Vega VEGAMIP R61 Handleiding

Type
Handleiding
Handleiding
VEGAMIP R61
Ontvangereenheid
Relais
Document ID: 35786
2
Inhoudsopgave
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Inhoudsopgave
1 Over dit document ................................................................................................................... 4
1.1 Functie ............................................................................................................................. 4
1.2 Doelgroep ........................................................................................................................ 4
1.3 Gebruikte symbolen ......................................................................................................... 4
2 Voor uw veiligheid .................................................................................................................... 5
2.1 Geautoriseerd personeel .................................................................................................. 5
2.2 Correct gebruik ................................................................................................................. 5
2.3 Waarschuwing voor misbruik ............................................................................................ 5
2.4 Algemene veiligheidsinstructies ....................................................................................... 5
2.5 EU-conformiteit ................................................................................................................ 6
2.6 Radiotechnische toelating voor Europa ............................................................................ 6
2.7 RadiograschetoelatingvoorUSA/Canada ..................................................................... 6
2.8 Milieuvoorschriften ........................................................................................................... 6
3 Productbeschrijving ................................................................................................................ 8
3.1 Constructie ....................................................................................................................... 8
3.2 Werking ............................................................................................................................ 8
3.3 Verpakking, transport en opslag ..................................................................................... 10
3.4 Toebehoren .................................................................................................................... 11
4 Monteren ................................................................................................................................. 13
4.1 Algemene instructies ...................................................................................................... 13
4.2 Montage-instructies ........................................................................................................ 14
5 Op de voedingsspanning aansluiten ................................................................................... 25
5.1 Aansluiting voorbereiden ................................................................................................ 25
5.2 Aansluitstappen ............................................................................................................. 26
5.3 Aansluitschema eenkamerbehuizing .............................................................................. 27
6 In bedrijf nemen ..................................................................................................................... 29
6.1 Bedieningssysteem ........................................................................................................ 29
6.2 Inregeling ....................................................................................................................... 30
7 Service en storingen oplossen............................................................................................. 35
7.1 Onderhoud ..................................................................................................................... 35
7.2 Storingenoplossen ........................................................................................................ 35
7.3 Elektronica vervangen .................................................................................................... 37
7.4 Procedure in geval van reparatie .................................................................................... 37
8 Demonteren ............................................................................................................................ 38
8.1 Demontagestappen ........................................................................................................ 38
8.2 Afvoeren ......................................................................................................................... 38
9 Bijlage ..................................................................................................................................... 39
9.1 Technische gegevens ..................................................................................................... 39
9.2 Afmetingen ..................................................................................................................... 43
9.3 Industrieel octrooirecht ................................................................................................... 46
9.4 Handelsmerken .............................................................................................................. 46
3
Inhoudsopgave
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving
LetbijEx-toepassingenopdeEx-speciekeveiligheidsinstructies.
Deze worden met elk instrument met Ex-toelating als document mee-
geleverd en zijn bestanddeel van de handleiding.
Uitgave: 2020-05-20
4
1 Over dit document
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
1 Over dit document
1.1 Functie
Deze handleiding geeft u de benodigde informatie over de montage,
aansluiting en inbedrijfname en bovendien belangrijke instructies voor
het onderhoud, het oplossen van storingen, het vervangen van onder-
delen en de veiligheid van de gebruiker. Lees deze daarom door voor
de inbedrijfname en bewaar deze handleiding als onderdeel van het
product in de directe nabijheid van het instrument.
1.2 Doelgroep
Deze handleiding is bedoeld voor opgeleid vakpersoneel. De inhoud
van deze handleiding moet voor het vakpersoneel toegankelijk zijn en
worden toegepast.
1.3 Gebruikte symbolen
Document ID
Dit symbool op de titelpagina van deze handleiding verwijst naar de
Document-ID. Door invoer van de document-ID op www.vega.com
komt u bij de document-download.
Informatie, aanwijzing, tip: dit symbool markeert nuttige aanvullen-
de informatie en tips voor succesvol werken.
Opmerking: dit symbool markeert opmerkingen ter voorkoming van
storingen, functiefouten, schade aan instrument of installatie.
Voorzichtig: niet aanhouden van de met dit symbool gemarkeerde
informatie kan persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
Waarschuwing: niet aanhouden van de met dit symbool gemar-
keerde informatie kan ernstig of dodelijk persoonlijk letsel tot gevolg
hebben.
Gevaar: niet aanhouden van de met dit symbool gemarkeerde infor-
matie heeft ernstig of dodelijk persoonlijk letsel tot gevolg.
Ex-toepassingen
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor Ex-toepassingen.
Lijst
De voorafgaande punt markeert een lijst zonder dwingende volgorde.
1 Handelingsvolgorde
Voorafgaande getallen markeren opeenvolgende handelingen.
Afvoeren batterij
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor het afvoeren van
batterijen en accu's.
5
2 Voor uw veiligheid
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
2 Voor uw veiligheid
2.1 Geautoriseerd personeel
Alle in deze documentatie beschreven handelingen mogen alleen
door opgeleid en door de eigenaar van de installatie geautoriseerd
vakpersoneel worden uitgevoerd.
Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de beno-
digde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen.
2.2 Correct gebruik
De VEGAMIP 61 is een sensor voor niveausignalering.
Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied is in hoofdstuk
"Productbeschrijving" opgenomen.
De bedrijfsveiligheid van het instrument is alleen bij correct gebruik
conformdespecicatieindegebruiksaanwijzingenindeevt.aanvul-
lende handleidingen gegeven.
2.3 Waarschuwing voor misbruik
Bij ondeskundig of verkeerd gebruik kunnen van dit product toepas-
singsspeciekegevarenuitgaan,zoalsbijvoorbeeldoverlopenvande
tank door verkeerde montage of instelling. Dit kan materiële, persoon-
lijke of milieuschade tot gevolg hebben. Bovendien kunnen daardoor
deveiligheidsspecicatiesvanhetinstrumentwordenbeïnvloed.
2.4 Algemene veiligheidsinstructies
Het instrument voldoet aan de laatste stand van de techniek rekening
houdend met de geldende voorschriften en richtlijnen. Het mag alleen
in technisch optimale en bedrijfsveilige toestand worden gebruikt. De
exploitant is voor het storingsvrije bedrijf van het instrument verant-
woordelijk. Bij gebruik in agressieve of corrosieve media, waarbij een
storing van het instrument tot een gevaarlijke situatie kan leiden, moet
de exploitant door passende maatregelen de correcte werking van
het instrument waarborgen.
Door de gebruiker moeten de veiligheidsinstructies in deze handlei-
ding, de nationale installatienormen en de geldende veiligheidsbepa-
lingen en ongevallenpreventievoorschriften worden aangehouden.
Ingrepen anders dan die welke in de handleiding zijn beschreven mo-
gen uit veiligheids- en garantie-overwegingen alleen door personeel
worden uitgevoerd, dat daarvoor door de fabrikant is geautoriseerd.
Eigenmachtige ombouw of veranderingen zijn uitdrukkelijk verboden.
Uit veiligheidsoverwegingen mogen alleen de door de fabrikant goed-
gekeurde toebehoren worden gebruikt.
Om gevaren te vermijden moeten de op het instrument aangebrachte
veiligheidssymbolen en -instructies worden aangehouden.
De zendfrequenties van de sensoren liggen afhankelijk van de
uitvoering van het instrument in de K-band. De lage zendvermogens
liggen ver onder de internationaal toegelaten grenswaarden. Bij
6
2 Voor uw veiligheid
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
correct gebruik bestaat er geen enkel gevaar voor de gezondheid. Het
instrument mag onbeperkt ook buiten gesloten tanks worden gebruikt.
2.5 EU-conformiteit
Het instrument voldoet aan de wettelijke eisen uit de geldende
EU-richtlijnen. Met de CE-markering bevestigen wij de conformiteit
van het instrument met deze richtlijnen.
De EU-conformiteitsverklaring vindt u op onze homepage.
Elektromagnetische compatibiliteit
Instrumenten in vierdraads- of Ex-d-ia-uitvoering zijn bedoeld voor
gebruik in industriële omgeving. Daarbij moet rekening worden
gehouden met kabelgebonden en afgestraalde storingsgrootheden,
zoals gebruikelijk is bij een instrument klasse A conform EN 61326-1.
Wanneer het apparaat in een andere omgeving moet worden toe-
gepast, dan moet de elektromagnetische compatibiliteit met andere
instrumenten via daarvoor geschikte maatregelen worden gewaar-
borgd.
2.6 Radiotechnische toelating voor Europa
Het instrument is conform de actuele uitgaven van de volgende
geharmoniseerde normen beproefd:
EN300440-1-ShortRangeDevices(SRD)
2.7 RadiograschetoelatingvoorUSA/Canada
Gebruik is alleen toegestaan wanneer aan de volgende beide voor-
waarden is voldaan:
Het instrument mag geen stoorstraling verzenden
Hetinstrumentmoetonbeïnvloeddoorontvangenstoorstraling
werken, ook bij dergelijke, die ongewenste bedrijfstoestanden
kunnen veroorzaken.
Het instrument voldoet aan de volgende bepalingen:
FCC: Part 15 van de FCC-bepalingen
IC:RSS-210Issue7,RSS-GENIssue2enRSS-102Issue4vande
IC-bepalingen.
Modicatiesofveranderingenaanhetinstrument,dienietuitdrukke-
lijk door de leverancier zijn toegestaan, doen de toelating komen te
vervallen.
Voor gebruik moet worden gewaarborgd, dat op de typeplaat de
betreendetoelatingsnummerszijnaangegeven(ziehoofdstuk
"Opbouw").
2.8 Milieuvoorschriften
De bescherming van de natuurlijke levensbronnen is een van de be-
langrijkste taken. Daarom hebben wij een milieumanagementsysteem
ingevoerd met als doel, de bedrijfsmatige milieubescherming con-
stantteverbeteren.Hetmilieumanagementsysteemisgecerticeerd
conformDINENISO14001.
7
2 Voor uw veiligheid
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Help ons, te voldoen aan deze eisen en houdt rekening met de mi-
lieu-instructies in deze handleiding.
Hoofdstuk "Verpakking, transport en opslag"
Hoofdstuk "Afvoeren"
8
3 Productbeschrijving
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
3 Productbeschrijving
3.1 Constructie
Detypeplaatbevatdebelangrijkstegegevensvoordeidenticatieen
toepassing van het instrument:
Artikelnummer
Serienummer
Technische gegevens
ID-nummers instrumentdocumentatie
De typeplaat bevat het serienummer van het instrument. Daarmee
kunt u via onze homepage de volgende gegevens van het instrument
vinden:
Productcode(HTML)
Leveringsdatum(HTML)
Opdrachtspeciekeinstrumentkenmerken(HTML)
Handleiding en beknopte handleiding op het tijdstip van uitlevering
(PDF)
Opdrachtspeciekesensorspecicatiesvoorvervangenelektro-
nica(XML)
Testcerticaat(PDF)-optie
Ga naar "www.vega.com" en voer in het zoekveld het serienummer
van uw instrument in.
Als alternatief kunt u de gegevens opzoeken via uw smartphone.
VEGA Tools-app uit de "Apple App Store" of de
"Google Play Store" downloaden
DataMatrixcode op de typeplaat van het instrument scannen of
Serienummerhandmatigindeappinvoeren
De levering bestaat uit:
NiveauschakelaarVEGAMIPR61(ontvangereenheid)
De verdere leveringsomvang bestaat uit:
Documentatie
Handleiding VEGAMIP 61
Handleidingen voor optionele instrumentuitvoeringen
Ex-specieke"Veiligheidsinstructies"(bijEx-uitvoeringen)
Evt.anderecerticaten
De bijbehorende zendeenheid VEGAMIP T61 is beschreven in een
afzonderlijke handleiding.
3.2 Werking
De VEGAMIP 61 is een microgolfsensor voor niveaudetectie.
Deze is ontwikkeld voor industriële toepassing op alle terreinen van
deprocestechniekenkaninstortgoederenenvloeistoenworden
toegepast.
Typische toepassingen zijn overloop- en droogloopbeveiliging. Met
een reikwijdte van 100 m kan de VEGAMIP 61 bijvoorbeeld ook in
Typeplaat
Serienummer - instru-
ment zoeken
Leveringsomvang
Toepassingsgebied
9
3 Productbeschrijving
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
stortgoedsilo's met grote diameter worden gemonteerd. Dankzij het
eenvoudige en robuuste meetsysteem kan de VEGAMIP 61 nage-
noeg onafhankelijk van het proces en van de chemische en fysische
eigenschappen van het product worden ingezet.
Bovendien kan de VEGAMIP 61 ook voor objectregistratie van voer-
tuigen en schepen of voor materiaalherkenning op transportbanden
worden gebruikt.
Het instrument werkt ook onder moeilijke procesomstandigheden zo-
als verschillende korrelgroottes, vervuilingen, extreem vulgeluid, hoge
temperaturen, sterke stofontwikkeling of abrassieve producten.
De VEGAMIP 61 bestaat uit de componenten:
33
5
4
5
21
Fig. 1: VEGAMIP 61 met kunststof behuizing
1 Zendeenheid VEGAMIP T61
2 Ontvangereenheid VEGAMIP R61 met bedieningselektronica
3 Deksel behuizing
4 Behuizing met bedieningselektronica
5 Procesaansluiting
Voor verschillende meettaken staan meerdere antenne-uitvoeringen
ter beschikking.
10
3 Productbeschrijving
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
1 2
3 5
4
Fig. 2: Uitvoeringen antenne
1 Schroefdraaduitvoering, binnenliggende hoornantenne met PTFE-afdekking
2 In kunststof gekapselde antenne met PP-afdekking
3 Hoornantenne (316L)
4 VEGAMIP 61 met gebogen antenneverlenging
5 Gekapselde hoornantenne met PTFE-afdekking
De zendeenheid zendt een microgolfsignaal via een hoornantenne
gebundeld aan de daar tegenover opgestelde ontvangereenheid.
Wanneer er product aanwezig is tussen de zend- en ontvangereen-
heid, dan wordt het signaal gedempt. Deze verandering wordt door de
ingebouwde elektronica geregistreerd en in een schakelcommando
omgezet.
3.3 Verpakking, transport en opslag
Uw instrument werd op weg naar de inbouwlocatie beschermd door
een verpakking. Daarbij zijn de normale transportbelastingen door
eenbeproevingverzekerdconformISO4180.
De instrumentverpakking bestaat uit karton; deze is milieuvriendelijke
en herbruikbaar. Bij speciale uitvoeringen wordt ook PE-schuim of
PE-folie gebruikt. Voer het overblijvende verpakkingsmateriaal af via
daarin gespecialiseerde recyclingbedrijven.
Het transport moet rekening houdend met de instructies op de trans-
portverpakking plaatsvinden. Niet aanhouden daarvan kan schade
aan het instrument tot gevolg hebben.
De levering moet na ontvangst direct worden gecontroleerd op volle-
digheid en eventuele transportschade. Vastgestelde transportschade
of verborgen gebreken moeten overeenkomstig worden behandeld.
De verpakkingen moeten tot aan de montage gesloten worden
gehouden en rekening houdend met de extern aangebrachte opstel-
lings- en opslagmarkeringen worden bewaard.
Werkingsprincipe
Verpakking
Transport
Transportinspectie
Opslag
11
3 Productbeschrijving
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Verpakkingen, voor zover niet anders aangegeven, alleen onder de
volgende omstandigheden opslaan:
Niet buiten bewaren
Droog en stofvrij opslaan
Niet aan agressieve media blootstellen
Beschermen tegen directe zonnestralen
Mechanische trillingen vermijden
Opslag- en transporttemperatuur zie "Appendix - Technische
gegevens - Omgevingscondities"
Relatieve luchtvochtigheid 20 … 85 %.
Bijeengewichtvandeinstrumentenmeerdan18kg(39,68lbs)moe-
ten voor het tillen en dragen daarvoor geschikte inrichtingen worden
gebruikt.
3.4 Toebehoren
De handleidingen voor de genoemde toebehoren vindt u in de down-
loadsectie op onze homepage.
De beschermkap beschermt het sensorhuis tegen vervuiling en ster-
ke opwarming door zonnestralen.
Schroefdraadenzenstaaninverschillendeuitvoeringenterbeschik-
kingconformdevolgendenormen:DIN2501,EN1092-1,BS10,
ASMEB16.5,JISB2210-1984,GOST12821-80.
DeopsteekbareaanwijsmodulePLICSLEDisbedoeldvooreen
duidelijk zichtbare indicatie van de schakeltoestand. Deze kan op elk
willekeurig moment op de elektronica van de sensor worden geplaatst
en weer worden verwijderd.
Onder extreem abrasieve omstandigheden kunt u de zend- en
ontvangsteenheid afdekken met een keramische montageadap-
ter-abrasiebescherming. Deze montageadapter-abrasiebescherming
wordt net zoals een adapter op het schroefdraad van de VEGAMIP 61
geschroefd.
De montageadapter-abrasiebescherming kan alleen met de schroef-
draaduitvoering(binnenliggendehoornantennemetPTFE-coating)
worden gebruikt.
Fig. 3: VEGAMIP 61 met keramische montageadapter-abrasiebescherming
-40 … +80 °C (-40 … +176 °C)
Bij procestemperaturen boven 80°C moet u voor de zend- en ontvan-
gereenheid een montage-adapter "Hoge temperatuur" gebruiken. De
montage-adapter "Hoge temperatuur" kan alleen met de schroef-
Opslag- en transporttem-
peratuur
Tillen en dragen
Beschermkap
Flenzen
PLICSLED
Montage-adapter "Abra-
siebescherming"
Montageadapter "Hoge
temperatuur"
12
3 Productbeschrijving
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
draaduitvoering(binnenliggendehoornantennemetPTFE-afdekking)
worden gebruikt.
x
Fig. 4: VEGAMIP 61 met montageadapter "Hoge temperatuur" -40 … +450 °C
(-40 … +842 °F)
x Lengte: montageadapter "Hoge temperatuur"
Bij hoge procestemperaturen boven 80 °C moet u voor de zend- en
ontvangsteenheid een montageadapter "hoge temperatuur" gebrui-
ken. Als optie kan de montageadapter "hoge temperatuur" ook met
een tubus voor vlakke montage worden uitgerust. Daarmee kan het
instrument ook in lange tubelures worden ingebouwd, waarbij het
gevaar bestaat dan product zich afzet in de tubelure. De tubus is
leverbaar in vier verschillende lengten: 40, 60, 80, 100 en 150 mm
(1.57,2.36,3.15,3.94,5.91in).
x y
Fig. 5: VEGAMIP 61 met montageadapter "Hoge temperatuur met tubus"
-40 … +450 °C (-40 … +842 °F)
Montageadapter "Hoge
temperatuur met tubus"
13
4 Monteren
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
4 Monteren
4.1 Algemene instructies
Instrumenten met schroefdraadaansluiting worden met een passende
sleutel via de zeskant van de procesaansluiting ingeschroefd.
Sleutelwijdteziehoofdstuk"afmetingen".
Waarschuwing:
De behuizing of de elektrische aansluiting mogen niet voor het
inschroeven worden gebruikt! Het vastdraaien kan schade, bijv.
afhankelijk van de instrumentuitvoering aan het draaimechaniek van
de behuizing veroorzaken.
Opmerking:
Het instrument mag uit veiligheidsoverwegingen alleen binnen de
toegestaneprocesomstandighedenwordengebruikt.Despecicaties
daarvan vindt u in hoofdstuk "Technische gegevens" van de handlei-
ding resp. op de typeplaat.
Waarborg voor de montage, dat alle onderdelen van het instrument
die in aanraking komen met het proces, geschikt zijn voor de optre-
dende procesomstandigheden.
Daarbij behoren in het bijzonder:
Meetactieve deel
Procesaansluiting
Procesafdichting
Procesomstandigheden zijn in het bijzonder:
Procesdruk
Procestemperatuur
Chemische eigenschappen van het medium
Abrasie en mechanische inwerkingen
Bescherm uw instrument door de volgende maatregelen tegen het
binnendringen van vocht.
Gebruikpassendeaansluitkabel(ziehoofdstuk"Op de voedings-
spanning aansluiten")
Kabelwartel resp. stekkerverbinding vast aantrekken
Aansluitkabel voor kabelwartel resp. stekkerverbinding naar bene-
den toe installeren
Dit geldt vooral bij buitenmontage, in ruimten, waar met vochtigheid
rekeningmoetwordengehouden(bijvoorbeelddoorreinigingspro-
cessen)enopgekoelderesp.verwarmdetanks.
Opmerking:
Waarborg, dat de in hoofdstuk "Technische gegevens" aangegeven
vervuilingsgraad bij de aanwezige omstandigheden past.
Opmerking:
Waarborg, dat tijdens de installatie of het onderhoud geen vocht of
vervuiling in het inwendige van het instrument terecht kan komen.
Inschroeven
Procescondities
Bescherming tegen voch-
tigheid
14
4 Monteren
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Waarborg voor het behoud van de beschermingsklasse van het in-
strument, dat de deksel van de behuizing tijdens bedrijf altijd gesloten
en eventueel geborgd is.
Metrisch schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met metrisch schroefdraad zijn de ka-
belwartels af fabriek ingeschroefd. Deze zijn met kunststof pluggen
afgesloten als transportbeveiligingen.
U moet deze pluggen verwijderen voordat de elektrische aansluitin-
gen worden gemaakt.
NPT-schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met zelfafdichtende NPT-schroefdraad
kunnen de kabelwartels niet af fabriek worden ingeschroefd. De vrije
openingen van de kabeldoorvoeren zijn daarom als transportbevei-
liging afgesloten met roden stofbeschermingsdoppen. Deze doppen
bieden geen voldoende bescherming tegen vocht.
De beschermdoppen moeten voor de inbedrijfname door toegela-
ten kabelwartels worden vervangen of met geschikte blindpluggen
worden afgesloten.
4.2 Montage-instructies
Monteer de VEGAMIP 61 zo mogelijk op een positie, waar een hoge
signaaldemping door het product kan worden verwacht.
Voorkominbouwposities,diedichtbijdetankwandliggen.Reecties
van de tankwand of van ingebouwde onderdelen kunnen de schakel-
nauwkeurigheidbeïnvloeden.
Fig. 6: Inbouwpositie (bovenaanzicht)
De VEGAMIP 61 heeft voor de detectie van verschillende producten
een minimale productgrootte nodig.
Afhankelijk van het product resulteert een bijbehorende productgroot-
te.
De eigenschappen van het product zijn bovendien ook afhankelijk
van de korrelgrootte, het stortgewicht en het vochtgehalte.
Enkele richtwaarden als voorbeeld voor de minimale grootte van het
product:
Kabelwartels
Schakelpunt
Productgrootte
15
4 Monteren
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Mediumtype Medium Minimale product-
grootte
Kunststof granulaat PTFE,PS > 1000 mm
PP, PE, HDPE, POM > 500 mm
PA, PVC, PVDF > 250 mm
Levensmiddelen en hout Meel > 100 mm
Graan, mais, rijst > 100 mm
Houtsnippers(droog) > 500 mm
Houtsnippers(vochtig) > 100 mm
Mineralestoen/erts Stenen(bijv.kalksteen) > 100 mm
Cement, klinkers > 100 mm
Glas(verkleind) > 100 mm
Kool > 50 mm
Bauxiet > 100 mm
Erts > 100 mm
Wanneer VEGAMIP 61 in de vulstroom is ingebouwd, kan dit onge-
wenste foutieve metingen tot gevolg hebben. Monteer de VEGAMIP
61 daarom op een plaats in de tank, waar geen storende invloeden,
zoals bijv. van vulopeningen, roerwerken enz. kunnen optreden.
Microgolven kunnen niet-geleidende materialen doorstralen. Daar-
door kan in silo's van niet-geleidende materialen door de wand heen
worden gemeten.
Fig. 7: Stortgoedsilo's van kunststof
InmetalentanksmoetudeVEGAMIP61openzenofeenschroef-
draadaansluiting monteren. Het is ook mogelijk, door een venster te
meten.Inprincipezijnallestoenzoalsglas,keramiekenkunststof
geschikt als venstermateriaal.
Maximale dikte van het venstermateriaal:
Instromend medium
Niet metalen tank
Metalen tank
16
4 Monteren
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Soort materiaal Venstermateriaal Maximale dikte
Kunststoen PTFE,PS < 5000 mm
PP, PE, HDPE, POM < 1000 mm
PA, PVC, PVDF < 500 mm
Rubber < 50 mm
Glas of keramiek Kijkglas < 200 mm
Aluminiumoxidekera-
miek Al
2
O
3
< 200 mm
Slijtagebescherming(ke-
ramisch)
< 100 mm
Isolatiemateriaal Steenwol < 1000 mm
Keramische vezelplaat < 1000 mm
Vuurvaste stenen < 500 mm
A
C
B
Fig. 8: Inbouw voor een tankvenster
A Venster van niet-geleidend materiaal, bijv. glas, kunststof enz.
B Montage bij condensaatvorming op de binnenwand van de tank
C Kijkglasarmatuur
In principe geldt voor betonnen silo's vanwege de stalen wapening
hetzelfde als voor metalen tanks.
In principe geldt voor houten silo's vanwege de vochtopname van het
hout hetzelfde als voor metalen tanks.
De VEGAMIP 61 kan voor de detectie van product in leidingen wor-
den toegepast. Bij leidingen van niet-metalen materialen zoals bijv.
kunststof of glas kan het product door de leidingwand heen worden
gedetecteerd.
Betonnen silo
Houten silo
Leidingen
17
4 Monteren
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
x
Fig. 9: Inbouw in leidingen
x Minimale afstand 100 mm (3.94 in)
Monteer de schroefdraaduitvoering van de VEGAMIP 61 als volgt:
12
3
4
Fig. 10: VEGAMIP 61, schroefdraaduitvoering G1½
1 Polarisatiemarkering
2 Instrumentzeskant
3 Borgmoer
4 Procesafdichting
1. Plaatsdemeegeleverdeprocesafdichting(4)voorhetinschroe-
ven
2. Gebruik voor het inschroeven van de VEGAMIP 61 de instrument-
zeskant(2)onderdebehuizing.
Schroefhetinstrumentinenzetdezehandvastmeteensteeks-
leutel
3. Desensorweereenstukjeterugdraaien(maximaal180°),omde
gewensteuitlijningvandepolarisatiemarkering(1)tebereiken.
4. Houd het instrument in deze positie vast en borg deze met de
borgmoer(3)
Opgelet:
De behuizing mag niet worden gebruikt voor inschroeven van het
instrument! Het vastdraaien kan op die manier schade aan het draai-
mechaniek van de behuizing veroorzaken.
Opmerking:
Bij de VEGAMIP 61 met NPT-schroefdraad dicht het instrument in
de schroefdraad af. Daarom is bij deze uitvoeringen geen borgmoer
nodig.
Schroefdraaduitvoering
18
4 Monteren
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Vermijd lange aansluitingen, waarin product kan achterblijven en
monteer de VEGAMIP 61 zo vlak mogelijk in. Dit geldt vooral, wan-
neer aanhechtingen en stofafzettingen kunnen worden verwacht.
2
1
Fig. 11: Vlakke montage
1 Ongunstige montage - stortgoed kan zich voor de sensor afzetten
2 Correcte vlakke montage
Indien een vlakke montage niet mogelijk is, kunt u lange aansluitingen
vullen met een kunststof- of keramische cilinder, om aanhechtingen
van product en stofafzettingen te voorkomen. Kies het materiaal met
een diameter overeenkomstig de diameter van de aansluiting en pas
de lengte zo goed mogelijke aan op de vorm van de tankwand.
Borghetvulmateriaaltegenuitvallenofverdraaien.Indieneenxeer-
schroef technische niet mogelijk is, kunt u het materiaal ook met lijm
in de aansluiting vastzetten.
Aanhechtingen
19
4 Monteren
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
2
1
2
21
1
Fig. 12: Vlakke montage
1 Kunststof- of keramisch materiaal
2 Fixeerschroef (indien technisch mogelijk)
Bij sterk abrasieve producten moet de VEGAMIP 61 met een monta-
geadapter-abrasiebescherming worden ingebouwd.
Deze montageadapter-abrasiebescherming wordt net zoals een
adapter op het schroefdraad van de VEGAMIP 61 geschroefd.
De montageadapter-abrasiebescherming kan alleen met de schroef-
draaduitvoering(binnenliggendehoornantennemetPTFE-coating)
worden gebruikt.
Abrassief medium
20
4 Monteren
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Fig. 13: VEGAMIP 61 met keramische montageadapter-abrasiebescherming
-40 … +80 °C (-40 … +176 °C)
Als alternatief kunt u de VEGAMIP 61 voor een geschikt venster mon-
teren. Gebruik in dat geval een passend bestendig venstermateriaal.
Bij hoge procestemperaturen boven 80 °C moet u voor de zend- en
ontvangsteenheid een montageadapter "hoge temperatuur" gebrui-
ken.
Deze wordt op het schroefdraad van de VEGAMIP 61 geschroefd.
De montageadapter "hoge temperatuur" is leverbaar in twee tempe-
ratuurniveaus.
-40…+250°C(-40…+482°F),lengtex:150mm(5.9in)
-40…+450°C(-40…+842°F),lengtex:300mm(11.8in)
De montageadapter "hoge temperatuur" kan alleen met de schroef-
draaduitvoering(binnenliggendehoornantennemetPTFE-coating)
worden gebruikt.
x
Fig. 14: VEGAMIP 61 met montageadapter "Hoge temperatuur" -40 … +450 °C
(-40 … +842 °F)
x Lengte: montageadapter "Hoge temperatuur"
Als optie kan de montageadapter "hoge temperatuur" ook met een
tubus voor vlakke montage worden uitgerust. Daarmee kan het in-
strument ook in lange tubelures worden ingebouwd, waar het gevaar
bestaat, dat medium zich afzet in de tubelure. De tubus is leverbaar
invijflengten:40,60,80,100en150mm(1.57,2.36,3.15,3.94,
5,91in).
Hoge procestemperatu-
ren
21
4 Monteren
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
yx
Fig. 15: Montageadapter "hoge temperatuur met tubus" -40 … +450 °C
(-40 … +842 °F) voor vlakke montage
x Lengte: montageadapter "Hoge temperatuur"
y Tubuslengte 40, 60, 80, 100 of 150 mm (1.57, 2.36, 3.15, 3.94, 5.91 in)
Bij sterke tanktrillingen moet de VEGAMIP 61 met trillingsdempende
blokkenofrubberenbuerswordengemonteerd.
1
2
Fig. 16: Inbouw bij tanktrillingen
1 Anti-trillingsblokkenofrubberenbuers
2 Venster van niet-geleidend materiaal, bijv. glas, kunststof enz.
Hoek
De beide sensoren moeten voor een optimaal schakelsignaal op
elkaar worden uitgericht. De nauwkeurigheid moet zich binnen een
bereik van ±5° bevinden.
Asverzet
De richtingsassen van de beide sensoren mogen tot < 5% van de
sensorafstand(d)tenopzichtevanelkaarzijnverzet.Voorbeeld:bij
Trillingen
Uitlijning van de sensor
22
4 Monteren
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
een sensorafstand van 1000 mm mogen de beide sensoren maxi-
maal 50 mm ten opzichte van elkaar zijn verzet.
Over het algemeen geldt het principe: des te groter de antenne is en
des te beter deze focust, des te nauwkeuriger moet de uitlijning zijn.
+
-
d
<
d
20
Fig. 17: Uitlijning van de sensoren - hoek en asverzet
Polarisatierichting
De zendeenheid verzendt elektromagnetische golven. Het polarisa-
tievlak is de richting van het elektrische aandeel. De positie daarvan
is door polarisatiemarkeringen op het zeskant van het instrument
aangegeven.
Voor een betrouwbare werking moeten de zend- en ontvangsteenheid
in dezelfde polarisatierichting worden ingebouwd.
Wanneer meerdere instrumentparen in een tank worden ingebouwd,
dan kunnen de instrumentparen met verschillende polarisatierichtin-
genalshetwarewordengecodeerd,omonderlingebeïnvloedingte
verminderen.
23
4 Monteren
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
2
1
1
2
Fig. 18: Uitlijning op polarisatierichting
1 Polarisatiemarkering boven
2 Polarisatiemarkering zijkant
Bij beperkte inbouwmogelijkheden of bij hoge temperaturen kunt u
het signaal van de VEGAMIP 61 ook via een hoek geleiden. Daarvoor
kunt u een metalen plaat of een gebogen antenneverlenging gebrui-
ken. Deze hoek kan aan de zijde van de zendeenheid of aan de zijde
van de ontvangereenheid worden gepositioneerd.
Bij producten met een lage diëlektrische constante adviseren wij een
instrumentuitvoering met antenneverlenging, omdat deze het signaal
optimaal focust en geen signaalverlies vertoont. Bij instrumentuitvoe-
ringen met afneembare hoornantenne kan de antenneverlenging ook
naderhand worden gemonteerd.
Om stoorecho's te minimaliseren, moet u daarbij de positie van het
polarisatievlak aanhouden. Let op de stand van de polarisatiemarke-
ring ten opzichte van de antenneverlenging. Monteer de antennever-
lenging conform de volgende afbeelding.
Bijzondere montagemo-
gelijkheden
24
4 Monteren
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
3
45°
1 2
Fig. 19: Mogelijkheden voor signaalombuiging
1 Metalen plaat voor signaalombuiging van het microgolfsignaal
2 Gebogen antenneverlenging
3 Polarisatiemarkering
25
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
5 Op de voedingsspanning aansluiten
5.1 Aansluiting voorbereiden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de
eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd.
Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten over-
spanningsbeveiligingenwordengeïnstalleerd
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten resp. losmaken.
Sluitdebedrijfsspanningaanconformdevolgendeaansluitschema's.
De elektronica is uitgevoerd in veiligheidsklasse I. Voor het aanhou-
den van deze veiligheidsklasse is het absoluut noodzakelijk, dat de
randaarde wordt aangesloten op de interne aardaansluitklem. Let
daarbij op de algemene installatievoorschriften. Bij Ex-toepassingen
moet u ook de opstellingsvoorschriften voor explosiegevaarlijke om-
geving worden aangehouden.
Despecicatiesbetreendevoedingsspanningvindtuinhoofdstuk
"Technische gegevens".
Het instrument wordt met standaard 3-aderige kabel zonder afscher-
ming aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen worden
verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326 voor industrië-
le omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt.
Waarborg, dat de gebruikte kabel de voor de maximaal optredende
omgevingstemperatuur benodigde temperatuurbestendigheid en
brandveiligheid heeft.
Gebruik kabels met ronde doorsnede bij instrument met behuizing
en kabelwartel. Controleer voor welke kabeldiameter de kabelwartel
geschikt is, om de afdichtende werking van de kabelwartel te waar-
borgen(IP-beschermingsklasse).
Gebruik een bij de kabeldiameter passende kabelwartel.
SluitalleopeningenindebehuizingafconformEN60079-1.
Metrisch schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met metrisch schroefdraad zijn de ka-
belwartels af fabriek ingeschroefd. Deze zijn met kunststof pluggen
afgesloten als transportbeveiligingen.
Opmerking:
U moet deze pluggen verwijderen voordat de elektrische aansluitin-
gen worden gemaakt.
NPT-schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met zelfafdichtende NPT-schroefdraad
kunnen de kabelwartels niet af fabriek worden ingeschroefd. De vrije
openingen van de kabeldoorvoeren zijn daarom met rode stofbe-
schermdoppen afgesloten als transportbeveiliging.
Veiligheidsinstructies
Voedingsspanning
Verbindingskabel
Kabelwartels
26
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Opmerking:
De beschermdoppen moeten voor de inbedrijfname door toegela-
ten kabelwartels worden vervangen of met geschikte blindpluggen
worden afgesloten.
Bij kunststofbehuizingen moet de NPT-kabelwartel resp. de cond-
uit-stalen buis zonder vet in het schroefdraadelement worden
geschroefd.
Maximale aandraaimoment voor alle behuizingen zie hoofdstuk
"Technische gegevens".
5.2 Aansluitstappen
De aansluiting van de voedingsspanning en de signaaluitgang wordt
via veerkrachtklemmen in de behuizing uitgevoerd.
Ga als volgt tewerk:
1. Deksel behuizing afschroeven
2. Wartelmoer van de kabelwartel losmaken en de afsluitplug uitne-
men
3. Aansluitkabel ca. 10 cm ontdoen van de mantel, aderuiteinde ca.
1 cm ontdoen van de isolatie.
4. Kabel door de kabelwartel in de sensor schuiven
Fig. 20: Aansluitstappen 4 en 5
5. Aderuiteinden conform aansluitschema in de klemmen steken
Informatie:
Massieve aders en soepele aders met adereindhuls worden direct in
de klemopeningen geplaatst. Bij soepele aders zonder eindhuls met
een kleine schroevendraaier boven op de klem drukken, de klemope-
ning wordt vrijgegeven. Door loslaten van de platte schroevendraaier
worden de klemmen weer gesloten.
6. Controleer of de kabels goed in de klemmen zijn bevestigd door
licht hieraan te trekken
7. Afscherming op de interne aardklem aansluiten, de externe aard-
klemmetdepotentiaalvereeningverbinden
8. Wartelmoer van de kabelwartel vast aandraaien. De afdichtring
moet de kabel geheel omsluiten
9. Deksel behuizing vastschroeven
De elektrische aansluiting is zo afgerond.
Aansluittechniek
Aansluitstappen
27
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Informatie:
Het klemmenblok is opsteekbaar en kan van de elektronica worden
afgenomen. Hiervoor klemmenblok met een kleine schroevendraai-
er optillen en uittrekken. Bij opnieuw plaatsen moet deze hoorbaar
vastklikken.
5.3 Aansluitschema eenkamerbehuizing
Het verdient aanbeveling de VEGAMIP 61 zodanig aan te sluiten, dat
het schakelcircuit bij niveaumelding, kabelbreuk of storing is geopend
(failsafe).
Informatie:
De relais worden altijd in de rusttoestand getoond.
3
2 1
Fig. 21: Aansluitschema ontvangereenheid - VEGAMIP 61 (receiver)
1 Relaisuitgang
2 Relaisuitgang
3 Voedingsspanning
Indien inductieve lasten of hogere stromen worden geschakeld,
wordt de vergulde laag op het relaiscontactgoppervlak onherstelbaar
beschadigd. Het contact is daarna niet meer voor het schakelen van
laagspanningscircuits geschikt. Houd rekening met het minimale
schakelvermogen van het relais.
Inductieve lasten ontstaan ook door de aansluiting op een PLC-in-
gangof-uitgangen/ofincombinatiemetlangekabels.Voerhier
altijd maatregelen uit voor vonkblussing ter bescherming van de
relaiscontacten(bijv.Z-diode)ofgebruikeenelektronica-uitvoering
met transistoruitgang.
Indien nodig moet een overeenkomstig gedimensioneerde weerstand
parallel met de PLC-ingang worden geschakeld. Bij een spanning U
B
van 24 V en een inwendige weerstand van de PLC R
i
>100kΩmoet
de extra lastweerstand R
L
tussen6,8en8,2kΩliggen.
Aansluitschema
Aansluiting op een PLC
28
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
1
R
L
R
I
U
B
Fig. 22: Aansluitschema ontvangereenheid - VEGAMIP 61 (receiver) bij aanslui-
ting op een PLC
1 PLC/procesbesturingssysteem
R
i
Inwendige weerstand PLC
R
L
Extralastweerstand(6,8…8,2kΩ)
U
B
Voedingsspanning
29
6 In bedrijf nemen
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
6 In bedrijf nemen
6.1 Bedieningssysteem
Op de elektronica vindt u de volgende aanwijs- en bedieningsele-
menten:
De getallen tussen haakjes hebben betrekking op de volgende
afbeelding.
6
7
9
8
4
5
1
2
3
1
LN
3
(-)( )
45678
2
+
3
45678
Fig. 23: Elektronica MP6X R (ontvangereenheid) - relaisuitgang
1 Bedrijfsstandenomschakeling voor de keuze van het schakelgedrag (min./
max.)
2 Controlelamp (LED) voor indicatie van een storing (rood)
3 Controlelamp (LED) voor aanwijzing van de schakeltoestand (geel).
4 Controlelamp (LED) voor aanwijzing van de instrumentwerking (groen)
5 Aansluitklemmen
6 Aardklem
7 Toets voor instelling van de gevoeligheid en de schakelvertraging (-->)
8 Toets voor instelling van de gevoeligheid en de schakelvertraging (<--)
9 LED-indicatiestrook voor aanwijzing van het ontvangstniveau (geel)
Opdeelektronicabevindenzichdriecontrolelampjes(LED's)
Controlelamp (rood) voor indicatie van een storing (2)
Dit controlelampje signaleert een storingstoestand van het instru-
ment.
Controlelamp (geel) voor aanwijzing van de schakeltoestand
(3).
Dit controlelampje signaleert de schakeltoestand van de schakeluit-
gang.
Aanwijs- en bedienings-
elementen
Controlelampen (1, 2, 4)
30
6 In bedrijf nemen
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Controlelamp (groen) voor aanwijzing van de instrumentwer-
king (4)
Hetgroenecontrolelampje(on)toontdebedrijfsgereedheidvanhet
instrument, zodra de voedingsspanning correct is aangesloten.
Metdebedrijfsstandenomschakeling(max./min.)kuntudeschakel-
toestand van het relais veranderen. U kunt daarmee de gewenste
bedrijfsstand conform de "functietabel"instellen(max.-maximaal
niveaudetectie resp. overvulbeveiliging, min. - minimaal niveaudetec-
tieresp.droogloopbeveiliging).
Metdezetoetsen(7,8)kuntuhetschakelpuntvoorhetproduct
instellen.
Afhankelijk van het proces moet u de gevoeligheid van de VEGAMIP
61 meer of minder gevoelig instellen.
Met de toets "<--" wordt de sensor gevoeliger. Door indrukken van de
toets "-->" wordt de sensor ongevoeliger.
Met de beide toetsen kan ook de schakelvertraging worden ingesteld.
Met behulp van de LED-indicatiebalk kunt u bij de inregeling het
actuele ontvangstniveau herkennen.
Wanneer de indicatie naar rechts verplaatst, wordt het instrument
ongevoeliger, naar links gevoeliger.
6.2 Inregeling
De microgolfsensor kan alleen in onbedekte toestand worden inge-
regeld. Waarborg, dat tussen de zend- en ontvangereenheid geen
product of tankonderdelen aanwezig zijn.
Kiesdegewenstebedrijfsmodus(min./max.)conformdefunctietabel.
De volgende functietabel geeft een overzicht van de schakeltoestan-
den afhankelijk van de ingestelde bedrijfsmodus en het niveau.
Niveau Schakeltoestand Controlelampje -
relais (geel)
Max. bedrijfsmo-
dus
Overvulbeveiliging
53 4
(8)(6) (7)
Relais stroomge-
leidend
Max. bedrijfsmo-
dus
Overvulbeveiliging
53 4
(8)(6) (7)
Relais spannings-
loos
Bedrijfsstandenomscha-
keling (1)
Gevoeligheidsinstelling
(7,8)
LED-indicatiebalk - ont-
vangstniveau (9)
Voorwaarden
Bedrijfsstand
31
6 In bedrijf nemen
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Niveau Schakeltoestand Controlelampje -
relais (geel)
Min. bedrijfsmo-
dus
Droogloopbevei-
liging
53 4
(8)(6) (7)
Relais stroomge-
leidend
Min. bedrijfsmo-
dus
Droogloopbevei-
liging
53 4
(8)(6) (7)
Relais spannings-
loos
Uitval voedings-
spanning
(max./min.be-
drijfsmodus)
Willekeurig
53 4
(8)(6) (7)
Relais spannings-
loos
Storing Willekeurig
53 4
(8)(6) (7)
Relais spannings-
loos
Rode storings-
meld-LED brandt
Afhankelijk van welke schakelfunctie uw relaisuitgang moet uitvoeren,
kunt u de schakelrichting met de schuifschakelaar vastleggen.
Voor een maximaal niveausignalering of een overloopbeveiliging
stelt u de schuifschakelaar in op de stand max.
Voor een minimaal niveausignalering of een droogloopbeveiliging
stelt u de schuifschakelaar in op de stand min.
Wanneer het gele relaiscontrolelampje brandt, geleidt het relais
stroom.
Met de beide toetsen kunt u de LED-indicatiebalk veranderen en
daarmee het schakelpunt op het product instellen.
De toetsen zijn verzonken aangebracht, om onbedoelde verandering
van de instelling te voorkomen. Gebruik daarom voor de bediening
bijvoorbeeld een schroevendraaier.
Wanneer u een van de toetsen langer dan twee seconden ingedrukt
houdt,verschuifthetinregelbereikvanzelfindebetreenderichting.
Des te groter de afstand tussen zend- en ontvangereenheid is, des
te groter is ook het inregelbereik van de aanwijzing. De LED-indi-
catiebalk toont dus altijd slechts een klein deel van het werkelijke
meetbereik.
Met de toets "<--" wordt de sensor gevoeliger. Door indrukken van de
toets "-->" wordt de sensor ongevoeliger.
Gevoeligheidsinstelling
32
6 In bedrijf nemen
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Drukdebetreendetoetszolangin,totdeaanwijzingzichbinnende
LED-indicatiebalk bevindt. Dat wil zeggen, op de LED-indicatiebalk
branden één of twee LED's.
CB
A
2
3
1 1 1
Fig. 24: Indicatiebalk
1 Indicatie (LED-indicatiebalk)
2 Gevoeliger - toets naar links
3 Minder gevoelig - toets naar rechts
A Product:kunststoen(PP,PVC,...),oplossmiddelen
B Product:bouwstoen(zand,stenen,...)
C Product:geleidendestoen(kolen,erts,zout...)
SteldeaanwijzingongeveerinhetmiddenvandeLED-indicatiebalk
in, tot de gele relaiscontrolelamp van toestand verandert.
Afhankelijkvandetankgrootte,hetprocesen/ofhetproductmoetu
de gevoeligheid van de VEGAMIP 61 hoger of lager instellen. Bij pro-
ducten met een geringe signaaldemping, in kleine tanks of leidingen
of in geval van afzettingen moet u de schakelfunctie eventueel testen.
Met behulp van de LED-indicatiebalk kunt u bij de inregeling het
actuele ontvangstniveau herkennen.
Wanneer de indicatie naar rechts verplaatst, wordt het instrument
ongevoeliger, naar links gevoeliger.
Bij toepassingen met producten, waarbij een goede signaaldemping
aanwezigis(bijv.stenen,erts,zand,cement)enmetafzettingenof
vervuilingen rekening moet worden gehouden, moet u het instrument
minder gevoelig instellen. Daardoor schakelt de VEGAMIP 61 pas bij
een relatief grote signaaldemping door het product. Eventuele afzet-
tingenbeïnvloedendemetingniet.
Ingevalvanafzettingendruktuopdetoets(naarrechts),totdeLED's
aan de rechterkant van de LED-indicatiebalk branden. Voor grotere
afzettingen kunt u de toets extra keren indrukken, om het instrument
nog ongevoeliger in te stellen. De indicatie van de LED-indicatiebalk
verandert niet meer, maar het instrument wordt bij elke keer indrukken
van de toets ongevoeliger.
Ontvangstniveau
Product levert goede
signaaldemping
33
6 In bedrijf nemen
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Fig. 25: LED-indicatiebalk - instelling voor producten met goede signaaldem-
ping
Wanneer tijdens bedrijf sterke afzettingen optreden, verdient het
aanbeveling de inregeling met afzettingen uit te voeren. Eventueel
is al een korte bedrijfstijd voldoende, om de afzettingen te laten
ontstaan. Ook kunnen de afzettingen kunstmatig worden gerealiseerd
of worden gesimuleerd.
Bij toepassingen met producten, waarbij een geringe signaaldemping
aanwezigis(bijv.kunststofgranulaat,graan),moetuhetinstrument
gevoeliger instellen. Daarmee schakelt de VEGAMIP 61 zeer gevoe-
lig, ook bij een relatief geringe bedekking door het product.
Fig. 26: LED-indicatiebalk - instelling voor producten met geringe signaaldem-
ping
Product levert geringe
signaaldemping
34
6 In bedrijf nemen
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Met behulp van de LED-indicatiebalk kunt u de schakelvertraging
instellen.
Drukdebeidetoetsen(7)en(8)gelijktijdiggedurendeca.2sintotde
LED-indicatie knippert.
Met de beide toetsen kunt u de gewenste schakelvertraging conform
de volgende afbeelding kiezen.
De schakelvertraging kan in zeven stappen van 100 ms tot 20 s
worden ingesteld.
200
ms
100
ms
500
ms
1 s2 s 5 s 20 s
Fig. 27: Schakelvertraging instellen - LED-indicatie knippert
Wanneer de indicatie naar rechts verplaatst, wordt de schakelvertra-
ging langer, naar links korter.
Na ca. 10 s verspringt de LED-indicatiebalk automatisch weer terug
naar de aanwijzing van het actuele ontvangstniveau.
Wanneer u de mogelijkheid daarvoor heeft, kunt u tussen zend- en
ontvangereenheid met de hand of een metalen plaat een vulling
simuleren en zo controleren, of het schakelpunt correct is ingesteld.
Wanneer het relaiscontrolelampje daarbij van schakeltoestand veran-
dert, is de schakelfunctie correct ingesteld.
Schakelvertraging
Simulatie
35
7Serviceenstoringenoplossen
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
7 Service en storingen oplossen
7.1 Onderhoud
Bij correct gebruik is bij normaal bedrijf geen bijzonder onderhoud
nodig.
De reiniging zorgt er tevens voor, dat de typeplaat en de markering op
het instrument zichtbaar zijn.
Let hiervoor op het volgende:
Gebruik alleen reinigingsmiddelen, die behuizing, typeplaat en
afdichtingen niet aantasten.
Gebruik alleen reinigingsmethoden, die passen bij de bescher-
mingsklasse van het instrument
7.2 Storingen oplossen
Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de installatie,
geschikte maatregelen voor het oplossen van optredende storingen
te nemen.
De eerste maatregel is het controleren van het uitgangssignaal. In
veel gevallen kunnen oorzaken langs deze weg worden vastgesteld
en kunnen de storingen worden opgelost.
Onderhoud
Reiniging
Gedrag bij storingen
Storingen verhelpen
36
7Serviceenstoringenoplossen
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Fout Oorzaak Oplossen
De VEGAMIP 61 meldt be-
dekt zonder bedekking
metproduct(overvulbe-
veiliging)
of
De VEGAMIP 61
meldt onbedekt met
productbedekking(droog-
loopbeveiliging)
Voedingsspanning te laag Bedrijfsspanning controleren
Afzettingen aan de sensor Beide sensoren controleren op eventuele afzettingen
en deze verwijderen.
Bij afzettingen in de aansluitingen, zie de instructies in
hoofstuk "Monteren".
Verkeerde bedrijfsstand
gekozen
Correcte bedrijfsstand op de bedrijfsstandenscha-
kelaarinstellen(max.:overloopbeveiliging,min.:
droogloopbeveiliging).Deaansluitingmoetconformhet
ruststroomprincipe worden uitgevoerd.
Inbouwlocatie ongunstig Sensor(zender/ontvanger)opeenpositieinbouwen,
waar zich zo veel mogelijk product tussen zend- en ont-
vangereenheid bevindt.
Sensor(zender/ontvanger)opeenpositieinbouwen,
waar zich geen storende ingebouwde onderdelen of
bewegende delen bevinden.
Elektronica defect Bedrijfsstandenschakelaar bedienen. Wanneer het in-
strument daarna niet omschakelt, is de elektronica
defect. Elektronica vervangen.
Sensordefect Bedrijfsstandenschakelaar(min./max.)bedienen.Wan-
neer het instrument daarna omschakelt, kan de sensor
met afzettingen zijn bedekt of mechanisch zijn bescha-
digd.
Wanneer de schakelfunctie in de correcte bedrijfsmo-
dus weer onjuist is, moet u het instrument ter reparatie
opsturen.
Controlelampje brandt
rood
Voedingsspanning te laag Bedrijfsspanning controleren
Elektronica heeft een
instrumentstoring gecon-
stateerd
Instrument vervangen resp. voor reparatie inzenden
Instrument schakelt ver-
traagd
Schakelvertragingcon-
troleren
Schakelvertragingcorrectinstellen
Instrument schakelt vaak
bij bepaalde niveaus
Golfbeweging in de tank Schakelvertraginginstellenofverhogen
Invloeden door stoorre-
ecties
Instrument ongevoeliger instellen
Afhankelijk van de oorzaak van de storing en genomen maatrege-
len moeten evtentueel de in hoofdstuk "Inbedrijfname" beschreven
handelingen opnieuw worden genomen resp. op plausibiliteit en
volledigheid worden gecontroleerd.
Wanneer deze maatregelen echter geen resultaat hebben, neem dan
in dringende gevallen contact op met de VEGA service-hotline onder
tel.nr. +49 1805 858550.
De hotline staat ook buiten de gebruikelijke kantoortijden 7 dagen per
week, 24 uur per dag ter beschikking.
Schakelsignaal contro-
leren
Gedrag na oplossen
storing
24-uurs service hotline
37
7Serviceenstoringenoplossen
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Omdat wij deze service wereldwijd aanbieden, is deze ondersteuning
in het Engels. De service is gratis, alleen de telefoonkosten zijn van
toepassing.
7.3 Elektronica vervangen
Bij een defect kan de elektronica door de gebruiker worden vervan-
gen.
Bij Ex-toepassingen mag slechts één elektronica met bijbehorende
Ex-toelating worden ingezet.
Alle informatie over het vervangen van de elektronica vindt u in de
handleiding van de nieuwe elektronica.
7.4 Procedure in geval van reparatie
Een retourformulier instrument en gedetailleerde informatie over de
procedure vindt u in het download-gebied van onze homepage. U
helpt ons op die manier, de reparatie snel en zonder extra overleg te
kunnen uitvoeren.
Ga in geval van reparatie als volgt te werk:
Omschrijving van de opgetreden storing.
Het instrument schoonmaken en goed inpakken
Hetingevuldeformuliereneventueeleenveiligheidsspecicatie-
blad buiten op de verpakking aanbrengen.
Adres voor retourzending bij uw vertegenwoordiging opvragen. U
vindt deze op onze homepage.
38
8 Demonteren
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
8 Demonteren
8.1 Demontagestappen
Waarschuwing:
Let voor het demonteren goed op gevaarlijke procesomstandigheden
zoals bijvoorbeeld druk in de tank of leiding, hoge temperaturen,
agressieve of toxische media enz.
Houdt de hoofdstukken "Monteren" en "Op de voedingsspanning
aansluiten" aan en voer de daar genoemde handelingen uit in omge-
keerde volgorde.
8.2 Afvoeren
Het instrument bestaat uit materialen die door gespecialiseerde recy-
clingbedrijven weer kunnen worden hergebruikt. Wij hebben daarom
de elektronica eenvoudig demonteerbaar ontworpen en gebruiken
recyclebare materialen.
WEEE-richtlijn
Het instrument valt niet onder de EU-WEEE-richtlijn. Conform artikel 2
van deze richtlijn zijn elektrische en elektronische apparaten daarvan
uitgezonderd, wanneer deze onderdeel van een ander apparaat zijn,
dat niet onder het geldigheidsgebied van de richtlijn valt. Dit zijn o.a.
vaste industriële installaties.
Voer het apparaat direct via een gespecialiseerde recyclingbedrijf af
en gebruik daarvoor niet de gemeentelijke afvalverwerking.
Wanneer u niet de mogelijkheid heeft, het ouder instrument goed af te
voeren, neem dan met ons contact op voor terugname en afvoer.
39
9 Bijlage
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
9 Bijlage
9.1 Technische gegevens
Algemenespecicaties
Materiaal 316 L komt overeen met 1.4404 of 1.4435.
Materialen, in aanraking met medium
Ʋ Procesaansluiting - schroefdraad 316L
Ʋ Procesaansluiting-ens 316L
Antenne Afdichting instrument Afdekking resp.
materialen in aan-
raking met het
medium
Schroefdraaduitvoering,binnenliggende
hoornantenne met PTFE-afdekking
FKM(A+P70.16.-06)
Procesafdichting: Klingersil C-4400
PTFE
316L
In kunststof gekapselde antenne met PP-af-
dekking
- PP
Hoornantenne(316L) FKM(SHSFDM70C3GLT)
FFKM(Kalrez6375)
Procesafdichting: Klingersil C-4400
PTFE
316L
Gekapselde hoornantenne met PTFE-af-
dekking
- PTFE
Montageadapter "Abrasiebescherming"
(optie)
+80°C(+176°F)
FKM(A+PFPM70.16-06)
Procesafdichting: Klingersil C-4400
Al
2
O
3
-keramiek
316L
Montageadapter"Hogetemperatuur§(op-
tie)
+250°C(+482°F)
Graet
Procesafdichting: Klingersil C-4400
Al
2
O
3
-keramiek
316L
Montageadapter"Hogetemperatuur§(op-
tie)
+450°C(+842°F)
Graet
Procesafdichting lokaal
Al
2
O
3
-keramiek
316L
Materialen, niet in aanraking met medium
Ʋ Kunststof behuizing KunststofPBT(polyester)
Ʋ Gietaluminium behuizing GietaluminiumAlSi10Mg,poedergecoat(Basis:polyes-
ter)
Ʋ RVS-behuizing(jngietstaal) 316L
Ʋ RVS-huis(geëlektropoleerd) 316L
Ʋ Afdichting tussen behuizing en deksel
behuizing
Siliconen
Ʋ Kijkvensterindekselbehuizing(optie
bijrelaisuitvoering)
Kunststofbehuizing:polycarbonaat(UL746-Cgeregi-
streerd)
Metalen behuizing: glas
1)
Ʋ Aardklem 316L
1)
Aluminium- roestvaststalen giet- en Ex d-behuizing
40
9 Bijlage
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Ʋ Kabelwartel PA, roestvast staal, messing
Ʋ Afdichting kabelwartel NBR
Ʋ Afsluitplug kabelwartel PA
Ʋ Montage-adapter(optie) 316L
Sensorlengte Ziehoofdstuk"Afmetingen"
Gewichtinstrument(afhankelijkvan
procesaansluiting)
0,8…4kg(0.18…8.82lbs)
Procesaansluitingen
Ʋ Leidingschroefdraad, cilindrisch
(ISO228T1)
G1½ conform DIN 3852-A
Ʋ Schroefdraad,conisch(AS-
MEB1.20.1)
1½ NPT
Ʋ Flenzen DINvanafDN50,ASMEvanaf2"
Ʋ Montageadapter G2 of 2 NPT
Frequentiebereik K-band,24,085GHz(ISM-band)
Meetbereik 0,1…100m(0.33…328ft)
Stralingshoek
2)
Ʋ Schroefdraaduitvoering,binnenliggen-
de hoornantenne met PTFE-afdekking
20°
Ʋ In kunststof gekapselde antenne met
PP-afdekking
10°
Ʋ Hoornantenne(316L),ø40mm
(1.575in)
22°
Ʋ Hoornantenne(316L),ø48mm
(1.89in)
18°
Ʋ Gekapselde antenne met PTFE-af-
dekking,ensDN50,ASME2"
18°
Ʋ Gekapselde antenne met PTFE-af-
dekking,ensDN80…DN150,
ASME3"…6"
10°
Aandraaimoment voor NPT-kabelwartels en conduit-buizen
Ʋ Kunststof behuizing max.10Nm(7.376lbfft)
Ʋ Aluminium/RVS-behuizing max.50Nm(36.88lbfft)
Uitgangsgrootheid
Uitgang Relaisuitgang(DPDT),2potentiaalvrijeomschakelcon-
tacten
Schakelspanning max. 253 V AC, 253 V DC
Bijstroomcircuits>150VAC/DCmoetenderelaiscon-
tacten zich in hetzelfde circuit bevinden.
Schakelstroom max.5AAC(cosphi>0,5),1ADC
2)
Buitendeaangegevenstralingshoekheeftdeenergievanhetradarsignaaleenniveauvan-3dB(50%).
41
9 Bijlage
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Schakelvermogen
Ʋ Min. 50 mW
Ʋ Max. 750VAAC,40WDC(ohmselast)
Wanneer inductieve lasten of hogere stromen worden
geschakeld, wordt de goudlaag op de relaiscontactvlak-
ken permanent beschadigd. Het contact is daarna niet
meer geschikt voor het schakelen van signaalcircuits.
Contactmateriaal(relaiscontacten) AgNiofAgSnO2mettelkens3µmverguld
Bedrijfsstanden(omschakelbaar)
Ʋ Max. Maximaal niveausignalering resp. overloopbeveiliging
Ʋ Min. Minimaal niveaudetectie resp. droogloopbeveiliging
Meetnauwkeurigheid
Hysterese ca. 1 dB
Schakelvertraging Instelbaar0,1…20s(aan/uit)
Min. afstand 100mm(3.94in)
Omgevingscondities
Omgevings-, opslag- en transporttem-
peratuur
-40…+80°C(-40…+176°F)
Procescondities
Meeteenheid Schakelpuntvanstortgoederenenvloeistoen
Procesdruk
3)
Ʋ VEGAMIP 61, schroefdraaduitvoering,
binnenliggende hoornantenne met
PTFE-afdekking
-1…4bar/-100…400kPa(-14.5…58psig)
Ʋ VEGAMIP 61, kunststof gekapselde
antenne met PP-afdekking
-1…2bar/-100…200kPa(-14.5…29psig)
Ʋ VEGAMIP61,hoornantenne(316L) -1…40bar/-100…4000kPa(-14.5…580psig)
Ʋ VEGAMIP 61, gekapselde hoornan-
tenne met PTFE-afdekking
-1…16bar/-100…1600kPa(-14.5…232psig)
Ʋ VEGAMIP 61 met montageadap-
ter-abrasiebescherming
-1…20bar/-100…2000kPa(-14.5…290psig)
Ʋ VEGAMIP 61 met montageadapter
"Hoge temperatuur" 150 mm
Drukloos(IP67)
Ʋ VEGAMIP 61 met montageadapter
"Hoge temperatuur" 300 mm
Drukloos(IP67)
Procestemperatuur(schroefdraad-resp.
enstemperatuur)
Ʋ VEGAMIP 61, schroefdraaduitvoering,
binnenliggende hoornantenne met
PTFE-afdekking
-40…+80°C(-40…+176°F)
3)
Houd de maximale druk van de procesaansluiting aan.
42
9 Bijlage
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
Ʋ VEGAMIP 61, kunststof gekapselde
antenne met PP-afdekking
-40…+80°C(-40…+176°F)
Ʋ VEGAMIP61,hoornantenne/316L
-afdichting:FKM(SHSFDM70C3
GLT)
-40…+130°C(-40…+266°F)
Ʋ VEGAMIP61,hoornantenne/316L-
afdichting:FFKM(Kalrez6375)
-20…+130°C(-4…+266°F)
Ʋ VEGAMIP 61, gekapselde hoornan-
tenne met PTFE-afdekking
-40…+200°C(-40…+392°F)
Ʋ VEGAMIP 61 met montageadapter
"Abrasiebescherming"(optie)
-40…+80°C(-40…+176°F)
Ʋ VEGAMIP 61 met montageadapter
"Hogetemperatuur"150mm(optie)
-40…+250°C(-40…+482°F)
Ʋ VEGAMIP 61 met montageadapter
"Hogetemperatuur"300mm(optie)
-40…+450°C(-40…+842°F)
Elektromechanische gegevens
Opties voor de kabelinstallatie
Ʋ Kabelinvoer M20 x 1,5; ½ NPT
Ʋ Kabelwartel M20x1,5;½NPT(kabeldiameterzietabelonder)
Ʋ Blindplug M20 x 1,5; ½ NPT
Ʋ Afsluitkap ½ NPT
Materiaal ka-
belwartel
Materiaal af-
dichting
Kabeldiameter
4,5 … 8,5 mm 5 … 9 mm 6 … 12 mm 7 … 12 mm 10 … 14 mm
PA NBR
Messing, ver-
nikkeld
NBR
RVS NBR
Aderdiameter(veerkrachtklemmen)
Ʋ Massieve ader, litze 0,2…2,5mm²(AWG24…14)
Ʋ Litze met adereindhuls 0,2…1,5mm²(AWG24…16)
Voedingsspanning
Bedrijfsspanning 20…253VAC,50/60Hz,20…72VDC(bij
U > 60 V DC mag de omgevingstemperatuur max.
50°C/122°Fzijn)
Opgenomen vermogen 2,5VA(AC),ca.1,3W(DC)
Elektrische veiligheidsmaatregelen
Beschermingsgraad IP66/IP67(NEMAType4X)
Overspanningscategorie III
Veiligheidsklasse I
43
9 Bijlage
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
9.2 Afmetingen
VEGAMIP 61, uitvoeringen behuizing
32
1
4
~ 69 mm
(2.72")
ø 79 mm
(3.11")
117 mm (4.61")
M20x1,5/
½ NPT
~ 59 mm
(2.32")
ø 80 mm
(3.15")
112 mm (4.41")
M20x1,5/
½ NPT
~ 69 mm
(2.72")
ø 79 mm
(3.03")
112 mm (4.41")
M20x1,5/
½ NPT
~ 116 mm (4.57")
ø 86 mm (3.39")
116 mm (4.57")
M20x1,5
M20x1,5/
½ NPT
Fig. 28: Uitvoeringen behuizing
1 Kunststof eenkamer
2 RVS-éénkamer (elektrolytisch gepolijst)
3 RVS-éénkamer(jngietmetaal)
4 Aluminium - eenkamer
VEGAMIP 61, schroefdraaduitvoering
22mm
(0.87")
83mm (3.27")
SW 46 mm
(1.42")
SW 46 mm
(1.42")
SW 60 mm
(1.42")
G1½ A
1½ NPT
83mm (3.27")
1 2
Fig. 29: VEGAMIP 61, binnenliggende hoornantenne (schroefdraaduitvoering)
1 Binnenliggende hoornantenne met PTFE-afdekking, schroefdraaduitvoering G1½
2 Binnenliggende hoornantenne met PTFE-afdekking, schroefdraaduitvoering 1½ NPT
44
9 Bijlage
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
VEGAMIP 61, gekapselde antennes
2
1
4
3
15 mm
(0.59")
98 mm
(3.86")
170 mm / 300 mm
(6.69") / (11.81")
19 mm
(0.75")
ø 75 mm
(2.95")
ø 115 mm
(4.53")
99,5 mm (3.92")
ø 44 mm
(1.73")
Fig. 30: VEGAMIP 61, gekapselde antennes
1 GekapseldehoornantennemetPTFE-afdekking,ensuitvoering
2 In kunststof gekapselde antenne met PP-afdekking
3 Montagebeugel
4 Adapterens
VEGAMIP 61, hoornantenne
mm
inch
38 mm (1.50")
22 mm (0.87")
SW 46 mm
(1.81")
3.94" ø1.58"
ø1.89"4.72"
xy
100 ø40
120 ø48
"
2"
xy
"
2"
x
y
G1½A / 1½ NPT
1
Fig. 31: VEGAMIP 61, hoornantenne/316L
45
9 Bijlage
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
VEGAMIP 61, montageadapter "Abrasiebescherming" -40 … +80 °C (-40 … +176 °F)
G 2
61 mm
(2.40")
22 mm
(0.87")
22 mm
(0.87")
Fig. 32: Montage-adapter met keramische afdekking (optie) voor VEGAMIP 61 met binnenliggende hoornantenne,
schroefdraaduitvoering G1½ met PTFE-afdekking (ook met 1½ NPT-schroefdraad)
VEGAMIP 61, montageadapter "Hoge temperatuur" -40 … +450 °C (-40 … +842 °F)
24 mm
(0.95")
x
61 mm
(2.4")
G2
Fig. 33: Montage-adapter met keramische afdekking (optie) voor VEGAMIP 61 met binnenliggende hoornantenne,
schroefdraaduitvoering G1½ met PTFE-afdekking (ook met 1½ NPT-schroefdraad)
x 150 mm (5.9 in), -40 … +250 °C (-40 … +482 °F)
x 300 mm (11.8 in), -40 … +450 °C (-40 … +842 °F)
VEGAMIP 61, montageadapter "Hoge temperatuur met tubus" -40 … +450 °C
(-40 … +842 °F)
24 mm
(0.95")
x
61 mm
(2.4")
y
z
Fig. 34: Montageadapter met tubus (optie) voor vlakke inbouw, voor VEGAMIP 61 met binnenliggende hoornan-
tenne, schroefdraaduitvoering G1½ met PTFE-afdekking (ook met 1½ NPT-schroefdraad)
x 150 mm (5.9 in), -40 … +250 °C (-40 … +482 °F)
x 300 mm (11.8 in), -40 … +450 °C (-40 … +842 °F)
y Tubuslengte 40, 60, 80, 100 of 150 mm (1.57, 2.36, 3.15, 3.94, 5.91 in)
46
9 Bijlage
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
9.3 Industrieel octrooirecht
VEGA product lines are global protected by industrial property rights. Further information see
www.vega.com.
VEGA Produktfamilien sind weltweit geschützt durch gewerbliche Schutzrechte.
Nähere Informationen unter www.vega.com.
Les lignes de produits VEGA sont globalement protégées par des droits de propriété intellectuel-
le. Pour plus d'informations, on pourra se référer au site www.vega.com.
VEGA lineas de productos están protegidas por los derechos en el campo de la propiedad indu-
strial. Para mayor información revise la pagina web www.vega.com.
Линии продукции фирмы ВЕГА защищаются по всему миру правами на интеллектуальную
собственность. Дальнейшую информацию смотрите на сайте www.vega.com.
VEGA系列产品在全球享有知识产权保护。
进一步信息请参见网站<www.vega.com
9.4 Handelsmerken
Allegebruiktemerkenenhandels-enbedrijfsnamenzijneigendomvanhunrechtmatigeeigenaar/
auteur.
47
INDEX
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid
35786-NL-200528
INDEX
A
Aanhechtingen 18
Aansluitschema 27
Abrasie 19
Abrasiebescherming 11
Afscherming 25
Afschuining 23
B
Bediening 29
Bedrijfsstand 30
E
Elektronica 37
G
Gevoeligheidsinstelling 31
I
Inregeling 30
K
Kabel 25
Kabelafscherming 25
L
Leidingen 16
M
Medium 14
Montageadapter 11, 20
O
Ontvangereenheid 9, 27, 29
P
Polarisatierichting 21
Potentiaalvereening25
R
Reparatie 37
S
Schakelpunt14
Schakelvertraging34
Schroefdraaduitvoering17
Service-hotline36
Simulatie34
Storingenverhelpen35
T
Toepassingsgebied 8
Trillingen 21
Typeplaat 8
Type tank
Betonnen silo 16
Houten silo 16
Metalen tank 15
Niet metalen tank 15
U
Uitlijning van de sensor 21
V
Vulopening 15
W
Werkingsprincipe 10
Z
Zendeenheid9
Printing date:
VEGA Grieshaber KG
Am Hohenstein 113
77761 Schiltach
Germany
35786-NL-200528
De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandighe-
den van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het
moment van drukken.
Wijzigingen voorbehouden
© VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2020
Phone +49 7836 50-0
Fax +49 7836 50-201
www.vega.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Vega VEGAMIP R61 Handleiding

Type
Handleiding