Whirlpool PFH 406 A2+ de handleiding

Type
de handleiding
GEBRUIKSAANWIJZING
1
NL
SCHEMA VAN HET APPARAAT FIG. 1
A. Handgreep.
B. Veiligheidssluiting (indien aanwezig).
C. Afdichting.
D. Scheider (indien aanwezig).
E. Dop afvoerkanaal.
F. Bedieningspaneel.
G. Zijrooster afkoeling motor.
INSTALLATIE
Raadpleeg het hoofdstuk ALVORENS HET APPARAAT TE
GEBRUIKEN”.
Haal het apparaat uit de verpakking.
Verwijder de vier beschermdelen tussen de deur en het
apparaat.
Controleer of de dop voor de afvoer van het dooiwater
(indien aanwezig) op de juiste manier geplaatst is (4).
Om de maximale prestaties te verkrijgen en schade te
voorkomen bij het openen van de deur van het apparaat,
dient een afstand van tenminste 7 cm van de achterwand
en 7 cm van de zijkanten te worden vrijgelaten.
Breng de bijgeleverde accessoires aan (indien aanwezig).
Maak de binnenkant van het apparaat schoon alvorens het
te gebruiken.
SCHEMA VAN HET BEDIENINGSPANEEL FIG. 2
1. Thermostaat: maakt het mogelijk om de interne
temperatuur van het apparaat te regelen.
2. Rood controlelampje (indien aanwezig): als dit lampje
brandt wordt aangegeven dat de temperatuur aan de
binnenkant van het apparaat nog niet laag genoeg is.
3. Groen controlelampje (indien aanwezig): als dit lampje
brandt wordt aangegeven dat het apparaat ingeschakeld is.
4. Oplichtende gele/oranje knop (indien aanwezig):
inschakelen/uitschakelen van de snelvriesfunctie.
BELANGRIJK: controleer wanneer u het product als koeler
gebruikt of de snelvriesfunctie niet is ingeschakeld, om te
voorkomen dat er essen barsten.
De conguratie van het bedieningspaneel kan afhankelijk
van de modellen variëren.
Inschakelen van het apparaat
De temperatuur van het apparaat is in de fabriek ingesteld
voor de functionering bij een aanbevolen temperatuur van
-18 °C.
Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact.
Het groene controlelampje begint te branden (indien
aanwezig).
Ook het rode controlelampje wordt geactiveerd (indien
aanwezig), aangezien aan de binnenkant van het
apparaat de temperatuur nog niet laag genoeg is om
hier levensmiddelen in te bewaren. Dit controlelampje
deactiveert zich normaal gesproken binnen zes uur na de
inschakeling.
Wanneer na de aansluiting van het apparaat op het
stroomnet de optimale temperatuur is bereikt, controleert
u of de snelvriestoets niet is ingedrukt (de gele led, indien
aanwezig, staat uit).
Plaats de levensmiddelen alleen in het apparaat als het rode
controlelampje (indien aanwezig) niet langer brandt.
Opmerking: de afdichting sluit de vriezer hermetisch af, dus
u kunt de deur van het apparaat niet onmiddellijk na sluiting
weer openen. Wacht enkele minuten voordat u de deur van
het apparaat opnieuw opent.
Opmerking: Dit apparaat beschikt over de “skin-condensor
technologie: de condensoreenheid is in de wanden van de
vriezer geïntegreerd. Om die reden kunnen de zijkanten
en voorzijde van het product warm worden wanneer het
product in bedrijf is. Dit is normaal en vermindert het risico
op condensvorming bij zeer kritische omstandigheden (zie de
paragraaf “Opsporen van storingen”).
Instelling van de temperatuur
Stel met behulp van de thermostaat de correcte temperatuur
in.
Dit apparaat kan worden gebruikt als vriezer en als koeler.
Stel de thermostaat in op de stand “freezer” om het
apparaat te gebruiken als vriezer. In dit geval moet het
apparaat worden gebruikt om bevroren levensmiddelen
te bewaren, verse levensmiddelen in te vriezen en ijs te
maken.
De interne temperatuur kan tussen -14°C en
-22°C worden ingesteld (afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden, dit kan licht variëren).
Stel de thermostaat in op de stand cooler” om het apparaat
te gebruiken als koeler. In dit geval moet het apparaat
worden gebruikt om verse levensmiddelen en dranken te
bewaren.
De interne temperatuur kan tussen 0°C en +6°C worden
ingesteld (afhankelijk van de omgevingsomstandigheden,
dit kan licht variëren).
Zet de thermostaat in de stand OFF om het apparaat uit te
schakelen.
In dit geval is het apparaat reeds aangesloten op de
netvoeding.
BELANGRIJK: controleer wanneer u het product als koeler
gebruikt of de snelvriesfunctie niet is ingeschakeld, om te
voorkomen dat er essen barsten.
ALS HET APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT
Ontkoppel het apparaat van het elektriciteitsnet en leeg,
ontdooi (indien nodig) en reinig het apparaat. Laat de deur
open staan, zodat lucht in de compartimenten kan circuleren.
Dit voorkomt schimmelvorming, onaangename geuren en
oxidatie (zwart worden) van de binnenwanden.
2
VRIEZER GEBRUIKEN
Controleer alvorens bevroren levensmiddelen in de ruimte te
plaatsen of het apparaat is ingesteld als vriezer (zie de paragraaf
“Instelling van de temperatuur”) en of het rode controlelampje
niet brandt.
ALVORENS OVER TE GAAN VAN KOELER NAAR VRIEZER
CONTROLEREN OF ER GEEN LEVENSMIDDELEN OF FLESSEN
AANWEZIG ZIJN IN DE RUIMTE, OM ONGEWENST BEVRIEZEN
VAN LEVENSMIDDELEN OF BARSTEN VAN FLESSEN TE
VOORKOMEN.
Raadpleeg de tabel op het apparaat.
Indeling van de ingevrorenlevensmiddelen
Laad het diepgevroren voedsel en deel het in; het is raadzaam
de datum waarop het voedsel geladen is te vermelden op de
verpakkingen, om ervoor te zorgen dat het voedsel gebruikt wordt
binnen de vervaldatums aangegeven in maanden in Fig. 6 voor elk
type van voedsel.
Tips voor het bewaren van diepvriesproducten
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de volgende
punten letten:
Zorg dat de verpakking niet beschadigd is (diepgevroren
levensmiddelen in beschadigde verpakkingen kan een
verminderde kwaliteit hebben).
Indien de verpakking bol staat of vochtplekken heeft, werd het
mogelijk niet bij optimale omstandigheden bewaard en het
ontdooien is mogelijk al begonnen.
Tijdens het winkelen dient u de aankopen van diepgevroren
levensmiddelen als laatste te doen en u dient de producten in een
thermisch geïsoleerde koelzak te transporteren.
Leg de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in de vriezer.
Vermijd of beperk temperatuurvariaties tot een minimum.
De uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking moet worden
gerespecteerd.
Houd steeds rekening met de opslaginformatie op de verpakking.
Opmerking:
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen moeten
onmiddellijk worden geconsumeerd.
Vries ze niet opnieuw in, tenzij het voedsel na het ontdooien
gekookt is. Nadat het gekookt is, mag het opnieuw worden
ingevroren.
Als de stroom gedurende langere tijd uitvalt:
Open de deur van het apparaat niet, behalve om de
vrieselementen (indien beschikbaar) boven op het ingevroren
voedsel aan de rechter- en linkerkant van het apparaat te
plaatsen. Op deze manier kunt u de snelheid waarmee de
temperatuur stijgt beperken.
BEWAREN VAN DIEPVRIESPRODUCTEN
Controleer alvorens levensmiddelen te bevriezen in de ruimte
of het apparaat is ingesteld als vriezer (zie de paragraaf
“Instelling van de temperatuur”) en of het rode controlelampje
niet brandt.
Klaarmaken van verse levensmiddelen om in te vriezen
Alvorens verse levensmiddelen in te vriezen dient u het te
wikkelen en verzegelen in: aluminiumfolie, plastic folie, lucht- en
waterdichte plastic zakken, polytheen containers met deksel die
geschikt zijn voor het invriezen van levensmiddelen.
De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer goede
kwaliteit zijn.
Verse groenten en fruit zo mogelijk direct na de oogst invriezen,
om de voedingsstoen, de consistentie, de kleur en de smaak
te behouden.
Laat warme levensmiddelen altijd afkoelen voordat u ze in het
apparaat legt.
Invriezen van verse levensmiddelen
Plaats de in te vriezen levensmiddelen direct tegen de wanden
van het apparaat (g. 5):
A. in te vriezen levensmiddelen
B. reeds bevroren voedsel.
Plaats de in te vriezen levensmiddelen niet direct tegen de al
ingevroren levensmiddelen aan.
Voor beter en sneller invriezen raden wij aan de levensmiddelen
in kleine pakjes te verdelen; dit is ook nuttig op het moment van
gebruik van het ingevroren voedsel.
1. Druk ten minste 24 uur voordat u verse levensmiddelen in het
apparaat gaat leggen op de snelvriestoets.
2. Plaats de in te vriezen levensmiddelen
en houd de deur van het apparaat 24 uur gesloten. De functie Fast
Freeze wordt na 50 uur automatisch uitgeschakeld.
Voer het volgende uit alvorens over te schakelen van
vriezer naar koeler:
1. controleer of er geen bevroren levensmiddelen
aanwezig zijn in de ruimte om ongewenst bevriezen van
levensmiddelen te voorkomen.
2. ontdooi en reinig het apparaat om wateropeenhoping op
de bodem te voorkomen.
Opmerking: Het is mogelijk dat er bij hoge luchtvochtigheid
in het apparaat condens op de wanden en op de bodem van
het compartiment wordt gevormd. Dit is normaal en brengt de
werking van het apparaat absoluut niet in gevaar.
Wij raden in dit geval aan met vloeistof gevulde pannen (bijv:
steelpannen met bouillon) te sluiten, voedsel met een hoog
vochtgehalte (bijvoorbeeld: groenten).
BELANGRIJK: controleer wanneer u het product als koeler
gebruikt of de snelvriesfunctie niet is ingeschakeld, om te
voorkomen dat er essen barsten.
BEWAREN VAN DIEPVRIESPRODUCTEN
KOELER GEBRUIKEN
3
ONTDOOIEN APPARAAT
Het apparaat moet ontdooid worden wanneer de
ijslaag op de wand 5-6 mm dik is.
Koppel het apparaat los van de netvoeding.
Haal alle voedsel uit het apparaat en bewaar het op een heel
koele plek of in thermisch isolerende zakken.
Laat de deur van het apparaat openstaan.
Verwijder de binnendop van het afvoerkanaal (afhankelijk van
model) (Fig. 8).
Verwijder de buitendop van het afvoerkanaal (afhankelijk van
model) en plaats hem zoals aangegeven in de afbeelding in
g. 8).
Gebruik de scheider (afhankelijk van model) in het product als
een recipiënt om het resterende water in op te vangen (D) zoals
aangegeven in g. 8. Als er geen scheider is, gebruik dan een
ondiepe kom.
U kunt het ontdooien versnellen door met een spatel het ijs op
de wanden van het apparaat los te maken.
Verwijder het ijs van de bodem van het apparaat.
Gebruik, om onherstelbare schade aan de binnenkant van
het apparaat te voorkomen, geen puntige of scherpe metalen
voorwerpen om het ijs te verwijderen.
Gebruik geen schuurmiddelen en verwarm het vriesvak niet
kunstmatig.
Maak de binnenkant van het apparaat zorgvuldig droog.
Plaats na het ontdooien de dop terug.
REINIGING EN ONDERHOUD
Verwijder het ijs op de bovenste randen (zie Opsporen van
storingen).
Reinig na het ontdooien de binnenkant met een vochtige spons
met lauw water en/of een neutraal schoonmaakmiddel.
Maak de ventilatieopeningen aan de zijkant schoon (indien
aanwezig).
Voordat u begint met het onderhoud van uw apparaat,
dient u de stekker uit het stopcontact te halen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes of vlekkenverwijderaars
(bijvoorbeeld aceton, trichloorethyleen) om het apparaat te
reinigen.
Om het apparaat optimaal te laten functioneren, wordt
geadviseerd om het tenminste eenmaal per jaar te reinigen en
te onderhouden.
VERVANGEN VAN HET DEURLAMPJE INDIEN AANWEZIG
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Verwijder de melkglazen kap aan de hand van de aanwijzingen
van de afbeelding en in de aangegeven volgorde.
Draai het lampje los en vervang het door een nieuw lampje met
dezelfde spanning en hetzelfde vermogen.
Breng de melkglazen kap weer aan en sluit het apparaat aan op
het elektriciteitsnet.
HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING
3. Het rode controlelampje (indien aanwezig) blijft branden.
Is de stroom uitgevallen?
Heeft u het ontdooien geactiveerd?
Is de deur van het apparaat goed dicht?
Staat het apparaat in de buurt van een warmtebron?
Staat de thermostaat op de correcte stand?
Zijn het ventilatierooster en de condensor schoon?
4. Het apparaat maakt erg veel lawaai.
Is het apparaat perfect waterpas geïnstalleerd?
Staat het apparaat tegen andere meubels of voorwerpen aan
die trillingen kunnen veroorzaken?
Is de verpakking van het onderstel van de vriezer verwijderd?
Opmerking: de circulatie van het koelgas kan een zacht geluid
maken, ook nadat de compressor stopgezet is. Dit is geheel
normaal.
5. Het groene controlelampje (indien aanwezig) brandt niet en
het apparaat functioneert niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de voedingskabel niet beschadigd?
6. Het groene controlelampje (indien aanwezig) brandt niet en
het apparaat functioneert.
Het groene controlelampje is stuk. Neem contact op met de
Consumentenservice voor vervanging.
7. De compressor werkt onafgebroken.
Heeft u misschien warm voedsel in het apparaat gezet?
Is de deur van het apparaat langdurig open geweest?
Staat het apparaat in een te warme ruimte of in de buurt van
een warmtebron?
Staat de thermostaat op de correcte stand?
Heeft u ongewild de knop voor de snelvriesfunctie (afhankelijk
van model) ingedrukt?
8. Te veel ijsvorming op de bovenranden.
Zijn de doppen van het afvoerkanaal voor het dooiwater correct
geplaatst?
Is de deur van het apparaat goed dicht?
Is de afdichting van de deur van het apparaat beschadigd of
vervormd? (Zie hoofdstuk “Installatie”)
Zijn de vier beschermdelen verwijderd? (Zie hoofdstuk
“Installatie”)
9. Er vormt zich condens aan de buitenkant van het apparaat
Condensvorming is normaal onder bepaalde klimatologische
omstandigheden (luchtvochtigheid hoger dan 85%) of als het
apparaat geïnstalleerd is in vochtige en slecht geventileerde
ruimtes.
Dit heeft echter geen negatieve invloed op de prestaties van het
apparaat.
10. De ijslaag op de binnenwanden van de vriezer is niet
overal even dik.
Dit is normaal.
CONSUMENTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Consumentenservice:
1. Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen.
2. Schakel het apparaat opnieuw in en controleer of het probleem
is opgelost. Indien niet, koppelt u het apparaat los van de
stroomtoevoer en wacht ongeveer een uur voordat u het
opnieuw inschakelt.
3. Indien het probleem aanhoudt na deze actie, neemt u contact
op met de Klantenservice.
Vermeld het volgende:
de aard van de storing,
het model,
het servicenummer (nummer achter het woord SERVICE op het
typeplaatje op de achterkant van
het apparaat),
uw volledige adres,
uw telefoonnummer en zonecode.
4
400011232596
3 4 5
1 2
6
CLASE/KLASSE
CLASSE/CLASS
°C °F
SN 10 - 32 50 - 90
N 16 - 32 61 - 90
ST 16 - 38 61 - 100
T 16 - 43 61 - 110
7
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4

Whirlpool PFH 406 A2+ de handleiding

Type
de handleiding