Triumph-Adler 3560i de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

L
L



GEBRUIKERSHANDLEIDING
i
> Inleiding
Inleiding
Hartelijk dank voor de aankoop 3060i/3560i.
Deze gebruikershandleiding is bedoeld om u te helpen het apparaat correct te bedienen, routine-onderhoud uit te
voeren en storingen te voorkomen zodat de machine steeds in de optimale condities kan worden benut.
Gelieve deze gebruikershandleiding aandachtig door te nemen alvorens het apparaat in gebruik te nemen.
Wij raden u aan vervangartikelen van ons eigen merk te gebruiken.
Gelieve onze originele tonercontainers te gebruiken die zijn onderworpen aan strenge kwaliteitscontroles en
inspectieprocedures.
Het gebruik van niet-originele toners kan tot storingen leiden.
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade als gevolg van het gebruik van niet-originele artikelen voor dit apparaat.
ii
> Overzicht
Overzicht
Dit apparaat is standaard uitgerust met kopieer- en printfuncties en kan een gescande afbeelding verzenden als bijlage
bij een e-mailbericht of naar een pc die is verbonden met het netwerk. Een faxfunctie is optioneel beschikbaar.
OPMERKING
Alvorens dit apparaat in gebruik te nemen, dient u Wettelijke kennisgeving en veiligheidsinformatie op pagina 1-1 te
lezen.
Voor de voorbereidingen voor het gebruik van het apparaat, zoals de kabelverbindingen en de installatie van
software, raadpleegt u Het apparaat installeren en instellen op pagina 2-1
.
Voor instructies over papier plaatsen, originelen plaatsen, gedeelde mappen aanmaken en adressen toevoegen
aan het adresboek, zie Voorbereiding voor het gebruik op pagina 3-1
.
Bewerkingen vanaf uw PC
Kopieerfuncties
Printerfuncties USB geheugen
Verzendfuncties
Document
Box functies
Faxfuncties
Origineel Elektronische gegevens Faxgegevens USB geheugen
Outputgegevens
Toepassing
BeveiligingInputgegevens
FAX Operation
Guide
Deze functie is handig voor tal van toepassingen, met
inbegrip van het opslaan van gegevens in de machine
en op een USB-geheugenstick.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
Embedded Web Server RX
U kunt de status en de instellingen
van dit apparaat. controleren en wijzigen
via een internetbrowser op uw computer.
Embedded Web Server RX (pagina 2-26)
Embedded Web Server RX User Guide
U kunt de functies van de
machine uitbreiden naargelang
uw behoeften.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding.
U kunt gebruik maken van de
beveiligingsniveaus van dit
apparaat. naargelang uw
behoeften.
Veiligheid verbeteren
(pagina v)
Kopiëren (pagina 4-14)
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding.
Raadpleeg de
Engelse gebruikers-
handleiding.
Verzenden (pagina 4-19)
iii
> Apparaatspecificaties
Apparaatspecificaties
Dit apparaat is uitgerust met vele handige functies. Hier volgen enkele voorbeelden. Raadpleeg Gebruik van de
verschillende functies (pagina 5-1) voor meer informatie.
Optimaliseer uw workflow op kantoor
Veelgebruikte functies oproepen met
een sneltoets (Programma)
U kunt veelgebruikte functies
programmeren.
Als u veelgebruikte functies in één
programma registreert, hoeft u slechts het
programmanummer in te toetsen om
deze functies op te roepen. Met dit
programma worden dezelfde resultaten
bekomen, ook bij bediening door een
derde.
Programma (pagina 4-6)
Originelen met verschillende formaten
tegelijk scannen (Originelen met
verschillende formaten)
Dit is handig bij het voorbereiden van
materiaal voor een vergadering.
U kunt de originelen met verschillende
formaat in een keer instellen; zo hoeft u
de originelen niet telkens te resetten,
ongeacht de omvang.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
Een groot aantal originelen in
verschillende batches scannen en
produceren als een taak (Continu scannen)
Dit is handig bij het voorbereiden van een
groot aantal folders.
Wanneer een groot aantal originelen niet
in de documenttoevoer tegelijk kan
worden geplaatst, kunnen de originelen in
afzonderlijke batches worden gescand en
vervolgens worden gekopieerd of
verzonden als een taak.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
Optimaliseer uw workflow op kantoor Bespaar energie en kosten
Eenmalig verzenden met meerdere
verzendopties (Multi-versturen)
U kunt een zelfde document naar de
verschillende bestemmingen verzenden
m.b.v. een andere methode.
U kunt meerdere bestemmingen met
verschillende verzendmethoden
opgeven, zoals e-mail, SMB en fax.
U kunt uw workflow reduceren door taken
een voor een te versturen.
Verzenden naar verschillende
soorten bestemmingen (Multi-
versturen) (pagina 4-34)
Veelgebruikte documenten in de
machine opslaan (custom box)
U kunt veelgebruikte documenten met de
anderen delen.
U kunt veelgebruikte documenten in de
machine opslaan en afdrukken of
verzenden wanneer dat nodig is.
Een document kan met meerdere
gebruikers worden gedeeld.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
Bespaar de nodige energie
(Energiebesparingsfunctie /
Energiebesp.stand inschakeldrempel)
Dit apparaat is uitgerust met een
energiebesparingsfunctie die automatisch
de spaarstand of de slaapstand inschakelt.
U kunt de geschikte inschakeldrempel van
de energiebesparingsfunctie instellen,
afhankelijk van de werking.
Daarnaast kan het apparaat automatisch
worden geschakeld in de slaapstand en
terug worden ingeschakeld op een bepaald
tijdstip voor elke dag van de week.
Energiebesparende functie (pagina
2-21)
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
On Off
iv
> Apparaatspecificaties
Bespaar energie en kosten Maak aantrekkelijke documenten
Meerdere originelen op een vel
afdrukken
(Duplex / Combineer)
U kunt originelen afdrukken op beide
zijden van het papier. U kunt ook
meerdere originelen op een vel
afdrukken.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
Duplex (pagina 5-27)
Blanco pagina's overslaan bij het
afdrukken
(Blanco pagina overslaan)
Als er blanco pagina's in een gescand
document zijn, dan slaat deze functie de
blanco pagina's over en worden alleen
niet blanco pagina's afgedrukt.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
Doorschijnen van beelden voorkomen
(Doorschijnen voorkomen)
U kunt voorkomen dat beelden op de
achterzijde doorschijnen bij het scannen
van dunne originelen.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
Maak aantrekkelijke documenten Veiligheid verbeteren
Een brochure maken
(Brochure)
Dit is handig bij het voorbereiden van een
folder.
U kunt een tijdschrift, pamflet of een
boekje maken van de originelen.
Tegenoverliggende pagina, dubbelzijdige
kopieën van originelen kunnen dubbel
worden gevouwen om een boekje te
maken.
Het voorblad kan worden afgedrukt op
gekleurd papier of zwaar papier.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
Een stempel op kopieën afdrukken
(Tekststempel / Batesstempel)
Dit is handig bij het toevoegen van tekst
of datum die niet is opgenomen in de
originelen.
U kunt de gewenste tekst en datum
afdrukken als een stempel op de eerste
pagina of op alle pagina's.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
Een PDF-bestand met wachtwoord
beveiligen
(PDF-encryptie functies)
Gebruik het wachtwoord voor PDF-
formaten om de weergave, het afdrukken
en het bewerken van een document te
beperken.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
v
> Apparaatspecificaties
Veiligheid verbeteren
Gegevens op de harde schijf
beschermen
(Encryptie/ overschrijven)
U kunt onnodige gegevens overschrijven
die automatisch op de harde schijf blijven.
Om de gegevens vertrouwelijk te houden,
codeert de machine de gegevens voordat
ze op de harde schijf worden opgeslagen.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
Verlies van afgewerkte documenten
voorkomen
(Privé-afdruk/opgeslagen taak)
U kunt een printer document tijdelijk
opslaan in de machine. Door het
document vanaf de machine af te
drukken, voorkomt u dat iemand uw
document kan nemen.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
Inloggen met ID-kaart
(Kaartauthenticatie)
U kunt inloggen door gewoon een ID-
kaart aan te raken. U hoeft uw
gebruikersnaam en wachtwoord niet in te
voeren.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
Veiligheid verbeteren Functies efficiënter gebruiken
Veiligheid verbeteren
(bestemd voor de beheerder)
Voor meer veiligheid zijn voor beheerders
diverse functies beschikbaar.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
Functies naar behoeven uitbreiden
(Toepassing)
De functionaliteit van het apparaat kan
worden vergroot door toepassingen te
installeren.
Toepassingen die u kunnen helpen met
het efficiënter uitvoeren van uw dagelijkse
werkzaamheden, zoals een scanfunctie
en bevoegdheidsfunctie, zijn beschikbaar.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
Bestandsgrootte weergeven voor het
verzenden / een taak opslaan
(Bestandsgrootte bevestigen)
U kunt de bestandsgrootte controleren
alvorens het document te verzenden/op
te slaan.
Als uw server een maximale e-
mailgrootte heeft, kunt u de grootte vooraf
controleren.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
OK !
ID
1 MB
vi
> Apparaatspecificaties
Functies efficiënter gebruiken
Het apparaat installeren zonder
netwerkkabels (Draadloos netwerk)
In een omgeving waar het draadloze LAN
wordt gebruikt, kunt u het apparaat
installeren zonder netwerkkabels.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
USB-geheugen gebruiken
(USB-geheugen)
Dit is handig wanneer u een document
buiten uw kantoor moet afdrukken of als u
een document niet vanaf uw pc kunt
afdrukken.
U kunt het document afdrukken vanaf het
USB-geheugen door het rechtstreeks op
het apparaat aan te sluiten.
Ook originelen gescand op de machine
kunnen worden opgeslagen op het USB-
geheugen.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
Bestandsindeling afbeelding opgeven
(Scanformaat)
U kunt verschillende bestandsindelingen
selecteren bij het verzenden/opslaan van
afbeeldingen.
Bestandsformaat (pagina 5-31)
Functies efficiënter gebruiken
Foute taak overslaan
(Functies taak overslaan)
Wanneer de fout papier in de cassette
leeg optreedt bij het opgeven van het
speciale papierformaat of type, slaat het
apparaat de foute taak over en wordt de
volgende taak uitgevoerd.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
Werking op afstand
(Embedded Web Server RX)
U kunt toegang op afstand krijgen tot het
apparaat voor het afdrukken, verzenden
of downloaden van gegevens.
Beheerders kunnen het gedrag van het
apparaat of de instellingen configureren.
Embedded Web Server RX (pagina
2-26)
vii
> Functies kleur en beeldkwaliteit
Functies kleur en beeldkwaliteit
Dit apparaat is uitgerust met diverse functies voor de kleur-en beeldkwaliteit. U kunt de gescande afbeelding naar
believen aanpassen.
Basis kleurstanden
De volgende basis kleurstanden zijn beschikbaar Raadpleeg voor meer informatie de Engelse gebruikershandleiding.
Kleurstand Beschrijving
Referentiebeeld
Voor Na
Kleur/Grijs
Kleur/Z-W
Herkent automatisch of het gescande document in kleur of
zwart-wit is.
Full Color Scant een document in full colour.
Grijstinten Scant een document in grijstinten.
Zwart-Wit Scant een document in zwart-wit.
viii
> Functies kleur en beeldkwaliteit
Beeldkwaliteit aanpassen
Om de beeldkwaliteit aan te passen, gebruikt u de volgende functies.
Ik wil ...
Voorbeeldafbeelding
Functie Pagina
Voor Na
De beeldkwaliteit eenvoudig naar eigen smaak aanpassen
De donkere achtergrond of de
doordruk van het origineel
verwijderen, zoals bijvoorbeeld
bij een krant.
Programma
[Krant kopiëren]
pagina 4-6
Fijne lijnen, vage lijnen, gebroken
lijnen en overige fijne details
duidelijk weergeven in een CAD
of in andere tekeningen.
Programma
[Tekening kopiëren]
pagina 4-6
De beeldkwaliteit nauwkeurig aanpassen
De dichtheid aanpassen. Dichtheid pagina 5-21
De contouren van het beeld
accentueren of vervagen.
Voorbeeld: De contouren van het
beeld accentueren
Scherpte
De achtergrond van een
document donkerder of lichter
maken (het gebied zonder
teksten of afbeeldingen).
Voorbeeld: De achtergrond
verlichten
Dichth. achtergrond
Doorschijnen voorkomen bij
dubbelzijdige originelen.
Doorschijnen
voorkomen
De gescande afbeelding aanpassen
De bestandsgrootte reduceren en
de tekens duidelijk weergeven.
Bestandsindeling
[High Comp. PDF]
pagina 5-31
Een papieren document omzetten
in PDF met doorzoekbare tekst.
Bestandsindeling
[PDF] of
[High Comp. PDF]
met
[OCR]
pagina 5-31
ix
> Handleidingen meegeleverd met het apparaat
Handleidingen meegeleverd met het
apparaat
Bij dit apparaat worden de volgende handleidingen geleverd. Raadpleeg elke handleiding wanneer nodig.
De inhoud van deze handleidingen kan zonder nadere kennisgeving worden aangepast wanneer de prestaties van het
apparaat worden verbeterd.
Gedrukte handleidingen
Handleidingen (PDF) op de DVD (Product Library)
Installeer Adobe Reader (versie 8.0 of hoger) om de handleidingen op de DVD te bekijken.
Voor een snel gebruik
van dit apparaat
Quick Guide
Bevat de basisfuncties van de machine, instructies voor optimaal gebruik van de functies,
instructies voor routineonderhoud en instructies voor het oplossen van storingen.
Voor een veilig gebruik
van dit apparaat
Safety Guide
Bevat informatie over veiligheid en waarschuwingen bij het installeren en het gebruik van dit
apparaat. Lees deze handleiding voor u het apparaat in gebruik neemt.
Safety Guide (3060i/3560i)
Omvat de benodigde installatieruimte, de waarschuwingsetiketten en andere
veiligheidsinformatie. Lees deze handleiding voor u het apparaat in gebruik neemt.
Voor een attent
gebruik van het
apparaat
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Bevat instructies voor het laden van papier en het kopiëren, printen en scannen alsook de
standaardinstellingen en overige informatie.
Gebruik van de
faxfuncties
FAX Operation Guide
Bevat instructies voor het gebruik van de faxfunctie.
Gebruik van de ID-
kaart
Card Authentication Kit (B) Operation Guide
Bevat instructies over de authenticatie met behulp van de ID-kaart.
Veiligheid verbeteren
Data Security Kit (E) Operation Guide
Bevat instructies over de invoering en het gebruik van de Data Security Kit (E), en de initialisatie
van het systeem.
Machine-informatie
eenvoudig registreren
en instellingen
configureren
Embedded Web Server RX User Guide
Bevat instructies over toegang tot de machine vanaf een webbrowser op uw computer om
de instellingen te controleren en te wijzigen.
Gegevens vanaf een
computer afdrukken
Printing System Driver User Guide
Bevat instructies over de installatie van de printerdriver en het gebruik van de
printerfunctie.
Direct afdrukken van
een PDF-bestand
Network Tool for Direct Printing Operation Guide
Bevat instructies over het afdrukken van PDF-bestanden zonder Adobe Acrobat of Reader
te moeten lanceren.
Toezicht houden op
het apparaat en
printers van het
netwerk
NETWORK PRINT MONITOR User Guide
Bevat instructies over het toezicht op uw netwerkprinter systeem (het apparaat) met
NETWORK PRINT MONITOR.
Afbeeldingen scannen
en opslaan met
informatie
File Management Utility User Guide
Bevat instructies over het gebruik van de File Management Utility om diverse parameters
in te stellen en om gescande documenten op te slaan en te verzenden.
x
> Over de gebruikershandleiding (deze handleiding)
Over de gebruikershandleiding (deze
handleiding)
Overzicht van de handleiding
Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken.
Hoofdstuk Inhoud
1 Wettelijke kennisgeving en
veiligheidsinformatie
Bevat voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het gebruik van het apparaat en
informatie over handelsmerken.
2 Het apparaat installeren en
instellen
Beschrijft de onderdeelnamen, kabelaansluitingen, installatie van de software,
aanmelden, afmelden, en andere zaken met betrekking tot het beheer van het apparaat.
3 Voorbereiding voor het gebruik Beschrijft de nodige voorbereidingen en instellingen voor gebruik van de machine, zoals
het gebruik van het bedieningspaneel, papier laden, en een adresboek aanmaken.
4 Bediening van het apparaat Bevat de basisinstructies voor het gebruik van de machine, zoals het plaatsen van
originelen, het maken van kopieën, het verzenden van documenten en het gebruik van
documentboxen.
5 Gebruik van de verschillende
functies
Beschrijft handige functies die beschikbaar zijn op het apparaat.
6 Problemen oplossen Geeft instructies over wat te doen wanneer de toner op is, er een fout wordt
weergegeven, of als het papier vastloopt of een ander probleem optreedt.
7 Appendix Beschrijft handige opties die beschikbaar zijn voor het apparaat. Biedt informatie over
mediatypen en papierformaten, en bevat een verklarende woordenlijst. Bevat uitleg
over het invoeren van tekens en een overzicht van de specificaties van het apparaat.
xi
> Over de gebruikershandleiding (deze handleiding)
Vormgevingselementen in deze handleiding
Adobe Reader X wordt gebruikt ter illustratie in de onderstaande uitleg.
Bepaalde items zijn in deze handleiding aangegeven met de onderstaande vormgevingselementen.
OPMERKING
De items die worden weergegeven in Adobe Reader variëren, afhankelijk van de gebruikswijze. Als de
inhoudsopgave of de gereedschappen niet worden weergegeven, raadpleeg Adobe Reader Help.
Vormgevings-
element
Beschrijving Voorbeeld
[Vet] Toont de toetsen op het bedieningspaneel en de
knoppen op uw computerscherm.
Druk op de [Start] toets.
Klik op de [OK] toets.
[Standaard] Toont de toetsen op het aanraakscherm. Druk op [OK].
"Standaard" Toont een bericht of instelling op het aanraakscherm of
computerscherm.
"Gereed voor kopiëren." verschijnt.
U kunt kiezen uit de menu "Afdrukformaat".
Klik om van de huidige pagina naar de vorige pagina te gaan. Dit is
handig als u wilt terugkeren naar de pagina van waaruit je naar de
huidige pagina bent gegaan.
Klik op een item in de inhoudsopgave
om naar de bijbehorende pagina te
gaan.
VOORZICHTIG
Geeft aan dat wanneer u
onvoldoende aandacht besteedt
aan of u zich niet op de juiste wijze
houdt aan de betreffende punten, dit
kan leiden tot lichamelijk letsel of
materiële schade.
OPMERKING
Geeft bijkomende verklaringen en
referentie-informatie voor
bewerkingen.
BELANGRIJK
Geeft de operationele eisen en
beperkingen aan om de machine
correct te doen werken en om
schade aan het apparaat of andere
apparatuur te voorkomen.
Raadpleeg
Klik op de onderstreepte tekst om
naar de bijbehorende pagina te
gaan.
xii
> Over de gebruikershandleiding (deze handleiding)
Op pagina's die een handige functie uitleggen, worden de manieren waarop die functie kan worden gebruikt
aangegeven door pictogrammen.
Pictogram Beschrijving Pictogram Beschrijving
Deze functie kan worden gebruikt bij het
kopiëren van een document.
Scherm kopiëren
Deze functie kan worden gebruikt bij het opslaan
naar of afdrukken vanaf een custum box.
Scherm custum box
Deze functie kan worden gebruikt bij het
verzenden van een document.
Scherm verzenden
Deze functie kan worden gebruikt bij het opslaan naar
of afdrukken vanaf een verwisselbaar geheugen, zoals
een USB-geheugenstick.
Scherm verwisselbaar geheugen
Pictogram Beschrijving
Toegang tot de functie wordt aangegeven door iconen.
Voorbeeld: Druk op het [Orig./Papier/Voltooi]-tabblad op het
scherm Kopiëren om de functie te gebruiken.
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Functies
Origineel formaat
Geef het formaat van het origineel op dat gescand moet worden.
Orig./papier/
voltooien
Verzenden
Orig./Verzend-
geg.formaat
Custom
box
Functies
USB-
geheugen
Functies
Kopiëren
Beeld kopiëren
Voorbeeld
kopieën
BeeldkwaliteitOrig./papier/
voltooien
Snelle
instellingen
Indelen
/bewerken
Geavanceerde
instellingen
Sneltoets 1
Sneltoets 4
Sneltoets 3
Sneltoets 2
Sneltoets 6
Sneltoets 5
Orig.
Zoomen
Papier
100%
---
:
:
:
---
Plaats origineel.
Programma
100%
A4
A4
Voorbeeld
Orig.
Zoomen
Papier
:
:
:
Voorbeeld
Nieten/
perforeren
Normaal 0
DichtheidPapier-
selectie
Auto
Zoomen
100%
Uit1-zijdig
>>1-zijdig
Duplex
Uit
Combineren
Gereed voor kopiëren.
Custom
box
Custom box.
Nr.
Naam
Eigenaar
In gebruik
Box toev./
bewerken
1/1
0001 SALES Anonymous
Bestand
opslaan
Details Openen
Custom box
Zoeken (nr.)
Zoeken(naam)
Programma
63 MB
Verzenden
Bestemming Details
Adresboek
Maplocatie
invoeren
E-mailadres
invoeren
Nr.
1/100
AAA BBB CCC DDD
FFF GGG HHH III JJJ
00040003 00050001 0002
0006 0007 0008 0009 0010
1/1
i-FAX
Adr. invoer
Faxnummer
invoeren
WSD-scan
/DSM-scan
Gereed voor verzenden.
Bestemming
TUVW 192.168.188.120
Group1 Group1
EEE
Details/bew. Verwijderen Opnw bellenKetenDirectOp de haak
Orig./Verzend-
geg.formaat
Snelle
instellingen
Bestemming Kleur/beeld-
kwaliteit
Geavanceerde
instellingen
Programma
USB-
geheugen
Verwijderbaar geheugen.
DetailsVerwijderen
Geheugen
Informatie
001/999
Naam Datum en tijd Formaat
Verwijderen
Geheugen
Afdrukken
Document
MB1
Document MB3
Document MB4
Document MB1
Document MB2
02/02/2013 09:30
02/02/2013 09:40
02/02/2013 09:50
02/02/2013 10:00
02/02/2013 10:05
Verwisselbaar geheugen
Bestand
opslaan
Openen
Omhoog
1
2
3
4
5
Kopiëren
Orig./papier/
voltooien
xiii
> Over de gebruikershandleiding (deze handleiding)
Vormgevingselementen bij procedures voor bediening van het apparaat
In deze gebruikershandleiding worden opeenvolgende bedieningsstappen als volgt aangegeven:
De toetsen op het aanraakscherm die worden ingedrukt, worden met rode kleur aangegeven.
Procedures bestaande uit een reeks bedieningen op het bedieningspaneel of aanraakscherm zijn genummerd zoals
hieronder aangegeven.
Bedieningsprocedure Procedure aangegeven in deze handleiding
Druk op de toets [Systeemmenu].
Druk op [Algemene instellingen]
Druk twee maal op [ ]
Druk op [Volgende] in "Instellingen berichtenbord"
Druk op de toets [Systeemmenu], [Algemene instellingen],
[ ] (twee keer), en vervolgens op [Volgende] in "Instellingen
berichtenbord".
Systeemmenu
Versnelde installatie-wizard
Sluiten
Algemene instellingen
Kopiëren
Documentbox/verwisselbaar
geheugen
Printer
Systeem/Netwerk
Cassette/MF lade instellingen
Home
Verzenden
Fax
Rapport
1/2
Druk op [ ] of [ ] om naar boven of naar beneden te scrollen.
Aanmelding/Taakaccounting - Gebruikersaanmelding
Uit
OKAnnuleren
Servertype
Kerberos
Gebruikersaanmeldingen beheren.
Selecteer de verificatiemethode.
Lokale
verificatie
Netwerk-
verificatie
Uitbreiding
Verificatie
Voeg toe/
Bewerken
NTLM
Ext.
Domein
Standaarddomein
Hostnaam
Host
3
1
2
xiv
> Over de gebruikershandleiding (deze handleiding)
Formaat en richting van originelen en papier
Origineelformaten en papierformaten zoals A4, B5 en Letter kunnen zowel de horizontale als verticale richting worden
gebruikt. Om deze afdrukrichtingen te kunnen onderscheiden, wordt "R" toegevoegd aan de formaten in de horizontale
afdrukrichting. Tevens wordt de plaatsingsrichting van de originelen en het papier op het aanraakscherm aangegeven
met de volgende pictogrammen.
Afdrukrichting Instelpositie
(X=Lengte, Y=Breedte)
Pictogrammen
op het
aanraakscherm
Aangegeven
formaat
*
* Het formaat van het origineel/papier dat kan worden gebruikt, is afhankelijk van de functie en de invoerlade.
Raadpleeg Specificaties op pagina 7-13
voor meer informatie.
Verticale richting Origineel
Origineel
Origineel
A4, B5, Letter, etc.
Papier
Papier
Papier
Horizontale
richting (-R)
Origineel
Origineel
Origineel
A4-R, B5-R, Letter-R,
etc.
Papier
Papier Papier
X
Y
X
Y
X
Y
X
Y
xv
Inhoud
Inleiding .........................................................................................................................i
Overzicht .......................................................................................................................ii
Apparaatspecificaties .................................................................................................iii
Functies kleur en beeldkwaliteit ...............................................................................vii
Basis kleurstanden ............................................................................................. vii
Beeldkwaliteit aanpassen ................................................................................. viii
Handleidingen meegeleverd met het apparaat .........................................................ix
Over de gebruikershandleiding (deze handleiding) ..................................................x
Overzicht van de handleiding ...............................................................................x
Vormgevingselementen in deze handleiding ......................................................xi
Inhoud .........................................................................................................................xv
1 Wettelijke kennisgeving en veiligheidsinformatie ...............................1-1
Mededeling .......................................................................................................................... 1-2
Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding ............................................................ 1-2
Bedrijfsomgeving ........................................................................................................ 1-3
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik .......................................................................... 1-4
Veiligheid van de laserstraal (Europa) ....................................................................... 1-5
Wettelijke beperkingen betreffende kopiëren/scannen .............................................. 1-6
EN ISO 7779 .............................................................................................................. 1-6
EK1-ITB 2000 ............................................................................................................. 1-6
Wettelijke kennisgevingen .......................................................................................... 1-7
Energiebesparingsfunctie ......................................................................................... 1-13
Automatische dubbelzijdige kopieerfunctie .............................................................. 1-13
Gerecycled papier .................................................................................................... 1-13
Milieuvoordelen van "Energiebeheer" ...................................................................... 1-13
Energy Star-programma (ENERGY STAR®) ........................................................... 1-14
2 Het apparaat installeren en instellen .....................................................2-1
Onderdeelnamen ................................................................................................................ 2-2
Buitenzijde apparaat .................................................................................................. 2-2
Aansluitingen/binnenzijde .......................................................................................... 2-4
Met verbonden optionele apparatuur ......................................................................... 2-5
Verbindingsmethode bepalen en kabels voorbereiden .................................................. 2-6
Aansluitvoorbeeld ....................................................................................................... 2-6
De benodigde kabels voorbereiden .......................................................................... 2-7
Kabels aansluiten ............................................................................................................... 2-8
LAN-kabel aansluiten ................................................................................................. 2-8
Aan- en uitzetten ................................................................................................................ 2-9
Aanzetten ................................................................................................................... 2-9
Uitzetten ................................................................................................................... 2-10
Software installeren ......................................................................................................... 2-12
Software op DVD (Windows) ................................................................................... 2-12
Aanmelden/afmelden ....................................................................................................... 2-14
Aanmelden ............................................................................................................... 2-14
Afmelden .................................................................................................................. 2-15
Standaardinstellingen van het apparaat ........................................................................ 2-16
Datum en tijd instellen .............................................................................................. 2-16
Netwerk installeren (LAN-aansluiting) ...................................................................... 2-18
Energiebesparende functie ............................................................................................. 2-21
Energiebesparende stand en automatische energiebesparende stand ................... 2-21
Slaapstand en automatische slaapstand ................................................................. 2-22
Versnelde installatie-wizard ............................................................................................ 2-24
Embedded Web Server RX .............................................................................................. 2-26
Toegang tot Embedded Web Server RX .................................................................. 2-27
Beveiligingsinstellingen wijzigen .............................................................................. 2-28
xvi
Machinegegevens wijzigen ...................................................................................... 2-29
E-mailinstellingen ..................................................................................................... 2-30
3 Voorbereiding voor het gebruik .............................................................3-1
Gebruik van het bedieningspaneel ................................................................................... 3-2
Werking paneeltoetsen .............................................................................................. 3-2
Informatie op het aanraakscherm ..................................................................................... 3-3
Scherm Home ............................................................................................................ 3-3
Scherm voor machinegegevens ................................................................................. 3-7
Weergave voor originelen en papier .......................................................................... 3-8
Weergave van gedeactiveerde toetsen ...................................................................... 3-8
Voorbeeld van origineel ............................................................................................. 3-9
De toetsen Enter en Snelkiesnummer zoeken ......................................................... 3-11
Hulpscherm .............................................................................................................. 3-12
Toegankelijkheidsfuncties (Weergavevergroten) ..................................................... 3-13
Papier plaatsen ................................................................................................................. 3-14
Voordat u het papier plaatst ..................................................................................... 3-15
Papier in de cassettes plaatsen ............................................................................... 3-16
Papier in de multifunctionele lade plaatsen .............................................................. 3-23
Papierformaat en mediatype opgeven ..................................................................... 3-26
4 Bediening van het apparaat ...................................................................4-1
Originelen plaatsen ............................................................................................................4-2
Originelen op de glasplaat plaatsen ........................................................................... 4-2
Originelen in de documenttoevoer plaatsen ............................................................... 4-3
Programma ......................................................................................................................... 4-6
Programma's registreren ............................................................................................ 4-7
Programma's oproepen .............................................................................................. 4-7
Programma's bewerken en verwijderen ..................................................................... 4-9
Sneltoetsen registreren (Kopieer-, verzend- en documentboxinstellingen) ............... 4-10
Sneltoetsen toevoegen ............................................................................................ 4-10
Sneltoetsen bewerken en verwijderen ..................................................................... 4-11
Gebruik van de webbrowser ........................................................................................... 4-12
Opstarten en afsluiten van de browser .................................................................... 4-12
Gebruik van het browserscherm .............................................................................. 4-13
Kopiëren ............................................................................................................................ 4-14
Basisbediening ......................................................................................................... 4-14
Volgende taak reserveren ........................................................................................ 4-16
Taken annuleren ...................................................................................................... 4-17
Kopiëren tijdens onderbreking ................................................................................. 4-18
Verzenden ......................................................................................................................... 4-19
Basisbediening ......................................................................................................... 4-21
De bestemming opgeven ......................................................................................... 4-23
Bestemmingen controleren en bewerken ................................................................. 4-32
Bevestigingsscherm voor bestemmingen ................................................................ 4-33
Aan mij verzenden (e-mail) ...................................................................................... 4-33
Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen (Multi-versturen) ................. 4-34
Verzendtaken annuleren .......................................................................................... 4-35
Gebruik van de FAX-functie ............................................................................................ 4-36
Wat is de documentbox? ................................................................................................. 4-37
Basisbediening van de documentbox ...................................................................... 4-38
5 Gebruik van de verschillende functies .................................................5-1
Op de machine beschikbare functies ............................................................................... 5-2
Kopiëren ..................................................................................................................... 5-2
Verzenden .................................................................................................................. 5-5
Custom Box (Bestand opslaan, afdrukken, verzenden) ............................................. 5-8
Verwisselbaar geheugen (Bestand opslaan, documenten afdrukken) ..................... 5-13
xvii
Functies ............................................................................................................................. 5-15
Origineel formaat ...................................................................................................... 5-15
Papierselectie ........................................................................................................... 5-16
Samenvoegen/verschuiven ...................................................................................... 5-18
Nieten/perforeren ..................................................................................................... 5-19
Dichtheid .................................................................................................................. 5-21
Origineel beeld ......................................................................................................... 5-22
Zoomen .................................................................................................................... 5-23
Duplex ...................................................................................................................... 5-27
Bestandsformaat ...................................................................................................... 5-31
Bestanden scheiden ................................................................................................. 5-31
Scanresolutie, Resolutie .......................................................................................... 5-32
Onderwerp/tekst e-mailbericht ................................................................................. 5-32
6 Problemen oplossen ...............................................................................6-1
Regulier onderhoud ........................................................................................................... 6-2
Reinigen ..................................................................................................................... 6-2
Vervangen van de tonercontainer .............................................................................. 6-6
Vervangen van de tonerafvalbak ............................................................................... 6-9
Nietjes vervangen .................................................................................................... 6-11
Perforatorafval verwijderen ...................................................................................... 6-13
Problemen oplossen ........................................................................................................ 6-15
Storingen oplossen .................................................................................................. 6-15
Reageren op foutmeldingen ..................................................................................... 6-21
Instellen/Onderhoud ................................................................................................. 6-36
Papierstoringen oplossen ......................................................................................... 6-38
Nietstoringen oplossen ............................................................................................. 6-55
7 Appendix ..................................................................................................7-1
Optionele apparatuur ......................................................................................................... 7-2
Overzicht optionele apparatuur .................................................................................. 7-2
Papier .................................................................................................................................. 7-4
Basisspecificaties papier ............................................................................................ 7-4
Geschikt papier kiezen ............................................................................................... 7-5
Speciaal papier .......................................................................................................... 7-8
Specificaties ..................................................................................................................... 7-13
Algemene functies .................................................................................................... 7-13
Kopieerfuncties ........................................................................................................ 7-15
Printerfuncties .......................................................................................................... 7-16
Scannerfuncties ....................................................................................................... 7-16
Documenttoevoer (optioneel) ................................................................................... 7-17
Papierinvoer (500 vel x 2) (optioneel) ...................................................................... 7-17
Extra grote papierinvoer (1500 vel x 2) (optioneel) .................................................. 7-18
Finisher voor 1000 vel (optioneel) ............................................................................ 7-18
Finisher voor 3000 vel (optioneel) ............................................................................ 7-19
Perforator (optioneel) ............................................................................................... 7-19
Mailbox (optioneel) ................................................................................................... 7-20
Index .............................................................................................................................Index-1
1-1
1 Wettelijke
kennisgeving en
veiligheidsinformatie
Lees deze informatie voor u het apparaat in gebruik neemt. Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende
onderwerpen.
Mededeling ........................................................................................................................................................ 1-2
Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding .......................................................................................... 1-2
Bedrijfsomgeving ..................................................................................................................................... 1-3
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik ........................................................................................................ 1-4
Veiligheid van de laserstraal (Europa) ..................................................................................................... 1-5
Wettelijke beperkingen betreffende kopiëren/scannen ............................................................................ 1-6
EN ISO 7779 ............................................................................................................................................ 1-6
EK1-ITB 2000 .......................................................................................................................................... 1-6
Wettelijke kennisgevingen ....................................................................................................................... 1-7
Energiebesparingsfunctie ...................................................................................................................... 1-13
Automatische dubbelzijdige kopieerfunctie ............................................................................................ 1-13
Gerecycled papier .................................................................................................................................. 1-13
Milieuvoordelen van "Energiebeheer" .................................................................................................... 1-13
Energy Star-programma (ENERGY STAR®) ......................................................................................... 1-14
1-2
Wettelijke kennisgeving en veiligheidsinformatie > Mededeling
Mededeling
Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding
De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn aangeduid met symbolen, bevatten
veiligheidswaarschuwingen ter bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de buurt. Ze zijn ook
bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het apparaat. De symbolen met hun betekenis worden hieronder
beschreven.
WAARSCHUWING: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht besteedt aan
of u zich niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit kan leiden tot
ernstig letsel of zelfs levensgevaar.
VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht besteedt aan of u
zich niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit kan leiden tot
lichamelijk letsel of mechanische beschadiging.
Symbolen
Het symbool geeft aan dat het betreffende deel veiligheidswaarschuwingen bevat. Specifieke aandachtspunten
worden binnenin het symbool aangegeven.
... [Algemene waarschuwing]
... [Waarschuwing voor hoge temperatuur]
Het symbool geeft aan dat het betreffende deel informatie bevat over niet-toegestane handelingen. Specifieke
informatie over de niet-toegestane handeling wordt binnenin het symbool aangegeven.
... [Waarschuwing voor niet-toegestane handeling]
... [Demontage verboden]
Het symbool geeft aan dat het betreffende deel informatie bevat over handelingen die moeten worden uitgevoerd.
Specifieke informatie over de vereiste handeling wordt binnenin het symbool aangegeven.
... [Waarschuwing voor vereiste handeling]
... [Haal de stekker uit het stopcontact]
... [Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact]
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om een vervanging te bestellen als de veiligheidswaarschuwingen
in deze gebruikershandleiding onleesbaar zijn of als de handleiding zelf ontbreekt (tegen betaling).
OPMERKING
Originele documenten die heel erg op een bankbiljet lijken kunnen mogelijkerwijs niet goed gekopieerd worden omdat
dit apparaat voorzien is van een functie die valsmunterij voorkomt.
1-3
Wettelijke kennisgeving en veiligheidsinformatie > Mededeling
Bedrijfsomgeving
De geschikte bedrijfsomgeving voor het apparaat is:
Temperatuur: 10 tot 32,5 °C
(De vochtigheid moet echter 70% of minder bedragen bij een temperatuur van 32,5 °C)
Relatieve luchtvochtigheid: 15 tot 80%
(De temperatuur moet echter 30 °C of minder bedragen bij een vochtigheid van 80%.)
Gebruik gecoat papier bij een temperatuur van 27 °C of minder en een vochtigheid van 60% of minder.
Een ongeschikte bedrijfsomgeving kan de beeldkwaliteit beïnvloeden. Het wordt aanbevolen om het apparaat te
gebruiken bij een temperatuur van: ongeveer 16 tot 27 °C of lager, en een vochtigheid van: ongeveer 36 tot 65%.
Vermijd bovendien de volgende plaatsen als installatieplaats voor het apparaat.
Het apparaat geeft automatisch het volgende bericht weer als de omgevingstemperatuur te hoog of te laag is.
Bericht: "Waarschuwing te hoge temperatuur. Pas de kamertemperatuur aan." of "Waarschuwing te lage temperatuur.
Pas de kamertemperatuur aan."
Om het apparaat onder optimale omstandigheden te gebruiken, moeten de temperatuur en de vochtigheid van de
ruimte aangepast worden als dit bericht verschijnt.
Vermijd plaatsen in de buurt van een raam of direct in het zonlicht.
Vermijd plaatsen met trillingen.
Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen.
Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht.
Vermijd slecht geventileerde plaatsen.
Als de vloer niet bestand is tegen zwenkwieltjes, is het mogelijk dat de vloer beschadigd raakt wanneer het apparaat na
de installatie wordt verplaatst.
Tijdens het kopiëren komen er kleine hoeveelheden ozon vrij, maar deze hoeveelheden vormen geen
gezondheidsrisico. Als het apparaat echter langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer er
een zeer groot aantal kopieën wordt gemaakt, kan de geur onaangenaam worden. Een geschikte omgeving voor
kopieerwerk moet goed geventileerd zijn.
1-4
Wettelijke kennisgeving en veiligheidsinformatie > Mededeling
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Waarschuwingen bij het gebruik van verbruiksartikelen
VOORZICHTIG
Probeer geen delen die toner bevatten te verbranden. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
Houd onderdelen die toner bevatten buiten het bereik van kinderen.
Als er onverhoopt lekkage plaatsvindt uit delen die toner bevatten, voorkom dan inademing en inslikken en voorkom
contact met uw ogen en huid.
Als u toch toner inademt, gaat u naar een plaats met frisse lucht en gorgelt u met veel water. Neem bij opkomende
hoest contact op met een arts.
Als u toner binnenkrijgt, spoelt u uw mond met water en drinkt u 1 of 2 glazen water om de inhoud van uw maag te
verdunnen. Neem indien nodig contact op met een arts.
Als u toner in uw ogen krijgt, spoelt u ze grondig met water. Als uw ogen gevoelig blijven, neemt u contact op met een
arts.
Als u toner op de huid krijgt, wast u uw huid met water en zeep.
Probeer geen onderdelen die toner bevatten open te breken of te vernietigen.
Overige voorzorgsmaatregelen
Lever de lege tonercontainer en de tonerafvalbak in bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De ingezamelde
tonercontainer en tonerafvalbak worden gerecycled of verwijderd volgens de betreffende voorschriften.
Bewaar het apparaat op een plaats die niet is blootgesteld aan direct zonlicht.
Bewaar het apparaat op een plaats waar de temperatuur niet hoger wordt dan 40 ºC en waar zich geen sterke
schommelingen in temperatuur of vochtigheid voordoen.
Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan het papier uit de cassette en de multifunctionele (MF)
lade, leg het terug in de oorspronkelijke verpakking en maak deze weer dicht.
1-5
Wettelijke kennisgeving en veiligheidsinformatie > Mededeling
Veiligheid van de laserstraal (Europa)
Laserstralen kunnen gevaarlijk zijn voor het menselijk lichaam. Om deze reden is de laserstraal in het apparaat
hermetisch afgesloten binnen een beschermende behuizing en achter een externe afdekking. Bij normale bediening van
het product door de gebruiker kan er geen straling uit het apparaat ontsnappen.
Dit apparaat wordt geclassificeerd als een laserproduct van klasse 1 volgens IEC/EN 60825-1:2007.
Voorzichtig: Het uitvoeren van andere procedures dan in deze handleiding beschreven, kan leiden tot blootstelling aan
gevaarlijke straling.
Deze etiketten zijn aangebracht op de laserscaneenheid in het apparaat en bevinden zich niet op een plaats die
toegankelijk is voor de gebruiker.
Voor wat betreft CLASS 1 laserproducten, wordt informatie op het typeplaatje verstrekt.
1-6
Wettelijke kennisgeving en veiligheidsinformatie > Mededeling
Wettelijke beperkingen betreffende kopiëren/scannen
Het kan verboden zijn auteursrechtelijk beschermd materiaal te kopiëren/scannen zonder de toestemming van de
houder van het auteursrecht.
Het kopiëren/scannen van de volgende voorwerpen is verboden en kan beboet worden. Dit sluit andere voorwerpen niet
uit. Maak niet bewust een kopie/scan van voorwerpen die niet gekopieerd/gescand mogen worden.
Papiergeld
Bankbiljetten
Waardepapieren
•Stempels
Paspoorten
Certificaten
Plaatselijke wetten en bepalingen kunnen mogelijk het kopiëren/scannen van ander materiaal dan hierboven is vermeld
verbieden of beperken.
EN ISO 7779
Maschinenlärminformations-Verordnung 3. GPSGV, 06.01.2004: Der höchste Schalldruckpegel beträgt 70 dB (A) oder
weniger gemäß EN ISO 7779.
EK1-ITB 2000
Das Gerät ist nicht für die Benutzung im unmittelbaren Gesichtsfeld am Bildschirmarbeitsplatz vorgesehen. Um
störende Reflexionen am Bildschirmarbeitsplatz zu vermeiden, darf dieses Produkt nicht im unmittelbaren Gesichtsfeld
platziert werden.
1-7
Wettelijke kennisgeving en veiligheidsinformatie > Mededeling
Wettelijke kennisgevingen
Het kopiëren of op een andere manier reproduceren van de gehele handleiding of een deel daarvan zonder de
voorafgaande schriftelijke toestemming van de copyright-eigenaar is verboden.
Wat betreft handelsnamen
PRESCRIBE is een geregistreerd handelsmerk van Kyocera Corporation.
KPDL is een handelsmerk van Kyocera Corporation.
Microsoft, Windows, Windows XP, Windows Server 2003, Windows Vista, Windows Server 2008, Windows 7,
Windows Server 2012, Windows 8 en Internet Explorer zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
PCL is een handelsmerk van Hewlett-Packard Company.
Adobe Acrobat, Adobe Reader en PostScript zijn handelsmerken van Adobe Systems, Incorporated.
Ethernet is een geregistreerd handelsmerk van Xerox Corporation.
IBM en IBM PC/AT zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
AppleTalk, Bonjour, Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en andere
landen.
Helvetica, Palatino en Times zijn geregistreerde handelsmerken van Linotype GmbH.
ITC Avant Garde Gothic, ITC Bookman, ITC ZapfChancery en ITC ZapfDingbats zijn geregistreerde handelsmerken
van International Typeface Corporation.
UFST™ MicroType® lettertypen van Monotype Imaging Inc. zijn geïnstalleerd in dit apparaat.
Dit apparaat bevat software met modules die zijn ontwikkeld door de Independent JPEG Group.
ThinPrint is een handelsmerk van Cortado AG in Duitsland en andere landen.
Dit product is voorzien van de NetFront-browser van ACCESS CO.,
LTD.
ACCESS, het ACCESS-logo en NetFront zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van ACCESS CO., LTD. in de
Verenigde Staten, Japan en andere landen.
© 2011 ACCESS CO., LTD. All rights reserved.
Java is een gedeponeerd handelsmerk van Oracle en/of haar gelieerde organisaties.
iPad, iPhone en iPod zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen.
AirPrint en het AirPrint logo zijn handelsmerken van Apple Inc.
iOS is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Cisco in de V.S. en andere landen en wordt onder licentie
door Apple Inc. gebruikt
Alle overige merk- en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken. De aanduidingen ™ en ®
worden in deze gebruikershandleiding niet gebruikt.
1-8
Wettelijke kennisgeving en veiligheidsinformatie > Mededeling
GPL/LGPL
Dit product is voorzien van GPL- (http://www.gnu.org/licenses/gpl.html) en/of LGPL- (http://www.gnu.org/licenses/
lgpl.html) software als onderdeel van de firmware. U kunt de broncode verkrijgen en het is toegestaan het te kopiëren, te
verspreiden en te wijzigen conform de voorwaarden van GPL/LGPL.
OpenSSL License
Copyright (c) 1998-2006 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following
conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit.
(http://www.openssl.org/)"
4. The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be used to endorse or promote products derived
from this software without prior written permission.
For written permission, please contact openssl-core@openssl.org.
5. Products derived from this software may not be called "OpenSSL" nor may "OpenSSL" appear in their names without
prior written permission of the OpenSSL Project.
6. Redistributions of any form whatsoever must retain the following acknowledgment: "This product includes software
developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit (http://www.openssl.org/)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT "AS IS" AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED
WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND
FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR
ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR
SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON
ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE
OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE
POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Original SSLeay License
Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com) All rights reserved.
This package is an SSL implementation written by Eric Young ([email protected]). The implementation was written so
as to conform with Netscapes SSL.
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the following conditions are adhered to. The
following conditions apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code; not just the
SSL code. The SSL documentation included with this distribution is covered by the same copyright terms except that the
holder is Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in documentation (online or textual) provided with the
package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following
conditions are met:
1-9
Wettelijke kennisgeving en veiligheidsinformatie > Mededeling
1. Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by Eric Young ([email protected])"
The word 'cryptographic' can be left out if the routines from the library being used are not cryptographic related :-).
4. If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from the apps directory (application code) you must
include an acknowledgement: "This product includes software written by Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG "AS IS" AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES,
INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A
PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE
FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES
(INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE,
DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY,
WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN
ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
The licence and distribution terms for any publically available version or derivative of this code cannot be changed. i.e.
this code cannot simply be copied and put under another distribution licence [including the GNU Public Licence.]
Monotype Imaging License Agreement
1 Software shall mean the digitally encoded, machine readable, scalable outline data as encoded in a special format as
well as the UFST Software.
2 You agree to accept a non-exclusive license to use the Software to reproduce and display weights, styles and
versions of letters, numerals, characters and symbols (Typefaces) solely for your own customary business or
personal purposes at the address stated on the registration card you return to Monotype Imaging. Under the terms of
this License Agreement, you have the right to use the Fonts on up to three printers. If you need to have access to the
fonts on more than three printers, you need to acquire a multiuser license agreement which can be obtained from
Monotype Imaging. Monotype Imaging retains all rights, title and interest to the Software and Typefaces and no rights
are granted to you other than a License to use the Software on the terms expressly set forth in this Agreement.
3 To protect proprietary rights of Monotype Imaging, you agree to maintain the Software and other proprietary
information concerning the Typefaces in strict confidence and to establish reasonable procedures regulating access
to and use of the Software and Typefaces.
4 You agree not to duplicate or copy the Software or Typefaces, except that you may make one backup copy. You
agree that any such copy shall contain the same proprietary notices as those appearing on the original.
5 This License shall continue until the last use of the Software and Typefaces, unless sooner terminated. This License
may be terminated by Monotype Imaging if you fail to comply with the terms of this License and such failure is not
remedied within thirty (30) days after notice from Monotype Imaging. When this License expires or is terminated, you
shall either return to Monotype Imaging or destroy all copies of the Software and Typefaces and documentation as
requested.
6 You agree that you will not modify, alter, disassemble, decrypt, reverse engineer or decompile the Software.
7 Monotype Imaging warrants that for ninety (90) days after delivery, the Software will perform in accordance with
Monotype Imaging-published specifications, and the diskette will be free from defects in material and workmanship.
Monotype Imaging does not warrant that the Software is free from all bugs, errors and omissions.
The parties agree that all other warranties, expressed or implied, including warranties of fitness for a particular
purpose and merchantability, are excluded.
8 Your exclusive remedy and the sole liability of Monotype Imaging in connection with the Software and Typefaces is
repair or replacement of defective parts, upon their return to Monotype Imaging.
In no event will Monotype Imaging be liable for lost profits, lost data, or any other incidental or consequential
damages, or any damages caused by abuse or misapplication of the Software and Typefaces.
9 Massachusetts U.S.A. law governs this Agreement.
1-10
Wettelijke kennisgeving en veiligheidsinformatie > Mededeling
10 You shall not sublicense, sell, lease, or otherwise transfer the Software and/or Typefaces without the prior written
consent of Monotype Imaging.
11 Use, duplication or disclosure by the Government is subject to restrictions as set forth in the Rights in Technical Data
and Computer Software clause at FAR 252-227-7013, subdivision (b)(3)(ii) or subparagraph (c)(1)(ii), as appropriate.
Further use, duplication or disclosure is subject to restrictions applicable to restricted rights software as set forth in
FAR 52.227-19 (c)(2).
12 You acknowledge that you have read this Agreement, understand it, and agree to be bound by its terms and
conditions. Neither party shall be bound by any statement or representation not contained in this Agreement. No
change in this Agreement is effective unless written and signed by properly authorized representatives of each party.
By opening this diskette package, you agree to accept the terms and conditions of this Agreement.
Knopflerfish License
This product includes software developed by the Knopflerfish Project.
http://www.knopflerfish.org
Copyright 2003-2010 The Knopflerfish Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following
conditions are met:
- Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer.
- Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
- Neither the name of the KNOPFLERFISH project nor the names of its contributors may be used to endorse or
promote products derived from this software without specific prior written permission.
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE COPYRIGHT HOLDERS AND CONTRIBUTORS "AS IS" AND ANY
EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE
COPYRIGHT OWNER OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL,
EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF
SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION)
HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR
TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS
SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Apache License (Version 2.0)
Apache License
Version 2.0, January 2004
http://www.apache.org/licenses/
TERMS AND CONDITIONS FOR USE, REPRODUCTION, AND DISTRIBUTION
1. Definitions.
"License" shall mean the terms and conditions for use, reproduction, and distribution as defined by Sections 1
through 9 of this document.
"Licensor" shall mean the copyright owner or entity authorized by the copyright owner that is granting the License.
"Legal Entity" shall mean the union of the acting entity and all other entities that control, are controlled by, or are
under common control with that entity. For the purposes of this definition, "control" means (i) the power, direct or
indirect, to cause the direction or management of such entity, whether by contract or otherwise, or (ii) ownership of
fifty percent (50%) or more of the outstanding shares, or (iii) beneficial ownership of such entity.
"You" (or "Your") shall mean an individual or Legal Entity exercising permissions granted by this License.
"Source" form shall mean the preferred form for making modifications, including but not limited to software source
code, documentation source, and configuration files.
1-11
Wettelijke kennisgeving en veiligheidsinformatie > Mededeling
"Object" form shall mean any form resulting from mechanical transformation or translation of a Source form, including
but not limited to compiled object code, generated documentation, and conversions to other media types.
"Work" shall mean the work of authorship, whether in Source or Object form, made available under the License, as
indicated by a copyright notice that is included in or attached to the work (an example is provided in the Appendix
below).
"Derivative Works" shall mean any work, whether in Source or Object form, that is based on (or derived from) the
Work and for which the editorial revisions, annotations, elaborations, or other modifications represent, as a whole, an
original work of authorship. For the purposes of this License, Derivative Works shall not include works that remain
separable from, or merely link (or bind by name) to the interfaces of, the Work and Derivative Works thereof.
"Contribution" shall mean any work of authorship, including the original version of the Work and any modifications or
additions to that Work or Derivative Works thereof, that is intentionally submitted to Licensor for inclusion in the Work
by the copyright owner or by an individual or Legal Entity authorized to submit on behalf of the copyright owner. For
the purposes of this definition, "submitted" means any form of electronic, verbal, or written communication sent to the
Licensor or its representatives, including but not limited to communication on electronic mailing lists, source code
control systems, and issue tracking systems that are managed by, or on behalf of, the Licensor for the purpose of
discussing and improving the Work, but excluding communication that is conspicuously marked or otherwise
designated in writing by the copyright owner as "Not a Contribution."
"Contributor" shall mean Licensor and any individual or Legal Entity on behalf of whom a Contribution has been
received by Licensor and subsequently incorporated within the Work.
2. Grant of Copyright License. Subject to the terms and conditions of this License, each Contributor hereby grants to
You a perpetual, worldwide, non-exclusive, no-charge, royalty-free, irrevocable copyright license to reproduce,
prepare Derivative Works of, publicly display, publicly perform, sublicense, and distribute the Work and such
Derivative Works in Source or Object form.
3. Grant of Patent License. Subject to the terms and conditions of this License, each Contributor hereby grants to You a
perpetual, worldwide, non-exclusive, no-charge, royalty-free, irrevocable (except as stated in this section) patent
license to make, have made, use, offer to sell, sell, import, and otherwise transfer the Work, where such license
applies only to those patent claims licensable by such Contributor that are necessarily infringed by their
Contribution(s) alone or by combination of their Contribution(s) with the Work to which such Contribution(s) was
submitted. If You institute patent litigation against any entity (including a cross-claim or counterclaim in a lawsuit)
alleging that the Work or a Contribution incorporated within the Work constitutes direct or contributory patent
infringement, then any patent licenses granted to You under this License for that Work shall terminate as of the date
such litigation is filed.
4. Redistribution. You may reproduce and distribute copies of the Work or Derivative Works thereof in any medium, with
or without modifications, and in Source or Object form, provided that You meet the following conditions:
(a)You must give any other recipients of the Work or Derivative Works a copy of this License; and
(b)You must cause any modified files to carry prominent notices stating that You changed the files; and
(c)You must retain, in the Source form of any Derivative Works that You distribute, all copyright, patent, trademark,
and attribution notices from the Source form of the Work, excluding those notices that do not pertain to any part of
the Derivative Works; and
(d)If the Work includes a "NOTICE" text file as part of its distribution, then any Derivative Works that You distribute
must include a readable copy of the attribution notices contained within such NOTICE file, excluding those notices
that do not pertain to any part of the Derivative Works, in at least one of the following places: within a NOTICE text
file distributed as part of the Derivative Works; within the Source form or documentation, if provided along with the
Derivative Works; or, within a display generated by the Derivative Works, if and wherever such third-party notices
normally appear. The contents of the NOTICE file are for informational purposes only and do not modify the
License. You may add Your own attribution notices within Derivative Works that You distribute, alongside or as an
addendum to the NOTICE text from the Work, provided that such additional attribution notices cannot be
construed as modifying the License.
You may add Your own copyright statement to Your modifications and may provide additional or different license
terms and conditions for use, reproduction, or distribution of Your modifications, or for any such Derivative Works as
a whole, provided Your use, reproduction, and distribution of the Work otherwise complies with the conditions stated
in this License.
1-12
Wettelijke kennisgeving en veiligheidsinformatie > Mededeling
5. Submission of Contributions. Unless You explicitly state otherwise, any Contribution intentionally submitted for
inclusion in the Work by You to the Licensor shall be under the terms and conditions of this License, without any
additional terms or conditions. Notwithstanding the above, nothing herein shall supersede or modify the terms of any
separate license agreement you may have executed with Licensor regarding such Contributions.
6. Trademarks. This License does not grant permission to use the trade names, trademarks, service marks, or product
names of the Licensor, except as required for reasonable and customary use in describing the origin of the Work and
reproducing the content of the NOTICE file.
7. Disclaimer of Warranty. Unless required by applicable law or agreed to in writing, Licensor provides the Work (and
each Contributor provides its Contributions) on an "AS IS" BASIS, WITHOUT WARRANTIES OR CONDITIONS OF
ANY KIND, either express or implied, including, without limitation, any warranties or conditions of TITLE, NON-
INFRINGEMENT, MERCHANTABILITY, or FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. You are solely responsible
for determining the appropriateness of using or redistributing the Work and assume any risks associated with Your
exercise of permissions under this License.
8. Limitation of Liability. In no event and under no legal theory, whether in tort (including negligence), contract, or
otherwise, unless required by applicable law (such as deliberate and grossly negligent acts) or agreed to in writing,
shall any Contributor be liable to You for damages, including any direct, indirect, special, incidental, or consequential
damages of any character arising as a result of this License or out of the use or inability to use the Work (including
but not limited to damages for loss of goodwill, work stoppage, computer failure or malfunction, or any and all other
commercial damages or losses), even if such Contributor has been advised of the possibility of such damages.
9. Accepting Warranty or Additional Liability. While redistributing the Work or Derivative Works thereof, You may choose
to offer, and charge a fee for, acceptance of support, warranty, indemnity, or other liability obligations and/or rights
consistent with this License. However, in accepting such obligations, You may act only on Your own behalf and on
Your sole responsibility, not on behalf of any other Contributor, and only if You agree to indemnify, defend, and hold
each Contributor harmless for any liability incurred by, or claims asserted against, such Contributor by reason of your
accepting any such warranty or additional liability.
END OF TERMS AND CONDITIONS
APPENDIX: How to apply the Apache License to your work.
To apply the Apache License to your work, attach the following boilerplate notice, with the fields enclosed by brackets
"[]" replaced with your own identifying information. (Don't include the brackets!) The text should be enclosed in the
appropriate comment syntax for the file format. We also recommend that a file or class name and description of
purpose be included on the same "printed page" as the copyright notice for easier identification within third-party
archives.
Copyright [yyyy] [name of copyright owner]
Licensed under the Apache License, Version 2.0 (the "License"); you may not use this file except in compliance with the
License. You may obtain a copy of the License at
http://www.apache.org/licenses/LICENSE-2.0
Unless required by applicable law or agreed to in writing, software distributed under the License is distributed on an "AS
IS" BASIS, WITHOUT WARRANTIES OR CONDITIONS OF ANY KIND, either express or implied. See the License for
the specific language governing permissions and limitations under the License.
1-13
Wettelijke kennisgeving en veiligheidsinformatie > Mededeling
Energiebesparingsfunctie
Het apparaat is uitgerust met een energiebesparende stand, waarbij het energieverbruik wordt beperkt na het
verstrijken van een bepaalde tijdsperiode nadat het apparaat het laatst werd gebruikt, en met een slaapstand, waarbij
de printer- en faxfuncties in een wachtstand komen te staan, maar het energieverbruik tot een minimum wordt beperkt
wanneer er gedurende een bepaalde tijdsperiode geen activiteiten hebben plaatsgevonden op het apparaat.
Energiebesparende stand
Het apparaat schakelt automatisch in de energiebesparende stand als 1 minuut zijn verstreken sinds het apparaat voor
het laatst werd gebruikt. De tijdsperiode waarin er geen activiteiten plaatsvinden voordat de energiebesparende stand
wordt geactiveerd, kan worden verlengd. Raadpleeg Energiebesparende stand en automatische energiebesparende
stand (pagina 2-21) voor meer informatie.
Slaapstand
Het apparaat schakelt automatisch in de slaapstand als 30 minuten (voor 3060i) of 45 minuten (voor 3560i) zijn
verstreken sinds het apparaat voor het laatst werd gebruikt. De tijdsperiode waarin er geen activiteiten plaatsvinden
voordat de slaapstand wordt geactiveerd, kan worden verlengd. Raadpleeg Slaapstand en automatische slaapstand
(pagina 2-22)
voor meer informatie.
Automatische dubbelzijdige kopieerfunctie
Dit apparaat beschikt over dubbelzijdig kopiëren als standaardfunctie. Als u bijvoorbeeld twee enkelzijdige originelen als
dubbelzijdige kopie op één vel papier kopieert, kunt u de gebruikte hoeveelheid papier beperken. Raadpleeg Duplex
(pagina 5-27)
voor meer informatie.
Afdrukken in de duplexmodus vermindert papierverbruik en draagt bij aan het behoud van bossen. Duplexmodus vermindert tevens
de hoeveelheid papier die ingekocht moet worden en vermindert daardoor de kosten. Het is daarom aan te bevelen dat machines die
dubbelzijdig kunnen afdrukken, standaard worden ingesteld in de duplexmodus.
Gerecycled papier
Voor het behoud en duurzaam gebruik van de bossen wordt aanbevolen om gerecycled en nieuw papier te gebruiken
dat op de meest milieuvriendelijke manier wordt geproduceerd of voorzien is van erkende milieukeurmerken, en die
voldoen aan EN 12281:2002
*
of een vergelijkbare kwaliteitsstandaard.
Deze apparatuur ondersteunt ook printen op papier van 64 g/m
2
. Wanneer dergelijk papier, dat minder ruwegrondstoffen
bevat, gebruikt wordt, leidt dit tot meer besparingen van natuurlijke bronnen.
* : EN12281:2002 "Papier voor drukwerk en kantoor - Eisen aan kopieerpapier voor kopieerprocessen met droge toner"
Uw verkoop- of servicevertegenwoordiger kan informatie geven over aanbevolen papiersoorten.
Milieuvoordelen van "Energiebeheer"
Om het stroomverbruik te beperken, is dit apparaat voorzien van een functie voor energiebeheer die automatisch de
energiebesparende stand inschakelt wanneer het apparaat gedurende een bepaalde tijd niet actief is.
Hoewel het de apparatuur enige tijd vergt weer terug te keren naar modus KLAAR vanuit de spaarstand, is
eenbelangrijke vermindering in energieverbruik mogelijk. Het wordt aanbevolen de machine te gebruiken met
deactiveringstijd voor de spaarstand in de standaardinstelling.
1-14
Wettelijke kennisgeving en veiligheidsinformatie > Mededeling
Energy Star-programma (ENERGY STAR
®
)
Als bedrijf dat deelneemt aan het internationale Energy Star-programma hebben wij vastgesteld dat dit
apparaat voldoet aan de standaarden zoals bepaald in het internationale Energy Star-programma.
ENERGY STAR
®
is een vrijwillig programma voor energie-efficiëntie met als doel hetontwikkelen en
promoten van producten met een hoge energie-efficiëntie om zo hetbroeikaseffect te helpen
voorkomen. Door ENERGY STAR
®
-gekwalificeerde producten aan teschaffen kunnen klanten helpen
de emissies van broeikasgassen te verminderen tijdensgebruik van het product en te besparen op de
energiegerelateerde kosten.
2-1
2 Het apparaat installeren
en instellen
Dit hoofdstuk bevat informatie voor de beheerder van dit apparaat, zoals de onderdeelnamen, het aansluiten van kabels
en het installeren van software.
Onderdeelnamen ............................................................................................................................................... 2-2
Buitenzijde apparaat ................................................................................................................................ 2-2
Aansluitingen/binnenzijde ........................................................................................................................ 2-4
Met verbonden optionele apparatuur ....................................................................................................... 2-5
Verbindingsmethode bepalen en kabels voorbereiden ...................................................................................... 2-6
Aansluitvoorbeeld .................................................................................................................................... 2-6
De benodigde kabels voorbereiden ......................................................................................................... 2-7
Kabels aansluiten ............................................................................................................................................... 2-8
LAN-kabel aansluiten ............................................................................................................................... 2-8
Aan- en uitzetten ................................................................................................................................................ 2-9
Aanzetten ................................................................................................................................................. 2-9
Uitzetten ................................................................................................................................................. 2-10
Software installeren .......................................................................................................................................... 2-12
Software op DVD (Windows) ................................................................................................................. 2-12
Aanmelden/afmelden ....................................................................................................................................... 2-14
Aanmelden ............................................................................................................................................. 2-14
Afmelden ................................................................................................................................................ 2-15
Standaardinstellingen van het apparaat ........................................................................................................... 2-16
Datum en tijd instellen ........................................................................................................................... 2-16
Netwerk installeren (LAN-aansluiting) .................................................................................................... 2-18
Energiebesparende functie .............................................................................................................................. 2-21
Energiebesparende stand en automatische energiebesparende stand ................................................. 2-21
Slaapstand en automatische slaapstand ............................................................................................... 2-22
Versnelde installatie-wizard .............................................................................................................................. 2-24
Embedded Web Server RX .............................................................................................................................. 2-26
Toegang tot Embedded Web Server RX ................................................................................................ 2-27
Beveiligingsinstellingen wijzigen ............................................................................................................ 2-28
Machinegegevens wijzigen .................................................................................................................... 2-29
E-mailinstellingen ................................................................................................................................... 2-30
2-2
Het apparaat installeren en instellen > Onderdeelnamen
Onderdeelnamen
Buitenzijde apparaat
Optionele apparatuur (pagina 7-2)
1 Documenttoevoer (optioneel)
2 Aanduiding geladen originelen
3 Breedtegeleiders voor originelen
4 Opbergvak voor reinigingsdoek
5 Origineleninvoer
6 Originelenuitvoer
7 Originelenstopper
8 USB-poort (A1)
9 Sleufglas
10 Aanduidingen origineelformaat
11 Glasplaat
12 Bedieningspaneel
13 Voorklep
14 Cassette 1
15 Cassette 2
16 Hendels
17 Hendel rechterklep 2
18 Rechterklep 2
19 Hoofdschakelaar
20 Binnenlade
21
13
3 8 11 12
14 15 16 19 20 16
45 6 9 107
17 18
2-3
Het apparaat installeren en instellen > Onderdeelnamen
21 Papierbreedtegeleiders
22 Papierlengtegeleider
23 Houder voor paperclips
24 Hendel rechterklep 1
25 Rechterklep 1
26 Papierbreedtegeleider
27 Multifunctionele lade
28 Verlengstuk van de multifunctionele lade
23 24 252221
26
27
28
2-4
Het apparaat installeren en instellen > Onderdeelnamen
Aansluitingen/binnenzijde
1 Netwerkinterface-aansluiting
2 USB-poort (A2)
3 USB-interface-aansluiting (B1)
4 Optionele interface
5 Tonercontainer (Black)
6 Tonerafvalbak
7 Reserve-tonerafvalbaklade (W1)
1
2
3
4
5
7
6
2-5
Het apparaat installeren en instellen > Onderdeelnamen
Met verbonden optionele apparatuur
1 Glasplaatklep
2 Mailbox
3 Documentfinisher
4 Cassette 3 tot 4
• 4-a: Cassette 3 • 4-b: Cassette 4 • 4-c: Cassette 4 • 4-d: Cassette 3
Optionele apparatuur (pagina 7-2)
5 Besturingspaneel van de finisher voor 3000 vel
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
1
3
4
4-b
4-c
4-d
4-a
5
2
2-6
Het apparaat installeren en instellen > Verbindingsmethode bepalen en kabels voorbereiden
Verbindingsmethode bepalen en kabels
voorbereiden
Controleer de methode om het apparaat met een pc of een netwerk te verbinden en zorg dat u de noodzakelijke kabels bij
de hand hebt voor uw omgeving.
Aansluitvoorbeeld
Bepaal de methode om het apparaat met een pc of een netwerk te verbinden aan de hand van onderstaande
afbeelding.
Verbinden van een scanner via een netwerkkabel (1000BASE-T, 100BASE-TX of 10BASE-T) met uw pc-netwerk.
OPMERKING
Als u het apparaat gebruikt aangesloten op de optionele draadloze interface kit, hoeft u geen verbinding te maken met de
LAN-kabel.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
PC beheerder
Embedded Web Server RX
Netwerkinstellingen,
Scanner
standaardinstellingen,
Registratie gebruiker en
bestemming
Afdrukken
Netwerkfaxen
(Optioneel)
FAX
(Optioneel)
USB
Netwerk
Netwerk
Netwerk
Netwerk
Netwerk
Netwerk
Netwerk
MFP
E-mailverzending
Verzendt de beeldgegevens
van gescande originelen naar
de gewenste ontvanger als
een bestandsbijlage bij een
e-mailbericht.
SMB-verzending
Slaat het gescande beeld als
een gegevensbestand op uw
pc op.
FTP-verzending
Verzendt het gescande beeld
als een gegevensbestand op
de FTP-server.
TWAIN-scannen
WIA-scannen
TWAIN en WIA zijn gestandaardiseerde interfaces voor communicatie
tussen softwaretoepassingen en beeldopnameapparatuur.
2-7
Het apparaat installeren en instellen > Verbindingsmethode bepalen en kabels voorbereiden
De benodigde kabels voorbereiden
Leg de benodigde kabels klaar afhankelijk van de gebruikte interface.
Beschikbare standaardinterfaces
Verbindingsomgeving Functie Benodigde kabel
Sluit een LAN-kabel aan op het
apparaat.
Printer/scanner /netwerkfax
*
* Functie beschikbaar bij gebruik van optionele faxkit. Raadpleeg de
FAX Operation Guide
voor meer informatie over de faxfunctie.
Netwerkinterface LAN (10BASE-T of 100BASE-
TX, 1000BASE-T afgeschermd)
Sluit een USB-kabel aan op het
apparaat.
Printer Met USB 2.0 compatibele kabel (ondersteuning
van Hi-Speed USB, max. 5,0 m, beschermd)
2-8
Het apparaat installeren en instellen > Kabels aansluiten
Kabels aansluiten
LAN-kabel aansluiten
1
Het apparaat aansluiten.
1
Sluit de LAN-kabel aan op de netwerkinterface-aansluiting.
2
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de hub.
2
Het apparaat instellen.
Schakel het apparaat in en configureer het netwerk.
BELANGRIJK
Als het apparaat is ingeschakeld, zet u de hoofdschakelaar uit.
Uitzetten (pagina 2-10)
Raadpleeg Netwerk installeren (LAN-aansluiting) op pagina 2-18 voor meer informatie.
2-9
Het apparaat installeren en instellen > Aan- en uitzetten
Aan- en uitzetten
Aanzetten
Als het aan/uit-lampje brandt... (uit de slaapstand schakelen)
Druk op de [
Power
] toets
Als het aan/uit-lampje niet brandt...
Zet de hoofdschakelaar aan.
BELANGRIJK
Wanneer u de hoofdschakelaar uitschakelt, mag u deze niet meteen weer
inschakelen. Wacht minstens 5 seconden voordat u de hoofdschakelaar weer
inschakelt.
OPMERKING
Als de optionele Data Security Kit is geïnstalleerd, kan een bericht verschijnen dat laat
weten dat de beveiligingsfunctie wordt ingeschakeld en dat het opstarten even kan duren na
het aanzetten van het apparaat.
Aan/uit-lampje
2-10
Het apparaat installeren en instellen > Aan- en uitzetten
Uitzetten
Uitzetten zonder de hoofdschakelaar... (slaapstand)
Druk op de [
Power
] toets De verlichting van de [
Power
]-toets gaat uit en het aan/uit-lampje
brandt.
Uitzetten met de hoofdschakelaar...
Wij wijzen u erop dat het apparaat, als het is uitgeschakeld, niet automatisch afdrukgegevens van computers of faxen
kan ontvangen.
1
Druk op de [Power] toets.
Controleer of de verlichting van de [
Power
]-toets uit is en of het aan/uit-lampje brandt.
Energiebesparende stand en automatische energiebesparende stand (pagina 2-21)
Slaapstand en automatische slaapstand (pagina 2-22)
BELANGRIJK
Als het lampje [Verwerken] of [Geheugen] brandt, dan is het apparaat bezig. Het uitschakelen van de
hoofdschakelaar terwijl het apparaat bezig is, kan storingen veroorzaken.
Aan/uit-lampje
Controleer of de lampjes uit zijn.
2-11
Het apparaat installeren en instellen > Aan- en uitzetten
2
Schakel de hoofdschakelaar uit.
Wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt...
VOORZICHTIG
Als u dit apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt (bijvoorbeeld 's nachts), zet het dan uit met de
hoofdschakelaar. Als u het apparaat nog langer niet gebruikt (bijvoorbeeld tijdens de vakantie), haal dan om
veiligheidsredenen de stekker uit het stopcontact. Als de optionele faxkit geïnstalleerd is en u zet het
apparaat uit met de hoofdschakelaar, dan is het versturen en ontvangen van faxen uitgeschakeld.
BELANGRIJK
Verwijder het papier uit de cassettes en berg het op in de afgesloten bewaarzak voor papier om het tegen
vocht te beschermen.
2-12
Het apparaat installeren en instellen > Software installeren
Software installeren
Installeer de benodigde software op uw pc van de bijgeleverde DVD (Product Library) als u de printerfunctie van dit
apparaat wilt gebruiken of als u TWAIN/WIA-verzending of netwerkfaxverzending wilt gebruiken op uw pc.
Software op DVD (Windows)
U kunt een van de installatiemethoden [
Snelle installatie
] of [
Aangepaste installatie
] selecteren. [
Snelle installatie
] is
de standaard installatiemethode. Gebruik, om componenten te installeren die niet geïnstalleerd kunnen worden met
[
Snelle installatie
], [
Aangepaste installatie
]. Raadpleeg voor de Aangepaste installatie de
Engelse
gebruikershandleiding
.
Software Beschrijving
Installatiemethode
: Standaardinstallatie
: Hiermee kunt u de te
installeren
componenten
selecteren.
Snelle
installatie
Aange-
paste
installatie
Printing System Driver Dit printerstuurprogramma maakt het afdrukken van documenten vanaf
een computer mogelijk. Door één enkel printerstuurprogramma worden
meerdere talen voor pagina-omschrijvingen (PCL, XL, KPDL, etc.)
ondersteund. Dit printerstuurprogramma biedt u de mogelijkheid om van
alle functies van het apparaat gebruik te maken.
Gebruik dit printerstuurprogramma om PDF-bestanden af te drukken.
Printing System (XPS)
Driver
Dit printerstuurprogramma ondersteunt het XPS-formaat (XML
papierspecificatie) zoals ontwikkeld door Microsoft Corporation.
-
KPDL mini-driver/
PCL mini-driver
Dit is een Microsoft MiniDriver die PCL en KPDL ondersteunt. Er zijn
enkele beperkingen in de functies en optionele functies van het systeem
die met dit stuurprogramma gebruikt kunnen worden.
-
TWAIN Driver Dit stuurprogramma maakt scannen met het systeem mogelijk via een
TWAIN-compliante softwaretoepassing.
Het systeem beschikt over twee typen TWAIN-stuurprogramma's: een
voor het scannen van een in het systeem geplaatst document en een
voor het lezen vandocumentgegevens die in een documentbox
opgeslagen zijn.
WIA Driver WIA (Windows Imaging Acquisition) is een functie in Windows die
tweerichtingscommunicatie tussen een afbeeldingsapparaat zoals een
scanner en een softwaretoepassing voor afbeeldingsverwerking mogelijk
maakt. Er kan een afbeelding verworven worden met een
WIAcompliante softwaretoepassing, wat handig iswanneer er geen
TWAIN-compliante softwaretoepassing op de PC geïnstalleerd is.
-
FAX Driver Dit maakt het mogelijk een document dat in eenPC-softwaretoepassing
gecreëerd is, als fax via het systeem te versturen.
-
File Management
Utility
Maakt het mogelijk een gescand document te verzenden en op te slaan
in een specifieke netwerkmap.
-
Network Tool for Direct
Printing
Dit maakt het mogelijk een PDF-bestand af te drukken zonder Adobe
Acrobat/Reader te starten.
-
2-13
Het apparaat installeren en instellen > Software installeren
NETWORK PRINT
MONITOR
Dit is een hulpmiddel waarmee het mogelijk is het systeem in het
netwerk te monitoren.
-
FONTS
(LETTERTYPEN)
Dit zijn de lettertypen die het mogelijk maken de in het systeem
ingebouwde lettertypen te gebruiken in een softwaretoepassing.
OPMERKING
Het installeren in Windows moet worden gedaan door een gebruiker die zich heeft aangemeld met
beheerdersrechten.
Indien verbonden met een USB-kabel, is Plug and Play op dit apparaat uitgeschakeld indien in de slaapstand
.
Om de
installatie voort te zetten, drukt u op de toets [
Power
] om het apparaat uit de energiebesparende stand of slaapstand
te halen waarna kan worden verder gegaan.
Om gebruik te maken van de faxfuncties is de optionele faxkit vereist.
Het WIA-stuurprogramma en Printing System (XPS) Driver kunnen niet worden geïnstalleerd in Windows XP.
Software Beschrijving
Installatiemethode
: Standaardinstallatie
: Hiermee kunt u de te
installeren
componenten
selecteren.
Snelle
installatie
Aange-
paste
installatie
2-14
Het apparaat installeren en instellen > Aanmelden/afmelden
Aanmelden/afmelden
Wanneer u een functie instelt die systeembeheerrechten vereist of wanneer verificatie voor aanmelden door gebruikers
is ingeschakeld, dient u uw login gebruikersnaam en login wachtwoord in te voeren.
Aanmelden
Normale aanmelding
1
Voer de aanmeldingsgebruikersnaam en het
aanmeldingswachtwoord in om in te loggen.
Als dit scherm wordt weergegeven tijdens de bediening, druk dan op
[Aanmeldingsgebruikersnaam] om de aanmeldingsgebruikersnaam in te voeren.
U kunt ook inloggen door op [Wachtwoord aanmelding] te drukken en het
Aanmeldingswachtwoord in te voeren.
OPMERKING
De standaard gebruikersnaam en het wachtwoord die in de fabriek zijn ingesteld, worden hieronder getoond.
Aanmelden is niet mogelijk als u uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord vergeten bent. Meld u zich in dit
geval aan met de toegangsrechten van de beheerder en wijzig uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord.
Als de verificatiemethode ingeschakeld is, dan moet de toets [
Verificatie/Afmelden
] ingedrukt worden voor u zich
aanmeldt.
Raadpleeg voor meer informatie de
Engelse gebruikershandleiding
.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
OPMERKING
Druk op [Nummers] om de aanmeldingsgegevens in te voeren met de cijfertoetsen op het
bedieningspaneel.
Als [Netwerkverificatie] geselecteerd is als gebruikersverificatiemethode, dan kan zowel
[Lokaal] als [Netwerk] geselecteerd worden als verificatietype.
Om aan te melden met uw ID-kaart, drukt u op [ID kaart aanmelden].
Modelnaam Aanmeldings-
gebruikersnaam
Aanmeldings-
wachtwoord
3060i 3000 3000
3560i 3500 3500
Aanmeldings-
gebruikernaa
m
Aanmelding
Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in.
Wachtwoord
aanmelding
abcdef
********
Aanmelden op:
Lokaal
Nummers
ID kaart
Aanmelden
AnnulerenControleer teller
Nummers
1
2
3
2-15
Het apparaat installeren en instellen > Aanmelden/afmelden
Snelle aanmelding
Als dit scherm verschijnt tijdens de bediening, selecteer dan een gebruiker en meld aan.
Afmelden
U kunt zich afmelden bij het apparaat door op de toets [
Verificatie/Afmelden
] te drukken. Het
invoerscherm voor de aanmeldingsgebruikersnaam en het aanmeldingswachtwoord verschijnt opnieuw.
Gebruikers worden automatisch afgemeld in de volgende situaties:
Als het apparaat in de slaapstand wordt geschakeld met de [
Power
]-toets.
Als de automatische slaapstandfunctie wordt geactiveerd.
Als de automatische bedieningspaneel-reset wordt geactiveerd.
Als de automatische energiebesparende stand wordt geactiveerd.
Als het apparaat in de energiebesparende stand wordt geschakeld met de [
Spaarstand
]-toets.
OPMERKING
Als er een aanmeldingswachtwoord moet worden opgegeven, dan verschijnt een
invoerscherm.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
Selecteer de gebruiker die aangemeld moet
01
Nr.
Toetsenbord
Aanmelden
A
02
B
03
C
1/2
04 05 06
07 08 09
10 11 12
2-16
Het apparaat installeren en instellen > Standaardinstellingen van het apparaat
Standaardinstellingen van het apparaat
De standaardinstellingen van het apparaat kunnen worden gewijzigd vanaf Systeemmenu. Alvorens dit apparaat in
gebruik te nemen, configureert u de instellingen zoals datum en tijd, netwerkconfiguratie en energiebesparende functies
naargelang de behoeften.
Datum en tijd instellen
Volg de onderstaande stappen om de lokale datum en tijd op de plaats van installatie in te stellen.
Wanneer u een e-mail verzendt met de verzendfunctie, zullen de hier ingestelde datum en tijd in de kop van het e-
mailbericht worden toegevoegd. Stel de datum, de tijd en het tijdsverschil met GMT in van de regio waar het apparaat
wordt gebruikt.
1
Geef het scherm weer.
Druk op de [
Systeemmenu
]-toets en selecteer [Datum/timer/ Energiebesp.stnd].
OPMERKING
Voor instellingen die kunnen worden geconfigureerd vanaf Systeemmenu, raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
OPMERKING
Als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is, dan kunt u de instellingen enkel wijzigen door aan te melden
met de toegangsrechten van de beheerder.
Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer een
aanmeldingsgebruikersnaam en wachtwoord in en druk op [Aanmelden].
De standaard gebruikersnaam en wachtwoord die in de fabriek zijn ingesteld, worden hieronder getoond.
Stel het tijdsverschil in voor u de datum en de tijd instelt.
Als u de datum-/tijdinstelling wijzigt terwijl u een testversie van een toepassing gebruikt, dan is deze toepassing niet
langer beschikbaar.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
Modelnaam Aanmeldings-
gebruikersnaam
Aanmeldings-
wachtwoord
3060i 3000 3000
3560i 3500 3500
1
Systeemmenu
Bestemming wijzigen
Sluiten
Eigenschap gebruiker
Instellen/onderhoud
Toepassing
Aanmelding/Taakaccounting
Datum/timer/
Energiebesp.stnd
Internet
2/2
3
Druk op [ ] of [ ] om naar boven
of naar beneden te scrollen.
2
2-17
Het apparaat installeren en instellen > Standaardinstellingen van het apparaat
2
Configureer de instellingen.
1
Stel de tijdzone in.
2
Stel de zomertijd in.
3
Stel de datum en tijd in.
OPMERKING
Als u een regio kiest zonder zomertijd, dan verschijnt het scherm voor het instellen van de
zomertijd niet.
Datum/timer/Energiebesp.stnd
Wijzigen
Datum/tijd:
Sluiten
Datumnotatie:
Tijdzone:
Inst. autom. herstellen:
Auto slaap:
Standby timer:
Timer voor slaapstand:
Fouten automatisch wissen:
Timer scherm reset::
Wijzigen
Wijzigen
Wijzigen
Wijzigen
Wijzigen
Wijzigen
Wijzigen
Wijzigen
1/2
1
Datum/timer/Energiebesp.stnd - De tijdzone instellen.
De tijdzone instellen.
Selecteer de juiste tijdzone voor uw omgeving.
De tijdzone instellen.
-12:00 Internationale datumgrens West
1/16
-11:00 Samoa
-10:00 Hawaii
-09:00 Alaska
-11:00 Universal Coordinated Time -11
-08:00 Baja California
Annuleren
OK
2
3
Druk op [ ] of [ ] om naar boven of
naar beneden te scrollen.
Datum/timer/Energiebesp.stnd - De tijdzone instellen.
De tijdzone instellen.
Selecteer de juiste tijdzone voor uw omgeving.
De tijdzone instellen.
-08:00 Pacific Time (US & Canada)
2/16
-07:00 Arizona
-07:00 Mountain Time (US & Canada)
-06:00 Guadalajara, Mexico City, Monterrey
-07:00 Chihuahua, La Paz, Mazatlamn
-06:00 Saskatche
Annuleren
OK
Uit
Aan
Zomertijd
1
2
Datum/timer/Energiebesp.stnd
Wijzigen
Datum/tijd:
Sluiten
Datumnotatie:
Tijdzone:
Inst. autom. herstellen:
Auto slaap:
Standby timer:
Timer voor slaapstand:
Fouten automatisch wissen:
Timer scherm reset::
Wijzigen
Wijzigen
Wijzigen
Wijzigen
Wijzigen
Wijzigen
Wijzigen
Wijzigen
1/2
1
Datum/timer/Energiebesp.stnd - Datum/tijd
De datum en tijd instellen.
Off
DagMaandJaar
SecondeMinuutUur
2013
10 10 31
02 02
Annuleren
OK
Druk op [+] of [-] bij elke instelling.
2
3
2-18
Het apparaat installeren en instellen > Standaardinstellingen van het apparaat
Netwerk installeren (LAN-aansluiting)
Het apparaat is voorzien van een netwerkinterface-aansluiting, die compatibel is met netwerkprotocollen zoals TCP/IP
(IPv4), TCP/IP (IPv6), IPX/SPX, NetBEUI, IPSec en AppleTalk. Dit maakt netwerkafdrukken mogelijk bij Windows,
Macintosh, UNIX, NetWare en andere platforms.
In dit hoofdstuk worden de procedures voor TCP/IP (IPv4 en Bonjour) instellen beschreven. Voor andere
netwerkinstellingen, raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
TCP/IP-instellingen
IPv4 instellingen
Stel TCP/IP (IPv4) in om verbinding te maken met het Windows-netwerk.
De standaardinstellingen zijn "TCP/IP-protocol: Aan, DHCP: Aan, Auto-IP: Aan".
1
Geef het scherm weer.
1
Druk op de [
Systeemmenu
]-toets en selecteer [Systeem/Netwerk].
OPMERKING
Als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is, dan kunt u de instellingen enkel wijzigen door aan te melden
met de toegangsrechten van de beheerder.
Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer een
aanmeldingsgebruikersnaam en wachtwoord in en druk op [Aanmelden].
De standaard gebruikersnaam en wachtwoord die in de fabriek zijn ingesteld, worden hieronder getoond.
OPMERKING
Vraag vooraf het IP-adres aan uw netwerkbeheerder en houd deze bij de hand wanneer u deze instelling wenst te
configureren.
Stelt in de volgende gavellen het IP-adres in van de DNS-server op het Embedded Web Server RX.
Bij gebruik van de hostnaam met "DHCP" instelling op "Uit"
Bij gebruik van de DNS server met IP-adres dat niet automatisch is toegewezen door DHCP.
Raadpleeg de
Embedded Web Server RX User Guide
.
Modelnaam Aanmeldings-
gebruikersnaam
Aanmeldings-
wachtwoord
3060i 3000 3000
3560i 3500 3500
1
Systeemmenu
Versnelde installatie-wizard
Sluiten
Algemene instellingen
Kopiëren
Documentbox/verwisselbaar
geheugen
Printer
Systeem/Netwerk
Cassette/MF lade instellingen
Home
Verzenden
Fax
Rapport
1/2
2
2-19
Het apparaat installeren en instellen > Standaardinstellingen van het apparaat
2
Kies "Netwerk" en vervolgens "TCP/IP-instelling".
2
Configureer de instellingen.
Bij gebruik van DHCP server
[DHCP]: Druk op [Aan].
Bij het instellen van het statische IP-adres
[DHCP]: Druk op [Uit].
[IP-adres]: Voer het adres in.
[Subnetmasker]: Voer het adres in.
[Standaard-gateway]: Voer het adres in.
BELANGRIJK
Start, na het wijzigen van de instelling, het netwerk opnieuw op via het systeemmenu
of zet het apparaat UIT en vervolgens weer AAN.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
Systeem/Netwerk
Volgende
Netwerk:
Sluiten
Optioneel netwerk:
Netwerkinterface (verzend):
Beveiligingsniveau:
Hele systeem opn.opstarten:
Inst.vergrendel.interface:
Documentenbewaking:
Data beveiliging:
Optionele functie:
Wijzigen
Start
Volgende
Wijzigen
Volgende
Wijzigen
Volgende
Volgende
1
Systeem/Netwerk - Netwerk
Hostnaam:
Sluiten
TCP/IP-instelling:
Protocolinstellingen:
Beveiligingsinstellingen:
LAN-interface:
Netwerk opnieuw opstarten:
Wijzigen
Wijzigen
Volgende
Volgende
Start
2
Systeem/Netwerk - TCP/IP
Wijzigen
TCP/IP:
Sluiten
Volgende
Wijzigen
IPv4:
IPv6:
Bonjour:
IPSec:
Wijzigen
Wijzigen
Systeem/Netwerk - IPv4
TCP/IP (IPv4) instellen.
* De instelling wordt gewijzigd na het opnieuw opstarten van het apparaat of netwerk.
On
Standaard-
gateway
0.0.0.0
0.0.0.0
0.0.0.0
Uit
IP-adres
Subnetmasker
DHCP
Annuleren
OK
Aan
Auto-IP
2
1
3
4
5
2-20
Het apparaat installeren en instellen > Standaardinstellingen van het apparaat
Bonjour-instellingen
Configureer de instellingen voor Bonjour.
1
Geef het scherm weer.
1
Druk op de [
Systeemmenu
]-toets en selecteer [Systeem/Netwerk].
2
Kies "Netwerk" en vervolgens "TCP/IP-instelling".
2
Configureer de instellingen.
BELANGRIJK
Start, na het wijzigen van de instelling, het netwerk opnieuw op via het systeemmenu
of zet het apparaat UIT en vervolgens weer AAN.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
1
Systeemmenu
Versnelde installatie-wizard
Sluiten
Algemene instellingen
Kopiëren
Documentbox/verwisselbaar
geheugen
Printer
Systeem/Netwerk
Cassette/MF lade instellingen
Home
Verzenden
Fax
Rapport
1/2
2
Systeem/Netwerk
Volgende
Netwerk:
Sluiten
Optioneel netwerk:
Netwerkinterface (verzend):
Beveiligingsniveau:
Hele systeem opn.opstarten:
Inst.vergrendel.interface:
Documentenbewaking:
Data beveiliging:
Optionele functie:
Wijzigen
Start
Volgende
Wijzigen
Volgende
Wijzigen
Volgende
Volgende
1
Systeem/Netwerk - Netwerk
Hostnaam:
Sluiten
TCP/IP-instelling:
Protocolinstellingen:
Beveiligingsinstellingen:
LAN-interface:
Netwerk opnieuw opstarten:
Wijzigen
Wijzigen
Volgende
Volgende
Start
2
Systeem/Netwerk - TCP/IP
Wijzigen
TCP/IP:
Sluiten
Volgende
Wijzigen
IPv4:
IPv6:
Bonjour:
IPSec:
Wijzigen
Wijzigen
1
Systeem/Netwerk - Bonjour
Bonjour gebruiken.
* De instelling wordt gewijzigd na het opnieuw opstarten van het apparaat of netwerk.
Annuleren
OK
Uit Aan
2
2-21
Het apparaat installeren en instellen > Energiebesparende functie
Energiebesparende functie
Als een bepaalde periode verstrijkt nadat het apparaat voor het laatst is gebruikt, treedt het automatisch in de
energiebesparende stand om het stroomverbruik te beperken. Als er nog meer tijd verstrijkt zonder dat het apparaat
wordt gebruikt, treedt het automatisch in de slaapstand die het stroomverbruik tot een minimum beperkt.
Energiebesparende stand en automatische
energiebesparende stand
Energiebesparende stand
Om de energiebesparende stand in te schakelen, drukt u op de [
Spaarstand
]-toets. Het aanraakscherm en alle lampjes
op het bedieningspaneel gaan uit om het energieverbruik te verminderen. Enkel het [
Spaarstand
]-lampje, het [
Power
]-
lampje en het aan/uit-lampje blijven branden. Deze stand heet de energiebesparende stand.
Als de [
Power
]-toets wordt ingedrukt in de energiebesparende stand, dan schakelt het apparaat naar de slaapstand.
Als er afdrukgegevens ontvangen worden tijdens de energiebesparende stand, dan wordt het apparaat automatisch
geactiveerd en begint het af te drukken. Ook als er een fax binnenkomt tijdens de energiebesparende stand en de
optionele fax is in gebruik, dan wordt het apparaat geactiveerd en begint het af te drukken.
Voer een van de volgende handelingen uit om het apparaat weer te bedienen.
Druk op het aanraakscherm of op elke andere toets dan de [
Power
]-toets.
Open de glasplaatklep of de optionele documenttoevoer.
Plaats de originelen uit in optionele documenttoevoer.
Het apparaat is binnen 10 seconden gebruiksklaar.
Wij wijzen u erop dat door omgevingsfactoren, zoals ventilatie, het apparaat langzamer kan reageren.
Automatische energiebesparende stand
De automatische energiebesparende stand schakelt het apparaat automatisch in de energiebesparende stand als het
gedurende een vooraf ingestelde tijd niet gebruikt is.
De standaard ingestelde tijdsduur is 1 minuut.
Raadpleeg voor meer informatie over het instellen van de energiebesparende stand Versnelde installatie-wizard op
pagina 2-24.
Herstelniveau energiebesparing
Deze machine kan het stroomverbruik reduceren bij het herstellen van de energiebesparende stand.
Onder herstelniveau energiebesparende stand kan "Volledig herstel", "Normaal herstel" of "Herstel energiebesparing"
worden geselecteerd. De fabrieksinstelling is "Normaal herstel".
Raadpleeg Versnelde installatie-wizard op pagina 2-24 voor meer informatie over de instellingen voor de energiebesparende stand.
Aan/uit-lampje
2-22
Het apparaat installeren en instellen > Energiebesparende functie
Slaapstand en automatische slaapstand
Slaapstand
Om de slaapstand te activeren, drukt u op de [
Power
]-toets. Het aanraakscherm en alle lampjes op het
bedieningspaneel gaan uit om het energieverbruik tot een minimum te beperken. Enkel het aan/uit-lampje blijft branden.
Deze stand heet de slaapstand.
Als er tijdens de slaapstand afdrukgegevens worden ontvangen, dan wordt de afdruktaak uitgevoerd terwijl het
aanraakscherm onverlicht blijft.
Wanneer u de optionele faxkit gebruikt, worden ontvangen faxgegevens afgedrukt terwijl het bedieningspaneel
onverlicht blijft.
Druk op het aanraakscherm of op een willekeurige toets op het bedieningspaneel.
Het apparaat is binnen 15 seconden gebruiksklaar
Wij wijzen u erop dat door omgevingsfactoren, zoals ventilatie, het apparaat langzamer kan reageren.
Automatische slaapstand
De automatische slaapstand schakelt het apparaat automatisch in de slaapstand als het gedurende een vooraf
ingestelde tijd in de energiebesparende stand heeft gestaan.
De standaard ingestelde tijdsduur is 30 minuten voor 3060i en 45 minuten voor 3560i.
Raadpleeg voor het instellen van de uitschakeltijd Versnelde installatie-wizard op pagina 2-24
.
Slaapstand regeling (modellen voor Europa)
U kunt de slaapstand voor elke functie instellen. Als de slaapstand van de machine wordt geactiveerd, kan niet worden
afgedrukt vanaf een computer die met een USB-kabel is verbonden. Bovendien doet de machine er langer over om de
slaapstand te verlaten en de normale werking te herstellen. Ook kan de ID card niet worden herkend.
Raadpleeg de Engelstalige gebruikershandleiding voor meer informatie over de
slaapstand regeling
.
Slaapstandniveau (Energiebesparende stand) (modellen uitgezonderd voor Europa)
In deze stand wordt het energieverbruik nog meer teruggebracht dan in de normale slaapstand en kan de slaapstand
afzonderlijk ingesteld worden voor elke functie. Afdrukken vanaf een computer die is aangesloten via een USB-kabel, is
niet mogelijk als het apparaat in de slaapstand staat. De tijd die nodig is voor het apparaat om vanuit de
energiebesparende stand naar de normale bedieningsstand te schakelen is langer dan vanuit de normale slaapstand.
Raadpleeg de Versnelde installatie-wizard op pagina 2-24 voor meer informatie over de instellingen voor de Slaapstandniveau
(Energiebesparende stand).
OPMERKING
Als de optionele netwerkinterface kit is geïnstalleerd, dan kan de energiebesparingsstand niet worden ingesteld.
Aan/uit-lampje
2-23
Het apparaat installeren en instellen > Energiebesparende functie
Herstelniveau energiebesparing
Deze machine kan het stroomverbruik reduceren bij het herstellen van de energiebesparende stand.
Onder herstelniveau energiebesparende stand kan "Volledig herstel", "Normaal herstel" of "Herstel energiebesparing"
worden geselecteerd. De fabrieksinstelling is "Normaal herstel".
Raadpleeg de Versnelde installatie-wizard op pagina 2-24
voor meer informatie over de instellingen voor de
energiebesparende stand.
Weektimer instellingen
Stellen het apparaat automatisch in de slaapstand en in werking op de tijden die voor elke dag zijn vastgesteld.
Raadpleeg voor de Weektimer instellingen Versnelde installatie-wizard op pagina 2-24
.
2-24
Het apparaat installeren en instellen > Versnelde installatie-wizard
Versnelde installatie-wizard
Voor energiebesparings- en faxfuncties, kunnen de volgende instellingen worden geconfigureerd in een wizardtype
scherm.
1
Geef het scherm weer.
Energiebesparing setup Stelt de slaapstand en de energiebesparende stand in.
1. Slaapstand Voor Europa
Timer voor slaapstand
Regels slaapstand
Uitgezonderd voor Europa
Timer voor slaapstand
Slaapstandniveau
2. Automatische
energiebesparende stand
Standby timer
3. Herstelmodus Herstelniveau energiebesp.
4. Wekelijkse timerinstellingen Wekelijkse timerinstellingen
Planning
Aantal keren opn. bellen
Tussentijd opn
Fax setup Stelt de basisfaxinstellingen in.
Deze functie wordt enkel weergegeven als de optionele fax geïnstalleerd is.
Raadpleeg de FAX Operation Guide.
OPMERKING
Voer, wanneer het gebruikersbevoegdheidsscherm verschijnt, uw aanmeldgebruikersnaam en aanmeldwachtwoord
in en druk op [Aanmelden].
De standaard gebruikersnaam en het wachtwoord die in de fabriek zijn ingesteld, worden hieronder getoond.
Modelnaam Aanmeldings-
gebruikersnaam
Aanmeldings-
wachtwoord
3060i 3000 3000
3560i 3500 3500
1
Systeemmenu
Versnelde installatie-wizard
Sluiten
Algemene instellingen
Kopiëren
Documentbox/verwisselbaar
geheugen
Printer
Systeem/Netwerk
Cassette/MF lade instellingen
Home
Verzenden
Fax
Rapport
1/2
2
2-25
Het apparaat installeren en instellen > Versnelde installatie-wizard
2
Selecteer een functie.
3
Configureer de instellingen.
Start de wizard. Volg de instructies op het scherm om de instellingen te configureren.
OPMERKING
Als u problemen ondervindt bij het configureren van de instellingen, raadpleeg dan
Hulpscherm op pagina 3-12
.
Bediening Beschrijving
Afsluiten Sluit de wizard af. De tot nu toe geconfigureerde instellingen worden
toegepast.
Vorige Terug naar het vorige item.
Overslaan Vooruit naar het volgende item zonder het huidige item in te stellen.
Volgende Naar het volgende scherm.
Terug Terug naar het vorige scherm.
Voltooid Registreer de instellingen en sluit de wizard af.
Versnelde installatie-wizard:
FAX setup:
Sluiten
Volgende
Energiebesparing setup:
Volgende
Afsluiten Volgende
Instelling energiebesparende stand
. Slaapstand
Stel de energiebesparende functies in.
Installatie wordt gestart
. Spaarstand
. Herstelmodus
. Wekelijkse timer
2-26
Het apparaat installeren en instellen > Embedded Web Server RX
Embedded Web Server RX
Als het apparaat is aangesloten op het netwerk, kunt u verschillende instellingen configureren met behulp van
Embedded Web Server RX.
In dit hoofdstuk worden instructies gegeven voor de toegang tot Embedded Web Server RX en het wijzigen van de
beveiligingsinstellingen en hostnaam. Voor meer informatie over Embedded Web Server RX, raadpleegt u de
Embedded Web Server RX User Guide
.
De instellingen die de beheerder en de algemene gebruikers kunnen configureren in Embedded Web Server RX zijn als
volgt.
*1 Alleen weergegeven als de optionele faxkit is geïnstalleerd.
*2 De ingelogde gebruiker kan mogelijk sommige instellingen niet configureren, afhankelijk van de toestemmingen van de gebruiker.
OPMERKING
Voer de Gebruikersnaam en het Wachtwoord in om toegang te hebben tot alle functies van de Embedded Web Server
RX pagina's en klik op [
Aanmelden
]. Door het vooraf ingestelde wachtwoord van de systeembeheerder in te voeren,
kan de gebruiker alle pagina's openen, inclusief Documentbox, Adresboek en Instellingen in het navigatiemenu. De
standaard fabrieksinstelling voor de standaardgebruiker met de bevoegdheden voor systeembeheerder wordt
hieronder getoond.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters (hoofdlettergevoelig).
Instelling Beschrijving Beheerder Gebruiker
Machinegegevens De basisinformatie van het apparaat kan worden opgevraagd.
[Configuratie], [Teller], [Over Embedded Web Server RX]
❍❍
Taakstatus Toont alle informatie over het apparaat, met inbegrip van afdruk- en
scantaken, het opslaan van taken, geplande taken, en takenlogboek.
[Afdruktaakstatus], [Afdruktakenlogboek], [Verzendtaakstatus],
[Geplande taken], [Verzendtakenlogboek], [Opslagtaakstatus].
[Opslagtakenlogboek]
❍❍
Documentbox Document boxen toevoegen of verwijderen, of documenten uit een document
box verwijderen. [Custom Box], [FAX-box]*
1
, [Navraagbox]*
1
,
[Instellingen Job Box]
❍❍*
2
Adresboek Adressen en adresgroepen aanmaken, bewerken of verwijderen.
[Adresboek apparaat], [Instellingen extern adresboek] [Snelkiestoets]
❍❍*
2
Apparaat-
instellingen
Configureer de geavanceerde instellingen van het apparaat
[Papier/invoer/uitvoer], [Originele instellingen], [Energiebesparing/
timerinstellingen], [Datum/tijd], [Systeem]
-
Functie-
instellingen
Configureer de geavanceerde functie-instellingen.
[Algemene/taak-standaarden], [Kopiëren], [Printer], [E-mail], [Scannen
naar map], [DSM-scan], [FAX / i-FAX]*
1
, [Verzenden en doorsturen]*
1
,
[Ontv./Doorstuurvoorschr.], [Paneel]
-
Netwerk-
instellingen
Configureer de geavanceerde instellingen van het netwerk.
[Algemeen], [TCP/IP], [Protocol]
-
Beveiligings-
instellingen
Configureer de geavanceerde instellingen van de beveiliging.
[Beveiliging apparaat], [Beveiliging verzenden], [Netwerkveiligheid],
[Certificaten]
-
Beheer-
instellingen
Configureer de geavanceerde beheerinstellingen.
[Taakaccounting], [Verificatie], [ID kaart], [Notificatie/rapport],
[Instellingen historie], [SNMP], [Systeemstempel], [Berichtenbord],
[Resetten]
-
Aanmelding gebruikersnaam Admin
Aanmelding wachtwoord Admin
2-27
Het apparaat installeren en instellen > Embedded Web Server RX
Toegang tot Embedded Web Server RX
1
Geef het scherm weer.
1
Start uw internetbrowser.
2
Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in in de adres- of locatiebalk.
Voorbeelden:https://192.168.48.21/ (IP-adres)
https://MFP001 (als de hostnaam "MFP001" is)
De internetpagina geeft basisinformatie over het apparaat en het Embedded Web Server RX
weer, evenals hun huidige status.
2
Configureer de functie.
Selecteer een categorie in de navigatiebalk links op het scherm. Wanneer u inlogt op de
machine als beheerder, ziet u [
Apparaatinstellingen
], [
Functie-instellingen
],
[
Netwerkinstellingen
], [
Beveiligingsinstellingen
] en [
Beheerinstellingen
].
OPMERKING
Om gebruik te maken van de faxfuncties is de optionele faxkit vereist.
Hieronder is de informatie over de faxinstellingen weggelaten. Raadpleeg de
FAX Operation Guide
voor meer
informatie over de faxfunctie.
OPMERKING
Als het scherm "Er is een probleem met het beveiligingscertificaat van deze website" toont,
moet het certificaat geconfigureerd worden. Raadpleeg
Embedded Web Server RX User
Guide
voor meer informatie over certificaten.
U kunt ook de handeling voortzetten zonder het certificaat te configureren.
2-28
Het apparaat installeren en instellen > Embedded Web Server RX
Beveiligingsinstellingen wijzigen
In dit hoffdstuk wordt beschreven hoe de beveiligingsinstellingen kunnen worden gewijzigd.
1
Geef het scherm weer.
Open Embedded Web Server RX zoals beschreven in Toegang tot Embedded Web Server RX
op pagina 2-27.
2
Configureer de beveiligingsinstellingen.
Vanaf de menu [
Beveiligingsinstellingen
], selecteert u de instelling die u wilt configureren.
De configureerbare instellingen zijn [
Beveiliging apparaat
], [
Beveiliging verzenden
],
[
Netwerkveiligheid
], en [
Certificaten
].
OPMERKING
De configureerbare instellingen in [
Beveiliging apparaat
], [
Beveiliging verzenden
] en
[
Netwerkveiligheid
] kan ook worden geconfigureerd via de systeemmenu van het
apparaat.
Voor meer informatie, raadpleeg de
Engelse
gebruikershandleiding.
Voor informatie over de instellingen met betrekking tot de certificaten, raadpleeg
Embedded Web Server RX User Guide
.
2-29
Het apparaat installeren en instellen > Embedded Web Server RX
Machinegegevens wijzigen
Wijzigt de informatie van het apparaat.
1
Geef het scherm weer.
1
Open Embedded Web Server RX zoals beschreven in Toegang tot Embedded Web Server
RX op pagina 2-27.
2
Vanaf de menu [
Apparaatinstellingen
], kies [
Systeem
].
2
Geef de hostnaam op.
Voer de machinegegevens in en klik op [
Verzenden
].
BELANGRIJK
Start, na het wijzigen van de instelling, het netwerk opnieuw op of zet het apparaat
UIT en vervolgens weer AAN.
Om de netwerkkaart opnieuw op te starten, klikt u op [Resetten] in de menu
[Beheerinstellingen], en klikt u vervolgens op [Netwerk opnieuw opstarten] in
"Herstarten".
3
2
1
2-30
Het apparaat installeren en instellen > Embedded Web Server RX
E-mailinstellingen
Door de SMTP-instellingen te configureren, kunt u e-mailberichten over voltooide taken versturen.
Deze functie kan alleen worden gebruikt als het apparaat is verbonden met een mailserver die het SMTP-protocol
gebruikt.
Daarnaast controleert u het volgende.
De netwerkomgeving die wordt gebruikt om met dit apparaat verbinding te maken met de mailserver
Een permanente verbinding via een LAN wordt aanbevolen.
SMTP-instellingen
Gebruik het Embedded Web Server RX om het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-server te registreren.
Als er beperkingen zijn ingesteld voor de grootte van e-mailberichten, is het verzenden van grote e-mailberichten
misschien niet mogelijk.
Volg de onderstaande stappen om de SMTP-instellingen op te geven.
1
Geef het scherm weer.
1
Open Embedded Web Server RX zoals beschreven in Toegang tot Embedded Web Server
RX op pagina 2-27.
2
Vanaf de menu [
Functieinstellingen
] klikt u op [
E-mail
].
1
2
2-31
Het apparaat installeren en instellen > Embedded Web Server RX
2
Configureer de instellingen.
Voer de betreffende waarden voor alle velden in.
Instelling Beschrijving
SMTP Stel in om e-mails vanaf de machine te versturen.
SMTP-protocol Stel het SMTP-protocol in. Stel de "SMTP (E-mail TX)" instelling
in op [Aan] op de pagina [Protocolinstellingen].
SMTP-
servernaam
Voer de hostnaam of het IP-adres van de SMTP-server in.
SMTP-
poortnummer
Geef het poortnummer op voor de SMTP. Gebruik de standaard
SMTP-poort 25.
Time-out SMTP-
server
Stel de wachttijd voor time-out in seconden in.
Verificatie-
protocol
Geef aan of SMTP-verificatie is vereist. Om de verificatie te
gebruiken, voert u de gebruikersinformatie voor verificatie in.
SMTP-beveiliging Stel SMTP beveiliging in.
Activeer "SMTP-beveiliging" in "SMTP (E-mail TX) " op de
de pagina [Protocolinstellingen].
POP voor SMTP-
timeout
Geef de tijd in seconden op tot de wachttijd voor de verbinding
met POP-server is verlopen. Dit kan worden ingesteld wanneer
[POP voor SMTP] is geselecteerd in "Verificatieprotocol".
Verbinding
testen
Test om te bevestigen dat de instellingen correct zijn.
Domein-
beperking
Stel in of domeinen al dan niet beperkt zijn. Klik op
[Domeinenlijst] en voer de domeinnamen van de adressen in
die moeten worden toegestaan of afgewezen. Beperking kan
ook worden opgegeven via e-mail adres.
POP3 Stel in om een e-mail op de machine te ontvangen.
POP3-protocol Stel POP3-protocol in. Stel de "POP3 (E-mail RX)" instelling in
op [Aan] op de pagina [Protocolinstellingen].
Controle-interval Geef het tijdsinterval in minuten op voor het controleren van
inkomende e-mails.
Nu uitvoeren Klik op [Ontvangen] om direct verbinding te maken met de
POP3-server en te controleren op inkomende e-mails.
Domein-
beperking
Stel in of domeinen al dan niet beperkt zijn. Klik op
[Domeinenlijst] en voer de domeinnamen van de adressen in
die moeten worden toegestaan of afgewezen. Beperking kan
ook worden opgegeven via e-mail adres.
Gebruikers-
instellingen
POP3
Configureer de instellingen voor POP3-gebruikersaccounts en
de POP3-server. U kunt maximaal drie gebruikers configureren.
2-32
Het apparaat installeren en instellen > Embedded Web Server RX
3
Klik op [Verzenden].
Instellingen
voor
e-mail
verzenden
Grootte-
beperking e-mail
Voer de maximumgrootte van te verzenden e-mailberichten in in
kilobytes. Als de grootte van een e-mail deze waarde
overschrijdt, dan wordt een foutbericht weergegeven en wordt
het verzenden van de e-mail geannuleerd. Gebruik deze
instelling als u groottebeperking e-mail voor de SMTP-server
heeft ingesteld. Zoniet, voer een waarde in van 0 (nul) om e-
mails zonder groottebeperking te kunnen versturen.
Adres afzender Voer het e-mailadres in van de persoon die verantwoordelijk is
voor het apparaat, bijvoorbeeld de apparaatbeheerder. Dit zorgt
ervoor dat een antwoord of een afleveringsfoutrapport naar een
persoon wordt gestuurd in plaats van naar het apparaat. Het
adres van de afzender moet correct worden ingevoerd voor
SMTP-verificatie. Het adres van de afzender mag maximaal
128 karakters lang zijn.
Handtekening Voer de handtekening in. De handtekening is vrije tekst die
wordt weergegeven aan het einde van het e-mailbericht. Deze
wordt vaak gebruikt om het apparaat verder te identificeren. De
handtekening mag maximaal 512 karakters lang zijn.
Standaard-
instellingen
functies
Wijzig de functie standaardinstellingen op de pagina
[Gemeensch./Standaard instellingen taak].
Instelling Beschrijving
3-1
3 Voorbereiding voor
het gebruik
In dit hoofdstuk worden de volgende bedieningshandelingen uitgelegd.
Gebruik van het bedieningspaneel ..................................................................................................................... 3-2
Werking paneeltoetsen ............................................................................................................................ 3-2
Informatie op het aanraakscherm ...................................................................................................................... 3-3
Scherm Home .......................................................................................................................................... 3-3
Scherm voor machinegegevens .............................................................................................................. 3-7
Weergave voor originelen en papier ........................................................................................................ 3-8
Weergave van gedeactiveerde toetsen ................................................................................................... 3-8
Voorbeeld van origineel ........................................................................................................................... 3-9
De toetsen Enter en Snelkiesnummer zoeken ........................................................................................ 3-11
Hulpscherm ............................................................................................................................................ 3-12
Toegankelijkheidsfuncties (Weergavevergroten) ................................................................................... 3-13
Papier plaatsen ................................................................................................................................................ 3-14
Voordat u het papier plaatst ................................................................................................................... 3-15
Papier in de cassettes plaatsen ............................................................................................................. 3-16
Papier in de multifunctionele lade plaatsen ........................................................................................... 3-23
Papierformaat en mediatype opgeven ................................................................................................... 3-26
3-2
Voorbereiding voor het gebruik > Gebruik van het bedieningspaneel
Gebruik van het bedieningspaneel
Werking paneeltoetsen
Aanraakscherm.
Geeft de toetsen weer voor
het configureren van de
apparaatinstellingen.
Brandt als er zich papier in
de takenscheiderlade
bevindt.
Brandt of knippert als een fout optreedt
en als een taak wordt afgebroken.
Knippert tijdens het afdrukken
of verzenden/ontvangen.
Knippert als het apparaat de harde schijf, het faxgeheugen
of het USB-geheugen (algemeen gebruik) gebruikt.
Geeft het scherm Home weer.
Geeft het scherm
Systeemmenu weer.
Geeft het scherm Tellers
weer.
Geeft het scherm Status/Taak
annuleren weer.
Geeft het scherm Kopiëren
weer.
Geeft de helpfunctie weer.
Geeft het scherm voor
verzenden weer. U kunt dit
wijzigen om het adres-
boekscherm weer te geven.
Schakelt het aanraakscherm op
het scherm Kopiëren en
vergroot het scherm voor
verzenden.
Geeft het scherm Fax
weer.
Cijfertoetsen.
Om cijfers en
symbolen in te
voeren.
Wist ingevoerde nummers en karakters. Zet de instellingen terug in
hun oorspronkelijke stand.
Specificeert geregistreerde informatie
zoals adresnummers, gebruiker-ID's en
programmanummers op nummer.
Annuleert of onderbreekt
de lopende taak.
Bevestigt de cijfers ingevoerd met de
cijfertoetsen en bevestigt de gegevens
bij het instellen van functies. Werkt net
als de [OK] toets op het scherm.
Start het kopiëren en
scannen en het verwerken
van instellingen.
Zet het apparaat in de
slaapstand. Schakelt de
slaapstand uit.
Zet het apparaat in de
energiebesparende
stand.
Schakelt tussen
verificatie gebruiker en
verlaat de taak voor de
huidige gebruiker (bv.
afmelden).
Geeft het scherm
Kopiëren tijdens
onderbreking weer.
Brandt als het apparaat
ingeschakeld is.
3-3
Voorbereiding voor het gebruik > Informatie op het aanraakscherm
Informatie op het aanraakscherm
Scherm Home
Dit scherm wordt weergegeven door te drukken op de [
Home
] toets op het bedieningspaneel. Raak een pictogram aan
om het bijbehorende scherm weer te geven.
U kunt de pictogrammen op het scherm Home en de achtergrond wijzigen.
Het Home scherm bewerken. (pagina 3-4)
* De weergave kan verschillen van uw scherm, afhankelijk van uw configuratie en optie-instellingen.
* Wanneer de optionele faxkit is geïnstalleerd, kunnen maximaal 42 pictogrammen worden weergegeven. Er kunnen maximaal 5
pictogrammen worden weergegeven voor geïnstalleerde toepassingen.
Nr. Item Beschrijving
1 Aanmeldings-
gebruikersnaam
Toont de gebruikersnaam waarmee is aangemeld. Wordt weergegeven als
het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is Druk op "Login
gebruikersnaam" om de informatie over de aangemelde gebruiker weer te
geven.
2 [Afmelden] Meldt de huidige gebruiker af. Wordt weergegeven als het
gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is
3 Bericht Toont het bericht afhankelijk van de status.
4 Bureaublad Toont maximum 40 functie pictogrammen* waaronder de functies
geregistreerd in het programma. Iconen die niet op de eerste pagina worden
weergegeven, kunnen worden weergegeven door van pagina te veranderen.
5 Toetsen voor
veranderen scherm
Gebruik deze toetsen om door de bureaublad pagina's te bladeren.
OPMERKING
U kunt ook de weergave overschakelen door het scherm aan te raken en
door de vinger zijwaarts te verplaatsen (d.w.z. vegen).
6 Taakbalk Hiermee geeft u een maximum van 8 taak pictogrammen weer.
Status
Status/ Taak
annuleren
Afmelden
Kopiëren
Home
Verzenden Custom box
Taakvenster
Verwisselbaar
geheugen
Selecteer de functie.
Machine-
gegevens
Toeganke-
lijkheid
Taal Systeem-
menu
Help Programma Berichten-
bord
Admin
FAX
Webbrowser
Faxbox
2013/10/10 10:10
12
4
55
6
3
Status/ Taak
annuleren
Afmelden
Home
Selecteer de functie.
Machine-
gegevens
Toeganke-
lijkheid
Taal Systeem-
menu
Help Programma Berichten-
bord
Admin
Custom box
FAX
Webbrowser
Faxbox
Kopiëren Verzenden
Taakvenster
Verwisselbaar
geheugen
122
3-4
Voorbereiding voor het gebruik > Informatie op het aanraakscherm
Het Home scherm bewerken.
U kunt de achtergrond van het Home scherm alsook de pictogrammen die worden weergegeven wijzigen.
1
Geef het scherm weer.
Druk op de [
Systeemmenu
]-toets en selecteer [Home].
2
Configureer de instellingen.
De beschikbare instellingen worden hieronder weergegeven.
OPMERKING
U kunt de instellingen enkel wijzigen door aan te melden met de toegangsrechten van de
beheerder.
De standaard gebruikersnaam en het wachtwoord die in de fabriek zijn ingesteld, worden
hieronder getoond.
Item Beschrijving
Bureaublad
aanpassen
Selecteer de functie pictogrammen op die op het bureaublad moeten worden
weergegeven.
Druk op [Toevoegen] om het scherm voor het selecteren van de weer te
geven functie. Selecteer de weer te geven functie en druk op [OK].
Selecteer een pictogram en druk op [Vorige] of [Volgende] om de
weergavestand van het geselecteerde pictogram op het bureaublad te
wijzigen.
Om een pictogram van het bureaublad te verwijderen, selecteert u het
gewenste nummer en drukt u op [Verwijderen].
Raadpleeg Beschikbare functies voor weergave op het bureaublad op
pagina 3-5 voor meer informatie.
Taakbalk aanpassen Selecteer de taak pictogrammen op die op de taakbalk moeten worden
weergegeven.
Raadpleeg Beschikbare functies voor weergave op de taakbalk op pagina 3-
6 voor meer informatie.
Achtergrond Configureer de achtergrond van het Home scherm.
Instelling: Beelden 1 tot 8
1
Systeemmenu
Versnelde installatie-wizard
Sluiten
Algemene instellingen
Kopiëren
Documentbox/verwisselbaar
geheugen
Printer
Systeem/Netwerk
Cassette/MF lade instellingen
Home
Verzenden
Fax
Rapport
1/2
2
Modelnaam Aanmeldings-
gebruikersnaam
Aanmeldings-
wachtwoord
3060i 3000 3000
3560i 3500 3500
3-5
Voorbereiding voor het gebruik > Informatie op het aanraakscherm
Beschikbare functies voor weergave op het bureaublad
*1 Geselecteerd op het moment van verzending van de fabriek.
*2 Wordt weergegeven wanneer het bijbehorende optionele component is aangesloten.
*3 Het pictogram van de applicatie verschijnt.
Functie Pictogram Beschrijving
Referentie
pagina
Kopiëren*
1
Geeft het scherm Kopiëren weer. pagina 4-14
Verzenden*
1
Geeft het scherm Verzenden weer. pagina 4-19
FAX*
2
Geeft het scherm Fax weer. Raadpleeg
de FAX
Operation
Guide.
Custom box*
1
Geeft het scherm Custom Box weer.
-
Taakvenster*
1
Geeft het scherm Taakvenster weer.
-
Verwijderbaar
geheugen*
1
Geeft het scherm Verwijderbaar
geheugen weer.
-
Faxbox*
2
Geeft het scherm Faxbox weer. Raadpleeg
de FAX
Operation
Guide.
Webbrowser Geeft het scherm Webbrowser weer. pagina 4-12
Aan mij verzenden
(E-mail)
Geeft het scherm Verzenden weer. Het e-
mailadres van de aangemelde gebruiker
is ingesteld als bestemming.
-
Aan mij verzenden
vanaf Box
(E-mail)
Geeft het scherm Custom Box weer. Het
e-mailadres van de aangemelde
gebruiker is ingesteld als bestemming.
-
Programma Roept het geregistreerde programma op.
De pictogram verandert afhankelijk van
de functie van het programma.
pagina 4-6
Toepassingsnaam*
3
Geeft de geselecteerde toepassingen
weer.
-
3-6
Voorbereiding voor het gebruik > Informatie op het aanraakscherm
Beschikbare functies voor weergave op de taakbalk
Functie Pictogram Beschrijving
Referentie
pagina
Status/Taak annuleren
/
Geeft het scherm Status weer. Als er een
fout optreedt, verschijnt het pictogram "!".
Als de fout verdwijnt, keert het display
terug naar de normale weergave.
-
Machinegegevens Geeft het scherm Apparaatinformatie
weer. Controleert het systeem en de
netwerk informatie.
U kunt ook informatie over de gebruikte
opties controleren.
-
Toegankelijkheid
/
Vergroot de tekst en symbolen op het
scherm. Als u op het pictogram voor
toegankelijkheid drukt, wordt op het
standaard pictogram overgeschakeld.
Druk op het pictogram Standaard om
terug te keren naar de vorige weergave.
pagina 3-13
Taal Toont het scherm taalinstelling in
systeemmenu.
-
Systeemmenu Geeft het scherm Systeemmenu weer.
-
Help Geeft het scherm Help weer. pagina 3-12
Programma Geeft het scherm Programma weer. pagina 4-6
Berichtenbord Geeft het scherm Berichtenbord weer.
OPMERKING
Om deze functie te gebruiken, stelt u
"Berichtenbord" in op [AAN] in
Systeemmenu.
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding.
-
3-7
Voorbereiding voor het gebruik > Informatie op het aanraakscherm
Scherm voor machinegegevens
Toont informatie over het apparaat. Stelt u in staat om systeem- en netwerkinformatie, alsmede de gebruikte opties te
controleren.
1
Druk op [Machinegegevens] op het Home scherm.
2
Controleer de informatie over het apparaat.
* Alleen weergegeven als de optionele FAX-kit is geïnstalleerd.
Tabblad Beschrijving
Identificatie/Netwerk U kunt ID-informatie controleren zoals modelnaam, serienummer,
hostnaam en -lokatie en het IP-adres.
Fax* U kunt het poortnummer en andere faxinformatie controleren.
Softwarevers./Mogelijkheid U kunt de softwareversie en de performance controleren.
Optie U kunt informatie over de gebruikte opties controleren.
Machine-
gegevens
Fax Softwarevers./
Mogelijkheid
OptieIdentificatie/
Netwerk
Machinegegevens
Model :
Hostnaam :
Locatie :
Serienummer :
MAC-adres :
Asset-nummer :
IP-adres IPv4
IPv6 Handmatig
LinkLocal
Stateless 1
Stateless 2
Stateless 3
Stateless 4
Stateless 5
Stateful
:
:
:
:
:
:
:
:
:
Sluiten
XX.XXX.XX.XXX
XXXXXXXXXX
XX:XX:XX:XX:XX:XXXXXXXXXX
01Account
Druk op het tabblad met de informatie
die u wilt controleren.
3-8
Voorbereiding voor het gebruik > Informatie op het aanraakscherm
Weergave voor originelen en papier
Op scherm kopiëren wordt de geselecteerde papierbron en uitvoerlade getoond.
Weergave van gedeactiveerde toetsen
De toetsen van functies die niet kunnen worden gebruikt vanwege onbeschikbare functiecombinaties of niet-aanwezige
opties zijn gedeactiveerd.
Normaal Gedimd Onzichtbaar
In de volgende gevallen wordt
een toets gedimd en kan deze
niet worden geselecteerd.
Niet beschikbaar in
combinatie met de reeds
gekozen functie.
Gebruik geblokkeerd door
gebruikersbeheer.
[Voorbeeld] is ingedrukt.
(Raadpleeg Voorbeeld van
origineel op pagina 3-9)
Kan niet worden gebruikt
omdat een bepaalde optie niet
is geïnstalleerd.
Bijvoorbeeld: Als er geen
finisher voor
1000 of 3000 vel
is geïnstalleerd,
dan wordt
[Nieten/
perforeren] niet
weergegeven.
OPMERKING
Als een toets die u wilt gebruiken gedimd is, dan zijn wellicht de instellingen van de vorige gebruiker nog geactiveerd.
Druk in dit geval op de [
Reset
]-toets en probeer opnieuw.
Als de toets nog steeds gedimd is nadat u op de [
Reset
]-toets heeft gedrukt, dan kan het zijn dat de functie voor u
geblokkeerd is door het gebruikersbeheer. Vraag na bij de beheerder van het apparaat.
Beeld kopiëren
kopieën
BeeldkwaliteitOrig./papier/
voltooien
Snelle
instellingen
Indelen
/bewerken
Geavanceerde
instellingen
Status
Sneltoets 1
Sneltoets 4
Sneltoets 3
Sneltoets 2
Sneltoets 6
Sneltoets 5
Orig.
Zoomen
Papier
100%
---
:
:
:
---
Plaats origineel.
Programma
:
:
:
Nieten/
perforeren
Normaal 0
DichtheidPapier-
selectie
Auto
Zoomen
100%
Uit1-zijdig
>>1-zijdig
Duplex
Uit
Combineren
100%
A4
A4
Annuleren
Orig.
Zoomen
Papier
Voorbeeld
Details
Gereed voor kopiëren.
2013/10/10 10:10
Locatie
origineel
Toont een
voorbeeld van
het uitgevoerde
papier.
Papierbron
Uitvoer-
lade
Resterende
tonerhoeveelheid
Klok
Orig.: Toont het
origineelformaat
wanneer het
origineel wordt
geplaatst.
Zoomen: Toont de
vergroting van het
af te drukken
document:
Papier: Toont het formaat
van het
uitgevoerde
papier.
Nieten/
perforeren
UitUit
Combineren
Nieten/
perforeren
UitUit
Combineren
Nieten/
perforeren
UitUit
Combineren
3-9
Voorbereiding voor het gebruik > Informatie op het aanraakscherm
Voorbeeld van origineel
U kunt een voorbeeldafbeelding van het gescande document weergeven op het scherm.
1
Klik in het Home scherm op [Kopiëren] of [Verzenden], en plaats vervolgens het origineel.
2
Druk op [Voorbeeld].
Het apparaat begint het origineel te scannen. Wanneer het scannen is voltooid, verschijnt de
voorbeeldafbeelding op het scherm.
3
Als u op [Details] drukt, verschijnt het scherm Voorbeeld, zodat u het voltooide beeld in
vergrote weergave kunt controleren.
OPMERKING
Raadpleeg Documentvoorbeeld bekijken/Documentdetails controleren op pagina 4-41 om een voorbeeld weer te
geven van een beeld dat is opgeslagen in een custom box.
De hier beschreven procedure is voor het kopiëren van een origineel van één pagina.
of
OPMERKING
Druk op [Annuleren] of op de [
Stop
]-toets als u de kwaliteit of de lay-out wilt wijzigen.
Wijzig de instellingen en druk nogmaals op [Voorbeeld] om een voorbeeldafbeelding te
bekijken met de nieuwe instellingen.
Kopiëren
Verzenden
Beeld kopiëren
Voorbeeld
kopieën
BeeldkwaliteitOrig./papier/
voltooien
Snelle
instellingen
Indelen
/bewerken
Geavanceerde
instellingen
Sneltoets 1
Sneltoets 4
Sneltoets 3
Sneltoets 2
Sneltoets 6
Sneltoets 5
Orig.
Zoomen
Papier
100%
---
:
:
:
---
Plaats origineel.
Programma
100%
A4
A4
Voorbeeld
Orig.
Zoomen
Papier
:
:
:
Voorbeeld
Nieten/
perforeren
Normaal 0
DichtheidPapier-
selectie
Auto
Zoomen
100%
Uit1-zijdig
>>1-zijdig
Duplex
Uit
Combineren
Gereed voor kopiëren.
Beeld kopiëren
kopieën
BeeldkwaliteitOrig./papier/
voltooien
Snelle
instellingen
Indelen
/bewerken
Geavanceerde
instellingen
Sneltoets 1
Sneltoets 4
Sneltoets 3
Sneltoets 2
Sneltoets 6
Sneltoets 5
Orig.
Zoomen
Papier
100%
---
:
:
:
---
Plaats origineel.
Programma
:
:
:
Nieten/
perforeren
Normaal 0
DichtheidPapier-
selectie
Auto
Zoomen
100%
Uit1-zijdig
>>1-zijdig
Duplex
Uit
Combineren
100%
A4
A4
Annuleren
Orig.
Zoomen
Papier
Voorbeeld
Details
Gereed voor kopiëren.
2013/10/10 10 10
3-10
Voorbereiding voor het gebruik > Informatie op het aanraakscherm
4
Als het voorbeeld naar wens is, druk dan op de [
Start
]-toets.
Kopiëren start.
Gebruik van het voorbeeldscherm
Wanneer het voorbeeldscherm wordt weergegeven, kunt u het volgende doen door met de vinger op het
aanraakscherm te bewegen.
OPMERKING
Afhankelijk van de functie die u gebruikt, ook bij het scannen van een origineel met
meerdere pagina's, kan alleen de eerste pagina worden bekeken.
Functie Beschrijving
Slepen Verschuif de vinger op het aanraakscherm om de positie van het weergegeven voorbeeld te
verplaatsen.
Inzoomen
Uitzoomen
Met twee vingers op het aanraakscherm kunt u de ruimte tussen beide vingers groter of kleiner maken
om in en uit te zoomen op de voorbeeldweergave.
Sluiten
Voorbeeld:
Nr.
1/6
2007040410574501
Formaat
Dichth.
:
: Normaal 0
A4
A4
In vergrote weergave, kunt u het
bereik van de display instellen.
In documenten met
meerdere pagina's kunt
u van pagina wisselen
door het gewenste
paginanummer in te
voeren.
In documenten met
meerdere pagina's kunt
u met deze toetsen
wisselen van pagina.
Inzoomen.Uitzoomen.
Sluit het scherm
Voorbeeld.
3-11
Voorbereiding voor het gebruik > Informatie op het aanraakscherm
De toetsen Enter en Snelkiesnummer zoeken
In dit gedeelte wordt het gebruik van de toetsen [
Enter
] en [
Snelkiesnummer zoeken
] op het bedieningspaneel
uitgelegd.
Gebruik van de [Enter]-toets ( )
De [
Enter
]-toets heeft dezelfde functie als de toets met het Enter-teken (

), zoals de [

OK] toets en de [

Sluiten ].
Gebruik van de toets [Snelkiesnummer zoeken] ( )
De toets [
Snelkiesnummer zoeken
] voert dezelfde functie uit als de toets [Nr.] op het aanraakscherm. Gebruik de
toetsen Snelkiesnummer zoeken om een handeling uit te voeren door een nummer rechtstreeks met de cijfertoetsen in
te voeren. U kunt bijvoorbeeld het snelkiesnummer voor een verzendbestemming opgeven of het programmanummer
van een opgeslagen programma oproepen.
Raadpleeg voor meer informatie over snelkiezen De bestemming opgeven op pagina 4-23.
Annuleren OK
Papierselectie
Auto
A4
Normaal
A4
Normaal
A3
Normaal
A4
Normaal
Sneltoets toevoegen
kopieën
Cassette
Papierinst.
MP-lade
MP-lade
100%
A4
A4
Voorbeeld
Orig.
Zoomen
Papier
:
:
:
Gereed voor kopiëren.
Bestemming Details
Adresboek
Maplocatie
invoeren
E-mailadres
invoeren
1/100
AAA BBB
FFF GGG HHH III JJJ
0001
0006 0007
0008
0009 0010
1/1
i-FAX
Adr. invoer
Faxnummer
invoeren
WSD-scan
/DSM-scan
Plaats het origineel.
Gereed voor verzenden.
Bestemming
DirectOp de haak
A OFFICE
B OFFICE
C OFFICE
Orig./Verzend-
geg.formaat
Snelle
instellingen
Bestemming Kleur/beeld-
kwaliteit
Geavanceerde
instellingen
Programma
Voer het snelkiesnummer in
met de cijfertoetsen.
0011
Annuleren OK
(0001 - 1000)
3-12
Voorbereiding voor het gebruik > Informatie op het aanraakscherm
Hulpscherm
Als u problemen ondervindt bij het bedienen van het apparaat, dan kunt u de bediening nakijken via het aanraakscherm.
Druk, om het hulpscherm voor een functie weer te geven, op de toets [
Help
] op het bedieningspaneel van het
instellingsscherm van die functie. In het hulpscherm vindt u uitleg over de functies en over de bediening ervan.
Druk op de toets [
Help
] op het Home scherm om helplijst weer te geven.
Voorbeeld: Hulpscherm van de papierselectie controleren
1
Geef, zoals beschreven is in Papierselectie op pagina 5-16, het
scherm Papierselectie weer.
2
OPMERKING
Druk op de toets [
Help
] op het bedieningspaneel van het systeemmenuscherm om de helplijst weer te geven.
Annuleren OK
Papierselectie
Auto
A4
Normaal
A4
Normaal
A3
Normaal
A4
Normaal
Sneltoets toevoegen
kopieën
Cassette
Papierinst.
MP-lade
MP-lade
100%
A4
A4
Voorbeeld
Orig.
Zoomen
Papier
:
:
:
Gereed voor kopiëren.
Proberen
Selecteer de papierbron door een
cassette of multifunct. cassette te kiezen.
Papierbron selecteren
1/2
Afsluiten
Instelprocedure
1. Druk op [Orig./papier/voltooien].
2. Druk op [Papierselectie].
Help overig
Proberen
Selecteer de papierbron door een
cassette of multifunct. cassette te kiezen.
Papierbron selecteren
1/2
Afsluiten
Instelprocedure
1. Druk op [Orig./papier/voltooien].
2. Druk op [Papierselectie].
Help overig
Geeft informatie weer
over het bedienen van
de functies en het
apparaat.
Hulponderwerpen
Geeft het scherm weer
van het tabblad met de in
Help uitgelegde functie.
(Bij dit voorbeeldscherm
verschijnt het scherm dat
volgt als stap 1 van de
Instelprocedure is
uitgevoerd.)
Sluit het hulpscherm en
keert terug naar het
oorspronkelijke scherm.
Scrolt naar boven en naar
beneden als de hulptekst niet
in zijn geheel kan worden
weergegeven op één
scherm.
Geeft de Help-lijst
weer.
3-13
Voorbereiding voor het gebruik > Informatie op het aanraakscherm
Toegankelijkheidsfuncties (Weergavevergroten)
U kunt de weergegeven tekst en toetsen op het aanraakscherm vergroten. U kunt ook items selecteren en naar het
volgende scherm gaan met behulp van de numerieke toetsen.
Bij gebruik van de functies Kopiëren of Verzenden, drukt u op de [
Toegankelijkheid
]-toets.
Op het aanraakscherm verschijnen grote toetsen en tekst.
U kunt het scherm ook regelen met behulp van de numerieke toets met het betreffende omcirkelde nummer. (Voorbeeld:
Druk op de [2] toets op het numerieke toetsenbord om te zoomen.
Bedien de functies zoals weergegeven op het scherm.
OPMERKING
Deze functie kan worden gebruikt op het Home scherm en op de functies die werden geregistreerd via kopiëren/
versturen Quick Setup.
Om alle functies die niet worden weergegeven op het Scherm Toegankelijkheid te configureren, moet u terugkeren
naar het oorspronkelijke scherm. Druk nogmaals op de [
Toegankelijkheid
]-toets.
Exemplaren
Aantal
Nieten
Uit
Dichtheid
Normaal 0
Zoomen
100%
Duplex
2-zijdig
>>2-zijdig
Auto
Combineren
2 in 1
Papier-
selectie
Gereed voor kopiëren.
3-14
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
Papier plaatsen
Plaats papier in de cassettes en de multifunctionele lade.
Voor de manieren waarop het papier in de lades kan worden geplaatst, zie de onderstaande pagina.
* Het papier wordt op dezelfde manier geplaatst als bij standaardcassette.
Cassettes Naam Nr. Pagina
Standaard Cassette 1,
Cassette 2
Standaardcassettes 1 pagina 3-16
Multifunctio-
nele lade
Multifunctionele lade 2 pagina 3-23
Optie Cassette 3,
Cassette 4
Zij-invoer (500 vel x 2)
*
1 pagina 3-16
Extra grote papierinvoer (1500 vel x 2) 3 pagina 3-19
OPMERKING
Het aantal vellen dat geplaatst kan worden verschilt afhankelijk van uw gebruiksomgeving en papiersoort.
Gebruik geen inkjetprinterpapier of ander papier met een speciale bovenlaag. (Dergelijk papier kan
papierstoringen of andere defecten veroorzaken.)
1
2
3
3-15
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
Voordat u het papier plaatst
Wanneer u een nieuw pak papier opent, waaiert u het papier eerst los om de vellen uit elkaar te halen. Volg daarbij de
onderstaande stappen.
1
Buig de stapel papier zodanig dat het midden van het papier omhoog wijst.
2
Houd beide uiteinden van de stapel vast en trek eraan terwijl u de hele stapel doet omhoog
waaieren.
3
Beweeg uw rechter- en linkerhand beurtelings omhoog om een opening te creëren en lucht
tussen het papier te brengen.
4
Lijn ten slotte het papier uit op een vlakke tafel.
Als het papier gekruld of gevouwen is, maakt u dit recht voordat u het papier plaatst. Gekruld
of gevouwen papier kan papierstoringen veroorzaken.
Stel geopend papier niet bloot aan hoge temperaturen en hoge luchtvochtigheid, aangezien
vocht problemen kan veroorzaken. Sluit na het plaatsen van het papier in de multifunctionele
lade of in een cassette eventueel resterend papier goed in de bewaarzak voor papier af.
Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat worden, bescherm dan al het papier tegen
vocht door het uit de cassettes te verwijderen en in de bewaarzak voor papier op te bergen.
BELANGRIJK
Als u op gebruikt papier (papier dat al voor kopiëren is gebruikt) kopieert, gebruik
dan geen papier dat met nietjes of een paperclip aan elkaar is bevestigd. Dit kan het
apparaat beschadigen of een slechte beeldkwaliteit veroorzaken.
OPMERKING
Wij wijzen u erop dat bepaalde papiersoorten snel opkrullen en daardoor kunnen vastlopen
in de papieruitwerpeenheid.
Raadpleeg Papier op pagina 7-4
als u speciaal papier gebruikt zoals briefpapier, papier met
perforaties of afgedrukt papier met bijvoorbeeld een logo of bedrijfsnaam.
3-16
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
Papier in de cassettes plaatsen
Standaardcassettes
De standaardcassettes 1 en 2 zijn allebei geschikt voor normaal papier, gerecycled papier en gekleurd papier.
In cassette 1 en 2 past 500 vel normaal papier (80 g/m
2
) (of 550 vel normaal papier van 64 g/m
2
).
De volgende papierformaten worden ondersteund: A3, B4, A4, A4-R, B5, B5-R, A5-R, Folio, Ledger, Legal, Oficio II,
Letter, Letter-R, Statement-R, 8K, 16K, 16K-R, en 216 x 340 mm, Custom (140 x 182 mm - 304 x 457 mm).
1
Trek de cassette naar u toe, totdat deze stopt.
2
Stel het cassetteformaat in.
1
Druk onderaan op de zijkanten van de papierlengtegeleider en verschuif de geleider om
deze aan te passen aan de lengte van het papier.
De papierformaten staan op de cassette vermeld.
BELANGRIJK
Wanneer u andere mediatypes gebruikt dan normaal papier (zoals gerecycled of gekleurd papier), dan moet u
altijd de instelling van het mediatype en het papiergewicht opgeven.
Papierformaat en mediatype voor de cassettes opgeven (pagina 3-26)
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
De cassettes zijn geschikt voor papier met een gewicht tussen 52 - 163 g/m
2
. Als u papier gebruikt met een
gewicht van 106 g/m
2
of meer, stel dan het mediatype in om de dikte en het gewicht van het papier in te
stellen dat u gebruikt.
Plaats geen dik papier dat zwaarder is dan 163 g/m
2
in de cassettes. Gebruik voor papier dat zwaarder is dan
163 g/m
2
de multifunctionele lade.
Als u papier wilt gebruiken van 330 × 210 mm tot 356 × 220 mm, neem dan contact op met een servicetechnicus
.
OPMERKING
Trek niet meer dan één cassette tegelijkertijd uit.
3-17
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
2
Houd het instelmechanisme voor de papierbreedte vast en verschuif de
papierbreedtegeleiders om ze aan te passen aan het papierformaat.
3
Plaats papier.
1
Leg het papier strak tegen de rechterkant van de cassette aan.
OPMERKING
Leg de geleider voor papierlengte plat bij gebruik van 11 × 17" (ledger)-papier.
BELANGRIJK
Als papier is geplaatst zonder de lengte-en breedtegeleiders te hebben versteld,
dan kan het papier scheef of vast komen te zitten.
Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven.
Als u nieuw papier uit de verpakking haalt, waaier het papier dan eerst los voor u
het in de cassette plaatst. (Raadpleeg Voordat u het papier plaatst op pagina 3-15
.)
Controleer voor het plaatsen van het papier of het niet gekruld of gevouwen is.
Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen veroorzaken.
Zorg dat het papier niet boven de niveauaanduiding uitkomt (zie onderstaande
afbeelding).
2
1
1
Voorbeeld: Voor A4
3-18
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
2
Plaats de kaartjes zodanig dat het vermelde papierformaat en de soort overeenkomen met
het papier dat zal worden geplaatst. (De vermelding is op beide kanten van het kaartje
afgedrukt.)
4
Duw de cassette voorzichtig terug.
OPMERKING
Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat worden, bescherm dan al het papier tegen
vocht door het uit de cassettes te verwijderen en in de bewaarzak voor papier op te
bergen.
Selecteer het mediatype (normaal, gerecycled, enzovoort) dat in de cassette is geplaatst.
Papierformaat en mediatype voor de cassettes opgeven (pagina 3-26)
3-19
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
De extra grote papierinvoer (1500 vel x 2) (optioneel)
De optionele cassettes zijn geschikt voor normaal papier, gerecycled papier en gekleurd papier.
De extra grote papierinvoer (1500 vel x 2) is geschikt voor 3000 vellen (1500 vel x 2) normaal papier (80 g/m
2
)
(of tot 3500 vellen (1750 vel x 2) normaal papier van 64 g/m
2
).
De volgende papierformaten worden ondersteund: A4, B5 en Letter.
1
Trek de cassette naar u toe, totdat deze stopt.
2
Stel het cassetteformaat in.
1
Draai het klemmetje van de papierformaatgeleider (A) en verwijder het. Trek de
papierformaatgeleider (A) omhoog en haal deze uit.
BELANGRIJK
Wanneer u andere mediatypes gebruikt dan normaal papier (zoals gerecycled of gekleurd papier), dan moet u
altijd de instelling van het mediatype en het papiergewicht opgeven.
Papierformaat en mediatype voor de cassettes opgeven (pagina 3-26)
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
De cassettes zijn geschikt voor papier met een gewicht tot 256 g/m
2
. Als u papier gebruikt met een gewicht
van 106 g/m g/m
2
of meer, stel dan het mediatype in om de dikte en het gewicht van het papier in te stellen dat
u gebruikt.
Plaats geen dik papier dat zwaarder is dan 256 g/m
2
in de cassettes. Gebruik voor papier dat zwaarder is dan
256 g/m
2
de multifunctionele lade.
Papierformaatgeleider (A)
Klemmetje
1
2
3
3-20
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
2
Plaats de papierformaatgeleider (A) in de sleuf (onderin de cassette) van het papierformaat
dat zal worden gebruikt.
Zorg ervoor dat de bovenkant van papierformaatgeleider (A) overeenkomt met het papierformaat dat
zal worden gebruikt, zet het klemmetje terug en draai het om het te vergrendelen.
Probeer voorzichtig de papierformaatgeleider (A) te bewegen om te controleren of deze goed vast zit.
3
Duw, terwijl de onderkant van de cassette helemaal naar beneden gedrukt is, op het lipje
aan de zijkant van papierformaatgeleider (B) om deze te ontgrendelen en trek
papierformaatgeleider (B) uit.
4
Pas papierformaatgeleider (B) aan aan het papierformaat.
A4
Plaats papierformaatgeleider (B) in de sleuf waar A4 bij staat (onderin de cassette) en zet het
lipje vast (u hoort een klikgeluid).
Probeer voorzichtig de papierformaatgeleider (B) te bewegen om te controleren of deze goed
vast zit.
3
2
1
Papierformaat-
geleider (B)
2
1
1
3
CLICK!
2
1
3-21
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
B5
Klap papierformaatgeleider (B) open zoals afgebeeld, plaats deze in de sleuf waar B5 bij staat
(onderin de cassette) en zet het lipje vast (u hoort een klikgeluid).
Probeer voorzichtig de papierformaatgeleider (B) te bewegen om te controleren of deze goed
vast zit.
Letter
Papierformaatgeleider (B) wordt niet bevestigd.
Duw, terwijl de onderkant van de cassette helemaal naar beneden gedrukt is, op het lipje aan
de zijkant van de papierformaatgeleider (C) om deze te ontgrendelen en trek de
papierformaatgeleider (C) uit de houder.
3
Plaats papier.
CLICK!
2
1
3
2
1
3
Papier-
formaat-
geleider (C)
3-22
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
4
Duw de cassette voorzichtig terug.
BELANGRIJK
Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven.
Als u nieuw papier uit de verpakking haalt, waaier het papier dan eerst los voor u
het in de cassette plaatst.
Voordat u het papier plaatst (pagina 3-15)
Controleer voor het plaatsen van het papier of het niet gekruld of gevouwen is.
Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen veroorzaken.
Zorg dat het papier niet boven de niveauaanduiding uitkomt (zie onderstaande
afbeelding).
OPMERKING
Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat worden, bescherm dan al het papier tegen
vocht door het uit de cassettes te verwijderen en in de bewaarzak voor papier op te
bergen.
Selecteer het mediatype (normaal, gerecycled, enzovoort) dat in de cassette is geplaatst.
Papierformaat en mediatype voor de cassettes opgeven (pagina 3-26)
3-23
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
Papier in de multifunctionele lade plaatsen
In de multifunctionele lade kunnen tot 100 vellen in formaat A4 of kleiner normaal papier (80 g/m
2
) of tot 25 vellen
normaal papier van (80 g/m
2
) groter dan A4.
De multifunctionele lade is geschikt voor de papierformaten van A3 tot A6-R en Hagaki en van Ledger tot Statement-R,
8K, 16K en 16K-R. Gebruik voor afdrukken op speciaal papier steeds de multifunctionele lade.
De capaciteit van de multifunctionele lade is als volgt.
Normaal papier (80 g/m
2
), gerecycled papier, gekleurd papier in formaat A4 of kleiner: 100 vellen
Normaal papier (80 g/m
2
), gerecycled papier, gekleurd papier in formaat B4 of groter: 25 vellen
Hagaki: 20 vel
OHP-folies: 10 vel
Envelop DL, Envelop C4, Envelop C5, Envelop #10 (Commercial #10), Envelop #9 (Commercial #9),
Envelop #6 (Commercial #6), Monarch, Youkei 4, Youkei 2: 5 vel
Zwaar papier (106 tot 256 g/m
2
): 10 vel
1
Open de multifunctionele lade.
Wanneer u papierformaten van A3 tot B4 en Ledger tot Legal plaatst, trek dan het verlengstuk
van de multifunctionele lade uit tot het teken "" helemaal zichtbaar is.
BELANGRIJK
Wanneer u andere mediatypes gebruikt dan normaal papier (zoals gerecycled of gekleurd papier), dan moet u
altijd de instelling van het mediatype en het papiergewicht opgeven.
Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven (Instelling MF-cassette) (pagina 3-28)
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
Als u papier gebruikt met een gewicht van 106 g/m
2
of meer, stel dan het mediatype in om de dikte en het
gewicht van het papier in te stellen dat u gebruikt.
OPMERKING
Wanneer u papier met een aangepast formaat plaatst, geeft u het papierformaat op zoals beschreven in
Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven (Instelling MF-cassette) op pagina 3-28
.
Wanneer u speciaal papier gebruikt zoals transparanten of dik papier, selecteert u het mediatype zoals beschreven in
Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven (Instelling MF-cassette) op pagina 3-28
.
3-24
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
2
Stel het formaat van de multifunctionele lade in.
3
Plaats papier.
Plaats het papier langs de papierbreedtegeleiders in de lade, totdat het niet verder kan.
Als u nieuw papier uit de verpakking haalt, waaier het papier dan eerst los voor u het in de
cassette plaatst.
Voordat u het papier plaatst (pagina 3-15)
BELANGRIJK
Plaats het papier met de afdrukzijde naar onderen.
Gekruld papier moet u recht maken voor gebruik.
Strijk de bovenzijde glad als die opgekruld is.
Wanneer u papier in de multifunctionele lade plaatst, controleer dan eerst of er geen
papier achtergebleven is van een vorig gebruik voor u het papier plaatst. Als er
slechts een kleine hoeveelheid papier overblijft in de multifunctionele lade en u wil
het aanvullen, verwijder dan eerst het overgebleven papier uit de lade en voeg het
bij het nieuwe papier voor u het papier terug in de lade plaatst.
Als er nog ruimte is tussen het papier en de papierbreedtegeleiders, pas de
papierbreedtegeleiders dan opnieuw aan aan het papier om te voorkomen dat het
scheef ingevoerd wordt of vastloopt.
Zorg dat het papier niet boven de niveauaanduiding uitkomt (zie bovenstaande
afbeelding).
3-25
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
Als u enveloppen of karton in de multifunctionele lade plaatst
Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar beneden. Voor de procedure voor het afdrukken, raadpleegt u de
Printing System Driver User Guide
.
Voorbeeld: Bij het afdrukken van een adres.
BELANGRIJK
Gebruik ongevouwen antwoordkaarten (Oufuku hagaki).
Hoe u de enveloppen precies moet plaatsen (richting en kant) hangt af van het soort envelop. Zorg dat u ze
op de juiste manier plaatst. Anders kunnen ze in de verkeerde richting of op de verkeerde kant worden
bedrukt.
OPMERKING
Wanneer u enveloppen in de multifunctionele lade plaatst, kies dan de envelopsoort zoals beschreven in
Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven (Instelling MF-cassette) op pagina 3-28
.
Sluit de flap.
Enveloppen
staand
Enveloppen
liggend
Karton
(Hagaki)
Antwoordkaarten
(Oufuku hagaki)
Open de flap.
3-26
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
Papierformaat en mediatype opgeven
De standaardinstelling van het papierformaat voor cassettes 1 en 2, de multifunctionele lade en de optionele
papierinvoer (cassettes 3 en 4) is [Auto] en de standaardinstelling van het mediatype is [Normaal].
Om het papiertype dat wordt gebruikt in de cassettes in te zetten, moet u de instellingen van het papierformaat en het
mediatype opgeven. (Raadpleeg Papierformaat en mediatype voor de cassettes opgeven op pagina 3-26
.) Om het
papiertype dat wordt gebruikt in de multifunctionele lade in te stellen, moet u de instelling van het papierformaat
opgeven. (Raadpleeg Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven (Instelling MF-cassette) op
pagina 3-28.)
Papierformaat en mediatype voor de cassettes opgeven
Als een vast formaat papier wordt gebruikt, stel dan het papierformaat in.
*1 Enkel A4, Letter en B5 kunnen worden opgegeven als de optionele extra grote papierinvoer (1500 vel x 2) wordt gebruikt.
*2 Raadpleeg voor het afdrukken op afgedrukt of geperforeerd papier of op briefpapier de Engelse gebruikershandleiding.
*3 Raadpleeg om te wijzigen naar ander mediatype dan 'Normaal' de Engelse gebruikershandleiding. Het papier kan bij de
onderstaande papiergewichtinstellingen niet worden geselecteerd.
Custom 1 to 8: "Extra zwaar"
1
Geef het scherm weer.
1
Druk op de [
Systeemmenu
]-toets.
2
Druk op [Cassette-/MF-lade-instellingen].
Instelling Beschikbaar formaat/soort
Papierformaat Auto Het papierformaat wordt automatisch gedetecteerd en geselecteerd.
Waarden: Metrisch, Inch
Standaard
Formaten 1*
De volgende opties zijn beschikbaar:
Waarden:
Metrische modellen: A3, A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R, Folio, 216 x 340 mm
Inch-modellen: Ledger, Letter, Letter-R, Legal, Statement, Oficio II
Standaard
Formaten 2
*1
U kunt kiezen uit standaard formaten, uitgezonderd Standaard Formaten 1.
Waarden:
Metrische modellen: Ledger, Letter, Letter-R, Legal, Statement, Oficio II, 8K, 16K,
16K-R
Inch-modellen: A3, A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R, Folio, 216x340 mm, 8K, 16K, 16K-R
Mediatype Selecteer het mediatype.
Waarden: Normaal (52 tot 105 g / m
2
), Ruw, Velijn (52 - 256 g/m
2
), Recycle,
Afgedrukt
* 2
, Dik papier, Kleur, Geperforeerd
*2
, Briefpapier
* 2
, Dik (106 g/m
2
of meer),
Hoge kwaliteit, Custom 1 - 8
* 3
OPMERKING
Als de optionele faxkit geïnstalleerd is, dan zijn de volgende mediatypes beschikbaar voor het afdrukken van
inkomende faxen.
Normaal, Recycle, Dik papier, Velijn, Kleur, Dik, Hoge kwaliteit, Ruw en Custom 1 tot 8
Stel het papierformaat van de cassette voor faxontvangst als volgt in:
Inch-modellen: Druk op [Auto] en dan [Inch].
Metrische modellen:Druk op [Auto] en dan [Metrisch].
Als de bovenstaande instelling wordt veranderd, is het niet mogelijk om faxen af te drukken.
3-27
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
2
Configureer de instellingen.
1
Selecteer in "Cassette/MF lade instellingen" een van de cassettes [Cassette 1] - [Cassette
4], en druk op [Volgende]. Druk vervolgens in "Papierformaat" op [Wijzigen].
2
Voor automatische detectie van het papierformaat drukt u op [Auto] en selecteert u [Metrisch]
of [Inch] als eenheid.
Om het papierformaat te selecteren drukt u op [Standaard Formaten 1] of [Standaard Formaten 2] en
selecteert u het papierformaat.
3
Druk op [OK].
Het vorige scherm verschijnt opnieuw.
4
Druk op [Wijzigen] van "Mediatype" om het mediatype te selecteren en druk op [OK].
OPMERKING
[Cassette 3] tot [Cassette 4] worden weergegeven als de optionele papierinvoer
geïnstalleerd is.
Cassette/MF lade instellingen - Papierformaat
Stel het papierformaat van de cassette in.
Standaard
Formaten 1
Auto
A3 A4
Standaard
Formaten 2
A4 A5
B4 B5 B5
Annuleren OK
216x340mm
1
2
Cassette/MF lade instellingen - Mediatype
De papiersoort in cassette 1 kiezen.
VelijnNormaal
AfgedruktRecycle Dik papier
Briefpap.Geperf.
Kleur
Custom 2Custom 1
Hoge kwalit.
Custom 3 Custom 4
Custom 7Custom 6
Custom 5
Custom 8
Annuleren OK
Dik
Ruw
1
2
3-28
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven (Instelling MF-cassette)
Om het papiertype dat wordt gebruikt in de multifunctionele lade vast in te stellen, moet de instelling van het
papierformaat opgegeven worden. Geef bij gebruik van ander dan 'Normaal' papier het mediatype op.
*1 Raadpleeg voor het wijzigen naar ander mediatype dan 'Normaal' de Engelse gebruikershandleiding.
*2 Raadpleeg voor het afdrukken op afgedrukt of geperforeerd papier of op briefpapier de Engelse gebruikershandleiding.
1
Geef het scherm weer.
1
Druk op de [
Systeemmenu
]-toets.
2
Druk op [Cassette/MF lade instellingen], [Volgende] van "Instelling MF-cassette", en
vervolgens [Wijzigen] van "Papierformaat".
Item Beschrijving
Papierformaat Auto Het papierformaat wordt automatisch gedetecteerd en geselecteerd.
Waarden: Metrisch, Inch
Standaard
Formaten 1
De volgende opties zijn beschikbaar:
Waarden:
Metrische modellen: A3, A4, A4-R, A5-R, A6-R, B4, B5, B5-R, B6-R, Folio, 216 x
340 mm
Inch-modellen: Ledger, Letter, Letter-R, Legal, Statement, Executive, Oficio II
Standaard
Formaten 2
Selecteer uit de standaardformaten
*1
die niet bij Standaard Formaten 1 staan.
Waarden:
Metrische modellen: Ledger, Letter, Letter-R, Legal, Statement, Executive,
Oficio II,8K, 16K, 16K-R
Inch-modellen: A3, A4, A4-R, A5-R, A6-R, B4, B5, B5-R, B6-R, Folio, 8K, 16K,
16K-R, 216 x 340 mm
Overige Selecteer uit speciale standaardformaten en aangepaste formaten.
Waarden
: ISO B5, Envelop #10, Envelop #9, Envelop #6, Envelop Monarch, Envelop
DL, Envelop C5, Envelop C4, Hagaki, Oufuku hagaki, Youkei4, Youkei2
Formaat invoer Voer een formaat in dat niet tot de standaardformaten behoort.
Instelling
Metrisch
X : 148 tot 432 mm (in stappen van 1mm)
Y : 98 tot 297 mm (in stappen van 1mm)
Inch
X : 5,83 tot 17,00" (in stappen van 0,01")
Y : 3,86 tot 11,69" (in stappen van 0,01")
Mediatype Selecteer het mediatype.
Waarden: Normaal (52 tot 105 g/m
2
), Ruw, Velijn (52 - 256 g/m
2
), Etiketten,
Recycle, Afgedrukt
* 2
, Dik papier, Karton, Kleur, Geperforeerd
* 2
,
Briefpapier
* 2
, Envelop, Dik (106 g/m
2
of meer), Gecoat, Hoge kwaliteit, Custom 1-8
OPMERKING
Als de optionele faxkit geïnstalleerd is, dan zijn de volgende mediatypes beschikbaar voor het afdrukken van
inkomende faxen.
Normaal, Etiketten, Recycle, Dik papier, Velijn, Kleur, Gecoat, Karton, Envelop, Dik, Hoge kwaliteit, Ruw en Custom 1
tot 8
3-29
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
2
Configureer de instellingen.
1
Voor automatische detectie van het papierformaat drukt u op [Auto] en selecteert u
[Metrisch] of [Inch] als eenheid.
Om het papierformaat te selecteren drukt u op [Standaard Formaten 1], [Standaard Formaten 2],
[Overige] of [Formaat invoer] en selecteert u het papierformaat.
Selecteer [Formaat], druk op [+], [-] om de afmetingen "X" (horizontaal) en "Y" (verticaal) in te voeren.
Druk op [Nummers] om gebruik maken van de numerieke toetsen.
2
Druk op [OK].
Het vorige scherm verschijnt opnieuw.
3
Druk op [Wijzigen] van "Mediatype" om het mediatype te selecteren en druk op [OK].
Cassette/MF lade instellingen - Papierformaat
Het formaat van de multifunctionele cassette instellen.
Standaard
Formaten 1
Auto
Standaard
Formaten 2
Overige
Formaat
invoer
A3 A4 A4 A5
A6 B4 B5 B5
Annuleren OK
B6 216x340mm
Cassette/MF lade instellingen - Papierformaat
Het formaat van de multifunctionele cassette instellen.
Standaard
Formaten 1
X(148 - 432)
297
Auto
Nummers
Y(98 - 297)
210
Nummers
Standaard
Formaten 2
Overige
Formaat
invoer
Annuleren OK
mm
mm
1
3
2
Cassette/MF lade instellingen - Mediatype
De papiersoort in de multifunctionele cassette selecteren.
VelijnNormaal
AfgedruktRecycle Dik papier
Briefpap.Geperf.
Kleur
Custom 2Custom 1
Gecoat
Custom 3
Custom 4 Custom 7Custom 6Custom 5 Custom 8
Transparant Etiketten
Karton
DikEnvelop
Annuleren OK
Hoge kwalit.
Ruw
2
1
3-30
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
4-1
4 Bediening van het
apparaat
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd:
Originelen plaatsen ............................................................................................................................................ 4-2
Originelen op de glasplaat plaatsen ......................................................................................................... 4-2
Originelen in de documenttoevoer plaatsen ............................................................................................ 4-3
Programma ........................................................................................................................................................ 4-6
Programma's registreren ......................................................................................................................... 4-7
Programma's oproepen ........................................................................................................................... 4-7
Programma's bewerken en verwijderen ................................................................................................... 4-9
Sneltoetsen registreren (Kopieer-, verzend- en documentboxinstellingen) ..................................................... 4-10
Sneltoetsen toevoegen .......................................................................................................................... 4-10
Sneltoetsen bewerken en verwijderen .................................................................................................... 4-11
Gebruik van de webbrowser ............................................................................................................................ 4-12
Opstarten en afsluiten van de browser .................................................................................................. 4-12
Gebruik van het browserscherm ............................................................................................................ 4-13
Kopiëren ........................................................................................................................................................... 4-14
Basisbediening ...................................................................................................................................... 4-14
Volgende taak reserveren ...................................................................................................................... 4-16
Taken annuleren .................................................................................................................................... 4-17
Kopiëren tijdens onderbreking ............................................................................................................... 4-18
Verzenden ........................................................................................................................................................ 4-19
Basisbediening ...................................................................................................................................... 4-21
De bestemming opgeven ....................................................................................................................... 4-23
Bestemmingen controleren en bewerken .............................................................................................. 4-32
Bevestigingsscherm voor bestemmingen .............................................................................................. 4-33
Aan mij verzenden (e-mail) .................................................................................................................... 4-33
Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen (Multi-versturen) ............................................... 4-34
Verzendtaken annuleren ........................................................................................................................ 4-35
Gebruik van de FAX-functie ............................................................................................................................. 4-36
Wat is de documentbox? .................................................................................................................................. 4-37
Basisbediening van de documentbox .................................................................................................... 4-38
4-2
Bediening van het apparaat > Originelen plaatsen
Originelen plaatsen
Originelen op de glasplaat plaatsen
Naast gewone vellen kunt u als origineel ook boeken of tijdschriften op de glasplaat plaatsen.
Wanneer u enveloppen of karton op de plaat legt
OPMERKING
Raadpleeg voor meer informatie over de afdrukrichting van het origineel de
Engelse gebruikershandleiding
.
OPMERKING
Zie voor de procedure voor het invoeren van enveloppen of karton Als u enveloppen of karton in de multifunctionele
lade plaatst op pagina 3-25.
VOORZICHTIG
Laat de glasplaatklep of de optionele documenttoevoer niet openstaan, want dan bestaat er gevaar voor
lichamelijk letsel.
BELANGRIJK
Duw de glasplaatklep of de optionele documenttoevoer bij het sluiten niet met kracht omlaag. Te veel druk
kan ervoor zorgen dat de glasplaat breekt.
Als u boeken of tijdschriften op het apparaat plaatst, doe dit dan met de glasplaatklep of de optionele
documenttoevoer geopend.
Lijn ze strak uit
tegen de
aanduidingsplaten
voor het
origineelformaat met
de linkerachterhoek
als referentiepunt.
Plaats de te
scannen zijde met
het beeld omlaag.
Lijn ze strak uit
tegen de
aanduidingsplaten
voor het
origineelformaat met
de linkerachterhoek
als referentiepunt.
Plaats de te
scannen zijde met
het beeld omlaag.
4-3
Bediening van het apparaat > Originelen plaatsen
Originelen in de documenttoevoer plaatsen
De optionele documenttoevoer scant automatisch elk vel van meerdere originelen. Beide zijden van dubbelzijdige
originelen worden gescand.
Originelen geschikt voor de documenttoevoer
De documenttoevoer is geschikt voor de volgende typen originelen.
Originelen niet geschikt voor de documenttoevoer
Gebruik de documenttoevoer niet voor de volgende soorten originelen.
Zachte originelen zoals vinylvellen
Transparanten zoals OHP-folies
Carbonpapier
Originelen met erg gladde oppervlakken
Originelen met plakband of lijm
Natte originelen
Originelen met niet goed opgedroogde correctievloeistof
Originelen met een onregelmatige vorm (niet rechthoekig)
Originelen met uitsparingen
Gekreukt papier
Originelen met vouwen (Strijk de vouwen glad voor plaatsing. Als u dit niet doet, kan een papierstoring optreden.)
Originelen met paperclips of nietjes (Verwijder paperclips of nietjes en strijk eventuele golvingen, plooien of kreuken
glad. Als u dit niet doet, kan een papierstoring optreden.)
Details Documenttoevoer (automatisch 2-zijdig)
Documenttoevoer
(Dubbelzijdig scannen)
Type DP-770 DP-773 DP-772
Gewicht
45 tot 160 g/m
2
(dubbelzijdig:
50 tot 120 g/m
2
)
45 tot 160 g/m
2
(dubbelzijdig: 50 tot 120 g/m
2
)
35 tot 220 g/m
2
(duplex: 50 tot 220 g/m
2
)
Kleiner dan B6-R zijn 50 tot
105 g/m
2
(enkelzijdig/duplex)
Formaten Maximum A3 tot Minimum A5-R
Maximaal Ledger tot minimaal
Statement-R
Maximum A3 tot Minimum A5-R
Maximaal Ledger tot minimaal
Statement-R
Maximum A3 tot Minimum A6-R
Maximaal Ledger tot minimaal
Statement-R
Aantal
vellen
Normaal papier (80 g/m
2
), gekleurd
papier, gerecycled papier,
hogekwaliteitspapier:
100 vellen (originelen van
verschillende formaten: 30 vellen)
Dik papier (157 g/m
2
): 50 vel
Dik papier (120 g/m
2
): 66 vellen
Kunstdrukpapier: 1 vel
Normaal papier (80 g/m
2
), gekleurd
papier, gerecycled papier,
hogekwaliteitspapier:
50 vel (originelen van verschillende
formaten: 30 vellen)
Dik papier (157 g/m
2
): 25 vellen
Dik papier (120 g/m
2
): 33 vellen
Kunstdrukpapier: 1 vel
Normaal papier (80 g/m
2
), gekleurd
papier, gerecycled papier,
hogekwaliteitspapier:
175 vellen (originelen van
verschillende formaten: 30 vellen)
Dik papier (157 g/m
2
): 89 vel
Dik papier (120 g/m
2
): 116 vel
Kunstdrukpapier: 1 vel
4-4
Bediening van het apparaat > Originelen plaatsen
Zo plaatst u originelen
1
Pas de breedtegeleiders voor de originelen aan.
2
Plaats de originelen.
Plaats de te scannen zijde (of de eerste zijde van dubbelzijdige originelen) naar boven. Schuif
de voorrand zo ver mogelijk in de documenttoevoer. Het controlelampje origineel geplaatst
licht op wanneer het origineel goed is geplaatst.
BELANGRIJK
Zorg ervoor, voor u originelen plaatst, dat er geen originelen in de originelenuitvoer zijn achtergebleven. Op
de originelenuitvoer achtergebleven originelen kunnen de nieuwe originelen doen vastlopen.
Plaats geen druk op de bovenklep van de documenttoevoer door bijvoorbeeld de originelen op de
bovenklep uit te lijnen. Dit kan leiden tot een fout in de documentinvoer.
OPMERKING
Raadpleeg voor meer informatie over de afdrukrichting van het origineel de
Engelse
gebruikershandleiding
.
Lampje voor geplaatste
originelen
4-5
Bediening van het apparaat > Originelen plaatsen
BELANGRIJK
Kijk of de breedtegeleiders voor originelen perfect op de originelen aansluiten. Als er
nog ruimte is, past u de breedtegeleiders opnieuw aan. Als u dit niet doet, kan dit
leiden tot een papierstoring.
Zorg ervoor dat de geplaatste originelen niet boven de niveauaanduiding uitkomen.
Als de maximum niveauaanduiding wordt overschreden, kan dit leiden tot een
papierstoring.
Originelen die voorgeboord of geperforeerd zijn, plaatst u zo dat de gaten of
perforaties als laatste (en niet als eerste) worden gescand.
4-6
Bediening van het apparaat > Programma
Programma
Als u veelgebruikte functies in één programma registreert, hoeft u slechts het programmanummer in te toetsen om deze
functies op te roepen. U kunt de programma's ook een naam geven om ze makkelijker te herkennen bij het oproepen.
De onderstaande programma's zijn van tevoren geregistreerd. De geregistreerde inhoud kan opnieuw worden
geregistreerd voor meer gebruiksgemak in uw gebruiksomgeving.
Nummer Programmanaam Beschrijving Standaardregistratie
01 ID Card Copy Gebruik dit als u een rijbewijs of
een verzekeringskaart wilt
kopiëren.
Wanneer u de voor-en achterkant
van de kaart scant, worden beide
zijden gecombineerd en
gekopieerd op een enkel vel.
Kopieerfuncties
Combineren: [2 in 1]
Continu scannen: [Aan]
Origineelformaat: A5-R
Papierselectie: Cassette 1
Zoom: Automatische zoom
02 Eco Copy Gebruik dit om het tonerverbruik te
reduceren bij het afdrukken.
Dit verlaagt de dichtheid om het
tonerverbruik te reduceren.
Kopieerfuncties
EcoPrint: [Aan] (Niveau [5])
03 Newspaper Copy Gebruik dit als u een krantenartikel
of andere originelen gedrukt op
een gekleurde ondergrond wilt
kopiëren.
Hiermee past u de beeldkwaliteit
aan, zodat de kleur van de
ondergrond of de tekst op de
achterzijde niet op de kopie
verschijnt.
Kopieerfuncties
Doorschijnen voorkomen: [Aan]
Dichtheid achtergrond: [Auto]
04 Technical Drawing Copy Gebruik dit als u een illustratie met
getekende lijnen en afbeeldingen
wilt kopiëren.
Kopieerfuncties
Origineel beeld: [Tekst]
Scherpte (Alle): [+3]
Dichtheid achtergrond: [Auto]
OPMERKING
Er kunnen tot 50 gecombineerde kopieer- en verzendfuncties in het programma geregistreerd worden.
Als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is, dan kunt u de functies enkel registreren door aan te melden
met beheerdersrechten.
4-7
Bediening van het apparaat > Programma
Programma's registreren
Gebruik de onderstaande procedure om een programma te registreren.
De volgende procedure is een voorbeeld van het registreren van kopieerfuncties.
1
Geef het scherm weer.
1
Druk op [
Kopiëren
] op het Home scherm.
2
Druk op de [Programma]-tab terwijl u in modus kopiëren bent.
2
Registreer het programma.
1
Druk op [Toevoegen] en druk op een nummer (01 tot 50) voor het programmanummer.
2
Druk op [Volgende].
3
Voer de nieuwe programmanaam in en druk op [Opslaan].
Het programma is geregistreerd.
Om een geregistreerd programma op het Home scherm weer te geven, drukt u op [Ja] op het
bevestigingsscherm dat verschijnt, doorgaan met stap 2-4.
4
Geef de positie op waar u het pictogram van het geregistreerde programma wilt
weergeven.
5
Druk op [Opslaan].
Programma's oproepen
Gebruik de onderstaande procedure om een geregistreerd programma op te roepen.
1
Roep het programma op.
1
Druk op [Programma] op het Home scherm of op de toets van het geregistreerde programma.
Druk op de toets van het geregistreerde programma om het programma op te roepen. Als u op
[Programma] hebt gedrukt, doorgaan met stap 1-2.
OPMERKING
Als u een reeds geregistreerd programmanummer selecteert, dan kunt u de huidige
geregistreerde functies vervangen door een nieuwe set functies.
Kopiëren
Status/ Taak
annuleren
Afmelden
Kopiëren
Home
Verzenden Custom box
Taakvenster
Verwisselbaar
geheugen
Selecteer de functie.
Machine-
gegevens
Toeganke-
lijkheid
Taal Systeem-
menu
Help Programma Berichten-
bord
Admin
FAX
Webbrowser
ID Card Copy
4-8
Bediening van het apparaat > Programma
2
Druk op de toets van het programmanummer dat u wenst op te roepen.
Druk op de toets [Snelkiesnummer zoeken] of [Nr.] om het op te roepen programmanummer (01 tot
50) rechtstreeks in te voeren.
2
Voer het programma uit.
Plaats de originelen en druk op de [
Start
]-toets.
OPMERKING
Als het programma niet opgeroepen kan worden, dan kan het zijn dat de in het programma
opgegeven documentbox of paginasjabloon gewist is. Controleer de documentbox.
OPMERKING
[Programma] kan bij elke functie worden ingedrukt om het geregistreerde programma voor de betreffende functie op
te roepen.
Bezig met opvragen van programma.
Nr.
Eco Copy Newspaper CopyID Card Copy
Technical Drawing
Copy
01 02 03
04
05
07
06
08 09
10 1211
13 15
14
Bewerken
Send 2
FAX 1
Bezig met opvragen van programma.
Nr.
FAX 1
Send 1
07 08 09
10 1211
13 15
14
BeeldkwaliteitOrig./papier/
voltooien
Snelle
instellingen
Indelen
/bewerken
Geavanceerde
instellingen
Programma
01 02 03
04
05 06
Eco Copy Newspaper CopyID Card Copy
Technical Drawing
Copy
Bewerken
Toevoegen
4-9
Bediening van het apparaat > Programma
Programma's bewerken en verwijderen
U kunt het nummer of de naam van een programma wijzigen of een programma verwijderen.
Gebruik de onderstaande procedure om een programma te bewerken of te verwijderen.
1
Geef het scherm weer.
1
Druk op [Programma] op het Home scherm.
2
Druk op [Bewerken].
2
Bewerk het programma.
Om een programma te bewerken
1
Druk op de toets(en) van het te wijzigen programmanummer (01 tot 50).
2
Druk op [Bewerken], en raadpleeg Programma's registreren op pagina 4-7 om het
programmanummer en de naam van het programma te wijzigen.
3
Druk op [Opslaan].
4
Druk op [Ja] in het bevestigingsscherm.
Om te verwijderen
1
Druk op de toets(en) van het te wissen programmanummer (01 tot 50).
2
Druk op [Verwijderen].
3
Druk op [Ja] in het bevestigingsscherm.
OPMERKING
Om de instellingen van een geregistreerd programma te wijzigen, roep het programma op dat u wilt wijzigen, wijzig de
instellingen ervan, en raadpleeg Programma's registreren op pagina 4-7
om het gewijzigde programma opnieuw te
registreren.
Programma
4-10
Bediening van het apparaat > Sneltoetsen registreren (Kopieer-, verzend- en documentboxinstellingen)
Sneltoetsen registreren (Kopieer-, verzend-
en documentboxinstellingen)
U kunt sneltoetsen registreren in het scherm Snelle instellingen om snel toegang te hebben tot veelgebruikte functies. De
instellingen voor de geselecteerde functie kunnen ook worden geregistreerd. De functienaam die bij een geregistreerde
sneltoets hoort, kan indien nodig gewijzigd worden. U kunt in het totaal 6 sneltoetsen registreren voor kopieerfuncties,
verzendfuncties en functies voor de documentbox.
Sneltoetsen toevoegen
Het registreren van sneltoetsen gebeurt in het instellingenscherm van elk van de functies. Sneltoetsen kunnen voor alle
functies geregistreerd worden waarbij [Snelkoppeling toevoegen] op het scherm verschijnt.
Gebruik de onderstaande procedure om een sneltoets te registreren.
1
Geef in elke functie het configuratiescherm weer dat u wilt
registreren.
2
Registreer de sneltoetsen.
1
Selecteer de instelling die u wilt toevoegen.
2
Druk op [Sneltoets toevoegen].
3
Druk op de toetsen die overeenkomen met het sneltoetsnummer (01 tot 06) dat u wilt
registreren.
4
Voer de naam van de sneltoets in en druk op [Opslaan].
De sneltoets is geregistreerd.
OPMERKING
Als u een reeds geregistreerd sneltoetsnummer selecteert, dan kunt u de huidige
geregistreerde sneltoets vervangen door een nieuwe.
kopieën
Annuleren OK
Memopagina
Sneltoets toevoegen
Uit
Indeling B
Afdr.richt.
origineel
Indeling A
Kader
Boven
R naar L
Rechts
B naar O
Links
B naar O
Boven
L naar R
Indeling
Geen
Bovenr.
boven
50%
A4
A4
Voorbeeld
Orig.
Zoomen
Papier
:
:
:
Gereed voor kopiëren.
Beeld kopiëren
Voorbeeld
kopieën
Orig./papier/
voltooien
Snelle
instellingen
Indelen
/bewerken
Geavanceerde
instellingen
Memopagina
Sneltoets 4
Sneltoets 3
Sneltoets 2
Sneltoets 6
Sneltoets 5
Orig.
Zoomen
Papier
100%
---
:
:
:
---
Plaats origineel.
Programma
100%
A4
A4
Voorbeeld
Orig.
Zoomen
Papier
:
:
:
Normaal 0Auto 100%
Uit1-zijdig
>>1-zijdig
Uit
Papier-
selectie
Nieten/
perforeren
DichtheidZoomen
Duplex Combineren
Voorbeeld
Beeldkwaliteit
Gereed voor kopiëren.
4-11
Bediening van het apparaat > Sneltoetsen registreren (Kopieer-, verzend- en documentboxinstellingen)
Sneltoetsen bewerken en verwijderen
Volg de onderstaande stappen om het nummer/de naam van een sneltoets te wijzigen of een sneltoets te verwijderen.
1
Druk in het instellingenscherm van elke functie op [Sneltoets
toevoegen] onderaan het scherm.
2
Bewerk de sneltoets.
1
Druk op [Bewerken].
2
Druk op de sneltoets die u wilt bewerken/verwijderen.
Om een sneltoets te bewerken
3
Druk op [Wijzigen] van "Sneltoets Nr" of "Sneltoets Naam".
4
Wijzig de instellingen en druk op [OK].
5
Druk op [Opslaan].
Om te verwijderen
3
Druk op [Sneltoets verwijderen].
4
Druk op [Ja] in het bevestigingsscherm.
4-12
Bediening van het apparaat > Gebruik van de webbrowser
Gebruik van de webbrowser
Als de machine is aangesloten op het netwerk, kunt u surfen op het internet via het aanraakscherm.
Opstarten en afsluiten van de browser
Gebruik de onderstaande procedure om de webbrowser op te starten en af te sluiten.
1
Geef het scherm weer.
1
Druk op [Webbrowser] op het Home scherm.
De webbrowser wordt opgestart.
2
Gebruik het browserscherm om webpagina's te bezoeken.
3
Druk om de browser af te sluiten op [X] (Afsluiten) en druk vervolgens op [Ja] in het
bevestigingsscherm voor het afsluiten.
OPMERKING
Om de webbrowser te gebruiken, moet "Instelling webbrowser" op [Aan] ingesteld zijn, raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding.
Raadpleeg Gebruik van het browserscherm op pagina 4-13 voor meer informatie over het gebruik
van het browserscherm.
OPMERKING
U kunt uw voorkeuren opgeven bijvoorbeeld voor de manier waarop het scherm van de
webbrowser weergegeven wordt. Raadpleeg voor meer informatie de
Engelse
gebruikershandleiding
.
Webbrowser
4-13
Bediening van het apparaat > Gebruik van de webbrowser
Gebruik van het browserscherm
De beschikbare bedieningsfuncties in het webbrowserscherm staan hieronder weergegeven.
OPMERKING
Als u op de [Reset]-toets drukt terwijl de webbrowser geopend is, dan wordt de browser afgesloten en keert u terug
naar het scherm met de lijst met toepassingen zonder dat het afsluiten van de browser wordt weergegeven.
Enter URL Search Menu
UTAX - Home
Titelbalk
Geeft de naam van de pagina weer.
Tekstvak
Door op het tekstvak te klikken, verschijnt een
toetsenbord waarmee u tekst kunt typen.
Afsluiten
Sluit de webbrowser af en keert terug naar het
scherm met de lijst met toepassingen.
Schuifbalken
Hiermee kunt u de weergegeven pagina
omhoog, omlaag, naar links en naar rechts
verplaatsen door te drukken op [ ], [ ],
[ ] of [ ] of door een van de schuifbalken
met uw vinger te verplaatsen.
Pictogram Vergrendelen
Wordt weergegeven als u een beveiligde
pagina bezoekt.
Lader/voortgangsbalk
Geeft de status weer van de pagina die aan
het laden is. Als de browser een webpagina
aan het laden is, dan geeft de lader een
animatie weer.
Menu
Geeft het menu met browserinstellingen weer. U kunt
dit menu gebruiken om de zoomfactor van het
browserscherm op te geven, het tekstcoderings-
schema in te stellen en het servercertificaat te
controleren.
Zoeken (Zoeken op internet/Opvragen in pagina)
Geeft een zoekmenu weer waarin u "Opvragen in pagina" of een
internetzoeksite kunt selecteren.
Zoeken op internet: Gebruik de gekozen zoeksite om te
zoeken met het ingevoerde trefwoord.
Opvragen in pagina: Zoek het ingevoerde trefwoord in de
huidige pagina. U kunt verder zoeken
door op [Omhoog] or [Omlaag]. te
drukken.
URL opgeven
Gebruik deze functie om een
gewenste webpagina weer te
geven door de URL van die pagina
in te voeren.
Startpagina
Geeft de gekozen startpagina weer.
U kunt uw startpagina instellen in de
browser omgeving (raadpleeg
de
Engelse gebruikershandleiding).
Vernieuwen
Vernieuwt de pagina.
Vorige/Volgende
Geeft de vorige of volgende
pagina weer.
4-14
Bediening van het apparaat > Kopiëren
Kopiëren
Basisbediening
Volg de onderstaande stappen voor de basishandelingen bij het kopiëren.
1
Druk op [Kopiëren] op het Home scherm.
2
Plaats de originelen.
1
Plaats de originelen.
2
Controleer de voorbeeldafbeelding.
Controleer het Origineel, Zoom en Papierinstellingen.
OPMERKING
Raadpleeg Originelen plaatsen op pagina 4-2 voor informatie over het plaatsen.
OPMERKING
Druk op [Voorbeeld] om een voorbeeldafbeelding weer te geven.
Raadpleeg Voorbeeld van origineel op pagina 3-9
voor meer informatie.
Kopiëren
Beeld kopiëren
Voorbeeld
kopieën
BeeldkwaliteitOrig./papier/
voltooien
Snelle
instellingen
Indelen
/bewerken
Geavanceerde
instellingen
Sneltoets 1
Sneltoets 4
Sneltoets 3
Sneltoets 2
Sneltoets 6
Sneltoets 5
Orig.
Zoomen
Papier
100%
---
:
:
:
---
Plaats origineel.
Programma
100%
A4
A4
Voorbeeld
Orig.
Zoomen
Papier
:
:
:
Voorbeeld
Nieten/
perforeren
Normaal 0
DichtheidPapier-
selectie
Auto
Zoomen
100%
Uit1-zijdig
>>1-zijdig
Duplex
Uit
Combineren
Gereed voor kopiëren.
Origineel formaat (pagina 5-
15)
Zoomen (pagina 5-23)
Papierselectie (pagina 5-16)
4-15
Bediening van het apparaat > Kopiëren
3
Selecteer de functies.
Selecteer de te gebruiken kopieerfuncties.
Druk op de tabs om de overige functies weer te geven.
4
Gebruik de cijfertoetsen om de hoeveelheid kopieën in te
voeren.
Geef het gewenste aantal tot 999 op.
5
Druk op de [Start] toets.
Het kopiëren begint.
Kopiëren (pagina 5-2)
Beeld kopiëren
Voorbeeld
kopieën
BeeldkwaliteitOrig./papier/
voltooien
Snelle
instellingen
Indelen
/bewerken
Geavanceerde
instellingen
Sneltoets 1
Sneltoets 4
Sneltoets 3
Sneltoets 2
Sneltoets 6
Sneltoets 5
Orig.
Zoomen
Papier
100%
---
:
:
:
---
Plaats origineel.
Programma
100%
A4
A4
Voorbeeld
Orig.
Zoomen
Papier
:
:
:
Voorbeeld
Nieten/
perforeren
Normaal 0
DichtheidPapier-
selectie
Auto
Zoomen
100%
Uit1-zijdig
>>1-zijdig
Duplex
Uit
Combineren
Gereed voor kopiëren.
4-16
Bediening van het apparaat > Kopiëren
Volgende taak reserveren
Met deze functie kunt u tijdens het afdrukken de volgende taak reserveren. Als u deze functie gebruikt, dan wordt het
origineel gescand terwijl het apparaat aan het afdrukken is. Als de huidige afdruktaak klaar is, dan wordt de
gereserveerde kopieertaak afgedrukt. De procedure verschilt afhankelijk van de instelling van Volg. prioriteit behouden
(raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
).
Als "Volg. prioriteit behouden" is ingesteld op [Aan]
Het standaardscherm van de kopieerfunctie verschijnt op het aanraakscherm tijdens het afdrukken.
1
Plaats de originelen voor de gereserveerde kopieertaak op het
apparaat en kies de kopieerinstellingen.
2
Druk op de toets [Start].
Het apparaat begint de originelen te scannen.
Als de huidige afdruktaak klaar is, dan wordt de gereserveerde kopieertaak afgedrukt.
Als "Volg. prioriteit behouden" is ingesteld op [Uit]
Het kopieerscherm verschijnt op het aanraakscherm tijdens het afdrukken.
1
Druk op [Res. volgende].
Het standaardscherm voor kopiëren verschijnt.
Beeld kopiëren
Voorbeeld
kopieën
BeeldkwaliteitOrig./papier/
voltooien
Snelle
instellingen
Indelen
/bewerken
Geavanceerde
instellingen
Sneltoets 1
Sneltoets 4
Sneltoets 3
Sneltoets 2
Sneltoets 6
Sneltoets 5
Orig.
Zoomen
Papier
100%
---
:
:
:
---
Plaats origineel.
Programma
100%
A4
A4
Voorbeeld
Orig.
Zoomen
Papier
:
:
:
Voorbeeld
Nieten/
perforeren
Normaal 0
DichtheidPapier-
selectie
Auto
Zoomen
100%
Uit1-zijdig
>>1-zijdig
Duplex
Uit
Combineren
Gereed voor kopiëren.
Annuleren Res. volgende
Kopiëren...
kopieën
Scanner instelling
kopieën
Printerinstelling
Sorteren
uitvoerlade A
Bovenrand boven
100%
Gescande pagina's
Taaknr.: Taaknaam: Gebruiker: 000021 doc20081010101034 -----
2-zijdig
2-zijdig
NormaalA4A4
2242/
4-17
Bediening van het apparaat > Kopiëren
2
Plaats de originelen voor de gereserveerde kopieertaak op het
apparaat en kies de kopieerinstellingen.
3
Druk op de toets [Start].
Het apparaat begint de originelen te scannen.
Als de huidige afdruktaak klaar is, dan wordt de gereserveerde kopieertaak afgedrukt.
Taken annuleren
U kunt ook taken annuleren door op de [
Stop
]-toets te drukken.
1
Druk op de [Stop]-toets terwijl het kopieerscherm wordt
weergegeven.
Het scherm Taak annuleren verschijnt. De huidige afdruktaak wordt tijdelijk onderbroken.
2
Om het verzenden te annuleren, selecteert u [Annuleren] en
drukt u op [Ja] in het bevestigingsscherm.
OPMERKING
Als Volg. prioriteit behouden (zie de Engelse gebruikershandleiding) is ingesteld op [Uit], dan verschijnt het
kopieerscherm op het aanraakscherm. In dat geval wordt de huidige afdruktaak geannuleerd door te drukken op de
[
Stop
]-toets of op [Annuleren].
Taak annuleren
Selecteer taak en druk [Annuleren]. Druk [Sluiten] om andere taken te hernemen.
Taaknr. Geaccepteerd
type
000438
Taaknaam Gebruikersnaam Status
14:44 doc20070225144435
1/2
Annuleren Details
Taken
afdrukken
Taken
versturen
Taken
opslaan
Sluiten
000439 14:45 doc20070225144511 Wachten
000440 14:45 doc20070225144527 Wachten
000441 14:46 doc20070225144633 Wachten
Wachten
1
2
Annuleren Res. volgende
Kopiëren...
kopieën
Scanner instelling
kopieën
Printerinstelling
Sorteren
uitvoerlade A
Bovenrand boven
100%
Gescande pagina's
Taaknr.: Taaknaam: Gebruiker: 000021 doc20081010101034 -----
2-zijdig
2-zijdig
NormaalA4A4
2242/
4-18
Bediening van het apparaat > Kopiëren
Kopiëren tijdens onderbreking
Met deze functie kunt u de huidige, lopende taak onderbreken als u meteen kopieën wilt maken.
Na afloop van de onderbreking voor het kopiëren, gaat het apparaat verder met het afdrukken van de onderbroken taak.
1
Configureer de instellingen.
1
Druk op de [
Interrupt
]-toets.
De huidige afdruktaak wordt tijdelijk onderbroken.
2
Plaats de originelen voor het kopiëren tijdens de onderbreking op het apparaat en kies de
kopieerinstellingen.
2
Druk op de toets [Start].
Kopiëren tijdens onderbreking begint.
3
Als u klaar bent met kopiëren tijdens de onderbreking, druk
dan op [Interrupt]-toets.
Het apparaat gaat verder met het afdrukken van de onderbroken taak.
OPMERKING
Als geen bediening plaatsvindt op het apparaat gedurende 60 seconden, wordt het onderbreken van het kopiëren
automatisch geannuleerd en wordt het afdrukken hervat.
U kunt de tijdsduur waarna de onderbreking om te kopiëren wordt geannuleerd wijzigen. Stel de tijdsduur naar wens
in.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
De functie onderbreken voor kopiëren is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van de status van het gebruik van de
documentfinisher (finisher voor 1000 of 3000 vel). Probeer in dit geval prioriteit onderdrukken.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
Beeld kopiëren
Voorbeeld
Gereed om kopiëren te onderbreken.
kopieën
BeeldkwaliteitOrig./papier/
voltooien
Snelle
instellingen
Indelen
/bewerken
Geavanceerde
instellingen
Sneltoets 1
Sneltoets 4
Sneltoets 3
Sneltoets 2
Sneltoets 6
Sneltoets 5
Orig.
Zoomen
Papier
100%
---
:
:
:
---
Plaats origineel.
Programma
100%
A4
A4
Voorbeeld
Orig.
Zoomen
Papier
:
:
:
Normaal 0Auto 100%
Uit1-zijdig
>>1-zijdig
Uit
Papier-
selectie
Nieten/
perforeren
DichtheidZoomen
Duplex Combineren
Voorbeeld
4-19
Bediening van het apparaat > Verzenden
Verzenden
Dit apparaat kan een gescand beeld verzenden als bijlage bij een e-mailbericht of naar een pc die is verbonden met het
netwerk. Hiervoor moet het adres van de afzender en van de bestemming (ontvanger) worden geregistreerd in het
netwerk.
Er is een netwerkomgeving vereist waarin het apparaat verbinding kan maken met een mailserver om een e-mail te
kunnen verzenden. Er wordt aanbevolen een lokaal netwerk (LAN) te gebruiken om problemen met de verzendsnelheid
en de beveiliging te verhelpen.
Tegelijk met het verzenden van een gescande afbeelding kunt u de afbeelding ook afdrukken of verzenden naar het
taakvenster.
Controleer het volgende om de verzendfunctie te gebruiken:
Programmeer de instellingen, waaronder ook de e-mailinstelling op het apparaat.
Gebruik het Embedded Web Server RX (de interne HTML-internetpagina) om het IP-adres en de hostnaam van de
SMTP-server en de ontvanger te registreren.
Registreer de bestemming in het adresboek of onder een snelkiestoets.
Maak een gedeelde map aan op de bestemmingscomputer, als een map (SMB/FTP) is geselecteerd als
bestemming.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de instellingen van de gedeelde doelmap.
Maak/registreer een custom box (wanneer een custom box is geselecteerd als bestemming).
Selecteer gedetailleerde verzendingsinstellingen (om een custom box te selecteren als bestemming of om het beeld
tegelijk af te drukken en te verzenden).
Volg de onderstaande stappen voor de basishandelingen bij het verzenden. De volgende vijf opties zijn beschikbaar.
Verzenden als e-mail (E-mailadres invoeren): Verzendt een gescand origineelbeeld als bijlage van een e-mailbericht.
(Raadpleeg pagina 4-26.)
Verzenden naar map (SMB): Slaat een gescand origineelbeeld op in een gedeelde map van eender welke pc.
(Raadpleeg pagina 4-29.)
Verzenden naar map (FTP): Slaat een gescand origineelbeeld op in een map van een FTP-server. (Raadpleeg
pagina 4-30.)
Verzenden naar custom box: Verzendt een document opgeslagen in een documentbox op dit apparaat. (Raadpleeg
de
Engelse gebruikershandleiding
.)
Afbeeldingsgegevens scannen met TWAIN/WIA: Scant het document met behulp van een TWAIN- of WIA-
compatibel programma. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.)
4-20
Bediening van het apparaat > Verzenden
OPMERKING
Verschillende verzendopties kunnen gecombineerd worden opgegeven. Raadpleeg Verzenden naar verschillende
soorten bestemmingen (Multi-versturen) op pagina 4-34.
De faxfunctie kan worden gebruikt als de optionele faxkit is geïnstalleerd. Voor meer informatie over deze functie,
raadpleeg de
FAX Operation Guide
.
4-21
Bediening van het apparaat > Verzenden
Basisbediening
1
Druk op [Verzenden] op het Home scherm.
2
Plaats de originelen.
1
Plaats de originelen.
2
Controleer de verzendingsafbeelding.
Controleer het Origineel, Zoom en Verzendingsinstellingen.
Originelen plaatsen (pagina 4-2)
OPMERKING
Druk op [Voorbeeld] om een voorbeeldafbeelding weer te geven.
Raadpleeg Voorbeeld van origineel op pagina 3-9
voor meer informatie.
Verzenden
Gereed voor verzenden.
Bestemming
Bestemming
1/1
Bestands-
formaat
Dichtheid
Normaal 0
Scan-
resolutie
2zijdig/boek
origineel.
1-zijdig
Kleur-
selectie
Auto kleur
(Kleur/Grijs)
ABCD
TUVW
Group1
Sneltoets 1
Sneltoets 2
Sneltoets 3
Sneltoets 4
Sneltoets 5
Sneltoets 6
PDF
300x300dpi
Orig./Verzend-
geg.formaat
Snelle
instellingen
Bestemming Kleur/beeld-
kwaliteit
Geavanceerde
instellingen
Programma
Voorbeeld
100%
A4
A4
Voorbeeld
Orig.
Zoomen
:
:
:
Beeld verzenden
Verzend
Continu
scannen
Uit
Origineel formaat (pagina
5-15)
Zoomen (pagina 5-23)
Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding
4-22
Bediening van het apparaat > Verzenden
3
Geef de bestemming op.
Selecteer de bestemming waar een beeld heen moet worden gestuurd.
4
Selecteer de functies.
Druk op de tabs om de overige functies weer te geven.
5
Druk op de toets [Start].
Verzenden wordt gestart.
De bestemming opgeven (pagina 4-23)
Verzenden (pagina 5-5)
Bestemming Details
Adresboek
Maplocatie
invoeren
E-mailadres
invoeren
Nr.
1/100
AAA BBB CCC DDD
FFF GGG HHH III JJJ
00040003 00050001 0002
0006 0007 0008 0009 0010
1/1
i-FAX
Adr. invoer
Faxnummer
invoeren
WSD-scan
/DSM-scan
Gereed voor verzenden.
Bestemming
TUVW 192.168.188.120
Group1 Group1
EEE
Details/bew. Verwijderen Opnw bellenKetenDirectOp de haak
Orig./Verzend-
geg.formaat
Snelle
instellingen
Bestemming Kleur/beeld-
kwaliteit
Geavanceerde
instellingen
Programma
Bestemming Details
Adresboek
Maplocatie
invoeren
E-mailadres
invoeren
Nr.
1/100
AAA BBB CCC DDD
FFF GGG HHH III JJJ
00040003 00050001 0002
0006 0007 0008 0009 0010
1/1
i-FAX
Adr. invoer
Faxnummer
invoeren
WSD-scan
/DSM-scan
Gereed voor verzenden.
Bestemming
TUVW 192.168.188.120
Group1 Group1
EEE
Details/bew. Verwijderen Opnw bellenKetenDirectOp de haak
Orig./Verzend-
geg.formaat
Snelle
instellingen
Bestemming Kleur/beeld-
kwaliteit
Geavanceerde
instellingen
Programma
4-23
Bediening van het apparaat > Verzenden
De bestemming opgeven
Selecteer de bestemming met behulp van één van de volgende methodes:
Kiezen uit het adresboek (pagina 4-23)
Kiezen via de snelkiestoetsen (pagina 4-25)
Kiezen met snelkiezen (pagina 4-26)
Een nieuw e-mailadres invoeren (pagina 4-26)
Een nieuwe PC-map opgeven (pagina 4-28)
Kiezen uit het adresboek
Selecteer een bestemming die in het adresboek is geregistreerd.
Raadpleeg voor meer informatie over het registreren van bestemmingen in het Adresboek de
Engelse
gebruikershandleiding
.
1
Druk in het basisscherm voor verzenden op [Adresboek].
2
Selecteer de bestemmingen.
Vink het vakje aan om de gewenste bestemming uit de lijst te kiezen. U kunt meerdere
bestemmingen kiezen. De geselecteerde bestemmingen worden aangegeven door een vinkje
in het selectievakje. Selecteer om een adresboek op de LDAP-server te gebruiken [Extern
adresboek] uit het pulldown-menu "Adresboek".
U kunt de volgorde waarin de bestemmingen weergegeven worden wijzigen door [Naam] of
[Nr.] te selecteren uit het pulldown-menu "Sorteren".
OPMERKING
U kunt op het apparaat instellen dat het adresboekscherm verschijnt wanneer op de toets [
Verzenden
] wordt gedrukt.
Raadpleeg voor meer informatie de
Engelse gebruikershandleiding
.
Als de optionele faxkit is geïnstalleerd, dan kunt u de faxbestemming opgeven. Voer het nummer van de ontvangende
partij in met de cijfertoetsen.
Bestemming Details
Adresboek
Maplocatie
invoeren
E-mailadres
invoeren
Nr.
1/100
AAA BBB CCC DDD
FFF GGG HHH III JJJ
00040003 00050001 0002
0006 0007 0008 0009 0010
1/1
i-FAX
Adr. invoer
Faxnummer
invoeren
WSD-scan
/DSM-scan
Gereed voor verzenden.
Bestemming
EEE
Details/bew. Verwijderen Opnw bellenKetenDirectOp de haak
Orig./Verzend-
geg.formaat
Snelle
instellingen
Bestemming Kleur/beeld-
kwaliteit
Geavanceerde
instellingen
Programma
Op de haak
Adresboek
Annuleren OK
Groep
E-mail
Best.
Zoeken(naam)
Zoeken (nr.)
Nr. type Naam Details
Map
Details
Adresboek SorterenAdresboek
0001
0002
0005
0004
0003
Group1
Group2
Group3
Naam
1/2
i-FAXFAX
ABC DEF JKL MNO PQRS TUV WXYZGHI 0-9
Toev./bew.
Adresboek
4-24
Bediening van het apparaat > Verzenden
Bestemming zoeken
Bestemmingen die in het adresboek zijn geregistreerd, kunnen worden opgezocht. Ook een
geavanceerde zoekopdracht volgens soort of beginletter is mogelijk.
Hieronder worden de procedures beschreven voor het gebruik van de verschillende zoekfuncties.
Zoeken op naam
Druk op [Zoeken (naam)] en voer de gewenste naam in.
Zoeken op nummer
Druk op [Zoeken (nr.)] en voer het gewenste adresnummer in.
Geavanceerd zoeken op type bestemming
Druk op [E-mail], [Map], [FAX], [i-FAX] of [Groep]. De bestemmingen die volgens dat type zijn
geregistreerd, worden weergegeven.
Geavanceerd zoeken op beginletter
Druk op de toets voor de gewenste beginletter.
OPMERKING
Druk om het selecteren ongedaan te maken opnieuw op het selectievakje en verwijder het
vinkje.
Voor meer informatie over het externe adresboek, zie de
Embedded Web Server RX User
Guide
.
Gebruikte
toetsen
Soort
zoekopdracht
Opgezochte onderwerpen
1 Zoeken op naam Zoeken op geregistreerde naam.
2 Zoeken op nummer Zoeken op geregistreerd adresnummer.
3 Geavanceerd
zoeken op
beginletter
Geavanceerd zoeken op beginletter van de
geregistreerde naam.
4 Geavanceerd
zoeken op type
bestemming
Geavanceerd zoeken op type geregistreerde
bestemming (E-mail, Map (SMB/FTP), Fax, i-Fax of
Groep). (Fax: alleen wanneer de optionele faxkit is
geïnstalleerd. i-Fax: alleen wanneer de optionele
internetfaxkit is geïnstalleerd).
U kunt deze functie zo instellen dat de
bestemmingstypes geselecteerd worden als het
adresboek wordt weergegeven. Raadpleeg voor meer
informatie de Engelse gebruikershandleiding.
Adresboek
Annuleren OK
Groep
E-mail
Best.
Zoeken(naam)
Zoeken (nr.)
Nr. type Naam Details
Map
Details
Adresboek SorterenAdresboek
0001
0002
0005
0004
0003
Group1
Group2
Group3
Naam
1/2
i-FAXFAX
ABC DEF JKL MNO PQRS TUV WXYZGHI 0-9
Toev./bew.
Adresboek
1
2
3
4
4-25
Bediening van het apparaat > Verzenden
3
Accepteer de bestemming en druk op [OK].
Kiezen via de snelkiestoetsen
Selecteer de bestemming via de snelkiestoetsen.
Druk in het basisscherm voor verzenden op de snelkiestoets waaronder de bestemming is geregistreerd.
OPMERKING
Om de bestemming te verwijderen, selecteert u de bestemming die u wilt verwijderen en
drukt u op [Verwijderen].
U kunt de standaard "Sorteren" instellingen instellen. Raadpleeg voor meer informatie de
Engelse gebruikershandleiding
.
OPMERKING
Als de snelkiestoets voor de gewenste bestemming niet zichtbaar is op het aanraakscherm, druk dan op [ ] of [ ]
om te scrollen en de volgende of vorige snelkiestoetsen weer te geven. Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat
reeds snelkiestoetsen zijn geregistreerd.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
voor meer informatie over het toevoegen van snelkiestoetsen.
Adresboek
Annuleren OK
Groep
E-mail
Best.
Zoeken(naam)
Zoeken (nr.)
Nr. type Naam Details
Map
Details
Adresboek SorterenAdresboek
0001
0002
0005
0004
0003
Group1
Group2
Group3
Naam
1/2
i-FAXFAX
ABC DEF JKL MNO PQRS TUV WXYZGHI 0-9
Toev./bew.
Adresboek
Bestemming Details
Adresboek
Maplocatie
invoeren
E-mailadres
invoeren
Nr.
1/100
AAA BBB CCC DDD
FFF GGG HHH III JJJ
00040003 00050001 0002
0006 0007 0008 0009 0010
1/1
i-FAX
Adr. invoer
Faxnummer
invoeren
WSD-scan
/DSM-scan
Gereed voor verzenden.
Bestemming
EEE
Details/bew. Verwijderen Opnw bellenKetenDirectOp de haak
Orig./Verzend-
geg.formaat
Snelle
instellingen
Bestemming Kleur/beeld-
kwaliteit
Geavanceerde
instellingen
Programma
Op de haak
4-26
Bediening van het apparaat > Verzenden
Kiezen met snelkiezen
Roep de bestemming op door de 4 cijfers van een snelkiestoets (0001 tot 1000) in te voeren (snelkiezen).
Druk in het basisscherm voor verzenden op de toets [
Snelkiesnummer zoeken
] of [Nr.] en gebruik de cijfertoetsen om
het snelkiezen in te voeren in het scherm voor het invoeren van de nummers.
Een nieuw e-mailadres invoeren
Voer het gewenste e-mailadres in.
1
Druk in het basisscherm voor verzenden op [E-mailadres
invoeren].
OPMERKING
als u snelkiezen ingevoerd heeft met 1 tot 3 cijfers, druk dan op [OK].
OPMERKING
Open het Embedded Web Server RX van tevoren en voer de instellingen in voor het versturen van een e-mail.
Raadpleeg E-mailinstellingen op pagina 2-30
voor meer informatie.
Bestemming Details
Adresboek
Maplocatie
invoeren
E-mailadres
invoeren
Nr.
1/100
AAA BBB CCC DDD
FFF GGG HHH III JJJ
00040003 00050001 0002
0006 0007 0008 0009 0010
1/1
i-FAX
Adr. invoer
Faxnummer
invoeren
WSD-scan
/DSM-scan
Gereed voor verzenden.
Bestemming
EEE
Details/bew. Verwijderen Opnw bellenKetenDirectOp de haak
Orig./Verzend-
geg.formaat
Snelle
instellingen
Bestemming Kleur/beeld-
kwaliteit
Geavanceerde
instellingen
Programma
Op de haak
Bestemming Details
Adresboek
Maplocatie
invoeren
E-mailadres
invoeren
Nr.
1/100
AAA BBB CCC DDD
FFF GGG HHH III JJJ
00040003 00050001 0002
0006 0007 0008 0009 0010
1/1
i-FAX
Adr. invoer
Faxnummer
invoeren
WSD-scan
/DSM-scan
Gereed voor verzenden.
Bestemming
EEE
Details/bew. Verwijderen Opnw bellenKetenDirectOp de haak
Orig./Verzend-
geg.formaat
Snelle
instellingen
Bestemming Kleur/beeld-
kwaliteit
Geavanceerde
instellingen
Programma
Op de haak
4-27
Bediening van het apparaat > Verzenden
2
Voer het e-mailadres van de bestemming in.
1
Druk op [E-mailadres] en voer het adres in.
Het e-mailadres mag maximaal 128 karakters lang zijn.
2
Druk op [OK].
3
Druk op [OK].
Om meerdere bestemmingen in te voeren, drukt u op [Vlgde. Best.] en voert u de volgende
bestemming in.
U kunt tot 100 e-mailadressen opgeven.
U kunt het opgegeven e-mailadres in het Adresboek registreren door op [Toevoegen aan
adresboek] te drukken. Het is ook mogelijk de informatie voor een eerder vastgelegde
bestemming te vervangen.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
Bestemmingen kunnen op een later moment worden gewijzigd. Raadpleeg Bestemmingen
controleren en bewerken op pagina 4-32.
E-mail-
adres
Voeg een nieuwe E-mailadres toe.
Druk op [E-mailadres] en voer het adres in
m.b.v. het toetsenbord op het scherm.
E-mailadres invoeren
Voer de bestemming in.
Gereed voor verzenden.
Bestemming
Annuleren OKVolgend adresToevoegen aan adresboek
E-mail-
adres
Voeg een nieuwe E-mailadres toe.
Druk op [E-mailadres] en voer het adres in
m.b.v. het toetsenbord op het scherm.
E-mailadres invoeren
Voer de bestemming in.
Gereed voor verzenden.
Bestemming
Annuleren OKVolgend adresToevoegen aan adresboek
4-28
Bediening van het apparaat > Verzenden
Een nieuwe PC-map opgeven
Geef de gewenste gedeelde map op een computer of op een FTP-server als bestemming op.
1
Druk in het basisscherm voor verzenden op [Maplocatie
invoeren].
2
Voer de bestemmingsgegevens in.
1
Druk op [SMB] of [FTP].
2
Voer de bestemmingsgegevens in.
Druk op de toets van elke instelling om eerst het invoerscherm weer te geven.
Voer de bestemmingsgegevens in en druk op [OK].
In de onderstaande tabel worden de in te voeren items geïllustreerd.
OPMERKING
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
voor meer informatie over het delen van mappen.
Zorg ervoor dat SMB-protocol of FTP in het Embedded Web Server RX op Aan ingesteld is. Raadpleeg de
Embedded Web Server RX User Guide
voor meer informatie.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
Bestemming Details
Adresboek
Maplocatie
invoeren
E-mailadres
invoeren
Nr.
1/100
AAA BBB CCC DDD
FFF GGG HHH III JJJ
00040003 00050001 0002
0006 0007 0008 0009 0010
1/1
i-FAX
Adr. invoer
Faxnummer
invoeren
WSD-scan
/DSM-scan
Gereed voor verzenden.
Bestemming
EEE
Details/bew. Verwijderen Opnw bellenKetenDirectOp de haak
Orig./Verzend-
geg.formaat
Snelle
instellingen
Bestemming Kleur/beeld-
kwaliteit
Geavanceerde
instellingen
Programma
Op de haak
Hostnaam
Pad
Aanmeldings-
gebruikernaam
Wachtwoord
aanmelding
SMB
FTP
Locatie van de folderinvoeren.
Voer de bestemming in.
Gereed voor verzenden.
Bestemming
Annuleren OKVolgend adresToevoegen aan adresboek
Verbinding
testen
Map zoeken in
het netwerk
Volgende Volgende
Map zoeken op
hostnaam
1
2
4-29
Bediening van het apparaat > Verzenden
Voor verzenden naar map (SMB)
* Gebruik voor het invoeren van een ander poortnummer dan het standaardnummer (445) de notatie
"Hostnaam: poortnummer" (Voorbeeld: SMBhostnaam:140).
Zet het IPv6-adres bij het invoeren tussen rechte haakjes [ ].
(Bijvoorbeeld: [3ae3:9a0:cd05:b1d2:28a:1fc0:a1:10ae]:140)
Om te zoeken naar een map op een pc op het netwerk, drukt u op [Volgende] van "Map
zoeken in het netwerk" of "Map zoeken op Hostnaam".
Als u op "Map zoeken in het netwerk" heeft gedrukt, kunt u Domein/Werkgroep en Hostnaam
opgeven om op de pc's in het netwerk naar een bestemming te zoeken.
Als u op "Map zoeken op Hostnaam" heeft gedrukt, dan kunt u op alle pc's van het netwerk
naar een bestemming zoeken.
Er kunnen maximaal 500 adressen worden weergegeven. Selecteer in het scherm dat
verschijnt de hostnaam (pc-naam) die u wilt opgeven en druk vervolgens op [Volgende]. Het
scherm voor het invoeren van de aanmeldingsgebruikersnaam en het
aanmeldingswachtwoord verschijnt.
Nadat u de gebruikersnaam en het wachtwoord voor inloggen heeft ingevoerd, verschijnen de
gedeelde mappen. Selecteer de map die u wilt opgeven en druk vervolgens op [Volgende].
Het adres van de geselecteerde gedeelde map is ingesteld.
Selecteer de map in de lijst Resultaat zoekopdracht.
Item Details
Max. aantal
karakters
Hostnaam* PC-naam Max. 64
karakters
Pad Gedeeld naam
Bijvoorbeeld: scannerdata
Bij het opslaan in een map in de gedeelde map:
"Gedeeld naam\mapnaam in gedeelde map"
Max. 128
karakters
Aanmeldings-
gebruikersnaam
Als de PC-naam en domeinnaam hetzelfde zijn:
Gebruikersnaam
Bijvoorbeeld: james.smith
Als de PC-naam en domeinnaam verschillen:
Domeinnaam\Gebruikersnaam
Bijvoorbeeld. "abcdnet\james.smith"
Max. 64
karakters
Wachtwoord
aanmelding
Windows aanmeldingswachtwoord
(Hoofdlettergevoelig)
Max. 64
karakters
4-30
Bediening van het apparaat > Verzenden
Voor verzenden naar map (FTP)
* Gebruik voor het invoeren van een ander poortnummer dan het standaardnummer (21) de notatie
"Hostnaam: poortnummer" (Voorbeeld: FTPhostnaam:140).
Zet het IPv6-adres bij het invoeren tussen rechte haakjes [ ].
(Bijvoorbeeld: [3ae3:9a0:cd05:b1d2:28a:1fc0:a1:10ae]:140)
3
Controleer de status
1
Controleer de gegevens.
Stel de tijdsduur naar wens in.
2
Druk op [Verbinding testen] om de verbinding te testen.
Item In te voeren gegevens
Max. aantal
karakters
Hostnaam* Hostnaam of IP-adres van de FTP-server Max. 64 karakters
Pad Pad naar de ontvangstmap.
Bijvoorbeeld, "\User\ScanData".
Anders worden de gegevens in de basismap
opgeslagen.
Max. 128
karakters
Aanmeldings-
gebruikersnaam
Aanmeldingsgebruikersnaam FTP-server Max. 64 karakters
Wachtwoord aanmelding Aanmeldingswachtwoord FTP-server
(Hoofdlettergevoelig)
Max. 64 karakters
Hostnaam
Pad
Aanmeldings-
gebruikernaam
Wachtwoord
aanmelding
SMB
FTP
Locatie van de folderinvoeren.
Voer de bestemming in.
Gereed voor verzenden.
Bestemming
Annuleren OKVolgend adresToevoegen aan adresboek
\ \ pc4050\ scannerdata
********
james.smith
PC4050
Verbinding
testen
Map zoeken in
het netwerk
Volgende Volgende
Map zoeken op
hostnaam
4-31
Bediening van het apparaat > Verzenden
"Verbonden" verschijnt wanneer de verbinding met de bestemming correct tot stand is gebracht. Als
"Kan geen verbinding maken" verschijnt, controleer dan de ingevoerde gegevens.
Om meerdere bestemmingen in te voeren, drukt u op [Vlgde. Best.] en voert u de volgende
bestemming in. U kunt een combinatie van in het totaal maximaal 10 SMB- en FTP-
doelmappen opgeven.
U kunt de opgegeven informatie in het Adresboek registreren door op [Toevoegen aan
adresboek] te drukken.
4
Accepteer de bestemming.
Druk op [OK].
Bestemmingen kunnen op een later moment worden gewijzigd. Raadpleeg Bestemmingen
controleren en bewerken op pagina 4-32.
Hostnaam
Pad
Aanmeldings-
gebruikernaam
Wachtwoord
aanmelding
SMB
FTP
Locatie van de folderinvoeren.
Voer de bestemming in.
Gereed voor verzenden.
Bestemming
Annuleren OKVolgend adresToevoegen aan adresboek
\ \ pc4050\ scannerdata
********
james.smith
PC4050
Verbinding
testen
Map zoeken in
het netwerk
Volgende Volgende
Map zoeken op
hostnaam
Hostnaam
Pad
Aanmeldings-
gebruikernaam
Wachtwoord
aanmelding
SMB
FTP
Locatie van de folderinvoeren.
Voer de bestemming in.
Gereed voor verzenden.
Bestemming
Annuleren OKVolgend adresToevoegen aan adresboek
\ \ pc4050\ scannerdata
********
james.smith
PC4050
Verbinding
testen
Map zoeken in
het netwerk
Volgende Volgende
Map zoeken op
hostnaam
4-32
Bediening van het apparaat > Verzenden
Bestemmingen controleren en bewerken
Controleer en bewerk een geselecteerde bestemming.
1
Geef het scherm weer.
Raadpleeg
De bestemming opgeven op pagina 4-23
voor het opgeven van de bestemming.
2
Controleer en bewerk de bestemming.
Selecteer een bestemming en druk op [Details/bew.] om deze te controleren en te bewerken.
Stel de vereiste bestemming in.
Selecteer een bestemming en druk op [Verwijderen] om de bestemming uit de lijst te
verwijderen.
OPMERKING
Wanneer u [Aan] selecteert voor controle invoer van een nieuwe bestemming (raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
), dan verschijnt het bevestigingsscherm. Voer dezelfde
hostnaam en pad opnieuw in en druk op [OK].
Wanneer u [Aan] selecteert voor het controleren van de bestemming voor verzenden
(raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
), dan verschijnt het bevestigingsscherm
nadat u op de [
Start
]-toets gedrukt heeft. Raadpleeg Bevestigingsscherm voor
bestemmingen op pagina 4-33 voor meer informatie.
Bestemming Details
Adresboek
Maplocatie
invoeren
E-mailadres
invoeren
Nr.
1/100
AAA BBB CCC DDD
FFF GGG HHH III JJJ
00040003 00050001 0002
0006 0007 0008 0009 0010
1/1
i-FAX
Adr. invoer
Faxnummer
invoeren
WSD-scan
/DSM-scan
Gereed voor verzenden.
Bestemming
TUVW 192.168.188.120
Group1 Group1
EEE
Details/bew. Verwijderen Opnw bellenKetenDirectOp de haak
Orig./Verzend-
geg.formaat
Snelle
instellingen
Bestemming Kleur/beeld-
kwaliteit
Geavanceerde
instellingen
Programma
4-33
Bediening van het apparaat > Verzenden
Bevestigingsscherm voor bestemmingen
Wanneer u [Aan] selecteert voor het controleren van de bestemming voor verzenden (
raadpleeg
de Engelse
gebruikershandleiding), dan verschijnt het bevestigingsscherm voor bestemmingen nadat u op de [
Start
]-toets gedrukt
heeft.
Volg de onderstaande stappen om de bestemmingen te bevestigen.
1
Druk op [ ] of [ ] om elke bestemming te bevestigen.
Druk op [Details] om gedetailleerde informatie over de geselecteerde bestemming weer te geven.
Om de bestemming te verwijderen, selecteert u de bestemming die u wilt verwijderen en drukt u op
[Verwijderen]. Druk op [Ja] in het bevestigingsscherm. De bestemming wordt verwijderd.
Om de bestemming toe te voegen, drukt u op [Annuleren] en keert u vervolgens terug naar het
bestemmingsscherm.
2
Druk op [Controleren].
Aan mij verzenden (e-mail)
Wanneer de gebruikersaanmelding is geactiveerd, wordt het document naar het e-mailadres van de aangemelde
gebruiker gestuurd.
OPMERKING
Zorg ervoor dat u elke bestemming bevestigt door deze weer te geven op het
aanraakscherm. U kunt pas op [Controleren] drukken als u elke bestemming bevestigd
heeft.
OPMERKING
Om deze functie te gebruiken, moet het functiepictogram op het Home scherm worden weergegeven.
Het Home scherm bewerken. (pagina 3-4)
Er moet een e-mailadres zijn ingesteld in de gebruikersaanmelding voor de gebruiker die zich aanmeldt.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
Controleren
Annuleren
Controleer lijst bestemmingen vanaf de laatste pagina.
Bestemming
Details
Verwijderen
Bestemming Details
A OFFICE 1234567890
Druk, na controle van de lijst, op [Controle] en dan op Start.
1
2
4-34
Bediening van het apparaat > Verzenden
Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen
(Multi-versturen)
U kunt verschillende soorten bestemmingen zoals e-mailadressen, mappen (SMB of FTP) en faxnummers* met elkaar
combineren. Dit wordt Multi-versturen genoemd. Dit is handig als u met één bedieningshandeling naar verschillende
soorten bestemmingen wilt verzenden (e-mailadressen, mappen enzovoort).
* Vereist de optionele fax kit.
Aantal verzenditems
E-mail: Max. 100
Mappen (SMP, FTP): Max. 10 SMB en FTP
Fax: Max. 500
i-Fax: Max. 100
U kunt ook, afhankelijk van de instellingen, tegelijkertijd verzenden en afdrukken.
De procedures zijn net dezelfde als die bij het opgeven van de bestemmingen voor de verschillende verzendingstypes.
Ga verder om het e-mailadres of het pad van de map op te geven zodat ze in de lijst met bestemmingen verschijnen.
Druk op de [
Start
]-toets om de verzending naar alle bestemmingen tegelijkertijd te starten.
OPMERKING
Als een van de bestemmingen een fax is, dan worden naar alle bestemmingen de beelden in zwart-wit verstuurd.
4-35
Bediening van het apparaat > Verzenden
Verzendtaken annuleren
U kunt ook taken annuleren door op de [
Stop
]-toets te drukken.
1
Druk op de [Stop]-toets terwijl het verzendscherm wordt
weergegeven.
Taak annuleren verschijnt.
2
Om het verzenden te annuleren, selecteert u [Annuleren] en
drukt u op [Ja] in het bevestigingsscherm.
OPMERKING
Een taak die reeds verzonden is, wordt niet tijdelijk onderbroken als u op de [
Stop
]-toets
drukt.
Taak annuleren
Selecteer taak en druk [Annuleren]. Druk [Sluiten] om andere taken te hernemen.
Taaknr. Geaccepteerd
type
000438
Bestemming Gebruikersnaam Status
14:44 [email protected] Wachten
1/2
Annuleren Details
Taken
afdrukken
Taken
versturen
Taken
opslaan
Sluiten
000439 14:45 [email protected] Wachten
000440 14:45 [email protected] Wachten
000441 14:46 [email protected] Wachten
1
2
4-36
Bediening van het apparaat > Gebruik van de FAX-functie
Gebruik van de FAX-functie
Door de optionele FAX-kit in de machine te installeren, kunt u de faxfunctie gebruiken. Raadpleeg voor meer informatie
de
FAX Operation Guide
.
4-37
Bediening van het apparaat > Wat is de documentbox?
Wat is de documentbox?
In de documentbox bevinden zich vier deelboxen met de volgende functies.
De volgende types documentboxen zijn beschikbaar:
Custom box (raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding)
De custom box is een deelbox die u kunt aanmaken in de documentbox en waarin u gegevens kunt opslaan om later op
te vragen. U kunt een custom box aanmaken en verwijderen en de gegevens op verschillende manieren bewerken
zoals hieronder beschreven:
Taakbox
Taakbox is een algemene naam voor de "Privé-afdruk/opgeslagen taak", "Snelkopie/Proefadruk", en "Herhalingskopie"
en "Bestand voor formuliersjabloon". Deze taakboxen kunnen niet door een gebruiker worden aangemaakt of
verwijderd.
Privé-afdruk/opgeslagen
taak (
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding
)
Bij Privé-afdruk kunt u opgeven dat een taak niet afgedrukt wordt tot u het apparaat bedient. Geef, wanneer u de taak
vanuit de softwaretoepassing verzendt, een 4-cijferige toegangscode op in het printerstuurprogramma. De taak wordt
vrijgegeven om afgedrukt te worden door de toegangscode in te voeren op het bedieningspaneel zodat de afdruktaak
vertrouwelijk blijft. De gegevens worden verwijderd als de afdruktaak klaar is of als de hoofdschakelaar uitgezet wordt.
In Opgeslagen taak worden de afdrukgegevens verzonden vanaf de toepassing opgeslagen in de machine. U kunt zo
nodig een toegangscode instellen. Als u een toegangscode instelt, voert u de toegangscode bij het afdrukken in. De
afdrukgegevens worden na het afdrukken bewaard op de harde schijf. Zo kunt u dezelfde afdrukgegevens herhaaldelijk
afdrukken.
Snelkopie/Proefafdruk (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding)
De functie Snelkopie maakt het mogelijk extra exemplaren af te drukken van een document dat reeds afgedrukt is. Als
Snelkopie ingeschakeld is en u drukt een document af vanuit het printerstuurprogramma, dan worden de
afdrukgegevens opgeslagen in de taakbox Snelkopie. Wanneer extra exemplaren nodig zijn, dan kunt u het gewenste
aantal exemplaren opnieuw afdrukken via het bedieningspaneel. Er kunnen standaard 32 documenten opgeslagen
worden. Als het apparaat uitgeschakeld wordt, dan worden alle opgeslagen taken gewist.
De functie Proefafdruk drukt slechts één proefexemplaar af van een taak met meerdere afdrukken en houdt het
afdrukken van de resterende exemplaren vast. Als u met de functie Proefafdruk via het printerstuurprogramma een taak
met meerdere exemplaren afdrukt, dan wordt slechts één exemplaar afgedrukt terwijl de documentgegevens in de
taakbox vastgehouden worden. Om verder te gaan met het afdrukken van de resterende exemplaren, gebruikt u het
bedieningspaneel. U kunt het aantal af te drukken exemplaren wijzigen.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
OPMERKING
U kunt het apparaat zo instellen dat tijdelijke documenten in de taakboxen automatisch verwijderd worden. Raadpleeg
voor meer informatie de
Engelse gebruikershandleiding
.
OPMERKING
Als u meer documenten probeert op te slaan dan het beschikbare maximum, dan worden de oudste
documentgegevens overschreven door de nieuwste documentgegevens.
4-38
Bediening van het apparaat > Wat is de documentbox?
Herhalingskopie (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding)
De functie Herhalingskopie slaat de gegevens van het gekopieerde originele document op in de taakbox zodat u later
extra exemplaren kunt afdrukken. Er kunnen standaard 32 documenten opgeslagen worden. Als het apparaat
uitgeschakeld wordt, dan worden alle opgeslagen taken gewist.
Bestand voor formuliersjabloon (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding)
De functie Formuliersjabloon kopieert het originele document met een formulier of afbeelding eroverheen. Deze taakbox
wordt gebruikt om formulieren en afbeeldingen op te slaan.
Verwisselbaar geheugen (Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding)
Een USB-geheugenstick kan worden aangesloten op de USB-poort (A1) op de machine om een opgeslagen PDF-
bestand af te drukken. U kunt PDF-gegevens rechtstreeks vanaf het USB-geheugen afdrukken zonder een pc. Ook
kunnen bestanden met afbeeldingen, die op dit apparaat gescand zijn, opgeslagen worden in het USB-geheugen in de
formaten PDF, TIFF, JPEG, XPS of PDF met hoge compressie (Scan naar USB).
Faxbox
In de faxbox worden de ontvangen faxgegevens opgeslagen. Raadpleeg voor meer informatie de
FAX Operation
Guide
.
Basisbediening van de documentbox
In dit gedeelte wordt de basisbediening van de documentbox uitgelegd aan de hand van voorbeelden waarbij taken
uitgevoerd worden met custom boxen.
Lijst met boxen
OPMERKING
De functie Herhalingskopie is niet beschikbaar als de optionele Data Security Kit geïnstalleerd is.
OPMERKING
In de hierna volgende uitleg, gaan we ervanuit dat het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is. Raadpleeg
voor meer informatie over de gebruikersrechten van de aangemelde gebruiker de
Engelse gebruikershandleiding
.
Custom box.
Nr.
Naam
Eigenaar
In gebruik
Box toev./
bewerken
1/1
0001 SALES Anonymous
Bestand
opslaan
Details Openen
Custom box
Zoeken (nr.)
Zoeken(naam)
Programma
63 MB
De boxen rangschikken op nummer
in stijgende/dalende volgorde.
De boxen rangschikken
op naam in alfabetische
volgorde.
Het document in de
geselecteerde box
opslaan.
De geselecteerde box openen.
Nieuwe boxen registreren en
boxinformatie controleren,
wijzigen en verwijderen.
De details van de
geselecteerde box weergeven.
De boxen rangschikken op
eigenaar in alfabetische
volgorde.
Er kan naar een box worden
gezocht op boxnummer.
Er kan naar een box worden
gezocht op boxnaam.
4-39
Bediening van het apparaat > Wat is de documentbox?
Lijst met documenten
In de lijst met documenten staan alle documenten die opgeslagen zijn in de custom box. De documenten kunnen
gerangschikt worden op naam of als miniatuur. De lijst kan gebruikt worden zoals hieronder weergegeven.
OPMERKING
U kunt meerdere documenten selecteren door de bijbehorende vakjes aan te vinken. U kunt echter niet meerdere
documenten selecteren wanneer u documenten aan het verzenden bent.
1/1
0001 2008101010574501 02/02/2013 09:40 21
Box:
Bestandsnaam Datum en tijd Form.
MB
2008101010574511
2008101010574521
02/02/2013 09:50
02/02/2013 10:00
MB
MB
21
21
Afdrukken Verzenden Samenvoegen Verplaatsen/
kopieren
Verwijderen Bestand
opslaan
Details
Voorbeeld
Sluiten
0002
0003
Zoeken(naam)
Paginaselectie
Box:
Details
1/1
200810101057....
Samenvoegen Verplaatsen/
kopieren
Verwijderen
Sluiten
200810101057....
VerzendenAfdrukken Bestand
opslaan
200810101057....
SALES
Voorbeeld
Zoeken(naam)
Details
De documenten
rangschikken op naam in
alfabetische volgorde.
De documenten rangschikken volgens
het moment van updaten in stijgende/
dalende volgorde.
De documenten rangschikken op
grootte in stijgende/dalende
volgorde.
Miniaturen
Meer dan één
document tegelijk
selecteren.
Documenten
selecteren door de
selectievakjes aan te
vinken.
Meer dan één
document tegelijk
selecteren.
Documenten selecteren door
de selectievakjes aan te
vinken.
Een document
markeren om de
bijbehorende details
weer te geven met
[Details].
Lijst
Een voorbeeld laten zien van het
geselecteerde document.
Het document in de geopende box
opslaan.
De geselecteerde documenten
afdrukken, verzenden,
samenvoegen, verplaatsen,
kopiëren of verwijderen.
Kiezen tussen weergave van de
lijst of de miniaturen.
Selecteer een document in de
documentenlijst en druk op [Pagina
selectie] om het geselecteerde
document weer te geven.
Selecteer een document in de
documentenlijst en druk op [Details]
om de details voor het
geselecteerde document weer te
geven.
4-40
Bediening van het apparaat > Wat is de documentbox?
Boxdetails weergeven/bewerken
U kunt de boxinformatie controleren en wijzigen.
Gebruik hiervoor de onderstaande procedure.
1
Druk op [Box toev./bewerken] in het scherm met de lijst met
boxen.
2
Markeer de box waarvan u de details wilt controleren of
bewerken en druk op [Details/Bewerken].
3
Controleer de boxdetails.
Druk om de details te bewerken op [Wijzigen] bij het detail dat u wilt bewerken. Bewerk het
detail naar wens en druk op [OK].
4
Druk nadat u de details gewijzigd heeft op [Opslaan] en druk
vervolgens op [Ja] in het bevestigingsscherm.
Als u de details niet heeft gewijzigd, druk dan op [Nee].
5
Druk op [Sluiten].
Het scherm keert terug naar het standaarddocumentboxscherm.
OPMERKING
Als een custom box beveiligd is met een wachtwoord, voer dan het juiste wachtwoord in.
Documentbox/verwisselbaar geheugen - Box toev./bewerken
Nr.
Naam Eigenaar
In gebruik
0001 ABC Anonymous
1/1
Toevoegen
Details/
Bewerken
Verwijderen
Sluiten
Zoeken(naam)
Zoeken (nr.)
63 MB
2
1
Box:
Boxnummer:
Boxnaam:
Gebruiksbeperkingen:
Wijzigen
Wijzigen
Wijzigen
0001
SALES
Bestanden aut. wissen:
Wijzigen
Annuleren Opslaan
Vrije ruimte:
Instelling overschrijven:
Wijzigen
200
30
MB
Toestaan
GB
30
Boxwachtwoord:
Wijzigen
********
Verwijderen na afdrukken:
Wijzigen
Uit
123456
dag(en)
4-41
Bediening van het apparaat > Wat is de documentbox?
Documentvoorbeeld bekijken/Documentdetails controleren
U kunt deze functie gebruiken om een voorbeeld te bekijken van de documenten die opgeslagen zijn in een
documentbox of om de documentdetails weer te geven om ze te controleren.
1
Selecteer (markeer) een document dat u wilt bekijken en druk
vervolgens op [Voorbeeld] of [Details].
2
Bekijk het documentvoorbeeld of controleer de
documentdetails.
De beschikbare bedieningsfuncties in het voorbeeldscherm staan hieronder weergegeven.
3
Bevestig de document(en) en druk op [Sluiten].
OPMERKING
De voorbeeldweergave kan worden gecontroleerd door uw vinger(s) op het aanraakscherm
te bewegen.
Gebruik van het voorbeeldscherm (pagina 3-10)
Sluiten
Voorbeeld:
Nr.
1/6
2007040410574501
Formaat
Resol.
Kleur
:
:
: Full Color
300x300dpi
A4
Selecteer te verw.pagina's
In documenten met
meerdere pagina's kunt
u van pagina wisselen
door het gewenste
paginanummer in te
voeren.
Als u ingezoomd heeft, dan
kunt u met deze toetsen het
weergegeven gebied
verplaatsen.
In documenten met
meerdere pagina's kunt
u met deze toetsen
wisselen van pagina.
Inzoomen.Uitzoomen.
Druk op deze knop om een pagina van het
geopende document te selecteren en af te drukken,
te verzenden of te kopiëren naar het verwisselbare
geheugen.
Een pagina selecteren (pagina 4-42)
4-42
Bediening van het apparaat > Wat is de documentbox?
Een pagina selecteren
Bij het afdrukken, verzenden of kopiëren van een document in een custom box, kunt alle pagina's naar behoeven
opgeven.
Druk op [Paginaselectie] op het scherm documentlijst van de custom box, of [Selecteer te verw. pagina's] op het scherm
Voorbeeld om het scherm Paginaselectie weer te geven.
Selecteer de pagina's die u wilt bewerken, en druk op [Afdrukken], [Verzenden] of [Kopiëren naar verw.geheugen].
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding
Bestand:
1/1
Kopiëren naar
verw.geheugen
Annuleren
VerzendenAfdrukken
Geselecteerde pagina's:
Select. bereik
Geef pag.'s in
1
pag.
Meer dan één document tegelijk
selecteren.
Weergave van het aantal
geselecteerde pagina's.
U kunt een bereik
voor de selectie
opgeven door te
drukken op [Select.
bereik].
U kunt de pagina's die
u wilt selecteren
opgeven door te
drukken op [Geef
pag.'s in].
Markering van het
geselecteerde
document.
Documenten selecteren
door de selectievakjes
aan te vinken.
Geselecteerde pagina's
kunnen worden
afgedrukt, verzonden of
gekopieerd naar de
custom box.
5-1
5 Gebruik van de
verschillende functies
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd:
Op de machine beschikbare functies ...................................................................................................................... 5-2
Kopiëren ............................................................................................................................................................. 5-2
Verzenden .......................................................................................................................................................... 5-5
Custom Box (Bestand opslaan, afdrukken, verzenden) ..................................................................................... 5-8
Verwisselbaar geheugen (Bestand opslaan, documenten afdrukken) ............................................................. 5-13
Functies ................................................................................................................................................................. 5-15
Origineel formaat ............................................................................................................................................. 5-15
Papierselectie .................................................................................................................................................. 5-16
Samenvoegen/verschuiven .............................................................................................................................. 5-18
Nieten/perforeren ............................................................................................................................................. 5-19
Dichtheid .......................................................................................................................................................... 5-21
Origineel beeld ................................................................................................................................................. 5-22
Zoomen ............................................................................................................................................................ 5-23
Duplex .............................................................................................................................................................. 5-27
Bestandsformaat .............................................................................................................................................. 5-31
Bestanden scheiden ......................................................................................................................................... 5-31
Scanresolutie, Resolutie .................................................................................................................................. 5-32
Onderwerp/tekst e-mailbericht ......................................................................................................................... 5-32
5-2
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Op de machine beschikbare functies
Kopiëren
Selecteer, om de instellingen van de functies te configureren, het tabblad en druk op de functietoets.
Zie voor meer informatie over elke functie, de onderstaande tabel.
Tabblad Functietoets Beschrijving
Referentie-
pagina
Configureert de
instellingen voor
originelen, papier en
voltooien zoals
samenvoegen en
nieten.
Origineel Formaat Specificeert het formaat van het origineel dat gescand
wordt.
pagina 5-15
Papierselectie Selecteert de cassette of de multifunctionele lade met
het benodigde papierformaat.
pagina 5-16
Orig. met
versch.form.
Scant alle pagina's in de documenttoevoer, ook al zijn
ze van verschillende formaten.
Afdr.richting
origineel
Selecteert waar de bovenrand van het originele
document zich bevindt om in de juiste richting te
scannen.
Samenvoeg/
verschuiven
Sorteert de uitgevoerde documenten per pagina of per
set.
pagina 5-18
Nieten/perforeren Niet of perforeert de afgedrukte documenten. pagina 5-19
Uitvoerlade Geef de uitvoerlade op.
Configureert de
instellingen voor
dichtheid, kwaliteit
van de kopieën en de
kleurbalans.
Dichtheid Stelt de dichtheid in aan de hand van 7 of 13 niveaus. pagina 5-21
Originele afbeelding Selecteert het originele afbeeldingstype voor een
optimaal resultaat.
pagina 5-22
EcoPrint EcoPrint bespaart toner bij het afdrukken.
Scherpte Past de scherpte van de beeldomtrekken aan.
Dichtheid
achtergrond
aanpassen
Verwijdert donkere achtergronden van een origineel,
bijvoorbeeld bij kranten.
Belet doorschijnen Werkt achtergrondkleuren en beelden die
doorschijnen weg bij het scannen van een dun
origineel.
Origineel
Formaat
Papier-
selectie
Orig. met
versch.form.
Afdr.richt.
origineel
Samenvoeg/
verschuiven
Nieten/
perforeren
uitvoerlade
Snelle
instellingen
Geavanceerde
instellingen
Programma
Voorbeeld
100%
A4
A4Orig.
Zoomen
:
:
:
Verzend
Voorbeeld
Orig./papier/
voltooien
Indelen
/bewerken
Gereed voor kopiëren.
Beeldkwaliteit
Tabblad
Functietoetsen
Orig./papier/
voltooien
Beeld
5-3
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Configureert de
instellingen voor
dubbelzijdig afdrukken
en stempelen.
Zoomen Past de zoomfactor aan om de afbeelding te
verkleinen of te vergroten.
pagina 5-23
Combineren Combineert 2 of 4 originele bladen in 1 afgedrukte
pagina.
Marge/centreren Marge: Marges (witruimte) toevoegen. U kunt
bovendien de margebreedte en de marge
van de achterpagina instellen.
Centreren: Centreert de originele afbeelding op het
papier wanneer gekopieerd wordt op
papier met een andere dan het originele
formaat.
Kader wissen Wist het zwarte kader rondom de afbeelding.
Boekje Drukt documenten af op tweezijdig bedrukte open
boekbladen.
Duplex Maakt dubbelzijdige kopieën.
U kunt ook enkelzijdige kopieën maken van een
tweezijdig origineel of van een origineel met twee
pagina's naast elkaar zoals een boek.
pagina 5-27
Kaft Voegt een kaft aan de voltooide documenten toe.
Formulier Drukt het originele document af met een formulier of
afbeelding eroverheen.
Paginanr. Voegt een kaft aan de voltooide documenten toe.
Memopagina Produceert kopieën met ruimte voor het toevoegen
van aantekeningen.
Herhaling afbeelding Herhaalt de originele afbeelding op één blad papier.
Tekststempel U kunt een tekststempel aan de documenten
toevoegen.
Stempel U kunt een stempel aan de documenten toevoegen.
Tabblad Functietoets Beschrijving
Referentie-
pagina
Indelen
/bewerken
5-4
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Configureert de
instellingen voor
continu scannen,
spiegelbeeldkopieën
en de functie Blanco
pagina overslaan.
Continu scannen Scant een groot aantal originelen in afzonderlijke
partijen en produceert ze vervolgens als één taak.
Beeld auto roteren Draait het beeld automatisch 90 graden wanneer de
afmetingen van het origineel en het geplaatste papier
overeenkomen maar de richtingen anders zijn.
Negatief beeld Keert de witte en zwarte gedeelten van de afbeelding
tijdens het afdrukken om.
Spiegelbeeld Kopieert het spiegelbeeld van het origineel.
Melding taak
voltooid
Verzendt een e-mailbericht wanneer een taak is
voltooid.
Bestandsnaam
invoeren
Voegt een bestandsnaam toe.
Prioriteit
onderdrukken
Onderbreekt de huidige taak en geeft voorrang aan een
andere taak.
Herhalingskopie Produceert aanvullende kopieën in de gewenste
hoeveelheid nadat een kopieertaak is voltooid.
DP-leesactie Kiest de scanbewerking voor de documenttoevoer
wanneer deze wordt gebruikt.
Blanco pagina
overslaan
Wanneer er blanco pagina's in een gescand document
aanwezig zijn, slaat deze functie de blanco pagina's
over en drukt alleen de niet-blanco pagina's af.
Tabblad Functietoets Beschrijving
Referentie-
pagina
Geavanceerde
instellingen
5-5
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Verzenden
Selecteer, om de instellingen van de functies te configureren, het tabblad en druk op de functietoets.
Zie voor meer informatie over elke functie, de onderstaande tabel.
Tabblad Functietoets Beschrijving
Referentie-
pagina
Configureert de
instellingen voor
origineeltype en
bestandsformaat.
Origineel Formaat Geeft het formaat op van het origineel formaat dat
gescand wordt.
pagina 5-15
Orig. met
versch.form.
Scant alle pagina's via de documenttoevoer, ook als ze
van verschillende formaten zijn.
2zijdig/boek
origineel
Selecteert het type en de richting van de binding op
basis van het origineel.
Afdr.richt. origineel Selecteert waar de bovenrand van het originele
document zich bevindt om in de juiste richting te
scannen.
Verzendformaat Selecteert het formaat van de te verzenden
afbeelding.
Bestandsformaat Specificeert het bestandsformaat van de afbeelding.
Het niveau van de beeldkwaliteit kan ook aangepast
worden.
pagina 5-31
Bestanden scheiden Creëert verschillende bestanden door de gegevens
van het gescande origineel per pagina te scheiden
alvorens de bestanden te verzenden.
pagina 5-31
Lang origineel Leest lange originele documenten met behulp van een
documenttoevoer.
Raadpleeg de
FAX
Operation
Guide.
Origineel
Formaat
Orig. met
versch.form.
2zijdig/boek
origineel.
Afdr.richt.
origineel
Verzend-
formaat
Bestands-
formaat
Bestanden
scheiden
Lang
origineel
Snelle
instellingen
Geavanceerde
instellingen
Programma
Voorbeeld
100%
A4
A4Orig.
Zoomen
:
:
:
Verzend
Bestemming
Gereed voor verzenden.
Beeld verzenden
Kleur/beeld-
kwaliteit
Orig./Verzend-
geg.formaat
Bestemming
Tabblad
Functietoetsen
Orig./Verzend-
geg.formaat
5-6
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Configureert de
instellingen voor
dichtheid, kwaliteit
van de kopieën en de
kleurbalans.
Dichtheid Stelt de dichtheid in aan de hand van 7 of 13 niveaus. pagina 5-21
Originele afbeelding Selecteert het beeldtype van het origineel voor een
optimaal resultaat.
pagina 5-22
Scanresolutie Selecteert de dichtheid van de scanresolutie. pagina 5-32
FAX TX-resolutie Selecteert de dichtheid van de beelden bij het
verzenden van een fax.
Raadpleeg de
FAX
Operation
Guide.
Kleurselectie Selecteert de instelling voor kleurmodus.
Scherpte Past de scherpte van de beeldomtrekken aan.
Dichtheid
achtergrond
aanpassen
Verwijdert donkere achtergronden van een origineel,
bijvoorbeeld bij kranten.
Belet doorschijnen Werkt achtergrondkleuren en beelden die
doorschijnen weg bij het scannen van een dun
origineel.
Tabblad Functietoets Beschrijving
Referentie-
pagina
Kleur/beeld-
kwaliteit
5-7
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Configureert de
instellingen voor
verzendkopie,
gecodeerde
verzending en
bevestiging
bestandgrootte.
Zoomen Past de zoomfactor aan om de afbeelding te
verkleinen of te vergroten.
pagina 5-23
Centreren Centreren: Centreert de originele afbeelding op het
papier wanneer gekopieerd wordt op
papier met een andere dan de originele
grootte.
Kader wissen Wist het zwarte kader rondom de afbeelding.
Uitgestelde
faxverzending
Stelt een verzendtijdstip in. Raadpleeg de
FAX
Operation
Guide.
Continu scannen Scant een groot aantal originelen in afzonderlijke
partijen en produceert ze vervolgens als één taak.
Melding taak
voltooid
Verzendt een e-mailbericht wanneer een taak is
voltooid.
Bestandsnaam
invoeren
Voegt een bestandsnaam toe.
Onderwerp/tekst
E-mailbericht
Voegt een onderwerp en tekst toe wanneer een
document wordt verzonden.
pagina 5-32
i-FAX onderwerp/
body
Voegt een onderwerp en tekst toe wanneer een
document wordt verzonden met i-FAX.
Raadpleeg de
FAX
Operation
Guide.
Directe
faxverzending
Verzendt de fax onmiddellijk zonder de gegevens van
het origineel in het geheugen te lezen.
Raadpleeg de
FAX
Operation
Guide.
FAX Polling RX Zorgt er automatisch voor dat een apparaat met een
opgeslagen document, dit naar uw apparaat verzendt.
Raadpleeg de
FAX
Operation
Guide.
Verzenden en
afdrukken
Zorgt voor het afdrukken van een kopie van het
document dat verzonden wordt.
Verzenden en
opslaan
Zorgt voor het opslaan van een kopie van het
document dat verzonden wordt in een Custom Box..
FTP TX-Encryptie Versleutelt afbeeldingen wanneer via FTP verzonden
wordt.
Tekststempel U kunt een tekststempel aan de documenten
toevoegen.
Stempel U kunt een stempel aan de documenten toevoegen.
Bevestiging bestand
grootte
Controleert de bestandgrootte alvorens het origineel te
verzenden/op te slaan.
FAX TX-rapport Drukt een rapport af wanneer de verzending van een
document is geslaagd of wanneer een fout optreedt en
de verzending mislukt.
Raadpleeg de
FAX
Operation
Guide.
Tabblad Functietoets Beschrijving
Referentie-
pagina
Geavanceerde
instellingen
5-8
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Custom Box (Bestand opslaan, afdrukken, verzenden)
Selecteer, om de instellingen van de functies te configureren, het tabblad en druk op de functietoets.
Zie voor meer informatie over elke functie, de onderstaande tabel.
Bestand opslaan
Tabblad Functietoets Beschrijving
Referentie-
pagina
Configureert de
instellingen
wanneer het
document in de
Custom Box
wordt
opgeslagen.
Origineel Formaat Geef het formaat op van het origineel dat gescand wordt. pagina 5-15
Orig. met versch.form. Scant alle pagina's via de documenttoevoer, ook als ze
van verschillende formaten zijn.
2zijdig/boek origineel. Selecteert het type en de richting van de binding op basis
van het origineel.
Afdr.richt. origineel Selecteert waar de bovenrand van het originele document
zich bevindt om in de juiste richting te scannen.
Opslagformaat
Selecteert het formaat van de afbeelding die opgeslagen moet worden.
Doorschijnen
voorkomen
Werkt achtergrondkleuren en beelden die doorschijnen
weg bij het scannen van een dun origineel.
Dichtheid Stelt de dichtheid in aan de hand van 7 of 13 niveaus. pagina 5-21
Origineel beeld Het beeldtype van het origineel selecteren voor een
optimaal resultaat.
pagina 5-22
Scanresolutie Selecteert de dichtheid van de scanresolutie. pagina 5-32
Kleurselectie Selecteert de instelling voor kleurmodus.
Scherpte Past de scherpte van de beeldomtrekken aan.
Dichtheid achtergrond Verwijdert donkere achtergronden van een origineel,
bijvoorbeeld bij kranten.
Zoomen Past de zoomfactor aan om de afbeelding te verkleinen of
te vergroten.
pagina 5-23
Centreren Centreren: Centreert de originele afbeelding op het
papier wanneer gekopieerd wordt op papier
met een andere dan het originele formaat.
Kader wissen Wist het zwarte kader rondom de afbeelding.
Continu scannen Scant een groot aantal originelen in afzonderlijke partijen
en produceert ze vervolgens als één taak.
Melding taak voltooid Verzendt een e-mailbericht wanneer een taak is voltooid.
Bestandsnaam invoeren
Voegt een bestandsnaam toe.
Origineel
Formaat
Orig. met
versch.form.
2zijdig/boek
origineel.
Afdr.richt.
origineel
Functies
Terug naar lijst
Voorbeeld
100%
A4
A4Orig.
Zoomen
:
:
:
Opslaan
Vrije ruimte
200.0MB
Gereed voor opslaan in box.
Beeld opslaan
Snelle
instellingen
Programma
Scan-
resolutie
Kleur-
selectie
Scherpte
Dichtheid
achtergrond
Opslag-
formaat
Doorschijnen
voorkomen
Dichtheid
Origineel
beeld
1/2
Tabblad
Functietoetsen
Functies
5-9
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Afdrukken
Tabblad Functietoets Beschrijving
Referentie-
pagina
Configureert de
instellingen voor
papierselectie en
dubbelzijdig afdrukken
wanneer vanuit de
Custom Box wordt
afgedrukt.
Papierselectie Selecteert de cassette of de multifunctionele lade met
het benodigde papierformaat.
pagina 5-16
Samenvoeg/
verschuiven
Sorteert de uitgevoerde documenten per pagina of per
set.
pagina 5-18
Nieten/perforeren Niet of perforeert de afgedrukte documenten. pagina 5-19
Uitvoerlade Geef de uitvoerlade op.
Combineren Combineert 2 of 4 originele bladen in 1 afgedrukte
pagina.
Marge/centreren Marge: Marges (witruimte) toevoegen. U kunt
bovendien de breedte van de marges en
de marge van de achterpagina instellen.
Centreren: Centreert de originele afbeelding op het
papier wanneer gekopieerd wordt op
papier met een andere dan de originele
grootte.
Boekje Drukt documenten af op tweezijdig bedrukte open
boekbladen.
Duplex Drukt eenzijdige of open-boek-originelen tweezijdig af
of tweezijdige of open-boek-originelen eenzijdig af.
pagina 5-27
Kaft Voegt een kaft aan de voltooide kopieën toe.
Paginasjabloon
Kopieert het originele document met een formulier of
afbeelding eroverheen.
Paginanr. Voegt een kaft aan de voltooide documenten toe.
Melding taak voltooid
Verzendt een e-mailbericht wanneer een taak is voltooid.
Bestandsnaam
invoeren
Voegt een bestandsnaam toe.
Verwijderen na
afdrukken
Verwijdert automatisch een document uit de box nadat
het afdrukken is voltooid.
Prioriteit
onderdrukken
Onderbreekt de huidige taak en geeft voorrang aan een
andere taak.
EcoPrint EcoPrint bespaart toner bij het afdrukken.
Zoomen Past de zoomfactor aan om de afbeelding te
verkleinen of te vergroten.
pagina 5-23
Tekststempel Drukt een tekststempel op de gescande originelen af.
Stempel Drukt een stempel op de gescande originelen af.
Kleurbalans
Regelt de sterkte van cyan, magenta, geel en zwart.
Functies
5-10
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Configureert de
instellingen voor
dichtheid, kwaliteit
van de kopieën en de
kleurbalans.
Dichtheid Stelt de dichtheid in aan de hand van 7 of 13 niveaus. pagina 5-21
Originele afbeelding Het beeldtype van het origineel selecteren voor een
optimaal resultaat.
pagina 5-22
Scherpte Past de scherpte van de beeldomtrekken aan.
Achtergronddicht-
heid aanpassen
Verwijdert donkere achtergronden van een origineel,
bijvoorbeeld bij kranten.
Doorschijnen
voorkomen
Werkt achtergrondkleuren en beelden die
doorschijnen weg bij het scannen van een dun
origineel.
Tabblad Functietoets Beschrijving
Referentie-
pagina
Beeld
5-11
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Verzenden
Tabblad Functietoets Beschrijving
Referentie-
pagina
Configureert de
instellingen voor
bestandsformaat en
faxverzending
wanneer vanuit de
Custom Box wordt
afgedrukt.
Verzendformaat Selecteert het formaat van de te verzenden
afbeelding.
Bestandsformaat Specificeert het bestandsformaat van de afbeelding.
Het niveau van de beeldkwaliteit kan ook aangepast
worden.
pagina 5-31
FAX TX-resolutie Selecteert de dichtheid van de beelden bij het
verzenden van een fax.
Raadpleeg de
FAX
Operation
Guide.
Centreren Centreert de originele afbeelding op het papier
wanneer gekopieerd wordt op papier met een andere
dan de originele grootte.
Uitgestelde
faxverzending
Stelt een verzendtijdstip in. Raadpleeg de
FAX
Operation
Guide.
Melding taak
voltooid
Verzendt een e-mailbericht wanneer een taak is
voltooid.
Bestandsnaam
invoeren
Voegt een bestandsnaam toe.
Onderwerp/tekst
E-mailbericht
Voegt een onderwerp en tekst toe wanneer een
document wordt verzonden.
pagina 5-32
i-FAX onderwerp/
body:
Voegt een onderwerp en tekst toe wanneer een
document wordt verzonden met i-FAX.
Raadpleeg de
FAX
Operation
Guide.
FTP encryptie TX Versleutelt afbeeldingen wanneer via FTP verzonden
wordt.
Verwijderen na
verzenden
Verwijdert automatisch een document uit de box nadat
de verzending is voltooid.
Zoomen Past de zoomfactor aan om de afbeelding te
verkleinen of te vergroten.
pagina 5-23
Bestanden scheiden Creëert verschillende bestanden door de gegevens
van het gescande origineel per pagina te scheiden
alvorens de bestanden te verzenden.
pagina 5-31
Tekststempel U kunt een tekststempel aan de documenten
toevoegen.
Stempel U kunt een stempel aan de documenten toevoegen.
Bevestiging bestand
grootte
Controleert de bestandgrootte alvorens het origineel te
verzenden/op te slaan.
FAX TX-rapport Drukt een rapport af wanneer de verzending van een
document is geslaagd of wanneer een fout optreedt en
de verzending mislukt.
Raadpleeg de
FAX
Operation
Guide.
Functies
5-12
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Configureert de
instellingen voor
dichtheid, kwaliteit
van de kopieën en de
kleurbalans.
Dichtheid Stelt de dichtheid in aan de hand van 7 of 13 niveaus. pagina 5-21
Originele afbeelding Het beeldtype van het origineel selecteren voor een
optimaal resultaat.
pagina 5-22
Resolutie Selecteert de dichtheid van de scanresolutie. pagina 5-32
Kleurselectie Selecteert de instelling voor kleurmodus.
Scherpte Past de scherpte van de beeldomtrekken aan.
Achtergronddicht-
heid aanpassen
Verwijdert donkere achtergronden van een origineel,
bijvoorbeeld bij kranten.
Doorschijnen
voorkomen
Werkt achtergrondkleuren en beelden die
doorschijnen weg bij het scannen van een dun
origineel.
Tabblad Functietoets Beschrijving
Referentie-
pagina
Kleur/beeld-
kwaliteit
5-13
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Verwisselbaar geheugen (Bestand opslaan,
documenten afdrukken)
Selecteer, om de instellingen van de functies te configureren, het tabblad en druk op de functietoets.
Zie voor meer informatie over elke functie, de onderstaande tabel.
Bestand opslaan
Tabblad Functietoets Beschrijving
Referentie-
pagina
Configureert de
instellingen voor
kleurselectie en
documentnaam
wanner het
document in het
verwisselbare
geheugen wordt
opgeslagen.
Origineel Formaat
Geeft het formaat op van het origineel formaat dat gescand wordt.
pagina 5-15
Orig. met versch.form. Scant alle pagina's via de documenttoevoer, ook als ze
van verschillende formaten zijn.
2zijdig/boek origineel
Selecteert het type en de richting van de binding op basis van het origineel.
Afdr.richting origineel Selecteert waar de bovenrand van het originele document
zich bevindt om in de juiste richting te scannen.
Opslagformaat
Selecteert het formaat van de afbeelding die opgeslagen moet worden.
Doorschijnen
voorkomen
Werkt achtergrondkleuren en beelden die doorschijnen
weg bij het scannen van een dun origineel.
Dichtheid Stelt de dichtheid in aan de hand van 7 of 13 niveaus. pagina 5-21
Origineel beeld
Het beeldtype van het origineel selecteren voor een optimaal resultaat.
pagina 5-22
Scanresolutie Selecteert de dichtheid van de scanresolutie. pagina 5-32
Kleurselectie Selecteert de instelling voor kleurmodus.
Scherpte Past de scherpte van de beeldomtrekken aan.
Dichtheid achtergrond Verwijdert donkere achtergronden van een origineel,
bijvoorbeeld bij kranten.
Zoomen
Past de zoomfactor aan om de afbeelding te verkleinen of te vergroten.
pagina 5-23
Centreren
Centreert de originele afbeelding op het papier wanneer gekopieerd
wordt op papier met een andere dan de originele grootte.
Kader wissen Wist het zwarte kader rondom de afbeelding.
Continu scannen Scant een groot aantal originelen in afzonderlijke partijen
en produceert ze vervolgens als één taak.
Melding taak voltooid Verzendt een e-mailbericht wanneer een taak is voltooid.
Bestandsnaam invoeren
Voegt een bestandsnaam toe.
Bestandsformaat Specificeert het bestandsformaat van de afbeelding. Het
niveau van de beeldkwaliteit kan ook aangepast worden.
pagina 5-31
Bestanden scheiden
Creëert verschillende bestanden door de gegevens van het gescande
origineel per pagina te scheiden alvorens de bestanden te verzenden.
pagina 5-31
Tekststempel U kunt een tekststempel aan de documenten toevoegen.
Stempel U kunt een stempel aan de documenten toevoegen.
Origineel
Formaat
Orig. met
versch.form.
2zijdig/boek
origineel.
Afdr.richt.
origineel
Functies
Terug naar lijst
Voorbeeld
100%
A4
A4Orig.
Zoomen
:
:
:
Opslaan
Vrije ruimte
200.0MB
Gereed voor opslaan in box.
Beeld opslaan
Snelle
instellingen
GeheugenVerw.
Scan-
resolutie
Kleur-
selectie
Scherpte
Dichtheid
achtergrond
Opslag-
formaat
Doorschijnen
voorkomen
Dichtheid
Origineel
beeld
1/2
Tabblad
Functietoetsen
Functies
5-14
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Documenten afdrukken
Tabblad Functietoets Beschrijving
Referentie-
pagina
Configureert de
instellingen voor
papierselectie en
dubbelzijdig afdrukken
wanneer vanuit het
verwisselbare
geheugen wordt
afgedrukt.
Papierselectie Selecteert de cassette of de multifunctionele lade met
het benodigde papierformaat.
pagina 5-16
Samenvoeg/
verschuiven
Sorteert de uitgevoerde documenten per pagina of per
set.
pagina 5-18
Nieten/perforeren Niet of perforeert de afgedrukte documenten. pagina 5-19
Uitvoerlade Geef de uitvoerlade op.
Marge Marges (witruimte) toevoegen. U kunt bovendien de
breedte van de marges en de marge van de
achterpagina instellen.
2-zijdig Drukt een document op eenzijdige o tweezijdige
bladen af.
pagina 5-30
Melding taak
voltooid
Verzendt een e-mailbericht wanneer een taak is
voltooid.
Prioriteit
onderdrukken
Onderbreekt de huidige taak en geeft voorrang aan
een andere taak.
EcoPrint EcoPrint bespaart toner bij het afdrukken.
Tekststempel U kunt een tekststempel aan de documenten
toevoegen.
Stempel U kunt een stempel aan de documenten toevoegen.
PDF encryptie -
wachtwoord
Voert het vooraf toegewezen wachtwoord in om de
PDF-gegevens af te drukken.
JPEG-/TIFF-afdruk Selecteert de beeldgrootte wanneer JPEG- of TIFF-
bestanden worden afgedrukt..
XPS aanpassen aan
pagina
Vergroot of verkleint de beeldgrootte om deze aan het
geselecteerde papierformaat aan te passen wanneer
een XPS-bestand wordt afgedrukt.
Functies
5-15
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Functies
Origineel formaat
Geef het formaat van het origineel op dat gescand moet worden.
Druk op [Standaardformaten 1], [Standaardformaten 2], [Overige] of [Formaatinvoer] om het formaat van het origineel te
selecteren.
*1 Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor instructies over hoe u de formaten van aangepaste originelen (Custom 1 t/m 4) kunt invoeren.
Als "Custom Formaat Origineel" op [Uit] is ingesteld, verschijnt dit niet.
*2 De invoereenheden kunnen gewijzigd worden in het Systeemmenu. Raadpleeg voor meer informatie de Engelse gebruikershandleiding.
Item Instelling Beschrijving
Standaard
Formaten 1
Metrische modellen: Auto, A3, A4, A4-R, A5, A5-R, A6-R,
B4-R, B5, B5-R, B6, B6-R, Folio, 216x340 mm
Inch-modellen: Auto, Ledger, Letter, Letter-R, Legal,
Statement, Statement-R, 11 x 15", Oficio II
Detecteert automatisch het formaat van het
origineel of laat keuze uit
standaardformaten toe.
Standaard
Formaten 2
Metrische modellen: Ledger, Letter, Letter-R, Legal-R,
Statement, Statement-R, 11 x 15", Oficio II, 8K, 16K, 16K-R
Inch-modellen: A3, A4, A4-R, A5, A5-R, A6-R, B4, B5, B5-R,
B6, B6-R, Folio, 8K, 16K, 16K-R, 216 x 340 mm
Selecteert uit de standaardformaten die niet
bij “Standaard Formaten 1” staan.
Overige Hagaki, Oufuku hagaki, Custom 1 to 4*
1
Selecteert uit envelop, ansichtkaart of
aangepaste formaten.
*1
Formaatinvoer Metrisch
X: 50 tot 432 mm (in stappen van 1 mm)
Y: 50 tot 297 mm (in stappen van 1 mm)
Voert het formaat in dat niet bij de
standaardformaten 1 en 2 staat.
*2
Wanneer u [Formaatinvoer] heeft
geselecteerd, drukt u op [+] of [-] om de
afmetingen van "X" (horizontaal) en "Y"
(verticaal) in te stellen. Druk op [Nummers]
om de numerieke toetsen voor het invoeren
te gebruiken.
Inch
X: 2,00 tot 17,00" (in stappen van 1 mm)
Y: 2,00 tot 11,69" (in stappen van 1 mm)
OPMERKING
Let erop dat u altijd het formaat van het origineel opgeeft wanneer u originelen van afwijkende formaten gebruikt.
Kopiëren
Orig./papier/
voltooien
Verzenden
Orig./Verzend-
geg.formaat
Custom
box
Functies
USB-
geheugen
Functies
5-16
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Papierselectie
Selecteert de cassette of de multifunctionele lade met het benodigde papierformaat.
Selecteer uit [1] (Cassette 1) t/m [4] (Cassette 4) om het papier te gebruiken dat in die bepaalde cassette is geplaatst.
Als [Auto] is geselecteerd, dan wordt automatisch het papier gekozen dat overeenkomt met het formaat van het
origineel.
Druk, om [MF-lade] te selecteren, op [Papier instel.] en geef het papierformaat en het mediatype op. De beschikbare
papierformaten en mediatypes worden in onderstaande tabel vermeld.
*1 Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor instructies over hoe u de aangepaste papierformaten (Custom 1 t/m 4) kunt invoeren.
*2 De invoereenheden kunnen gewijzigd worden in het Systeemmenu. Raadpleeg voor meer informatie de Engelse gebruikershandleiding.
*3 Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor instructies over hoe u de aangepaste papiertypes 1 t/m 8 kunt invoeren. Raadpleeg voor het
afdrukken op voorbedrukt of geperforeerd papier of op briefpapier de Engelse gebruikershandleiding.
OPMERKING
Geef van tevoren het formaat en de soort op van het papier dat in de cassette is geplaatst (raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding).
Cassette 3 en Cassette 4 worden weergegeven wanneer de optionele papierinvoer is geïnstalleerd.
Item Instelling Beschrijving
Papierin-
stellingen
Standaard
Formaten
1
Metrische modellen: A3, A4, A4-R, A5-R, A6-R, B4, B5, B5-R, B6-R,
Folio, 216 x 340 mm
Inch-modellen: Ledger, Letter, Letter-R, Legal, Statement, Executive,
Oficio II
Selecteert uit de
standaardformaten.
Standaard
Formaten
2
Metrische modellen: Ledger, Letter, Letter-R, Legal-R, Statement,
Executive, Oficio II, 8K, 16K, 16K-R
Inch-modellen: A3, A4, A4-R, A5-R, A6-R, B4, B5, B5-R, B6-R, Folio,
8K, 16K, 16K-R, 216 x 340 mm
Selecteert uit de
standaardformaten die niet
bij “Standaard Formaten 1”
staan.
Overige
ISO B5, Envelop #10 (Commercial #10), Envelop #9 (Commercial #9),
Envelop #6 (Commercial #6 3/4), Envelop Monarch, Envelop DL,
Envelop C5, Envelop C4, Hagaki, Oufuku hagaki, Youkei 4, Youkei 2
en Custom 1 t/m 4
*1
Selecteert uit speciale
standaardformaten en
aangepaste formaten.
Formaat-
invoer
Metrisch
X: 148 tot 432 mm (in stappen van 1 mm)
Y: 98 tot 297 mm (in stappen van 1 mm)
Voert het formaat in dat niet
bij de Standaard Formaten
staat.
*2
Wanneer u [Formaatinvoer]
heeft geselecteerd, drukt u
op [+] of [-] om de
afmetingen van "X"
(horizontaal) en "Y"
(verticaal) in te stellen. Druk
op [Nummers] om de
numerieke toetsen voor het
invoeren te gebruiken.
Inch
X: 5,83 tot 17,00" (in stappen van 0,01")
Y: 3,86 tot 11,69" (in stappen van 0,01")
Mediatype
Normaal (52 tot 105 g/m
2
), Transparant., Ruw, Velijn (52 tot 256 g/m
2
), Etiketten, Recycle,
Afgedrukt
*3
, Dik papier, Karton, Kleur, Geperf.
*3
, Briefpap.
*3
, Dik (106 g/m
2
en meer),
Envelop, Gecoat, Hoge kwalit., Custom 1-8
*3
BELANGRIJK
Wanneer het papierformaat en het mediatype voor de MF-lade is opgegeven, wordt [Papier inst.]
geselecteerd. Merk op dat als nu op [MF-lade] wordt gedrukt, de instellingen gewist worden.
Kopiëren
Orig./papier/
voltooien
Custom
box
Functies
USB-
geheugen
Functies
5-17
Gebruik van de verschillende functies > Functies
OPMERKING
U kunt vooraf het formaat en type papier dat dikwijls gebruikt zal worden selecteren en ze als standaard instellen
(raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
).
Als het opgegeven papierformaat niet in de papierbroncassette of de MF-lade is geplaatst, verschijnt een
bevestigingsscherm. Wanneer [Auto] is geselecteerd en er is niet hetzelfde papierformaat als het gedetecteerde
formaat van het origineel geplaatst, verschijnt een scherm voor bevestiging van het papier. Plaats het vereiste papier
in de MF-lade en druk op [Doorgaan] om met kopiëren te beginnen.
5-18
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Samenvoegen/verschuiven
Sorteert de uitgevoerde documenten per pagina of per set.
* Als [Uit] voor de instelling "Samenvoegen" is geselecteerd, verschijnt [Elke pag.]. Als [Aan] is geselecteerd, verschijnt [Elke set].
Item Afbeelding Beschrijving
Samenvoegen
Scant meerdere originelen en produceert volledige sets
kopieën die afhankelijk van het aantal pagina's worden
afgeleverd.
Verschuiven
Zonder finisher voor 1000 vel of finisher
voor 3000 vel (optioneel)
Wanneer Verschuiven wordt gebruikt, dan worden de
afgedrukte kopieën gemaakt nadat elke set (of pagina) 90
graden gedraaid is.
OPMERKING
Om verschuiven te gebruiken, moet hetzelfde papierformaat
als in de geselecteerde papierlade in een andere richting in
een andere papierlade worden geplaatst.
De papierformaten die bij Verschuiven worden ondersteund, zijn
A4, B5, Letter en 16K.
Met finisher voor 1000 vel of finisher voor
3000 vel (optioneel)
Wanneer u gebruik maakt van verschuiven, dan worden de
afgedrukte kopieën opgesplitst na elke set met kopieën (of na
elke pagina*).
OPMERKING
Toepassing van de optionele voor 1000 vel of finisher voor
3000 vel is vereist.
De papierformaten die bij Verschuiven worden ondersteund
zijn A3, B4, A4, B5, Letter, Legal, Ledger, Oficio II, 8K, 16K en
216 x 340 mm.
Kopiëren
Orig./papier/
voltooien
Custom
box
Functies
USB-
geheugen
Functies
5-19
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Nieten/perforeren
Nieten
Niet de voltooide documenten. De nietpositie kan gekozen worden.
Afdrukrichting origineel en nietpositie
Item Instelling Beschrijving
Nieten
Bovenkant links Selecteert de nietpositie. Zie voor meer informatie over de
richting van het origineel en de nietpositie Afdrukrichting
origineel en nietpositie op pagina 5-19.
Bovenkant rechts
2 nietjes links
2 nietjes bovenkant
2 nietjes rechts
Afdr.richting
origineel
Bovenrand bovenaan, bovenrand links Selecteert de richting van de bovenrand van het originele
document om in de juiste richting te scannen. Druk op [Afdr.
richt. origineel] om de richting van het origineel te selecteren,
namelijk [Bovenr. boven] of [Bovenr. links]. Druk vervolgens op
[OK].
OPMERKING
Voor het nieten is toepassing van de optionele finisher voor 1000 vel of finisher voor 3000 vel vereist.
Raadpleeg voor meer details over de formaten en hoeveelheden papier die geniet kunnen worden Finisher voor 1000 vel
(optioneel) op pagina 7-18 of Finisher voor 3000 vel (optioneel) op pagina 7-19.
Afdrukrichting
origineel
Bovenrand boven Bovenrand links
Papierrichting
Richting van het papier
in de cassette
Richting van het papier
in de cassette
OPMERKING
Bij B5-R en 16K-R met "één nietje" wordt niet schuin geniet.
Kopiëren
Orig./papier/
voltooien
Custom
box
Functies
USB-
geheugen
Functies
5-20
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Verschillende formaten nieten
Ook bij verschillende papierformaten kan de uitvoer worden geniet, op voorwaarde dat of de lengte of de breedte van
het papier gelijk is zoals weergegeven in de onderstaande combinaties. Maximaal 30 bladen kunnen geniet worden.
A3 en A4
B4 en B5
Ledger en Letter
Ledger en Letter-R
8K en 16K
Perforeren
Maakt perforaties in sets voltooide documenten.
OPMERKING
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
voor het nieten van verschillende formaten.
OPMERKING
De optionele finisher voor 1000 vel
of finisher voor 3000 vel
en de perforator zijn vereist.
Raadpleeg voor meer details over de formaten papier die geperforeerd kunnen worden Perforator (optioneel) op
pagina 7-19.
Bij het inch-model zijn tweegaats of driegaats perforaties mogelijk. Bij het metrisch model zijn tweegaats of
viergaats perforaties mogelijk.
Item Instelling Beschrijving
Perforeren
2 perforaties links Selecteert de positie van de perforaties. Raadpleeg voor meer
informatie over de richting van het origineel en de
perforatiepositie Afdrukrichting origineel en perforatiepositie
op pagina 5-21.
2 perforaties boven
2 perforaties rechts
3 perforaties links
3 perforaties boven
3 perforaties rechts
4 perforaties links
4 perforaties boven
4 perforaties rechts
Afdr.richting
origineel
Bovenrand bovenaan, bovenrand links Selecteert waar de bovenrand van het originele document zich
bevindt om in de juiste richting te scannen. Druk op [Afdr. richt.
origineel] om de richting van het origineel te selecteren,
namelijk [Bovenr. boven] of [Bovenr. links]. Druk vervolgens op
[OK].
A3A4
B4B5
LedgerLetter
B5
LedgerLetter
A3A4
B4
LegalLetter-R
LegalLetter-R
5-21
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Afdrukrichting origineel en perforatiepositie
Dichtheid
Stelt de dichtheid in aan de hand van 7 of 13 niveaus.
Stelt de dichtheid in door op [-3] (Lichter) tot [+3] (Donkerder) te drukken. U kunt het dichtheidsniveau wijzigen
door in halve stappen op [-3] (Lichter) tot [+3] (Donkerder) te drukken.
Afbeelding Afdrukrichting origineel
Origineel Afdrukresultaten Glasplaat Documenttoevoer
OPMERKING
Bij het inch-model zijn tweegaats of driegaats perforaties mogelijk. Bij het metrisch model zijn tweegaats of viergaats
perforaties mogelijk.
Kopiëren
Beeld
Verzenden
Kleur/beeld-
kwaliteit
Custom
box
Functies Beeld
USB-
geheugen
Functies
5-22
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Origineel beeld
Selecteert het beeldtype van het origineel voor een optimaal resultaat.
Kopiëren/afdrukken
* Als grijze tekst niet duidelijk wordt afgedrukt bij [Tekst + foto], dan kan het resultaat worden verbeterd door [Tekst] te selecteren.
Verzenden/opslaan
* De instelling "voor OCR" kan geconfigureerd worden. (Instelling: [Uit] / [Aan]) Wanneer [Aan] wordt geselecteerd, levert het scannen een beeld
op dat geschikt is voor OCR. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer Kleurselectie op Zwart en Wit is ingesteld. Raadpleeg voor meer
informatie de Engelse gebruikershandleiding. De instelling "voor OCR" kan geconfigureerd worden. Wanneer [Aan] wordt geselecteerd, levert het
scannen een beeld op dat geschikt is voor OCR. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer Kleurselectie op Zwart en Wit is ingesteld.
Item Instelling Beschrijving
Tekst+Foto
*
Printeruitvoer
Voor oorspronkelijk op dit apparaat afgedrukte documenten met een combinatie
van tekst en foto's.
Boek/Tijdschrift
Voor een combinatie van tekst en foto's in een tijdschrift, enz.
Foto Printeruitvoer
Voor oorspronkelijk op dit apparaat afgedrukte foto's.
Boek/Tijdschrift
Voor fotoafdrukken in tijdschriften, enz.
Fotopapier
Voor foto's gemaakt met een camera.
Tekst Uit
(Lichte tekst/fijne
lijnen)
Voor documenten met hoofdzakelijk tekst en oorspronkelijk afgedrukt op dit
apparaat.
Aan
(Lichte tekst/fijne
lijnen)
Voor scherpe weergave van tekst in potlood en fijne lijnen.
Grafiek/Kaart Printeruitvoer
Voor oorspronkelijk op dit apparaat afgedrukte kaarten en diagrammen.
Boek/Tijdschrift
Voor kaarten en diagrammen in een tijdschrift.
Item Beschrijving
Tekst+Foto
Voor documenten met een combinatie van tekst en foto's.
Foto
Voor foto's gemaakt met een camera.
Tekst
*
Voor scherpe weergave van tekst in potlood en fijne lijnen.
Kopiëren
Beeld
Verzenden
Kleur/beeld-
kwaliteit
Custom
box
Functies Beeld
USB-
geheugen
Functies
5-23
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Zoomen
Past de zoomfactor aan om de afbeelding te verkleinen of te vergroten.
Kopiëren
De volgende zoomopties zijn beschikbaar:
Auto
Past het beeld aan zodat het op het papierformaat past.
Standaardzoom
Hiermee kan met een vooraf ingestelde vergrotingsfactor verkleind of vergroot worden.
Maateenheid Zoombereik
(Origineel Kopie)
Maateenheid Zoombereik
(Origineel Kopie)
Inch Auto
400% (max.)
200% (STMT >>Ledger)
154%(STMT >> Legal)
129% (Letter >> Ledger)
121% (Legal >> Ledger)
100%
78% (Legal >> Letter)
77% (Ledger >> Legal)
64% (Ledger >> Letter)
50% (Ledger >> STMT)
25% (min.)
Metrisch Auto
400% (max.)
200% (A5 >> A3)
141% (A4 >> A3, A5 >> A4)
127% (Folio >> A3)
106% (11×15" >> A3)
100%
90% (Folio >> A4)
75% (11×15" >> A4)
70% (A3 >> A4, A4 >> A5)
50%
25% (min.)
Metrisch (Azië/
Pacific)
Auto
400% (max.)
200% (A5 >> A3)
141% (A4 >> A3, B5 >> B4)
122% (A4 >> B4, A5 >> B5)
115% (B4 >> A3, B5 >> A4)
100%
86% (A3 >> B4, A4 >> B5)
81% (B4 >> A4, B5 >> A5)
70% (A3 >> A4, B4 >> B5)
50%
25% (min.)
Kopiëren
Indelen
/bewerken
Verzenden
Geavanceerde
instellingen
Custom
box
Functies
USB-
geheugen
Functies
A4
A3: 141%
A5: 70%
5-24
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Zoomfactor invoeren
Hiermee kan het origineelbeeld in stappen van 1% tussen 25% en 400% handmatig worden
vergroot of verkleind.
XY-zoom
Hiermee kunnen de verticale en horizontale vergrotingsfactor onafhankelijk van elkaar worden
geselecteerd. Vergrotingen kunnen ingesteld worden in stappen van 1% tussen 25% en
400%.
Y
X
5-25
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Item Instelling Beschrijving
Standaardzoom
Metrisch
[Nummers] 25 tot 400% (in stappen van
1%)
100%, Auto, 400% Max.,
200% A5>>A3,
141% A4>>A3 B5>>B4,
127% Folio>>A3,
106% 11x15">>A3,
90% Folio>>A4,
75% 11x15" >>A4,
70% A3>>A4 A4>>A5,
50%, 25% Min.
Metrisch (Azië Pacific)
[Nummers] 25 tot 400% (in stappen van
1%)
100%, Auto, 400% Max.,
200% A5>>A3,
141% A4>>A3 B5>>B4,
122% A4>>B4 A5>>B5,
115% B4>>A3 B5>>A4,
86% A3>>B4 A4>>B5,
81% B4>>A4 B5>>A5,
70% A3>>A4 B4>>B5,
50%, 25% Min.
Inch
[Nummers] 25 tot 400% (in stappen van
1%)
Auto, 100%, 400% Max.,
200% STMT>>Ledger,
154% STMT>>Legal,
129% Letter>>Ledger,
121% Legal>>Ledger,
78% Legal>>Letter,
77% Ledger>>Legal,
64% Ledger>>Letter,
50% Ledger>>STMT,
25% Min.
Selecteert een vooraf ingestelde verhouding.
Druk op [Auto] om de automatische zoom te
gebruiken.
Druk op [+] or [-] om de weergegeven
vergrotingsfactor naar wens te wijzigen. Druk op
[Nummers] om de numerieke toetsen voor het
invoeren te gebruiken.
XY-zoom
X: 25 tot 400% (in stappen van 1mm)
Y: 25 tot 400% (in stappen van 1mm)
Hiermee kunnen de verticale en horizontale
vergrotingsfactor onafhankelijk van elkaar worden
geselecteerd.
Druk op [+] or [-] om de weergegeven
vergrotingsfactor van "X" (horizontaal) en "Y"
(verticaal) te wijzigen.
Druk op [Nummers] om de numerieke toetsen voor
het invoeren te gebruiken.
Afdr.richting
origineel
Bovenrand bovenaan, bovenrand links Selecteert waar de bovenrand van het originele
document zich bevindt om in de juiste richting te
scannen.
Druk op [Afdr. richt. origineel] om de richting van het
origineel te selecteren, namelijk [Bovenr. boven] of
[Bovenr. links]. Druk vervolgens op [OK].
5-26
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Afdrukken/Verzenden/opslaan
Item Beschrijving
100% Het origineelformaat blijft behouden.
Auto Vergroot of verkleint het origineel tot het formaat voor afdrukken/verzenden/opslaan.
OPMERKING
Selecteer, om het beeld te verkleinen of te vergroten, het papierformaat, verzendformaat of opslagformaat.
Papierselectie (pagina 5-16)
Raadpleeg de
Engelse gebruikersgids
.
Sommige combinaties van origineel formaat en papierformaat en verzendformaat kunnen het beeld aan de rand
van het papier plaatsen. Gebruik, om het origineel verticaal en horizontaal op de pagina te centreren, de
Centreerfunctie beschreven in Marge/Centreren, Marge, Centreren (raadpleeg de
Engelse gebruikersgids
)
5-27
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Duplex
Maakt dubbelzijdige kopieën.
U kunt ook enkelzijdige kopieën maken van een tweezijdig origineel of van een origineel met twee pagina's naast elkaar
zoals een boek.
De volgende mogelijkheden zijn beschikbaar:
Enkelzijdig naar dubbelzijdig
Hiermee kunnen dubbelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen worden
gemaakt. Bij een oneven aantal originelen zal de achterzijde van de laatst
gekopieerde pagina blanco zijn.
De volgende bindopties zijn beschikbaar.
A Origineel links/rechts naar Binding links/rechts: Beelden op de achterzijde
worden niet gedraaid.
B Origineel links/rechts naar Binding boven: Beelden op de achterzijde
worden 180 graden gedraaid. De kopieën kunnen aan de bovenzijde
worden ingebonden en staan dan in dezelfde richting bij het omslaan van
de pagina's.
Dubbelzijdig naar enkelzijdig
Hiermee kan elke zijde van een tweezijdig origineel op een afzonderlijk vel
worden gekopieerd.
Hiervoor is de optionele documenttoevoer vereist.
De volgende bindopties zijn beschikbaar.
• Binding links/rechts: Beelden op de achterzijde worden niet gedraaid.
• Binding boven: Beelden op de achterzijde worden 180 graden gedraaid.
Dubbelzijdig naar dubbelzijdig
Hiermee kunnen dubbelzijdige kopieën van dubbelzijdige originelen worden
gemaakt. Hiervoor is de documenttoevoer optionele vereist.
OPMERKING
De ondersteunde papierformaten bij dubbelzijdig naar dubbelzijdig zijn A3,
B4, A4, A4-R, B5, B5-R, A5-R, Ledger, Legal, Letter, Letter-R, Executive,
Statement-R, Oficio II, 216 × 340 mm en Folio.
Kopiëren
Indelen
/bewerken
Custom
box
Functies
USB-
geheugen
Functies
Origineel Kopiëren
ghi
def
abc
ghi
abc
def
ghi
abc
def
Origineel
Kopiëren
AB
Origineel
Kopiëren
Origineel Kopiëren
5-28
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Boek naar enkelzijdig
Hiermee kan een 1-zijdige kopie van een 2-zijdig origineel of een
opengeslagen boek worden gemaakt.
De volgende bindopties zijn beschikbaar.
Binding links: Originelen met tegenover elkaar liggende pagina's worden van
links naar rechts gekopieerd.
Binding rechts: Originelen met tegenover elkaar liggende pagina's worden
van rechts naar links gekopieerd.
Boek naar dubbelzijdig
Hiermee kunnen dubbelzijdige kopieën van boeken met
tegenover elkaar liggende pagina's worden gemaakt.
OPMERKING
De ondersteunde origineelformaten in Boek naar enkelzijdig zijn Ledger,
Letter-R, A3, A4-R, A5-R, B4, B5-R en 8K.
De ondersteunde papierformaten zijn A4, B5, Letter en 16K. U kunt het
papierformaat wijzigen en de kopie verkleinen of vergroten tot dat formaat.
OPMERKING
De ondersteunde origineelformaten in Boek naar
tweezijdig zijn A3, B4, A4-R, B5-R, A5-R, Ledger, Letter-R
en 8K. De ondersteunde papierformaten zijn A4, B5 en
Letter.
Origineel Kopiëren
Origineel Kopie
Boek naar
2-zijdig
Boek naar
5-29
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Kopiëren
Drukt een 1-zijdig origineel of een opengeslagen boek 2-zijdig af of drukt een 2-zijdig origineel of opengeslagen boek 1-
zijdig af. Selecteert de bindrichting voor origineel en voltooide documenten.
Wanneer u het origineel op de plaat legt, herplaatst u vervolgens elk origineel en drukt u op de [
Start
]-toets.
Nadat u alle originelen hebt gescand, drukt u op [Scan volt.] om het kopiëren te starten.
Item Instelling Beschrijving
1-zijdig>>1-zijdig
Schakelt de functie uit.
1-zijdig>>2-zijdig Afwerking
Binding links/rechts, binding boven Selecteert de bindrichting van kopieën.
Afdrukrichting
origineel
Bovenrand bovenaan, bovenrand
links
Selecteert waar de bovenrand van het originele
document zich bevindt om in de juiste richting
te scannen. Druk op [Afdr. richt. origineel] om
de richting van het origineel te selecteren,
namelijk [Bovenr. boven] of [Bovenr. links].
Druk vervolgens op [OK].
2-zijdig>>1-zijdig Origineel
Binding links/rechts, binding boven Selecteert de bindrichting van originelen.
Afdrukrichting
origineel
Bovenrand bovenaan, bovenrand
links
Selecteert waar de bovenrand van het originele
document zich bevindt om in de juiste richting
te scannen. Druk op [Afdr. richt. origineel] om
de richting van het origineel te selecteren,
namelijk [Bovenr. boven] of [Bovenr. links].
Druk vervolgens op [OK].
2-zijdig>>2-zijdig Origineel
Binding links/rechts, binding boven Selecteert de bindrichting van originelen.
Afwerking
Binding links/rechts, binding boven Selecteert de bindrichting van kopieën.
Afdrukrichting
origineel
Bovenrand bovenaan, bovenrand
links
Selecteert waar de bovenrand van het originele
document zich bevindt om in de juiste richting
te scannen. Druk op [Afdr. richt. origineel] om
de richting van het origineel te selecteren,
namelijk [Bovenr. boven] of [Bovenr. links].
Druk vervolgens op [OK].
Boek>>1-zijdig Origineel
Binding links, Binding rechts Selecteert de bindrichting van originelen.
Afdrukrichting
origineel
Bovenrand bovenaan, bovenrand
links
Selecteert waar de bovenrand van het originele
document zich bevindt om in de juiste richting
te scannen.
Boek>>2-zijdig Origineel
Binding links, Binding rechts Selecteert de bindrichting van originelen.
Afwerking
Boek>>2-zijdig, Boek>>Boek Selecteert de gewenste duplexoptie.
Afdrukrichting
origineel
Bovenrand bovenaan, bovenrand
links
Selecteert waar de bovenrand van het originele
document zich bevindt om in de juiste richting
te scannen. Druk op [Afdr. richt. origineel] om
de richting van het origineel te selecteren,
namelijk [Bovenr. boven] of [Bovenr. links].
Druk vervolgens op [OK].
5-30
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Afdrukken
Drukt een document op eenzijdige o tweezijdige bladen af.
Item Instelling Beschrijving
1-zijdig
Schakelt de functie uit.
2-zijdig
Links/rechts Drukt een 2-zijdig document zodanig af dat de bladen correct zijn uitgelijnd om links of rechts
gebonden te worden.
Boven Drukt een 2-zijdig document zodanig af dat de bladen correct zijn uitgelijnd om bovenaan
gebonden te worden.
5-31
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Bestandsformaat
Geeft het bestandsformaat van het beeld op. Het niveau van de beeldkwaliteit kan ook aangepast worden.
Selecteer het bestandsformaat uit [PDF], [TIFF], [JPEG], [XPS], en [Hoge comp. PDF].
Wanneer de kleurstand bij scannen geselecteerd is voor Grijstinten of Full Color, stel dan de beeldkwaliteit in.
Als u [PDF] of [Hoge comp. PDF] heeft geselecteerd, kunt u de encryptie of PDF/A-instellingen opgeven.
*1 Het bestandsformaat kan ingesteld worden (Instelling: [Off] / [PDF/A-1a] / [PDF/A-1b]).
*2 U kunt een Doorzoekbaar PDF-bestand creëren door OCR op het gescande document te laten uitvoeren. Raadpleeg voor meer informatie de
Engelse gebruikershandleiding.
Bestanden scheiden
Creëert verschillende bestanden door de gegevens van het gescande origineel per pagina te scheiden alvorens de
bestanden te verzenden.
(
Instelling
: [Uit] / [Elke pag.])
Druk op [Elke pag.] om Bestanden scheiden in te stellen.
Item Instelling Kleurstand
PDF
*1*2
1 Lage kwaliteit (Hoge comp.) tot
5 Lage kwaliteit (Hoge comp.)
Auto kleur (Kleur/Grijstinten), Auto kleur (Kleur/Zwart-
Wit), Full Color, Grijstinten, Zwart-wit
TIFF
1 Lage kwaliteit (Hoge comp.) tot
5 Lage kwaliteit (Hoge comp.)
Auto kleur (Kleur/Grijstinten), Auto kleur (Kleur/Zwart-
Wit), Full Color, Grijstinten, Zwart-wit
JPEG
1 Lage kwaliteit (Hoge comp.) tot
5 Lage kwaliteit (Hoge comp.)
Auto kleur (Kleur/Grijstinten), Full Color, Grijstinten
XPS
1 Lage kwaliteit (Hoge comp.) tot
5 Lage kwaliteit (Hoge comp.)
Auto kleur (Kleur/Grijstinten), Auto kleur (Kleur/Zwart-
Wit), Full Color, Grijstinten, Zwart-wit
Hoge comp. PDF
*1*2
Prioriteit compressieverhouding,
Standaard, Prioriteit kwaliteit
Auto kleur (Kleur/Grijstinten), Auto kleur (Kleur/Zwart-
Wit), Full Color, Grijstinten
OPMERKING
Wanneer [Hoge comp. PDF] is geselecteerd, kunt u niet de beeldkwaliteit aanpassen.
U kunt de PDF-encryptiefuncties gebruiken. Raadpleeg voor meer informatie de
Engelse gebruikershandleiding
.
Als encryptie geactiveerd is, kunnen de PDF/A-instellingen niet opgegeven worden.
OPMERKING
Een driecijferig volgnummer zoals "abc_001.pdf, abc_002.pdf..." wordt achter de bestandsnaam toegevoegd.
Verzenden
Orig./Verzend-
geg.formaat
Custom
box
Functies
USB-
geheugen
Functies
Verzenden
Orig./Verzend-
geg.formaat
Custom
box
Functies
USB-
geheugen
Functies
5-32
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Scanresolutie, Resolutie
Selecteert de dichtheid van de scanresolutie.
De selecteerbare dichtheid is [600 x 600dpi], [400 x 400dpi zeer fijn], [300 x 300dpi], [200 x 400dpi superfijn],
[200 x 200dpi fijn] of [200 x 100dpi normaal].
Onderwerp/tekst e-mailbericht
Voegt een onderwerp en tekstkader toe wanneer een document wordt verzonden.
Druk op [Onderwerp] / [Tekst] om het onderwerp/tekst van het e-mailbericht in te voeren.
OPMERKING
Hoe hoger het getal, hoe beter de beeldresolutie. Een betere resolutie betekent echter ook grotere bestanden en
langere verzendtijden.
OPMERKING
Het onderwerp kan maximaal 60 tekens beslaan en de tekst kan uit maximaal 500 tekens bestaan.
Druk op [Tekst 1], [Tekst 2] of [Tekst 3] om opgeslagen tekst in te voeren. Raadpleeg voor meer informatie over het
registreren van voorbeelden de
Engelse gebruikershandleiding
.
Verzenden
Kleur/beeld-
kwaliteit
Custom
box
Functies Kleur/beeld-
kwaliteit
USB-
geheugen
Functies
Verzenden
Geavanceerde
instellingen
Custom
box
Functies
6-1
6 Problemen oplossen
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd:
Regulier onderhoud ........................................................................................................................................... 6-2
Reinigen ................................................................................................................................................... 6-2
Vervangen van de tonercontainer ............................................................................................................ 6-6
Vervangen van de tonerafvalbak ............................................................................................................. 6-9
Nietjes vervangen ................................................................................................................................... 6-11
Perforatorafval verwijderen .................................................................................................................... 6-13
Problemen oplossen ........................................................................................................................................ 6-15
Storingen oplossen ................................................................................................................................ 6-15
Reageren op foutmeldingen .................................................................................................................. 6-21
Instellen/Onderhoud .............................................................................................................................. 6-36
Papierstoringen oplossen ...................................................................................................................... 6-38
Nietstoringen oplossen .......................................................................................................................... 6-55
6-2
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
Regulier onderhoud
Reinigen
Reinig het apparaat regelmatig om een optimale afdrukkwaliteit te garanderen.
Glasplaatklep/glasplaat
Veeg de achterkant van de glasplaatklep, de binnenkant van de documenttoevoer en de glasplaat schoon met een
zachte doek bevochtigd met alcohol of een zacht schoonmaakmiddel.
VOORZICHTIG
Haal voor de veiligheid altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen.
BELANGRIJK
Gebruik geen verdunners of andere organische oplosmiddelen.
6-3
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
Sleufglas
Als bij gebruik van de optionele documenttoevoer zwarte strepen of vuil op de kopieën verschijnt, veeg dan het sleufglas
met de bijgeleverde doek schoon. Als u de documenttoevoer gebruikt voor dubbelzijdig scannen, reinig dan ook de
eenheid voor dubbelzijdig scannen.
DP-770
1
2
BELANGRIJK
Veeg het sleufglas schoon met de bijgeleverde droge doek. Gebruik geen water, zeep of oplosmiddel om
schoon te maken.
6-4
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
DP-772
1
2
3
4
6-5
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
DP-773
1
2
6-6
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
Vervangen van de tonercontainer
Als de toner bijna op is, verschijnt op het aanraakscherm "Toner bijna leeg. (vervangen wanneer leeg.)". Zorg ervoor dat
u een nieuwe tonercontainer klaar heeft liggen om te vervangen.
Wanneer op het aanraakscherm "De toner is op" verschijnt, dan moet de toner vervangen worden.
1
2
OPMERKING
Gebruik voor de tonercontainer altijd een origineel exemplaar. Het gebruik van een niet originele tonercontainer kan
beelddefecten en storingen aan het product veroorzaken.
De geheugenchip in de tonercontainer van dit apparaat slaat informatie op die dient voor het verbeteren van het
gebruiksgemak, het recyclingsysteem van gebruikte tonercontainers en de planning en ontwikkeling van nieuwe
producten. De opgeslagen informatie bevat geen persoonlijke of individuele gegevens en wordt volledig anoniem
gebruikt voor de bovenstaande doeleinden.
VOORZICHTIG
Probeer geen delen die toner bevatten te verbranden. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
6-7
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
3
4
5
6
6-8
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
7
8
9
OPMERKING
Berg een vervanging voor een afvaltonerbak die niet geplaatst is op de reserve-
afvaltonerbaklade (W1) zorgvuldig op.
Lever de lege tonercontainer en de tonerafvalbak in bij uw dealer of
servicevertegenwoordiger. De ingezamelde tonercontainers en tonerafvalbakken worden
gerecycled of verwijderd volgens de betreffende voorschriften.
CLICK!
6-9
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
Vervangen van de tonerafvalbak
Wanneer op het aanraakscherm "Controleer de tonerafvalbak" verschijnt, dan moet de tonerafvalbak onmiddellijk
worden vervangen.
1
2
3
VOORZICHTIG
Probeer geen delen die toner bevatten te verbranden. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
6-10
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
4
5
OPMERKING
Plaats een verwijderde vervanging voor een afvaltonerbak niet terug op de reserve-afvaltonerbaklade (W1).
Lever de lege tonercontainer en de tonerafvalbak in bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De ingezamelde
tonercontainers en tonerafvalbakken worden gerecycled of verwijderd volgens de betreffende voorschriften.
CLICK!
6-11
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
Nietjes vervangen
In de optionele finisher voor 1000 vel of finisher voor 3000 vel is een nietpatroon geïnstalleerd.
Als een bericht verschijnt dat de nietjes op zijn, dan moet de nietpatroonhouder bijgevuld worden met nieuwe nietjes.
Volg de onderstaande stappen om de nietjes bij te vullen.
Finisher voor 1000 vel (optioneel)
1
2
3
OPMERKING
Als de nietjes in de nieteenheid op zijn, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger of verkooppunt.
OPMERKING
Het nietpatroon kan enkel worden verwijderd als er geen nietjes meer in zitten.
1
2
1
CLICK!
6-12
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
Finisher voor 3000 vel (optioneel)
In de finisher voor 3000 vel bevindt zich nietpatroonhouder A.
Bijvullen van nietpatroonhouder A
1
2
3
OPMERKING
Het nietpatroon kan enkel worden verwijderd als er geen nietjes meer in zitten.
1
2
1
CLICK!
6-13
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
Perforatorafval verwijderen
Als op het bedieningspaneel van het apparaat een bericht verschijnt dat de perforatorafvalbak vol is, dan moet u de
perforatorafvalbak leegmaken.
Laat de hoofdschakelaar van het apparaat in de stand AAN ( | ) staan terwijl u dit doet.
Finisher voor 1000 vel (optioneel)
1
2
3
OPMERKING
Let erop dat er geen perforatorsnippers uit de afvalbak vallen als u deze verwijdert.
6-14
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
Finisher voor 3000 vel (optioneel)
1
2
3
OPMERKING
Let erop dat er geen perforatorsnippers uit de afvalbak vallen als u deze verwijdert.
6-15
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Problemen oplossen
Storingen oplossen
In de onderstaande tabel vindt u de algemene richtlijnen voor het oplossen van problemen.
Als er zich een probleem voordoet met uw apparaat, lees dan de controlepunten door en voer de procedures op de
aangegeven pagina’s uit. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.
OPMERKING
Wanneer u contact met ons opneemt, zal het serienummer nodig zijn. Raadpleeg voor controle van het serienummer
Scherm voor machinegegevens op pagina 3-7
.
Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
Een van de toepassingen wil
niet starten.
Is de tijd voor de automatische
bedieningspaneel-reset te kort?
Stel de tijd voor de automatische
bedieningspaneel-reset in op 30
seconden of langer.
Het scherm werkt niet
wanneer het apparaat is
ingeschakeld.
Zit de stekker van het apparaat in het
stopcontact?
Stop de stekker van het netsnoer in een
stopcontact.
Er worden geen kopieën
gemaakt wanneer ik op
[
Start
] druk.
Staat er een bericht op het scherm? Bepaal de gepaste reactie op het bericht
en voer de bijbehorende actie uit.
pagina 6-21
Staat het apparaat in de slaapstand? Druk op de [
Power
]-toets om de
slaapstand uit te schakelen.
pagina 2-22
Er worden blanco vellen
papier uitgevoerd.
Zijn de originelen goed geplaatst? Wanneer u de originelen op de glasplaat
legt, plaats ze dan met de beeldzijde
omlaag en lijn ze uit tegen de
aanduidingsplaten voor het
origineelformaat.
pagina 4-2
Als u de originelen in de
documenttoevoer plaatst, plaats ze dan
met de beeldzijde omhoog.
pagina 4-3
Controleer de instellingen van de
applicatiesoftware.
De afdrukken zijn veel te
licht.
Is het papier vochtig? Vervang het papier. pagina 3-14
Heeft u de dichtheid gewijzigd? Selecteer een geschikt
dichtheidsniveau.
pagina 5-21
Is de toner gelijkmatig verdeeld in de
tonercontainer?
Schud de tonercontainer een aantal
keren heen en weer.
pagina 6-6
Is de EcoPrint-functie ingeschakeld? Schakel de [EcoPrint]-functie uit.
Zorg ervoor dat de papiersoortinstelling
klopt voor het gebruikte papier.
6-16
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Afdrukken zijn te donker, zelfs
wanneer de achtergrond van
het gescande origineel wit is.
Heeft u de dichtheid gewijzigd? Selecteer een geschikt
dichtheidsniveau.
pagina 5-21
De kopieën hebben een
gevlamd patroon (groepjes
stippen in een patroon en
niet gelijk uitgelijnd).
Is het origineel een fotoafdruk? Stel de originele afbeelding in op
[Printeruitvoer] of [Boek/Tijdschrift] bij
[Foto].
pagina 5-22
Teksten worden niet duidelijk
afgedrukt.
Heeft u de juiste beeldkwaliteit voor het
origineel gekozen?
Selecteer de juiste beeldkwaliteit. pagina 5-22
Er verschijnen zwarte of
gekleurde stippen op de witte
achtergrond wanneer het witte
origineel wordt gescand
.
Is de origineelhouder of de glasplaat
vuil?
Reinig de origineelhouder of glasplaat. pagina 6-2
De afdrukken zijn vaag. Wordt de machine gebruikt in
omstandigheden die erg vochtig zijn of
waarbij de luchtvochtigheid of
temperatuur snel verandert?
Gebruik het in een omgeving met een
geschikte vochtigheid.
Start [Drum reinigen] op. pagina 6-37
De afdrukken zijn scheef. Zijn de originelen goed geplaatst?
Wanneer u originelen op de glasplaat legt,
lijn ze dan uit tegen de aanduidingsplaten
voor het origineelformaat.
pagina 4-2
Wanneer er originelen in de documenttoevoer
worden geplaatst, moeten de breedtegeleiders
van de originelen goed worden uitgelijnd
voordat u de originelen plaatst.
pagina 4-3
Is het papier goed geplaatst? Controleer de positie van de
papierbreedtegeleiders.
pagina 3-16
pagina 3-23
Voer een middenlijnaanpassing uit. Voor meer
informatie over de procedure, neem contact op
met uw servicevertegenwoordiger.
Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
6-17
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Er verschijnen
onregelmatige horizontale
lijnen in de afbeelding.
Neem contact op met uw
vertegenwoordiger.
Er treden vaak
papierstoringen op.
Is het papier goed geplaatst? Plaats het papier op de juiste manier. pagina 3-16
pagina 3-23
Draai het papier 180 graden ten
opzichte van hoe het papier werd
gepositioneerd.
pagina xiv
pagina 3-16
pagina 3-23
Is de papiersoort geschikt? Is het papier
in goede staat?
Haal het papier uit, draai het om en
plaats het opnieuw.
pagina 3-16
Is het papier gekruld, gevouwen of
gekreukt?
Vervang het papier. pagina 3-16
Zitten er losse stukjes papier of zit er
vastgelopen papier in het apparaat?
Verwijder alle vastgelopen vellen en
stukjes papier.
pagina 6-38
2 of meer vellen tonen
overlappingen tijdens het
uitwerpen. (multi feed)
Plaats het papier op de juiste manier. pagina 3-16
pagina 3-23
De afdrukken zijn gekreukt. Is het papier goed geplaatst? Plaats het papier op de juiste manier. pagina 3-16
pagina 3-23
Draai het papier 180 graden ten
opzichte van hoe het papier werd
gepositioneerd.
pagina xiv
pagina 3-16
pagina 3-23
Is het papier vochtig? Vervang het papier. pagina 3-14
De afdrukken zijn gekruld. Draai het papier om in de cassette of
draai het 180 graden ten opzichte van
hoe het papier werd gepositioneerd.
pagina xiv
pagina 3-16
pagina 3-23
Is het papier vochtig? Vervang het papier. pagina 3-14
Afdrukken lukt niet. Zit de stekker van het apparaat in het
stopcontact?
Stop de stekker van het netsnoer in een
stopcontact.
Staat het apparaat aan? Zet de hoofdschakelaar aan. pagina 2-9
Zijn de printerkabel en netwerkkabel
aangesloten?
Sluit de juiste printerkabel en
netwerkkabel goed aan.
pagina 2-6
Stond het apparaat aan voor de
printerkabel werd aangesloten?
Zet het apparaat aan nadat u de
printerkabel heeft aangesloten.
Is de afdruktaak onderbroken? Hervat het afdrukken.
Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
6-18
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Afdrukken vanaf het USB-
geheugen lukt niet.
Het USB-geheugen wordt
niet herkend.
Is de USB-host geblokkeerd? Selecteer [Ontgrendelen] in de USB-
host-instellingen.
Controleer of het USB-geheugen goed
aangesloten is op het apparaat.
Er zitten verticale strepen op
de afdrukken.
Is het sleufglas vuil? Reinig het sleufglas. pagina 6-3
Vuil op de bovenrand of
achterkant van het papier.
Controleer de binnenkant van de
machine.
Open de rechterklep. Als de binnenkant
van de machine met toner is bevuild,
moet deze gereinigd worden met een
zachte, droge en pluisvrije doek.
Een deel van het beeld is
tijdelijk onduidelijk of
vertoont witte strepen.
Open en sluit de rechterklep.
Start [Drum reinigen] op. pagina 6-37
De afdruk op de achterkant
van het papier is zichtbaar
aan de voorkant.
Stel [Doorschijnen voorkomen] in op
[Aan].
Voer Aanpassen tintverloop
uit via het systeemmenu.
wordt weergegeven.
Bij langdurig gebruik kunnen de
afgedrukte kleurtinten onder invloed van
de omgevingstemperatuur en -
vochtigheid licht afwijken.
Start [Aanpassen tintverloop] op. pagina 6-36
Er kan geen doorzoekbaar
PDF-bestand gecreëerd
worden
Is de juiste taal gekozen? Controleer de te extraheren taal.
Kunnen de teksten op het origineel niet
als teksten herkend worden of is de
PDF-creatietijd verstreken?
Controleer het volgende:
De afdrukrichting van het origineel is
correct.
Wanneer de originelen met de
gemengde richting meteen worden
ingesteld, wordt [Aan] geselecteerd
voor [Auto rotatie beeld].
Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
6-19
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Er kan geen tekst worden
gevonden die u in het PDF-
bestand wilt zoeken.
Heeft u [OCR-tekstherkenning]
ingesteld in
[Bestandsformaat]?
Stel [OCR-tekstherkenning] in
[Bestandsformaat] in.
Zijn de teksten van het gescande
origineel te vaag of te licht?
Stel [Dichtheid] op een donkerder
niveau in.
pagina 5-21
Is de achtergrond van het gescande
origineel te donker en zijn de teksten
moeilijk te herkennen?
Stel [Dichtheid achtergrond aanpassen]
in op [Aan] of [Handmatig] en pas
handmatig de dichtheid lichter aan. Stel
anders [Dichtheid] op een donkerder
niveau in.
pagina 5-21
Is de tekst of afbeelding op de
achterkant van het origineel zichtbaar
op de voorkant?
Stel [Doorschijnen voorkomen] in op
[Aan].
Verzenden via SMB niet
mogelijk.
Is de netwerkkabel aangesloten? Sluit de juiste netwerkkabel goed aan. pagina 2-6
Zijn de netwerkinstellingen voor het
apparaat goed geconfigureerd?
Configureer de TCP/IP-instellingen op
de juiste manier.
Zijn de mapdelingsinstellingen goed
geconfigureerd?
Controleer de deelinstellingen en
toegangsrechten bij de
mapeigenschappen.
Staat het SMB-protocol ingesteld op
[Aan]?
Stel de SMB-protocolinstelling in op
[Aan].
pagina 4-28
Is de [Hostnaam] goed ingevoerd?
*1
Controleer de naam van de computer
waar de gegevens heen worden
gestuurd.
pagina 4-28
Is het [Pad] goed ingevoerd? Controleer de delingsnaam van de
gedeelde map.
pagina 4-28
Is de [Gebruikersnaam voor
aanmelding] goed ingevoerd?
*1*2
Controleer de domeinnaam en de
aanmeldingsgebruikersnaam.
pagina 4-28
Is dezelfde domeinnaam gebruikt voor de
[Hostnaam] en [Gebruikersnaam voor
aanmelding]?
Verwijder de domeinnaam en de
backslash ("\") uit de [Gebruikersnaam
voor aanmelding]..
pagina 4-28
Is het [Aanmeldingswachtwoord] goed
ingevoerd?
Controleer het
aanmeldingswachtwoord.
pagina 4-28
Zijn de uitzonderingen voor Windows
Firewall correct geconfigureerd?
Configureer de uitzonderingen voor
Windows Firewall op de juiste manier.
Verschillen de tijdsinstellingen van het
apparaat, de domeinserver en de
gegevensbestemmingscomputer?
Stel dezelfde tijd in op het apparaat, de
domeinserver en de
gegevensbestemmingscomputer.
Toont het scherm Fout bij verzenden? Raadpleeg
Reageren op Fout bij
verzenden
.
pagina 6-32
Kan niet het apparaat met
WSD vinden.
Hebt u gezocht door het IP-adres of de
hostnaam van het apparaat op te
geven?
Om veiligheidsredenen is het [HTTP]
protocol ingesteld op [Uit], en daarom
kunt u niet zoeken op IP-adres of
hostnaam.
Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
6-20
Problemen oplossen > Problemen oplossen
*1 U kunt ook een volledige computernaam als hostnaam invoeren (bijvoorbeeld pc001.abcdnet.com).
*2 U kunt aanmeldingsgebruikersnamen ook in de volgende formaten invoeren:
Domeinnaam/gebruikersnaam (bijvoorbeeld abcdnet/james.smith)
Gebruikersnaam@domeinnaam (bijvoorbeeld james.smith@abcdnet)
Het apparaat maakt voor of
na het afdrukken een
klikkend geluid.
Het apparaat stelt zichzelf bij. Het is
geen storing in het apparaat.
Er kan niet via de e-mail
verzonden worden.
Is de groottebeperking voor het
verzenden van de e-mail ingesteld in de
SMTP-server in de machine
geregistreerd?
Controleer of de limietwaarde ingevoerd
is in "Groottebeperking voor e-mails"
van de [
E-mail
] instelling in Embedded
Web Server RX en wijzig deze
eventueel.
pagina 2-30
Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
6-21
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Reageren op foutmeldingen
Als het aanraakscherm of het computerscherm een van de volgende foutmeldingen weergeeft, voer dan de
bijbehorende procedure uit.
A
B
C
OPMERKING
Wanneer u contact met ons opneemt, zal het serienummer nodig zijn. Raadpleeg voor controle van het serienummer
Scherm voor machinegegevens op pagina 3-7
.
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
Achtergebleven papier.
Verwijder het papier uit de
documentfinisher.
Activatiefout.
Activeren van de toepassing
mislukt. Neem contact op met de
beheerder.
Expansie-verificatie is
uitgeschakeld. Schakel de
hoofdschakelaar uit en weer aan.
Als de fout aanhoudt, neem dan
contact op met de beheerder.
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
Bezig met afstellen van
de scanner.
Het apparaat wordt aangepast om
de kwaliteit te handhaven. Een
ogenblikje a.u.b.
Binnenlade van de
hoofdunit zit vol met
papier.
Is de maximale opslagcapaciteit
overschreden?
Verwijder het papier. Het afdrukken
wordt hervat.
Box niet gevonden.
De opgegeven box kan niet worden
gevonden. De taak is geannuleerd.
Druk op [Einde].
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
Controleer de
documenttoevoer.
Staat de bovenklep van de
documenttoevoer open?
Sluit de klep van de
documenttoevoer.
Staat de documenttoevoer open? Sluit de documenttoevoer.
Controleer de
tonerafvalcontainer.
De tonerafvalbak is niet correct
geplaatst. Plaats de bak op de juiste
manier.
pagina 6-9
Is de tonerafvalbak vol? Vervang de tonerafvalbak. pagina 6-9
6-22
Problemen oplossen > Problemen oplossen
D
Controleer de
tonercontainer.
Open de voorklep van het apparaat
en trek de tonercontainer eruit.
Schud de tonercontainer goed en
breng hem weer aan op zijn plaats.
pagina 6-6
Controleer het papier in
de multifunctionele lade.
Het papierformaat verschilt. Stel het
geselecteerde papierformaat in en
druk op [Doorgaan].
pagina 3-28
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
De klep is open.
Staat er een klep open? Sluit de klep die weergegeven wordt
op het scherm.
De limiet voor de box is
overschreden.
*
* Als Fouten automatisch wissen ingesteld staat op [Aan], dan wordt het verwerken automatisch hervat nadat een ingestelde tijdsduur
verstreken is.
Wordt er [Einde] op het
aanraakscherm weergegeven?
De opgegeven documentbox is vol
en er is geen opslagcapaciteit meer.
De taak is geannuleerd. Druk op
[Einde]. Probeer de taak opnieuw
uit te voeren na het afdrukken of
verwijderen van gegevens uit de
box.
De box Herhalingskopie is vol en de
functie Herhalingskopie is niet meer
beschikbaar. Druk op [Doorgaan]
om de gescande pagina’s af te
drukken. Druk op [Annuleren] om
de taak te annuleren.
De takenscheider zit vol
met papier.
Is de maximale opslagcapaciteit
overschreden?
Verwijder het papier en druk op
[Doorgaan]. Het afdrukken wordt
hervat.
De toner is op.
Vervang de tonercontainer door de
door ons aanbevolen toner.
pagina 6-6
De uitvoerlade van de
mailbox zit vol.
Is de maximale opslagcapaciteit
overschreden?
Verwijder het papier. Het afdrukken
wordt hervat
Deze gebruikersaccount
is vergrendeld.
Neem contact op met de beheerder.
De taak is geannuleerd. Druk op
[Einde].
Drum reinigen wordt
uitgevoerd...
Het apparaat wordt aangepast om
de kwaliteit te handhaven. Een
ogenblikje a.u.b.
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
6-23
Problemen oplossen > Problemen oplossen
E
F
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
Er is geen
taakaccounting
opgegeven.
*
* Als Fouten automatisch wissen ingesteld staat op [Aan], dan wordt het verwerken automatisch hervat nadat een ingestelde tijdsduur
verstreken is.
Er is geen taakaccounting
opgegeven bij het extern verwerken
van de taak. De taak is
geannuleerd. Druk op [Einde].
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
Fout bij verzenden.*
Er is een fout opgetreden tijdens het
verzenden. De taak is geannuleerd.
Druk op [Einde]. Raadpleeg
Reageren op Fout bij verzenden
voor de foutcode en de oplossing.
pagina 6-32
Fout harde schijf.
Er is een fout opgetreden op de
harde schijf. De taak is
geannuleerd. Druk op [Einde].
De mogelijke foutcodes en hun
beschrijvingen zijn de volgende:
01: De hoeveelheid gegevens die
tegelijk kan worden opgeslagen is
overschreden. Start het systeem
opnieuw op of zet het apparaat UIT
en weer AAN. Als de fout aanhoudt,
splits het bestand dan op in kleinere
bestanden.
Als de fout aanhoudt na het
opsplitsen van het bestand, dan is
de harde schijf beschadigd. Voer
[Systeem initialiseren] uit.
04: Onvoldoende ruimte op de
harde schijf om deze bewerking te
voltooien. Verplaats gegevens of
verwijder overbodige gegevens.
6-24
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Fout opgetreden in
cassette #.
Open de cassette. Controleer de
binnenkant van het apparaat en
verwijder het papier.
Fout verwisselbaar
geheugen.
*
Is het wegschrijven naar een
verwisselbaar geheugen verboden?
Er is een fout opgetreden in het
verwisselbaar geheugen. De taak is
beëindigd. Druk op [Einde].
De mogelijke foutcodes en hun
beschrijvingen zijn de volgende:
01: Sluit een verwisselbaar
geheugen aan waarheen
weggeschreven kan worden.
Er is een fout opgetreden in het
verwisselbaar geheugen. De taak is
beëindigd. Druk op [Einde].
De mogelijke foutcodes en hun
beschrijvingen zijn de volgende:
01: De hoeveelheid gegevens die
tegelijk kan worden opgeslagen is
overschreden. Start het systeem
opnieuw op of zet het apparaat UIT
en weer AAN. Als de fout aanhoudt,
splits het bestand dan op in kleinere
bestanden.
Als de fout aanhoudt, dan is het
verwisselbaar geheugen niet
compatibel met het apparaat.
Gebruik het verwisselbare
geheugen geformatteerd op dit
apparaat.
Als het verwisselbaar geheugen
niet kan worden geformatteerd, dan
is het beschadigd. Sluit een
compatibel verwisselbaar geheugen
aan.
* Als Fouten automatisch wissen ingesteld staat op [Aan], dan wordt het verwerken automatisch hervat nadat een ingestelde tijdsduur
verstreken is.
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
6-25
Problemen oplossen > Problemen oplossen
H
K
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
Het afdruksysteem dat
aangesloten is op de
huidige poort wordt niet
ondersteund door de
printerdriver.
Gebruik voor deze poort
een printerdriver die
compatibel is met het
afdruksysteem.
Wordt het printerstuurprogramma
voor dit product gebruikt?
Controleer de productnaam van het
apparaat en installeer het
printerstuurprogramma opnieuw.
Het geheugen is vol.
*
* Als Fouten automatisch wissen ingesteld staat op [Aan], dan wordt het verwerken automatisch hervat nadat een ingestelde tijdsduur
verstreken is.
Het geheugen is vol en de taak kan
niet worden voltooid. Druk op
[Doorgaan] om de gescande
pagina’s af te drukken. De
afdruktaak kan niet volledig worden
verwerkt. Druk op [Annuleren] om
de taak te annuleren.
Het proces kan niet worden
uitgevoerd omdat er te weinig
geheugen is. Als alleen [Einde]
beschikbaar is, druk dan op [Einde].
De taak wordt geannuleerd.
Het scannergeheugen is
vol.*
Het scannen kan niet worden
uitgevoerd omdat er te weinig
scannergeheugen is. Volg de
instructies op het scherm.
Het sleufglas moet
gereinigd worden.
Reinig het sleufglas met behulp van
de reinigingsdoek die bij de
documenttoevoer geleverd is.
pagina 6-3
Het wachtwoord voldoet
niet aan het beleid.
Is een vereiste van het
wachtwoordbeleid (zoals bijv. de
wachtwoordlengte of de vereiste
tekens) gewijzigd?
Bevestig de vereisten van het
wachtwoordbeleid en wijzig het
aanmeldingswachtwoord.
De taak is geannuleerd. Druk op
[Einde].
Is het wachtwoord verlopen? Wijzig het aanmeldingswachtwoord.
De taak is geannuleerd. Druk op
[Einde].
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
Kan ##### niet
gebruiken door een
storing.
Bel service.
Kan afdrukken op
afstand niet uitvoeren.
Remote afdrukken is verhinderd.
De taak is geannuleerd. Druk op
[Einde].
6-26
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Kan
bestemmingscomputer
niet vinden.
Controleer de computer.
Is de accountinformatie
(gebruikersnaam, wachtwoord) die
gebruikt wordt om de gedeelde map
waarnaar het gescande beeld
verzonden wordt, onjuist?
Controleer de volgende instellingen
van de PC waarnaar het gescande
beeld wordt verzonden.
Hostnaam
•Pad
Gebruikersnaam voor
aanmelding
OPMERKING
Als de afzender een
domeingebruiker is, geef dan de
domeinnaam op.
[Aanmeldingsgebruikersnaam]@[D
omeinnaam]
Voorbeeld: sa720XXXX@km
Aanmeldingswachtwoord
Mapdeelrechten van de
ontvanger
Kan
bestemmingscomputer
niet vinden.
Controleer de computer.
Zijn het apparaat en de PC
waarnaar het gescande beeld
verzonden wordt, aangesloten op
het netwerk?
Controleer de netwerk- en SMB-
instellingen.
De netwerkkabel is
aangesloten.
De hub werkt niet goed.
De server werkt niet goed.
Hostnaam en IP-adres
Poortnummer
pagina 2-6
Kan de taakdata niet
opslaan.
De taak is geannuleerd. Druk op
[Einde].
Kan deze papiersoort
niet nieten.*
Hebt u een papierformaat of -type
geselecteerd dat niet geniet kan
worden?
Als het geselecteerde papier niet
gewijzigd is en u drukt op
[Doorgaan], dan wordt nieten
ingeschakeld.
Selecteer het beschikbare papier.
Druk op [Doorgaan] om af te
drukken.
pagina 5-19
Kan deze taak niet
uitvoeren.*
Beperkt door autorisatie-
instellingen. De taak is
geannuleerd. Druk op [Einde].
Beperkingen door Taakaccounting.
De taak is geannuleerd. Druk op
[Einde].
Kan dit papiertype niet
perforeren.
Heeft u een papierformaat of -soort
geselecteerd die niet kan worden
geperforeerd?
Als het geselecteerde papier niet
gewijzigd is en u drukt op
[Doorgaan], dan wordt Perforeren
ingeschakeld.
Selecteer het beschikbare papier.
Druk op [Doorgaan] om af te
drukken.
pagina 5-20
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
6-27
Problemen oplossen > Problemen oplossen
L
M
Kan dit papiertype niet
verschuiven.*
Heeft u een papierformaat of -soort
geselecteerd die niet verschoven
kan worden?
Als het geselecteerde papier niet
gewijzigd is en u drukt op
[Doorgaan], dan wordt Offset
ingeschakeld.
Selecteer het beschikbare papier.
Druk op [Doorgaan] om af te
drukken.
pagina 5-18
Kan het opgegeven
aantal niet afdrukken.*
Er is slechts één kopie beschikbaar.
Druk op [Doorgaan] om door te
gaan met afdrukken. Druk op
[Annuleren] om de taak te
annuleren.
Kan niet 2-zijdig afdr. op
dit papiertype.*
Heeft u een papierformaat of -soort
geselecteerd waarop niet
dubbelzijdig kan worden afgedrukt?
Als het geselecteerde papier niet
gewijzigd is en u drukt op
[Doorgaan], dan wordt Duplex
ingeschakeld.
Selecteer het beschikbare papier.
Druk op [Doorgaan] om af te
drukken.
pagina 5-27
Kan niet verbinden met
de verif. server.
*
Stel op het apparaat dezelfde tijd in
als op de server.
pagina 2-16
Controleer de domeinnaam.
Controleer de domeinnaam.
Controleer de verbindingsstatus
met de server.
KPDL-fout. *
Er is een PostScript-fout
opgetreden. De taak is
geannuleerd. Druk op [Einde].
* Als Fouten automatisch wissen ingesteld staat op [Aan], dan wordt het verwerken automatisch hervat nadat een ingestelde tijdsduur
verstreken is.
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
Leeg de afvalbak van de
perforator.
Is de perforatorafvalbak vol? Volg de instructies op het scherm
en maak de perforatorafvalbak leeg.
pagina 6-13
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
Machinefout
Er is een interne fout opgetreden.
Schrijf de foutcode op die op het
scherm wordt weergegeven. Bel
service.
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
6-28
Problemen oplossen > Problemen oplossen
N
O
Maximaal aantal nietjes
overschreden.
*
Is het toegestane aantal vellen
overschreden?
Druk op [Doorgaan] om af te
drukken zonder Nieten. Druk op
[Annuleren] om de taak te
annuleren.
Maximumaantal
gescande pagina's.
Werd de toegestane
scanhoeveelheid overschreden?
Er kunnen geen pagina's meer
worden gescand. Volg de instructies
op het scherm.
* Als Fouten automatisch wissen ingesteld staat op [Aan], dan wordt het verwerken automatisch hervat nadat een ingestelde tijdsduur
verstreken is.
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
Nieten onmogelijk op
aangegeven positie.
Heeft u een positie geselecteerd
waar nieten niet mogelijk is?
Als het geselecteerde papier niet
gewijzigd is en u drukt op
[Doorgaan], dan wordt nieten
ingeschakeld.
Selecteer het beschikbare papier.
Druk op [Doorgaan] om af te
drukken.
pagina 5-19
Nieter is leeg.
*
Zijn de nietjes in de
nietpatroonhouder op?
Als de nietjes op zijn, wordt het
apparaat stopgezet en wordt op het
scherm weergegeven waar de
nietjes op zijn. Laat het apparaat
aanstaan en volg de instructies om
het nietpatroon te vervangen. Druk
op [Doorgaan] om af te drukken
zonder nieten. Druk op [Annuleren]
om de taak te annuleren.
pagina 6-11
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
Onbekende toner
geïnstalleerd.
Is de geïnstalleerde toner van ons
eigen merk?
Wij zijn niet aansprakelijk voor
schade als gevolg van het gebruik
van artikelen van andere
fabrikanten in dit apparaat.
Onbekende toner
geïnstalleerd. PC
Komt de regiospecificatie van de
tonercontainer overeen met die van
het apparaat?
Installeer de gespecificeerde
tonercontainer.
Ongeldige configuratie.
Zijn de originelen goed geplaatst? Wanneer u de originelen op de
glasplaat legt, plaats ze dan met de
beeldzijde omlaag en lijn ze uit
tegen de aanduidingsplaten voor
het origineelformaat.
Als u de originelen in de
documenttoevoer plaatst, plaats ze
dan met de beeldzijde omhoog.
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
6-29
Problemen oplossen > Problemen oplossen
P
Onjuist boxwachtwoord.
Het boxwachtwoord was onjuist bij
het extern verwerken van de taak.
De taak is geannuleerd. Druk op
[Einde].
Onjuiste
aanmeldingsnaam of
wachtwoord.
*
De aanmeldingsgebruikersnaam of
wachtwoord was onjuist bij het
extern verwerken van de taak. De
taak is geannuleerd. Druk op
[Einde].
Onjuiste account-ID.*
De account-ID was onjuist bij het
extern verwerken van de taak. De
taak is geannuleerd. Druk op
[Einde].
* Als Fouten automatisch wissen ingesteld staat op [Aan], dan wordt het verwerken automatisch hervat nadat een ingestelde tijdsduur
verstreken is.
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
Papiercassette # zit vol
met papier.
Is de maximale opslagcapaciteit
overschreden?
Verwijder het papier. Het afdrukken
wordt hervat
Papierstoring.
Als zich een papierstoring voordoet,
wordt het apparaat stopgezet en
wordt de plek met de papierstoring
op het scherm weergegeven. Laat
het apparaat aanstaan en volg de
instructies om het vastgelopen
papier te verwijderen.
pagina 6-38
Perforeren op de
gewenste plek niet
mogelijk.
Heeft u een positie geselecteerd
waar perforeren niet mogelijk is?
Als het geselecteerde papier niet
gewijzigd is en u drukt op
[Doorgaan], dan wordt Perforeren
ingeschakeld.
Selecteer het beschikbare papier.
Druk op [Doorgaan] om af te
drukken.
pagina 5-20
Plaats de
perforatorafvalbak.
Volg de instructies op het scherm
en plaats de perforatorafvalbak.
pagina 6-13
Plaats papier in de MF-
lade.
Is in de multifunctionele lade papier
van het geselecteerde formaat
geplaatst?
Plaats papier.
Selecteer het beschikbare papier.
Druk op [Doorgaan] om af te
drukken.
pagina 3-23
Plaats papier in
papiercassette #.
Is het papier in de aangegeven
papiercassette op?
Plaats papier.
Selecteer het beschikbare papier.
Druk op [Doorgaan] om af te
drukken.
pagina 3-14
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
6-30
Problemen oplossen > Problemen oplossen
S
T
U
V
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
Scheve originelen
ingevoerd.
Zie de waarschuwing aangebracht
op de documenttoevoer en
controleer de originelen. Als de
originelen zijn vastgelopen, volg
dan de instructies op het scherm
om de originelen te verwijderen.
Storing in de niet-
eenheid.
Als de nietjes vastlopen, dan wordt
het apparaat stopgezet en wordt de
plek van de storing op het scherm
weergegeven. Laat het apparaat
aanstaan en volg de instructies om
het vastgelopen nietje te
verwijderen.
pagina 6-55
Systeemfout.
Er is een systeemfout opgetreden.
Volg de instructies op het scherm.
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
Temperatuur regelen ...
Het apparaat wordt aangepast om
de kwaliteit te handhaven. Een
ogenblikje a.u.b.
Toner bijna leeg.
(Vervangen wanneer
leeg.)
Het is bijna tijd om de
tonercontainer te vervangen. Houd
een nieuwe tonercontainer klaar.
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
U kunt deze box niet
gebruiken.
U kunt de opgegeven box niet
gebruiken. De taak is geannuleerd.
Druk op [Einde].
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
Vertrouwelijk document
gedetecteerd.
Het apparaat detecteert het
beveiligingspatroon van het
document. De taak is geannuleerd.
Druk op [Einde].
Vervang originelen en
druk op [Doorgaan].
Haal de originelen uit de
documenttoevoer, leg ze in de
oorspronkelijke volgorde en plaats
ze opnieuw. Druk op [Doorgaan] om
door te gaan met afdrukken. Druk
op [Annuleren] om de taak te
annuleren.
6-31
Problemen oplossen > Problemen oplossen
W
Verwijder de originelen
uit de documenttoevoer.
Zitten er nog originelen in de
documenttoevoer?
Verwijder de originelen uit de
documenttoevoer.
Verwisselbaar geheugen
is vol.*
De taak is geannuleerd. Druk op
[Einde].
Onvoldoende vrije ruimte op het
verwisselbaar geheugen. Verwijder
overbodige bestanden.
Verwisselbaar geheugen
niet geformatteerd.
Is het verwisselbare geheugen
geformatteerd op dit apparaat?
Voer [Formatteren] uit op dit
apparaat.
Voer Tintverloop
aanpassen uit via het
Systeemmenu.
Bij langdurig gebruik kunnen de
afgedrukte kleurtinten onder invloed
van de omgevingstemperatuur en -
vochtigheid licht afwijken.
Start [Aanpassen tintverloop] op. pagina 6-36
Voorbereiden voor
afdrukken.
Het apparaat wordt aangepast om
de kwaliteit te handhaven. Een
ogenblikje a.u.b.
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
Waarschuwing te hoge
temperatuur. Pas de
kamertemperatuur aan.
Afdrukkwaliteit kan verslechterd
zijn. Pas de temperatuur en de
vochtigheid in de kamer aan.
Waarschuwing te lage
temperatuur. Pas de
kamertemperatuur aan.
Afdrukkwaliteit kan verslechterd
zijn. Pas de temperatuur en de
vochtigheid in de kamer aan.
Waarschuwing:
geheugen is bijna vol.
De taak kan niet worden gestart.
Probeer later opnieuw.
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentie-
pagina
6-32
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Reageren op Fout bij verzenden
Foutcode Foutmelding Mogelijke oplossing
Referentie
pagina
1101
Het verzenden van de e-mail is
mislukt.
Verzenden van i-Fax niet gelukt.
Controleer de hostnaam van de SMTP-server in het
Embedded Web Server RX.
pagina 2-26
Het verzenden via FTP is
mislukt.
Controleer de hostnaam van de FTP.
Het verzenden via SMB is
mislukt.
Controleer de hostnaam van de SMB.
1102
Het verzenden via SMB is
mislukt.
Controleer de SMB-instellingen.
Aanmeldingsgebruikersnaam en
aanmeldingswachtwoord
OPMERKING
Als de afzender een domeingebruiker is, geef dan de
domeinnaam op.
Hostnaam
•Pad
Het verzenden van de e-mail is
mislukt.
Controleer het volgende in het Embedded Web
Server RX.
SMTP-aanmeldingsgebruikersnaam en
aanmeldingswachtwoord
POP3-aanmeldingsgebruikersnaam en
aanmeldingswachtwoord
Groottebeperking e-mail
Verzenden van i-Fax niet gelukt. Controleer het volgende in het Embedded Web
Server RX.
SMTP-aanmeldingsgebruikersnaam en
aanmeldingswachtwoord
POP3-aanmeldingsgebruikersnaam en
aanmeldingswachtwoord
Het verzenden via FTP is
mislukt.
Controleer de FTP-instellingen.
Aanmeldingsgebruikersnaam en
aanmeldingswachtwoord
OPMERKING
Als de afzender een domeingebruiker is, geef dan de
domeinnaam op.
•Pad
Mapdeelrechten van de ontvanger
6-33
Problemen oplossen > Problemen oplossen
1103
Het verzenden via SMB is
mislukt.
Controleer de SMB-instellingen.
Aanmeldingsgebruikersnaam en
aanmeldingswachtwoord
OPMERKING
Als de afzender een domeingebruiker is, geef dan de
domeinnaam op.
•Pad
Mapdeelrechten van de ontvanger
pagina 4-28
Het verzenden via FTP is
mislukt.
Controleer de FTP-instellingen.
•Pad
Mapdeelrechten van de ontvanger
1104
Het verzenden van de e-mail is
mislukt.
Controleer het e-mailadres.
OPMERKING
Als het adres afgewezen wordt door het domein, kunt
u de e-mail niet versturen.
pagina 4-33
Verzenden van i-Fax niet gelukt. Controleer het i-Faxadres.
OPMERKING
Als het adres afgewezen wordt door het domein, kunt
u de e-mail niet versturen.
Raadpleeg
de
FAX
Operation
Guide
.
1105
Het verzenden via SMB is
mislukt.
Selecteer [Aan] bij de SMB-instellingen in het
Embedded Web Server RX.
pagina 2-26
Het verzenden van de e-mail is
mislukt.
Selecteer [Aan] bij de SMTP-instellingen in het
Embedded Web Server RX.
pagina 2-26
Het verzenden via FTP is
mislukt.
Selecteer [Aan] bij de FTP-instellingen in het
Embedded Web Server RX.
pagina 2-26
Verzenden van i-Fax niet gelukt. Selecteer [Aan] bij de i-Faxinstellingen in het
Embedded Web Server RX.
Raadpleeg
de
FAX
Operation
Guide
.
1106
Het verzenden van de e-mail is
mislukt.
Verzenden van i-Fax niet gelukt.
Controleer het afzenderadres bij SMTP in het
Embedded Web Server RX.
pagina 2-26
1131
Het verzenden via FTP is
mislukt.
Selecteer [Aan] bij de beveiligingsprotocolinstellingen
in het Embedded Web Server RX.
pagina 2-26
1132
Het verzenden via FTP is
mislukt.
Controleer het volgende op de FTP-server.
Is FTPS beschikbaar?
Is de codering beschikbaar?
pagina 2-26
Foutcode Foutmelding Mogelijke oplossing
Referentie
pagina
6-34
Problemen oplossen > Problemen oplossen
2101 Het verzenden via SMB is
mislukt.
Controleer de netwerk- en SMB-instellingen.
De netwerkkabel is aangesloten.
De hub werkt niet goed.
De server werkt niet goed.
Hostnaam en IP-adres
Poortnummer
Het verzenden via FTP is
mislukt.
Controleer de netwerk- en FTP-instellingen.
De netwerkkabel is aangesloten.
De hub werkt niet goed.
De server werkt niet goed.
Hostnaam en IP-adres
Poortnummer
Het verzenden van de e-mail is
mislukt.
Verzenden van i-Fax niet gelukt.
Controleer het netwerk en het Embedded Web Server RX.
De netwerkkabel is aangesloten.
De hub werkt niet goed.
De server werkt niet goed.
POP3-servernaam van de POP3-gebruiker
SMTP-servernaam
2102
2103
Het verzenden via FTP is
mislukt.
Controleer de netwerk- en SMB-instellingen.
De netwerkkabel is aangesloten.
De hub werkt niet goed.
De server werkt niet goed.
Controleer het volgende op de FTP-server.
Is FTPS beschikbaar?
De server werkt niet goed.
Het verzenden van de e-mail is
mislukt.
Verzenden van i-Fax niet gelukt.
Controleer de netwerk- en SMB-instellingen.
De netwerkkabel is aangesloten.
De hub werkt niet goed.
De server werkt niet goed.
2201
2202
2203
2231
Het verzenden van de e-mail is
mislukt.
Het verzenden via FTP is
mislukt.
Het verzenden via SMB is
mislukt.
Verzenden van i-Fax niet gelukt.
Controleer de netwerk- en SMB-instellingen.
De netwerkkabel is aangesloten.
De hub werkt niet goed.
De server werkt niet goed.
2204 Het verzenden van de e-mail is
mislukt.
Verzenden van i-Fax niet gelukt.
Controleer de groottebeperking voor e-mail bij de
SMTP-instellingen in het Embedded Web Server RX.
3101 Het verzenden van de e-mail is
mislukt.
Verzenden van i-Fax niet gelukt.
Controleer de verificatiemethodes van zowel de
afzender als de ontvanger.
Het verzenden via FTP is
mislukt.
Controleer de netwerk- en SMB-instellingen.
De netwerkkabel is aangesloten.
De hub werkt niet goed.
De server werkt niet goed.
Foutcode Foutmelding Mogelijke oplossing
Referentie
pagina
6-35
Problemen oplossen > Problemen oplossen
3201 Het verzenden van de e-mail is
mislukt.
Verzenden van i-Fax niet gelukt.
Controleer de verificatiemethodes van zowel de
afzender als de ontvanger.
0007
4201
4701
5101
5102
5103
5104
7101
7102
7103
720f
Schakel de hoofdschakelaar uit en weer aan. Als
deze fout zich herhaalt, noteer dan de weergegeven
foutcode en neem contact op met uw
servicevertegenwoordiger.
9181 Het gescande origineel overschrijdt de toegestane
hoeveelheid pagina's van 999. Verzend de overige
pagina's afzonderlijk.
Foutcode Foutmelding Mogelijke oplossing
Referentie
pagina
6-36
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Instellen/Onderhoud
Tintverloop aanpassen
Na langdurig gebruik of door de gevolgen van de omgevingstemperatuur of -vochtigheid, kunnen de afgedrukte
kleurtinten van het origineel verschillen. Voer deze functie uit om samenhang met de originele tinten te garanderen.
Er worden in totaal 2 patroonpagina's afgedrukt (Nr. 1 en 2) tijdens de aanpassing. De afgedrukte patronen worden
achter elkaar gelezen tijdens de aanpassing.
1
Geef het scherm weer.
1
Druk op de [
Systeemmenu
]-toets.
2
Druk op [ ], [Aanpassing/Onderhoud], [ ] en dan op [Volgende] van "Aanpassen
toonverloop".
2
Pas het toonverloop aan.
1
Druk op [Start]. Er wordt een patroon afgedrukt.
Controleer of het nummer "1" aan de onderkant van het patroon wordt afgedrukt.
2
Plaats, zoals de afbeelding toont, de afgedrukte zijde neer op de plaat met de rand met de
pijlen naar achteren gericht.
3
Druk op [Start]. Het patroon wordt gelezen en de aanpassing begint.
Het tweede patroon wordt afgegeven.
4
Controleer of het nummer "2" aan de onderkant van het patroon wordt afgedrukt en herhaal
de stappen 2 en 3 om de patronen te lezen.
5
Druk op [OK] op het aanpassings- en bevestigingsscherm.
OPMERKING
Controleer, om Aanpassen tintverloop uit te voeren, of Letter of A4-papier in de cassette is geladen.
6-37
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Drum reinigen
Verwijdert beeldvervaging en witte stippen van de afdruk.
1
Geef het scherm weer.
1
Druk op de [
Systeemmenu
]-toets.
2
Druk op [ ], [Aanpassing/Onderhoud], en dan op [Volgende] van "Drum reinigen".
2
Voer Drum reinigen uit.
Druk op [Start] om Drum reinigen uit te voeren.
OPMERKING
Drum reinigen kan niet tijdens het afdrukken worden uitgevoerd. Voer Drum reinigen na het afdrukken uit.
6-38
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Papierstoringen oplossen
Als zich een papierstoring voordoet, toont het aanraakscherm "Papierstoring
.
" en wordt het apparaat stopgezet.
Raadpleeg de volgende procedures om het vastgelopen papier te verwijderen.
Lampjes voor storingslocaties
Als zich een papierstoring voordoet, worden de locatie van de papierstoring en de aanwijzingen voor verwijdering
getoond.
Als u de storing hebt opgelost, dan warmt het apparaat weer op en verdwijnt de foutmelding. Het apparaat gaat verder
vanaf de pagina die werd afgedrukt op het moment van de papierstoring.
Lampjes voor storingslocaties Plaats van de papierstoring
Referentie-
pagina
A
Cassette 1
pagina 6-39
B
Cassette 2
pagina 6-40
C
Cassette 3 of 4 (optioneel)
pagina 6-41
D
Multifunctionele lade
pagina 6-43
E
Duplexeenheid
pagina 6-44
F
Binnenste uitvoerlade/Fixeereenheid
pagina 6-45
G
Documenttoevoer (optioneel)
pagina 6-46
H
Takenscheider
pagina 6-49
I
Bridge unit (optioneel)
pagina 6-49
j
Finisher voor 1000 vel (optioneel)
pagina 6-50
Finisher voor 3000 vel (optioneel)
pagina 6-51
K
Mailbox (optioneel)
pagina 6-54
Fout
Papierstoring.
02/04
1. Open rechterklep 1 en verwijder
het papier.
2. Open de fuserklep (a) en
verwijder het papier.
3. Verwijder papier
van de papieruitvoer.
4.Sluit de klep.
Toont de plaats van
de papierstoring.
Toont de procedure voor
verwijdering.
Toont de volgende stap.
Toont de vorige stap.
A
D
G
HI
B
C
C
B
E
F
C
C
K
J
J
J
J
J
J
J
Fout
Papierstoring.
02/04
1. Open rechterklep 1 en verwijder
het papier.
2. Open de fuserklep (a) en
verwijder het papier.
3. Verwijder papier
van de papieruitvoer.
4.Sluit de klep.
6-39
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Voorzorgsmaatregelen bij papierstoringen
Gebruik vastgelopen papier niet opnieuw.
Als het papier tijdens het verwijderen scheurt, dan moet u alle losse stukjes papier uit het apparaat halen. Stukjes
papier die in het apparaat achterblijven, kunnen nieuwe papierstoringen veroorzaken.
Sluit, na het opheffen van de papierstoring, de cassette en klep door de procedure in omgekeerde volgorde uit te
voeren.
Gooi het papier dat vastgelopen is in de optionele finisher voor 3000 vel weg. De pagina waarbij de storing optrad,
wordt opnieuw afgedrukt
Cassette 1
1
2
VOORZICHTIG
De fixeereenheid is zeer heet. Neem voldoende voorzorgsmaatregelen wanneer u in dit gedeelte werkt,
aangezien er gevaar bestaat op brandwonden.
6-40
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Cassette 2
1
2
6-41
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Optionele cassettes 3 en 4
Papierinvoer (500 vel x 2)
1
2
6-42
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Extra grote papierinvoer (1500 vel x 2)
1
2
3
B1
B2
6-43
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Multifunctionele lade
1
2
3
4
6-44
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Duplexeenheid
1
2
6-45
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Binnenste uitvoerlade/Fixeereenheid
1
2
3
6-46
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Optionele documenttoevoer
DP-770
1
2
3
Als het origineel moeilijk te verwijderen is, draai dan aan de knop. Het origineel wordt naar
buiten gedraaid zodat u het makkelijk kunt verwijderen.
6-47
Problemen oplossen > Problemen oplossen
4
DP-772
1
2
3
Als het origineel moeilijk te verwijderen is, draai dan aan de knop. Het origineel wordt naar
buiten gedraaid zodat u het makkelijk kunt verwijderen.
6-48
Problemen oplossen > Problemen oplossen
DP-773
1
2
3
Als het origineel moeilijk te verwijderen is, draai dan aan de knop. Het origineel wordt naar
buiten gedraaid zodat u het makkelijk kunt verwijderen.
4
6-49
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Takenscheider
1
2
3
Bridge Unit (optioneel)
1
2
6-50
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Finisher voor 1000 vel (optioneel)
1
2
3
D1
D2
2
1
D3
6-51
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Finisher voor 3000 vel (optioneel)
Koppelgedeelte
1
2
Lade A
1
2
D1
D6
6-52
Problemen oplossen > Problemen oplossen
3
OPMERKING
Als het moeilijk is om het vastgelopen papier te verwijderen, draai dan aan de doorvoerknop
D3 tot het vastgelopen papier een plek heeft bereikt waar het makkelijk kan worden
verwijderd.
D4
D3
6-53
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Lade B
1
2
3
D2
D3
6-54
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Transport-/binnenlade
1
2
Mailbox (optioneel)
1
D2
D3
1
2
6-55
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Nietstoringen oplossen
Finisher voor 1000 vel
1
2
3
2
1
CLICK!
6-56
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Finisher voor 3000 vel
Nietpatroonhouder A
1
2
3
2
1
CLICK!
7-1
7 Appendix
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd:
Optionele apparatuur ......................................................................................................................................... 7-2
Overzicht optionele apparatuur ................................................................................................................ 7-2
Papier ................................................................................................................................................................. 7-4
Basisspecificaties papier .......................................................................................................................... 7-4
Geschikt papier kiezen ............................................................................................................................. 7-5
Speciaal papier ........................................................................................................................................ 7-8
Specificaties ..................................................................................................................................................... 7-13
Algemene functies ................................................................................................................................. 7-13
Kopieerfuncties ...................................................................................................................................... 7-15
Printerfuncties ........................................................................................................................................ 7-16
Scannerfuncties ..................................................................................................................................... 7-16
Documenttoevoer (optioneel) ................................................................................................................ 7-17
Papierinvoer (500 vel x 2) (optioneel) .................................................................................................... 7-17
Extra grote papierinvoer (1500 vel x 2) (optioneel) ................................................................................ 7-18
Finisher voor 1000 vel (optioneel) ......................................................................................................... 7-18
Finisher voor 3000 vel (optioneel) ......................................................................................................... 7-19
Perforator (optioneel) ............................................................................................................................. 7-19
Mailbox (optioneel) ................................................................................................................................ 7-20
7-2
Appendix > Optionele apparatuur
Optionele apparatuur
Overzicht optionele apparatuur
De volgende optionele apparatuur is beschikbaar voor het apparaat.
(4) DF-770
(5) PH-7A, PH-7C,
PH-7D
(1) DP-770 (1) DP-772
(6) PF-791 (7) PF-810
(1) PLATEN COVER TYPE E
(1) DP-773
(2) MT-730
(3) DF-791
7-3
Appendix > Optionele apparatuur
(15) Key Counter
(12) Fax System(W)
(10)
Card Authentication Kit
(B)
(11) MM-16-128
(13) IB-50
(14) IB-51
Overige optionele apparatuur
(17) Internet FAX Kit(A)
(18) Data Security kit(E)
(19) UG-33
(20) UG-34
(21) Scan extension kit(A)
(22) USB-toetsenboard
(9)
Keyboard Holder(B)
(8) Printed Document
Guard Kit(B)
(16) DT-730
7-4
Appendix > Papier
Papier
Hierna worden de papierformaten en -soorten vermeld die kunnen worden gebruikt in de verschillende papierbronnen.
Voor meer informatie over het formaat, de soorten en het aantal vellen papier dat kan worden geladen in elke lade, zie
Specificaties op pagina 7-13
.
Basisspecificaties papier
Dit apparaat is ontworpen voor het afdrukken op standaardkopieerpapier zoals gebruikt wordt bij normale ('droge')
kopieerapparaten en paginaprinters zoals laserprinters. Het ondersteunt ook verschillende andere papiersoorten, die
voldoen aan de specificaties in deze appendix.
Let op als u papier uitkiest. Papier dat niet geschikt is voor dit apparaat kan papierstoringen veroorzaken of kan gaan
kreuken.
Geschikt papier
Gebruik standaardkopieerpapier voor normale kopieerapparaten en laserprinters. De afdrukkwaliteit hangt af van de
papierkwaliteit. Papier van mindere kwaliteit kan tot een onbevredigend resultaat leiden.
Basisspecificaties papier
In de volgende tabel vindt u de specificaties van het papier dat geschikt is voor dit apparaat. Raadpleeg de hierna
volgende alinea's voor meer details.
Wij zijn niet verantwoordelijk voor problemen ten gevolge van het gebruik van papier dat niet voldoet aan onze
specificaties.
Criteria Specificaties
Gewicht Cassettes: 52 tot 163 g/m
2
Multifunctionele lade: 52 tot 256 g/m
2
Maatnauwkeurigheid ±0,7 mm
Haaksheid van de hoeken 90° ±0,2°
Vochtgehalte 4 tot 6%
Pulpgehalte 80% of meer
OPMERKING
Bepaalde soorten gerecycled papier voldoen niet aan de vereisten voor dit apparaat zoals aangegeven in de tabel
met basisspecificaties voor papier, bijvoorbeeld voor wat betreft het vocht- of pulpgehalte. Daarom adviseren wij om
een kleine hoeveelheid gerecycled papier aan te schaffen om eerst het gebruik uit te proberen. Kies het gerecycled
papier dat het beste afdrukresultaat geeft en dat weinig papierstof bevat.
7-5
Appendix > Papier
Geschikt papier kiezen
In dit gedeelte worden richtlijnen gegeven voor het kiezen van papier.
Staat van het papier
Vermijd het gebruik van papier met omgevouwen hoeken of van gekreukt, vuil of gescheurd papier. Gebruik geen papier
met een ruw oppervlak of met ruwe vezels, of heel kwetsbaar papier. Het gebruik van dergelijke papiersoorten leidt niet
alleen tot slechte afdrukken, maar kan ook papierstoringen veroorzaken en de levensduur van het apparaat verkorten.
Kies papier met een zacht en gelijkmatig oppervlak; vermijd echter gecoat papier of papier met een behandeld
oppervlak want dit kan de drum of de fuser beschadigen.
Samenstelling
Gebruik geen soorten zoals papier met een coating of behandeld oppervlak, of papier dat plastic of carbon bevat. Deze
papiersoorten kunnen schadelijke uitwasemingen veroorzaken door de hitte bij het afdrukken en de drum beschadigen.
Let erop dat u standaardpapier gebruikt met minstens 80% pulp, oftewel met niet meer dan 20% katoen of andere
vezels.
Geschikte papierformaten
De volgende papierformaten zijn geschikt voor dit apparaat.
Voor de afmetingen in de tabel geldt een maatnauwkeurigheid van ±0,7 mm in de lengte en de breedte. De hoeken
moeten 90° ± 0,2° zijn.
Multifunctionele lade Cassette of multifunctionele lade
A6-R (105 × 148 mm) A3 (297 × 420 mm)
B6-R (128 × 182 mm) B4 (257 × 364 mm)
Hagaki (100×148 mm) A4 (297 × 210 mm)
Oufuku hagaki (148 × 200 mm) A4-R (210 × 297 mm)
Executive (7 1/4 × 10 1/2") B5 (257 × 182 mm)
Envelop DL (110 × 220 mm) B5-R (182 × 257 mm)
Envelop C5 (162 × 229 mm) A5-R (148 × 210 mm)
Envelop C4 (229 × 324 mm) Folio (210 × 330 mm)
ISO B5 (176 × 250 mm) Ledger
Envelop #10 (Commercial #10) (4 1/8 × 9 1/2") Legal
Envelop #9 (Commercial #9) (3 7/8 × 8 7/8") Letter
Envelop #6 (Commercial #6 3/4) (3 5/8 × 6 1/2") Letter-R
Envelop Monarch (3 7/8 × 7 1/2") Statement-R
Youkei 2 (114 × 162 mm) Oficio II
Youkei 4 (105 × 235 mm) 8K (273 × 394 mm)
Formaat invoer (98 × 148 tot 297 × 432 mm) 16K (273 × 197 mm)
16K-R (197 × 273 mm)
216 × 340 mm
7-6
Appendix > Papier
Zachtheid
Het oppervlak van het papier moet zacht zijn, maar mag niet gecoat zijn. Bij papier dat te zacht is en wegglijdt, kunnen
meerdere vellen tegelijk ingevoerd worden waardoor het vastloopt.
Basisgewicht
In landen die het metrisch systeem gebruiken, is het basisgewicht het gewicht in grammen van één vel papier van één
vierkant meter groot. In de Verenigde Staten is het basisgewicht het gewicht in pounds van één riem (500 vellen) papier
gesneden in het standaardformaat (of handelsformaat) voor een bepaalde papierkwaliteit. Papier dat te licht of te zwaar
is, kan fout ingevoerd worden of vastlopen, waardoor het apparaat aanzienlijk sneller slijt. Bij gemengde
papiergewichten (bijvoorbeeld dikte) kunnen per ongeluk meerdere vellen tegelijk ingevoerd worden; ook kunnen er
onduidelijke afdrukken of andere afdrukproblemen ontstaan als de toner niet goed hecht.
Vochtgehalte
Het vochtgehalte van papier is de verhouding vocht-droge massa uitgedrukt in een percentage. Vocht beïnvloedt de
invoer van het papier, de elektrostatische eigenschappen van het papier en hoe de toner zich hecht.
Het vochtgehalte van papier verschilt afhankelijk van de relatieve vochtigheid in de ruimte. Bij een hoge relatieve
vochtigheid wordt het papier vochtig, waardoor de randen uitzetten en gaan golven. Bij een lage relatieve vochtigheid
verliest het papier vocht, waardoor de randen samentrekken en het afdrukcontrast minder wordt.
Door gegolfde of strakke randen kan het papier wegglijden bij het invoeren. Probeer het vochtgehalte tussen 4 en 6% te
houden.
Om het vochtgehalte op het juiste niveau te houden, geven wij u de volgende tips.
Bewaar het papier op een koele, goed geventileerde plek.
Bewaar het papier liggend en in een ongeopende verpakking. Als de verpakking eenmaal geopend is, sluit deze dan
weer af als u het papier gedurende langere tijd niet gebruikt.
Berg het papier afgesloten op in de originele verpakking en doos. Zet een pallet onder het karton zodat het niet op de
vloer staat. Vooral tijdens regenachtige periodes is het belangrijk om het papier niet op een houten of betonnen vloer
te zetten.
Voor u papier gebruikt dat opgeslagen geweest is, leg het eerst minstens 48 uur op een plaats met de juiste
vochtigheid.
Bewaar het papier niet op een plek waar het blootgesteld is aan hitte, zonlicht en extreme vochtigheid.
7-7
Appendix > Papier
Overige papierspecificaties
Poreusheid
: De dichtheid van de papiervezels
Stijfheid
: Het papier moet stijf genoeg zijn zodat het niet dubbelvouwt in het apparaat en een papierstoring veroorzaakt.
Opkrullen
: De meeste papiersoorten gaan van nature opkrullen als de verpakking geopend is. Als er papier door de
fixeereenheid gaat, dan krult het licht omhoog. Voor vlakke afdrukken moet u het papier zo plaatsen dat de krul naar de
onderkant van de lade wijst.
Statische elektriciteit
: Tijdens het afdrukken wordt het papier elektrostatisch geladen zodat de toner zich hecht. Kies
papier dat makkelijk ontlaadt zodat de kopieën niet aan elkaar vastkleven.
Witheid
: De witheid van het papier beïnvloedt het afdrukcontrast. Gebruik witter papier voor scherpere, helderdere
afdrukken.
Kwaliteit
: Er kunnen apparaatstoringen optreden als de vellen niet van hetzelfde formaat zijn of als de hoeken niet recht
zijn, de randen te ruw, de vellen niet gesneden of de randen of hoeken gekreukt zijn. Let om deze problemen te
voorkomen extra goed op als u het papier zelf snijdt.
Verpakking
: Kies papier dat goed verpakt is en in dozen gestapeld is. De verpakking zelf moet bij voorkeur behandeld
zijn met een coating tegen vocht.
Speciaal behandeld papier
: Wij adviseren u om niet af te drukken op de volgende papiersoorten, ook al voldoen ze
aan de basisspecificaties. Als u deze papiersoorten wilt gebruiken, schaf dan eerst een kleine hoeveelheid aan om het
uit te proberen.
Glanzend papier
Papier met een watermerk
Papier met een ongelijk oppervlak
Geperforeerd papier
7-8
Appendix > Papier
Speciaal papier
In dit gedeelte wordt het afdrukken op speciale papiersoorten en afdrukmedia beschreven.
De volgende papiersoorten en media kunnen gebruikt worden.
Overheads
Voorbedrukt papier
•Dik papier
Gerecycled papier
Dun papier
Briefpapier
Gekleurd papier
Geperforeerd papier
Enveloppen
Karton (Hagaki)
Dik papier (van 106 g/m
2
tot 256 g/m
2
of minder)
•Etiketten
Gecoat papier
Hogekwaliteitspapier
Wanneer u deze papiersoorten en mediatypes gebruikt, kies er dan die speciaal voor kopieerapparaten en
paginaprinters (zoals laserprinters) ontworpen zijn. Gebruik de multifunctionele lade voor transparanten, dik papier,
enveloppen, karton en etiketten.
7-9
Appendix > Papier
Speciaal papier kiezen
Ook al kan speciaal papier dat voldoet aan de volgende vereisten gebruikt worden bij het apparaat, toch kan de
afdrukkwaliteit aanzienlijk afwijken door verschillen in de samenstelling en kwaliteit van het speciale papier. Dit betekent
dat speciaal papier vaker afdrukproblemen veroorzaakt dan normaal papier. Probeer speciaal papier eerst uit om te
kijken of de afdrukkwaliteit naar wens is, voor u het in grote hoeveelheden aanschaft. Algemene voorzorgsmaatregelen
voor afdrukken op speciaal papier worden hieronder gegeven. Wij wijzen u erop dat wij niet verantwoordelijk zijn voor
letsel bij de gebruiker of schade aan het apparaat veroorzaakt door vocht of door de specificaties van speciaal papier.
Kies voor speciaal papier een cassette of de multifunctionele lade.
Transparanten
Transparanten moeten bestand zijn tegen de hitte bij het afdrukken. Transparanten moeten voldoen aan de volgende
voorwaarden.
Gebruik om problemen te voorkomen de multifunctionele lade voor transparanten en plaats de transparanten met de
lange kant naar het apparaat.
Als de transparanten regelmatig vastlopen bij de uitvoer, probeer dan mee te trekken aan de beginrand terwijl ze
uitgeworpen worden.
Hittebestendigheid
Bestand tegen minstens 190 °C
Dikte
0,100 tot 0,110 mm
Materiaal
Polyester
Maatnauwkeurigheid
±0,7 mm
Haaksheid van de
hoeken
90° ±0,2°
7-10
Appendix > Papier
Etiketten
Etiketten moeten vanaf de multifunctionele lade ingevoerd worden.
Let extra goed op bij het kiezen van etiketten zodat de kleeflaag niet in aanraking komt met de apparaatonderdelen en
de etiketten niet vanzelf loskomen van het basisvel. Als er etiketten aan de drum of rollers blijven kleven of als er
etiketten loskomen en in het apparaat achterblijven, dan kan er een storing optreden.
Wanneer u op etiketten afdrukt, dan bent u verantwoordelijk voor de afdrukkwaliteit en eventuele problemen.
Etikettenvellen bestaan uit drie lagen, zoals weergeven in de afbeelding. De kleeflaag bevat bestanddelen die erg
gevoelig zijn voor de kracht die het apparaat uitoefent. De bovenste laag zit vast aan het basisvel tot de etiketten
gebruikt worden. Deze opbouw van de etiketten kan meer problemen veroorzaken.
Het basisvel moet volledig bedekt zijn door de etikettenlaag. Door open plekken tussen de etiketten kunnen deze
loskomen en dit kan ernstige storingen tot gevolg hebben.
Bij bepaalde etikettenvellen heeft het bovenste vel een grote rand. Als u dergelijk papier gebruikt, haal de randen dan
niet los van het basisvel voor u klaar bent met afdrukken.
Gebruik etikettenvellen die aan de volgende vereisten voldoen.
Gewicht bovenste laag
44 tot 74 g/m²
Basisgewicht
(totaalgewicht papier)
104 tot 151 g/m²
Dikte bovenste laag
0,086 tot 0,107 mm
Totale dikte papier
0,115 tot 0,145mm
Vochtgehalte
4 tot 6 % (samengesteld)
Bovenste laag
Kleeflaag
Basisvel
Niet toegestaanToegestaan
Bovenste
laag
Basisvel
7-11
Appendix > Papier
Hagaki
Voor u Hagaki-papier in de multifunctionele lade plaatst, moet u het waaieren en de randen gelijk leggen. Als het
Hagaki-papier gekruld is, maak het dan vlak voordat u het papier plaatst. Afdrukken op opgekruld Hagaki-papier kan
een papierstoring veroorzaken.
Gebruik ongevouwen Oufuku Hagaki-papier (verkrijgbaar bij het postkantoor). Hagaki-papier kan aan de achterkant
soms nog ruwe randen hebben door een papiersnijder. Verwijder dergelijke ruwe randen door het Hagaki-papier op een
vlakke ondergrond te leggen en een paar keer over de randen te wrijven met een liniaal.
Enveloppen
Gebruik voor enveloppen de multifunctionele lade.
Door de structuur van de enveloppen is het soms niet mogelijk om gelijkmatig over het hele oppervlak af te drukken.
Vooral dunne enveloppen kunnen soms kreuken als ze door het apparaat gaan. Probeer enveloppen eerst uit om te
kijken of de afdrukkwaliteit naar wens is, voor u ze in grote hoeveelheden aanschaft.
Enveloppen kunnen kreuken als ze langere tijd bewaard worden. Houd daarom de verpakking dicht tot u ze gaat
gebruiken.
Houd rekening met het volgende.
Gebruik geen enveloppen met een zichtbare kleefrand. Gebruik ook geen enveloppen waarvan de kleefrand blootligt
doordat de strip verwijderd is. Er kan ernstige beschadiging ontstaan als het papier dat de kleefrand bedekt, loskomt
in het apparaat.
Gebruik geen enveloppen met bepaalde speciale functies. Gebruik bijvoorbeeld geen enveloppen met een ring waar
een touwtje omheen gedraaid wordt om de klep te sluiten of enveloppen met een open of een doorzichtig venster.
Als het papier vastloopt, plaats dan minder enveloppen tegelijk.
Om papierstoringen te voorkomen bij het afdrukken van meerdere enveloppen, mogen er niet meer dan tien
enveloppen tegelijk in de binnenste uitvoerlade liggen.
Dik papier
Voor u dik papier in de multifunctionele lade plaatst, moet u het waaieren en de randen gelijk leggen. Dik papier kan aan
de achterkant soms nog ruwe randen hebben door een papiersnijder. Verwijder dergelijke ruwe randen door het papier
op een vlakke ondergrond te leggen en een paar keer over de randen te wrijven met een liniaal. Afdrukken op papier
met ruwe randen kan papierstoringen veroorzaken.
Gekleurd papier
Gekleurd papier moet voldoen aan de specificaties zoals op pagina 7-4. Bovendien moet het pigment in het papier
bestand zijn tegen de hitte bij het afdrukken (tot 200 °C).
OPMERKING
Als het papier niet op de juiste manier ingevoerd wordt, zelfs nadat het glad gestreken is, plaats het dan in de
multifunctionele lade met de beginrand een paar millimeter omhoog.
Opgekrulde rand
Opgekrulde rand
7-12
Appendix > Papier
Voorbedrukt papier
Afgedrukt papier moet voldoen aan de specificaties zoals op pagina 7-4. De gekleurde inkt moet bestand zijn tegen de
hitte bij het afdrukken. Het moet ook bestand zijn tegen siliconolie. Gebruik geen papier met een behandeld oppervlak
zoals glanzend papier voor kalenders.
Gerecycled papier
Gerecycled papier moet voldoen aan de specificaties zoals op pagina pagina 7-4; de witheid ervan kan echter afwijken.
Gecoat papier
Bij gecoat papier is het oppervlak van het basispapier behandeld met een coating, die voor een hogere afdrukkwaliteit
zorgt dan bij normaal papier. Gecoat papier wordt gebruikt voor afdrukken van extra hoge kwaliteit.
Het oppervlak van papier van hoge kwaliteit of middelhoge kwaliteit is gecoat met een speciaal middel, dat het
oppervlak van het papier zachter maakt zodat de inkt beter hecht. Dit middel wordt gebruikt om ofwel beide zijden van
het papier ofwel slechts één zijde te coaten. De gecoate zijde heeft een lichte glans.
OPMERKING
Probeer gerecycled papier eerst uit om te kijken of de afdrukkwaliteit naar wens is, voor u het in grote hoeveelheden
aanschaft.
BELANGRIJK
Als u afdrukt op gecoat papier in een zeer vochtige omgeving, zorg er dan voor dat het papier droog blijft.
Door het vocht kunnen de vellen namelijk aan elkaar vastplakken als ze in het apparaat ingevoerd worden.
Als u in een zeer vochtige omgeving afdrukt, voer de vellen gecoat papier dan één voor één in.
7-13
Appendix > Specificaties
Specificaties
Algemene functies
BELANGRIJK
Wijzigingen van specificaties voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
OPMERKING
Raadpleeg de
FAX Operation Guide
voor meer informatie over de faxfunctie.
Item Beschrijving
Type
Desktop
Afdrukmethode
Elektrofotografie door halfgeleiderlaser
Papiergewicht Cassette 1, 2
52 tot 163 g/m
2
Multifunctionele
lade
52 tot 256 g/m
2
Papiersoort Cassette 1, 2
Normaal, Ruw, Velijn, Gerecycled, Afgedrukt, Dik papier, Gekleurd,
Geperforeerd, Briefpapier, Dik, Hoge kwaliteit, Custom 1 tot 8
(Duplex: gelijk aan enkelzijdig)
Multifunctionele
lade
Normaal, Transparant (OHP-folies), Ruw, Velijn, Etiketten, Recycled,
Afgedrukt, Dik papier, Karton, Kleur, Geperforeerd, Briefpapier, Dik,
Gecoat, Envelop, Hoge kwaliteit, Custom 1 tot 8
Papierformaat Cassette 1, 2
A3, B4, A4, A4-R, B5, B5-R, A5-R, Ledger, Legal, Oficio II, Letter-R,
Letter, Statement-R, Folio, 8K, 16K, 16K-R, 216 × 340 mm
Multifunctionele
lade
A3, B4, A4, A4-R, B5, B5 (ISO), B5-R, A5-R, B6-R, A6-R,
Oufuku hagaki, Hagaki, Envelop DL, Envelop C5, Envelop C4,
Envelop #10 (Commercial #10), Envelop #9 (Commercial #9),
Envelop #6 (Commercial #6 3/4), Envelop Monarch, Youkei 2, Youkei
4, Ledger, Legal, Oficio II, Letter, Letter-R, Statement-R, Executive,
Folio, 216 × 340 mm, 8K, 16K, 16K-R, Custom (98 × 148 mm tot
297 × 432 mm)
Opwarmtijd
(22 °C, 60%)
Ingeschakeld
3060i: 23 seconden of minder
3560i: 23 seconden of minder
Energiebe-
sparende stand
3060i: 10 seconden of minder
3560i: 10 seconden of minder
Slaapstand
3060i: 15 seconden of minder
3560i: 15 seconden of minder
7-14
Appendix > Specificaties
Invoercapaciteit Cassette 1
500 vel (80 g/m
2
)
Cassette 2
500 vel (80 g/m
2
)
Multifunctionele
lade
A4/Letter of minder
100 vel (80 g/m
2
)
Groter dan A4/Letter
25 vel (80 g/m
2
)
Uitvoerlade
capaciteit
Binnenlade
250 vellen (80 g/m
2
)
Takenscheider
50 vel (80 g/m
2
)
Beeldschrijfsysteem
Halfgeleiderlaser en elektrofotografie
Geheugen
2GB
Harde schijf
160GB of meer
Interface Standaard
USB-interface-aansluiting: 1 (USB Hi-Speed)
Netwerkinterface: 1 (10 BASE-T/100 BASE-TX/1000 BASE-T)
USB-poort: 2 (Hi-Speed USB)
Optie
Fax: 2
Netwerkinterface: 1 (10 BASE-T/100 BASE-TX/1000 BASE-T)
Er kunnen maximaal twee interface-opties worden geïnstalleerd.
Er kan slechts één netwerkinterface worden geïnstalleerd.
Als er een netwerkinterface is geïnstalleerd, kan slechts één faxlijn
worden geïnstalleerd.
Bedrijfs-
omgeving
Temperatuur
10 tot 32,5 °C
Vochtigheid
15 tot 80%
Hoogte
Maximaal 2500 m
Verlichting
Maximaal 1500 lux
Afmetingen (b x d x h)
(alleen hoofdapparaat)
594 × 738 × 683 mm
Gewicht
68 kg (met tonercontainer)
Vereiste ruimte (b × d)
(met multifunctionele lade)
873 × 738 mm
Voeding
230 V Specificatie model:
220 tot 240 V AC 50/60 Hz 6,3 A
Opties
Raadpleeg Optionele apparatuur op pagina 7-2.
Item Beschrijving
7-15
Appendix > Specificaties
Kopieerfuncties
Item Beschrijving
Kopieer-
snelheid
3060i
3560i
A4/Letter 30 vellen/min
A4-R/Letter-R 22 vellen/min
A3/Ledger 15 vellen/min
B4/Legal 15 vellen/min
B5 30 vellen/min
B5-R 20 vellen/min
A5-R 15 vellen/min
A4/Letter 35 vellen/min
A4-R/Letter-R 26 vellen/min
A3/Ledger 17 vellen/min
B4/Legal 17 vellen/min
B5 35 vellen/min
B5-R 24 vellen/min
A5-R 17 vellen/min
Snelheid eerste
kopie
(A4, invoer
vanuit cassette)
Zwart-wit
3060i: 3,6 seconden of minder
3560i: 3,6 seconden of minder
Zoombereik
Handmatig: 25 tot 400%, in stappen van 1%
Automatisch: Vooraf ingestelde zoom
Continu kopiëren
1 tot 999 vellen
Resolutie
600 × 600 dpi
Ondersteunde origineelsoorten
Vellen, boeken en driedimensionale voorwerpen (maximaal
origineelformaat: Ledger/A3)
Invoersysteem originelen
Vast
7-16
Appendix > Specificaties
Printerfuncties
Scannerfuncties
*1 Bij gebruik van de documenttoevoer met dubbelzijdig scannen (behalve TWAIN- en WIA-scannen)
*2 Beschikbare besturingssystemen: Windows XP, Windows Server 2003, Windows Vista, Windows
Server 2008, Windows Server 2008 R2, Windows 7, Windows 8,
Windows Server 2012
*3 Beschikbare besturingssystemen: Windows Vista, Windows Server 2008, Windows Server 2008 R2,
Windows 7, Windows 8, Windows Server 2012
Item Beschrijving
Afdruksnelheid
3060i
3560i
A4/Letter 30 vellen/min
A3/Ledger 15 vellen/min
A4/Letter 35 vellen/min
A3/Ledger 17 vellen/min
Tijd tot eerste
afdruk
(A4, invoer
vanuit cassette)
Zwart-wit
3060i: 4,2 seconden of minder
3560i: 4,2 seconden of minder
Resolutie
600 × 600 dpi
Besturingssysteem
Windows XP, Windows Server 2003, Windows Vista, Windows 7,
Windows 8, Windows Server 2008, Windows Server 2012, Mac OS 10.x
Interface Standaard
USB-interface-aansluiting: 1 (USB Hi-Speed)
Netwerkinterface: 1 (10 BASE-T/100 BASE-TX/1000 BASE-T)
Optionele interface 2 (Optioneel) 1 (Voor IB-50/IB-51 montage)
Paginabeschrijvingstaal
PRESCRIBE
Emulaties
PCL6 (PCL5e, PCL-XL), KPDL3 (PostScript3 compatibel)
Item Beschrijving
Resolutie
600 dpi, 400 dpi, 300 dpi, 200 dpi, 200 ×100 dpi, 200 × 400 dpi
(Inclusief resolutie in faxmodus)
Bestandsindeling
PDF (zeer comprimeerbaar, gecodeerd, PDF/A), JPEG, TIFF, XPS
Scansnelheid
*1
3060i
3560i
1-zijdig Z/W 80 beelden/min.
Kleur 50 beelden/min.
2-zijdig Z/W 160 beelden/min.
Kleur 80 beelden/min.
(A4 liggend, 300 dpi, beeldkwaliteit: origineel Tekst/Foto)
Interface
Ethernet (10 BASE-T/100 BASE-TX/1000 BASE-T)
Netwerkprotocol
TCP/IP
Transmissiesysteem
SMB, SMTP, FTP, FTP over SSL, USB, TWAIN
*2
, WIA
*3
, WSD
7-17
Appendix > Specificaties
Documenttoevoer (optioneel)
Papierinvoer (500 vel x 2) (optioneel)
Item
Beschrijving
Documenttoevoer
Documenttoevoer
(Dubbelzijdig
scannen)
Type DP-770 DP-773 DP-772
Invoermethode
originelen
Automatische invoer
Ondersteunde
origineelsoorten
Losse vellen
Papierformaat Maximaal: Ledger/A3
Minimaal: Statement-R/
A5-R
Maximaal: Ledger/A3
Minimaal: Statement-R/
A5-R
Maximaal: Ledger/A3
Minimaal:
Statement-R/A6-R
Kleiner dan B6-R zijn
50 tot 105 g/m
2
(enkelzijdig/duplex)
Papiergewicht 1-zijdig: 45 tot 160 g/m
2
2-zijdig: 50 tot 120 g/m
2
1-zijdig: 45 tot 160 g/m
2
2-zijdig: 50 tot 120 g/m
2
1-zijdig: 35 tot 220 g/m
2
2-zijdig: 50 tot 220 g/m
2
Laadcapaciteit
Maximaal 100 vel (50 tot
80 g/m
2
)
Bij originelen met
verschillende breedtes:
30 vellen (50 to 80 g/m
2
)
maximum
Maximaal 50 vel (50 tot
80 g/m
2
)
Bij originelen met
verschillende breedtes:
30 vellen (50 tot 80 g/m
2
)
maximum
175 vellen (50 tot 80 g/m
2
A4/Letter of kleiner)
maximum
Bij originelen met
verschillende breedtes:
30 vellen (50 to 80 g/m
2
)
maximum
Afmetingen
(b) × (d) × (h)
577 × 534 × 180 mm 600 × 502 × 128 mm 600 × 513 × 170 mm
Gewicht 14,5 kg of minder
Item Beschrijving
Invoermethode papier Invoer- en omkeerrol
(Aantal vellen: 500, 80 g/m
2
, 2 cassettes/Aantal vellen: 550, 64 g/m
2
, 2
cassettes)
Papierformaat A3, B4, A4, A4-R, B5, B5-R, A5-R, Folio, Ledger, Legal, Oficio II, Letter, Letter-
R, Statement-R, 8K, 16K, 16K-R, 216 × 340 mm
Geschikt papier Papiergewicht: 60 - 256 g/m
2
Mediatypes: Normaal, gerecycled, Dik
Afmetingen
(b) × (d) × (h)
590 × 589 × 332 mm
Gewicht Ongeveer 20 kg
7-18
Appendix > Specificaties
Extra grote papierinvoer (1500 vel x 2) (optioneel)
Finisher voor 1000 vel (optioneel)
Item Beschrijving
Invoermethode papier
Invoer- en omkeerrol
(Aantal vellen: 3000 (80 g/m
2
)/Aantal vellen: 3500 (64 g/m
2
)
Papierformaat
A4, B5, Letter
Geschikt papier
Papiergewicht: 60 - 256 g/m
2
Mediatypes: Normaal, gerecycled, Dik
Afmetingen
(b) × (d) × (h)
590 × 626,9 × 332 mm
Gewicht
Ongeveer 29 kg
Item Beschrijving
Aantal laden
1 lade
Papie-
rformaat
(80 g/m
2
)
Lade A
(zonder
nieten)
A3, B4, Ledger, Legal, Oficio II, Folio, 8K, 16K-R, 216 × 340 mm, Statement-R,
Executive, Foolscap, A3 Wide(310 × 433 mm), Ledger Wide(310 × 440 mm):
500 vellen
A4, A4-R, B5, A5-R, B6-R, B5-R, Letter, Letter-R, 16K,
Custom (98 × 148 mm tot 297 × 432 mm): 1000 vel
Lade B
A3, B4, A4, A4-R, B5, B5 (ISO), B5-R, A5-R, A6-R, B6-R, Letter, Letter-R,
Ledger, Legal, Oficio II, Statement-R, Folio, 8K, 16K, 16K-R,
216 × 340 mm, Oufuku hagaki, Karton, Envelop DL, Envelop C5, Envelop C4,
Envelop #10 (Commercial #10), Envelop #9 (Commercial #9), Envelop #6
(Commercial #6 3/4), Envelop Monarch, Youkei 2, Youkei 4, Statement-R,
Executive, Foolscap, A3 Wide(310 × 433 mm), Ledger Wide(310 × 440 mm),
13 × 19", Custom (98 × 148 mm tot 297 × 432 mm): 100 vellen
Geschikt papiergewicht
Nieten: 90 g/m
2
of minder
Nieten Aantal
vellen
A3, B4, B5-R, Ledger, Legal,
Oficio II, 216 × 340 mm,
Folio, 8K, 16K-R
30 vel (60 tot 90 g/m
2
)
20 vel (91 tot 105 g/m
2
)
2 voorblad alleen (106 g/m
2
tot 256 g/m
2
)
A4, A4-R, B5, Letter,
Letter-R, 16K
50 vel (60 tot 90 g/m
2
)
40 vel (91 tot 105 g/m
2
)
2 voorblad alleen (106 g/m
2
tot 256 g/m
2
)
Media-
types
Normaal, gerecycled, geperforeerd, afgedrukt, dik papier, briefpapier, kleur,
gecoat, dik, hoge kwaliteit, Ruw, Velijn, Transparant, Etiketten, Envelop, Karton,
Custom 1 tot 8
Afmetingen
(b) × (d) × (h)
666 × 618,5 × 1083 mm
Gewicht
Ongeveer 30 kg of minder
7-19
Appendix > Specificaties
Finisher voor 3000 vel (optioneel)
Perforator (optioneel)
Item Beschrijving
Aantal laden
2 laden
Papier-
formaat
(80 g/m
2
)
Lade A
(zonder
nieten)
A3, B4, B5-R, Ledger, Legal, Oficio II, 16K-R, 8K: 1.500 vellen
A4, A4-R, B5, Letter, Letter-R, 16K: 3.000 vellen
A5-R, B6, Statement-R: 500 vellen
Lade B
A3, B4, A4, A4-R, B5, B5-R, B5 (ISO), A5, A6, B6, Folio, Ledger, Legal, 8K,
Letter, Letter-R, Statement-R, Executive, Oficio II, Hagaki, Oufuku hagaki,
216×340mm, 16K, 16K-R, Custom (98 × 148 mm tot 297 × 432 mm): 200 vel
Nieten Maximum
aantal
A3, B4, B5-R, Ledger, Legal,
Oficio II, 216 × 340 mm,
Folio, 8K, 16K-R
30 vel (52 tot 90 g/m
2
)
30 vellen (91 tot 105 g/m
2
)
2 voorblad alleen (106 g/m
2
tot 256 g/m
2
)
A4, A4-R, B5, Letter,
Letter-R, 16K
65 vel (52 tot 90 g/m
2
)
55 vel (91 tot 105 g/m
2
)
2 voorblad alleen (106 g/m
2
tot 256 g/m
2
)
Media-
types
Normaal, gerecycled, geperforeerd, afgedrukt, dik papier, briefpapier, kleur,
gecoat, dik, hoge kwaliteit, Ruw, Velijn, Transparant, Etiketten, Envelop, Karton,
Custom 1 tot 8
Afmetingen
(b) × (d) × (h)
607,2 × 668,5 × 951,3 mm
Gewicht
Ongeveer 40 kg of minder
Item Beschrijving
Papier-
formaat
2 gaatjes
A3, A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R, Letter, Letter-R, Ledger, Legal, Statement,
Folio, 8K, 16K, 16K-R
3 gaatjes,
4 gaatjes
A3, A4, Letter, Ledger, 8K, 16K
Papiergewicht
45 tot 300 g/m
2
Mediatypes
Finisher voor 3000 vel Normaal, afgedrukt, dik papier, gerecycled,
ruw, briefpapier, kleur, dik, gecoat, hoge
kwaliteit, Custom 1 tot 8
Finisher voor 1000 vel Normaal, afgedrukt, dik papier, gerecycled,
ruw, briefpapier, kleur, dik, gecoat, hoge
kwaliteit, Custom 1 tot 8
7-20
Appendix > Specificaties
Mailbox (optioneel)
Item Beschrijving
Aantal laden
7 laden
Papierformaat
(80 g/m
2
)
A3, B4, Ledger, Legal: 50 vel
A4, A4-R, B5, B5-R, A5-R, Foolscap, Letter, Letter-R, 216 × 340 mm,
Executive, Executive-R, Folio, 8K, 16K, 16K-R, Statement-R, Oficio II: 100 vel
Afmetingen
(b) × (d) × (h)
510 mm × 400 mm × 470 mm
Gewicht
Ongeveer 10 kg
OPMERKING
Raadpleeg uw dealer of uw servicevertegenwoordiger voor de aanbevolen papiersoorten.
Index-1
Index
A
Aanduiding geladen originelen
2-2
Aanduidingen origineelformaat
2-2
Aanmelden
2-14
Aanpassen tintverloop
6-36
Aanpassing/Onderhoud
Aanpassen tintverloop
6-36
Drum reinigen
6-37
Aanraakscherm
3-3
Aansluiting
LAN-kabel
2-8
Afdruksnelheid
7-16
Afmelden
2-15
Apache License (Version 2.0)
1-10
Automatische dubbelzijdige kopieerfunctie
1-13
Automatische energiebesparende stand
2-21
Automatische slaapstand
2-22
B
Bedieningspaneel
2-2
Bedrijfsomgeving
1-3
Bestand
Formaat
5-31
Scheiden
5-31
Bestanden scheiden
5-31
Bestemming
Adresboek
4-23
Bevestigingsscherm voor bestemmingen
4-33
Controleren en bewerken
4-32
Een nieuw e-mailadres invoeren
4-26
Een nieuwe pc-map opgeven
4-28
Multi-versturen
4-34
Snelkiezen
4-26
zoeken
4-24
Bestemming opgeven
4-23
Besturingspaneel van de finisher voor 3000 vel
2-5
Binnenlade
2-2
Bonjour
instellingen
2-20
Breedtegeleiders voor originelen
2-2
C
Cassette
Papier plaatsen
3-16
papier plaatsen
3-16
Cassette 1
2-2
Cassette 2
2-2
Cassette 3 tot 4
2-5
Cassette-instellingen
3-26
D
Dagelijks onderhoud
Nietjes vervangen
6-11
Vervangen van de tonerafvalbak
6-9
Vervangen van de tonercontainer
6-6
Datum en tijd instellen
2-16
Dichtheid
5-21
Documentfinisher
2-5
Documenttoevoer
2-2
,
7-17
Onderdeelnamen
2-2
Originelen geschikt voor de documenttoevoer
4-3
Originelen niet geschikt voor de documenttoevoer
4-3
Originelen plaatsen
4-3
Zo plaatst u originelen
4-4
Duplex
5-27
E
E-mail
Onderwerp/tekst e-mailbericht
5-32
Verzenden naar map (FTP)
4-19
Verzenden naar map (SMB)
4-19
Embedded Web Server RX
2-26
Energiebeheer
1-13
Energiebesparende stand
2-21
Energiebesparingsfunctie
1-13
Energy Star-programma (ENERGY STAR®)
1-14
Enter-toets
3-11
Etiketten
7-10
F
Fixeereenheid
6-45
G
Gecoat papier
7-12
Gerecycled papier
7-12
Gereserveerde kopieertaak
4-16
Glasplaat
2-2
Glasplaatklep
2-5
GPL/LGPL
1-8
H
Handleidingen meegeleverd met het apparaat
ix
Hendel
2-2
Hendel rechterklep 1
2-3
Hendel rechterklep 2
2-2
Herstelniveau energiebesparing
2-21
,
2-23
Home
Achtergrond
3-4
Bureaublad aanpassen
3-4
Taakbalk aanpassen
3-4
Hoofdschakelaar
2-2
Houder voor paperclips
2-3
I
Instelmechanisme voor papierbreedte
2-3
Invoeren
Onderwerp
5-32
K
Kabels voorbereiden
2-7
Kleur
Aanpassen tintverloop
6-36
Knopflerfish License
1-10
Index-2
Kopieersnelheid
7-15
Kopiëren
4-14
Kopiëren tijdens onderbreking
4-18
L
LAN-kabel
2-7
aansluiten
2-8
Leegmaken van de perforatorafvalbak (optioneel)
Finisher voor 1000 vel (optioneel)
6-13
,
6-14
M
Mailbox
2-5
Marker
5-22
Monotype Imaging License Agreement
1-9
Multifunctionele lade
2-3
Papierformaat en mediatype
3-28
Multi-versturen
4-34
N
Netwerk
Voorbereiding
2-18
Netwerkinterface
2-7
Netwerkinterface-aansluiting
2-4
Netwerkkabel
2-7
Nieten
5-19
Nieten/perforeren
5-19
Nietjes vervangen
Finisher voor 1000 vel
6-11
Finisher voor 3000 vel
6-12
Nietstoringen
6-55
Finisher voor 1000 vel
6-55
Finisher voor 3000 vel
6-56
Nieuw e-mailadres
4-26
Nieuwe PC-map
4-28
O
Onderdeelnamen
2-1
Opbergvak voor reinigingsdoek
2-2
OpenSSL License
1-8
Optioneel
Overzicht
7-2
Optionele interface
2-4
Original SSLeay License
1-8
Origineel
Formaat
1-xiv
Origineel beeld
5-22
Origineel formaat
5-15
Originelen plaatsen
Originelen in de documenttoevoer plaatsen
4-3
Originelen op de glasplaat plaatsen
4-2
Origineleninvoer
2-2
Originelenstopper
2-2
Originelenuitvoer
2-2
P
Papier
Enveloppen plaatsen
3-25
Formaat en media
7-4
Formaat en mediatype
3-26
Geschikt papier
7-5
Papier in de cassettes plaatsen
3-16
Papier in de multifunctionele lade plaatsen
3-23
Papier plaatsen
3-14
Speciaal papier
7-8
specificaties
7-4
Papierbreedtegeleiders
2-3
,
3-17
Papierlengtegeleider
2-3
Papierstoringen
6-38
Binnenste uitvoerlade/Fixeereenheid
6-45
Bridge Unit
6-49
Cassette 1
6-39
Cassette 2
6-40
Cassettes 3 en 4
6-41
Documenttoevoer
6-46
Duplexeenheid
6-44
Finisher voor 1000 vel
6-50
Finisher voor 3000 vel
6-51
Lampjes voor storingslocaties
6-38
Mailbox
6-54
Multifunctionele lade
6-43
Takenscheider
6-49
Perforatorafval verwijderen
Finisher voor 1000 vel (optioneel)
6-13
Finisher voor 3000 vel (optioneel)
6-14
Perforeren
5-20
Product Library
ix
Programma
4-6
Bewerken en verwijderen
4-9
Oproepen
4-7
Registreren
4-7
R
Reageren op foutmeldingen
6-21
Rechterklep 1
2-3
Rechterklep 2
2-2
Regulier Onderhoud
Perforatorafval verwijderen
6-13
Regulier onderhoud
6-2
Nietjes vervangen
6-11
Vervangen van de tonerafvalbak
6-9
Vervangen van de tonercontainer
6-6
Reiniging
Glasplaatklep/glasplaat
6-2
Sleufglas
6-3
Reserve-tonerafvalbaklade (W1)
2-4
Resolutie
5-32
,
7-15
,
7-16
S
Samenvoegen/verschuiven
5-18
Scherm Home
3-3
Slaapstand
2-22
Sleufglas
2-2
,
6-3
Snelkiesnummer zoeken-toets
3-11
Snelle aanmelding
2-15
Sneltoetsen
Sneltoetsen bewerken en verwijderen
4-11
Toevoegen
4-10
Software
installeren
2-12
Index-3
Specificaties
7-13
Algemene functies
7-13
Documenttoevoer
7-17
Extra grote papierinvoer
7-18
Finisher voor 1000 vel
7-18
Finisher voor 3000 vel
7-19
Mailbox
7-20
Papierinvoer (500 vel x 2)
7-17
Perforator
7-19
Printerfuncties
7-16
Scannerfuncties
7-16
Status tonerafvalbak
2-4
Storingen oplossen
6-15
Symbolen
1-2
Systeemmenu
Home
3-3
Versnelde installatie-wizard
2-24
T
Takenscheider
Papierstoringen
6-49
TCP/IP (IPv4)
instellen
2-18
Tijd tot eerste afdruk
7-16
Tijd tot eerste kopie
7-15
Toegankelijkheidsfuncties
3-13
Tonercontainer (Black)
2-4
U
Uitzetten
2-10
USB-interface
2-7
USB-interface-aansluiting (B1)
2-4
USB-poort (A1)
2-2
USB-poort (A2)
2-4
V
Veiligheidsaanduidingen
1-2
Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding
1-2
Verbindingsmethode
2-6
Vergrote weergave
3-13
Verlengstuk van de multifunctionele lade
2-3
Verschillende formaten nieten
5-20
Versnelde installatie-wizard
2-24
Vervangen van de tonercontainer
6-6
Verzenden naar map (FTP)
4-19
Verzenden naar map (SMB)
4-19
Volgende taak reserveren
4-16
Voorbeeld van origineel
3-9
Voordat u het papier plaatst
3-15
Voorklep
2-2
,
2-5
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
1-4
Vormgevingselementen in deze handleiding
xi
W
Wat betreft handelsnamen
1-7
Webbrowser
Instructies voor gebruik
4-12
Weektimer instellingen
2-23
Wettelijke beperkingen betreffende kopiëren
1-6
Wettelijke beperkingen betreffende scannen
1-6
Wettelijke kennisgevingen
1-7
Z
Zoomen
5-23
Index-4
TA Triumph-Adler GmbH, Ohechaussee 235, 22848 Norderstedt, Germany
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250

Triumph-Adler 3560i de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor