Zanussi ZI7454 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

KOMBI 4 TÜREN
KOMBI 4 DEUREN
ZI 7454
BEDIENUNGSANLEITUNG
GEBRUIKSAANWIJZING
2222 214-13
17
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instraktieboekje bewaard blijft. Zou
het apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in
het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het
instruktieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze
gelezen te hebben, alvorens u het apparuat installeert en/of in gebruik neemt.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt yoor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk
om kinderen het apparaat te laten bedienen
of als speelgoed te laten gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook,
dit apparaat of de eigenschappen daarvan te
veranderen.
Neem vóór u aan ontdooien,
schoonmaakwerkzaamheden of het
verwisselen van het, eventueel aanwezige,
verlichtingslampje begint altijd de steker uit
het stopkontakt.
Dit apparaat is zwaar. Delen van randen aan
achter- en onderkant kunnen scherp zijn.
Wees voorzichtig bij het tillen.
Plaats NOOIT explosieve stoffen in het
apparaat, zoals gasvullingen, benzine, ether
aceton enzovoorts.
Het direkt vanuit een vriesvak, vriesgedeelte
of vriezer konsumeren van ijslollies en
dergelijke, kan verbranding van de mondhuid
tot gevolg hebben; wacht even.
AFDANKEN. Verwijder de deur(en) of het deksel
en knip het aansluitsnoer af, zodat, in afwachting
van wegbrengen of weghalen, spelende
kinderen er zich niet in op kunnen sluiten of aan
een elektrische schok bloot kunnen staan.
Onderhoud / Reparatie
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie of het aansluitsnoer,
ten behoeve van de installatie van dit
apparaat, mag uitsluitend door een daartoe
bevoogd persoon uitgevoerd worden. Het
betreffende stopkontakt dient, ook na
eventuele onder- of inbouw, gemakkelijk
bereikbaar te zijn. Werkzaamheden welke
door personen zonder de noodzakelijke
kennis uitgevoerd worden, kunnen schade of
letsel tot gevolg hebben.
Laat inspektie- en/of herstelwerkzaamheden
uitvoeren door de servicedienst van de
fabrikant of door een door de fabrikant
bevoegd verklaarde servicedienst en laat
geen andere dan originele DISTRIPARTS
onderdelen plaatsen.
Tracht, in geval van storing of een defekt, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties
welke door niet-deskundige personen
uitgevoerd worden, kunnen tot schade of
letsel leiden. Raadpleeg ELGROEP SERVICE
of een door de fabrikant bevoegd verklaarde
servicedienst.
Gebruik
Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn
uitsluitend bedoeld voor het bewaren en/of
invriezen van eet- of drinkbare produkten.
Volg de raadgevingen van de fabrikant op met
betrekking tot wear en hoe u spijzen en
dranken bewaart of invriest. Ontdooide
diepvriesprodukten mogen, om
gezondheidsredenen, niet wederom
ingevroren worden.
De vriezende binnenwanden of -vlakken in
het apparaat bevatten koelmiddel. Plaats
geen scherpe voorwerpen tegen zo’n wand of
vlak en schraap evenmin met metalen
voorwerpen rijp of ijs aft Lekkage ken het
gevolg zijn, hetgeen een onherstelbare
schade aan het apparaat en bederf van de
levensmiddelen veroorzaakt.
Plaats geen koolzunrhoudende of
mousserende dranken in het vriesvak, het
vriesgedeelte of de vriezer; de blikjes of
flesjes kunnen door bevriezing van de inhoud
exploderen.
Installatie
Overtuig u er van dat het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
De warmte welke het apparaat aan de spijzen
en dranken ontrekt, moet onbelemmerd aan
de omgeving afgestaan kunnen worden.
Slechte ventilatie onder, achter en boven het
apparaat resulteert in slechte koel-en/of
vriesprestaties door ongewild tijdellijk
uitschakelen van de kompressor of onjuiste
werking van de absorptie-unit.
Plaats het apparaat met z’n achterkant zo
dicht mogelijk bij een muur. Hiermee
voorkomt u verbrandingsletsel door aanraking
van hete tot zeer hete delen.
NL
INHOUD
NL
19
18
19
19
20
20
21
23
23
25
25
25
25
25
25
26
26
27
27
28
28
28
28
29
29
29
29
29
30
31
Installatie
Technische gegevens
Plaats van opstelling
Reiniging van de binnenkant
Inbouw - aanwijzingen
Montage van de zijpanelen
Montage van de decorpanelen
Opstellen
Aanbrengen van de plint
De bediening
Bedieningspaneel
Rode lampje “te warm”
Elektronische thermometer
Het gebruik
Interieur
Koelruimte
18
Afhankelijk van de wijze van transport ken
olie vanuit de kompressor in het koelcircuit
gevloeid zijn. Wacht, na het plaatsen van het
apparaat, ten minste een half uur alvorens de
steker in het stopkontakt te steken. Na
achteroverliggend vervoer ten minste een
halve dag. Daarmee geeft u de olie de
gelegenheid in de kompressor terug te
vloeien. Apparaten welke van een absorptie-
unit voorzien zijn kunnen direkt in bedrijf
genomen worden. Kontroleer cirka 24 uur na
het in bedrijf stellen of het apparaat near
behoren werkt.
Milieubescherming
Belangrijk: Dit apparuat bevat, zowel in het
koelcircuit als in de isolatie, geen
ozononvriendelijke stoffen.
Desalniettemin moet het verschrotten van
het apparaat volgens de ten tijde van het
verschrotten en/of recyclen geldende
regels gebeuren.
De materialen in dit apparaut die voorzien
zijn van het symbool ,zijn geschikt voor
recycling.
LICHTNETSPANNING EN-FREKWENTIE 220 / 230V 50 Hz
NORMENERGIEVERBRUIK 235 W
NETTO INHOUDEN Koelruimte 267 liter
Vriesruimte 94 liter
Lage-temperatuuruimte 29 liter
INVRIESVERMOGEN 12kg/24h
ONTDOOIING Koelverdamper automatisch
Vriesverdamper automatisch
TECHNISCHE GEGEVENS
NL
Drankendispenser
Lage-temperatuurvak
Invriezen
Tips voor het invriezen
Bewaren van diepvriesprodukten
IJblokjeshouder
Ontdooien van diepvriesprodukten
Onderhoud
Reinigen van de binnenkant
Ontdooien van de koelruimte
Tijdelijk buiten gebruik stellen
Vervangen verlichtingslampjes
Storingen
Garantiebepalingen en
Service
19
INSTALLATIE
NL
Indien dit apparaat in de plaats van een
oud model met haak- of veersluiting
opgesteld wordt, den is het raadzaam de
sluiting van het oude apparaat, dat terzijde
gezet wordt, onbruikbaar te maken.
Hiermee wordt voorkomen dat spelende
kinderen zich erin opsluiten, hetgeen
levensgevaarlijk is.
Plaats van opstelling
Plaats het apparaat uit de buurt van
warmtebronnen: centrale verwarming,
kachels, felle zonnestralen enz. De beste
resultaten worden bereikt met een
ruimtetemperatuur tussen +18°C en +43°C (T-
Klasse); +18°C en +38°C (ST-Klasse); +16°C
en +32°C (N-Klasse); +10°C en +32°C (SN-
Klasse).
De klasse staat op het typeplaatje vermeld.
Zie voor inbouw de betreffende aanwijzingen.
Belangrijk
De steker mag alleen geplaatst worden in
een geuard stopkontakt.
De kast is daarom voorzien van een speciaal
drieaderig snoer, geschikt voor een geaard
stopkontakt.
Mocht het stopkontakt in uw woning niet
geaard zijn, dan dient een erkend installateur
het apparaat volgens de geldende normen te
aarden.
Wij wijzen u er op dat schade of letsel,
veroorzaakt door het niet voldoen aan dit
veiligheidsvoorschrift, niet onder de
verantwoordelIjkheid van de fabrikant valt.
Dit apparaat voldoet aan de EEG-richtlIjn
87/308 van 2.6.87 met betrekking tot de
radio- ontstoring.
Dit apparaat voldoet aan de volgende
EG-richtlijnen:
- 73/23 EG-richtlijn van 19/02/73
(Laagspanning) en opeenvolgende wijzingen;
- 89/336 EG-richtlijn van 03/05/89
(Elektromagnetische compatibiliteit) en
opeenvolgende wijzingen.
Reiniging van de binnenkant
Voor u de kast in gebruik neemt, dient u de
binnenkant met lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel te reinigen om de
typische geur van een nieuw apparaat weg
te nemen. Droog vervolgens de wanden
goed af. Gebruik geen schurende
schoonmaakmiddelen, waarmee u de
afwerkingen van het apparaat zou kunnen
beschadigen.
INBOUW - AANWIJZINGEN
20
Fig. 2
Fig. 3
NL
Hoogte-instelling
De hoogte van het apparaat kan aan die van de
andere keukenkastjes, tussen 820 mm en 870
mm, aangepast worden (Fig. 1).
Vòòr het tussenbouwen moeten de achterste
voetjes en wieltjes op hoogte ingesteld worden.
De uitgangshoogte van de wieltjes is 820 mm.
Om het apparaat op een hoogte van 870 mm te
brengen, draait u de vier voetjes met de
meegeleverde sleutel op hoogte, verwjdert u de
wieltjes en zet deze weer vast op een lagere
stand (Fig. 2).
Montage van de zijpanelen
Monteer de hoeklijnen op de panelen
volgens de tekening (zie Fig. 3).
De maat 132 mm is bedoeld voor een 100
mm hoge plint onder het paneel. Is de plint
hoger of lager, dan moet ook de maat 132
mm evenredig groter of kleiner gekozen
worden.
Zet de panelen tegen het apparaat (Fig. 4).
Monteer de haakse beugeltjes aan de
achterkant. Let hierbij op de dikte van de
panelen (max. breedte van het meubel 900
mm).
Bevestig de panelen aan de voorkant.
Monteer b9 panelen welke dunner dan 20
mm zijn, naast de zjkant van de scharnieren
de meegeleverde opvulplaatjes A (Fig. 4).
820
870
820
870
15
820
15
280
541
20
5765
132
1052
275
RECHTER
ZIJPANEEL
VOORRAND
BINNENKANT
ACHTERRAND
Fig. 4
A
Fig. 1
Montage van de decorpanelen
Maak gaatjes in de decorpanelen volgens de
tekening en monteer de grijpbeugeltjes (zie
Fig. 5).
Richt het appareat vòòr u de decorpanelen
monteert zorgvuldig uit.
Open een van de twee onderdeuren en het
betreffende scharnier, schulf het decorpaneel
door middel van het beugeltje A in de
daarvoorbestemde geleider op de deur van
het apparaat.
Schroef het decorpaneel vast in het verticale
scharniergaatje (Fig. 5a).
Draai het onderbeugeltje C met twee
schroeven vast en bevestig het scharnier met
een schroef in het verticale gaatje (zie Fig. 6).
Doe de deur weer dicht en controleer dat het
decorpaneel op de gewenste hoogte
geplaatst is.
Herhaal de handelingen voor de andere
onderdeur.
Open de onderdeur en plaats de strook E op
het decorpaneel. Open de bovendeur en het
betreffende scharnier.
Steun het bovendecorpaneel op strook E en
schulf het door middel van beugeltje F in de
daarvoorbestemde geleider (Fig. 6a)..
21
Fig. 5
Fig. 5 a
Fig. 6
Fig. 6 a
BOVEN
DEURTJE
RECHTS
360,5
97
77
3 MIN
444 MIN.
447 MAX.
11
1052
577
1034
561
20
5
20
11
BOVEN
DEURTJE
LINKS
ONDER
DEURTJE
RECHTS
ONDER
DEURTJE
LINKS
A
A
C
E
F
E
22
Fig. 6 b
Fig. 7
G
Schroef het decorpaneel aan het
bovenscharnier vast in het verticale gaatje.
Draai het onderbeugeltje G met twee
schroeven vast en bevestig het scharnier
met een schroef in het verticale gaatje (zie
Fig. 6b).
Herhaal de handelingen voor de andere
bovendeur. Controleer dat de decorpanelen
horizontaal uitgericht zijn; verbeter hun
positie zonodig (Fig. 7).
Doe de deuren weer open en maak met een
2,5 mm boor een gaatje in het midden van
de horizontale openingen van het scharnier.
Schroef de scharnieren hierin vast en
verwjder de andere schroeven uit de
verticale openingen (Fig. 7a).
Controleer dat de decorpanelen verticaal
uitgericht zjn; verbeter hun positie zonodig
(Fig. 8).
Richt de decorpanelen t.o.v. elkaar uit door
de schroeven van de grijpbeugeltjes enigzins
los te draaien en de daarvoorbestemde
meegeleverde opvulstukjes erin te schuiven
(Fig. 8a).
Fig. 7 a
Fig. 8
Fig. 8 a
23
Open als laatste de deuren weer en boor
met een 2,5 mm punt in de decorpanelen in
het gaatje van het scharnier; draai de
schroeven vast (Fig. 8b).
Opstellen
Breng het apparaat naar z’n definitieve
plaats.
Bevestig het apparaat aan de muur door
middel van de meegeleverde beugel (Fig. 9).
Laat ten behoeve van de noodzakelijke
ventilatie, rulmte boven de kast vrij. Wordt
boven het apparaat nog een kastje aan de muur
bevestigd, houd dat dan tenminste 50 mm van
de mour en zorg voor een rulmte van 50 mm
tussen de bovenkant van dat kastje en het
plafond (Fig. 9a).
Aanbrengen van de plint
Voor hoogte 820 mm
Bij een plinthoogte van 140 tot 170 mm, een
uitsparing zoals in de figuur getekend maken
(Fig. 10).
Bij een plinthoogte groter dan 100 maar
kleiner dan 140 mm, het meegeleverde
aanvulstuk op maat sn9den en door middel
van snappen onder het ventilatierooster
monteren (Fig. 11).
Bij een plinthoogte van 100 mm, het
meegeleverde aanvulstuk in z’n geheel
monteren (Fig. 12).
25
50
50
870
820
140
190
30
100
900
170
220
140
190
Fig. 8 b
Fig. 9
Fig. 9 a
Fig. 10
Fig. 11
Voor hoogte 870 mm
Bij een plinthoogte van 190 tot 220 mm, een
uitsparing zoals in de figuur getekend maken
(Fig. 10).
Bij een plinthoogte groter dan 150 maar
kleiner dan 190 mm, het meegeleverde
aanvulstuk op maat snijden en tussen plint
en ventilatierooster monteren (Fig. 11).
Bij een plinthoogte van 150 mm, het
meegeleverde aanvulstuk in z’n geheel
monteren (Fig. 12).
Wordt het apparaet in een al ingebouwde
keuken geplaatst, monteer dan voet E om de
plint aan te bevestigen (Fig. 13).
Fig. 12
24
100
150
30
100
E
Fig. 13
Elektrische aansluiting
Overtuig u ervan dat de netspanning en de nettrekwentie, welke op het typeplaatje in de kast staan
aangegeven, overeenkomen met de netspanning en de nettrekwentie in uw woning. Een afwijking op
de netspanning tot plus of minus 6% is toegestaan.
Bij aansluiting op een andere spanning dient u een geschikte transformator te gebruiken.
DE BEDIENING
25
NL
Bediening
Draai de aan/uit-knop E op het symbool “I”,
de lampjes A en B lichten op.
Draai de thermostaatknoppen G voor de
koelruimte en F voor de vriesruimte op de
gewenste stand. Dat is aanvankelijk de
middenstand. Hoe lager het cijfer hoe minder
koud.
Het invries-lampje D licht op wanneer u de
thermostaatknop F op de stand “S” draait.
Na het installeren of na een lange stilstand
draait u de thermostaatknop F in de stand
“S” en laat u de kast 4 uur leeg in werking.
U schakelt de kast in z’n geheel uit door de
aan/uitknop op het symbool “O” te draaien.
Rode lampje “te warm”
Het lampje B brandt zolang de inwendige
temperatuur in de vriesruimte te warm is om
het veiilg bewaren van ingevroren
levensmiddelen te kunnen garanderen. Het
lampje brandt daarom ook
gedurende enige tijd na de eerste in
gebruikname of het schoonmaken,
als erg veel verse levensmiddelen voor
invriezen geladen zjn en
als de deur lang openstaat of erg vaak
geopend wordt.
Elektronische
thermometer
De elektronische thermometer C geeft
de inwendige temperatuur in de
vriesrulmte aan. Hij bestaat uit 6
lampjes welke elk een bepealde
temperatuur aangeven. Om dezelfde
redenen als aangegeven bj het rode
lampje, kan de aangegeven
temperatuur tjdelijk wat hoger (warmer)
worden.
S
4
S
-26°
-24°
-21°
-18°
-15°
-13°
E
FG
DCBA
ALampje “in bedrijf”
B Lampje “te warm” van de vriesruimte
C Elektronische thermometer van de vriesruimte
D Lampje “invriezen” (S)
E Draaiknop voor “aan/uit”
F Thermostaatknop van de vries- en
invriesruimte (S)
G Thermostaatknop van de koelruimte
Bedieningspaneel
Blikjes
Dranken
Tubes
Vles, vis, schaaldieren,
vers gebak, maaltijden
en joghurt
Invriesruimte
Vriesruimten
IJsblokjeshouder
Tubes
Dranken
Groenten en fruit
Boter en kaas
Gekochte levensmiddelen,
dranken, vleesvaren
en levensmiddelen voor
dagelijks gebruik
Interieur
26
B
A
Fig. 14
Fig. 15
Fig. 16
Fig. 17
Koelruimte
Plaats geen hete dranken of spijzen in de
koelruimte. Laat ze eerst tot
kamertemperatuur afkoelen.
Dek levensmiddelen, vooral sterk geurende,
met een deksel of folie af.
Plaats de levensmiddelen zo dat de lucht in
de koelruimte vrj kan cirkuleren.
Verander de thermostaatinstelling als u de
koelrulmte kouder (naar hoger cijfer) of juist
minder koud (naar lager cijfer) wilt. De
thermostaat tracht de ingesteide temperatuur
zo goed mogelijk konstant te houden. Op
welk cijfer u daartoe de thermostaat moet
instellen, is onder andere afhankeljk van
hoe vaak u de deur van de koelrulmte opent,
hoe hoog de omgevingstemperatuur is en
hoeveel levensmiddelen zich in de
koelruimte bevinden.
Om de koelruimte beter te kunnen benutten,
kunt u de voorste rekken over de achterste
plaatsen.
Drankendispenser
De ideale oplossing voor het steeds bj de hand
hebben van gekoelde dranken.
Draai de speciale afsluiter op de fles (Fig.
14).
Plaats de fles in de houder in de binnendeur
B (Fig. 15).
Houd een glas onder de uitloop en druk het
licht tegen de hevel, waardoor de drank in
het glas stroomt (Fig. 16).
Zou de afsluiter niet op de betreffende fles
passen, gebruik dan de adapter A (Fig. 17). Tip.
Giet de te koelen drank in een fles waar de
afsluiter op past en gebruik steeds deze fles
voor dit doel.
Gebruik de dispenser liever niet voor vers
geperste citrusvruchten. Maak de dispenser
regelmatig schoon.
Lage-temperatuurvak
De temperatuur in dit vak is niet lager dan
0°C en niet hoger dan 3°C en wordt door een
speciale sonde konstant gehouden. U hoeft
niets in te stellen.
In dit vak bljven levensmiddelen ranger vers.
Vlees en vis kunt u ongeveer tweemaal
ranger bewaren dan in de normale koelrulmte
het geval is.
Verpak de levensmiddelen in aluminium- of
polyethyleenfolie.
U kunt dit vak ook gebruiken om snel flesjes of
blikjes te koelen, zonder dat er gevaar voor
bevriezing be staat.
Let erop dat de laden geheel ingeschoven zjn
vóór u de deur sluit.
Invriezen
24 uur vóór u gaat invriezen draait u de
thermostaatknop F in de stand “S”. Daarmee
kweekt u een reservekoude in de reeds
ingevroren produkten. Het lampje D brandt.
Het invriezen van verse levensmiddelen laat u
24 uur duren. Daarna draait u de
thermostaatknop F weer op de normale
bewaarstand, zoals u die na verloop van tijd
als ideaal gevonden hebt. Het lampje D gaat
uit.
De in te vriezen levensmiddelen legt u in de
invriesruimte.
Per 24 uur kunt u 12 kg verse
levensmiddelen invriezen. Overschrjd deze
hoeveelheid niet.
27
Tips voor het invriezen
Vries uitsluitend levensmiddelen van eerste
kwaliteit in.
Zie toe dat de levensmiddelen vers zijn en
maak ze, waar nodig, van te voren goed
schoon.
Verdeel de levensmiddelen van te voren in
handzame porties. Dat heeft twee voordelen:
ze vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft
u slechts zoveel te ontdooien als u op dat
moment nodig heeft.
Denkt u erom dat ontdooide levensmiddelen
niet wederom ingevroren mogen worden. Wel
kunt u ontdooide levensmiddelen eerst koken
of braden en dan weer invriezen; de kwaliteit
zal echter niet meer als voorheen zijn.
Mager vlees is langer houdbaar dan vet
vlees, ook zout verkort de houdbaarheid.
Verpak levensmiddelen in folie, speciale
diepvriesdozen of diepvrieszakken, zoals
deze daarvoor in de handel verkrjgbaar zijn.
Te langzaam invriezen verkort de
houdbaarheid; vries daarom niet meer dan de
maximum toegestane hoeveelheid tegelijk in.
Gaat u op achtereenvolgende dagen
invriezen, vermindert u dan de maximum
toegestane hoeveelheid (typeplaatje) per keer
met eenderde.
Open tijdens het invriezen de vriezer zo
weinig en zo kort mogelijk.
Vergeet u niet de invriesschakelaar na 24 uur
invriezen terug te schakelen op de BEWAAR-
stand (gele lampje uit). Het is niet erg als u
dat vergeet, maar het kost u onnodig extra
energie.
Nog een laatste tip: Als u geen ervaring met
“zelf diepvriezen” hebt, koopt u dan in de
boekwinkel een boek over dit onderwerp.
Bewaren van diepvriesprodukten
Ingevroren levensmiddelen kunt u op elke
gewenste plaats in de vriezer bewaren.
Overschrjd nooit de uiterste bewaardatum, zoals
die op de verpakkingen van gekochte
diepvriesprodukten voor drie of vier sterren
aangegeven staat.
Hebt u zelf levensmiddelen ingevroren, dan kunt
u globaal de volgende maximum bewaartijden,
gerekend in maanden, aanhouden:
Vette worstjes 1 Vis 3-6
Varkensvlees 3-6 Maaltijd 2-3
Rundvlees 10-12 Konsumptie-ijs 1-2
Wild 10-12 Brood engeba 1-2
Niet-vette kip 8-10 Groente en fruit10-12
Kreeft 3-4
Schrijf uw uiterste bewaardatum op de pakketten
en eventueel in een schrift.
Overtuig u er tijdens het kopen van
diepvriesprodukten in de winkel van dat ze ook
werkelijk diepgevroren bewaard werden.
Vertrouw geen produkten waarvan de
verpakking bol staat, erg nat of beschadigd is.
Breng de gekochte produkten, liefst door middel
van een diepvriestas, zo snel mogelijk naar uw
vriezer over.
Plaats geen koolzuurhoudende dranken, flessen
of warm voedsel in de vriezer.
Waterijs dat direkt uit de vriezer gekonsumeerd
wordt, kan verbranding van de mondhuid tot
gevolg hebben; wacht even.
IJshlokjeshouder
Vul de laatjes voor ongeveer driekwart met koud
water en plaats ze in de houder.
Om de blokjes uit de laatjes te laten vallen,
draait u de knoppen rechtsom tot aan de
aanslag (Fig. 18). Daarmee verwringt u de
laatjes en vallen de blokjes in de voorraadbak
eronder.
Ontdooien van diepvriesprodukten
Het ontdooien van diepvriesprodukten kan zowel
in de koelkast als op het aanrecht gebeuren; het
laatste gaat uiteraard sneller dan het eerste.
Frituurprodukten kunnen direkt vanuit de vriezer
in de fritunrpan gedaan worden. Bedenkt u
echter wel dat bij een grote hoeveelheid tegeljk
het frituurvet snel afkoelt.
Door eerst even te laten ontdooilen bereikt u een
beter frituurresulteat.
Brood kan zondermeer in de oven ontdooid
worden.
De magnetronoven is bij uitstek geschikt voor
het ontdoolen van allerlei diepvriesprodukten;
raadpleeg de instrokties van de fabrikant van de
magnetronoven en/ of de informatie hierover op
het betreffende produkt.
28
Fig. 18
ONDERHOUD
Reinigen van de binnenkant
Neem võõr het schoonmaken altijd eerst de
steker uit het stopkontakt.
De binnenkant van alle ruimten en de
accessoires kunt u schoonmaken met lauw
water waaraan een weinig soda (een eetlepel op
4 iiter water) toegevoegd is. Nalappen met
schoon water en daarna goed droogzemen.
De laden in de vriesruilmten laten zich geheel uit
de kast nemen door ze naar voren te trekken en
dan jets op te tillen.
Ontdooien van de koelruimte
De koelverdamper ontdooit zichzelf regelmatig
automatisch. Dat doet hij steeds tjdens de
stilstandperioden van de kompressor. Zou op de
achterwand in de koelruimte een dikke rijplaag
ontstaan, draai dan de thermosteatknop van de
koelruimte naar een lager cjfer (minder koud),
waardoor de kompressor weer af en toe zal
stopper.
Het geatje in de afvaergoot in de koelrulmte
moet u regelmatig reinigen met het steafje
dat zich voor dit doel dearin bevindt (Fig. 19).
Tijdelijk buiten gebruik stellen
Indien u de kast voor langere tijd buiten gebruik
stelt:
Verwjder alle levensmiddelen uit de kast.
Neem de steker uit het stopkontakt.
Maak alle ruimten en de accessoires goed
schoon.
Laat de deuren open staan om het ontstaan
van een onaangename geur te voorkomen.
Vervangen verlichtingslampjes
Neem eerst de steker uit het stopkontakt.
Koelruimte
Het lampje kunt u bereiken door eerst het
beschermkapje te verwijderen (Fig. 20). Gebruik
voor de vervanging een lampje van 15 W.
Vriesruimten
De lampjes bevinden zich in de holten onder het
bedieningspaneel (Fig. 21). Gebruik voor de
vervanging lampjes van 10 W.
29
NL
D037
S
4
S
-26°
-24°
-21°
-18°
-15°
-13°
Fig. 19
Fig. 20
Fig. 21
EENVOUDIGE STORINGEN
Voor u de servicedienst waarschuwt kunt u
mogelijk zelf de oorzaak van de storing
ontdekken en verhelpen.
Indien de kast in het geheel niet werkt, sluit dan
even een ander elektrisch apparaat op het
betreffende stopkontakt aan. Als dat ook niet
werkt is de betreffende groepzekering defekt.
Water op de bodem van de koelruimte duidt op
een verstopte gootafvoer of er ligt iets tegen de
achterwand.
Als u de invriesschakelaar van de
koel/vrieskombinatie op invriezen schakelt en u
hoort dat de kompressor niet direkt start, dan
duidt dat niet op een storing maar de
thermostaat had toevallig net even daarvoor de
kompressor gestopt; een interne beveiliging
zorgt ervoor dat de start uitgesteld wordt.
Datzelfde kan ook gebeuren indien u de steker
uit het stopkontakt neemt terwijl de kompressor
loopt of zojuist gestopt is. In dat geval zal de
kompressor niet direkt starten als u de steker
meteen weer terugplaetst.
Indien het rode kontrolelampje blijft branden,
schakel de thermostaatknop dan in de stand
voor invriezen, laat de deur dicht en waarschuw
direkt de servicedienst.
Werkt de vriesruimte in het geheel niet meer,
waarschuw dan direkt de servicedienst.
Als u de servicedienst nodig hebt, zorgt u er dan
voor dat u het modelnummer en het
produktnummer (typeplaatje, zie pijl in de figuur)
bij de hand hebt; de servicedienst zal u erom
vragen.
30
NL
31
GARANTIEBEPALINGEN EN SERVICE VOOR DE BENELUX
(B-NL en L)
Bij aanspreak op kosteloos herstel dient het origineel van de betreffende
asakoopnota of kwitantie te worden getoond of meegezonden.
Algemene garantiebepalingen
1 De fabrikant verleent één jaar garantie op het op de bijbehorende koopnota vermelde
apparaet, gerekend vanaf de koopdatum. Indien zich binnen deze periode een storing
voordoet, welke het gevolg is van een materiaal- en/of konstruktiefout, heeft de koper het recht
op kosteloos herstel.
1a Voor stofzulgers, bedoeld voor huishoudelijk gebruik, geldt een algemene garantieperiode
van twee jaar. Accessoires zjn aan direkte slijtage onderhevig; deze verbruiksartikelen zjn
derhalve van garantie uitgesloten.
2 De fabrikant verleent één jaar garantie op door haar servicedienst uitgevoerde
herstelwerkzaamheden en het daarbij nieuw aangebrachte materiaal, gerekend vanaf de
hersteldatum. Indien zich binnen deze periode een storing voordoet, welke het direkte gevolg is
van de uitgevoerde herstelwerkzaamheden of het daarbi; nieuw aangebrachte materiaal, heeft
de koper het recht op kosteloos herstel.
Door de uitvoering van herstelwerkzaamheden wordt de algemene garantieperiode, welke het
gehele apparaat omvat, niet verlengd.
3 Servicebezoeken aan huis worden alleen gebracht voor grote, moeilük transporteerbare
apparaten, per definitie: wasautomaten, droogtrommelautomaten, atwasautomaten, koelkasten,
diepvrieskasten/-kisten, ovens, fornuizen en inbouwapparaten.
3a De regeling als bedoeld onder punt 3 geldt ook voor caravankoelkasten, mits de plaats waar
zich het apparaat bevindt binnen de landsgrenzen ligt en over normale, voor het autoverkeer
opengestelde wegen bereikbaar is. Voorts dient ten tijde van het bezoek het apparaat en de
eigenaar, of diens gemachtigde plaatsvervanger, op de afgesproken bezoekplaats aanwezig te
zjn.
4 Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het apparaat zoals bedoeld onder punt 3 naar haar
servicewerkplaats getransporteerd moet worden, dan geschiedt dit transport op de door de
fabrikant vastgestelde wijze en voor rekening en risiko van de fabrikant.
5 Alle niet onder punt 3 en 3a genoemde apparaten, alsmede apparaten welke wel de
betreffende funktionele eigenschappen hebben maar daarnaast juist bedoeld zijn voor
gemakkelijk transport, dienen franko aan het adres van de servicedienst verzonden of
aangeboden te worden. Binnen de algemene garantieperiode vindt terugzending voor rekening
van de fabrikant plaats.
6 Indien een onder garantie en binnen de algemene garantieperiode vallend defekt aan een
apparaat niet hersteld kan worden, vindt kosteloze vervanging van het apparaat plaats.
Garantie uitbreidingen
7 Voor koel/vries-motorkompressoren (exclusief startrelais en motorbeveiliging) geldt een
aflopende garantieperiode, in geljke percentages van twintig procent perjaar, van vüfjaar na
koopdatum van het op de bjbehorende koopnota vermelde apparaat, met inachtname van
volledig kosteloos herstel binnen de algemene garantieperiode. Na de algemene
garantieperiode worden bezoek-, arbeidsloon- en bjkomende materiaalkosten in rekening
gebracht.
32
Garantie uitsluitingen
8 Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of vervangingswerkzaamheden, zoals bedoeld in de
betreffende hieraan voorafgaande punten, is niet van toepassing indien:
- de aankoopnota of kwitantie, wearuit tenminste de aankoopdatum en de identificatie van
het apparaat bljkt, niet getoond kan worden of meegezonden werd;
- het apparaat voor andere, of óók voor andere dan de huishoudel jke doeleinden,
waarvoor het apparaat bestemd is, gebruikt wordt;
- het apparaat niet volgens de aanwijzingen in het installatievoorschrift of de
gebruiksaanwjzing gelnstalleerd, bediend, behandeld of gebruikt wordt;
- het apparaat op ondeskundige wijze door daartoe niet bevoegde personen hersteld of
gewijzigd werd.
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst is dat de
benodigde tjd voor het uit- en inbouwen samen meer dan dertig minuten bedraagt, dan
worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de eigenaar in rekening gebracht.
8b Schade welke ontstaat door het, met toestemming van de eigenaar, op abnormale wijze
uit- of inbouwen van een apparaat, kan niet op de fabrikant of haar servicedienst verhaald
worden.
8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of zoals breuk van uit- of atneembare delen,
welke niet ten tjde van de aflevering ter kennis van de fabrikant gebracht worden, vallen niet
onder garantie.
Belangrijk advies
De konstruktie van dit apparaat is zodanig, dat de veiligheid daarvan gewaarborgd is.
Ondeskundige reparaties kunnen echter de veiligheid in gevaar brengen. Terwille van een
blijvende veiligheid, en ook om mogeljke schade te voorkomen, is het raadzaam dat reparaties
uitsluitend verricht worden door personen die daarvoor de vereiste vakbekweamheid bezitten.
Wij adviseren u herstel- en/of kontrolewerkzaamheden door uw vakhandelaar of door
ELGROEP SERVICE te laten uitvoeren en uitsluitend originele DISTRIPARTS onderdelen te
laten plaatsen.
Nederland
Vennootsweg 1
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Storingsmeldingen:
Tel.: 0172-468300
Fax: 0172-468366
Onderdelenverkoop:
Tel.: 0172-468400
Fax: 0172-468376
België
Bergensesteenweg 719
1520 Halle (Lembeek)
Thuisherstellingen:
Tel.: 02-3630444
Fax: 02-3630400
Wisselstukken:
Tel.: 02-3630555
Fax: 02-3630500
Telex: 22915 eluxbe
Luxembourg/
Luxemburg
3, Route d’Arlon
L-8009 Strassen
Dépannages a domicile:
Kundendienst:
Tel.: 45 33 50
Fax: 45 84 34
Pieces détachées:
Ersatzteile:
Tel.: 45 33 50
Fax: 45 84 34
DISTRI
PARTS
ELGROEP
SERVICE
ELGROEP
SERVICE
ELGROEP
SERVICE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17

Zanussi ZI7454 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor