Documenttranscriptie
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie
over een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van
het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren om later nog eens iets na te kunnen lezen. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven. Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare
modellen in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwijzingen letten die op uw apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden
(Waarschuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd
op aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist
functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
☞1. Dit symbool leidt u stap voor stap door de bediening van het apparaat.
2. ....
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het praktisch gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economisch
en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Verklaringen van vaktermen die in de gebruiksaanwijzing gebruikt
worden, vindt u aan het eind in het hoofdstuk "Vaktermen".
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen om deze zelf op te lossen, zie hoofdstuk "Wat te doen als...". Als
deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze service-afdeling u te allen tijde ter beschikking.
Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier
wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
32
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Het apparaat heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
Inbouw / Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Vooraanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Bedieningspaneel / Toetsen voor temperatuurinstelling . . . . . . . . . . . . . . .41
Temperatuurindicatie / Luchtfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
Ingebruikname - Temperatuur instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
TURBO COOLMATIC/FROSTMATIC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
TURBO COOLMATIC-toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
FROSTMATIC-toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
Apparaat uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
Binnenuitrusting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
Legvlakken / Variabele binnendeur / Flessenhouder . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
LONGFRESH 0°C vak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
Vochtcontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
Laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Juist bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Invriezen en diepgevroren bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
IJsblokjes maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
De koelruimte wordt automatisch ontdooid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
Vriesvak ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
Wat te doen als ... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
Lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58
Geluiden tijdens de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59
Bepalingen, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59
Vaktermen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60
33
Veiligheid
34
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en
Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de
volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Toepassing volgens de voorschriften
• Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt
voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen
voor eventuele schade.
• Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn uit
veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het apparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor
het koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen
gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen
wordt
• Controleer het apparaat op transportschade. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de
leverancier.
• Overtuig u er van dat het apparaat na de installatie niet op het aansluitsnoer staat. Belangrijk: Het aansluitsnoer mag alleen door vakmensen vervangen worden; deze onderdelen zijn verkrijgbaar bij de
fabrikant of onze service-afdeling.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof isobutaan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel
brandbaar is.
• Waarschuwing - Bij het transport en het opstellen van het apparaat
erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
– het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. folies, piepschuim) kunnen voor kinderen
gevaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen
weghouden!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit
het stopcontact trekken, aansluitsnoer doorknippen, eventueel aanwe-
Veiligheid
zige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor
wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten
raken (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties
terecht komen.
• Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke
apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor het nodige toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
In het dagelijks gebruik
• Bussen of flessen met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek
raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen bussen
of flessen met brandbare stoffen zoals spuitbussen, navullingen voor
aanstekers etc. in het koelapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als
de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen!
Leg nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol-percentage kan in het vriesvak gelegd worden.
• Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de
mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen
en verwondingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen
kunnen daaraan vastvriezen.
• Waarschuwing - Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken.
• Waarschuwing - Om het functioneren van het apparaat niet nadelig
te beïnvloeden, mogen de ventilatie-openingen van het apparaat of
het inbouwmeubel niet worden afgedekt of versperd.
• Waarschuwing - Voor bespoedigen van het ontdooiproces geen
mechanische voorzieningen of andere kunstmatige middelen gebruiken die niet door de fabrikant worden aanbevolen.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitschakelen en de stekker
uit het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken,
nooit aan het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaanwijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen niet verder helpen zelf verder geen werkzaamheden aan
het apparaat uitvoeren.
• Koelapparaten mogen alleen door vakmensen gerepareerd worden.
35
Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wend
u bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze service-afdeling.
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Gooi het verpakkingsmateriaal van uw apparaat op de juiste wijze weg.
Alle gebruikte materialen zijn niet schadelijk voor het milieu en kunnen hergebruikt worden!
De materialen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden
en hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken
binnenin.
>PS< voor schuimpolystyreen, bijv. bij de bekledingsdelen, volkomen
CFK-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en moeten ook weer
in een container voor oud papier gedeponeerd worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te
worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan vervanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar
maken voordat ze weggegooid worden. Stekker uit het stopcontact
trekken, aansluitsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten
verwijderen of kapotmaken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende
kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in
andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de
achterkant, mag niet beschadigd worden.
• Het symbool
op het product of op de verpakking wijst erop dat
dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet
echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk
voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen
36
voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details
in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst
belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u
het product hebt gekocht.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat en de onderdelen van het interieur zijn voor het transport beschermd.
1. Plakband links en rechts aan de buitenkant van de deur er af trekken.
2. Alle plakband en bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
☞
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
– niet aan directe straling van de zon blootstellen;
– niet bij radiatoren, naast een fornuis of andere warmtebronnen
plaatsen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het apparaat is ontworpen.
De klimaatklasse staat op het typeplaatje dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatklasse behoort:
Klimaatklasse
voor een omgevingstemperatuur van
SN
+10 tot +32 °C
N
+16 tot +32 °C
ST
+18 tot +38 °C
T
+18 tot +43 °C
37
Opstellen
Montage direct onder een kookplaat is niet toegestaan. De temperaturen van de kookplaat, die op sommige plaatsen hoog zijn, kunnen het
apparaat beschadigen.
Indien een kookplaat in de buurt van het apparaat geïnstalleerd wordt,
dienen de betreffende montage- en veiligheidsvoorschriften in acht
genomen te worden. Gezien de veelzijdigheid van de mogelijke
inbouwsituaties is het onmogelijk hier gedetailleerde informatie te verschaffen.
Men dient te voorkomen dat de koelkast warm wordt, door voldoende
afstand van de warmtebron aan te houden en door middel van het
gebruik van een geschikte isolatieplaat. Een correcte ventilatie van het
apparaat dient gegarandeerd te worden.
Het apparaat heeft lucht nodig
Integreerbare modellen (i-apparaten)
De geïntegreerde deur van de meubelkast
sluit de inbouwnis bijna geheel af. Daarom
moet bij i-apparaten de ventilatie volgens
de afbeelding door een opening in de
meubelsokkel plaatsvinden. De verwarmde
lucht moet door de luchtschacht aan de
achterzijde van het meubel naar boven
weg kunnen. De ventilatie-openingen
moeten minimaal 200 cm2 bedragen.
Attentie! Om het functioneren van het
apparaat niet nadelig te beïnvloeden, ventilatie-openingen niet afdekken of blokkeren.
38
min. 200 cm2
min. 38
min. 200 cm2
Opstellen
Inbouw
Maatschetsen
Zie meegeleverde montage-aanwijzing.
Controleer na het inbouwen van het apparaat, vooral na overzetten
van het deurscharnier, of de deurafdichting rondom goed afdicht. Een
ondichte deurafdichting kan tot versterkte rijpvorming en daardoor tot
hoger energieverbruik leiden (zie ook hoofdstuk „Wat te doen als ...“).
Elektrische aansluiting
☞
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde vereist. Het stopcontact moet
zodanig worden geïnstalleerd, dat de stekker altijd uit het stopcontact
kan worden getrokken.
Het voor de aansluiting van het apparaat benodigde stopcontact moet
zich links of rechts naast de inbouwnis bevinden.
De elektrische zekering dient minstens 10/16 ampère te zijn. Indien het
stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegankelijk is,
dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat
het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering,
beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een
contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren
of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van
het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V
50 Hz of
220 ... 240 V ~50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
39
Beschrijving van het apparaat
Vooraanzicht
1=
2=
3=
4=
5=
6=
7=
8=
9=
10 =
11 =
40
Bedieningspaneel
Boter-/kaasvak met klep
Deurvak
Flessenvak
LONGFRESH 0°C vak
Legvlak (voor blikjes en flessen)
Legvlakken
Luchtfilter
Vriesvak (voor bewaren en invriezen)
Typeplaatje
Deur open alarm
Beschrijving apparaat
Bedieningspaneel
1
2
3
4
5
6
Netspanninglampje (groen)
AAN/UIT-toets
Toets voor temperatuurinstelling (voor warmere temperaturen)
Temperatuurindicatie
Toets voor temperatuurinstelling (voor koudere temperaturen)
Lampje voor ingeschakelde FROSTMATIC-functie (geel)
• FROSTMATIC voor snel invriezen in de vriesruimte
7 FROSTMATIC-toets
8 Lampje voor ingeschakelde TURBO COOLMATIC-functie (geel)
• TURBO COOLMATIC voor intensief koelen in de koelruimte
9 TURBO COOLMATIC-toets
Toetsen voor temperatuurinstelling
De temperatuur wordt ingesteld met de
toetsen „+“ (WARMER) en „-“ (KOUDER).
De toetsen zijn verbonden met de lampjes van de temperatuurindicatie.
• Door te drukken op één van de twee toetsen „+“ (WARMER) of „-“
(KOUDER) wordt de temperatuurindicatie van de WERKELIJKE temperatuur (temperatuurindicatie brandt) op de GEWENSTE temperatuur
(temperatuurindicatie knippert) omgeschakeld.
• Met elke verdere druk op één van beide toetsen wordt de GEWENSTE
temperatuur 1°C verder gesteld.
• Als geen toets wordt ingedrukt, schakelt de temperatuurindicatie na
korte tijd (ca. 5 sec.) automatisch weer op de WERKELIJKE temperatuur terug.
GEWENSTE temperatuur betekent:
De temperatuur die in de koelruimte bereikt moet worden, kan ingesteld worden op een in de indicatie aanwezige temperatuur. De
GEWENSTE temperatuur wordt met knipperende cijfers aangegeven.
41
Beschrijving apparaat
WERKELIJKE temperatuur betekent:
De temperatuurindicatie geeft de temperatuur aan die nu in de koelruimte heerst. De WERKELIJKE temperatuur wordt met brandende cijfers aangegeven.
Temperatuurindicatie
De temperatuurindicatie kan meerdere soorten informatie aangeven.
• Bij normaal gebruik wordt de temperatuur aangegeven die op dat
moment in de koelruimte heerst (WERKELIJKE temperatuur).
• Tijdens de temperatuurinstelling wordt knipperend de op dat
moment ingestelde temperatuur aangegeven (GEWENSTE temperatuur).
• Als de elektronische systemen van het apparaat een defect opmerken,
waardoor de WERKELIJKE temperatuur niet gemeten kan worden, verschijnt een vierkant op de temperatuurindicatie. Het apparaat schakelt
over op een noodprogramma totdat de service-afdeling de storing
verholpen heeft.
Luchtfilter
Het apparaat is voorzien van een
koolstof luchtfilter in de achterwand
van het koelvak. Het filter ontdoet
de lucht van onaangename luchtjes
in het koel- en LONGFRESH 0°C vak,
zodat de bewaarkwaliteit nog verder
verbeterd wordt.
Opmerking: houd het luchtventilatieklepje altijd dicht.
Het koolfilter is een verbruiksartikel en valt daarom niet onder de
garantie.
42
Beschrijving apparaat
Het koolfilter aanbrengen
Bij de levering bevindt het koolfilter zich in een plastic zakje om de
levensduur ervan te kunnen garanderen. Het filter dient achter het
deurtje aangebracht te worden, alvorens het apparaat in te schakelen.
1. Trek het paneel naar buiten (1).
1
☞
2. Doe het koolfilter vervolgens in de gleuf
aan de achterkant van het paneel (2).
3. Doe het deurtje dicht.
2
Belangrijk!
Houd het deurtje van de luchtventilatie tijdens de werking altijd dicht.
Het filter dient voorzichtig te worden
gehanteerd opdat er geen stukjes van het oppervlak loslaten.
Het koolfilter vervangen
Voor optimale prestaties dient het koolfilter ieder jaar vervangen te
worden. De reserve koolfilters zijn verkrijgbaar bij de vakhandel.
1. Het filter bevindt zich achter het paneel
1
en kan worden bereikt door het paneel
naar buiten te trekken (1).
☞
2. Neem het koolfilter weg.
3. Doe het nieuwe koolfilter in de gleuf (2).
Doe het deurtje dicht.
2
43
Voor ingebruikname
☞ Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor
het eerste gebruik (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).
Wachttijd
De olie die zich voor de zelfsmering in de compressor bevindt, kan in
het koelcircuit terechtkomen als het apparaat liggend wordt vervoerd.
Om de olie weer naar de compressor te laten terugvloeien, dient men
ongeveer 1 uur te wachten alvorens het apparaat in werking te stellen.
Ingebruikname - Temperatuur instellen
☞1. Stekker in het stopcontact steken.
2. Toets AAN/UIT indrukken. Het groene lichtnetlampje gaat branden.
3. Druk op één van de toetsen „+“ (WARMER) of „-“ (KOUDER).
De temperatuurindicatie schakelt om en geeft knipperend de op dat
moment ingestelde GEWENSTE temperatuur aan.
4. Gewenste temperatuur door indrukken van de toetsen „+“ (WARMER)
en „-“ (KOUDER) instellen (zie hoofdstuk "Toetsen voor temperatuurinstelling"). De temperatuurindicatie geeft direct de gewijzigde instelling
aan.
Bij elke druk op een toets wordt de temperatuur 1°C hoger ingesteld.
Instelbaar temperatuurbereik: +3°C tot +8°C
Aanwijzing: Uit voedingswetenschappelijk oogpunt is een bewaartemperatuur van ca. +5°C in de koelruimte en -18°C in het vriesvak in de
regel koud genoeg.
5. Wanneer na het instellen van de temperatuur de toetsen niet meer
ingedrukt worden, dan schakelt de temperatuurindicatie na korte tijd
(ongeveer 5 seconden) om en geeft weer de WERKELIJKE temperatuur
aan die op dat moment in de koelruimte heerst. De indicatie gaat van
knipperen naar constant branden.
De compressor start en loopt dan automatisch.
Aanwijzing: als de instelling veranderd wordt, start de compressor niet
direct, als op dat ogenblik automatisch ontdooid wordt.
Opdat het apparaat correct functioneert, kan het onder bepaalde
omstandigheden voorkomen dat de achterkant van de binnenruimte
een beetje warm wordt.
44
Omdat de bewaartemperatuur in de koelruimte snel wordt bereikt,
kunt u direct na het inschakelen levensmiddelen in de koelruimte leggen.
Belangrijk! Wacht met het opbergen van diepvriesartikelen tot de
temperatuur in het vriesvak -18 °C bereikt heeft.
In het LONGFRESH 0°C vak wordt de temperatuur automatisch gecontroleerd. Deze blijft constant 0°C en hoeft niet geregeld te worden.
Opmerking: het koelvak is voorzien van een ventilator. De ventilator
koelt de levensmiddelen snel en garandeert een optimale verdeling van
de temperatuur over de koelkast en het LONGFRESH 0°C koelvak.
Hierdoor werkt de ventilator op verschillende snelheden gedurende
verschillende tijden. Dit is volkomen normaal en wil niet zeggen dat
het apparaat het niet goed doet.
TURBO COOLMATIC/FROSTMATIC
Attentie: de functies COOLMATIC en FROSTMATIC kunnen niet tegelijk
worden ingeschakeld.
TURBO COOLMATIC-toets
De TURBO COOLMATIC-functie is uitermate geschikt voor
het snel koelen van grotere hoeveelheden in de koelruimte bijvoorbeeld dranken en salades voor een feestje.
te drukken op de TURBO COOLMATIC toets wordt de TURBO
☞1. Door
COOLMATIC-functie ingeschakeld. Het gele lampje gaat branden.
De TURBO COOLMATIC-functie zorgt nu voor intensief koelen. Daarbij
wordt automatisch een GEWENSTE temperatuur van +3°C ingesteld. Na
verloop van 6 uur wordt de TURBO COOLMATIC-functie automatisch
beëindigd. Het gele lampje gaat uit. De oorspronkelijk ingestelde
GEWENSTE temperatuur geldt dan weer en de temperatuurindicatie
geeft weer de temperatuur aan die op dat moment in de koelruimte
heerst.
2. Door opnieuw op de TURBO COOLMATIC toets te drukken kan de
TURBO COOLMATIC-functie te allen tijde handmatig beëindigd worden.
Het gele lampje gaat uit.
45
FROSTMATIC-toets
De FROSTMATIC-functie versnelt het invriezen van verse
levensmiddelen en beschermt tegelijkertijd de reeds
ingevroren waren tegen ongewenste verwarming.
1. Door te drukken op de FROSTMATIC toets wordt de FROSTMATIC-functie
ingeschakeld. Het gele lampje gaat branden.
Als de FROSTMATIC-functie niet handmatig beëindigd wordt, schakelt
de elektronica van het apparaat de FROSTMATIC-functie na 24 uur uit.
Het gele lampje gaat uit.
2. Door opnieuw op de FROSTMATIC-toets te drukken kan de FROSTMATIC-functie te allen tijde handmatig beëindigd worden. Het gele lampje
gaat uit.
☞
Apparaat uitschakelen
☞ Het apparaat is beschermd tegen abusievelijk inschakelen. Om uit te
schakelen toets AAN/UIT ca. 5 seconden ingedrukt houden.
In de temperatuurindicatie begint een "count down", daarbij wordt van
"3" naar "1" teruggeteld. Na bereiken van "1" schakelt de koelruimte
uit. De temperatuurindicatie en het groene netspanninglampje gaan
uit.
Aanwijzing: De instelling van het apparaat kan niet veranderd worden,
als de stekker uit het stopcontact getrokken is of als er anderszins geen
stroom aanwezig is.
Na aansluiting op het stroomnet start het apparaat weer op de stand
waar het voor de stroomonderbreking op stond.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Apparaat uitschakelen door toets AAN/UIT in te drukken tot de indicatie uitgaat (zie boven).
2. Stekker uit het stopcontact trekken of zekering in de huisinstallatie
uitschakelen.
3. De vriesruimte ontdooien en het apparaat goed schoonmaken (zie
hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).
4. Deur daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
☞
46
Binnenuitrusting
Legvlakken
Op de bodem van het koelvlak, boven het LONGFRESH 0°C vak, kunnen
blikjes en flessen horizontaal neergelegd worden. De structuur van de
bodem van dit vak zorgt ervoor dat flessen en blikjes op hun plek blijven liggen.
De overige legvlakken zijn in hoogte verstelbaar:
1. Daartoe het legvlak zover naar voren
trekken tot het naar boven of onderen bewogen kan worden en eruit
gehaald kan worden.
2. Om de legvlakken op een andere
hoogte te zetten in omgekeerde
volgorde te werk gaan.
☞
☞
Plaatsen van grote verpakkingen (niet
bij alle modellen):
De voorste helft van het tweedelige
glazen legvlak eruit halen en op een
andere hoogte erin schuiven.
Hierdoor wordt ruimte gewonnen om
op het daaronder gelegen legvlak grote
verpakkingen te plaatsen.
Variabele binnendeur
Naargelang de behoefte kunnen de deurvakken er naar boven uitgenomen worden en op andere plaatsen gezet worden.
Flessenhouder
(niet bij alle modellen)
Sommige modellen hebben een flessenhouder in het flessenvak. Hij dient als
bescherming tegen het omvallen van losse
flessen en kan naar opzij verschoven worden worden.
47
LONGFRESH 0°C vak
In het LONGFRESH 0°C vak wordt de temperatuur automatisch gecontroleerd. Deze blijft constant 0°C en hoeft niet geregeld te worden.
De constante bewaartemperatuur van 0°C en de bijbehorende vochtigheid tussen de 45 en 90% zijn de optimale voorwaarden voor verschillende soorten levensmiddelen.
In het LONGFRESH 0°C vak is het dus mogelijk een groot assortiment
verse levensmiddelen te bewaren, die tot drie keer langer vers blijven
en die van een betere kwaliteit zijn ten opzichte van de traditionele
koelvakken.
Hierdoor kunnen meer verse levensmiddelen bewaard worden. De
smaak, de versheidgraad, de kwaliteit en de voedingswaarden (vitaminen en mineralen) worden perfect behouden. Bovendien vermindert
het gewichtsverlies van groente en fruit. De levensmiddelen blijven een
grotere hoeveelheid voedzame stoffen bevatten.
Het LONGFRESH 0°C vak is ook geschikt om levensmiddelen te ontdooien. In dit geval kunnen de ontdooide levensmiddelen tot twee
dagen in het LONGFRESH 0°C vak bewaard worden.
Vochtcontrole
Beide laden kunnen onder de
gewenste bewaaromstandigheden
onafhankelijk van elkaar gebruikt
worden, door een hogere of lagere
vochtigheidsgraad in te stellen.
Ledere lade wordt door de schuifklep die zich aan de voorkant van
de lade bevindt afzonderlijk afgesteld.
• „Droog“: Minder luchtvochtigheid – tot 50% relatieve vochtigheid
Deze vochtigheidsgraad wordt bereikt, wanneer beide schuifjes op
deze stand geregeld zijn
en de ventilatieopeningen volledig geopend zijn.
• „Vochtig“: hoge luchtvochtigheid – tot 90% relatieve vochtigheid
Deze vochtigheidsgraad wordt bereikt, wanneer beide schuifjes op
deze stand geregeld zijn
en de ventilatieopeningen dicht zijn. De
vochtigheid wordt vastgehouden en kan niet weg.
48
Laden
De draadroosters in de laden zorgen voor vrije luchtcirculatie en beter
behoud van de levensmiddelen.
De stabiele laden kunnen niet kiepen en zijn voorzien van een eindstop.
Voor het uitnemen van de lade deze tot de eindstop naar buiten trekken, optillen en naar voren uitnemen.
Juist bewaren
Het koelvak is voorzien van een ventilator. De ventilator koelt de
levensmiddelen snel en garandeert een optimale verdeling van de temperatuur over de koelkast en het LONGFRESH 0°C koelvak.
In het koelvak kan het volgende bewaard worden:
- frisdrank, conserven, potten, flessen;
- ovenproducten, kant en klaar voedsel;
- niet lang houdbare producten;
- levensmiddelen die niet geschikt zijn om te worden bewaard op de
temperatuur van het LONGFRESH 0°C vak.
Tips:
• Zet geen warme levensmiddelen of onafgedekte vloeistoffen in de
koelkast.
• Zet de levensmiddelen zodanig neer, dat de lucht vrij kan circuleren.
49
Juist bewaren
• Bewaar boter en kaas in het speciale vak, om de stevigheid en de
smaak ervan te kunnen garanderen.
• De levensmiddelen, vooral sla, dienen goed afgedekt of verpakt
bewaard te worden, zodat ze niet kunnen uitdrogen en de smaak en
geur onveranderd blijven.
Voor het verpakken zijn geschikt:
– vershoudzakken en -folies van polyethyleen;
– kunststof dozen met deksel;
– speciale kappen van kunststof met rubber band;
– aluminiumfolie.
• Drank met een hoog alcoholgehalte mag uitsluitend goed afgesloten
en rechtopstaand bewaard worden.
• Bewaar geen explosief of brandbaar materiaal in de koelkast.
Bewaar alle levensmiddelen die hier geschikt voor zijn in het
LONGFRESH 0°C vak.
Bewaartijden voor verse levensmiddelen in het LONGFRESH vak 0°C
Product
50
Vochtigheidsgraad
Bewaartijd
Uien
“droog”
tot 5 maanden
Boter
“droog”
tot 1 maand
Vleeswaren in grote
stukken
“droog”
tot 10 dagen
Rundvlees, wild,
vleeswaren, gevogelte
“droog”
tot 7 dagen
Tomatensap
“droog”
tot 4 dagen
Vis, mosselen,
gekookt vlees
“droog”
tot 3 dagen
Gekookte schaal- en
schelpdieren
“droog”
tot 2 dagen
Juist bewaren
Product
Vochtigheidsgraad
Bewaartijd
Salade, groenten
Wortelen, kruiden,
spruitjes, selderie
Artisjokken, bloemkool,
witlof, ijsbergsla, andijvie,
kropsla, prei, veldsla
Broccoli, Chinese kool,
kool, radijsjes
Boerenkool, erwten
Uien, asperges, spinazie
Fruit (*)
Peren, dadels (verse), aardbeien, perziken (*)
“vochtig”
“vochtig”
“vochtig”
“vochtig”
“vochtig”
“vochtig”
Appels (ongevoelig voor
kou), kweeperen
“vochtig”
Pruimen (*), rabarber,
kruisbessen
“vochtig”
Abrikozen, kersen
Pruimen, druiven
Bramen, aalbessen
Vijgen (verse)
Bosbessen, frambozen
“vochtig”
“vochtig”
“vochtig”
“vochtig”
“vochtig”
tot 1 maand
tot 21 dagen
tot 14 dagen
tot 10 dagen
tot 7 dagen
tot 1 maand
tot 20 dagen
tot 21 dagen
tot 14 dagen
tot 10 dagen
tot 8 dagen
tot 7 dagen
tot 5 dagen
(*) Hoe rijper het fruit, hoe korter de bewaartijd.
Taarten die slagroom bevatten en ander gebak kunnen gedurende 2 of
3 dagen in het LONGFRESH 0°C vak bewaard worden.
51
Juist bewaren
Bewaar de volgende levensmiddelen niet in het LONGFRESH 0°C vak:
• fruit dat gevoelig is voor kou en op kamer- of keldertemperatuur
bewaard zou moeten worden, zoals ananassen, bananen, grapefruits,
meloenen, mango’s, papaja’s, sinaasappels, citroenen, kiwi’s.
• Niet bovengenoemde levensmiddelen dienen in het koelvak bewaard
te worden (bijvoorbeeld alle soorten kaas, vleeswaren, enz.).
De luchtvochtigheid in de laden is afhankelijk van het vocht in de
levensmiddelen, de groenten en het fruit dat erin bewaard wordt en
van hoe vaak de deur geopend wordt.
Het LONGFRESH 0°C vak is ook geschikt om levensmiddelen langzaam
te ontdooien. In dit geval kunnen de ontdooide levensmiddelen tot
twee dagen in het LONGFRESH 0°C vak bewaard worden.
Tips:
• Let op de versheid van de levensmiddelen en in het bijzonder op de
vervaldatum ervan. De kwaliteit en versheid zijn van invloed op de
bewaartijd.
• Bewaar dierlijk voedsel altijd droog en goed ingepakt.
• Proteïnerijk voedsel heeft de neiging snel te bederven. Dit wil zeggen
dat schelp- en schaaldieren eerder bederven dan vis, dat op zijn
beurt eerder bederft dan vlees. Indien de betreffende levensmiddelen
in het 0°C vak bewaard worden, kunnen ze zonder kwaliteitsverlies
tot drie keer langer bewaard worden.
• Alle levensmiddelen die in een 0°C vak bewaard worden, dienen
ongeveer 15-30 minuten voor het gebruik uit de lade te worden
gehaald, in het bijzonder groente en fruit dat zonder voorafgaand
kookproces genuttigd wordt. Door groente en fruit weer op kamertemperatuur te laten komen, worden de stevigheid en de smaak
ervan verbeterd.
52
Invriezen en diepgevroren bewaren
In het vriesvak kunt u diepvriesproducten bewaren en verse levensmiddelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de WERKELIJKE temperatuur in de vriesruimte –18°C of lager te zijn.
• Let op de op het typeplaatje aangegeven invriescapaciteit. Die geeft
aan hoeveel verse levensmiddelen u in 24 uur kunt invriezen. Als u
verschillende dagen achter elkaar wilt invriezen, neemt u slechts 2/3
tot 3/4 van de aangegeven hoeveelheid.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte
leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kant-en-klare diepvriesproducten dient u zich
beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking
(bereiden tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer
invriezen.
• Niet te grote hoeveelheden, maximaal 2 kg per 24 uur, invriezen. De
kwaliteit is beter, als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen.
1. Om het maximale invriesvermogen te benutten, dient u 24 uur - bij
kleinere hoeveelheden zijn 4 tot 6 uur voldoende - voor het invriezen
de FROSTMATIC-toets in te drukken. Het gele lampje brandt.
De FROSTMATIC toets behoeft niet ingedrukt te worden bij kleine in te
vriezen hoeveelheden.
2. Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze
niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere diepvriesproducten overgebracht wordt.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De
handen kunnen daaraan vast vriezen.
3. De verpakte levensmiddelen op de bodem van het vriesvak leggen.
Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds
bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien.
4. Sluit de vriesvakdeur.
De elektronica van het apparaat schakelt de FROSTMATIC-functie na
24 uur automatisch uit. Het gele lampje gaat uit. U kunt de FROSTMATIC-functie ook handmatig beëindigen door nog een keer op de
FROSTMATIC-toets te drukken.
Als de FROSTMATIC-functie is ingeschakeld, kan de WERKELIJKE temperatuur in de koelruimte iets dalen. Na uitschakelen van de FROSTMATIC-functie heerst de gekozen GEWENSTE temperatuur weer.
☞
53
Tips:
• Geschikt voor het verpakken van diepvriesproducten zijn:
– diepvrieszakken en -folie van polyethyleen;
– speciale diepvriesdozen;
– aluminiumfolie, extra sterk.
• Voor het sluiten van zakken en folies zijn geschikt:
plastic klemmen, elastiekjes of plakband.
• Voor het sluiten de lucht uit de zakjes en folies strijken omdat lucht
het uitdrogen van bevroren artikelen bevordert.
• Maak platte pakjes, deze bevriezen sneller.
• Diepvriesdozen niet tot aan de bovenrand vullen met (half)vloeibare
diepvriesproducten omdat vloeistof tijdens het invriezen uitzet.
IJsblokjes maken
voor 3/4 met koud water vullen, in het vriesvak plaatsen en
☞1. IJsbakje
laten bevriezen.
2. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje verdraaien of kort onder
stromend water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje nooit met spitse of
scherpe voorwerpen losmaken. Gebruik daarvoor een lepelsteel of iets
dergelijks.
Ontdooien
De koelruimte wordt automatisch ontdooid
De koelruimte wordt automatisch ontdooid, dankzij een elektrische
verwarming op de niet zichtbare verdamper, die speciaal voor dit doel
bestemd is.
Tijdens de ontdooiingfase staat de ventilator voor de luchtcirculatie
uit.
Het dooiwater wordt in het afvoergootje aan de achterwand van de
koelruimte opgevangen, door het afvoergat naar een bakje aan de
compressor gevoerd en verdampt daar. Het bakje mag niet worden verwijderd.
54
Ontdooien
Vriesvak ontdooien
Als het apparaat aanstaat en tijdens het openen van de deur slaat
vocht als rijp neer in het vriesvak. Verwijder deze rijp van tijd tot tijd
met een zachte kunststof schraper, bijv. een deegkrabber. Gebruik in
geen geval harde of spitse voorwerpen.
Het vriesvak dient in ieder geval ontdooid te worden als de rijplaag ca.
4 mm dik is: echter minimaal eenmaal per jaar. Een geschikt moment
voor het ontdooien is als het apparaat leeg is of als er nog maar weinig artikelen in liggen.
Waarschuwing!
• Geen elektrische verwarmingsapparaten en andere mechanische of
kunstmatige hulpmiddelen gebruiken om het ontdooien te versnellen, met uitzondering van de hulpmiddelen die in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen worden.
• Geen ontdooisprays gebruiken, deze kunnen gevaarlijk voor de
gezondheid zijn en/of stoffen bevatten die kunststof aantasten.
Voorzichtig! Niet met natte handen aan bevroren artikelen komen. De
handen kunnen daaraan vastvriezen.
1. Enkele uren vóór het ontdooien de FROSTMATIC-functie inschakelen,
om te zorgen voor een koudereserve in de diepvriesproducten.
2. Bevroren artikelen er uitnemen, in meerdere lagen krantenpapier wikkelen en op een koele plaats leggen.
3. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken of de
zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
4. Afsluitstopje uit de dooiwateruitloop
verwijderen. Bakje eronder zetten om
het dooiwater op te vangen.
Attentie! Na het ontdooien de afsluitstop weer in de dooiwaterafvoer zetten.
Tip: Het ontdooien kan versneld worden door een pan met heet water in
het vriesvak te zetten en de deur te
sluiten. Verwijder stukken ijs die er
afvallen voor ze geheel ontdooid zijn.
5. Na het ontdooien apparaat incl. accessoires grondig reinigen (zie
hoofdstuk "Reiniging en onderhoud").
6. Levensmiddelen terugplaatsen en apparaat weer in gebruik nemen.
7. Niet vergeten de FROSTMATIC-functie weer uit te schakelen.
☞
55
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met
toebehoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijdens het schoonmaken niet op het elektriciteitsnet aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er
kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete damp kan kunststof onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik genomen wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
- sap van citroen– of sinaasappelschillen;
- boterzuur;
- schoonmaakmiddelen die azijnzuur bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderdelen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
1. Koel– en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerdere
lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
2. Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk “Ontdooien”)
3. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken of de
zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
4. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken.
Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
5. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
6. Als alles droog is, de levensmiddelen er weer in doen en het apparaat
weer in bedrijf nemen.
Het onderste rek dat het koudste vak van het LONGFRESH 0°C vak
scheidt, kan weggenomen worden om schoongemaakt te worden. Om
het rek te verwijderen, dient men het loodrecht weg te nemen.
De afdekplaten op de laden van het 0°C vak kunnen weggenomen
worden om schoongemaakt te worden. Om een perfecte doelmatigheid
van het LONGFRESH 0°C vak te garanderen, dienen de afdekplaten na
het schoonmaken weer op de oorspronkelijke plaats teruggezet te worden.
☞
56
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatuur werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende ventilatie van het apparaat.
Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst
laten afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De
koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelruimte gebruikt.
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die u zelf aan de hand
van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere
werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen
niet verder helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
vakmensen uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen
grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie altijd
tot onze service-afdeling.
Storing
Apparaat werkt niet.
Mogelijke oorzaken
Apparaat is niet ingeschakeld.
Stekker zit niet in het
stopcontact of zit los.
Zekering is doorgeslagen
of defect.
Stopcontact is defect.
Oplossing
Het apparaat inschakelen.
Stekker in stopcontact steken.
Zekering controleren,
eventueel vervangen.
Een elektricien het defect
aan het stroomnet laten
verhelpen.
57
Wat te doen als ...
Storing
Het apparaat koelt te sterk.
Mogelijke oorzaken
Temperatuur is te koud
ingesteld.
Temperatuur is niet juist
ingesteld.
Deur heeft te lang opengestaan.
De temperatuur in de koel- In de laatste 24 uur zijn
ruimte is niet laag genoeg. grotere hoeveelheden
warme levensmiddelen
opgeslagen.
Het apparaat staat naast
een warmtebron.
Binnenverlichting werkt
Lamp is defect.
niet.
Oplossing
Temperatuurregelaar tijdelijk op warmere instelling
draaien.
Zie hoofdstuk
“Ingebruikname”.
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is.
Temperatuurregelaar tijdelijk op een koudere stand
zetten.
Zie hoofdstuk “Opstelplaats”.
Zie hoofdstuk “Lamp vervangen”.
Nadat u op de toets
FROSTMATIC/TURBO COOLMATIC gedrukt heeft of
Dit is normaal, er zijn geen De compressor start na een
nadat de temperatuurstoringen.
tijdje automatisch.
instelling gewijzigd is, start
de compressor niet gelijk.
Lamp vervangen
Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schok! Voor het vervangen
van de lamp het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
Lampgegevens: 220-240 V, max. 25 W, fitting: E14.
1. Om het apparaat uit te schakelen toets AAN/UIT indrukken, tot het
netspanninglampje uitgaat.
2. Stekker uit het stopcontact trekken.
3. Voor het vervangen van de lamp dient
men op de achterste vasthechting te
drukken en tegelijkertijd het dekseltje in
de richting van de pijltjes weg te nemen,
volgens de afbeelding (pijl).
4. Defecte lamp vervangen.
5. Lampafdekking weer monteren.
6. Apparaat weer in gebruik nemen.
☞
58
Geluiden tijdens de werking
De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten:
• Klikken
Elke keer als de compressor in- of uitschakelt, hoort u een klik.
• Zoemen
Zodra de compressor functioneert, hoort u gezoem.
• Borrelen/klotsen
Wanneer het koelmiddel door smalle leidingen stroomt, kunt u een
borrelend of klotsend geluid horen. Ook na het uitschakelen van de
compressor is dit geluid nog korte tijd te horen.
• Geruis
Het koelvak is voorzien van een ventilator. De ventilator koelt de
levensmiddelen snel en garandeert een optimale verdeling van de
temperatuur over de koelkast en het LONGFRESH 0°C koelvak.
Hierdoor werkt de ventilator op verschillende snelheden gedurende
verschillende tijden. Dit is volkomen normaal en wil niet zeggen dat
het apparaat het niet goed doet.
Bepalingen, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met
inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt.
Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn
volgens de Duitse wet op de veiligheid van apparaten (GSG), de Duitse
voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties
(VBG 20) en de bepalingen van de vereniging van Duitse elektrotechnici (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
– 73/23/EG van 19.2.1973 - laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EG van 3.5.1989
(met inbegrip van wijzigingsrichtlijn 92/31/EG) - EMC-richtlijn.
– 94/2/EG van 21. 01. 1994 - richtlijn voor energie-etikettering
– 96/57 EG van 3. 9. 1996 - vereiste met betrekking tot de energieefficiëntie van elektrische huishoudelijke koel- en vriesapparaten en
de betreffende combinaties.
59
Vaktermen
• Koelmiddel
Vloeistoffen die gebruikt kunnen worden voor koudeproductie, worden koelmiddelen genoemd. Deze stoffen hebben verhoudingsgewijs
een laag kookpunt, zo laag dat de warmte van de aanwezige levensmiddelen in het koelapparaat, het koelmiddel tot koken ofwel tot
verdampen kan brengen.
• Koelmiddelkringloop
Gesloten kringloopsysteem waarin het koelmiddel zich bevindt. De
koelmiddelkringloop bestaat hoofdzakelijk uit verdamper, compressor,
condensor en leidingen.
• Verdamper
In de verdamper verdampt het koelmiddel. Net als alle vloeistof,
heeft het koelmiddel warmte nodig om te kunnen verdampen. Deze
warmte wordt onttrokken aan de binnenruimte van het koelapparaat, de ruimte koelt daardoor af. Daarom is de verdamper in de binnenruimte geplaatst of direct achter de binnenwand ingeschuimd en
daardoor niet zichtbaar.
• Compressor
De compressor ziet eruit als een tonnetje. Hij wordt aangedreven
door een ingebouwde elektromotor en is achter, aan de onderkant
van het apparaat geplaatst. De compressor zorgt ervoor dat het
dampvormige koelmiddel aan de verdamper onttrokken wordt en
vervolgens verdicht en naar de condensor geleid wordt.
• Condensor
De condensor heeft meestal de vorm van een rooster. In de condensor wordt het koelmiddel dat door de compressor verdicht is, gecondenseerd. Hierbij komt warmte vrij die door de oppervlakte van de
condensor aan de omgevingslucht afgegeven wordt. De condensor is
daarom aan de buitenkant, meestal aan de achterkant van het apparaat, aangebracht.
Voor België: U kan onderdelen, toebehoren en verbruiksprodukten
online bestellen op adres http://www.aeg.be
Voor het online bestellen van onderdelen en accessoires, kijk op
http://www.aeg.nl
60
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
http://www.aeg.hausgeraete.de
© Electrolux plc 2005
2222 722-93 -00- 10/2006
Sous réserve de modifications
Wijzigingen voorbehouden