Shimano SG-3R40-E Dealer's Manual

Type
Dealer's Manual
(Dutch)
DM-SG0005-04
SG-3R40
SG-3R45
SG-3R75
SG-3R75-A
SG-3R75-B
SG-3D55
SG-3C41
SL-3S35-E
SL-3S41-E
SL-3S42-E
SL-C2010-3
SM-BC03
SM-BC04
SM-BC06
CJ-NX40
Dealerhandleiding
RACE MTB Trekking
Stads-toer/
comfort-fiets
STADS-SPORT E-BIKE
Nexus
2
INHOUD
BELANGRIJKE MEDEDELING ................................................................................. 3
VEILIGHEID VOOROP ............................................................................................. 4
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN ..................................................... 8
MONTAGE ............................................................................................................10
Montage van de hendel ............................................................................................................................10
Montage van het naafmodel met schakelmoer ....................................................................................... 12
Montage van het naafmodel met cassette joint ...................................................................................... 30
AFSTELLING ......................................................................................................... 40
Voor schakelmoeren ..................................................................................................................................40
Voor cassette joints ....................................................................................................................................42
ONDERHOUD ....................................................................................................... 44
De versnellingskabel vervangen ................................................................................................................44
Vervanging van de afdekking (RAPIDFIRE PLUS) .....................................................................................48
Olie-onderhoud van de interne delen ......................................................................................................49
3
BELANGRIJKE MEDEDELING
BELANGRIJKE MEDEDELING
Deze dealerhandleiding is in eerste instantie bedoeld voor professionele fietsmonteurs.
Gebruikers die niet over een professionele achtergrond in het monteren van fietsen beschikken, moeten niet proberen de onderdelen zelf aan de hand
van de dealerhandleidingen te installeren. Indien informatie in deze handleiding u niet duidelijk is, ga dan niet verder met de installatie. Neem in dat
geval contact op met de plaats van aankoop of een plaatselijke fietshandelaar.
Lees alle instructiehandleidingen die bij het product zijn geleverd.
Demonteer of wijzig het product niet op een andere manier dan aangegeven in de informatie in deze dealerhandleiding.
Alle onderhoudsinstructies en technische documenten zijn online beschikbaar op https://si.shimano.com.
Voor klanten die geen eenvoudige toegang hebben tot het internet, neem contact op met een SHIMANO-verdeler of een van de SHIMANO-kantoren om
een afgedrukte versie van de Gebruikershandleiding te verkrijgen.
Volg de betreffende bepalingen en regels van het land, de staat of de regio waarin u als dealer werkzaam bent.
Lees voor de veiligheid deze dealerhandleiding voor gebruik zorgvuldig door en volg de aanwijzingen daarin op voor een
correct gebruik
De volgende instructies moeten te allen tijde worden opgevolgd om persoonlijk letsel en beschadigingen aan apparatuur en omgeving te voorkomen.
De instructies zijn ingedeeld aan de hand van de mate van gevaar die zij kunnen opleveren of beschadigingen die zij kunnen veroorzaken bij incorrect
gebruik van het product.
GEVAAR
Als de instructies niet worden opgevolgd, heeft dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg.
WAARSCHUWING
Als de instructies niet worden opgevolgd, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben.
LET OP
Als de instructies niet worden opgevolgd, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of beschadigingen aan apparatuur en omgeving.
4
VEILIGHEID VOOROP
VEILIGHEID VOOROP
WAARSCHUWING
Volg bij het installeren van onderdelen de instructies die in de instructiehandleidingen staan aangegeven.
Aangeraden wordt alleen originele onderdelen van Shimano te gebruiken. Als onderdelen zoals bouten en moeren los komen te zitten of beschadigd
raken, kan de fiets plotseling omvallen met ernstig letsel voor de berijder als gevolg.
Bovendien, als afstellingen niet correct worden uitgevoerd, kunnen er problemen optreden en kan de fiets plotseling omvallen met ernstig letsel voor
de berijder als gevolg.
Draag tijdens onderhoudswerkzaamheden, zoals het vervangen van onderdelen, een veiligheidsbril ter bescherming van uw ogen.
Bewaar de dealerhandleiding na het grondig doorlezen zorgvuldig op een veilige plek, zodat u deze later kunt raadplegen.
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
Afhankelijk van het model kan iedere fiets iets anders aanvoelen.
Zorg daarom dat u de juiste remtechniek (waaronder de druk op de remgreep en de fietskenmerken) en bediening van uw fiets leert kennen.
Alsuhet remsysteem op een onjuiste wijze gebruikt, kunt u de controle over de fiets verliezen of vallen met ernstig letsel tot gevolg. Raadpleeg
uwfietsenmaker of de instructiehandleiding voor een juiste bediening. Het is ook belangrijk dat u oefent met fietsen, remmen, etc.
De remgrepen zijn uitgerust met een instelmechanisme om hen compatibel te maken met cantilever remmen en roller brakes of V-BRAKE met power
modulator.
Het kiezen van de verkeerde instelling kan zorgen voor te veel of onvoldoende remkracht, wat kan leiden tot gevaarlijke ongevallen.
Zorg dat u de juiste instelling kiest op basis van de aanwijzingen in de onderstaande tabel.
Positie instelmechanisme Remkeuze
C: Positie instelmechanisme voor compatibiliteit
met cantilever remmen
R: Positie instelmechanisme voor compatibiliteit
met roller brakes
C R
V
V
C R
C/R-positie
Cantilever remmen
Roller brakes
V: Positie instelmechanisme voor compatibiliteit
met V-BRAKE met power modulator
C R
V
V
C R
V-positie
V-BRAKE met power modulator
Gebruik de remgrepen met het instelmechanisme in de hierboven gegeven combinaties.
Volg bij het installeren van onderdelen de instructies die in de instructiehandleidingen staan aangegeven. Aangeraden wordt alleen originele
onderdelen van Shimano te gebruiken. Als onderdelen zoals bouten en moeren los komen te zitten of beschadigd raken, kan de fiets plotseling
omvallen met ernstig letsel voor de berijder als gevolg.
Controleer of de wielen stevig bevestigd zijn, voordat u gaat fietsen. Als de wielen op enigerlei wijze los zitten, kunnen ze loskomen van de fiets met
ernstig letsel tot gevolg.
5
VEILIGHEID VOOROP
Voor aanbrengen op de fiets en onderhoud:
Zorg bij het vastzetten van de remarm op het frame dat u een remarmklem gebruikt die overeenkomt met de afmeting van de liggende achtervork
endraai deze stevig vast met de klembout en klemmoer tot het opgegeven aanhaalmoment. Gebruik een borgmoer met een nylon inzetstuk
(zelfborgende moer) als klemmoer. Wij raden u aan om klembouten, klemmoeren en remarmklemmen van Shimano te gebruiken. Gebruik een
remarmklem die past bij de liggende achtervork. Als de klemmoer loskomt van de remarm, of als de klembout of remarmklem beschadigt raakt,
kande remarm rond de liggende achtervork draaien en voor een plotselinge ruk aan het stuur zorgen. Ook kan het wiel blokkeren en de fiets vallen,
met ernstig letsel als gevolg.
Zorg bij het monteren van de naaf op het frame dat u de aangewezen antislip sluitring aanbrengt, en draai de naafmoer stevig vast tot het opgegeven
aanhaalmoment. Als geen antslip sluitring wordt aangebracht, of als de naafmoer onvoldoende goed wordt vastgedraaid, kan de antislip sluitring
loskomen. Dit kan ervoor zorgen dat de naafas roteert en de cassette joint draait. Hierdoor kan de versnellingskabel per ongeluk aan het stuur trekken,
wat tot zeer ernstige ongelukken kan leiden.
Volg bij het installeren van onderdelen de instructies die in de instructiehandleidingen staan aangegeven. Wij raden u aan om uitsluitend originele
Shimano-onderdelen te gebruiken. Als onderdelen zoals bouten en moeren los komen te zitten of beschadigd raken, kan de fiets plotseling omvallen
met ernstig letsel voor de berijder als gevolg.
Wanneer u een omgekeerd achterpad gebruikt, moet u de ketting spannen met een kettingsteller.
LET OP
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
Schakel steeds slechts één versnelling. Verminder tijdens het schakelen de kracht op de pedalen. Als u probeert de versnellingsschakelaar te forceren
of meerdere versnellingen in één keer te schakelen terwijl er hard op de pedalen wordt geduwd, kunnen uw voeten van de pedalen schieten en kunt
u vallen, met ernstig letsel als gevolg.
Als u de versnellingsschakelaar meerdere versnellingen naar een lichtere versnelling verzet, kan de buitenkabel uit de schakelaar springen. Dit is niet
van invloed op de werking van de versnellingsschakelaar, omdat de buitenkabel na het schakelen weer naar de originele positie terugschuift.
Als de rem vaak wordt gebruikt, kan het gebied rond de rem heet worden. Raak het gebied rond de rem na het fietsen ten minste 30 minuten niet aan.
Gebied rond de rem
< Specificaties terugtraprem >
Als u op lange hellingen continu remt, worden de interne onderdelen van de rem erg heet en kan het remvermogen afnemen. Hierdoor kan ook
dehoeveelheid vet in de rem afnemen, wat kan leiden tot problemen zoals abnormaal abrupt remmen.
Draai het wiel en controleer of de remkracht van de terugtraprem correct is.
6
VEILIGHEID VOOROP
NOTITIE
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
U kunt schakelen terwijl u lichtjes trapt, maar het kan in zeldzame gevallen voorkomen dat de pallen en ratel in de naaf nadien geluid maken. Dithoort
bij het schakelen.
Als u tijdens het rijden stopt met trappen, is het gemakkelijker om te schakelen.
Als u een kettingspanner gebruikt, gebruik dan de speciale CS-S500 18T- of 20T-tandkrans met kettingbeschermer. Gebruik geen ander type tandkrans.
Anders kan de ketting van de tandkransen aflopen.
Voor onderhoudswerkzaamheden raden wij u aan om naafvet van Shimano voor interne versnellingsnaven of een smeerkit te gebruiken. Als u geen
Shimano-vet gebruikt kan dit tot problemen leiden, zoals een foutieve schakelwerking.
De naaf met interne tandkransen is niet volledig waterdicht. Gebruik de naaf niet op plaatsen waar er water in kan komen. Gebruik ook geen water
onder hoge druk om de naaf te reinigen. Gebeurt dit wel, dan kan het interne mechanisme gaan roesten.
Voor aanbrengen op de fiets en onderhoud:
U moet de tandkransen regelmatig reinigen met een neutraal reinigingsmiddel en ze daarna weer invetten. Het reinigen van de ketting met een neutraal
reinigingsmiddel en het smeren ervan kan tevens een effectieve manier zijn om de gebruiksduur van de tandkransen en ketting te verlengen.
Als de ketting tijdens het gebruik steeds van de kettingbladen loopt, moet u de kettingbladen en ketting vervangen.
Gebruik een wiel met 3x of 4x spaakpatroon. Wielen met een radiaal spaakpatroon mogen niet worden gebruikt. De spaken kunnen dan beschadigd raken
of er kunnen geluiden optreden tijdens het remmen.
Als het wiel stijf en moeilijk draait, moet u de remblokken van de terugtraprem vervangen of de naaf smeren.
Voor een goede werking van het product raden wij u aan om onderhoud uit te laten voeren door het verkooppunt of een distributeur, zoals het
jaarlijks smeren van de interne onderdelen vanaf het moment dat u de fiets voor het eerst gebruikt (of iedere 2000 km als u de fiets heel vaak
gebruikt). Als de fiets wordt gebruikt in barre omstandigheden, is onderhoud vaker vereist. Ook raden wij u aan om bij onderhoud naafvet van
SHIMANO voor interne naafversnellingen of een smeerset te gebruiken. Als u geen SHIMANO-vet of een smeerset van SHIMANO gebruikt kan dit tot
problemen leiden, zoals foutief schakelen.
De producten zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage en kwaliteitsverlies door normaal gebruik en veroudering.
< Specificaties cassette joint >
De CJ-NX40 cassette joint mag alleen worden gebruikt met 16T tot 23T tandkransen bij uitwaartse montage en met 19T tot 23T tandkransen
bijinwaartse montage.
Er wordt aanbevolen om het voorblad zo te kiezen dat de overbrengingsverhouding ongeveer 2,3 (3R40/3R45/3D55/3C41) of 2,6 (3R75) is.
Bijvoorbeeld In het geval van 2,3: voor 41T en achter 18T, voor 42T en achter 18T
In het geval van 2,6: voor 41T en achter 16T, voor 42T en achter 16T
Het werkelijke product kan van de afbeelding afwijken, omdat in deze handleiding hoofdzakelijk de procedures voor het gebruik
van het product worden uitgelegd.
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
8
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
De volgende gereedschappen zijn nodig voor de montage van het product.
Gereedschap Gereedschap Gereedschap
3 mm-inbussleutel 15 mm-moersleutel TL-CT12 kabelkniptang
4 mm-inbussleutel 17 mm-moersleutel TL-LR10
5 mm-inbussleutel Kruiskopschroevendraaier [nr.1] Engelse sleutel
10 mm-moersleutel Kruiskopschroevendraaier [nr.2]
MONTAGE
10
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van de hendel
MONTAGE
Montage van de hendel
Montage van de REVOSHIFT-schakelaar
1
(B)(A)
(C)
(z)
Monteer de remgreep (B).
(z)
Gebruik een stuur met een
diameter (Φ) van 22,2 mm.
(A)
Bemgreep-klemband
(B)
Remgreep
(C)
Stuur
Aanhaalmoment
6 - 8 Nm
TECHNISCHE TIPS
Gebruik een remgreep die een klemband
meteen dikte van 4,3 mm of minder heeft
omte voorkomen dat de remgreep en de
REVOSHIFT-schakelaar elkaar in de weg zitten.
2
(A)
Monteer de REVOSHIFT-schakelaar (A).
(A)
REVOSHIFT-schakelaar
11
MONTAGE
Montage van de hendel
3
(A)
(B)
Monteer het halve handvat (A).
Laat een spleet (B) van 0,5 mm tussen
deREVOSHIFT-schakelaar en het
halvehandvat.
(A)
Half handvat
(B)
GSpleet tussen de REVOSHIFT-
schakelaar en het halve handvat
4
(A)
Draai de REVOSHIFT-schakelaar vast.
(A)
Bevestigingsbout
Aanhaalmoment:
2 - 2,5 Nm
2 - 4 Nm
Montage van de schakelversteller (RAPIDFIRE PLUS)
(A)
Bevestig de schakelversteller aan de
hand van de klemschroef (A).
(A)
Klemschroef
Aanhaalmoment:
5
Nm
12
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van het naafmodel met schakelmoer
Montage van het naafmodel met schakelmoer
Montage van de versnellingskabel
1
REVOSHIFT-schakelaar
(A)
RAPIDFIRE PLUS
(A)
Steek de buitenkabel in
debuitenkabelhouder (A).
(A)
Buitenkabelhouder
2
(A)
(B)
(C)
(D)
Plaats de binnenkabel in het
verbindingsstuk (B) in de schakelmoer.
Draai de montagemoer voor
debinnenkabel (D) op de
schakelmoerlos.
Leid de binnenkabel door de
kabelstelcilinder (A) langs de groef in het
verbindingsstuk en tussen het
verbindingsstuk en het montageplaatje
voor de binnenkabel (C).
(A)
Kabelstelcilinder
(B)
Verbindingsstuk
(C)
Montageplaatje binnenkabel
(D)
Montagemoer binnenkabel
NOTITIE
Zorg dat u de binnenkabel door de groef
inhet verbindingsstuk leidt.
13
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van het naafmodel met schakelmoer
3
REVOSHIFT-schakelaar
RAPIDFIRE PLUS
Zet de schakelversteller op 2.
4
(y) (y)
(z)
Houd de binnenkabel strak en draai de
bevestigingsmoer van de binnenkabel
aan. Positioneer daarbij het uiteinde van
het bevestigingsstuk tussen de twee
witte lijnen in het venster.
(y)
Witte lijnen
(z)
Positioneer het uiteinde van
hetverbindingsstuk tussen
dewitte lijnen.
5
(z)
After tightening the inner cable
mounting nut, cut off the excess length
of inner cable.
(z)
Within 4 mm
14
MONTAGE
Montage van het naafmodel met schakelmoer
6
(A)
(B)
Draai de onderste afdekking (B) vast met
de bevestigingsschroef van de onderste
afdekking (A).
(A)
Bevestigingsschroef onderste
afdekking
(B)
Onderste afdekking
Aanhaalmoment
0,4 - 0,7 Nm
(SM-BC03)
0,35 - 0,55 Nm
(SM-BC04/SM-BC06)
15
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van het naafmodel met schakelmoer
Montage van de tandkrans op de naaf (SM-GEAR)
(z)
(A)
(B)
(C)
(D)
(E)
Plaats de rechter waterdichte
afdekkingB(C) op de aandrijfeenheid
(D) aan de rechterkant van het naafhuis.
Monteer vervolgens de tandkrans (B)
enzet deze vast met de borgring(A).
(z)
Let op de richting
(A)
Borgring
(B)
Tandkrans
(C)
Rechter waterdichte afdekking B
(D)
Aandrijfeenheid
(E)
Rechter waterdichte afdekking A
Montage van de tandkrans op de naaf (CS-S500 tandkrans met kettingbeschermer)
1
(A)
( B)
(C)
(D)
(z)
(B)
(A)
Breng de kettingbeschermer (B) aan op de
rechter waterdichte afdekking A
(D)vanhet naafhuis en monteer dan
derechter waterdichte afdekking B
(A)op de aandrijfeenheid (C).
(z)
Let op de richting
(A)
Rechter waterdichte afdekking B
(B)
Kettingbeschermer
(C)
Aandrijfeenheid
(D)
Rechter waterdichte afdekking A
NOTITIE
Gebruik geen inwaarts monteerbare tandkrans
met 16T of minder. Anders maakt de rechter
waterdichte afdekking A contact met
detandkrans.
16
MONTAGE
Montage van het naafmodel met schakelmoer
2
(D)
(C)
(B)
(A)
Monteer de CS-S500 tandkrans (C) op de
aandrijfeenheid (D) aan de rechterkant
van het naafhuis met de beschermplaat
(B) naar buiten, en zet deze vast met
deborgring (A).
(A)
Borgring
(B)
Beschermplaat
(C)
CS-S500 tandkrans
(D)
Aandrijfeenheid
17
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van het naafmodel met schakelmoer
Montage van de naaf op het frame (voor schijfremmen)
1
(A) (B) (C)
Breng de remschijf (A) aan op de naaf.
(A)
Remschijf
(B)
Montagering remschijf
(C)
TL-LR10
Aanhaalmoment:
40 Nm
< Als er geen kettingspanner wordt gebruikt >
2
(A)
(B)
Leg de ketting over de tandkrans en
plaats vervolgens de naafas (B) in het
achterpad (A).
(A)
Achterpad
(B)
Naafas
< Als er een kettingspanner wordt gebruikt >
2
(A)
Leg de ketting over de tandkrans en
plaats vervolgens de naafas in het
achterpad.
Bij gebruik van de kettingspanner (A),
moet u de meegeleverde instructie-
handleiding voor de CT-S500
kettingspanner lezen.
(A) Kettingspanner
18
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van het naafmodel met schakelmoer
3
(A)
(z)
Plaats de antislip sluitring (A) vanaf de
buitenkant op de linkerzijde van de naafas.
Draai nu aan de naafas en monteer de
asblokkeerring zodat het uitsteeksel van
de tussenring in de groef van het
achterpad past.
(z)
Het uitsteeksel moet zich aan de
kant van het achterpad bevinden.
Monteer de asblokkeerring zodanig
dat het uitsteeksel stevig in de
groef van het achterpad valt aan de
voor- en achterzijde van de naafas.
(A)
Antislip sluitring
NOTITIE
Gebruik een asblokkeerring die past bij de
vorm van het achterpad.
Achterpad
Antislip sluitring (voor linkerkant)
Markering/kleur Maat
Standaard
2 / Geel
Ө ≤ 20°
Ө ≤ 38°
Omgekeerd Ө = 0°
Omgekeerd (volledige
kettingbeschermer)
Ө = 0°
Verticaal 8L/Groen Ө = 60° - 90°
Mark
19
MONTAGE
Montage van het naafmodel met schakelmoer
4
(A)
(B)
Span de ketting en zet het wiel vast op
het frame met een tussenring van
3,2mm (A) en een naafmoer van 9 mm
(B) aan de rechterkant en een dopmoer
aan de linkerkant van de naafas.
(A)
Tussenring (3,2 mm)
(B)
Naafmoer (9 mm)
Aanhaalmoment:
30 - 45 Nm
NOTITIE
Zorg ervoor dat de naafas aan de rechterkant
ongeveer 8 tot 13 mm uitsteekt vanaf het
oppervlak van de naafmoer.
Achterpad
Naafas
Naafmoer
(9 mm)
T
ussenring (3,2 mm)
Tandkrans
8 - 13 mm
Totale breedte van het achterpad en
de kettingspanner: 6,5 tot 10 mm
Wanneer de naaf op het frame wordt bevestigd,
kan de kettingbeschermer loskomen. Let er
daarom op dat de kettingbeschermer goed
isvastgezet, zodat hij niet los raakt.
Als dit niet het geval is, kunnen er geluiden
ontstaan.
Kettingbeschermer
20
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van het naafmodel met schakelmoer
Montage van de naaf op het frame (voor roller brakes)
1
(A) (B)
(z)
Laat de kartelingen op de naafbody (B)
aangrijpen op de kartelingen op de
inter-M-rem (A) en draai vervolgens de
bevestigingsmoer van de remeenheid
tijdelijk vast.
(z)
Lijn de kartelingen uit
(A)
Inter-M rem
(B)
Naafhuis
NOTITIE
Als u de bevestigingsmoer van de remeenheid
volledig vastdraait, kan het wiel wellicht moeilijk
draaien wanneer later de remarmklem
wordtbevestigd.
Raadpleeg de instructiehandleiding voor
deinter-M rem voor details over het
monteren van de inter-M rem.
2
(A)
(B)
Leg de ketting over de tandkrans en
plaats vervolgens de naafas (A) in het
achterpad (B).
(A)
Naafas
(B)
Achterpad
3
(A) (z)
Plaats de antislip sluitring (A) vanaf de
buitenkant op de linkerzijde van
denaafas.
Draai nu aan de naafas en monteer de
asblokkeerring zodat het uitsteeksel van
de tussenring in de groef van het
achterpad past.
(z)
Het uitsteeksel moet zich aan de
kant van het achterpad bevinden.
Monteer de asblokkeerring
zodanig dat het uitsteeksel stevig
in de groef van het achterpad valt
aan de voor- en achterzijde van
de naafas.
(A)
Antislip sluitring (goud)
NOTITIE
Bij het monteren van een standaard op
denaafas moet u de antislip sluitring vanaf
de buitenzijde op de standaard plaatsen,
zodat het uitsteeksel in de groef in
destandaard past.
Bij het aanbrengen van een onderdeel
zoals een spatbordstang op de naafas,
moet u deze aan de buitenzijde van
deantislip sluitring monteren.
Antislip sluitring
Spatbordstang
Bagagedragerstang
Standaard
21
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van het naafmodel met schakelmoer
4
(C)
(D)
(A) (B)
Monteer de remarm (C) van de inter-M
rem op de liggende achtervork (A) met
behulp van de remarmklem (B) en draaide
klembout en klemmoer tijdelijk losjesaan.
Draai dan de bevestigingsmoer van de
remeenheid(D) vast.
(A)
Achtervork
(B)
Remarmklem
(C)
Remarm
(D)
Bevestigingsmoer remeenheid
Aanhaalmoment:
20 - 25 Nm
NOTITIE
Als het onmogelijk is om de remarm tijdelijk
op de liggende achtervork te bevestigen omdat
de remarm verkeerd is uitgelijnd zoals in
deafbeelding, dan moet u bevestigingsmoer
van de remeenheid losdraaien en de remarm
draaien voordat u deze tijdelijk bevestigt
opde liggende achtervork. Draai dan de
bevestigingsmoer van de remeenheid vast.
< Voor een 170,3 mm lange as >
5
(A)
Span de ketting en zet het wiel vast
ophet frame met de flensmoer (A).
(A)
Flensmoer
Aanhaalmoment:
30 - 45 Nm
NOTITIE
Zorg ervoor dat de naafas aan de rechterkant
8 tot 13 mm uitsteekt vanaf het oppervlak van
de flensmoer.
8 - 13 mm
Totale breedte van het achterpad en
de kettingspanner: 4 tot 7,5 mm
Tandkrans
Naafas
Flensmoer
(11 mm)
Achterpad
22
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van het naafmodel met schakelmoer
< Voor een 189,4 mm lange as >
5
(C) (C) (D)
(A) (B)
Als de totale breedte van het achterpad
en andere onderdelen zoals de stander en
de spatbordstang (B), aan de rechterkant
van de naafas, 8,5 tot 11,5 mm bedraagt
Zet de rechterzijde van de naafas vast
met twee tussenringen van 3,2 mm (C)
en een naafmoer van 9 mm (D).
Zet de linkerzijde van de naafas vast
meteen tussenring van 3,2 mm en
eennaafmoer van 9 mm.
Voorbeeld: Breng de onderdelen aan
inde volgorde die wordt aangegeven
inde afbeelding.
(A)
Kettingspanner
(B)
Spatbordstang
(C)
Tussenring (3,2 mm)
(D)
Naafmoer (9 mm)
(E)
Bagagedragerstang
(F)
Standaard
(G)
Tussenring (2 mm)
(H)
Naafmoer (7 mm)
Aanhaalmoment:
30 - 45 Nm
NOTITIE
Zorg er in alle beschreven gevallen voor datde
naafas aan de rechterkant 8 tot 13 mm uitsteekt
vanaf het oppervlak van de naafmoer.
(C) (D)
(A) (B) (E)
Als de totale breedte van het achterpad
en andere onderdelen zoals de stander en
de spatbordstang, aan de rechterkant van
de naafas, 11,5 tot 14,5 mm bedraagt
Zet beide zijden van de naafas vast met
een tussenring van 3,2 mm (C) aen een
naafmoer van 9 mm (D).
Voorbeeld: Breng de onderdelen aan
inde volgorde die wordt aangegeven
inde afbeelding.
(G)(B) (H)
(F)
(E)
(A)
Als de totale breedte van het achterpad
en andere onderdelen zoals de stander (F)
en de spatbordstang, aan de rechterkant
van de naafas, 14,5 tot 17 mm bedraagt
Zet beide zijden van de naafas vast met
een tussenring van 2 mm (G) en een
naafmoer van 7 mm (H).
Voorbeeld: Breng de onderdelen aan
inde volgorde die wordt aangegeven
inde afbeelding.
23
MONTAGE
Montage van het naafmodel met schakelmoer
6
(C)
(B)
(z)
(A)
Bevestig de remarm (C) van de inter-M
rem stevig op de liggende achtervork (A)
met de remarmklem (B).
(z)
Als er overmatige kracht wordt
uitgeoefend op de remarm zal
hetwiel moeilijk draaien.
Zorg dat u bij het monteren geen
overmatige kracht uitoefent.
(A)
Achtervork
(B)
Remarmklem
(C)
Remarm
Aanhaalmoment:
2 - 3 Nm
NOTITIE
Bij het monteren van de remarmklem moet
u de klembout stevig vastdraaien terwijl
ude klemmoer vasthoudt met een
10 mm moersleutel.
Controleer na het monteren van
deremarmklem dat de klembout
ongeveer4mm uitsteekt vanaf het
oppervlak van de klemmoer.
Circa 4 mm
Remarmklem
Klembout
(M6 × 16 mm)
Remarm
Klemmoer
24
MONTAGE
Montage van het naafmodel met schakelmoer
De remkabel monteren
1
(z)
( C)
(A) (B)
Plaats de kabelstelbout (A) zodanig
datdeze 15 - 17 mm van het uiteinde
vande remarm (B) zit en steek dan
debinnenkabel door de kabelstelbout
van de remarm en vervolgens door het
gat inde bevestigingsbout van
debinnenkabel (C).
(z)
Moet 15 - 17 mm zijn
(A)
Kabelstelcilinder
(B)
Remarm
(C)
Gat in de bevestigingsbout van
debinnenkabel
2
(z)
(A)
Controleer dat beide uiteinden van de
buitenkabel stevig in de kabelstelbouten
(A) van de remgreep en remarm zitten.
(z)
Beide uiteinden van de buitenkabel
moeten stevig naar binnen
zijngestoken.
(A)
Kabelstelcilinder
3
(z)
(A)
(C)
(B)
Trek het verbindingsstuk (A) terug totdat
het stopt. Draai vervolgens, terwijl
udebinnenkabel (C) volledig aantrekt,
de bevestigingsmoer (B) van de
binnenkabel vast.
(A)
Verbindingsstuk
(B)
Bevestigingsmoer binnenkabel
(C)
Binnenkabel
Aanhaalmoment:
6 - 8 Nm
NOTITIE
Plaats de binnenkabel zodanig dat deze onder
het verbindingsstuk doorloopt, zoals in
deafbeelding (z).
25
MONTAGE
Montage van het naafmodel met schakelmoer
De remkabel afstellen
1
(z)
Nadat u hebt gecontroleerd dat het wiel
niet gemakkelijk draait terwijl er aan
deremkabel wordt getrokken, knijpt
ude remgreep ongeveer 10 keer in tot
aan het handvat om de remkabel
interemmen.
(z)
Circa 10 keer inknijpen
NOTITIE
Als de remkabel niet is ingeremd, zult u deze
na een korte gebruiksperiode opnieuw
moeten afstellen.
2
(z)
(A)
Draai de kabelstelcilinder (A) zodanig
dat er ongeveer 15 mm speling (z) in de
remgreep zit.
*
De hoeveelheid speling in de
remgreep is de afstand tussen de
positie waarin de remgreep niet wordt
bediend en de positie waarin er
plotseling een kracht wordt gevoeld
wanneer de remgreep wordt
aangetrokken.
(A)
Kabelstelcilinder
3
(A)
Nadat u de remgreep hebt aangetrokken
om de remwerking te controleren,
zetude kabelstelbout vast met
dekabelstelmoer(A).
(A)
Kabelstelmoer
Aanhaalmoment:
1 - 2 Nm
26
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van het naafmodel met schakelmoer
Montage van de naaf op het frame (voor terugtrapremmen)
1
(A)
(B)
Leg de ketting over de tandkrans en
plaats vervolgens de naafas (A) in het
achterpad (B).
(A)
Naafas
(B)
Achterpad
2
(A) (z)
Plaats de antislip sluitring (A) vanaf de
buitenkant op de linkerzijde van de naafas.
Draai nu aan de naafas en monteer de
asblokkeerring zodat het uitsteeksel van
de tussenring in de groef van het
achterpad past.
(z)
Het uitsteeksel moet zich aan de
kant van het achterpad bevinden.
Monteer de asblokkeerring zodanig
dat het uitsteeksel stevig in de groef
van het achterpad valt aan de voor-
en achterzijde van de naafas.
(A)
Antislip sluitring (geel)
3
(A) (B) (C)
(D) (E)
Monteer de remarm (A) op de liggende
achtervork (D) met behulp van de
remarmklem (E) en zet de klembout (C)
en klemmoer (B) tijdelijk losjes vast.
Draai dan de bevestigingsmoer van de
remeenheid vast.
(A)
Remarm
(B)
Klemmoer
(C)
Klembout
(D)
Achtervork
(E)
Remarmklem
27
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van het naafmodel met schakelmoer
4
(A)
Span de ketting en zet het wiel vast op
het frame met de flensmoer (A).
(A) Flensmoer
Aanhaalmoment:
30 - 45 Nm
NOTITIE
Zorg ervoor dat de naafas aan de rechterkant
8 tot 12,5 mm uitsteekt vanaf het oppervlak
van de flensmoer.
Tandkrans
Naafas
Flensmoer
Achterpad
8 - 12,5 mm
Totale breedte van het achterpad en
andere onderdelen zoals de stander en
spatbordstang: 4 tot 7,5 mm (Aslengte:
168 mm / 175 mm) 9 tot 12,5 mm
(Aslengte: 178 mm)
28
MONTAGE
Montage van het naafmodel met schakelmoer
5
(A)
(D)
(B)
(E)
(C)
Bevestig de remarm (A) stevig op de
liggende achtervork (D) met de
remarmklem (E).
(A) Remarm
(B) Klemmoer
(C) Klembout
(D) Achtervork
(E) Remarmklem
Aanhaalmoment:
2 - 3 Nm
NOTITIE
Bij het monteren van de remarmklem moet
u de klembout stevig vastdraaien terwijl u
de klemmoer vasthoudt met een 10 mm
moersleutel.
Controleer na het monteren van de
remarmklem dat de klembout ongeveer
2-3mm uitsteekt vanaf het oppervlak van
de klemmoer.
Circa 2 tot 3 mm
Klemmoer
Remarm
Remarmklem
Klembout
(M6 × 16 mm)
29
MONTAGE
Montage van het naafmodel met schakelmoer
Installation of the bell crank
1
(A)
(z)
Steek de duwstaaf (A) in de naafas.
(z)
Circa 14 mm
De duwstaaf zou circa 14 mm
moeten uitsteken vanaf het
oppervlak van de naafas.
(A)
Duwstaaf
2
(A)
(B)
(C)
(D)
(E)
Wanneer u de schakelmoer in de naafas
duwt, lijnt u de kartelingen aan de
binnenkant van de schakelmoer uit met
de naafmoer (C), en blijft u verder
duwen tot de crank het eindoppervlak
(E) van de naafas raakt.
Houd de onderdelen in deze positie en
draai de bevestigingsbout van de
schakelmoer (A) aan op de naafas.
Zorg ervoor dat de rand (D) van het
venster zich op één lijn bevindt met het
oppervlak van de naafas.
(A)
Bevestigingsbout schakelmoer
(B)
5 mm inbussleutel of 10 mm
moersleutel
(C)
Naafmoer
(D)
Rand van het venster
(E)
Oppervlak van de naafas
Aanhaalmoment:
3 - 5 Nm
De versnellingskabel vastzetten op het frame
(y)
(z)
(A)
Zet de kabel vast op het frame met de
buitenkabelbinders (A).
(y)
20 - 25 cm
(z)
Zorg voor speling in de kabel om
te voorkomen dat de kabel te
strak wordt getrokken als u het
stuur draait.
(A)
Buitenkabelbinders
30
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van het naafmodel met cassette joint
Montage van het naafmodel met cassette joint
Montage van de versnellingskabel
1
(A)
Steek de buitenkabel in de
buitenkabelhouder (A).
(A)
Outer casing holder
TECHNISCHE TIPS
If cutting the outer casing, cut it near the end
with the plastic cap while the cap is still
attached.
Then make the cut end perfectly round and
attach the plastic cap.
2
(A)
(B)
Bevestig de kabelstelcilinder (B) op de
buitenkabelhouder (A).
*
Als u de stelbout van de buitenkabel
monteert, draait u deze eerst volledig
vast en daarna drie of vier slagen los.
(A)
Buitenkabelhouder
(B)
Kabelstelcilinder
3
(A)
(B) (C)
Verwijder al het vet (A) van de
binnenkabel en leid de binnenkabel
door de kabelstelcilinder.
Steek vervolgens de buitenkabel (C) in
de kabelstelcilinder.
(A)
Binnenkabel
(B)
Buitenkabelhouder
(C)
Buitenkabel
Plastic kapje
Zorg dat het afgesneden uiteinde
perfect rond is
Verwijder het plastic kapje.
Bevestig het plastic kapje.
31
MONTAGE
Montage van het naafmodel met cassette joint
4
(C)
(B)
(A)
(z)
Controleer dat het uiteinde van de
buitenkabel helemaal naar de
achterkant van de buitenkabelhouder
van de schakelversteller is geduwd en
steek de binnenkabel in de
montagebout voor de binnenkabel (C).
Bevestig nu de montagemoer voor de
binnenkabel (A) terwijl u de breedte (z)
aanpast tot 127 mm.
Bevestig de montagemoer voor de
binnenkabel terwijl u de binnenkabel
aantrekt.
(A)
Montagemoer binnenkabel
(B)
Montagering binnenkabel
(C)
Montagebout binnenkabel
Aanhaalmoment:
3,5 - 4,5 Nm
NOTITIE
Gebruik deze binnenkabelbevestigingsbout-
eenheid niet samen met de CJ-4S30 cassette
joint.
Montage van de tandkrans op de naaf
(z)
(A)
(B)
(C)
(D)
Plaats de rechter waterdichte afdekking
C (C) op de aandrijfeenheid (D) aan de
rechterkant van het naafhuis.
Monteer vervolgens de tandkrans (B) en
zet deze vast met de borgring (A).
(z)
Let op de richting
(A)
Borgring
(B)
Tandkrans
(C)
Rechter waterdichte afdekking C
(D)
Aandrijfeenheid
32
MONTAGE
Montage van het naafmodel met cassette joint
Montage van de cassette joint op de naaf
1
(D)
(A)
(C)
(B)
(z)
(z)
Monteer de afdekking van de
aandrijfeenheid (C) op de
aandrijfeenheid (B) aan de rechterkant
van het naafhuis.
Draai nu de poelie (D) van de cassette
joint (A) in de richting van de pijl zodat
de gele
markering lijnt met de gele
markering, en lijn vervolgens de gele
markeringen op de cassette joint uit met
de gele
markeringen op de
rechterzijde van het naafhuis.
(z)
Gele
markeringen
(A)
Cassette joint
(B)
Aandrijfeenheid
(C)
Afdekking van de aandrijfeenheid
(D)
Poelie
TECHNISCHE TIPS
2
(A)
(B)
(A)
Zet de cassette joint vast op de naaf met
de montagering voor de cassette joint
(A).
Bij het monteren van de montagering
voor de cassette joint lijnt u de gele
markering uit met de gele
markering
op de poelie (B) van de cassette joint, en
draait u vervolgens de montagering voor
de cassette joint 45° rechtsom.
(A)
Montagering cassette joint
(B)
Poelie
Plaats de afdekking van
de aandrijfeenheid in
deze positie.
Borgring
Tandkrans
33
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van het naafmodel met cassette joint
Montage van de naaf op het frame
1
(A) (B)
(z)
Laat de kartelingen op de naafbody (B)
aangrijpen op de kartelingen op de
inter-M-rem (A) en draai vervolgens de
bevestigingsmoer van de remeenheid
tijdelijk vast.
(z)
Lijn de kartelingen uit
(A)
Inter-M rem
(B)
Naafhuis
TECHNISCHE TIPS
Raadpleeg de instructiehandleiding voor de
inter-M rem voor details over het monteren
van de inter-M rem.
2
(A)
(B)
Leg de ketting over de tandkrans en
plaats vervolgens de naafas (A) in het
achterpad (B).
(A)
Naafas
(B)
Achterpad
34
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van het naafmodel met cassette joint
3
(A) (C)(B)
(D)(E)
Plaats de antislip sluitringen (A) en (D)
rechts en links op de naafas.
Draai nu de cassette joint (B) zodanig dat
de uitsteeksels van de asblokkeerringen
in de groeven (C) in de achterpaden
passen en zet de joint vrijwel evenwijdig
aan de liggende achtervork (E).
(A)
Antislip sluitring (voor linkerkant)
(B)
Cassette joint
(C)
Groef in achterpad
(D)
Antislip sluitring (voor
rechterkant)
(E)
Achtervork
TECHNISCHE TIPS
Gebruik een asblokkeerring die past bij de
vorm van het achterpad. Links en rechts
worden verschillende asblokkeerringen
gebruikt.
Achterpad
Antislip sluitring
Markering/kleur
Maat
Rechts Links
Standaard 7R/Zwart 7L/Grijs
Ө ≥ 20°
Ө ≤ 38°
Omgekeerd 6R/Zilver 6L/Wit Ө = 0°
Omgekeerd
(volledige
kettingbeschermer)
5R/Geel 5L/Bruin Ө = 0°
Merkteken
Het uitsteeksel moet zich aan de kant van
het achterpad bevinden.
Monteer de asblokkeerring zodanig dat
het uitsteeksel stevig in de groef van het
achterpad valt aan de voor- en achterzijde
van de naafas.
4
(C)
(D)(A) (B)
Monteer de remarm (C) van de inter-M
rem op de liggende achtervork (A) met
behulp van de remarmklem (B) en draai
de klembout en klemmoer tijdelijk losjes
aan.
Draai dan de bevestigingsmoer van de
remeenheid (D) aan.
(A)
Achtervork
(B)
Remarmklem
(C)
Remarm
(D)
Bevestigingsmoer remeenheid
Aanhaalmoment:
20 - 25 Nm
NOTITIE
Als het onmogelijk is om de remarm tijdelijk
op de liggende achtervork te bevestigen
omdat de remarm verkeerd is uitgelijnd zoals
in de afbeelding, dan moet u
bevestigingsmoer van de remeenheid
losdraaien en de remarm draaien voordat u
deze tijdelijk bevestigt op de liggende
achtervork. Draai dan de bevestigingsmoer
van de remeenheid vast.
35
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van het naafmodel met cassette joint
5
(A) (B)
Span de ketting en zet het wiel vast op
het frame met de dopmoer (B).
(A)
Antislip sluitring
(B)
Dopmoer
Aanhaalmoment:
30 - 45 Nm
NOTITIE
Bij het monteren van onderdelen zoals een
spatbordstang op de naafas, moet u dit doen
in de volgorde die in de afbeelding wordt
getoond.
Antislip sluitring
Spatbordstang
Tussenring
Dopmoer
Bagagedragerstang
6
(C) (B)
(A)
Bevestig de remarm (B) van de inter-M
rem stevig op de liggende achtervork (C)
met de remarmklem (A).
Bij het monteren van de remarmklem
moet u de klembout stevig vastdraaien
terwijl u de klemmoer vasthoudt met
een 10 mm moersleutel.
(A)
Remarmklem
(B)
Remarm
(C)
Achtervork
Aanhaalmoment:
2 - 3 Nm
NOTITIE
Controleer na het monteren van de
remarmklem dat de klembout ongeveer
2-3mm uitsteekt vanaf het oppervlak van de
klemmoer.
Remarm
RemarmklemKlemmoer
Klembout
(M6 × 16mm)
Circa 2 tot 3 mm
36
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van het naafmodel met cassette joint
7
(C) (D)
(A)
(B)
Breng de kabel aan rond het cassette
joint-derailleurwieltje (B), houd deze zo
vast dat de bevestigingsmoer voor de
binnenkabel (A) naar buiten is gericht
(naar het achterpad), en schuif dan het
platte deel (C) van de montagering voor
de binnenkabel in de tussenruimte (D) in
het derailleurwieltje.
(A)
Montagemoer binnenkabel
(B)
Poelie
(C)
Vlakke deel van de montagering
voor de binnenkabel
(D)
Opening in poelie
8
(A)
Draai de kabel 60° linksom en bevestig
hem aan de haak (A).
(A)
Haak
37
MONTAGE
Montage van het naafmodel met cassette joint
9
(A)
(B) (C)
Bevestig de kabelstelcilinder.
Zet de buitenkabelhouder (A) stevig vast
in de gleuf (C) in het deel voor de
buitenkabelhouder (B) van de cassette
joint terwijl u de afdekking (X) van de
kabelstelcilinder vasthoudt.
(A)
Buitenkabelhouder
(B)
Deel voor de buitenkabelhouder
(C)
Gleuf
NOTITIE
Plaats het uitsteeksel van de
buitenkabelhouder in de gleuf in het deel
voor de buitenkabelhouder.
Als het eenvoudiger is om eerst de
buitenkabelhouder in het deel voor de
buitenkabelhouder van de cassette joint te
steken, doe dit dan eerst. Plaats vervolgens
een 2 mm inbussleutel of een [nr.14] spaak in
het gat in de cassette joint-poelie en draai dan
de poelie zodat de montagebout-eenheid voor
de binnenkabel in de opening in de poelie
past.
10
(B)
(A)
(C)
Bevestig de binnenkabel (A) op de poelie
(B) zoals in de afbeelding.
(A)
Binnenkabel
(B)
Poelie
(C)
Deel voor de buitenkabelhouder
NOTITIE
Controleer dat de binnenkabel correct
geplaatst is in de geleider van de poelie.
Geleider Geleider
2
Draai de
poelie
2 mm inbussleutel of
[nr.14] spaak
Gat in poelie
1
De kabelstelcilinder
bevestigen
3
Plaats de montagebout-eenheid voor de
binnenkabel
38
MONTAGE
Montage van het naafmodel met cassette joint
De versnellingskabel vastzetten op het frame
(y)
( y)
(z)
(A)
Zet de kabel vast op het frame met de
buitenkabelbinders (A).
(y)
10 cm
(z)
15 cm
(A)
Buitenkabelbinders
AFSTELLING
40
AFSTELLING
Voor schakelmoeren
AFSTELLING
Voor schakelmoeren
1
REVOSHIFT-schakelaar
RAPIDFIRE PLUS
(A)
(B)
(C)
(E)
(F)
(E)
(D)
Zet de schakelversteller op 2.
Draai vervolgens de kabelstelcilinder (A)
zodanig dat de rode lijn (D) op de
duwstaaf op één lijn komt met het
uiteinde (C) op de naafas.
(A)
Kabelstelcilinder
(B)
Duwstaaf
(C)
Uiteinde van de naaf
(D)
Rode lijn op de duwstaaf
(E)
Gele lijnen
(F)
Gele deel van het verbindingsstuk
NOTITIE
Controleer tijdens het afstellen de twee gele
lijnen van bovenaf in het venster.
2
Wanneer u de crank draait, verandert u de schakelversteller van 3 naar 1 en dan terug naar 3.
Herhaal dit twee tot drie keer en controleer dat de versnellingen schakelen. Verander de
schakelversteller opnieuw van 1 naar 2 en zorg dat de rode lijn op de duwstang is uitgelijnd met
het uiteinde van de naafas. Als ze niet zijn uitgelijnd, stelt u bij.
Wordt vervolgd op de volgende pagina
41
AFSTELLING
Voor schakelmoeren
3
SET
SET
(A)
Na het afstellen van de schakelmoer zet
u de kabelstelbout vast met de
kabelstelmoer (A).
(A)
Kabelstelmoer
Aanhaalmoment:
1,5 - 2,5 Nm
42
AFSTELLING
Voor cassette joints
Voor cassette joints
1
( y)
(z)
(A)
(B)
(C)
(B)
(C)
Beweeg de REVOSHIFT-schakelaar van
stand 1 naar 3.
Controleer hierbij dat de gele instellijnen
(A) op de cassette joint-steun (C) en
poelie (B) met elkaar lijnen.
De gele instellijnen op de cassette joint
bevinden zich op twee plaatsen.
Gebruik degene die het makkelijkst te
zien is.
(y)
Wanneer de fiets rechtop staat
(z)
Wanneer de fiets ondersteboven
staat
(A)
Yellow setting lines
(B)
Pulley
(C)
Bracket
TECHNISCHE TIPS
Als de gele instellijnen niet met elkaar
lijnen, draait u de kabelstelcilinder van
de cassette joint om de instellijnen met
elkaar te lijnen.
2
(z)
(A)
Knip na het afstellen van de cassette
joint de extra lengte van de
binnenkabel. Monteer vervolgens het
binnenkabeleindje (A).
(z)
15 - 20 mm
(A)
Binnenkabeleindje
ONDERHOUD
44
Wordt vervolgd op de volgende pagina
ONDERHOUD
De versnellingskabel vervangen
ONDERHOUD
De versnellingskabel vervangen
REVOSHIFT-schakelaar (In het geval van 3S41-E/3S42-E)
1
(z)
Zet de REVOSHIFT-schakelaar in stand 1.
(z)
Instellen op 1
TECHNISCHE TIPS
Gebruik een versnellingskabel met één
binnenkabelnippel.
*
De vorm verschilt per model.
2
(A)
(B)(A)
Draai de twee bevestigingsschroeven (A)
van de afdekking los en verwijder de
afdekking (B).
(A)
Bevestigingsschroef afdekking
(B)
Afdekking
3
1
3
2
(A) (B) (C)
Duw de binnenkabel in het gat in de
haspeleenheid (C) en daarna door het
gat in de buitenkabelhouder (A).
Steek vervolgens de binnenkabel in de
groef van de kabelgeleider (B).
(A)
Gat in buitenkabelhouder
(B)
Groef van kabelgeleider
(C)
Gat in haspeleenheid
Zijde van de cassette
joint
Zijde van de
schakelversteller
Plastic kapje
Plastic kapje
45
ONDERHOUD
De versnellingskabel vervangen
4
(A)
Trek de binnenkabel zodanig aan dat de
binnenkabelnippel in de uitsparing in de
haspeleenheid (A) past.
(A)
Uitsparing in haspeleenheid
5
(A)
Steek de buitenkabel in de
buitenkabelhouder (A).
(A)
Buitenkabelhouder
6
(B)(A)
(A)
Draai de afdekking (B) vast met de 2
bevestigingsschroeven (A).
(A)
Bevestigingsschroef afdekking
(B)
Afdekking
Aanhaalmoment:
0,1 - 0,2 Nm
46
Wordt vervolgd op de volgende pagina
ONDERHOUD
De versnellingskabel vervangen
REVOSHIFT-schakelaar (In het geval van 3S35-E)
1
(z)
Zet de REVOSHIFT-schakelaar in stand 1.
(z)
Instellen op 1
TECHNISCHE TIPS
Gebruik een versnellingskabel met één
binnenkabelnippel.
*
De vorm verschilt per model.
2
(A)
(B)
Draai de bevestigingsschroef (A) van de
afdekking los en verwijder vervolgens de
indicatorafdekking (B).
(A)
Bevestigingsschroef afdekking
(B)
Indicatorafdekking
3
(B)
(C)
(A)
Plaats de binnenkabel op de poelie.
Steek de binnenkabel in groef (B) vanaf
de binnenzijde van het uitsteeksel op de
poelie (C), en leid hem vervolgens door
het gat in de buitenkabelhouder (A).
(A)
Gat in buitenkabelhouder
(B)
Groef in poelie
(C)
Uitsteeksel op poelie
NOTITIE
Controleer dat de binnenkabel correct langs
de binnenzijde van het uitsteeksel op de
poelie wordt geleid.
Zijde van de cassette
joint
Zijde van de
schakelversteller
Plastic kapje
Plastic kapje
47
ONDERHOUD
De versnellingskabel vervangen
4
3
2
1
(B)
(C)
(A)
Haak de binnenkabel in de groef in de
poelie (A), en trek de binnenkabel
zodanig aan dat de binnenkabelnippel
in het gat in de poelie (C) past.
Steek vervolgens de buitenkabel in de
buitenkabelhouder (B).
(A)
Groef in poelie
(B)
Buitenkabelhouder
(C)
Gat in poelie
5
Plaats de indicatorafdekking terug en draai de bevestigingsschroef van de afdekking vast.
Schakelversteller (RAPIDFIRE PLUS)
1
(z)
Zet de REVOSHIFT-schakelaar in stand 1.
(z)
Instellen op 1
2
(A)
Verwijder het kabeleindhaakkapje (A).
(A)
Kabeleindhaakkapje
3
Voer de binnenkabel door en monteer
het kabeleindhaakkapje.
48
ONDERHOUD
Vervanging van de afdekking (RAPIDFIRE PLUS)
Vervanging van de afdekking (RAPIDFIRE PLUS)
(A)
(B)
(C)
(D)
Verwijder de vier bevestigingsschroeven
en vervang de afdekking.
(A)
Kruiskopschroevendraaier [nr.1]
(B)
Kruiskopschroevendraaier [nr.2]
(C)
Kruiskopschroevendraaier [nr.1]
(D)
Kruiskopschroevendraaier [nr.2]
Aanhaalmoment: (A) (C)
0,1 - 0,3 Nm
Aanhaalmoment: (B) (D)
0,3 - 0,6 Nm
49
ONDERHOUD
Olie-onderhoud van de interne delen
Olie-onderhoud van de interne delen
Inhoud van set: WB-onderhoudsolie, blik
Algemene veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Let er bij het verversen van de olie op dat er geen olie druppelt op de remschijf, de remblokken, de velg als er velgremmen worden gebruikt, etc.
Als hier wel olie op komt, kan de remwerking verminderen.
Verhelp dit probleem volgens de procedures in de remhandleiding.
Aangezien er gevaar bestaat voor ontploffingen of brand, mag er tijdens het gebruik van deze olie niet worden gerookt, gegeten of gedronken. Blijf
bovendien uit de buurt van ontstekingsbronnen, zoals hitte, vonken, open vuur of hoge temperaturen. Voorkom ook dat de olie in brand vliegt door
statische elektriciteit of andere vonken.
Werk alleen buiten of in een goed geventileerde ruimte. Als nevel of damp van olie wordt ingeademd, kan dit tot misselijkheid leiden. Zorg voor
voldoende ventilatie en gebruik een ademmasker.
Als u per ongeluk nevel of damp van olie inademt, ga dan onmiddellijk naar een gebied met frisse lucht. Zorg dat u warm en rustig blijft, en neem
contact op met een arts, indien nodig. Als het ademen stopt, zorg dan voor kunstmatige beademing. Als er ademhalingsproblemen zijn, dien dan
zuurstof toe.
Voorzorgen met betrekking tot WB-onderhoudsolie:
Contact met de ogen kan tot irritatie leiden. Gebruik een veiligheidsbril en vermijd contact met de ogen.
Bij contact met de ogen moet u deze voor 15 minuten of langer spoelen met water; roep de hulp van een arts in indien zich abnormale symptomen
voordoen.
Contact met de huid kan leiden tot uitslag en ongemak. Draag handschoenen. Spoel de huid bij contact met de olie goed af met water en zeep.
Als de toestand van de huid abnormaal wordt, roep dan onmiddellijk medische hulp in.
Niet drinken. Als het wel wordt gedronken, mag er geen braken worden opgewekt. Laat de betroffen persoon 1 tot 2 bekers water drinken en roep
onmiddellijk medische hulp in.
Als de betroffen persoon bewusteloos raakt, dien dan niets via de mond toe. Als er spontaan wordt gebraakt, houd de persoon dan zodanig dat het
niet kan worden ingeademd.
Was na gebruik uw handen grondig.
Sluit het blik goed om te voorkomen dat er water of vuil in komt. Buiten bereik van kinderen houden. Bewaar het blik niet waar het is blootgesteld
aan direct zonlicht, temperaturen boven 40°C, water of een hoge vochtigheidsgraad waardoor waarschijnlijk roest zal optreden, of waar
bevriezingsgevaar bestaat.
Voer gebruikte olie, oude olie of olie die voor reinigingsdoeleinden is gebruikt af volgens de plaatselijk geldende wet- en regelgeving.
Zodat het product goed blijft werken, moet de olie na de eerste afgelegde 1000 km worden vervangen en vervolgens op jaarlijkse basis (of na iedere
2000 km als er veel wordt gefietst).
Gebruik bij het uitvoeren van onderhoud WB-onderhoudsolie. Als de WB-onderhoudsolie niet wordt gebruikt, kunnen er problemen optreden, zoals
olielekkage of schakelproblemen.
Gebruikte olie afvoeren: volg de landelijke en/of lokale regels om gebruikte olie af te voeren. Ga voorzichtig te werk bij het afvoeren van de olie.
Lees deze onderhoudsinstructie zorgvuldig door en bewaar deze dan op een veilige plek zodat u deze later kunt raadplegen.
De nieuwste veiligheidsinformatiebladen voor het product zijn online beschikbaar via https://si.shimano.com.
50
ONDERHOUD
Olie-onderhoud van de interne delen
1
(z)
Vul de fles met onderhoudsolie tot een
hoogte van 95 mm.
(z)
95 mm
2
(z)
Dompel de interne eenheid in de olie
vanaf de linkerzijde totdat de olie tot
aan ringwiel 1 komt, zoals in de
afbeelding.
(z)
Ringwiel 1
3
Houd de interne eenheid ongeveer
90seconden ondergedompeld.
Wordt vervolgd op de volgende pagina
51
ONDERHOUD
Olie-onderhoud van de interne delen
4
Haal de interne eenheid uit de olie.
5
Laat overtollige olie gedurende
ongeveer 60 seconden afdruipen.
6
Zet na het smeren de naaf weer in
elkaar.
TECHNISCHE TIPS
<Onderhoudsolie>
Onderhoudsolie is herbruikbaar. Vul deze
naar behoefte aan.
Bewaar hem na gebruik in het afgesloten
blik.
Let op: specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Shimano SG-3R40-E Dealer's Manual

Type
Dealer's Manual