3
ONTDOOIEN APPARAAT
Het apparaat moet ontdooid worden wanneer de
ijslaag op de wand 5-6 mm dik is.
• Koppel het apparaat los van de netvoeding.
• Haal alle voedsel uit het apparaat en bewaar het op een heel
koele plek of in thermisch isolerende zakken.
• Laat de deur van het apparaat openstaan.
• Verwijder de binnendop van het afvoerkanaal (afhankelijk van
model) (Fig. 8).
• Verwijder de buitendop van het afvoerkanaal (afhankelijk van
model) en plaats hem zoals aangegeven in de afbeelding in
g. 8).
• Gebruik de scheider (afhankelijk van model) in het product als
een recipiënt om het resterende water in op te vangen (D) zoals
aangegeven in g. 8. Als er geen scheider is, gebruik dan een
ondiepe kom.
• U kunt het ontdooien versnellen door met een spatel het ijs op
de wanden van het apparaat los te maken.
• Verwijder het ijs van de bodem van het apparaat.
• Gebruik, om onherstelbare schade aan de binnenkant van
het apparaat te voorkomen, geen puntige of scherpe metalen
voorwerpen om het ijs te verwijderen.
• Gebruik geen schuurmiddelen en verwarm het vriesvak niet
kunstmatig.
• Maak de binnenkant van het apparaat zorgvuldig droog.
• Plaats na het ontdooien de dop terug.
REINIGING EN ONDERHOUD
• Verwijder het ijs op de bovenste randen (zie Opsporen van
storingen).
• Reinig na het ontdooien de binnenkant met een vochtige spons
met lauw water en/of een neutraal schoonmaakmiddel.
• Maak de ventilatieopeningen aan de zijkant schoon (indien
aanwezig).
Voordat u begint met het onderhoud van uw apparaat,
dient u de stekker uit het stopcontact te halen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes of vlekkenverwijderaars
(bijvoorbeeld aceton, trichloorethyleen) om het apparaat te
reinigen.
Om het apparaat optimaal te laten functioneren, wordt
geadviseerd om het tenminste eenmaal per jaar te reinigen en
te onderhouden.
VERVANGEN VAN HET DEURLAMPJE INDIEN AANWEZIG
• Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
• Verwijder de melkglazen kap aan de hand van de aanwijzingen
van de afbeelding en in de aangegeven volgorde.
• Draai het lampje los en vervang het door een nieuw lampje met
dezelfde spanning en hetzelfde vermogen.
• Breng de melkglazen kap weer aan en sluit het apparaat aan op
het elektriciteitsnet.
HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING
3. Het rode controlelampje (indien aanwezig) blijft branden.
• Is de stroom uitgevallen?
• Heeft u het ontdooien geactiveerd?
• Is de deur van het apparaat goed dicht?
• Staat het apparaat in de buurt van een warmtebron?
• Staat de thermostaat op de correcte stand?
• Zijn het ventilatierooster en de condensor schoon?
4. Het apparaat maakt erg veel lawaai.
• Is het apparaat perfect waterpas geïnstalleerd?
• Staat het apparaat tegen andere meubels of voorwerpen aan
die trillingen kunnen veroorzaken?
• Is de verpakking van het onderstel van de vriezer verwijderd?
Opmerking: de circulatie van het koelgas kan een zacht geluid
maken, ook nadat de compressor stopgezet is. Dit is geheel
normaal.
5. Het groene controlelampje (indien aanwezig) brandt niet en
het apparaat functioneert niet.
• Is de stroom uitgevallen?
• Zit de stekker goed in het stopcontact?
• Is de voedingskabel niet beschadigd?
6. Het groene controlelampje (indien aanwezig) brandt niet en
het apparaat functioneert.
• Het groene controlelampje is stuk. Neem contact op met de
Consumentenservice voor vervanging.
7. De compressor werkt onafgebroken.
• Heeft u misschien warm voedsel in het apparaat gezet?
• Is de deur van het apparaat langdurig open geweest?
• Staat het apparaat in een te warme ruimte of in de buurt van
een warmtebron?
• Staat de thermostaat op de correcte stand?
• Heeft u ongewild de knop voor de snelvriesfunctie (afhankelijk
van model) ingedrukt?
8. Te veel ijsvorming op de bovenranden.
• Zijn de doppen van het afvoerkanaal voor het dooiwater correct
geplaatst?
• Is de deur van het apparaat goed dicht?
• Is de afdichting van de deur van het apparaat beschadigd of
vervormd? (Zie hoofdstuk “Installatie”)
• Zijn de vier beschermdelen verwijderd? (Zie hoofdstuk
“Installatie”)
9. Er vormt zich condens aan de buitenkant van het apparaat
• Condensvorming is normaal onder bepaalde klimatologische
omstandigheden (luchtvochtigheid hoger dan 85%) of als het
apparaat geïnstalleerd is in vochtige en slecht geventileerde
ruimtes.
Dit heeft echter geen negatieve invloed op de prestaties van het
apparaat.
10. De ijslaag op de binnenwanden van de vriezer is niet
overal even dik.
• Dit is normaal.
CONSUMENTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Consumentenservice:
1. Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen.
2. Schakel het apparaat opnieuw in en controleer of het probleem
is opgelost. Indien niet, koppelt u het apparaat los van de
stroomtoevoer en wacht ongeveer een uur voordat u het
opnieuw inschakelt.
3. Indien het probleem aanhoudt na deze actie, neemt u contact
op met de Klantenservice.
Vermeld het volgende:
• de aard van de storing,
• het model,
• het servicenummer (nummer achter het woord SERVICE op het
typeplaatje op de achterkant van
het apparaat),
• uw volledige adres,
• uw telefoonnummer en zonecode.