Miller INVISION 354MP CE de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Processen
OM-196 596V/dut
201011
Beschrijving
Beklede elektrodelassen
(SMAW)
MIG/MAG lassen
Pulserende MIG (GMAW-P)
Stroombron voor booglassen met
ingebouwde synergische programma’s
Invision 354MP
IEC
R
www.MillerWelds.com
HANDLEIDING
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie
over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke
productleaflets voor u.
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de
slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het an-
ders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten
lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden
zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten
van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het
allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen
die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te
bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in
1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen
tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u
de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u reke-
nen op jarenlange betrouwbare service en goed
onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat
voor reden dan ook ooit moeten worden gerepa-
reerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud &
Storingen precies nagaan wat het probleem is.
Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepa-
len welk onderdeel u precies nodig hebt om het
probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie
en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke
model bijgesloten.
Miller was de allereerste
fabrikant van lasapparatuur in
de VS die het ISO 9001
kwaliteitscertificaat behaal-
de.
Elke krachtbron van Miller
gaat vergezeld de meest
probleemloze garantie in
onze bedrijfstak u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3.............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 4..................................................
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 5...................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES 7...............................................................
2-1. Definities van de waarschuwingslabels van de fabrikant 7....................................
2-2. Symbolen en definities 9................................................................
2-3. WEEE label (Voor producten die in de EU zijn verkocht) 9....................................
HOOFDSTUK 3 INLEIDING 10................................................................
3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) 10.................
3-2. Technische gegevens 10.................................................................
3-3. Inschakelduur en oververhitting 11........................................................
3-4. Stroom-spanning 11.....................................................................
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE 12..............................................................
4-1. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens 12..............................
4-2. Afmetingen en gewicht 12................................................................
4-3. Een locatie kiezen 12....................................................................
4-4. Aansluitklemmen van de laskabels en het kiezen van de kabelafmetingen 13.....................
4-5. Informatie over de 14-pin contrastekker 14..................................................
4-6. Optionele 115 Volt AC duplex contrastekker en automatische zekeringen 14......................
4-7. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud 15...............................................
4-8. Driefasen ingangsvermogen aansluiten 16..................................................
HOOFDSTUK 5 OPERATIE 17................................................................
5-1. Besturing van het bedieningspaneel 17.....................................................
5-2. Meterfuncties 18........................................................................
5-3. Voorbeelden 19........................................................................
5-4. Synergische bedieningsfuncties 20........................................................
5-5. Overgangsscherm, manueel MIG-pulsen, MIG/MAG en BE mode 21............................
5-6. Setup scherm 22.......................................................................
5-7. Keuze van de pulsprogramma’s en de parameters 23.........................................
5-8. Wat is de invloed van de manuele puls MIG golfvorm op de lasboog en afsmeltsnelheid? 24........
5-9. Overzicht van de programma’s 25.........................................................
HOOFDSTUK 6 ONDERHOUD EN STORINGEN VERHELPEN 26.................................
6-1. Routine-onderhoud 26...................................................................
6-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen 26...........................................
6-3. Hulpscherm voltmeter/ampèremeter 27.....................................................
6-4. Error Codes 28.........................................................................
6-5. Storingen 28...........................................................................
HOOFDSTUK 7 ELECTRISCH SCHEMA 29.....................................................
HOOFDSTUK 8 ONDERDELENLIJST 30.......................................................
GARANTIE
OM-196 596 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
dut_som_201003
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel; lees deze voorzorgsmaatregelen en volg ze op.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
OPGELET Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd
aan persoonlijk letsel.
. Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
{+}. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tij-
dens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of automa-
tisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
D Gebruik geen wissel(AC) uitgangsspanning in een vochtige om-
geving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar
bestaat dat u kunt vallen
D Gebruik ALLEEN wissel (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semiautomatisch
gelijkstroom (draad) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)
D Installeer en aard deze installatie volgens de Handleiding voor ge-
bruikers en nationale of locale codes.
D Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
D Als u het apparaat aansluit op het net, verbind dan eerst de aar-
dingsgeleider en controleer de aansluitingen grondig.
D Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
D Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openlig-
gende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
D Draag de kabels niet op uw lichaam.
D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron.
OM-196 596 Pagina 2
Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspan-
ning nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING
op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroom-
bronnen.
D Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings-
stekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de
aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel
aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
D Hete onderdelen niet met blote handen aanra-
ken
D Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan gaat werken.
D Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
D Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat las-
rook en gassen afgezogen worden.
D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
D Lees de Materiaalveiligheids informatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor metalen, elektroden, elektrodebekledingen,
schoonmaakmiddelen en ontvetters.
D Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende gassen vormen
D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
D Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
D Draag beschermende kleding, gemaakt van duurzaam, brandwe-
rend materiaal (leer en wol) en beschermend schoeisel
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen wor-
den Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen. De
rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand veroorza-
ken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat lassen.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde zijde
D Las niet aan gesloten vaten zoals tanks, trommels of pijpen, tenzij
ze voldoende voorbereid zijn volgens AWS F4.1 (zie veiligheids-
voorschriften)
D Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof,
gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten.
D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
D Draag olie-vrije beschermende kleding zoals leren handschoenen
leren schort, broek zonder omslag, hoge schoenen en een helm.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
D Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
D Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
D Door lassen, bikken, het gebruik van draad-
borstels en slijpen kunnen vonken en rodvlie-
gende metaal-schilfers ontstaan. Als lasrup-
sen afkoelen, kunnen er slakresten rondvlie-
gen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
D Draai de gastoevoer dicht, wanneer u geen gas
gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
OM-196 596 Pagina 3
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN
kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde
medische apparatuur.
D Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden
met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden
of inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Gasflessen met beschermend gas bevatten gas
onder hoge druk. Als een gasfles beschadigd wordt,
kan deze exploderen. Aangezien gasflessen nor-
maal gesproken een onderdeel uitmaken van het
van het lasproces moet u er voorzichtig mee
omgaan.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet
kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroomkringen
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepas-
sing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
D Draai bij het openen van de gasfles uw gezicht weg van het redu-
ceerventiel.
D Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zitten
behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik.
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas,
bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veiligheids-
voorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
D Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
D Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
D Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of an-
dere accessoires.
D Gebruik gereedschap met voldoende capaci-
teit om het apparaat op te tillen en te ondersteu-
nen.
D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant on-
der het apparaat uitsteken.
D Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet
in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
D Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of apparatuur
de Amerikaanse ARBOrichtlijn getiteld Applications Manual for
the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No. 94–110).
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
OM-196 596 Pagina 4
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
D Laat deuren, panelen, deksels en
beschermplaten alleen verwijderen door
bevoegd personeel indien nodig voor
onderhoud en storingzoeken.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming voor ogen en ge-
zicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat.
Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaams-
bescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
LEES DE INSTRUCTIES.
D Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
D Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
D Voer onderhoud en service uit zoals vermeld in de Handleidin-
gen, de industriële normen en de landelijke en ter plekke gelden-
de regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
D Hoog-frequente straling kan storing veroorza-
ken bij radio-navigatie, veiligheidsdiensten,
computers en communicatie-apparatuur.
D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektronische
apparatuur deze installatie uitvoeren.
D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
D Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
D Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
D Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde apparatuur zoals robots.
D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagnetisch
compatibel is.
D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo
kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de
vloer.
D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die che-
micaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Accupolen, -klemmen en soortgelijke accessoires bevatten
lood en loodverbindingen, chemicaliën waarvan het de Staat
Califorrnië bekend is dat ze kanker en geboorteafwijkingen of
andere voortplantingsproblemen veroorzaken. Was uw han-
den na aanraking.
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwij-
kingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was
na gebruik uw handen.
Benzinemotoren:
Uitlaatgassen van motoren bevatten chemicaliën waarvan
het de Staat Califorrnië bekend is dat ze kanker, geboorteaf-
wijkingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaken.
Dieselmotoren:
Van uitlaatgassen van dieselmotoren en bepaalde bestand-
delen ervan is het de Staat Califorrnië bekend dat ze kanker,
geboorteafwijkingen en andere voortplantings problemen
veroorzaken.
OM-196 596 Pagina 5
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 4221 Walney Road, 5th Floor,
Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cganet.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone:
800-463-6727, website: www.csa-international.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org.
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Super-
intendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—
phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:
www.osha.gov).
U.S. Consumer Product Safety Commission (CPSC), 4330 East West
Highway, Bethesda, MD 20814 (phone: 301-504-7923, website:
www.cpsc.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). Lasstroom veroorzaakt een
elektromagnetischveld rond de lasstroomkring en de lasapparatuur.
Elektromagnetischevelden kunnen interferentie veroorzaken bij
bepaalde medische implantaten zoals pacemakers. Voor personen die
medische implantaten hebben moeten beschermende maatregelen
worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor passanten of een
risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Alle lassers moeten de
volgende procedures naleven om zo blootstelling aan
elektromagnetischevelden van de lasstroomkring tot een minimum te
beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-196 596 Pagina 6
OM-196 596 Pagina 7
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES
2-1. Definities van de waarschuwingslabels van de fabrikant
Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar
(zie de symbolen).
1 Een elektrische schok van een
laselektrode of de bedrading kan
dodelijk zijn.
1.1 Draag droge, geïsoleerde
handschoenen. De elektrode niet met
de blote hand aanraken. Geen natte
of kapotte handschoenen dragen.
1.2 Bescherm uzelf tegen elektrische
schokken door uzelf te isoleren van
het werk en de aarde.
1.3 Haal de stekker van de machine uit
het stopcontact of uit de machine,
voordat u aan de machine gaat
werken.
2 Het inademen van lasdampen kan
gevaarlijk zijn voor uw gezondheid.
2.1 Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.
2.2 Gebruik actieve ventilatie of een
afvoersysteem om de dampen van de
werkplek af te voeren.
2.3 Gebruik een ventilator om de dampen
af te voeren.
3 Lasvonken kunnen ontploffingen of
brand veroorzaken.
3.1 Houd brandbare stoffen uit de buurt
van het laswerk. Niet lassen vlakbij
brandbare stoffen.
3.2 Lasvonken kunnen brand
veroorzaken. Zorg dat er een
brandblusapparaat in de buurt is en
zorg dat er een toezichthouder is die
klaarstaat om dit gebruiken.
3.3 Niet op vaten of dichte containers e.d.
lassen.
4 De stralen uit de boog kunnen ogen
en huid verbranden.
4.1 Draag een hoofddeksel en een
veiligheidsbril. Bescherm uw oren en
knoop de kraag van uw overhemd
dicht. Gebruik een lashelm met de
juiste filtersterkte. Draag bescherming
voor uw hele lichaam.
5 Zorg dat u geoefend raakt en lees de
aanwijzingen, voordat u aan de
machine gaat werken of gaat lassen.
6 Verwijder het label niet; verf het ook
niet over en dek het niet af.
1/96
1 1.1 1.2 1.3
3 3.1 3.2 3.3
4 4.1
+
2 2.1
2.2
+
+
56
+
2.3
S-179 310
OM-196 596 Pagina 8
Waarschuwing! Pas op! Kans op
gevaar (zie de symbolen).
1 Een elektrische schok van de
bedrading kan dodelijk zijn.
2 Haal de stekker van de
machine uit het stopcontact of
uit de machine, voordat u aan
de machine gaat werken.
3 Op de ingangscondensator
blijft gevaarlijk onder spanning
staan, ook als de machine is
uitgeschakeld. Raak volledig
opgeladen condensatoren
nooit aan.
4 Wacht altijd 60 seconden
nadat de stroom is
uitgeschakeld, voor u aan het
apparaat gaat werken; OF
5 controleer de spanning van de
ingangscondensator en zorg
dat u er zeker van bent dat
deze bijna 0 is, voordat u enig
onderdeel aanraakt.
6 Als er stroom komt te staan
op defecte onderdelen,
kunnen deze exploderen of
andere onderdelen laten
exploderen.
7 Rondvliegende stukken van
onderdelen kunnen letsel
veroorzaken. Draag altijd een
gezichtsscherm als u
onderhoud pleegt aan een
apparaat.
8 Draag altijd lange mouwen en
knoop uw kraag dicht, als u
onderhoud pleegt aan een
apparaat.
9 Nadat u de nodige voorzorgs-
maatregelen hebt genomen,
kunt u de eenheid aansluiten
op de stroomvoorziening.
> 60 s
V
V
V
1
2
3
45
6 7
8
9
S185 836
= <60
°
1 Waarschuwing! Pas op! Kans
op gevaar (zie de symbolen).
2 Vallende apparatuur kan letsel
veroorzaken en het apparaat
beschadigen.
3 Til het apparaat altijd aan
beide handgrepen op en
ondersteun het. Houd de hoek
van het heftoestel altijd kleiner
dan 60 graden.
4 Gebruik een geschikte kar om
het apparaat te verplaatsen.
5 Het apparaat niet aan één
handgreep optillen of
ondersteunen.
1/96
1
2345
S179 309A
OM-196 596 Pagina 9
2-2. Symbolen en definities
A
Stroomsterkte Paneel Wisselstroom
V
Spanning
Uitgangsspanning
Automatische
zekering
Van op afstand Aan
Uit TIGlassen Negatief Ingangsspanning
Gelijkstroom Positief Inductantie
Beschermende
aarde (massa)
Constante Stroom
Constante
Spanning
Voetbediening Lijnverbinding
Boogsterkte
Lassen met
elektroden
MIG/MAG lassen
3-fasen statische
frequentie-
omzetter-transfor-
mator-gelijkrichter
U
0
Nominale nullast-
spanning
(gemiddeld)
U
1
Primaire spanning
U
2
Conventionele
belastingsspanning
X
Inschakelduur
Hz
Hertz
IP
Beschermings-
graad
I
2
Nominale
lasstroom
%
Percent
Pulserend
Lift-Arc Trigger
Hold Operation
(GTAW)
Monofase Driefasen
I
1max
Maximale nominale
voedingsstroom
I
1eff
Maximale
effectieve
voedingsstroom
Toename
Aanraakstart
Lift Arc (TIG)
2-3. WEEE label (Voor producten die in de EU zijn verkocht)
Voer dit product niet af met het nor-
male afval.
Bezorg elektrisch en elektronisch
(WEEE) afval, bij een recycle de-
pot.
Neem contact op met een recycle-
bedrijf of distributeur voor meer in-
formatie
OM-196 596 Pagina 10
HOOFDSTUK 3 INLEIDING
3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU)
A. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)
! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek
mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen.
Deze apparatuur is gebouwd conform EN 609741 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang
heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die
hiertoe is opgeleid.
Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog en stabilisatieapparatuur) die onderdeel
uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de
lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling.
S De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.
S Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.
B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig is van
het openbare utiliteitssysteem met een laag voltage. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen met de elektromagne-
tische compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.
! Deze apparatuur voldoet niet aan de IEC 61000312 norm. Als hij wordt aangesloten op het openbare utiliteitssysteem met laag
voltage, dan is het de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van de apparatuur om er, eventueel in overleg met
de beheerder van het distributienetwerk, voor te zorgen dat de apparatuur mag worden aangesloten.
3-2. Technische gegevens
Nominaal uit-
gangsvermogen
Spannings-
bereik
Bereik
lasstroom
Max.
spanning
open circuit
IP graad
Ingaande stroom bij
nominale uitgangs-
belasting, 50/60Hz
400 V KVA KW
300 A @ 32 VDC,
60% inschakelduur
10 35 5 400 90 23
17,0
(0,15*)
12,4
(0,09*)
11,5
(0,04*)
*In stationaire toestand
OM-196 596 Pagina 11
6 minuten lassen 4 minuten rusten
De inschakelduur is het percentage
van 10 minuten dat het apparaat
kan lassen op nominale belasting
zonder oververhit te raken.
Als het apparaat oververhit raakt, is
er geen uitgangsspanning meer,
verschijnt er een Help-melding (zie
Sectie 6-3) en gaat de koelventila-
tor draaien. Wacht vijftien minuten
om het apparaat te laten afkoelen.
Verlaag de stroomsterkte, de span-
ning of de inschakelduur voor u
gaat lassen.
OPGELET Door overschrijding
van de inschakelduur kan het appa-
raat beschadigen en daarmee komt
de garantie te vervallen.
3-3. Inschakelduur en oververhitting
0
15
A of V
sduty1 5/95 / SA-178 651
60% inschakelduur
% INSCHAKELDUUR
Driefasen
Monofase
Oververhitting
OF
Verlaag de inschakelduur
Minuten
De stroomspanning grafieklijnen
geven de minimaal en de maximaal
mogelijke uitgangsspanning en
-stroom aan van de voedingsbron
voor het lasapparaat. De grafie-
klijnen van de andere instellingen
vallen tussen de aangegeven
krommen.
3-4. Stroom-spanning
va_curve1 4/95 SA-188 537 / SA-178 653
CC Mode CV Mode
OM-196 596 Pagina 12
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE
4-1. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de voorzijde te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en het
vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde van
deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt als u het in de toekomst nodig hebt.
4-2. Afmetingen en gewicht
Plaats van bevestigingspunten
804 801-A
A
D
C
B
E
G
F
610 mm
432 mm
318 mm
A 298 mm
B 42 mm
C 400 mm
D 485 mm
E 221 mm
F 39 mm
G 1/4-20 UNC -2B thread
Gewicht
39.5 kg
1 Hefgrepen
Gebruik de hefgrepen om het appa-
raat op te tillen.
2 Handkar
Gebruik een kar of een soortgelijk
vervoermiddel om het apparaat te
verplaatsen.
3 Ljnscheidingsmechanisme
! Mogelijk is een speciale
installatie nodig, wanneer er
benzine of vluchtige vloeis-
toffen aanwezig zijn zie
NEC artikel 511 of CEC sectie
20.
4-3. Een locatie kiezen
Ref. ST-151 556 / 802 167
2
! Verplaats het apparaat niet naar en gebruik
het niet op plaatsen waar het kan omvallen.
3
460 mm
460 mm
1
1
Luchtstroom
Verplaatsing
OM-196 596 Pagina 13
4-4. Aansluitklemmen van de laskabels en het kiezen van de kabelafmetingen*
OPGELET De totale kabellengte in de lasstroomkring (zie onderstaande tabel) is de lengte van beide laskabels tezamen. Als bijvoorbeeld de stroom-
bron 30 meter van het laswerkstuk is, dan is de totale kabellengte in de lasstroomkring 60 meter (2 kabels x 30 meter). Neem de 60m-kolom voor
het bepalen van de kabelafmetingen.
Aansluitklemmen
van lasuitgangs-
spanning
! Aansluitklemmen van
lasuitgangsspanning.
! Gebruik geen versle-
ten, beschadigde, te
korte of slecht verbon-
den kabels.
Laskabelformaat** en maximale totale lengte van de kabel (koper) in de las-
stroomkring net groter dan***
Las-
stroom
30 m of minder 45 m 60 m 70 m 90 m 105 m 120 m
10 60%
inscha-
kelduur
60 100%
inschakel-
duur
10 100% inschakelduur
+
Lasuitgangsbornen
100 20 20 20 30 35 50 60 60
150 30 30 35 50 60 70 95 95
200 30 35 50 60 70 95 120 120
250 35 50 60 70 95 120 2x70 2x70
300 50 60 70 95 120 2x70 2x95 2x95
350 60 70 95 120 2x70 2x95 2x95 2x120
400 60 70 95 120 2x70 2x95 2x120 2x120
500 70 95 120 2x70 2x95 2x120 3x95 3x95
600 95 120 2x70 2x95 2x120 3x95 3x120 3x120
*Deze tabel is een algemene richtlijn en is in sommige gevallen niet aangepast. Als een kabel oververhit geraakt (normaal kan u dat ruiken),
gebruik dan een kabel met grotere sektie.
**De laskabelsektie in mm
2
is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder.
***In puls-MIG, de kabelsektie bepalen aan de hand van de gebruikte piekstroomwaarde. Ref. S-0007-G 2009-08
OM-196 596 Pagina 14
4-5. Informatie over de 14-pin contrastekker
AJ
B
K
I
C
L
NH
D
M
G
E
F
Pin*
Pininformatie
24 VOLTS AC
Uitgangsspanning
Contactschakelaar
A 24 volt AC. Beveiligd door CB2.
B Het sluiten van het contact naar A maakt het 24
V/AC contactorstuurcircuit en zorgt dat er
uitgangsspanning mogelijk is.
115 VOLTS AC
Uitgangsspanning
Contactschakelaar
I 115 volt AC. Beveiligd door CB1.
J Het sluiten van het contact naar I maakt het 115
V/AC contactorstuurcircuit en zorgt dat er
uitgangsspanning mogelijk is.
Van op afstand
UITGANGS-
REGELING
C Uitgaande spanning naar afstandsbediening; +10
VDC
D Gemeenschappelijke afstandsbedieningscircuit
E 0 tot +10 volt DC invoercommandosignaal van
afstandsbediening.
A/V
STROOM-
STERKTE
(AMPERAGE)
SPANNING
(VOLTAGE)
F Stroomterugkoppeling; +1 volt DC per
100 ampère.
H Terugkoppeling spanning; +1V gelijkstroom per 10
V uitgangsspanning van de contrastekker.
GND
G Gemeenschappelijke voor 24V en 115V AC
circuits.
K Gemeenschappelijke chassis
* De overige pinnen worden niet gebruikt.
4-6. Optionele 115 Volt AC duplex contrastekker en automatische zekeringen
ST-801 245-A
1 115V 7A AC contrastekker
De voeding wordt verdeeld tussen
de duplex contrastekker en de
“Remote 14”-contrastekker (zie
Sectie 4-5).
2 Automatische zekering CB1
CB1 beveiligt het 115-volt AC deel
van de duplex contrastekker en de
“Remote 14”-contrastekker tegen
overbelasting.
3 Automatische zekering CB2
CB2 beveiligt het 24-volt AC deel
van de “Remote 14”-contrastekker
tegen overbelasting.
Druk op de knop om de zekering te-
rug te stellen.
2 3
1
OM-196 596 Pagina 15
4-7. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud
OPGELET ONJUISTE VOEDING kan deze lasstroombron beschadigen. Deze lasstroombron vereist een CONTINUE aanvoer van 60 Hz (+10%)
vermogen +10% van de nominale ingangsspanning. De fase-naar-massa spanning mag niet meer bedragen dan +10% van de nominale ingangsspan-
ning. Voor de voeding van deze lasstroombron geen generator gebruiken met een automatische stationairvoorziening (die de motor stationair laat
draaien als hij geen last detecteert).
OPGELET De voedingspanning mag niet meer dan 10% afwijken van de aanbevolen waarde. Indien de voedingsspanning buiten dit werkbereik
valt, dan is geen lasvermogen beschikbaar.
Nietnaleving van deze aanbevelingen voor de zekering en de stroomonderbreker kan leiden tot gevaar voor elektrische schokken.
Deze aanbevelingen zijn vastgesteld voor nominaal gebruik en inschakelduur van de lasstroombron.
50/60 Hz Driefasen
Ingaande spanning (V) 400
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning (A) 18
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères
1
Traag
2
20
Normaal
3
25
Min. formaat invoerconductor in mm
2
2,5
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 41
Min. formaat aardingsconductor in mm
2
2,5
Referentie: Amerikaanse National Electrical Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)
1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/
stroomkromme die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.
2 De trage zekering zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL248.
3 De normale zekeringen zijn van klasse UL “K5” (tot 60A), en UL “H” (65A en meer).
4 De geleidergegevens in dit gedeelte hebben betrekking op het geleiderformaat (met uitzondering van het buigbare snoer of de buigbare kabel) tus-
sen de paneelkaart en de apparatuur conform NECtabel 310.16. Als er een buigbare snoer of kabel wordt gebruikt, moeten de minimum afmetingen
van de geleider mogelijk groter zijn. Zie NECtabel 400.5(A) voor de vereisten voor een buigbare snoer of kabel.
OM-196 596 Pagina 16
! De installatie moet voldoen aan alle
nationale en lokale regels en
voorschriften alleen daartoe be-
voegde personen mogen deze
installatie uitvoeren.
! Ontkoppel en blokkeer de stroom-
voorziening voordat u de ingaande
geleiders vanaf het systeem aans-
luit.
! Sluit altijd eerst de groene of
groengele stroomgeleider aan op
een voedingsmassaklem en nooit
op een lijnklem.
Voor driefasen:
1 Voedingskabel.
2 Ontkoppel het apparaat (de
schakelaar staat afgebeeld in de
OFF-stand)
3 Groene of groengele aardegeleider
4 Ontkoppel de aardingsklem van het
apparaat
5 Ingaande geleiders (L1, L2 en L3)
6 Ontkoppel de lijnklemmen van het
apparaat
Sluit eerst de groene of groengele
aardstroomgeleider aan op de
ontkoppelde aardingsklem van het
apparaat.
Sluit de ingaande geleiders L1, L2 en L3
aan op de ontkoppelde lijnklemmen van
het apparaat.
7 Overbelastingsbeveiliging
Bepaal het type en de maat van de
overbelastingsbeveiliging aan de hand
van Sectie 4-7 (afgebeeld: gezekerde
ontkoppelingsschakelaar).
Sluit de toegangsdeur van het
scheidingsmechanisme en sluit hem
stevig af. Verwijder de blokkering en zet
de schakelaar in de ON-stand.
4-8. Driefasen ingangsvermogen aansluiten
Benodigde gereedschappen
= GND/PE
2/04 - Ref. 802 136-A / 801 192
L1
2
1
L2
L3
3
3
4
5
6
7
OM-196 596 Pagina 17
HOOFDSTUK 5 OPERATIE
5-1. Besturing van het bedieningspaneel
1 Hoofdschakelaar voeding
. De motor van de ventilator wordt ther-
mostatisch bestuurd en draait alleen
wanneer er afkoeling nodig is.
2 Voltmeter (zie Sectie 5-2)
3 Ampèremeter/Trimwaarde (zie Sectie
5-2)
4 Ampèrelampje
Gaat aan indien de onderstaande meter de
stroomwaarde aangeeft.
5 Trimlampje
Gaat aan indien de onderstaande meter de
Trimwaarde aangeeft.
6 Instelknop
De instelknop regelt de verschillende para-
meters, afhankelijk van de gebruikte mode.
7 Druktoetsverhoging (zie Sectie 5-4)
8 Druktoetsverlaging (zie sectie 5-4)
9 LCD scherm (zie Sectie 5-4)
10 Selectiedruktoets (zie Sectie 5-4)
2
3
6
7
8
1
10
Ref. 193 785
9
4 5
OM-196 596 Pagina 18
5-2. Meterfuncties
. De meters geven circa drie seconden lang nadat de boog is verbroken de werkelijke lasuitgangswaarden aan.
Keuzestand (Mode) Aangegeven meterwaarden bij leegloop Meterwaarden tijdens het lassen
MIG
Vooringestelde Leeg
spanningswaarde
VA
24.5
Lasspanning Lasspanning
VA
24.5 250
MIG Pulserend
Leeg Pulsaanduiding
V Trim
50
Lasspanning Lasspanning
VA
24.5 250
BE Contactschakelaar
afstandsbediend
Leeg Preset Amps
VA
85
Lasspanning Werkelijke stroomsterkte
VA
24.5 85
BE Contacschakelaar
gesloten
Lasspanning (OCV) Preset Amps
VA
80.0 85
Lasspanning Werkelijke stroomsterkte
VA
24.5 85
Manueel pulsen
Pulsen Per Seconde
VA
PPS 200
Lasspanning Werkelijke stroomsterkte
VA
24.5 85
OM-196 596 Pagina 19
5-3. Voorbeelden
Vooraf instelbare amperage voor het lassen met Beklede Electroden.
Voltage voor het MIG/MAGlassen.
Aflezing tijdens het lassen.
Vooraf instelbare TRIM waarde voor het gepulst MIGlassen.
Vooraf instelbare PPS waarde voor het manueel gepulst MIGlassen.
. De afgebeelde waarden zijn hypothetisch..
De “A” (Amperage) en “TRIM” lampjes gaan aan als volgt.
. Bij het lassen met Beklede Electroden levert de lasbron bij het starten een Adaptive Hot Start, die automatisch de lasamperage verhoogt indien
dit voor een goede boogontsteking nodig is. Dit verhelpt het plakken blijven bij het starten.
OM-196 596 Pagina 20
Regel de booglengte op 36
met de instelknop.
5-4. Synergische bedieningsfuncties
Functies
1 LCD scherm
2 Parameterkeuzetoets
Op de toets drukken om > te ver-
plaatsen. De parameter voorafgeg-
aan van > is gekozen.
3 Druktoets “verhogen”
Op de verhogingstoets drukken om
de gekozen parameter te verho-
gen.
4 Druktoets “verlagen”
Op de verlagingstoets drukken om
de gekozen parameter te verlagen.
Zie voorbeeld.
Samenvatting
De ingebouwde functies verlenen
vier mogelijke werkwijzen:
Manueel MIGpulsen de pulspa-
rameters worden manueel inge-
steld.
MIG/MAG de bedieningsfunctie
werkt als een afstandsbediening
van de lasspanning.
BE de lasbron werkt in de CC
(konstante stroom) mode.
Synergisch MIGpulsen inge-
brachte fabrieksprogramma’s stu-
ren het proces.
Het Setup scherm (zie Sectie 5-6)
geeft de mogelijkheid om een aan-
tal programma’s onbeschikbaar te
maken (lock out) voor de gebruiker,
en tevens de taalkeuze te maken.
Prg 7 St 1.0mm
98Ar / 2O2
>Non Adapt i ve Pu l se
De bovenste lijn kiezen door op
de parameterkeuze-toets te
drukken en het pijltje bovenaan
plaatsen. Op de druktoets “ver-
hogen” drukken tot programma
7 verschijnt.
Op de parameterkeuzetoets
drukken om de derde lijn te
kiezen en op de verhogings
of verlagingstoets drukken tot
Non Adaptive verschijnt.
Voorbeeld
Om programma 7 te bekomen, met Non Adaptive en Booglengte (TRIM) op 36, ga als volgt
te werk:
4
2
3
1
36
>Pr g 7 S t 1 . 0mm
98Ar / 2O2
Adap t i ve Pu l se
OM-196 596 Pagina 21
5-5. Overgangsscherm, manueel MIG-pulsen, MIG/MAG en BE mode
1 Software versie
Als de machine aangezet wordt, geeft het
overgangsscherm de Miller software ver-
sie aan gedurende enkele seconden en
gaat dan over naar het programma dat
het laatst afgebeeld was vooraleer de
machine was afgezet.
2 Manueel MIGpulsen
De gewenste pulsparameters moeten
manueel ingebracht worden in deze mo-
de.
Kies de bovenste lijn en druk op de verho-
gings of verlagingstoets tot Manual Pul-
se verschijnt.
Kies Amps Peak en druk op de verho-
gings of verlagingstoets om de piek-
stroomwaarde in te stellen tussen 100 en
400A, maar steeds minstens 1A hoger
dan de grondstroomwaarde.
Kies Amps Background en druk op de
verhogings of verlagingstoets om de
grondstroomwaarde in te stellen tussen
10 en 300A, maar steeds minstens 1A la-
ger dan de piekstroomwaarde.
Kies ms Pulse Width en druk op de verho-
gings of verlagingstoets om de puls-
breedte in milliseconden in te stellen tus-
sen 1 en 5 ms (de maximale waarde kan
kleiner zijn, afhankelijk van de pulsfre-
quentie).
Kies Amps Start en druk op de verho-
gings of verlagingstoets om de start-
stroomwaarde in te stellen tussen 150 en
530A. Deze amperage wordt gebuikt bij
elke nieuwe start.
Regel de instelknop om de PPS (pulsen
per seconde) in te stellen tussen 30 en
300 PPS (de maximale waarde kan klei-
ner zijn, afhankelijk van de pulsbreedte).
3 MIG/MAG mode
Kies de bovenste lijn en druk op de verho-
gings of verlagingstoets tot MIG ver-
schijnt. Inductance kiezen en op de ver-
hogings of verlagingstoets drukken om
de smoorspoelwaarde in te stellen tussen
0 en 100%. Gebruik de instelknop om de
boogspanning te regelen (1035V).
4 BE (stick) mode
Voor het lassen met Beklede Electroden
kan de gebruiker de contactorbediening
en de DIG (Arc Force)waarde kiezen.
Kies de bovenste lijn en druk op de verho-
gings of verlagingstoets tot STICK ver-
schijnt. Contactor kiezen op de verho-
gings of verlagingstoets drukken om de
keuze te maken hoe de contactor be-
diend wordt. Als ”ON” gekozen is, is de
contactor steeds gesloten.
Kies de DIG lijn en druk op de verho-
gings of verlagingstoets om de DIG
waarde in te stellen tussen 0 en 100%.
DIG helpt bij het starten van de vlamboog
en vermindert het plakken blijven tijdens
het lassen. Hoe hoger de DIGwaarde,
hoe hoger de kortsluitstroom bij lage
boogspanning.
INVISION 354MP
C O P Y R I G H T (C) 1 9 9 9
MI LLER El ec t r i c
Mfg. Co. XXXXXX
>Prg24 MIG
30% I nduc t ance
3
>Prg23 Manua l Pu l se
346 Amps Peak
78 Amps Background
1.73 ms Pulse Width
78 Amps Background
1.73 ms Pulse Width
400 Amps St ar t
2
Lijnen 5 en 6 verschij-
nen als > naar bene-
den verplaatst wordt.
1
Met > op de bovenste
lijn, op de verhogings
of verlagingstoets druk-
ken tot Manual Pulse
verschijnt.
Met > op de bovenste
lijn, op de verhogings
of verlagingstoets druk-
ken tot MIG verschijnt.
>Prg25 STICK
Con t ac t o r REMOTE
25% DIG
4
Met > op de bovenste
lijn, op de verhogings
of verlagingstoets druk-
ken tot STICK ver-
schijnt.
OM-196 596 Pagina 22
5-6. Setup scherm
Hoe het Setup menu bereiken? De
machine afzetten, op de parameter-
keuzetoets drukken, de machine
weer aanzetten en de druktoets blij-
ven indrukken tot het overgangs-
scherm verdwijnt.
Om het Setup menu te verlaten, de
machine af en aanzetten.
1 Accessible Programs
(beschikbare programma’s)
De tweede lijn van het scherm kie-
zen en op de verhogings of verla-
gingstoets drukken tot ”Accessible
Programs” verschijnt.
De derde lijn kiezen en op de verho-
gings of verlagingstoets drukken
om het gewenste programma te
kiezen. De vierde lijn kiezen om het
gekozen programma al of niet be-
schikbaar (ON of OFF) te maken
voor de gebruiker.
2 Taalkeuze
De tweede lijn van het scherm kie-
zen en op de verhogings of verla-
gingstoets drukken tot ”Language”
verschijnt. De derde lijn kiezen en
op de verhogings of verlagings-
toets drukken om de gewenste taal
te kiezen (Engels, Frans, Italiaans,
Spaans of Duits).
2
Se t up
Language
>Eng l i sh
1
Se t up
Accessible Programs
Manua l Pu l se Mi g
>Of f
OM-196 596 Pagina 23
5-7. Keuze van de pulsprogramma’s en de parameters
>Pr g 2 S t 1 . 2mm
80Ar / 20CO2
Adapt i ve Pu l se
Regeling van de booglengte:
Deze wordt bijgeregeld met de stroomknop (instelknop). De
afgebeelde en voorinstelbare Trimwaarden (0 100) die-
nen enkel als referentie. Bij verandering van draadsnelheid
of lashoek dient de booglengte aangepast te worden.
Keuze tussen Adaptive en Non-Adaptive lassen:
Adaptive lassen: de pulsfrequentie wordt automatisch
bijgestuurd om een konstante booglengte te beko-
men, ongeacht de stickout.
Non Adaptive lassen: de pulsfrequentie blijft konstant
ongeacht de booglengte.
Maak de beste keuze voor de bijhorende toepassing.
Keuze van een pulsprogramma
De pulsprogramma’s zijn vast geprogrammeerd en kunnen niet
gewijzigd worden door de gebruiker. Zie Sectie 5-9 voor de para-
meters en bijhorende gaskeuzes.
Maak een programmakeuze afhankelijk van het type lasdraad,
de diameter ervan en het soort gas. Bijvoorbeeld: onderstaand
programma voor een staaldraad met diameter 1,2 mm met als
gas 80 Ar / 20 CO
2
.
OM-196 596 Pagina 24
5-8. Wat is de invloed van de manuele puls MIG golfvorm op de lasboog en afsmeltsnelheid?
Verandering van de lasboog
Opmerkingen
Golfvorm referentie
Stijgende piekstroom
Dalende piekstroom
Stijgende grondstroom
Dalende grondstroom
Stijgende pulsbreedte (tijd)
Dalende pulsbreedte (tijd)
Stijgende PPS (pulsen/seconde)
Dalende PPS (pulsen/seconde)
A Uitsteek lasdraad (stickout)
B Booglengte
C De afstand van de kontaktip tot het werkstuk
moet variëren tussen 10 en 20mm. De aangewezen
lashoek is 10 à 20_ vanuit de verticale stand.
Verhogen van de piekstroom
Verhoogt de afsmeltsnelheid van de lasdraad
en beïnvloed de booglengte.
Verhoogt de gemiddelde stroom
Verhoogt de warmteinbreng een beetje
Opmerking: Is een goede parameter om de booglengte
te veranderen.
In de veronderstelling dat de pulsbreedte konstant
blijft, moet de piekstroom voldoende hoog zijn om een
sproeiboogtype te verkrijgen. Een te lage piekstroom
kan een globulaire druppelovergang teweegbrengen.
Hoge piekstroomwaarden geven kleinere druppels en
een krachtige, gerichte vlamboog.
Verhogen van de grondstroom:
Verhoogt de booglengte
Verhoogt de gemiddelde stroom
Verhoogt de warmteinbreng en inbranding
Verhoogt de vloeibaarheid van het lasbad
Opmerking: Deze stroom bepaalt de stabiliteit
van de lasboog en moet hoog genoeg zijn om de
vlamboog aan te houden tussen twee pulsen.
Verhogen van de pulsbreedte (tijd)
Verhoogt de booglengte
Verhoogt de warmteinbreng en inbranding
Verhoogt de lasboogbreedte
Verhoogt de gemiddelde stroom
Verhogen van de pulsen/seconde
Verhoogt de booglengte
Verhoogt de gemiddelde stroom
Verhoogt de warmteinbreng
Opmerking: Een goede parameter om de boog-
lengte te regelen omdat deze direct de afsmelt-
snelheid van de lasdraad regelt.
OM-196 596 Pagina 25
5-9. Overzicht van de programma’s
Programma-
nummer #
Draadtype Draaddiameter Beschermgas m/min.
minimum
m/min.
maximum
1 Staal (steel) 1,0 mm 80% Argon/20% CO
2
3,05 19,05
2 Staal (steel) 1,2 mm 80% Argon/20% CO
2
2,54 11,43
3 Staal (steel) 1,0 mm 93% Argon/5% CO
2
/2% O
2
2,03 19,81
4 Staal (steel) 1,2 mm 93% Argon/5% CO
2
/2% O
2
2,54 12,70
5 Staal (steel) 1,0 mm 83% Argon/15% CO
2
/2% O
2
3,05 19,05
6 Staal (steel) 1,2 mm 83% Argon/15% CO
2
/2% O
2
2,54 11,43
7 Staal (steel) 1,0 mm 98% Argon/2% O
2
2,03 19,81
8 Staal (steel) 1,2 mm 98% Argon/2% O
2
2,54 12,70
9 Roestvrij staal (stainless
steel) 308
0,8 mm 98% Argon/2% CO
2
3,81 17,27
10 Roestvrij staal (stainless
steel) 308
1,0 mm 98% Argon/2% CO
2
2,54 19,81
11 Roestvrij staal (stainless
steel) 308
1,2 mm 98% Argon/2% CO
2
2,49 15,49
12 Roestvrij staal (stainless
steel) 309
0,8 mm 98% Argon/2% CO
2
3,81 17,27
13 Roestvrij staal (stainless
steel) 309
1,0 mm 98% Argon/2% CO
2
2,54 19,81
14 Roestvrij staal (stainless
steel) 309
1,2 mm 98% Argon/2% CO
2
2,49 15,49
15 Roestvrij staal (stainless
steel) 316
0,8 mm 98% Argon/2% CO
2
3,81 17,27
16 Roestvrij staal (stainless
steel) 316
1,0 mm 98% Argon/2% CO
2
2,54 19,81
17 Roestvrij staal (stainless
steel) 316
1,2 mm 98% Argon/2% CO
2
2,49 15,49
18 Aluminum 5356 1,0 mm Argon 2,49 15,19
19 Aluminum 5356 1,2 mm Argon 2,49 14,94
20 Aluminum 4043 1,0 mm Argon 2,49 15,19
21 Aluminum 4043 1,2 mm Argon 2,79 15,39
22 Metal Cored 1,2 mm 80% Argon/20% CO
2
2,54 13,97
OM-196 596 Pagina 26
HOOFDSTUK 6 ONDERHOUD EN STORINGEN VERHEL-
PEN
6-1. Routine-onderhoud
. Geef vaker een onderhoudsbeurt als het apparaat zwaar belast wordt.
! Ontkoppel de voeding voor u met het onderhoud begint.
3 maanden
Vervang
beschadigde
of
onleesbare
labels
Vervang behuizing
waar scheurtjes in
zitten
Reparen of
vervangen
van kapotte
kabels
Repareer of
vervang kapotte
kabels en snoeren
Maak de
lasbornen
schoon en
draai ze aan
6 maanden
De binnenzijde
schoonblazen
! De kast niet verwijderen als
u de binnenzijde van het ap-
paraat schoonblaast.
Om het apparaat schoon te blazen
moet u de luchtstroom op de afge-
beelde wijze door het ventilatieka-
naal blazen voor en achter leiden.
6-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen
ST-802 167
OM-196 596 Pagina 27
. Alle richtingen zijn t.o.v. de voorzijde
van het apparaat. Alle schakelingen
waarnaar wordt verwezen bevinden
zich in het apparaat.
1 Hulpscherm 1
Geeft een storing aan in de primaire
stroomkring. Als dit scherm te zien is,
neem dan contact op met een door de
fabrikant erkende service-agent.
2 Hulpscherm 2
Geeft een storing aan in het thermische
beveiligingscircuit links in het apparaat.
Als dit scherm te zien is, neem dan contact
op met een door de fabrikant erkende ser-
vice-agent.
3 Hulpscherm 3
Geeft aan dat de linkerkant van het appa-
raat oververhit is. Het apparaat is gestopt
om de ventilator de gelegenheid te geven
om het af te koelen (zie Sectie 4-4). Wan-
neer het apparaat is afgekoeld, kunt u ver-
der werken.
4 Hulpscherm 4
Geeft een storing aan in het thermische
beveiligingscircuit rechts in het apparaat.
Als dit scherm te zien is, neem dan contact
op met een door de fabrikant erkende ser-
vice-agent.
5 Hulpscherm 5
Geeft aan dat de rechterkant van het appa-
raat oververhit is. Het apparaat is gestopt
om de ventilator de gelegenheid te geven
om het af te koelen (zie Sectie 3-3). Wan-
neer het apparaat is afgekoeld, kunt u ver-
der werken.
6 Hulpscherm 6
Geeft aan dat de ingangsspanning te laag
is en dat het apparaat automatisch is uitge-
schakeld. U kunt verder werken als de
spanning binnen ±15% van het bedrijfs-
bereik is. Als dit scherm te zien is, laat een
elektricien dan de ingangsspanning con-
troleren.
7 Hulpscherm 7
Geeft aan dat de ingangsspanning te hoog
is en dat het apparaat automatisch is uitge-
schakeld. U kunt verder werken als de
spanning binnen ±15% van het bedrijfsbe-
reik is. Als dit scherm te zien is, laat een
elektricien dan de ingangsspanning con-
troleren.
8 Hulpscherm 8
Duidt op een storing in de secundaire
stroomkring van het apparaat. Als dit
scherm te zien is, neem dan contact op
met een door de fabrikant erkende servi-
ce-agent.
6-3. Hulpscherm voltmeter/ampèremeter
1
AV
2
AV
3
AV
HE.L P0
HE.L P1
HE.L P2
4
AV
HE.L P3
5
AV
HE.L P4
6
AV
7
AV
8
AV
HE.L P5
HE.L P6
HE.L P7
9
AV
HE.L P8
10
AV
HE.L P9
OM-196 596 Pagina 28
6-4. Error Codes
1 Programma CRC error
2 Programma Range (bereik)
error
Als één van de twee errors op het
scherm verschijnt, reset het
scherm dan naar de fabrieksinstel-
ling:
Druk op de parameterkeuzetoets of
zet de machine af en aan. Verander
de instelling en werk verder.
ERROR
P r o g r am CRC
Memo r y W i l l Be Re s e t
Press Parm. Select
ERROR
Progr am Range
Memo r y W i l l Be Re s e t
Press Parm. Select
1
2
6-5. Storingen
Probleem Oplossing
Geen uitgangsspanning voor het
lassen; het apparaat werkt totaal niet.
Zet de lijnscheidingsschakelaar op de ON-stand (zie Sectie 4-8).
Controleer de lijnzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of stel de stroomonderbreker weer
in (zie Sectie 4-8).
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie Sectie 4-8).
Geen uitgangsspanning om te lassen;
de meters staan aan.
De ingaande spanning is buiten het toegestane variatiebereik (zie Sectie 4-7).
Kijk de afstandsbediening na, repareer hem of vervang hem.
Het apparaat is oververhit. Laat het apparaat afkoelen met de ventilator aan (zie Sectie 3-3).
Als de machine uitgerust is met een aardstroomdetector kan deze laatste een te grote aardstroom
gemeten hebben. Laat een electricien de voeding nakijken.
Onregelmatige of onjuiste lasuitgangs-
spanning.
Ga na of het juiste pulsprogramma gekozen is voor de gebruikte draad en beschermingsgas.
Gebruik een laskabel van het juiste formaat en type (zie Sectie 4-4).
Reinig alle laskoppelingen en draai ze vast.
Geen 115V AC uitgangsspanning bij de
duplex contrastekker, de
“Remote 14”-contrastekker.
Stel de zekering CB1 opnieuw in (zie Sectie 4-6).
Geen 24 volt AC uitgangsspanning bij
de “Remote 14”-contrastekker.
Stel de zekering CB2 opnieuw in (zie Sectie 4-6).
OM-196 596 Pagina 29
HOOFDSTUK 7 ELECTRISCH SCHEMA
197 557
Figuur 7-1. Stroomkringschema voor lasstroombronnen
OM196 596 Pagina 30
HOOFDSTUK 8 ONDERDELENLIJST
802 453-C
. De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
Figuur 8-1. Hoofdassemblage
OM-196 596 Pagina 31
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Figuur 8-1. Hoofdassemblage
Quantity
1 +175 148 Wrapper 1... .............. .. ......................................................
175 256 Insulator, Side 2..................... .. .................................................
2 195 585 Handle 2... ............... .. .......................................................
3 179 309 Label, Caution Falling Equipment 2... ............... .. ................................
4 HD1 182 918 Transducer, Current 400A Module Supply V +/ 15V 1... ..... ..... .. ................
5 203 342 Bus Bar, Current Sensor 1... ............... .. ........................................
6 203 341 Bus Bar, Output Rectifier 1... ............... .. ........................................
7 181 853 Insulator, Screw 4... ............... .. ...............................................
8 D1,2 201 531 Kit Diode, Power Module 2... ..... ..... .. ........................................
9 179 276 Bushing, Snap-In Nyl 1.000 Id X 1.375Mtg Hole 2... ............... .. ....................
10 C5,6 R1 175 194 Resistor/Capacitor 1... ... ... .. .............................................
11 RT1,2 173 632 Thermistor, Ntc 30K Ohm 2... .... .... .. .......................................
12 185 836 Label, Warning Exploding Parts 2... ............... .. ..................................
13 +183 551 Windtunnel, Lh 1... .............. .. ................................................
14 604 176 Receptacle, Str Dx Grd Sp3W 15A 125V 2... ............... .. ..........................
15 234 126 Nut, Conduit 1.000 Npt Knurled 1... ............... .. ..................................
16 CB1 161 078 Circuit Breaker, Man Reset 1P 7A 250VAC 1... ..... ..... .. ........................
17 CB2 083 432 Circuit Breaker, Man Reset 1P 10A 250VAC 1... ..... ..... .. .......................
18 175 147 Panel, Rear 1... ............... .. ...................................................
19 213099 Bushing, Strain Relief 1... ............... .. ..........................................
178 563 Nut, Nylon 1.000 Npt 1..................... .. ...........................................
186 439 Fitting, Bushing .750 Npt X 1.000 Npt 1..................... .. .............................
20 183 309 Plate, Ident Rear W/Aux (Order By Model And Serial Number) 1... ............... .. .......
21 217 297 Cover, Receptacle 1... ............... .. .............................................
22 210346 Cable, Pwr 6mm 4/C 4M 1... ............... .. ........................................
23 175 138 Box, Louver 2... ............... .. ...................................................
24 192 853 Bracket, Mtg Contactor/Capacitor/PC Board 1... ............... .. .......................
25 PC1 229 959 Circuit Card, Control 1... ..... ..... .. ............................................
PLG2 131 056 Connector & Sockets (RC2) 1.......... .... .. .....................................
PLG3 130 203 Connector & Sockets (RC3) 1.......... .... .. .....................................
PLG4 115 094 Connector & Sockets (RC4) 1.......... .... .. .....................................
PLG5 115 091 Connector & Sockets (RC5) 1.......... .... .. .....................................
PLG6, PLG8 131 054 Connector & Sockets (RC6, RC8) 2....... . .. ................................
PLG7 115 093 Connector & Sockets (RC7) 1.......... .... .. .....................................
PLG9 131 204 Connector & Sockets (RC9) 1.......... .... .. .....................................
PLG10 166 680 Connector & Sockets (RC10) 1.......... .... .. ....................................
26 RC10 166 679 Connector & Sockets 1... .... .... .. ...........................................
27 T2 195 829 Transformer, Control 1... ...... ...... .. ...........................................
28 183 549 Bracket, Mtg Aux Transformer 1... ............... .. ...................................
29 +207 727 Windtunnel, Rh 1... .............. .. ................................................
30 153 403 Bushing, Snap-In Nyl .750 Id X 1.000Mtg 2... ............... .. .........................
31 177 547 Bushing, Snap-In Nyl 1.125Mtg 1... ............... .. ..................................
32 CT1 175 199 Transformer, Current 1... ..... ..... .. ...........................................
33 025 248 Stand-Off, Insul 2... ............... .. ................................................
34 C1 188 446 Capacitor, Polyp Film .5Uf 900VAC 1... ..... ..... .. ...............................
35 C3,4 192 935 Capacitor, Elctlt 2700Uf 450VDC 2... ..... ..... .. .................................
36
PC2 +233 042 Circuit Card, Interconnect 1... ..... .... .. .......................................
PLG13 131 204 Connector & Sockets (RC1) 1.......... .... .. .....................................
PLG14,21 115 093 Connector & Sockets (RC2) (RC3) 2........ .. .. ...............................
37 T3 182 108 Choke, Common Mode 1... ...... ...... .. .........................................
38 175 140 Bracket, Di/Dt 1... ............... .. .................................................
181 197 Gasket, Di/Dt Rubber 1..................... .. ...........................................
39 175 482 Coil, Di/Dt 2... ............... .. .....................................................
40 109 056 Core 2... ............... .. .........................................................
41 SR1 179 629 Kit Diode, Power Module 1... ..... ..... .. ........................................
42 PM1,2 233 043 Kit, Transistor IGBT Module 1... .... .... .. .....................................
43 Z1 173 570 Stabilizer 1... ...... ...... .. .....................................................
OM196 596 Pagina 32
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Figuur 8-1. Hoofdassemblage (vervolg)
Quantity
44 L1 173 563 Inductor, Input 1... ...... ...... .. .................................................
45 207 725 Heat Sink, Power Module 1... ............... .. .......................................
46 T1 179 616 Transformer, HF 1... ...... ...... .. ...............................................
47 207 467 Heat Sink, Rect 1... ............... .. ................................................
48 175 255 Insulator, Rectifier 1... ............... .. ..............................................
49 173 693 Foot, Mtg Unit 4... ............... .. .................................................
50 176 736 Screw, Mtg Foot 4... ............... .. ...............................................
51 175 132 Base 1... ............... .. .........................................................
52 PC3 232 677 Circuit Card, Front Panel Display 1... ..... ..... .. .................................
199 053 Gasket, Meter Lens 1..................... .. ............................................
PLG11 115 091 Connector & Sockets (RC2) 1.......... .... .. .....................................
PLG17, PLG18 131 054 Connector & Sockets (RC4) (RC5) 2...... .. ...............................
53 FM 175 084 Fan, Muffin 24VDC 3000RPM 1... ..... ..... .. ...................................
54 RC1 189 886 Receptacle, W/Leads & Plug 1... ..... ..... .. ....................................
55 178 548 Terminal, Connector Friction 2... ............... .. .....................................
56 C7,8 222 488 Capacitor 2... ..... ..... .. .....................................................
57 187 896 Panel, Front 1... ............... .. ...................................................
58 129 525 Receptacle, Twlk Insul Fem 2... ............... .. .....................................
59 193 785 Nameplate, (Order By Model And Serial Number) 1... ............... .. ..................
60 174 715 Knob, Pointer 1.250 1... ............... .. ............................................
167 633 Washer, Shldr Nylon 1..................... .. ............................................
188 308 Washer, Flat Nylon 1..................... .. .............................................
159 264 Ring, Rtng Ext .625 1..................... .. ............................................
61 175 855 Door, Front 1... ............... .. ....................................................
62 153 169 Actuator, Switch 3... ............... .. ...............................................
63 176 226 Insulator, Switch Power 1... ............... .. .........................................
64 S1 244 920 Switch, Tgl 3Pst 40A 600VAC Scr Term Wide Tgl 1... ...... ..... .. ..................
65 179 310 Label, Warning General Precautionary 2... ............... .. ............................
66 PC6 229 967 Circuit Card, Filter Board 1... ..... ..... .. ........................................
187 219 Spacer, Nylon .203 Od X .375 Id X .750 Lg 1..................... .. ........................
67 187 146 Bracket, Mtg Filter Bd 1... ............... .. ..........................................
68 199 840 Bus Bar, Diode 2... ............... .. ................................................
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.
Part of 115V Aux Power Option.
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
Aantekeningen
Aantekeningen
Geldig vanaf 1 januari 2010
(Installaties waarvan het serienummer begint met “MA” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete
waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE Afhankelijk van de onderstaande bepa-
lingen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. Co., Apple-
ton, Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller installaties
die verkocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie
geen materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE
VERVANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EX-
PLICIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN
GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderde-
len of componenten die niet meer functioneren door dergelijke fa-
bricage- en materiaalfouten met garantie repareren of vervangen.
Miller moet binnen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte wor-
den gebracht van een dergelijke fout of storing, waarop Miller in-
structies zal geven over de garantieclaim-procedure die hierop
volgt.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode
zal Miller garantieclaims toestaan op installaties met garantie die
hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag
dat de installatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of acht-
tien maanden nadat de installatie naar een internationale distribu-
teur gezonden is.
1. 5 jaar op onderdelen — 3 jaar op arbeidsloon
* Bij originele hoofdstroomgelijkrichters alleen de thyristo-
ren (SCR’s), de diodes en de afzonderlijke gelijkrichter-
modules
2. 3 jaar — op onderdelen en arbeidsloon
* Lasaggregaten met aandrijfmotor
(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte
garantie, bij de fabrikant van de motor.)
* Inverter stroombronnen (tenzij anders aangegeven)
* Stroombronnen plasmasnijders
* Procesbeheersingsapparatuur
* Semiautomatische en automatische draadaanvoereen-
heden
* De Flowregelaar en Flowmeter uit de Smith 30 Serie (geen
arbeidsloon)
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen
* Waterkoelingsystemen (geïntegreerd)
3. 2 jaar — op onderdelen
* Automatisch verduisterende helmlenzen
(geen arbeidsloon)
4. 1 jaar — op onderdelen en arbeidsloon tenzij anders
aangegeven
* Automatisch bewegende apparatuur
* CoolBelt en CoolBandventilatorunit (geen arbeidsloon)
* Externe controleapparatuur en sensoren
* Opties van onderdelen achteraf ingebouwd
(OPMERKING: Opties van onderdelen die achteraf zijn in-
gebouwd zijn gedekt voor de resterende garantieperiode
van het product waarin ze in zijn geïnstalleerd of voor een
minimum van één jaar — afhankelijk van welke van de
twee het langste duurt.)
* Flowregelaars en Flowmeters (geen arbeidsloon)
* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCSRJ45)
* Rookgasafzuigers
* HF Units
* ICE plasmasnijtoortsen (geen arbeidsloon)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers en
elektronische regelapparatuur/recorders
* Elektrische belastingsbanken
* Motoraangedreven laspistolen
(m.u.v. de Spoolmate laspistolen)
* PAPRventilatorunit (geen arbeidsloon)
* Positionerings en regelapparatuur
* Rekken
* Laskarren/trailers
* Puntlasapparaten
* Onderpoederdekdraadaanvoersystemen
* Waterkoelsystemen (nietgeïntegreerd)
* Weldcraft TIG toortsen (geen arbeidsloon)
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
5. 6 maanden — op onderdelen
* Accu’s
* Bernard pistolen (geen arbeidsloon)
* Tregaskiss pistolen (geen arbeidsloon)
6. 90 dagen — op onderdelen
* Toebehoren (sets)
* Beschermzeilen
* Inductieverwarmingsspoelen en dekens, kabels en niet
elektronische regelapparatuur
*Mpistolen
*
MIG pistolen en onderpoederdek (SAW) pistolen
* Afstandsbedieningen en RFCSRJ45
* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)
* Roughneckpistolen
* Spoolmate pistolen
Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken,
magneetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen
van werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen
die niet meer goed werken als gevolg van normale
slijtage. (Uitzondering: borstels en relais zijn wel gedekt
bij alle motoraangedreven producten.)
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door an-
deren, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderde-
len vallen onder de eventuele garanties door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere
partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of
verkeerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installa-
ties die geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben ge-
had, of installaties die gebruikt zijn voor andere dan de
aangegeven toepassingen voor de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN
GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUI-
KERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING
HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASIN-
STALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie,
zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2)
vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan in
bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of
vervangen bij een goedgekeurd Miller onderhoudsbedrijf; of (4)
krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke
waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij het
retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant.
Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met
inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in
Appleton, Wisconsin of f.o.b. naar een door Miller goedgekeurd
onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door Miller. Daarom zal er geen
compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden
toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN AN-
DERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE
HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CON-
TRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS,
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ON-
RECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF GE-
VOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP
DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE
UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS,
EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING
M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN
CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE
DAAD, OF DAT, WARE DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN,
IMPLICIET, VAN RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE
OF NAAR AANLEIDING VAN DE CONCRETE
OMSTANDIGHEDEN VAN DE TRANSACTIE ZOU
VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE
RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE
GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrek-
king tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende
schade, indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus
bovenstaande beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn
voor u. Deze garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kun-
nen eventueel ook andere rechten van toepassing zijn; deze kun-
nen echter per staat verschillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra
garanties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin
zijn opgenomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen
zijn mogelijk niet van toepassing, voorzover er niet van mag wor-
den afgezien. Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke
rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten zijn; deze kun-
nen echter per provincie verschillen.
miller warr_dut 201001
Vertaling van de originele instructies UITGEGEVEN IN DE VS. © 2010 Miller Electric Mfg. Co 2010-01
Miller Electric Mfg. Co.
An Illinois Tool Works Company
1635 West Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
International HeadquartersUSA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended
USA & Canada FAX: 920-735-4134
International FAX: 920-735-4125
Voor internationale vestigingen bezoek
website: www.MillerWelds.com
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
S.v.p. volledig invullen en goed bewaren.
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken)
Technische handboeken (onderhoudsinformatie
en onderdelen)
Stroomkringschema’s
Handboeken over lasprocessen
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Neem contact op met de transportafdeling van uw
distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur
voor hulp bij het indienen en afhandelen van scha-
declaims.
Service
Papieren van de eigenaar
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens verscheping,
Contacteer een verdeler of een service bureau
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Miller INVISION 354MP CE de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor