Toro Titan XS4850 Riding Mower Handleiding

Type
Handleiding
FormNo.3433-657RevA
Titan
®
X4850,X5450,XS4850en
XS5450zitmaaier
Modelnr.:74874—Serienr.:400000000enhoger
Modelnr.:74877—Serienr.:400000000enhoger
Modelnr.:74887—Serienr.:400000000enhoger
Modelnr.:74889—Serienr.:400000000enhoger
Registreeruwproductopwww.Toro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3433-657*A
DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspeciî‚¿eke
conformiteitsverklaring.
Bruto-ennettokoppel:Hetbruto-ennettokoppel
vandezemotorisdoordemotorfabrikantin
laboratoriumomstandighedengemetenvolgens
standaardJ1940ofJ2723vandeSocietyof
AutomotiveEngineers(SAE).Omdatbijde
conî‚¿guratierekeningisgehoudenmetdeveiligheids-,
emissie-engebruiksvoorschriften,zaldemotorvan
dittypemaaiersindepraktijkveelminderkoppel
hebben.Raadpleegdemeegeleverdedocumentatie
vandemotorfabrikant.
Ganaarwww.Toro.comomdespeciî‚¿catiesvanuw
typeteraadplegen.
Belangrijk:AlsueenmachinemeteenToro
motorgedurendeeenononderbrokenperiode
boven1.500mgebruikt,moetuervoorzorgen
datdesetvoorgrotehoogteisgemonteerd
zodatdemotorvoldoetaandeCARB-en
EPA-emissierichtlijnen.Desetvoorgrote
hoogtevergrootdemotorprestatiesenvoorkomt
vervuilingvandebougie,moeilijkstartenen
grotereemissies.Zodraudesethebtgemonteerd,
dientuhetlabelvoorgrotehoogteopde
machinetebevestigennaastdestickermethet
serienummer.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealeromdegeschiktesetvoorgrote
hoogteenhetlabelvoorgrotehoogtevooruw
machineteverkrijgen.Omeendealerinuw
buurttevinden,kuntukijkenoponzewebsite
www.Toro.comofcontactopnemenmetonzeToro
CustomerCareDepartementophetnummerdat
isopgegevenindegarantieverklaringvoorhet
emissiecontrolesysteem.
Verwijderdesetvandemotorenzetdemotor
terugnaarzijnoriginelefabrieksinstellingalsu
demotorgebruiktonder1.500m.Gebruikgeen
motordiegeschiktisgemaaktvoorgebruikop
grotehoogteoplagerehoogtes;anderskande
motoroververhitrakenenwordenbeschadigd.
Indienunietzekerbentofuwmachinegeschikt
isgemaaktvoorgebruikopgrotehoogte,moetu
zoekennaarhetvolgendelabel.
decal127-9363
Inleiding
Dezezitmaaiermetdraaiendemessenisbedoeld
voorgebruikdoorparticuliereninresidentiële
toepassingen.Demachineisvoornamelijkontworpen
voorhetmaaienvangrasopgoedonderhouden
gazons.Demachineisnietontworpenvoorhet
maaienvanlagestruiken,hetmaaienvangrasen
anderebegroeiinglangsdesnelweg,ofvoorgebruik
indelandbouw.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet
hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruiken
enonderhoudenenomschadeaandemachineen
letseltevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhet
juisteenveiligegebruikvandemachine.
Ganaarwww.Toro.comvoormeerinformatie,inclusief
veiligheidstips,instructiemateriaal,informatieover
accessoires,hulpbijhetvindenvaneendealerofom
uwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet
eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice
vanT oro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren
hetserienummervanhetproducttevermelden.De
locatievanhetplaatjemethetmodelnummeren
hetserienummervanhetproductisaangegevenop
Figuur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte
hieronder.
Belangrijk:Ukuntmetuwmobielapparaatde
QR-codeophetplaatjemethetserienummer
(indienaanwezig)scannenomtoegangte
krijgentotdegarantie,onderdelenenandere
productinformatie.
g297254
Figuur1
1.Plaatjemetmodelnummerenserienummer
Ukunthetmodelnummerenhetserienummernoteren
inderuimtehieronder:
©2019—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
2
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
GedruktindeVS
Allerechtenvoorbehouden
Modelnr.:
Serienr.:
Hetveiligheidssymbool(Figuur2)komtzowel
indezehandleidingalsopdemachinevoorom
belangrijkeveiligheidsberichtenteidentiî‚¿cerendie
umoetopvolgenomongevallentevoorkomen.Het
symboolzalverschijnenmethetwoordGevaarof
Waarschuwing.
•Gevaar:eendirectgevaarlijkesituatiedie,als
dezenietwordtvoorkomen,altijdzalleidentot
dedoodofernstigletsel.
•Waarschuwing:eenmogelijkgevaarlijkesituatie
die,alsdezenietwordtvoorkomen,kanleidentot
dedoodofernstigletsel.
•Waarschuwing:eenmogelijkgevaarlijkesituatie
die,alsdezenietwordtvoorkomen,kanleidentot
lichtofmiddelmatigletsel.
sa-black
Figuur2
1.Veiligheidssymbool
Erwordenindezehandleidingnogtweewoorden
gebruiktomuwaandachtopbijzondereinformatie
tevestigen.Belangrijkattendeertuopbijzondere
technischeinformatieenOpmerkingduidtalgemene
informatieaandiebijzondereaandachtverdient.
Inhoud
Veiligheid..................................................................4
Algemeneveiligheid...........................................4
Hellingsindicator................................................5
Veiligheids-eninstructiestickers........................6
Algemeenoverzichtvandemachine.......................12
Bedieningsorganen..........................................12
Speciî‚¿caties....................................................14
Voorgebruik........................................................14
Veiligheidsinstructiesvoorafgaandaanhet
werk..............................................................14
Brandstofbijvullen............................................15
Dagelijksonderhouduitvoeren.........................16
Eennieuwemachineinrijden............................16
Hetveiligheidssysteemgebruiken....................16
Bestuurdersstoelinstellen................................17
InstellenvandeMyRideâ„¢vering.....................17
Zijuitworpgebruiken.........................................18
Tijdensgebruik....................................................21
Veiligheidtijdenshetwerk.................................21
Plaatsnemenindebestuurderspositie..............24
Parkeerremgebruiken......................................24
Messchakelaar(aftakas)inschakelen...............24
Messchakelaar(aftakas)uitschakelen..............25
Degashendelbedienen....................................25
Dechokebedienen...........................................25
Bedieningvandecontactschakelaar................25
Startenvandemotor........................................26
Demotorafzetten.............................................26
Derijhendelsgebruiken....................................27
Metdemachinerijden.......................................27
Zijafvoergebruiken...........................................28
Demaaihoogteinstellen...................................28
Antiscalpeerrollenafstellen...............................28
Tipsvoorbedieningengebruik.........................29
Nagebruik...........................................................30
Veiligheidnahetwerk.......................................30
Machinemetdehandduwen............................30
Demachinetransporteren................................30
Onderhoud..............................................................33
Veiligheidbijonderhoud....................................33
Aanbevolenonderhoudsschema.........................33
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud...........35
Deafdekkingvanhetmaaidek
losmaken......................................................35
Onderhoudmotor................................................35
Veiligheidvandemotor.....................................35
Onderhoudvanhetluchtî‚¿lter............................35
Motorolieverversen..........................................37
Onderhoudvandebougie................................39
Hetkoelsysteemreinigen.................................40
Onderhoudbrandstofsysteem.............................41
Brandstofî‚¿ltervandeslangvervangen.............41
Onderhoudelektrischsysteem............................42
Veiligheidvanhetelektrischsysteem................42
Onderhoudvandeaccu....................................42
Onderhoudvandezekeringen..........................43
3
Onderhoudaandrijfsysteem................................44
Bandenspanningcontroleren............................44
Onderhoudriemen..............................................44
Riemencontroleren..........................................44
Drijfriemvanmaaidekvervangen.....................44
Onderhoudvandemaaimachine..........................46
Veiligheidvandemessen.................................46
Onderhoudvandemaaimessen.......................46
Maaidekhorizontaalstellen..............................49
Maaidekverwijderen.........................................50
Hetmaaidekmonteren.....................................51
Grasgeleidervervangen...................................51
Reiniging.............................................................53
Deveringreinigen............................................53
Afvalafvoeren..................................................53
Stalling....................................................................53
Veiligheidtijdensopslag...................................53
Reinigenenopslaan.........................................53
Opslagvandeaccu..........................................54
Problemen,oorzaakenremedie.............................55
Schema's................................................................57
Veiligheid
Dezemachineisontworpenvolgensnorm
ENISO5395:2013.
Algemeneveiligheid
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden
envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle
veiligheidsinstructiesopomernstigletselte
voorkomen.
•LeesdezeGebruikershandleidingenzorgervoor
datudezebegrijptvoordatudemotorstart.
•Houdomstandersenkinderenuitdebuurt.
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangendemachinenietgebruikenofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverrichten.Laat
enkelmensendieverantwoordelijkengetraindzijn
endiebovendienvertrouwdzijnmetdeinstructies
enfysiekertoeinstaatzijndemachinebedienen
oferonderhoudswerkzaamhedenaanverrichten.
•Gebruikdemachinenietindebuurtvansteile
hellingen,greppels,oevers,waterofandere
gevaren,ofophellingensteilerdan15°.
•Houdhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenvandemachine.
•Gebruikdemachinenietalserschermen,veilig-
heidsschakelaarsofanderebeveiligingsmiddelen
ontbrekenofalsdezenietnaarbehorenwerken.
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,vultmetbrandstof,
reinigt,staltoferonderhoudswerkzaamhedenaan
verricht.
4
Hellingsindicator
g011841
Figuur4
Umagdezepaginakopiërenvoorpersoonlijkgebruik.
1.Demaximalehellingshoekwaarbijudemachinemaggebruikenis15graden.Gebruikhethellingsschemaomdehellingshoek
tebepalenvoordatudemachinebedient.Gebruikdemachinenietophellingenvanmeerdan15graden.Langsde
betreffendelijnvandeaanbevolenhellingshoekvouwen.
2.Lijndezeranduitmeteenverticaaloppervlak,bijvoorbeeldeenboom,gebouwofhek.
3.Voorbeeldvanhetvergelijkenvandehellingshoekmetdegevouwenrand
5
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderen
bevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeofverdwenen
stickers.
decaloemmarkt
Merktekenvanfabrikant
1.Ditmerktekengeeftaandathetmesonderdeelvaneen
origineleT oromaaimachineis.
decalbatterysymbols
Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu.
1.Risicovanexplosie6.Houdomstandersuitde
buurtvandeaccu.
2.Nietroken.Geenopen
vuurofvonken
7.Draagoogbescherming;
explosievegassenkunnen
blindheidenanderletsel
veroorzaken.
3.Risicovanbijtende
vloeistof/chemische
brandwonden
8.Accuzuurkanblindheid
ofernstigebrandwonden
veroorzaken.
4.Draagoogbescherming.
9.Ogendirectmetwater
spoelenensnelarts
raadplegen.
5.Leesde
Gebruikershandleiding.
10.Bevatlood;niet
weggooien
decal117-1194
117-1194
1.Geleidingvandrijfriem
2.Motor
decal121-2989
121-2989
1.Omloophendel,hendelin
duwstand
2.Omloophendel,hendelin
gebruiksstand
decal130-0731
130-0731
1.Waarschuwing–
Machinekanvoorwerpen
uitwerpen;zorgervoordat
degrasgeleideropzijn
plaatszit.
2.Handenofvoetenkunnen
wordengesnedendoor
hetmaaimes–Blijfuit
debuurtvanbewegende
onderdelen.
6
decal130-0765
130-0765
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
3.Verwijderhetsleuteltje
voordatuonderhouds-
werkzaamhedenverricht.
2.Maaihoogteselectie
decal131-1097
131-1097
1.Aftapplug
decal132-0872
132-0872
1.Demachinekan
voorwerpenuitwerpen
–Houdomstandersuitde
buurtvandemachine.
3.Handenofvoetenkunnen
wordengesneden–Blijfuit
debuurtvanbewegende
onderdelen.
2.Demaaierkanvoorwerpen
uitwerpen,geopende
uitwerpplaat–Gebruik
demachinenietmeteen
openmaaidek;gebruik
eengrasvangerofeen
uitwerpplaat.
4.Risicoomgegrepente
worden–Blijfuitdebuurt
vanbewegendedelenen
houdallebeschermende
delenophunplaats.
decal136-4243
136-4243
1.Snel
4.Achteruit
2.Langzaam5.Handremvrijgesteld
3.Neutraalstand6.Handremingeschakeld
decal136-4244
136-4244
1.Snel
3.Neutraalstand
2.Langzaam4.Achteruit
7
decal136-5596
136-5596
1.Controleerde
bandenspanningom
de25bedrijfsuren.
4.Controleerde
bandenspanningom
de25bedrijfsuren.
2.Motorolie
5.LeesdeGebruikers-
handleidingvoordatu
onderhoudswerkzaamhe-
denuitvoert.
3.Controleerde
bandenspanningom
de25bedrijfsuren.
decal138-2456
138-2456
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
3.Detankniettevolvullen.
2.Parkeerdemachine
opeenhorizontaal
oppervlakwanneeru
debrandstoftankvult.
decal140-3493
140-3493
1.Maaihoogte(millimeter)
8
decal139-7473
139-7473
1.Snel4.Aftakas–uitschakelen
2.Langzaam
5.Aftakas–inschakelen
3.Choke
9
Sticker132-0869isuitsluitendvoormachinesmet
MyRide.
decal132-0869
132-0869
Opmerking:Dezemachinevoldoetaandetestsdiedestatischebreedte-enlengtestabiliteitmetenendiestandaardzijninde
sector.Demaximaleaanbevolenhellingshoekwordtvermeldopdesticker.Raadpleegdeinstructiesvoorgebruikvandemachineop
hellingenindeGebruikershandleidingendeomstandighedenwaarinudemachinezougebruikenomnategaanofudemachine
opeenbepaaldedagenophetterreininkwestiekuntgebruiken.Veranderingeninhetterreinkunnentotgevolghebbendatde
machineandersreageertophellingen.
1.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleiding.
3.Handenkunnenworden
gesneden/geamputeerd,
maaimes;risicoom
gegrepenteworden,
riem–Blijfuitdebuurtvan
bewegendedelen;houd
allebeschermendedelen
ophunplaats.
5.Kantelgevaar–Gebruik
geendubbeleoprijplaat
bijhetladenopeen
aanhanger;gebruikéén
enkeleoprijplaatdiebreed
genoegisvoordemachine
endieeenhellingshoek
heeftvanminderdan15°;
rijachteruitdeoprijplaatop
enrijvooruitdeoprijplaat
af.
7.Kantelgevaar–Gebruik
demachinenietinde
buurtvansteilehellingen
ofhellingenvanmeerdan
15°;gebruikdemachine
enkelophellingenvan
minderdan15°.
2.Waarschuwing–Lees
deGebruikershandleiding
voordatuonderhoudswerk-
zaamhedenuitvoert;stel
deparkeerreminwerking,
verwijderhetsleuteltjeen
koppeldebougieaf.
4.Machinekanvoorwerpen
uitwerpen–Houd
omstandersuitdebuurt;
raapafvalopvoordat
udemachinebegintte
gebruiken;zorgervoordat
degrasgeleideropzijn
plaatszit.
6.Gevaaromoverredente
worden–Vervoergeen
passagiers;kijkachterom
alsuachteruitrijdt.
Sticker133-5198isuitsluitendvoormachinesmet
MyRide.
10
decal133-5198
133-5198
1.Vergrendeld
2.Ontgrendeld
Sticker140-3451isuitsluitendvoormachinesmet
MyRide.
decal140-3451
140-3451
Opmerking:Dezemachinevoldoetaandetestsdiedestatischebreedte-enlengtestabiliteitmetenendiestandaardzijninde
sector.Demaximaleaanbevolenhellingshoekwordtvermeldopdesticker.Raadpleegdeinstructiesvoorgebruikvandemachineop
hellingenindeGebruikershandleidingendeomstandighedenwaarinudemachinezougebruikenomnategaanofudemachine
opeenbepaaldedagenophetterreininkwestiekuntgebruiken.Veranderingeninhetterreinkunnentotgevolghebbendatde
machineandersreageertophellingen.
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding.5.Kantelgevaar–Gebruikdemachinenietindebuurtvansteile
hellingenofhellingenvanmeerdan15°;gebruikdemachine
ophellingenvanminderdan15°.
2.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleidingvoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert;zetdetractiehendels
naardeparkeerstand,verwijderhetsleuteltjeenmaakde
bougiekabellos.
6.Handenkunnenwordengesneden/geamputeerd,maaimes;
risicoomgegrepenteworden,riem–Blijfuitdebuurtvan
bewegendedelen;houdallebeschermendedelenophun
plaats.
3.Gevaaromoverredenteworden–Vervoergeenpassagiers;
kijkachteromalsuachteruitrijdt.
7.Kantelgevaar–Gebruikgeendubbeleoprijplaatbijhetladen
opeenaanhanger;gebruikéénenkeleoprijplaatdiebreed
genoegisvoordemachineendieeenhellingshoekheeft
vanminderdan15graden;rijachteruitdeoprijplaatopenrij
vooruitdeoprijplaataf.
4.Machinekanvoorwerpenuitwerpen–Houdomstandersuit
debuurt;raapafvalopvoordatubeginttemaaien;houdde
grasgeleideropzijnplaats.
11
Algemeenoverzicht
vandemachine
g303937
Figuur5
1.Maaidekpedaal4.Bedieningsorganen7.Maaidek10.Parkeerremhendel
2.Penvoordemaaihoogte5.Motor8.Antiscalpeerrol
11.MyRideâ„¢vering(alleen
voorMyRidemachines)
3.Rijhendel
6.Brandstoftankdop
9.Zwenkwiel
Bedieningsorganen
Zorgervoordatuvertrouwdbentmetalle
bedieningsorganeninFiguur6enFiguur7voordatu
demotorstartendemachinegebruikt.
Bedieningspaneel
g297595
Figuur6
1.Urenteller
4.Contactschakelaar
2.Gashendel5.Aftakasschakelaar
3.Chokeklep
12
Brandstofmeter
Debrandstofmetergeeftaanhoeveelbrandstoferin
detankzit(Figuur7).
g238298
Figuur7
1.Brandstofmeter2.Dopvanbrandstoftank
Gashendel
Degashendelregelthetmotortoerentalenzorgtvoor
eencontinuverstelbareregelingvanLANGZAAMtot
SNEL(Figuur6).
Chokeknop
Gebruikdechokeknopomeenkoudemotortestarten
(Figuur6).
Urenteller
Deurentellerregistreerthetaantalurendatde
motorinbedrijfisgeweest.Deurentellerwerktals
demotorloopt.Gebruikdezetijdenomregelmatig
onderhoudswerkzaamhedenteplannen(Figuur6).
Rijhendels
Derijhendelswordengebruiktomdemotorvooruiten
achteruittelatenrijdenenombochtennaarlinksof
naarrechtstemaken(Figuur5).
Vergrendeldeneutraalstand
Zetderijhendelsvanuithetmiddennaarbuitennaar
deVERGRENDELDENEUTRAALSTANDwanneerude
machineverlaat(Figuur32).Zetderijhendelsaltijdin
deVERGRENDELDENEUTRAALSTANDalsudemachine
stoptofonbeheerdachterlaat.
Parkeerremhendel
Deparkeerremhendelbevindtzichlinksvande
bedieningseenheid(Figuur5).Metderemhendel
wordendeaandrijfwielengeblokkeerddoorde
parkeerrem.
Omdeparkeerreminwerkingtestellen,moetude
hendelomhoogtrekkentothijvergrendeldwordtin
deinkeping.
Omdeparkeerremuitteschakelen,moetudehendel
uitdeinkepingnaarutoetrekken,envervolgensnaar
benedenduwen.
Maaidekhefsysteemmet
voetpedaal
Methetvoetbediendemaaidekhefsysteemkande
gebruikerhetmaaidekomhoogenomlaagbrengen
vanuitdebestuurdersstoel.Ukunthetvoetpedaal
gebruikenomhetmaaidekkortomhoogtebrengen
omobstakelstevermijden(Figuur5).
Contactschakelaar
Decontactschakelaar,waarmeeudemotorstarten
afzet,heeft3standen:UIT,LOPENenSTART(Figuur
6).ZieStartenvandemotor(bladz.26).
Maaimesschakelaar(aftakas,PTO)
Metdemaaimesschakelaar,aangeduidmethet
aftakassymbool(PTO),schakeltudeaandrijvingnaar
demaaimessenaanofuit(Figuur6).
Maaihoogtepen
Demaaihoogtepenkanincombinatiemethet
voetpedaalwordengebruiktomhetmaaidekopeen
speciî‚¿ekemaaihoogtetevergrendelen.Stelde
maaihoogtealleeninalsdemachinenietrijdt(Figuur
5).
Werktuigen/accessoires
EenselectievandoorTorogoedgekeurdewerktuigen
enaccessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetde
machineomdemogelijkhedendaarvanteverbeteren
enuittebreiden.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealerofeenerkendeTorodistributeur,
ofbezoekwww.Toro.comvooreenlijstvanalle
goedgekeurdewerktuigenenaccessoires.
Omdebesteprestatiesteverkrijgenenerzeker
vantezijndatdemachinealtijdveiligkanworden
gebruikt,moetutervervanginguitsluitendoriginele
13
Toroonderdelenenaccessoiresgebruiken.Gebruik
tervervangingnooitonderdelenenaccessoiresvan
anderefabrikanten,omdatditgevaarlijkkanzijn.Dit
kanertoeleidendatdegarantieophetproductkomt
tevervallen.
Speciî‚¿caties
Speciî‚¿catiesenontwerpkunnenzondervoorafgaande
kennisgevingwordengewijzigd.
Maaidekvan
122cm
Maaidekvan
137cm
Maaidekvan
152cm
Maaibreedte122cm137cm152cm
Breedtemet
grasgeleider
omlaag
163cm178cm193cm
Breedtemet
grasgeleider
omhoog
140cm155cm170cm
Lengte206cm206cm206cm
Hoogte122cm122cm122cm
Gewicht
356kg363kg370kg
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande
machine.
Voorgebruik
Veiligheidsinstructies
voorafgaandaanhetwerk
Algemeneveiligheid
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangendemachinenietgebruikenof
eronderhoudswerkzaamhedenaanverrichten.
Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen
stellenaandeleeftijdvandegenediemetde
machinewerkt.Deeigenaarisverantwoordelijk
voordeinstructievanallebestuurdersentechnici.
•Controleerdeomgevingwaarudemachinegaat
gebruiken.Verwijderallevoorwerpendiede
werkingvandemachinekunnenbeĂ¯nvloedenof
diedoordemachinekunnenwordenuitgeworpen.
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,en
weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
•Controleerdeaanwezigheidengoedewerkingvan
dedodemansinrichtingen,veiligheidsschakelaars
enschermen.Gebruikdemachineuitsluitendals
dezenaarbehorenwerkt.
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,vultmetbrandstof,
reinigt,staltoferonderhoudswerkzaamhedenaan
verricht.
•Controleervoordatubeginttemaaiendemachine
omzekertezijndatdemaai-eenhedengoed
werken.
•Inspecteerhetterreinomnategaanwelke
accessoiresenwerktuigennodigzijnomde
machineveiligengoedtegebruiken.
•Draaggeschiktekledingenuitrusting,
zoalsoogbescherming,eenlangebroek,
stevigeschoenenmeteengripvastezoolen
gehoorbescherming.Draaglanghaarnietlosen
draaggeenlossekledingofjuwelen.
•Vervoergeenpassagiersopdemachine.
•Houomstandersenhuisdierentijdenshetwerkuit
debuurtvandemachine.Schakeldemachine
14
enhet/dewerktuig(en)uitindieniemandhet
werkgebiedbetreedt.
•Gebruikdemachineniettenzijalleschermenen
veiligheidsvoorzieningenzoalsdegeleidersende
volledigegrasvangerophunplaatszittenengoed
werken.Vervangversletenofkapotteonderdelen
indiennodig.
Brandstofveiligheid
•Brandstofisuiterstontvlambaarenzeerexplosief.
Brandofexplosievanbrandstofkanbrandwonden
bijuofanderenenmateriëleschadeveroorzaken.
–Omtevoorkomendateenstatischeladingde
brandstoftotontbrandingkanbrengen,moet
uhetbenzinevaten/ofdemachinevoordatu
detankvultopdegrondplaatsen,nietopeen
voertuigofeenanderobject.
–Vuldebrandstoftankopeenhorizontaal
oppervlakenindeopenluchtwanneerde
motorkoudis.Eventueelgemorstebrandstof
opnemen.
–Rooknietalsuomgaatmetbrandstof,en
houdbrandstofuitdebuurtvanopenvuuren
vonken.
–Alsdemotordraaitofheetis,magde
brandstoftankdopnietwordenverwijderd
enmagdetanknietmetbrandstofworden
bijgevuld.
–Probeerdemotorniettestartenalsu
brandstofmorst.Zorgervoordatergeen
ontstekingsbronnenindebuurtzijntotdatde
brandstofdampenvolledigzijnverdwenen.
–Brandstofineengoedgekeurdvatofbliken
buitenbereikvankinderenbewaren.
•Brandstofisschadelijkofdodelijkbijinname.
Langdurigeblootstellingaandampenkanleiden
toternstigletselenziekte.
–Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
–Houduwhandenengezichtuitdebuurtvanhet
vulpistoolendeopeningvandebrandstoftank.
–Houdbrandstofuitdebuurtvanogenenhuid.
•Slademachineendebrandstofhoudernietop
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof
waakvlammen(b.v.vaneenboilerofandere
toestellen)aanwezigkunnenzijn.
•Vulbrandstofvatennietineenvoertuig,
vrachtwagenofopeenaanhangermetkunststof
beplating.Zetbrandstofvatenaltijdopdegrond
enuitdebuurtvanhetvoertuigvoordatudetank
bijvult.
•Laaddemachineuitdevrachtwagenofaanhanger
envuldezebijmetbrandstofwanneerzeop
degrondstaat.Alsditnietmogelijkis,vuldan
brandstofbijuiteendraagbaarvatinplaatsvan
meteenbrandstofpistool.
•Gebruikdemachineuitsluitendalshetcomplete
uitlaatsysteemisgemonteerdennaarbehoren
werkt.
•Houdhetvulpistoolincontactmetderandvande
benzinetankofhetvattothettankenvoltooidis.
Gebruikgeenvergrendelingvoorhetvulpistool.
•Alsubrandstofmorstopuwkledingdientuzich
onmiddellijkomtekleden.
•Gietdebrandstoftankniettevol.Plaatsde
brandstofdopterugenmaakhemstevigvast.
•Verwijdergrasenvuilvandemaai-eenheid,de
geluiddemper,deaandrijvingen,degrasvangeren
demotorombrandtevoorkomen.Veeggemorste
olieenbrandstofop.
Brandstofbijvullen
Aanbevolenbrandstof
•Gebruikvoordebesteresultatenuitsluitend
schone,verse(minderdan30dagenoud),
loodvrijebenzinemeteenoctaangetalvan87of
hoger(indelingsmethode(R+M)/2).
•Ethanol:benzinemetmaximaal10vol.%ethanol
of15vol.%MTBE(methyltertiairebutylether)is
geschikt.EthanolenMTBEzijnverschillende
stoffen.Benzinemet15%ethanol(E15)per
volumeisnietgoedgekeurdvoorgebruik.Gebruik
nooitbenzinediemeerdan10%ethanolper
volumebevat,zoalsE15(bevat15%ethanol),
E20(bevat20%ethanol),ofE85(bevattot85%
ethanol).Hetgebruikvanniet-goedgekeurde
benzinekanleidentotverminderdeprestaties
en/ofmotorschadediemogelijknietgedektwordt
doordegarantie.
•Geenbenzinegebruikendiemethanolbevat.
•Tijdensdewintergeenbrandstofbewaren
indebrandstoftankofinvaten,tenzijueen
brandstofstabilisatorgebruikt.
•Mengnooitoliedoorbenzine.
Gebruikvanstabilizer/conditioner
Gebruikstabilizer/conditionerindemachineom
debrandstoflangerverstehouden;volgde
aanbevelingenvandefabrikantvandestabilizerop.
Belangrijk:Gebruiknooitbrandstofadditieven
diemethanolofethanolbevatten.
Voegdehoeveelheidstabilizer/conditionertoeaan
deversebrandstofvolgensdevoorschriftenvande
fabrikantvandestabilizer.
15
Brandstoftankvullen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenverwijderhetsleuteltje.
4.Reinighetgebiedronddedopvande
brandstoftank.
5.Vuldebrandstoftanktotdebrandstofmeterde
vol-markeringbereikt(Figuur8).
Opmerking:Vuldebrandstoftankniet
helemaalvol.Ditgeeftdebrandstofindetank
ruimteomuittezetten.
g197123
Figuur8
Dagelijksonderhoud
uitvoeren
Voerelkedag,voordatudemachinestart,de
dagelijkseproceduresuitbeschreveninOnderhoud
(bladz.33).
Eennieuwemachine
inrijden
Eennieuwemotorheefttijdnodigomvolvermogen
teontwikkelen.Maai-eenhedenenaandrijfsystemen
hebbenmeerwrijvingalszijnieuwzijn,waardoor
demotorextrawordtbelast.Houderrekeningmee
dateennieuwemachineeeninrijperiodevan40
tot50bedrijfsurennodigheeftomvolvermogente
ontwikkelenvoordebesteprestaties.
Hetveiligheidssysteem
gebruiken
WAARSCHUWING
Niet-aangeslotenofbeschadigde
interlockschakelaarskunnenonverwachte
gevolgenhebbenopdewerkingvan
demachine.Ditkanlichamelijkletsel
veroorzaken.
•Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
•Controleerelkedagdewerkingvan
deinterlockschakelaarsenvervang
beschadigdeschakelaarsvoordatude
machineweeringebruikneemt.
Werkingvanhetveiligheidssys-
teem
Hetveiligheidssysteemisbedoeldomstartenvande
motoralleenmogelijktemakenwanneer:
•demesschakelaar(aftakas)isuitgeschakeld;
•derijhendelsindevergrendeldeNEUTRAALSTAND
staan;
•deparkeerreminwerkingisgesteld.
Hetveiligheidssysteemzorgtookdatdemotorwordt
gestoptwanneerderijhendelsnietindevergrendelde
NEUTRAALSTANDstaanenudebestuurdersstoel
verlaat.
Hetveiligheidssysteemtesten
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Controleerdewerkingvanhetveiligheidssysteem
telkensvoordatudemachineingebruikneemt.Als
hetveiligheidssysteemnietwerktzoalshieronder
wordtbeschreven,moetuhetdirectlatenrepareren
dooreenerkendeservicedealer.
1.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerremin
werkingenschakeldemesschakelaar(aftakas)
IN.Probeerdemotortestarten;demotormag
nunietgaandraaien.
2.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerremin
werkingenschakeldemesschakelaar(aftakas)
UIT.Beweegeenvanbeiderijhendels(uitde
vergrendeldeNEUTRAALSTAND).Probeerde
16
motortestarten;demotormagnunietgaan
draaien.Beweegnudeandererijhendel.
3.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerrem
inwerking,schakeldemesschakelaarUIT
enzetderijhendelsindevergrendelde
NEUTRAALSTAND.Startdemotor.Laatdemotor
lopenenzetdeparkeerremvrij,schakelde
messchakelaar(aftakas)inenkomietsovereind
uitdebestuurdersstoel.Demotormoetafslaan.
4.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerremin
werking,schakeldemesschakelaar(aftakas)
UITenzetderijhendelsindevergrendelde
NEUTRAALSTAND.Startdemotor.Alsdemotor
loopt,centreertueenvanbeiderijhendelsen
beweegtudezevooruitofachteruit.Demotor
moetafslaan.Herhaalditvoordeandere
rijhendel.
5.Neemplaatsopdestoel,zetdeparkeerrem
vrij,schakeldemesschakelaar(aftakas)
UITenzetderijhendelsindevergrendelde
NEUTRAALSTAND.Probeerdemotortestarten;
demotormagnunietgaandraaien.
Bestuurdersstoelinstellen
Ukuntdestoelnaarvorenennaarachteren
verschuiven.Destandvandestoelmoetzozijn
datudemachinehetbestkuntbedienenendatu
comfortabelzit(Figuur9).
g027632
Figuur9
InstellenvandeMyRideâ„¢
vering
AlleenvoormachinesmetMyRide
UkuntdeMyRideâ„¢veringnaaruwvoorkeurinstellen
zodatuprettigencomfortabelkuntrijden.Ukuntde
achtersteverenverstellenenzodeveringsnelen
eenvoudiginstellen.Steldeveringinzodatdievooru
hetmeestcomfortabelis(Figuur10enFiguur11).
Desleuvenvoordeachtersteverenhebben
inklikpuntenomdeinstellingaantegeven.Ukuntde
achtersteverenechteroveralindesleuvenzetten,
nietalleenindeinklikpunten.
Deonderstaandetekeningtoontdepositiesvooreen
hardeofzachteveringinstelling,endebijbehorende
inklikpuntenFiguur10
g195744
Figuur10
1.Hardstevering3.Inklikpuntenindesleuven
2.Zachtsevering
Opmerking:Verzekerdatdelinkerenrechterveren
achteraltijdhetzelfdezijningesteld.
17
g195746
g195745
Figuur11
Zijuitworpgebruiken
Hetmaaidekendemaaimessendiewordengeleverd
metdemachinezijnontworpenomoptimalemulch-
enzijuitworpprestatiesteleveren.
Plaatsdebevestigingenindezelfdeopeningeninhet
maaidekalswaardezeoorspronkelijkuitverwijderd
zijn.Hierdoorvoorkomtudateropeningenniet
afgedektzijnwanneeruhetmaaidekgebruikt.
WAARSCHUWING
Hetmaaidekkanvoorwerpenuitwerpenuit
niet-afgedichteopeningen,waardooruen
anderenletselkunnenoplopen.
•Gebruikdemachinenooitzonderdatalle
openingeninhetmaaikastzijnafgedicht
metboutenenmoeren.
•Zorgervoordaterboutenenmoerenzijn
gemonteerdindemontageopeningenals
demulchplaatisverwijderd.
Machinesmeteenmaaidekvan
122cm
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Verwijderhetmaaidek;zieMaaidekverwijderen
(bladz.50).
4.Verwijderde2borgmoeren(5/16")dieaande
gelastestuttenvandelinkerplaatbevestigdzijn
bovenophetmaaidekinhetmiddenenlinks
ervan(Figuur12).
g011149
Figuur12
1.Borgmoer(5/16")
3.Linkerschot
2.Slotbout(5/16"x¾")
4.Monteerhet
bevestigingsmateriaal
hier.
5.Verwijderdeslotboutenborgmoervande
zijwandvanhetmaaidekwaarmeedelinkerplaat
bevestigdisaanhetmaaidek.
18
6.Verwijderhetlinkerschotvanhetmaaidekzoals
getoondinFiguur12.
7.Verwijderde2slotbouten(5/16"x¾")en2
borgmoeren(5/16")waarmeedegemonteerde
rechterplaatendebeschermplaatbevestigdzijn
aanhetmaaidek(Figuur13).
g191136
Figuur13
1.Slotbout(5/16"x¾")
3.Rechterplaat
2.Borgmoer(5/16")
4.Beschermplaat
8.Verwijderde2borgmoeren(5/16")waarmeede
gelastestuttenvanderechterplaatbevestigd
zijnbovenophetmaaidekinhetmiddenen
rechtservan(Figuur14).
Opmerking:Verwijderhetrechterschotvan
hetmaaidek.
g010704
Figuur14
1.Borgmoer(5/16")3.Gelastestutten
(rechterschot)
2.Rechterplaat
9.Zoekdekeerplaatindezakmet
losseonderdelenenverwijderhet
bevestigingsmateriaaluitdeachterste
openingenvandegeleiderplaat(Figuur15).
g190734
Figuur15
1.Aanwezigeslotbouten
3.Keerplaat(los)
2.Achtersteopeningeninde
geleiderplaat
4.Oudeborgmoeren
10.Plaatshetschotbijdezijafvoeropeningophet
maaidek.
11.Gebruikhetverwijderdebevestigingsmateriaal
omdekeerplaataanhetmaaidektebevestigen.
12.Monteerhetmaaidek;zieHetmaaidekmonteren
(bladz.51).
Machinesmeteenmaaidekvan
137cm
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Verwijderhetmaaidek;zieMaaidekverwijderen
(bladz.50).
4.Verwijderde3borgmoeren(5/16")dieaande
gelastestuttenvandelinkerplaatbevestigdzijn
bovenophetmaaidekinhetmidden,linkservan
enuiterstlinks(Figuur16).
19
g011149
Figuur16
1.Borgmoer(5/16")
3.Linkerschot
2.Slotbout(5/16"x¾")
4.Monteerhet
bevestigingsmateriaal
hier.
5.Verwijderdeslotboutenborgmoervande
zijwandvanhetmaaidekwaarmeedelinkerplaat
bevestigdisaanhetmaaidek(Figuur16).
6.Verwijderdelinkerplaatvanhetmaaidek(Figuur
16).
7.Zoekde2boutenindelosseonderdelenen
gebruikdeaanwezigeborgmoerenomde
bevestigingenindeopeningentemonteren;
zieFiguur16.Ditvoorkomtrondvliegende
voorwerpen.
Opmerking:Monteerdeboutnaarboven
wijzenddoordeonderkantvanhetmaaideken
gebruikeenbestaandeborgmoeromlangsde
bovenkantteborgen.
8.Verwijderdeslotbout(5/16"x¾")enborgmoer
(5/16")aandeachterwandvanhetmaaidek
waarmeedeplaataanhetmaaidekbevestigd
is(Figuur17).
g190737
Figuur17
1.Borgmoeren–voorkant
geleiderplaat(monteren
nadatudeplaathebt
verwijderd)
5.Beschermplaat–
maaidekkenvan137cm
2.Zeskantbout–voorste
openinginmaaidek
(monterennadatude
plaathebtverwijderd)
6.Borgmoer(5/16")
3.Borgmoer–voorste
openinginmaaidek
(monterennadatude
plaathebtverwijderd)
7.Slotbout(5/16"x¾")
4.Slotbouten–voorkant
geleiderplaat(monteren
nadatudeplaathebt
verwijderd)
9.Bijdevoorsterandvandezijuitworp-opening
bevindtzicheenbeschermplaat(Figuur17).
10.Verwijderhetbevestigingsmateriaalwaarmee
debeschermplaatenhetrechterschotaanhet
maaidekzijnbevestigd(Figuur17).
Opmerking:Verwijderdebeschermplaaten
bewaarhetbevestigingsmateriaal.
11.Verwijderde2borgmoeren(5/16")dieaande
gelastestuttenvanderechterplaatbevestigd
zijnbovenophetmaaidekinhetmiddenen
rechtservan(Figuur18).
20
g010704
Figuur18
1.Borgmoer(5/16")3.Gelastestutten
(rechterschot)
2.Rechterplaat
12.Verwijderdeslotboutenborgmoerwaarmeede
rechterplaataandebovenkantvanhetmaaidek
isbevestigdenverwijderhetrechterschotvan
hetmaaidek(Figuur18).
13.Plaatsheteerderverwijderdebevestigings-
materiaalterugindevoorsteopeningenvan
degeleiderplaatendevoorsteopeninginhet
maaidek(Figuur17).
14.Zoekdekeerplaatindezakmetlosse
onderdelen,verwijderhetbevestigingsmateriaal
uitdeachtersteopeningenvandegeleiderplaat,
enmonteerhetschotopdezijafvoeropening
vanhetmaaidek(Figuur19).
g190735
Figuur19
1.Slotbouten
3.Keerplaat
2.Achtersteopeningeninde
geleiderplaat
4.Borgmoeren
15.Gebruikhetverwijderdebevestigingsmateriaal
omdekeerplaataanhetmaaidektebevestigen.
16.Monteerhetmaaidek;zieHetmaaidekmonteren
(bladz.51).
Tijdensgebruik
Veiligheidtijdenshetwerk
Algemeneveiligheid
•Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongelukkendiepersoonlijkletselofmateriële
schadekunnenveroorzaken,enhijdientzulke
ongelukkentevoorkomen.
•Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig
bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders
kunnenerletselsontstaanofkaneigendom
wordenbeschadigd.
•Gebruikdemachinenietalsuziek,moeofonder
deinvloedvanalcoholofdrugsbent.
•Contactmethetmeskanleidentoternstig
lichamelijkletsel.Zetdemotoraf,verwijderhet
contactsleuteltjeenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.Wanneerudesleutel
naarUITdraait,moetdemotorafslaanenmoet
hetmesstoppen.Alsditniethetgevalis,mag
21
udemachinenietverdergebruikenenmoetu
contactopnemenmeteenerkendeservicedealer.
•Gebruikdemachineuitsluitendalshetzichtgoed
isenbijgeschikteweersomstandigheden.Gebruik
demachinenietalserkansopbliksemis.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvan
demaai-eenheden.Blijfuitdebuurtvande
afvoeropening.
•Maainietalsdeklepvandeuitworpindegeheven
standstaat,verwijderdisofgewijzigdis,tenzijeen
grasvangerofmulchsetgemonteerdisengoed
werkt.
•Maaiuitsluitendindeachteruitstand,alsdat
striktnoodzakelijkis.Kijkaltijdnaarbenedenen
achteromvoordatuachteruitrijdt.
•Weesuiterstvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomenenandereobjectendie
hetzichtkunnenbelemmeren.
•Stopdemaaimessenalsunietdaadwerkelijk
maait.
•Alsdemaaimachinetocheenvoorwerpraakten
beginttetrillen,moetumeteendemotorafzetten,
decontactsleutelverwijderen(indiendemachine
hiermeeisuitgerust)enwachtentotdatalle
bewegendeonderdelentotstilstandzijngekomen
voordatudemachineopbeschadigingcontroleert.
Voerallenoodzakelijkereparatiesuitvoordatude
machineweeringebruikneemt.
•Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtig
alsueenbochtmaaktofwegenenvoetpaden
oversteektmetdemachine.Verleenaltijd
voorrang.
•Doehetvolgendevoordatudebestuurdersstoel
verlaat:
–Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
–Schakeldeaftakasuitenlaatdewerktuigen
zakken.
–Steldeparkeerreminwerking.
–demotoraftezettenenhetsleuteltjete
verwijderen;
–tewachtentotallebewegendeonderdelentot
stilstandzijngekomen.
•Laatdemotorenkeldraaieningoed
verluchteomgevingen.Uitlaatgassenbevatten
koolstofmonoxide,datdodelijkisbijinademing.
•Alsudemachineverlaat,laatdezedanniet
draaien.
•Bevestigmateriaaldatwordtgesleeptuitsluitend
aanhetsleeppuntaandemachine.
•Gebruikdemachineniettenzijalleschermenen
veiligheidsvoorzieningenzoalsdegeleidersende
volledigegrasvangerophunplaatszittenengoed
werken.Vervangindiennodigversletenofkapotte
onderdelen.Gebruikdemachineniettenzijalle
schermenenveiligheidsvoorzieningenzoalsde
geleidersendevolledigegrasvangerophun
plaatszittenengoedwerken.Vervangversleten
ofkapotteonderdelenindiennodig.
•GebruikalleendoorT orogoedgekeurde
accessoiresenwerktuigen.
•Dezemachinesteltdegebruikerblootaan
geluidsniveausvanmeerdan85dBA.Bij
langdurigeblootstellingkanditleidentot
gehoorbeschadiging.
g229846
Figuur20
1.Draaggehoorbescherming.
•Verwijdergrasenvuilvandemaai-eenheid,de
aandrijvingen,degeluiddemperendemotorom
brandtevoorkomen.
•Startdemotorenzorgerhierbijvoordatuw
voetenuitdebuurtvandemessenzijn.
•Hefhetmaaideknooitopalsdemaaimessen
bewegen.
•Letopdeuitworpvandemaaierenrichtdezeuit
debuurtvanmensen.Zorgtdathetafgevoerde
materiaalniettegeneenmuurofobstakelkomt
omdathetmateriaalnaaruterugkanketsen.
•Stopdemessen,verminderdesnelheidvande
machineenweesvoorzichtigwanneerueen
oppervlakzondergrasoversteektofwanneerude
machinetransporteertvanennaarhetwerkgebied.
•Veranderdesnelheidvandetoerenregelaarniet
enlaatdemotorhetmaximaletoerentalniet
overschrijden.
•Kinderenkomenvaaknaardemachineenhet
maaienkijken.Gaernooitvanuitdatkinderenop
deplaatsblijvenwaaruzevoorlaatstzag.
•Houdkinderenuitdebuurtvanhetwerkgebied
enplaatszeondertoezichtvaneenandere
verantwoordelijkevolwassenedandebediener
vandemaaier.
•Weesalertenschakeldemachineuitalskinderen
hetwerkgebiedbetreden.
•Voordatudemachineachteruitrijdtofdraait,moet
unaarbenedenenrondukijkenofergeenkleine
kinderenindebuurtzijn.
•Vervoergeenkinderenopdemachine,zelfs
wanneerdemessennietbewegen.Kinderen
kunnenvandemachinevallenenkunnenernstig
22
letseloplopenofuverhindereninhetveilig
gebruikenvandemachine.Alseenkindin
hetverledenopeenmaaierheeftmeegereden,
kanhetinhetmaaigebiedverschijnenzonder
waarschuwing,enkandanoverredenwordendoor
demaaier,bijhetvooruit-ofachteruitrijden.
Demachineveiliggebruikenop
hellingen
•Hetmaaienophellingeniseenbelangrijke
factorbijongelukkenwaarbijdecontroleoverde
machinewordtverlorenofdezeomkantelt.Dit
kanernstigofdodelijkletselveroorzaken.De
bestuurderisverantwoordelijkvooreenveilig
gebruikvandemachineophellingen.Gebruik
vandemachineophellingenvereistaltijdextra
voorzichtigheid.Doehetvolgendevoordatude
machineopeenhellinggaatgebruiken:
–Leesdeinstructiesvoorgebruikopeenhelling
indehandleidingenopdemachine,enzorg
datudezeinstructiesbegrijpt.
–Gebruikeenhellingsindicatoromde
hellingshoekbijbenaderingtebepalen.
–Gebruikdemaaimachinenooitophellingen
vanmeerdan15°.
–Onderzoekdetoestandvanhetwerkgebied
opdiedagomtebepalenofdemachine
veiligkanwordengebruiktopdehelling.
Gebruikuwgezondverstandenuw
beoordelingsvermogenwanneerudit
onderzoekuitvoert.Veranderingeninhet
terrein,zoalsdevochtigheidsgraad,kunnen
snelvaninvloedzijnopdemanierwaaropde
machinereageertopeenhelling.
•Spoorgevarenonderaandehellingop.Gebruik
demachinenietindebuurtvansteilehellingen,
greppels,oevers,waterofanderegevaren.
Demachinekanplotselingomslaanalseen
wieloverderandkomtofalsderandinstort.
Houdeenveiligeafstand(tweemaaldebreedte
vandemachine)tussendemachineen
landschapselementendiegevaarlijkkunnenzijn.
Gebruikeenloopmaaierofeenhandtrimmerom
grastemaaienopdezeplaatsen.
•Vermijdstarten,stoppenofbochtenmakenop
hellingen.Vermijdplotseveranderingenvan
snelheidofrichting;verandertraagengeleidelijk
vanrichting.
•Gebruikeenmachinenooitinomstandigheden
waarbijutwijfeltovertractie,sturenofstabiliteit.
Denkeraandatdemachinetractiekanverliezen
doordatubergafwaarts,opnatgrasofdwarsop
eenhellingmaait.Alsdeaandrijfwielentractie
verliezen,kunnenzegaanslippenenkuntu
nietmeerremmenofsturen.Demachinekan
schuiven,zelfsalsdeaandrijfwielennietdraaien.
•Verwijderofletopobstakelsalssloten,gaten,
geulen,hobbels,stenenofandereverborgen
gevaren.Inhooggraszijnobstakelsniet
altijdzichtbaar.Demachinekanomslaanop
oneffenhedeninhetterrein.
•Weesextravoorzichtigwanneerudemachine
gebruiktmetaccessoiresofwerktuigenzoals
grasopvangsystemen.Dezekunnendemachine
minderstabielmaken,waardoorudecontroleover
demachinekuntverliezen.Volgdeinstructies
voorgebruikvancontragewichtenop.
•Laathetmaaidekindienmogelijkneeropdegrond
wanneerudemachineopeenhellinggebruikt.
Alsuhetmaaidekomhoogbrengtophellingen,
kandemachineonstabielworden.
g229111
Figuur21
1.Veiligezone-Gebruikde
machineindezezoneop
hellingenvanminderdan
15°ofvlakkegebieden.
4.W=breedtevande
machine
2.Gevarenzone-Gebruik
eenloopmaaieren/ofeen
handtrimmerophellingen
vanmeerdan15°eninde
buurtvansteilehellingen
ofwater.
5.Houdeenveiligeafstand
(tweemaaldebreedte
vandemachine)
tussendemachineen
landschapselementendie
gevaarlijkkunnenzijn.
3.Water
Veiligheidtijdenshetslepen
•Bevestigmateriaaldatwordtgesleept,uitsluitend
aanhetsleeppunt.
•Gebruikdemachineenkelalssleepvoertuigalsze
voorzienisvaneentrekhaak.
•Overschrijddegewichtslimietenvoorgesleepte
werktuigenenslepenophellingenniet.Het
gesleeptegewichtmagniethogerzijndanhet
totalegewichtvandemachineendebestuurder.
•Laatkinderenofanderepersonennooitindebuurt
komenvanhetgesleeptewerktuig.
23
•Opeenhellingkanhetgewichtvaneengesleept
werktuigertoeleidendatdewielenhungrip
verliezen,eenhogerrisicoopomslaan,en
verliesvandecontroleoverdemachinedoor
debestuurderVerminderhetsleepgewichten
verminderuwsnelheid.
•Hoezwaardereengesleeptelast,hoelangerde
stopafstandkanworden.Rijlangzaamenzorg
voorvoldoendeafstandomtestoppen.
•Maakgrotebochtenomervoortezorgendathet
werktuigdemachinenietraakt.
Plaatsnemeninde
bestuurderspositie
Gebruikhetmaaidekalsopstapjeomde
bestuurderspositietebereiken(Figuur22).
g029797
Figuur22
Parkeerremgebruiken
Steldeparkeerremaltijdinwerkingwanneerude
machinestoptofdezeonbeheerdachterlaat.
Dehandreminschakelen
Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
g188778
Figuur23
Dehandremuitschakelen
Omdeparkeerremuitteschakelen,moetudehendel
uitdeinkepingnaarutoetrekken,envervolgensnaar
benedenduwen(Figuur24).
g188777
Figuur24
1.Drukdeparkeerremuitde
inkepingennaarutoe.
2.Duwdeparkeerremnaar
beneden.
Messchakelaar(aftakas)
inschakelen
g008945
Figuur25
Opmerking:Umoetdemaaimessenaltijd
inschakelenmetdegashendelopSNEL(Figuur26).
24
g295538
Figuur26
Messchakelaar(aftakas)
uitschakelen
g009174
Figuur27
Degashendelbedienen
Degashendelheefttweestanden:SNELenLANGZAAM
(Figuur28).
GebruikaltijddestandSNELwanneerudeaftakas
inschakelt.
g295539
Figuur28
Dechokebedienen
Gebruikdechokeomeenkoudemotortestarten.
1.Trekdeknopvandechokeomhoogomdeze
inteschakelenvoordatudecontactschakelaar
inschakelt(Figuur29).
Opmerking:Zorgervoordatudechoke
volledighebtingeschakeld.Hetzoukunnen
datudeknopomhoogmoethoudenalsuhet
sleuteltjegebruikt.
2.Drukdechokeomlaagomdezeweeruitte
schakelennadatdemotorisgestart(Figuur29).
g295540
Figuur29
1.AAN2.UIT
Bedieningvande
contactschakelaar
1.DraaihetcontactsleuteltjenaardestandSTART
(Figuur30).
Opmerking:Laathetsleuteltjeloszodrade
motoraanslaat.
Belangrijk:Steldestartmotortelkensniet
langerdan5secondeninwerking.Als
demotornietwilstarten,moetunaelke
poging10secondenwachten.Indienudeze
instructiesnietopvolgt,kandestartmotor
doorbranden.
Opmerking:Mogelijkmoetuverschillende
kerenproberenomdemotortestartenals
udemotorvoorheteerststartnadathet
brandstofsysteemhelemaalzonderbrandstof
heeftgezeten.
25
g008947
Figuur30
2.DraaihetsleuteltjeopSTOPomdemotorafte
zetten.
Startenvandemotor
Opmerking:Alsdemotorwarmofheetis,hoeftu
dechokeniettegebruiken.
Belangrijk:Steldestartmotortelkensnietlanger
dan5secondeninwerking.Alsudestartmotor
langerdan5secondeninwerkingstelt,kan
dezewordenbeschadigd.Alsdemotornietwil
starten,moetu10secondenwachtenvoordatu
destartmotoropnieuwinwerkingstelt.
g297307
Figuur31
Demotorafzetten
1.Schakeldemaaimessenuitdoorde
aftakasschakelaaropUITtezetten(Figuur27).
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.ZetdegashendelopSNEL.
4.DraaihetsleuteltjeopUITenverwijderhet
sleuteltje.
VOORZICHTIG
Kinderenofomstanderskunnenletsel
oplopenalszijdemachineverplaatsenof
proberentebedienenterwijldezeonbeheerd
staat.
Verwijderaltijdhetsleuteltjeenstelde
parkeerreminwerkingwanneerudemachine
onbeheerdachterlaat.
26
Derijhendelsgebruiken
c:\data\documentum\checkout\g004532
Figuur32
1.Rijhendel–vergrendelde
NEUTRAALSTAND
4.Achteruit
2.Centraleontgrendelde
stand
5.Voorkantvandemachine
3.Vooruit
Metdemachinerijden
Deaandrijfwielendraaienonafhankelijkenworden
aangedrevendoorhydraulischemotorenopelkeas.U
kuntdewielenaandeenezijdeachteruitlatendraaien
entegelijkdieaandeanderezijdevooruit,waardoor
demachineomzijnasdraaitinplaatsvaneenbocht
temaken.Zoisdemachineveelwendbaarder,maar
hetkanwattijdvergeneerugewendbentaande
manierwaaropdemachinebeweegt.
Metdegashendelregeltudesnelheidvandemotor,
oftewelhettoerental(inomwentelingenperminuut).
ZetdegashendelopSNELomdebesteprestatieste
verkrijgen.Laatdemotortijdenshetmaaienaltijdvol
gasdraaien.
WAARSCHUWING
Demachinekanzeersnelronddraaien.De
bestuurderkandecontroleoverdemachine
verliezen.Ditkanleidentotlichamelijkletsel
enschadeaandemachine.
•Weesvoorzichtigalsueenbochtmaakt.
•Verminderdesnelheidvandemachine
voordatueenscherpebochtmaakt.
Vooruitrijden
Opmerking:Demotorslaatafalsude
tractiebedieningbeweegtterwijldeparkeerremin
werkingisgesteld.
Omdemachinetestoppen,duwtuderijhendelsnaar
deNEUTRAAL-stand.
1.Schakeldeparkeerremuit;zieDehandrem
uitschakelen(bladz.24).
2.Zetdehendelsindemiddelste,ontgrendelde
stand.
3.Omvooruitterijden,duwtuderijhendels
langzaamnaarvoren(Figuur33).
g008952
Figuur33
Achteruitrijden
1.Zetdehendelsindemiddelste,ontgrendelde
stand.
2.Omachteruitterijden,trektuderijhendels
langzaamnaarachteren(Figuur34).
27
g008953
Figuur34
Zijafvoergebruiken
Hetmaaidekisuitgerustmeteenscharnierende
grasgeleider,diehetmaaiselzijwaartsenomlaag
naarhetgazonafvoert.
GEVAAR
Alsdegrasgeleider,afsluitervandeafvoer
ofdegrasvangernietopdejuisteplaats
zijngemonteerd,kunnenuofanderen
inaanrakingkomenmethetmaaimesof
uitgeworpenvoorwerpen.Contactmet
hetdraaiendemaaimesenuitgeworpen
voorwerpenkanlichamelijkofdodelijkletsel
veroorzaken.
•Verwijderdegrasgeleidernooitvanhet
maaidekomdathiermeehetmaaisel
wordtafgevoerdnaarhetgazon.Een
beschadigdegrasgeleidermoetdirect
wordenvervangen.
•Steeknooituwhandenofvoetenonderhet
maaidek.
•Probeernooithetafvoersysteemofde
maaimessentereinigenzondereerstde
messchakelaar(aftakas)UITteschakelen,
hetcontactsleuteltjeopUITtedraaienen
hetsleuteltjeuithetcontacttenemen.
•Controleerofdegrasgeleideromlaagstaat.
Demaaihoogteinstellen
Demachineisuitgerustmeteenmaaidekhefsysteem
metvoetpedaal.Ukunthetvoetpedaalgebruikenom
hetmaaidekkortomhoogtebrengenomobstakels
tevermijden.
Ukuntdemaaihoogteinstellenvan38tot114mm
instappenvan6mmdoordemaaihoogtepenin
verschillendeopeningenteplaatsen.
1.Traphetmaaidekhefpedaalinomhetmaaidek
omhoogtebrengen.
2.Omdemaaihoogteintestellen,verwijdertude
penuitdemaaihoogtebeugel(Figuur35).
3.Kiesdeopeninginhetmaaihoogtesysteem
dieovereenkomtmetdegewenste
maaihoogtestand,ensteekdaarinde
pen(Figuur35).
4.Brenghetmaaideklangzaamomlaagtotde
hendelcontactmaaktmetdepen.
g297360
Figuur35
1.Maaidekpedaal3.Pen
2.Maaihoogtestanden
Antiscalpeerrollenafstellen
Alsudemaaihoogtewijzigt,steldandehoogtevan
deantiscalpeerrollenin.
Opmerking:Steldeantiscalpeerrollenzoafdatze
degrondnietrakenopnormale,vlakkemaaiterreinen.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldemesschakelaaruiten
steldeparkeerreminwerking;zieDehandrem
inschakelen(bladz.24).
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
28
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Steldeantiscalpeerrollenafzoalswordtgetoond
inFiguur36.
g301976
Figuur36
1.Antiscalpeerrol4.Flensmoer
2.Afstandsstuk
5.Bout
3.Lagerbus
Tipsvoorbedieningen
gebruik
Gebruikvandesnel-standvande
gashendel
Vooreenoptimaalmaairesultaateneenmaximale
luchtcirculatiemoetudegashendelopSNELzetten.
Omhetgrasgoedtemaaienisluchtnodig;zet
demaaihoogtedusniettelaagenzorgervoordat
hetmaaidekniethelemaaldoorongemaaidgrasis
omgeven.Probeeraltijdéénzijkantvanhetmaaidek
vrijvanongemaaidgrastehouden,zodatluchtinhet
maaidekkanwordengezogen.
Wanneerueengazonvoorde
eerstekeermaait
Laathetgrasietslangerdannormaalomte
voorkomendatoneffenhedeninhetgrasvolledig
wordenweggemaaid.Inhetalgemeenkanhetbest
devoorheengebruiktemaaihoogtewordengekozen.
Alsugrasvanmeerdan15cmlanggaatmaaien,
kuntuhetbestintweekeermaaienomeengoed
maairesultaatteverkrijgen.
EĂ©nderdevandelengtevanhet
grasafmaaien
Aanbevolenwordtnietmeerdanongeveeréénderde
vandelengtevanhetgrasaftemaaien.Meer
afmaaienwordtafgeraden,tenzijhetgrasdunis,ofin
delateherfst,wanneerhetgraslangzamergroeit.
Maairichtingafwisselen
Maaiafwisselendinverschillenderichtingen,zodat
hetgrasrechtopblijftstaan.Ditzorgtookvooreen
betereverspreidingvanhetmaaisel,watdevertering
enbemestingtengoedekomt.
Metdejuisteregelmaatmaaien
Hettempowaarmeehetgrasgroeit,varieertper
jaargetijde.Omdezelfdemaaihoogtetebehouden,
moetuinhetvroegevoorjaarvakermaaien.Alsde
groeisnelheidindezomerafneemt,maaituminder
vaak.Alsulangeretijdniethebtkunnenmaaien,
maaitueerstopeenhogemaaihoogte.Maai2dagen
lateropeenlageremaaihoogte.
Eenlageremaaisnelheid
gebruiken
Omdemaairesultatenteverbeteren,moetuin
bepaaldeomstandighedenbijeenlagererijsnelheid
maaien.
Grasniettekortafmaaien
Wanneeruoponeffenhedenmaait,moetude
maaihoogtehogerzettenomeengolvendgazonte
voorkomen.
Demachinestoppen
Alsudemachinetijdenshetmaaienmoetstoppen,
kanereenkluitmaaiselopuwgazonachterblijven.
Omdittevoorkomenkuntunaareenreedsgemaaid
oppervlakgaanmetdemesseningeschakeld,ofu
kunthetmaaidekuitschakelenterwijluvooruitgaat.
Onderkantvanhetmaaidek
schoonhouden
Verwijdernaelkgebruikmaaiselenvuilvande
onderkantvanhetmaaidek.Alszichgrasenvuilin
hetmaaidekophopen,leidtdatuiteindelijktoteen
onbevredigendmaairesultaat.
Onderhoudvandemaaimessen
Zorggedurendehethelemaaiseizoenvooreen
scherpmaaimes.Eenscherpmessnijdthetgras
goedafzonderhettescheurenoftekwetsen.
Doorscheurenenkwetsenwordthetgrasbruin
29
aanderanden,waardoorhetlangzamergroeiten
gevoeligerisvoorziekten.Controleernaelkgebruik
ofdemaaimessenscherpzijnenofzeversletenof
beschadigdzijn.Vijlregelmatigkerveneninkepingen
wegenslijpdemessenindienditnodigis.Alseen
mesbeschadigdofversletenis,moetuditonmiddellijk
vervangendooreenorigineelToromes.
Nagebruik
Veiligheidnahetwerk
Algemeneveiligheid
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,vultmetbrandstof,
reinigt,staltoferonderhoudswerkzaamhedenaan
verricht.
•Verwijdergrasenvuilvandemaai-eenheid,de
geluiddemper,deaandrijvingen,degrasvangeren
demotorombrandtevoorkomen.Veeggemorste
olieenbrandstofop.
•Sluitdebrandstoftoevoerafenverwijder
hetsleuteltjevoordatudemachinestaltof
transporteert.
Machinemetdehand
duwen
Belangrijk:Umoetdemachinealtijdmetdehand
duwen.Sleepdemachineniet:ditkanschade
veroorzaken.
Demachineduwen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Zoekdeomloophendelsophetframeaanbeide
kantenvandemachine.
4.Zetdeomloophendelsnaarvorendoorhet
"sleutelgat"endannaarbenedenomzevast
tezetten(Figuur37).
Opmerking:Doeditmetelkehendel.
5.Zetdeparkeerremvrij.
g298692
Figuur37
1.Locatievande
omloophendels
3.Standvanhendelvoorhet
duwenvanmachine
2.Standvanhendelvoorhet
gebruikvanmachine
6.Wanneeruklaarbent,steltudeparkeerremin
werking.
Gebruikvandemachine
Zetdeomloophendelsnaarachterendoorhetspiegat
endannaarbenedenomzevasttezettenzoalswordt
getoondinFiguur37.
Opmerking:Doeditmetelkehendel.
Demachinetransporteren
Gebruikeenaanhangerofvrachtwagenvoorzwaar
vervoeromdemachinetetransporteren.Gebruik
altijdeenoprijplaatoverdevolledigebreedte.
Zorgervoordatdeaanhangerofvrachtwagenis
voorzienvanallebenodigderemmen,verlichting
enaanduidingendiewettelijkvereistzijn.Lees
aandachtigalleveiligheidsinstructies.Metbehulpvan
dezeinformatiekuntuvoorkomendatomstandersof
uzelfletseloplopen.Raadpleegdelokalevereisten
inzakeaanhangwagensendebevestigingvan
machines.
WAARSCHUWING
Rijdenopdewegzonderrichtingaanwijzers,
verlichting,reectorenofeenbordmetde
aanduiding'Langzaamrijdendvoertuig'is
gevaarlijkenkanleidentotongelukkendie
lichamelijkletselveroorzaken.
Rijdnietmetdemachineopdeopenbareweg.
30
Eenaanhangerkiezen
WAARSCHUWING
Alseenmachinewordtgeladenopeen
aanhangerofeenvrachtwagen,wordtde
kansvergrootdatdemachinekantelt.Dit
kanernstiglichamelijkletselofdedood
veroorzaken(Figuur38).
•GebruikĂ©Ă©noprijplaatoverdevolledige
breedte.Gebruikgeenafzonderlijke
oprijplatenvoorelkekantvandemachine.
•Zorgervoordatdehoekvandeoprijplaat
endegrondofvandeoprijplaatende
aanhangerofvrachtwagennietgroteris
dan15graden.
•Zorgervoordatdeoprijplaatminstens
4keerzolangisalsdeafstandvande
laadbakvandevrachtwagenofaanhanger
totdegrond.Hierdoorisdehoekdiede
oprijplaatmaaktnietgroterdan15graden
opeenvlakkeondergrond.
g027996
Figuur38
1.Oprijplaatovervolledige
breedteinopslagstand.
4.Dehellingbaanisminstens
4keerzolangals
deafstandvande
aanhangwagenofde
laadbaktotdegrond
2.Zijaanzichtvanoprijplaat
overvolledigebreedtein
laadstand
5.H=Afstandvan
delaadbakvande
vrachtwagenofaanhanger
totdegrond.
3.Nietgroterdan15graden6.Aanhanger
31
Demachineladen
WAARSCHUWING
Alseenmachinewordtgeladenopeen
aanhangerofeenvrachtwagen,wordtde
kansvergrootdatdemachinekantelt.Dit
kanernstiglichamelijkletselofdedood
veroorzaken.
•Gazeervoorzichtigtewerkalsueen
machineeenhellingbaanop-/afrijdt.
•Rijdemachineachteruitopdeoprijplaat
enrijervooruitaf.
•Umagnietabruptversnellenofvertragen
alsudemachineeenhellingbaanop-
ofafrijdt,omdatandersdemachinekan
kantelenofudecontroleoverdemachine
kuntverliezen.
1.Alsueenaanhangergebruikt,bevestig
dezedanaanhetsleepvoertuigensluitde
veiligheidskettingenaan.
2.Sluitindienvantoepassingderemmenen
verlichtingvandeaanhangeraan.
3.Laatdeoprijplaatzakken;zorgdatde
hellingshoekvandeoprijplaattenopzichtevan
degrondnietgroterisdan15graden(Figuur
38).
4.Rijdemachineachteruitopdeoprijplaat(Figuur
39).
g027995
Figuur39
1.Rijdemachineachteruit
opdeoprijplaat.
2.Rijdemachinevooruitde
oprijplaataf.
5.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenstel
deparkeerreminwerking.
6.Zetdemachinevastbijdevoorstezwenkwielen
endeachterbumper;gebruikhierbij
spanbanden,kettingen,kabelsoftouwen
(Figuur40).Raadpleegdelokalevereisten
inzakedebevestigingvanmachines.
g027708
Figuur40
1.Bindogen
Demachinevandeaanhanger
rijden
1.Laatdeoprijplaatzakken;zorgdatde
hellingshoekvandeoprijplaattenopzichtevan
degrondnietgroterisdan15graden(Figuur
38).
2.Rijdemachinevooruitdeoprijplaataf(Figuur
39).
32
Onderhoud
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
Veiligheidbijonderhoud
•Alsuhetsleuteltjeinhetcontactlaat,bestaat
dekansdatiemanddemotorperongelukstart
waardooruenandereomstandersernstigletsel
kunnenoplopen.Verwijderhetsleuteltjeuithet
contactvoordatuonderhoudswerkzaamheden
uitvoertaandemachine.
•Doehetvolgendevoordatudebestuurdersstoel
verlaat:
–Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
–Schakeldeaandrijvingenuit.
–Steldeparkeerreminwerking.
–Zetdemotorafenverwijderhetsleuteltje.
–Laatdeonderdelenvandemachineafkoelen
voordatuonderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
•Laatpersoneeldatnietbekendismetde
instructies,nooitonderhoudswerkzaamhedenaan
demachineuitvoeren.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvan
bewegendeonderdelenofheteoppervlakken.
Stelindienmogelijkdemachinenietafterwijlde
motorloopt.
•Haalvoorzichtigdedrukvanonderdelenmet
opgeslagenenergie.
•Controleerdewerkingvandeparkeerrem
regelmatig.Indiennodigmoetudezeafstellenen
eenonderhoudsbeurtgeven.
•Knoeinooitmetdeveiligheidsvoorzieningen.
Controleerregelmatigofzegoedwerken.
•Verwijdergrasenvuilvandemaai-eenheid,de
geluiddemper,deaandrijvingen,degrasvangeren
demotorombrandtevoorkomen.
•Verwijdergemorsteolieofbrandstofenmet
brandstofdoortrokkenrommel.
•Vertrouwnietopeenhydraulischsysteemof
mechanischekrikomdemachineteondersteunen;
ondersteundemachinealtijdmetkriksteunen.
•Zorgervoordatalleonderdeleningoede
staatverkerenenallebevestigingselementen
stevigvastzitten,inhetbijzonderhet
bevestigingsmateriaalvandemaaimessen.
Vervangversletenofbeschadigdestickers.
•Koppeldeaccuafvoordatureparatiesaande
machineverricht.Maakeerstdeminpoolvande
acculosendaarnadepluspool.Bevestigeerstde
pluspoolvandeaccuendaarnademinpool.
•Omveiligeenoptimaleprestatiesteverkrijgen,
moetutervervangingalleenorigineleT oro
onderdelenenaccessoiresgebruiken.Gebruikter
vervangingnooitonderdelenenaccessoiresvan
anderefabrikanten,omdatditgevaarlijkkanzijn.
Ditkanertoeleidendatdegarantieophetproduct
komttevervallen.
Aanbevolenonderhoudsschema
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste5bedrijfsuren
•Motorolieverversenenltervervangen.
Bijelkgebruikofdagelijks
•Controleerhetveiligheidssysteem(interlock).
•Controleerhetluchtlteropvuile,losseofbeschadigdeonderdelen.
•Oliepeilcontroleren.
•Reinighetluchtinlaatroostervandemotor.
•Controleerdemaaimessen.
•Controleerdegrasgeleideropschade.
Omde25bedrijfsuren
•Hetschuimelementvanhetluchtlterreinigen(vakerinstofge,vuile
omstandigheden).
•Bandenspanningcontroleren.
•Alleriemenopslijtageenscheurtjescontroleren.
Omde100bedrijfsuren
•Hetschuimelementvanhetluchtltervervangen(vakerinstofge,vuile
omstandigheden).
•Hetpapierelementvanhetluchtlterreinigen(vakeralsdemachinewordtgebruikt
instofî‚¿geofvuileomstandigheden).
•Controleerdekoelribbenendebinnenkantvandemotorschermenenreinigdeze.
33
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
•Motorolieverversenenolieltervervangen(ditmoetvakergebeurenalsdemachine
wordtgebruiktinstofî‚¿geofvuileomstandigheden).
•Controleerdebougie(s).
•Controleerhetbrandstofltervandeslang.
Omde200bedrijfsuren
•Hetpapierelementvanhetluchtltervervangen(vakeralsdemachinewordt
gebruiktinstofî‚¿geofvuileomstandigheden).
•Debougie(s)vervangen.
•Brandstofltervandeslangvervangen.
Omde300bedrijfsuren
•Klepspelingcontrolerenenafstellen.NeemcontactopmeteenerkendeService
Dealer.
VĂ³Ă³rdestalling
•Accuopladenenaccukabelsloskoppelen.
•Voorafgaandeaandestallingmoetenallebovengenoemdeonderhoudsprocedures
wordenuitgevoerd.
•Beschadigdeoppervlakkenbijwerken.
VOORZICHTIG
Alsuhetsleuteltjeinhetcontactlaat,bestaatdekansdatiemanddemotorperongelukstart
waardooruenandereomstandersernstigletselkunnenoplopen.
Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithetcontactvoordatuonderhouduitvoert.
34
Procedures
voorafgaandeaan
onderhoud
Deafdekkingvanhet
maaideklosmaken
Maakde2ondersteboutenvandeafdekkinglos
omtoegangteverkrijgentotdebovenkantvanhet
maaidek(Figuur41).
g303960
Figuur41
1.Onderstebout2.Afdekking
Opmerking:Draaideboutenaltijd
vastomdeafdekkingtebevestigenna
onderhoudswerkzaamheden.
Onderhoudmotor
Veiligheidvandemotor
•Houduwkleding,gezicht,handen,voeten
enanderelichaamsdelenuitdebuurtvande
geluiddemperenandereheteoppervlakken.Laat
deonderdelenvandemotorafkoelenvoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
•Veranderdesnelheidvandetoerenregelaarniet
enlaatdemotorhetmaximaletoerentalniet
overschrijden.
Onderhoudvanhet
luchtî‚¿lter
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Opmerking:Hetluchtî‚¿ltermoetvakereen
onderhoudsbeurtkrijgen(omdepaaruren)alsde
machinewordtgebruiktinbuitengewoonstofî‚¿geof
zanderigeomstandigheden.
Schuim-enpapierelement
verwijderen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Maakdeomgevingvanhetluchtî‚¿lterdeksel
schoonomtevoorkomendatvuilindemotor
komtenschadeveroorzaakt.
4.Tilhetdekselopendraaihetluchtî‚¿lteruitde
motor(Figuur42).
35
g027800
g027801
Figuur42
5.Scheidhetschuim-enpapierelement(Figuur
43).
g027802
Figuur43
Hetschuimelementvanhet
luchtî‚¿ltereenonderhoudsbeurt
geven
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren/Maan-
delijks(houdhierbijdekortste
periodeaan)—Hetschuimelement
vanhetluchtî‚¿lterreinigen(vakerin
stofî‚¿ge,vuileomstandigheden).
Omde100bedrijfsuren/Jaarlijks(houdhierbij
dekortsteperiodeaan)—Hetschuimelement
vanhetluchtî‚¿ltervervangen(vakerinstofî‚¿ge,
vuileomstandigheden).
1.Washetschuimî‚¿lterinwarmwatermetvloeibare
zeep.Alshetelementschoonis,moetuhet
grondiguitspoelen.
2.Schuimî‚¿lterineenschonedoekwikkelenen
droogknijpen.
Belangrijk:Vervanghetschuimelementals
hetgescheurdofversletenis.
Papierelementvanhetluchtî‚¿lter
onderhoudsbeurtgeven
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren—Het
papierelementvanhetluchtî‚¿lter
reinigen(vakeralsdemachine
wordtgebruiktinstofî‚¿geofvuile
omstandigheden).
Omde200bedrijfsuren—Hetpapierelement
vanhetluchtî‚¿ltervervangen(vakeralsde
machinewordtgebruiktinstofî‚¿geofvuile
omstandigheden).
1.Reinighetpapierelementdoorervoorzichtigop
tekloppenenhetstofteverwijderen.
Opmerking:Alshetpapierelementzeer
vuilis,vervanghetdandooreennieuwe
papierelement.
2.Controleerhetî‚¿lteropscheuren,eenvettig
oppervlakofbeschadigingvanderubberen
afdichting.
3.Vervanghetpapierelementalshetis
beschadigd.
Belangrijk:Umaghetpapierî‚¿lterniet
reinigen.
36
Hetluchtî‚¿ltermonteren
1.Monteerhetschuimelementophet
papierelement.
Opmerking:Voorkombeschadigingvande
elementen.
2.Lijndegateninhetî‚¿lteruitmetdeopeningen
vanhetverdeelstuk.
3.Kantelhetî‚¿lteromlaagindekamerendrukhet
tegenhetverdeelstukaan(Figuur44).
g228022
Figuur44
4.Sluitdemotorkap.
Motorolieverversen
Motorolietype
Typeolie:Reinigingsolie(APIonderhoudsclassiî‚¿catie
SF,SG,SH,SJofSL)
Carterinhoud:2,4litermetolieî‚¿lter
Viscositeit:zieonderstaandetabel.
g029683
Figuur45
Hetmotoroliepeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Opmerking:Controleerhetoliepeilalsdemotor
koudis.
Belangrijk:Alserteveelofteweinigoliezitin
hetcartervandemotorenulaatdemotortoch
draaien,kuntudezebeschadigen.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
Opmerking:Zorgdatdemotoruitgeschakeld
iszodatdeolietijdheeftgekregenomwegte
lopennaardeopvangbak.
3.Omtevoorkomendatervuil,maaisel,enz.in
demotorterechtkomt,moetudeomgeving
vandevuldop/peilstokreinigenvoordatudeze
verwijdert(Figuur46).
37
g235263
Figuur46
Motorolieverversenenolieî‚¿lter
vervangen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste5bedrijfsuren/Na
deeerstemaand(houdhierbijde
kortsteperiodeaan)—Motorolie
verversenenî‚¿ltervervangen.
—Motorolieverversenenolieltervervangen
(ditmoetvakergebeurenalsdemachinewordt
gebruiktinstofî‚¿geofvuileomstandigheden).
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlakzodatalleolievolledigkanworden
afgetapt.
2.Schakeldemesschakelaar(aftakas)uitenstel
deparkeerreminwerking.
3.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
4.Laatdeolieuitdemotorlopen.
g027799
g029570
Figuur47
38
5.Vervanghetmotorolieî‚¿lter(Figuur48).
Opmerking:Controleerofdepakkingvanhet
olieî‚¿ltercontactmaaktmetdemotorendraaide
lternog¾slagextravast.
g027477
Figuur48
6.Gietlangzaamongeveer80%vande
gespeciî‚¿ceerdeolieindevulbuisenvoeg
langzaamderestvandeolietoetothetpeilde
markeringVolbereikt(Figuur49).
g235264
Figuur49
7.Geefdeafgewerkteolieafbijeen
inzamelcentrum.
Onderhoudvandebougie
Onderhoudsinterval:—Controleerdebougie(s).
—Debougie(s)vervangen.
Controleerofdeelektrodenafstandtussendecentrale
elektrode-endemassa-elektrodecorrectisvoordatu
debougiemonteert.Gebruikeenbougiesleutelvoor
het(de)monterenvandebougieeneenvoelermaat
omdeelektrodenafstandtemetenenaftestellen.
Monteereennieuwebougieindienditnodigis.
Type:Champion
®
RN9YCofNGK
®
BPR6ES
Elektrodenafstand:0,76mm
Bougieverwijderen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Maakdeomgevingvandeonderkantvande
bougieschoonomtevoorkomendatervuilen
rommelindemotorterechtkomt.
4.Verwijderdebougie(Figuur50).
39
g027478
Figuur50
Bougiecontroleren
Belangrijk:Maakdebougie(s)nietschoon.
Verwijdereenbougiealtijdalsdeze:eenzwarte
laagheeft,alsdeelektrodenversletenzijn,alser
eenvettigelaagopligtofalsdebougiescheuren
vertoont.
Alsdeisolatorlichtbruinofgrijsis,werktdemotor
naarbehoren.Eenzwartelaagopdeisolatorduidt
meestalopeenvuilluchtî‚¿lter.
Steldeafstandinop0,75mm.
g206628
Figuur51
Bougiemonteren
g027960
Figuur52
Hetkoelsysteemreinigen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Verwijderhetluchtî‚¿ltervandemotor.
4.Maakdeboutenlosenverwijderde
ventilatorbehuizing(Figuur53).
g298763
Figuur53
1.Bout2.Ventilatorbehuizing
5.Omtevoorkomendatvuilindeluchtinlaatkomt,
plaatshetluchtî‚¿lteropdeî‚¿lterbasis.
6.Verwijdervuilengrasvandeonderdelen.
7.Verwijderhetluchtî‚¿lterenmonteerde
ventilatorbehuizing.Draaideboutenaanmet
eentorsievan8,8Nm.
8.Monteerhetluchtî‚¿lter.
40
Onderhoud
brandstofsysteem
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbrandstof
uiterstontvlambaarenzeerexplosief.Brand
ofexplosievanbrandstofkanbrandwonden
bijuofanderenenmateriëleschade
veroorzaken.
ZieBrandstofveiligheid(bladz.15)vooreen
volledigelijstvanvoorzorgsmaatregelenmet
betrekkingtotbrandstof.
Brandstofî‚¿ltervandeslang
vervangen
Onderhoudsinterval:—Controleerhetbrandstoflter
vandeslang.
—Brandstofltervandeslangvervangen.
Naverwijderingmagunooiteenvuilî‚¿lteropnieuw
aandebrandstofslangmonteren.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Filtervervangen(Figuur54).
Opmerking:Opmerking:zorgervoordatde
markeringenophetî‚¿lterderichtingvande
brandstofstroomvolgen.
g027939
g033082
Figuur54
41
Onderhoudelektrisch
systeem
Veiligheidvanhet
elektrischsysteem
•Koppeldeaccuafvoordatureparatiesaande
machineverricht.Maakeerstdeminpoolvande
acculosendaarnadepluspool.Bevestigeerstde
pluspoolvandeaccuendaarnademinpool.
•Laaddeaccuopineenopen,goedgeventileerde
ruimte,uitdebuurtvanvonkenenopenvuur.Haal
deopladeruithetstopcontactvoordatudeaccu
aan-ofloskoppelt.Draagbeschermendekleding
engebruikgeĂ¯soleerdgereedschap.
Onderhoudvandeaccu
Verwijderenvandeaccu
WAARSCHUWING
Deaccukabelsonjuistafkoppelenkanschade
aandemachineendekabelstotgevolg
hebbenenvonkenveroorzaken.Hierdoor
kunnenaccugassentotontplofî‚¿ngkomenen
lichamelijkletselveroorzaken.
•Maakaltijddeminkabel(zwart)vandeaccu
losvoordatudepluskabel(rood)losmaakt.
•Sluitaltijddepluskabel(rood)vandeaccu
aanvoordatudeminkabel(zwart)aansluit.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Draaide2bevestigingenophetaccudekseleen
kwartslaglinksomenverwijderhetaccudeksel
(Figuur55).
g297596
Figuur55
1.Accudeksel2.Bevestigingen
4.Maakdeminkabel(zwart)losvandeaccupool
(Figuur56).
Opmerking:Bewaarallebevestigingsmidde-
len.
5.Schuifhetrubberenkapjevandepluskabel
(rood)overdekabel.
6.Maakdepluskabel(rood)losvandeaccupool
(Figuur56).
Opmerking:Bewaarallebevestigingsmidde-
len.
7.Verwijderdebevestigingsbandvandeaccu
(Figuur56)entildeaccuuitdeaccubak.
g297597
Figuur56
1.Accu
5.Pluspool(+)vandeaccu
2.Minpool(–)vandeaccu6.Stofkapjevandeaccupool
3.Bout,ringenmoervoorde
minpool(–)vandeaccu
7.Bevestigingvanaccu
4.Bout,ringenmoervoorde
pluspool(+)vandeaccu
42
Accuopladen
Onderhoudsinterval:VĂ³Ă³rdestalling—Accuopladen
enaccukabelsloskoppelen.
1.Verwijderdeaccuvanhetchassis;raadpleeg
Verwijderenvandeaccu(bladz.42).
2.Laaddeaccugedurendeminstenseenuurop
bij6tot10A.
Opmerking:Deaccunietteveropladen.
3.Zodradeaccuvolledigisopgeladen,haalt
udeacculaderuithetstopcontactenmaakt
uvervolgensdeoplaadkabelslosvande
accuklemmen(Figuur57).
g000538
Figuur57
1.Pluspool(+)vandeaccu3.Rode(+)oplaadkabel
2.Minpool(–)vandeaccu4.Zwarte(–)oplaadkabel
Accuplaatsen
1.Plaatsdeaccuindebak(Figuur56).
2.Gebruikdeeerderverwijderdebevestigingsmid-
delenomdepluskabel(rood)opdepluspool(+)
vandeaccuaantesluiten.
3.Gebruikdeeerderverwijderdebevestigingsmid-
delenomdeminkabelopdeminpool(–)vande
accuaantesluiten.
4.Schuifhetrodestofkapjevoordeaccupoolop
depluspool(rood)vandeaccu.
5.Zetdeaccuvastmetdebevestigingsband
(Figuur56).
6.Monteerhetaccudekseldoorhetnaarbeneden
tedrukkenende2bevestigingenrechtsomvast
temaken(Figuur55).
Onderhoudvande
zekeringen
Deelektrischeinstallatieisbeveiligddoormiddel
vanzekeringen.Dezebehoevengeenonderhoud.
Alsereenzekeringisdoorgebrand,moetuechter
hetonderdeelofcircuitcontrolerenopdefectenof
kortsluiting.
Zekeringtype:
•Hoofdleiding–F1(15A,steekzekering)
•Laadcircuit–F2(25A,steekzekering)
Dehoofdzekering(15A)vervangendoetulangs
deopeningindezijkantvandebedieningseenheid.
Trekdezekeringeruitenmonteereennieuwe15A
zekering(Figuur58).
g297599
Figuur58
1.Hoofdzekering(15A)2.Openingin
bedieningseenheid
Dezekeringvanhetlaadcircuit(25A)vervangen
doetudoordezekeringlinksvandeaccutezoeken.
Trekdezekeringeruitenmonteereennieuwe25A
zekering(Figuur59).
g297598
Figuur59
1.Laadcircuit(25A)
43
Onderhoud
aandrijfsysteem
Bandenspanning
controleren
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsu-
ren—Bandenspanningcontroleren.
Zorgervoordatdevoor-enachterbandende
voorgeschrevenspanninghebben.Eenongelijke
bandenspanningkanleidentotonregelmatige
maairesultaten.Controleerdebandenspanningbijhet
ventiel(Figuur60).Debandenspanningkanhetbest
bijkoudebandenwordengecontroleerd.
Pompdebandenvandevoorstezwenkwielenoptot
1,03bar.
Pompdebandenvandeachteraandrijfwielenoptot
0,9bar.
g000554
Figuur60
1.Ventiel
Onderhoudriemen
Riemencontroleren
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren—Alle
riemenopslijtageenscheurtjes
controleren.
Vervangderiemalsdezeversletenis.Eenaantal
indicatiesvaneenversletenriem:eengierend
geluidtijdenshetdraaienvanderiem,demessen
dieslippentijdenshetmaaien,gerafelderandenen
schroeiplekkenenscheurenopderiem.
Drijfriemvanmaaidek
vervangen
Eenaantalindicatiesvaneenversletenriem:een
gierendgeluidtijdenshetdraaienvanderiem,
messendieslippentijdenshetmaaien,gerafelde
randenenschroeiplekkenenscheurenopderiem.
Vervangderiemalsudezezakenconstateert.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Laathetmaaidekzakkentoteenmaaihoogte
van76mm.
4.Verwijderdeafdekkingvanhetmaaidek;zieDe
afdekkingvanhetmaaideklosmaken(bladz.
35).
5.Voorelkeriemkapdraaitude2boutenlos,
maarverwijderdezeniet.
6.Schuifdekaptotdezeloskomtvandebouten.
Tildekapopennaarbuitenomteverwijderen.
7.Gebruikeenveerverwijderaar(Toro
onderdeelnummer92-5771)enverwijderde
spanpoelieveervandemaaidekstangomde
spanningopdespanpoelieteverwijderen
(Figuur61).
44
g009806
Figuur61
1.Veerverwijderaar(T oro
onderdeelnummer
92-5771)
4.Armvanspanpoelie
2.Spanpoelieveer5.Aandrijfriemvanmaaidek
3.Maaidekstang
8.Laathetmaaidektotdelaagstemaaihoogte
zakkenenplaatsdemaaihoogtepeninde
vergrendelstandvoordelaagstemaaistand.
9.Verwijderderiemvandepoeliesvanhet
maaidekenverwijderdeaanwezigeriem.
10.Bevestigdenieuweriemronddepoeliesvan
hetmaaidekendekoppelingspoelieonderde
motor(Figuur61).
WAARSCHUWING
Deveerisonderspanninggemonteerd
enkanlichamelijkletselveroorzaken.
Weesvoorzichtigalsuderiemverwijdert.
11.Gebruikeenveerverwijderaar(T oro
onderdeelnummer92-5771)enplaatsde
spanpoelieveerterugopdemaaidekstangom
spanningopdespanpoelieenriemtezetten
(Figuur61).
12.Controleerofderiemzichgoedopallepoelies
bevindt.
13.Omderiemkappentemonteren,plaatstu
delipjesvandekapindedaartoebestemde
openingenvandemaaidekbeugel.Zorgdatze
vastzitten.
14.Draaidekapnaarhetmaaidekenschuifde
gleuvenonderdelosseboutentotzevastzitten.
15.Draaideboutenvastomdekapaanhet
maaidektebevestigen.
16.Monteerdeafdekkingvanhetmaaidek;zieDe
afdekkingvanhetmaaideklosmaken(bladz.
35).
45
Onderhoudvande
maaimachine
Veiligheidvandemessen
•Controleeropgezettetijdendemaaimessenop
slijtageofbeschadigingen.
•Weesvoorzichtigalsudemessencontroleert.
Omwikkeldemaaimessenofdraag
handschoenenenweesvoorzichtigalsu
onderhoudswerkzaamhedenaandemaaimessen
verricht.Demaaimessenmogenalleenworden
vervangenofgeslepen,probeerzenooitrechtte
makenoferaantelassen.
•Letopdatbijmachinesmetmeerderemaaimessen
anderemessenkunnengaandraaiendoordatu
Ă©Ă©nmesdraait.
•Vervangversletenofbeschadigdemessenen
boutenaltijdalscompletesetomeengoede
balanstebehouden.
Onderhoudvande
maaimessen
Omeengoedmaairesultaatteverkrijgen,moetu
demaaimessenscherphouden.Omhetslijpenen
vervangentevergemakkelijken,ishethandigextra
messeninvoorraadtehebben.
VĂ³Ă³rcontroleenonderhoudvan
demaaimessen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenmaak
debougiekabelslos.
Demaaimessencontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Controleerdesnijranden(Figuur62).
2.Alsderandennietscherpzijnofbramen
vertonen,moetuhetmaaimesverwijderenen
slijpen;zieDemaaimessenslijpen(bladz.48).
3.Controleerdemessen,inhetbijzonderhet
gebogendeel.
4.Alsuscheuren,slijtageofgroefvormingindit
deelconstateert,moetudirecteennieuwmes
monteren(Figuur62).
g006530
Figuur62
1.Snijrand3.Slijtage/groefvorming
2.Gebogendeel4.Scheur
Controleopkrommemessen
Opmerking:Demachinemoetopeenegaal
oppervlakstaanvoordevolgendeprocedure.
1.Zethetmaaidekopdehoogstemaaipositie.
2.Trekdikkehandschoenenofandereadequate
handbeschermingaanendraailangzaamhet
mesineenstanddiemetingmogelijkmaaktvan
deafstandtussendemaairandenhetegale
oppervlakwaaropdemachinestaat(Figuur63).
g014972
Figuur63
1.Maaidek3.Mes
2.Asbehuizing
3.Meetdeafstandtussenhetuiteindevanhetmes
endevlakkeondergrond(Figuur64).
46
g014973
Figuur64
1.Mes,inmeetstand
2.Vlakkeondergrond
3.Gemetenafstandtussenmesendeondergrond(A)
4.Draaihetzelfdemes180graden,zodatde
maairandaandeanderekantnuindezelfde
standstaat(Figuur65).
g014974
Figuur65
1.Mes,eerdergemetenkant
2.Eerdergebruiktemeetstand
3.Anderekantvanmesdieinmeetstandwordtgebracht
5.Meetdeafstandtussenhetuiteindevanhetmes
endevlakkeondergrond(Figuur66).
Opmerking:Despelingmagnietmeerdan
3mmbedragen.
g014973
Figuur66
1.Mesaananderezijde,inmeetstand
2.Vlakkeondergrond
3.Tweedegemetenafstandtussenmesenoppervlak(B)
A.AlshetverschiltussenAenBgroterisdan
3mm,vervangdanhetmesdooreennieuw
mes;zieMaaimessenverwijderen(bladz.
48)enMaaimessenmonteren(bladz.48).
Opmerking:Alseenkrommesis
vervangendooreennieuwmesende
afstandnogaltijdgroterisdan3mm,dan
ishetmogelijkdatdemesasverbogen
is.Neemcontactopmeteenerkende
onderhoudsdealervoorservice.
B.Gaalshetverschilbinnendegrenzenligt
doormethetvolgendemes.
6.Herhaaldezeprocedureopelkmes.
47
Maaimessenverwijderen
Vervangmessendieeenvastvoorwerphebben
geraaktofuitbalansofkromzijn.
1.Pakhetuiteindevanhetmesvastmeteendoek
ofeendikkehandschoen.
2.Verwijderdemesbout,deklemringenhetmes
vandespilas(Figuur67).
g010341
Figuur67
1.Vleugelvanhetmes3.Klemring
2.Mes4.Mesbout
Demaaimessenslijpen
1.Gebruikeenvijlomdesnijrandenaanbeide
uiteindenvanhetmesteslijpen(Figuur68).
Opmerking:Houddaarbijdeoorspronkelijke
hoekinstand.
Opmerking:Hetmesblijftinbalansalsuvan
beidesnijrandendezelfdehoeveelheidmateriaal
verwijdert.
g000552
Figuur68
1.Onderoorspronkelijkehoekslijpen.
2.Controleerdebalansvanhetmesmeteen
mesbalans(Figuur69).
Opmerking:Alshetmeshorizontaalblijft,is
hetinbalansengeschiktvoorgebruik.
Opmerking:Alshetmesnietinbalansis,
moetuwatmetaalafvijlenvanhetuiteindevan
devleugel(Figuur68).
g000553
Figuur69
1.Mes2.Mesbalans
3.Herhaalditindiennodigtotdathetmesinbalans
is.
Maaimessenmonteren
1.Monteerhetmesopdeas(Figuur67).
Belangrijk:Hetgebogendeelvanhetmes
moetnaardebinnenzijdevandemaaikast
wijzenomeengoedemaaikwaliteitte
garanderen.
2.Monteerdeklemring(hollekantnaarhetmes
toe)endemesbout(Figuur67).
3.Draaidemesboutvastmeteentorsievan135
tot150N·m.
g010341
Figuur70
1.Vleugelvanhetmes3.Klemring
2.Mes4.Mesbout
48
Maaidekhorizontaalstellen
Controleerofhetmaaidekhorizontaalstaattelkens
wanneerudemaaierinstalleertofwanneerueen
ongelijkemaaiplekinuwgrasziet.
Voordatuhetmaaidekhorizontaalafsteltmoetu
eerstcontrolerenoferverbogenmaaimessenzijn,
eneventueelverbogenmaaimessenverwijderenen
vervangen;leesControleopkrommemessen(bladz.
46)voordatuditdoet.
Stelhetmaaidekeerstlinks/rechtshorizontaal,endan
kuntuvoor/achterafstellen.
Eisen:
•Demachinemoetopeenegaalvlakstaan.
•Allebandenmoetendejuistespanninghebben,
zieBandenspanningcontroleren(bladz.44).
Controlerenofdemaaimessen
horizontaalstaan
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Steldemaaihoogteinop76mm.
4.Draaihetmaaimesvoorzichtigindwarsrichting
horizontaal.
5.Meetdeafstandtussendebuitenstesnijranden
endevlakkeondergrond(Figuur71).
Opmerking:Alsbeideafstandengroterzijn
dan5mm,moetendezewordenbijgesteld;zie
Maaidekhorizontaalstellen(bladz.49).
g229303
Figuur71
1.Maaimessenevenwijdig
3.Meetvanafhetuiteinde
vanhetmestothetplatte
oppervlakhier.
2.Buitenstesnijranden
Schuinstandvanhetmaaidek
(lengterichting)controleren
Controleerdeschuinstandvanhetmaaidektelkens
wanneeruditmonteert.Alsdevoorkantvan
demaaiermeerdan7,9mmlagerstaatdande
achterkantvandemaaier,moetudeschuinstandvan
hetmaaimesinstellen.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Steldemaaihoogteinop76mm.
4.Draaidemessenvoorzichtigrond,totdatzein
delengterichtingwijzen(Figuur72).
5.Meetdeafstandtussenderandvanzowelhet
voorstemesalsderandvanhetachterstemes
tothethorizontaleoppervlak(Figuur72).
Opmerking:Alsderandvanhetvoorstemes
niet1,6tot7,9mmlagerstaatdanderand
vanhetachterstemes,gaverdermetMaaidek
horizontaalstellen(bladz.50).
g229304
Figuur72
1.Messeninlengterichting
3.Meetvanafhetuiteinde
vanhetmestothetplatte
oppervlakhier.
2.Buitenstesnijranden
49
Maaidekhorizontaalstellen
1.Hiervoormoetudeantiscalpeerrolleninde
bovensteopeningenzettenofzegeheel
verwijderen;zieAntiscalpeerrollenafstellen
(bladz.28).
2.Zetdemaaihoogtehendelindestandvan
76mm;zieDemaaihoogteinstellen(bladz.28).
3.Plaats2blokjesmeteendiktevan6,6cm
onderelkekantvandevoorsterandvanhet
maaidek,maarnietonderdebeugelsvande
antiscalpeerrollen(Figuur73).
4.Plaats2blokjesmeteendiktevan7,3cmonder
deachtersterandvandemaaikast,Ă©Ă©nblokje
aanelkekantvanhetmaaidek(Figuur73).
g297501
Figuur73
1.Houtenblok,6,6cmdik3.Voorsterand
2.Houtenblok,7,3cmdik
5.Draaidestelbouteninde4hoekenlos,zodathet
maaidekstevigopalle4blokjesrust(Figuur74).
g297515
Figuur74
1.Hefarmvanmaaidek
3.Haak
2.Ketting
4.Stelbout
6.Zorgervoordatde4kettingengespannenzijn
(Figuur74).
7.Draaide4stelboutenvast(Figuur74).
8.Zorgervoordatdeblokjesstevigonderde
randvanhetmaaidekzittenendatallebouten
vastgedraaidzijn.
9.Controleerofhetmaaidekhorizontaalstaatdoor
zoweldehorizontaalstandalsdeschuinstand
vanhetmaaidektecontroleren.Herhaalindien
nodigdeprocedurevoorhethorizontaalstellen.
Maaidekverwijderen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenmaak
debougiekabelslos.
3.Laathetmaaidekzakkentoteenmaaihoogte
van76mm.
4.Draaide2ondersteboutenloswaarmeede
afdekkingvanhetmaaidekisbevestigdaanhet
maaidek;zieDeafdekkingvanhetmaaidek
losmaken(bladz.35).
5.Verwijderdemaaierriemvandemotorpoelie;
raadpleegDrijfriemvanmaaidekvervangen
(bladz.44).
6.VerwijderdeR-penenderingwaarmeede
draaipenisbevestigdaanhetframeenhet
maaidek,enverwijderdeverbindingsstang
(Figuur75).
50
g297517
Figuur75
1.Draaipen3.R-pen
2.Ring
7.Tilhetmaaidekopomdespanningvanhet
maaidektehalen.
8.Verwijderdekettingenvandehakenopde
hefarmenvanhetmaaidek(Figuur76).
g297515
Figuur76
1.Hefarmvanmaaidek
3.Haak
2.Ketting
4.Stelbout
9.Steldemaaihoogteinopdetransportstand.
10.Verwijderderiemvandekoppelingspoelievan
demotor.
11.Schuifhetmaaidekwegvanonderdemachine.
Opmerking:Bewaaralleonderdelenvoor
lateremontage.
Hetmaaidekmonteren
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenmaak
debougiekabelslos.
3.Schuifhetmaaidekonderdemachine.
4.Zetdemaaihoogtehendelindelaagstestand.
5.Plaatsdemaaihoogtepenindevergrendelstand
voordelaagstemaaistand.
6.Tildeachterzijdevanhetmaaidekopen
bevestigdekettingenaandeachterste
hefarmen(Figuur76).
7.Bevestigdevoorstekettingenaandevoorste
hefarmen(Figuur76).
8.Monteerdelangeverbindingsstangdoorde
framehangerenhetmaaidek.
9.BevestigdedraaipenmetdeR-pennenende
ringendieueerderverwijderdhebt(Figuur75).
10.Monteerdemaaierriemopdemotorpoelie;
raadpleegstapDrijfriemvanmaaidek
vervangen(bladz.44).
11.Draaide2ondersteboutenvastwaarmeede
afdekkingvanhetmaaidekisbevestigdaanhet
maaidek;zieDeafdekkingvanhetmaaidek
losmaken(bladz.35).
Grasgeleidervervangen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerde
grasgeleideropschade.
WAARSCHUWING
Alsdeuitworpopeningnietafgedektis,kan
demachinevoorwerpenuitwerpennaaru
ofnaaromstanders;ditkanernstigletsel
veroorzaken.Daarnaastkuntuookincontact
komenmethetmes.
Gebruikdemachinenooitzondermulchplaat,
grasgeleiderofgrasvanger.
1.Verwijderdeborgpenuithetuiteindevande
stang(Figuur77).
2.Koppeldeveerlosvandeinkepinginde
geleiderbeugelenschuifdestanguitdegelaste
maaidekbeugels,veerengrasgeleider(Figuur
77).
51
g302010
Figuur77
1.Stang
4.Maaidekbeugels
2.Grasgeleider
5.Borgpen
3.Veer6.Veeroverdestang
3.Verwijdereenbeschadigdeofversleten
grasgeleider.
4.Plaatsdenieuwegrasgeleidermetde
beugeluiteindentussendegelastebeugelop
hetmaaidekzoalsgetoondinFiguur78.
5.Plaatsdeveerophetrechteuiteindevande
stang.
6.Plaatsdeveeropdestangzoalsgetoondin
Figuur78.Doeditzo,dathetkorteuiteindemet
deveeronderdestangvoordebochtuitkomt
enoverdestanggaatalsdezeterugkomtuitde
bocht.
7.Brenghetuiteindevandeveermetdelus
omhoogenbevestigindeinkepingopdebeugel
vandegeleider(Figuur78).
g297573
Figuur78
1.Stangenveergeplaatst3.Stang,korteuiteinde,
geplaatstachterde
maaibeugel
2.Uiteindevandeveermet
lusgeplaatstindeinkeping
indegeleiderbeugel
4.Kortuiteinde,bevestigd
metmaaibeugel.
8.Bevestigdestangenveerdoordezezote
buigendathetkorteuiteindevandestangzich
achterdevoorstebeugelophetmaaidekbevindt
(Figuur78).
Belangrijk:Degrasgeleidermoetonder
veerspanningomlaagwordengehouden.Til
degrasgeleideromhoogomtecontroleren
ofdezevolledigomlaagklapt.
9.Monteerdeborgpeninhetuiteindevandestang
(Figuur77).
52
Reiniging
Deveringreinigen
UitsluitendvoorMyRidemachines
Opmerking:Maakdeschokdempersnietschoon
metwateronderdruk(Figuur79).
g030538
Figuur79
Afvalafvoeren
Motorolie,accu's,hydraulischevloeistofen
motorkoelvloeistofverontreinigenhetmilieu.Verwijder
dezestoffenvolgensdeplaatselijkevoorschriften.
Stalling
Veiligheidtijdensopslag
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,reinigt,staltofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
•Umagdemachineofdebrandstofnietbewarenin
denabijheidvaneenopenvuur,nochdebrandstof
binnenshuisofineenafgeslotenaanhanger
aftappen.
•Slademachineendebrandstofhoudernietop
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof
waakvlammen(b.v.vaneenboilerofandere
toestellen)aanwezigkunnenzijn.
Reinigenenopslaan
1.Schakeldemesschakelaar(aftakas)uitenstel
deparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Verwijdermaaisel,vuilenvetvandebuitenkant
vandegehelemachine,metnamevandemotor
enhethydraulischesysteem.Vuilenkafvan
debuitenkantvandecilinder,dekoelribben
vandecilinderkopenhetventilatorbehuizing
verwijderen.
Belangrijk:Ukuntdemachinemeteen
mildreinigingsmiddelenwaterwassen.
Maakdemachinenietschoonmeteen
hogedrukreiniger.Gebruiknietteveel
water,vooralnietindebuurtvanhet
bedieningspaneel,demotor,dehydraulische
pompenendeaccu.
4.Controleerdewerkingvandeparkeerrem;zie
Parkeerremgebruiken(bladz.24).
5.Geefhetluchtî‚¿ltereenonderhoudsbeurt;zie
Onderhoudvanhetluchtî‚¿lter(bladz.35).
6.Verversdeolieinhetcarter;zieMotorolie
verversenenolieî‚¿ltervervangen(bladz.38).
7.Controleerdebandenspanning;zie
Bandenspanningcontroleren(bladz.44).
8.Laaddeaccuop;zieAccuopladen(bladz.43).
9.Schraapdikaangekoektgrasenvuilvan
deonderkantvandemaaimachine.Spoel
vervolgensdemachineschoonmeteen
tuinslang.
53
Opmerking:Laatdemachinelopenmetde
aftakasingeschakeldendemotorophoog
stationairgedurende2tot5minutennahet
wassen.
10.Controleerdestaatvandemaaimessen;
raadpleegOnderhoudvandemaaimessen
(bladz.46).
11.Wanneerdemachinelangerdan30dagenniet
wordtgebruikt,moetdezewordenvoorbereidop
stalling.Demachinewordtalsvolgtvoorbereid
opstalling:
A.Voegeenstabilizer/conditionertoeaan
deversebrandstofindetank.Volgde
mengvoorschriftenvandefabrikantvande
stabilizerop.Gebruikgeenstabilizerop
alcoholbasis(ethanolofmethanol).
B.Laatdemotorvijfminutenlopen
omdestabilizer/conditionerdoorhet
brandstofsysteemteverspreiden.
C.Zetdemotoraf,laatdezeafkoelenenlaat
debrandstoftankleeglopen.
D.Startdemotorenlaathemlopentotdathij
afslaat.
E.Umoetbrandstofopdejuistewijze
afvoeren.Voerdebrandstofafvolgensde
plaatselijkgeldendevoorschriften.
Belangrijk:Bewaarbrandstofdie
stabilizer/conditionerbevatnietlanger
danaanbevolendoordefabrikantvan
destabilizer.
12.Verwijderdebougie(s)encontroleerdestaat
ervan;zieOnderhoudvandebougie(bladz.
39).Nadatdebougie(s)uitdecilinderis(zijn)
verwijderd,gietu30ml(2eetlepels)motorolie
indebougie-opening.Gebruikdestartmotor
omdemotortelatendraaienenzodeolieover
decilinderwandteverspreiden.Monteerde
bougie(s).Debougiekabelnietopdebougie(s)
drukken.
13.Controleerallebouten,schroevenenmoeren
endraaidezevast.Repareerofvervang
beschadigdedelen.
14.Werkallekrassenenbeschadigingenvandelak
bij.Bijwerklakisverkrijgbaarbijeenerkende
servicedealer.
15.Staldemachineineenschone,drogegarage
ofopslagruimte.Verwijderhetsleuteltjeuithet
contactenbewaarhetbuitenhetbereikvan
kinderenenonbevoegdepersonen.Dekde
machineafomdezetebeschermenenschoon
tehouden.
Opslagvandeaccu
1.Laaddeaccuvolledigop.
2.Laatdeaccu24uurongemoeidencontroleer
dandespanningvandeaccu.
Opmerking:Indiendeaccuspanninglageris
dan12,6V,moetustappen1en2herhalen.
3.Koppeldekabelslosvandeaccu.
4.Controleerregelmatigdespanningenzorgdat
diealtijdminstens12,4Vis.
Opmerking:Indiendeaccuspanninglageris
dan12,4V,moetustappen1en2herhalen.
Tipsvoorhetbewarenvandeaccu
•Bewaardeaccurechtopineenkoele,droge
omgeving.
•Bewaaraccu'snietopelkaar,tenzijzeineendoos
zitten.
•Stapelnietmeerdan3accu'sopelkaar(of2als
hetomaccu'svoorprofessioneelgebruikgaat).
•Testeennatteaccuomde4tot6maandenen
laaddeaccuindiennodig.
•Testenlaaddeaccualtijdopvoormontage.
54
Problemen,oorzaakenremedie
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Debrandstoftankisingedeuktofde
machineraaktregelmatigzonder
brandstof.
1.Hetpapierelementvanhetluchtî‚¿lter
isverstopt.
1.Reinighetpapierelement.
1.Demotoristezwaarbelast.1.Derijsnelheidverminderen.
2.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.2.Hetcarterbijvullenmetolie.
3.Dekoelribbenenluchtkanalenonder
deventilatorbehuizingvandemotor
zijnverstopt.
3.Dekoelribbenenluchtkanalen
ontstoppen.
4.Hetluchtî‚¿lterisvuil.4.Hetluchtî‚¿lterelementreinigenof
vervangen.
Demotorraaktoververhit.
5.Vuil,waterofoudebrandstofinhet
brandstofsysteem.
5.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
1.Deaftakasisingeschakeld.1.Schakeldeaftakasuit.
2.Derijhendelsstaannietinde
VERGRENDELDENEUTRAALSTAND.
2.Zetderijhendelsnaarbuiteninde
vergrendeldeNEUTRAALSTAND.
3.Deaccuisleeg.3.Accuopladen.
4.Deelektrischeaansluitingenzijn
gecorrodeerdofzittenlos.
4.Controleerofdeelektrische
aansluitingengoedcontactmaken.
5.Eenvandezekeringenisdoorgebrand.5.Dezekeringvervangen.
Destartmotorslaatnietaan.
6.Eenvanderelaisofschakelaarsis
defect.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Debrandstoftankisleeg.1.Debrandstoftankvullen.
2.Dechoke(indienaanwezig)staatniet
aan.
2.ZetdechokehendelindeAAN-stand.
3.Hetluchtî‚¿lterisvuil.
3.Reinigofvervanghet
luchtî‚¿lterelement.
4.Debougiekabel(s)zit(ten)losofis
(zijn)nietaangesloten.
4.Debougiekabel(s)opdebougie
monteren.
5.Debougie(s)is(zijn)aangetast,vuil,
ofdeelektrodenafstandisnietcorrect
afgesteld.
5.Nieuwebougie(s)meteencorrect
afgesteldeelektrodenafstand
monteren.
6.Erzitvuilinhetbrandstofî‚¿lter.6.Brandstofî‚¿ltervervangen.
7.Vuil,waterofoudebrandstofin
brandstofsysteem.
7.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
8.Verkeerdebrandstofindetank.
8.Brandstoftankaftappenenvullenmet
hetjuistetypebrandstof.
Demotorstartniet,startmoeilijkofslaat
af.
9.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.9.Hetcarterbijvullenmetolie.
1.Demotoristezwaarbelast.1.Derijsnelheidverminderen.
2.Hetluchtî‚¿lterisvuil.2.Reinighetluchtî‚¿lterelement.
3.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.3.Hetcarterbijvullenmetolie.
4.Dekoelribbenenluchtkanalenonder
deventilatorbehuizingvandemotor
zijnverstopt.
4.Dekoelribbenenluchtkanalen
ontstoppen.
5.Debougie(s)is(zijn)aangetast,vuil,
ofdeelektrodenafstandisnietcorrect
afgesteld.
5.Nieuwebougie(s)meteencorrect
afgesteldeelektrodenafstand
monteren.
6.
Deontluchtingvandebrandstoftank
isverstopt.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
7.Erzitvuilinhetbrandstofî‚¿lter.7.Brandstofî‚¿ltervervangen.
8.
Vuil,waterofoudebrandstofinhet
brandstofsysteem.
8.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Demotorverliestvermogen.
9.Verkeerdebrandstofindetank.
9.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
55
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.Deomloopkleppenzijnopen.
1.Sluitdesleepkleppen.
2.Detractieriemenzijnversleten,losof
stuk.
2.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
3.Detractieriemenzittennietopde
poelies.
3.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Demachinedrijftnietaan.
4.Detransmissieisuitgevallen.4.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Hetmaaimes(demaaimessen)is(zijn)
verbogenofnietinbalans.
1.Nieuwemaaimes(sen)monteren.
2.Debevestigingsboutvanhetmaaimes
zitlos.
2.Debevestigingsboutvanhetmaaimes
vastdraaien.
3.Debevestigingsboutenvandemotor
zittenlos.
3.Debevestigingsboutenvandemotor
vastdraaien.
4.Demotorpoelie,spanpoelieof
mespoeliezitlos.
4.Desbetreffendepoelievastzetten.
5.Demotorpoelieisbeschadigd.5.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
6.Mesasverbogen.6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Demachinetriltabnormaal.
7.Demotorophangplaatzitlosofis
versleten.
7.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Maaimes(sen)bot.1.Mes(sen)slijpen.
2.Maaimes(sen)verbogenofnietin
balans.
2.Nieuwemaaimes(sen)monteren.
3.Hetmaaidekstaatniethorizontaal.3.Maaidekhorizontaalstelleneninde
correcteschuinstandstellen.
4.Eenantiscalpeerwiel(indienaanwezig)
isnietcorrectafgesteld.
4.Hoogtevanantiscalpeerwielafstellen.
5.Deonderkantvanhetmaaidekisvuil.5.Reinigdeonderkantvanhetmaaidek.
6.Debandenspanningisnietcorrect.6.Bandenopjuistespanningbrengen.
Demaaihoogteisongelijk.
7.Mesasverbogen.7.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Detractieriemisversleten,losofstuk.1.Eennieuwedrijfriemmonteren.
2.Dedrijfriemzitnietopdepoelie.2.Drijfriemmonterenenassenen
riemgeleidersopjuistestand
controleren.
3.Deschakelaarvandeaftakas(PTO)of
deaftakkoppelingisdefect.
3.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Messendraaienniet.
4.Dedrijfriemvanhetmaaidekis
versleten,losofstuk.
4.Eennieuwedrijfriemmonteren.
56
Schema's
g297640
Installatieschema—137-7002(Rev.A)
57
Opmerkingen:
Opmerkingen:
PrivacyverklaringvoorEuropa
DeinformatiedieToroverzamelt
ToroWarrantyCompany(T oro)respecteertuwprivacy.Omuwaanspraakopgarantietebehandelenencontactmetuoptenemeninhetgevalvaneen
terugroepactievragenwijombepaaldepersoonlijkeinformatie,hetzijdirectofviauwlokaleT orodealer.
HetT orogarantiesysteemwordtgehostopserversindeVerenigdeStaten,waardeprivacywetmogelijknietdezelfdebeschermingbiedtalsinuwland.
DOORUWPERSOONLIJKEGEGEVENSMETONSTEDELENSTEMTUINMETDEVERWERKINGVANUWPERSOONLIJKEGEGEVENS
ZOALSBESCHREVENINDEZEPRIVACYVERKLARING.
HoeT oroinformatiegebruikt
Torokanuwpersoonsgegevensgebruikenomuwaanspraakopgarantietebehandelen,contactmetuoptenemeninhetgevalvaneenterugroepactie,
ofvooreenanderdoeleindewaarvanweuopdehoogtebrengen.Torokanuwinformatiedelenmetzijnafdelingen,verdelersofanderezakenpartnersin
verbandmetdezeactiviteiten.Weverkopenuwpersoonsgegevensnietaananderebedrijven.Webehoudenonshetrechtvoorompersoonsgegevenste
delenteneindetevoldoenaangeldendewettenenverzoekenvandeaangewezenautoriteiten,opdatwijonzesystemennaarbehorenkunnengebruiken
ofmethetoogoponzeeigenbeschermingofdievananderegebruikers.
Behoudvanuwpersoonlijkegegevens
Wijbewarenuwpersoonlijkegegevenszolangalsdatnodigisvoordedoeleindenwaarvoorzeoorspronkelijkwerdenverzameldofvoorandere
legitiemedoeleinden(zoalsnalevingvanvoorschriften),ofzolangalsvereistisdoordevantoepassingzijndewet.
Torostreefternaaromuwpersoonlijkegegevenstebeschermen
Wijnemenredelijkemaatregelenomuwpersoonlijkegegevenstebeschermen.Weproberenbovendiendenauwkeurigheidengeldigheidvan
persoonlijkegegevenstewaarborgen.
Toegangtotenaanpassingvanuwpersoonlijkegegevens
Alsutoegangwensttotuwpersoonlijkegegevensofdezewiltaanpassen,gelievedaneene-mailtesturennaar[email protected].
Australischeconsumentenwet
AustralischeklantenkunnenvoorinformatieoverdeAustralischeconsumentenwet(AustralianConsumerLaw)terechtbijdelokaleTorodealerofze
kunnendezeinformatieindedoosvinden.
374-0282RevC
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Toro Titan XS4850 Riding Mower Handleiding

Type
Handleiding