vers gebak, maaltijden
en joghurt
Invriesruimte
Vriesruimten
IJsblokjeshouder
Tubes
Dranken
Groenten en fruit
Boter en kaas
Gekochte levensmiddelen,
dranken, vleesvaren
en levensmiddelen voor
dagelijks gebruik
61
Koelruimte
Fig. 21
ª Plaats geen hete dranken of spijzen in de koelruim-
te. Laat ze eerst tot kamertemperatuur afkoelen.
ª Dek levensmiddelen, vooral sterk geurende, met
een deksel of folie af.
ª Plaats de levensmiddelen zo dat de lucht in de
koelruimte vrij kan cirkuleren.
Verander de thermostaatinstelling als u de koelruimte
kouder (naar hoger cijfer) of juist minder koud (naar la-
ger cijfer) wilt. De thermostaat tracht de ingestelde
temperatuur zo goed mogelijk konstant te houden. Op
welk cijfer u daartoe de thermostaat moet instellen, is
onder andere afhankelijk van
ª hoe vaak u de deur van de koelruimte opent,
ª hoe hoog de omgevingstemperatuur is en
ª hoeveel levensmiddelen zich in de koelruimte be-
vinden.
Om de koelruimte beter te kunnen benutten, kunt u de
voorste rekken over de achterste plaatsen.
Lage-temperatuurvak
Fig. 22
ª De temperatuur in dit vak is niet lager dan 0°C en
niet hoger dan 3°C en wordt door een speciale son-
de konstant gehouden. U hoeft niets in te stellen.
ª In dit vak blijven levensmiddelen langer vers.
Vlees en vis kunt u ongeveer tweemaal langer be-
waren dan in de normale koelruimte het geval is.
Verpak de levensmiddelen in aluminium- of polye-
thyleenfolie.
ª U kunt dit vak ook gebruiken om snel flesjes of blik-
jes te koelen, zonder dat er gevaar voor bevriezing
bestaat.
ª Let erop dat de laden geheel ingeschoven zijn vóór
u de deur sluit.
62
Invriezer
Fig. 23
ª 24 uur vóór u gaat invriezen draait u de thermo-
staatknop F in de stand «S». Daarmee kweekt u een
reservekoude in de reeds ingevroren produkten.
Het lampje D brandt.
Het invriezen van verse levensmiddelen laat u
24 uur duren. Daarna draait u de thermostaatknop
F weer op de normale bewaarstand, zoals u die na
verloop van tijd als ideaal gevonden hebt. Het
lampje D gaat uit.
ª De in te vriezen levensmiddelen legt u in de invries-
ruimte.
ª Per 24 uur kunt u 12 kg verse levensmiddelen in-
vriezen.
Overschrijd deze hoeveelheid niet.
Tips voor het invriezen
ª Vries uitsluitend levensmiddelen van eerste kwali-
teit in.
ª Zie toe dat de levensmiddelen vers zijn en maak ze,
waar nodig, van te voren goed schoon.
ª Verdeel de levensmiddelen van te voren in handza-
me porties. Dat heeft twee voordelen: ze vriezen
sneller in en bij later gebruik hoeft u slechts zoveel
te ontdooien als u op dat moment nodig heeft.
Denkt u erom dat ontdooide levensmiddelen niet
wederom ingevroren mogen worden. Wel kunt u
ontdooide levensmiddelen eerst koken of braden
en dan weer invriezen; de kwaliteit zal echter niet
meer als voorheen zijn.
ª Mager vlees is langer houdbaar dan vet vlees, ook
zout verkort de houdbaarheid.
ª Verpak levensmiddelen in folie, speciale diepvries-
dozen of diepvrieszakken, zoals deze daarvoor in
de handel verkrijgbaar zijn.
ª Te langzaam invriezen verkort de houdbaarheid;
vries daarom niet meer dan de maximum toegesta-
ne hoeveelheid tegelijk in.
Gaat u op achtereenvolgende dagen invriezen, ver-
mindert u dan de maximum toegestane hoeveel-
heid (typeplaatje) per keer met eenderde.
ª Open tijdens het invriezen de vriezer zo weinig en
zo kort mogelijk.
ª Vergeet u niet de invriesschakelaar na 24 uur invrie-
zen terug te schakelen op de BEWAAR-stand (gele
lampje uit). Het is niet erg als u dat vergeet, maar
het kost u onnodig extra energie.
ª Nog een laatste tip: Als u geen ervaring met “zelf
diepvriezen” hebt, koopt u dan in de boekwinkel
een boek over dit onderwerp.
Bewaren van diepvriesprodukten
Ingevroren levensmiddelen kunt u op elke gewenste
plaats in de vriezer bewaren.
Overschrijd nooit de uiterste bewaardatum, zoals die
op de verpakkingen van gekochte diepvriesprodukten
voor drie of vier sterren aangegeven staat.
Hebt u zelf levensmiddelen ingevroren, dan kunt u
globaal de volgende maximum bewaartijden, gere-
kend in maanden, aanhouden:
Schrijf uw uiterste bewaardatum op de pakketten en
eventueel in een schrift.
Overtuig u er tijdens het kopen van diepvriesproduk-
ten in de winkel van dat ze ook werkelijk diepgevroren
bewaard werden.
Vertrouw geen produkten waarvan de verpakking bol
staat, erg nat of beschadigd is.
Breng de gekochte produkten, liefst door middel van
een diepvriestas, zo snel mogelijk naar uw vriezer
over.
Plaats geen koolzuurhoudende dranken, flessen of
warm voedsel in de vriezer.
Waterijs dat direkt uit de vriezer gekonsumeerd wordt,
kan verbranding van de mondhuid tot gevolg hebben;
wacht even.
Vette worstjes 1
Varkensvlees 3-6
Rundvlees 10-12
Wild 10-12
Niet-vette kip 8-10
Kreeft 3-4
Vis 3-6
Maaltijd 2-3
Konsumptie-ijs 1-2
Brood en gebak 1-2
Groente en fruit 10-12
63
Drankendispenser
De ideale oplossing voor het steeds bij de hand heb-
ben van gekoelde dranken.
ª Draai de speciale afsluiter op de fles (Fig. 24).
ª Plaats de fles in de houder in de binnendeur B
(Fig. 25).
ª Houd een glas onder de uitloop en druk het licht te-
gen de hevel, waardoor de drank in het glas
stroomt (Fig. 26).
Zou de afsluiter niet op de betreffende fles passen,
gebruik dan de adapter A (Fig. 27).
Tip. Giet de koelen drank in een fles waar de afsluiter
op past en gebruik steeds deze fles voor dit doel.
Gebruik de dispenser liever niet voor vers geperste
citrusvruchten.
Maak de dispenser regelmatig schoon.
Fig. 24
Fig. 25
Fig. 26
B
Fig. 27
IJsblokjeshouder
Vul de laatjes voor ongeveer driekwart met koud water
en plaats ze in de houder.
Om de blokjes uit de laatjes te laten vallen, draait u de
knoppen rechtsom tot aan de aanslag (Fig. 28). Daar-
mee verwringt u de laatjes en vallen de blokjes in de
voorraadbak eronder.
Fig. 28
Ontdooien van diepvriesprodukten
Het ontdooien van diepvriesprodukten kan zowel in
de koelkast als op het aanrecht gebeuren; het laatste
gaat uiteraard sneller dan het eerste.
Frituurprodukten kunnen direkt vanuit de vriezer in de
frituurpan gedaan worden. Bedenkt u echter wel dat
bij een grote hoeveelheid tegelijk het frituurvet snel af-
koelt.
Door eerst even te laten ontdooien bereikt u een beter
frituurresultaat.
Brood kan zondermeer in de oven ontdooid worden.
De magnetronoven is bij uitstek geschikt voor het ont-
dooien van allerlei diepvriesprodukten; raadpleeg de
instrukties van de fabrikant van de magnetronoven
en/of de informatie hierover op het betreffende pro-
dukt.
A
3P 19
64
ONDERHOUD
Neem vóór het schoonmaken altijd eerst de steker
uit het stopkontakt.
Reinigen van de binnenkant
De binnenkant van alle ruimten en de accessoires
kunt u schoonmaken met lauw water waaraan een
weinig soda (een eetlepel op 4 liter water) toegevoegd
is. Nalappen met schoon water en daarna goed
droogzemen.
De laden in de vriesruimten laten zich geheel uit de
kast nemen door ze naar voren te trekken en dan iets
op te tillen.
Ontdooien van de koelruimte
De koelverdamper ontdooit zichzelf regelmatig auto-
matisch. Dat doet hij steeds tijdens de stilstandperio-
den van de kompressor. Zou op de achterwand in de
koelruimte een dikke rijplaag ontstaan, draai dan de
thermostaatknop van de koelruimte naar een lager cij-
fer (minder koud), waardoor de kompressor weer af en
toe zal stoppen.
Het gaatje in de afvoergoot in de koelruimte moet
u regelmatig reinigen met het staafje dat zich voor
dit doel daarin bevindt (Fig. 29).
Fig. 29
D037
Tijdelijk buiten gebruik stellen
Indien u de kast voor langere tijd buiten gebruik stelt:
ª Verwijder alle levensmiddelen uit de kast.
ª Neem de steker uit het stopkontakt.
ª Maak alle ruimten en de accessoires goed schoon.
ª Laat de deuren open staan om het ontstaan van
een onaangename geur te voorkomen.
Vervangen verlichtingslampjes
Neem eerst de steker uit het stopkontakt.
Koelruimte
Het lampje kunt u bereiken door eerst het bescherm-
kapje te verwijderen (Fig. 30).
Gebruik voor de vervanging een lampje van 15 W.
Vriesruimten
De lampjes bevinden zich in de holten onder het be-
dieningspaneel (Fig. 31).
Gebruik voor de vervanging lampjes van 10 W.
Fig. 30
Fig. 31
3P 21
S
4
S
-26°
-24°
-21°
-18°
-15°
-13°
65
EENVOUDIGE STORINGEN
Voor u de servicedienst waarschuwt kunt u mogelijk
zelf de oorzaak van de storing ontdekken en verhel-
pen.
Indien de kast in het geheel niet werkt, sluit dan even
een ander elektrisch apparaat op het betreffende
stopkontakt aan. Als dat ook niet werkt is de betref-
fende groepzekering defekt.
Water op de bodem van de koelruimte duidt op een
verstopte gootafvoer of er ligt iets tegen de achter-
wand.
Als u de invriesschakelaar van de koel/vrieskombina-
tie op invriezen schakelt en u hoort dat de kompressor
niet direkt start, dan duidt dat niet op een storing maar
de thermostaat had toevallig net even daarvoor de
kompressor gestopt; een interne beveiliging zorgt er-
voor dat de start uitgesteld wordt.
Datzelfde kan ook gebeuren indien u de steker uit het
stopkontakt neemt terwijl de kompressor loopt of zo-
juist gestopt is. In dat geval zal de kompressor niet di-
rekt starten als u de steker meteen weer terugplaatst.
Indien het rode kontrolelampje blijft branden, schakel
de thermostaatknop dan in de stand voor invriezen,
laat de deur dicht en waarschuw direkt de service-
dienst.
Werkt de vriesruimte in het geheel niet meer, waar-
schuw dan direkt de servicedienst.
Als u de servicedienst nodig hebt, zorgt u er dan voor
dat u het modelnummer en het produktnummer (type-
plaatje, zie pijl in Fig. 32) bij de hand hebt; de service-
dienst zal u erom vragen.
Fig. 32
66
GARANTIEBEPALINGEN EN SERVICE VOOR DE BENELUX
(B-NL en L)
Bij aanspraak op kosteloos herstel dient het origineel van de betreffende aankoop-
nota of kwitantie te worden getoond of meegezonden.
Algemene garantiebepalingen
1 De fabrikant verleent één jaar garantie op het op de bijbehorende koopnota vermelde apparaat, gere-
kend vanaf de koopdatum. Indien zich binnen deze periode een storing voordoet, welke het gevolg is van
een materiaal- en/of konstruktiefout, heeft de koper het recht op kosteloos herstel.
1a Voor stofzuigers, bedoeld voor huishoudelijk gebruik, geldt een algemene garantieperiode van twee
jaar. Accessoires zijn aan direkte slijtage onderhevig; deze verbruiksartikelen zijn derhalve van garantie uit-
gesloten.
2 De fabrikant verleent één jaar garantie op door haar servicedienst uitgevoerde herstelwerkzaamheden
en het daarbij nieuw aangebrachte materiaal, gerekend vanaf de hersteldatum. Indien zich binnen deze
periode een storing voordoet, welke het direkte gevolg is van de uitgevoerde herstelwerkzaamheden of
het daarbij nieuw aangebrachte materiaal, heeft de koper het recht op kosteloos herstel.
Door de uitvoering van herstelwerkzaamheden wordt de algemene garantieperiode, welke het gehele ap-
paraat omvat, niet verlengd.
3 Servicebezoeken aan huis worden alleen gebracht voor grote, moeilijk transporteerbare apparaten, per
definitie: wasautomaten, droogtrommelautomaten, afwasautomaten, koelkasten, diepvrieskasten/-kisten,
ovens, fornuizen en inbouwapparaten.
3a De regeling als bedoeld onder punt 3 geldt ook voor caravankoelkasten, mits de plaats waar zich het
apparaat bevindt binnen de landsgrenzen ligt en over normale, voor het autoverkeer opengestelde wegen
bereikbaar is. Voorts dient ten tijde van het bezoek het apparaat en de eigenaar, of diens gemachtigde
plaatsvervanger, op de afgesproken bezoekplaats aanwezig te zijn.
4 Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het apparaat zoals bedoeld onder punt 3 naar haar service-
werkplaats getransporteerd moet worden, dan geschiedt dit transport op de door de fabrikant vastgestel-
de wijze en voor rekening en risiko van de fabrikant.
5 Alle niet onder punt 3 en 3a genoemde apparaten, alsmede apparaten welke wel de betreffende funktio-
nele eigenschappen hebben maar daarnaast juist bedoeld zijn voor gemakkelijk transport, dienen franko
aan het adres van de servicedienst verzonden of aangeboden te worden. Binnen de algemene garantiepe-
riode vindt terugzending voor rekening van de fabrikant plaats.
6 Indien een onder garantie en binnen de algemene garantieperiode vallend defekt aan een apparaat niet
hersteld kan worden, vindt kosteloze vervanging van het apparaat plaats.
Garantie uitbreidingen
7 Voor koel/vries-motorkompressoren (exclusief startrelais en motorbeveiliging) geldt een aflopende ga-
rantieperiode, in gelijke percentages van twintig procent per jaar, van vijf jaar na koopdatum van het op de
bijbehorende koopnota vermelde apparaat, met inachtname van volledig kosteloos herstel binnen de alge-
mene garantieperiode.
Na de algemene garantieperiode worden bezoek-, arbeidsloon- en bijkomende materiaalkosten in reke-
ning gebracht.
67
Garantie uitsluitingen
8 Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of vervangingswerkzaamheden, zoals bedoeld in de betreffen-
de hieraan voorafgaande punten, is niet van toepassing indien:
de aankoopnota of kwitantie, waaruit tenminste de aankoopdatum en de identificatie van het apparaat
blijkt, niet getoond kan worden of meegezonden werd;
het apparaat voor andere, of óók voor andere dan de huishoudelijke doeleinden, waarvoor het appa-
raat bestemd is, gebruikt wordt;
het apparaat niet volgens de aanwijzingen in het installatievoorschrift of de gebruiksaanwijzing geïn-
stalleerd, bediend, behandeld of gebruikt wordt;
het apparaat op ondeskundige wijze door daartoe niet bevoegde personen hersteld of gewijzigd werd.
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst is dat de benodigde
tijd voor het uit- en inbouwen samen meer dan dertig minuten bedraagt, dan worden de hierdoor ontstane
extra kosten aan de eigenaar in rekening gebracht.
8b Schade welke ontstaat door het, met toestemming van de eigenaar, op abnormale wijze uit- of inbou-
wen van een apparaat, kan niet op de fabrikant of haar servicedienst verhaald worden.
8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of zoals breuk van uit- of afneembare delen, welke niet ten
tijde van de aflevering ter kennis van de fabrikant gebracht worden, vallen niet onder garantie.
Belangrijk advies
De konstruktie van dit apparaat is zodanig, dat de veiligheid daarvan gewaarborgd is. Ondeskundige re-
paraties kunnen echter de veiligheid in gevaar brengen. Terwille van een blijvende veiligheid, en ook om
mogelijke schade te voorkomen, is het raadzaam dat reparaties uitsluitend verricht worden door personen
die daarvoor de vereiste vakbekwaamheid bezitten. Wij adviseren u herstel- en/of kontrolewerkzaamhe-
den door uw vakhandelaar of door ELGROEP SERVICE te laten uitvoeren en uitsluitend originele DISTRI-
PARTS onderdelen te laten plaatsen.
DISTRI
PARTS
Nederland
Vennootsweg 1
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Storingsmeldingen:
Tel.: 0172-468300
Fax: 0172-468366
Onderdelenverkoop:
Tel.: 0172-468400
Fax: 0172-468376
ELGROEP
SERVICE
België
Bergensesteenweg 719
1520 Halle (Lembeek)
Thuisherstellingen:
Tel.: 02-3630444
Fax: 02-3630400
Wisselstukken:
Tel.: 02-3630555
Fax: 02-3630500
Telex: 22915 eluxbe
ELGROEP
SERVICE
Luxembourg/
Luxemburg
3, Route d’Arlon
L-8009 Strassen
Dépannages à domicile:
Kundendienst:
Tel.: 45 33 50
Fax: 45 84 34
Pièces détachées:
Ersatzteile:
Tel.: 45 33 50
Fax: 45 84 34
ELGROEP
SERVICE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

Juno JVZ9491 Handleiding

Type
Handleiding

Gerelateerde papieren