Documenttranscriptie
GEBRUIKERSHANDLEIDING
WASMACHINE
Lees deze instructies aandachtig door voordat u met de installatie
begint. Dit zal de installatie eenvoudiger maken en u ervan verzekeren
dat de wasautomaat goed en veilig wordt geïnstalleerd. Bewaar deze
handleiding na de installatie in de buurt van de wasautomaat voor
toekomstig gebruik.
F1215KG
MFL67737688
www.lg.com
Inhoud
Inhoud .......................................2
Product Kenmerken .................3
Belangrijke veiligheidsinstructies
Belangrijke veiligheidsinstructies ..........4
Basale veiligheidsvoorzorgsmaatregelen ...5
Bewaar deze instructies........................6
Specificaties .............................7
Dank u voor het kopen van een LG
Volautomatische Wasmachine.
Lees aandachtig uw
gebruikershandleiding, deze geeft
instructies voor een veilige installatie,
gebruik en onderhoud. Bewaar voor
toekomstige raadpleging.
Installatie
Verwijderen van de verpakking.............8
Verwijderen van de transportbouten .....8
Vereisten voor de installatie plaats .......9
De watertoevoerslang aansluiten........11
Installatie van de afvoerslang .............13
Waterpas stellen .................................14
Noteer het model en serienummer van
uw wasmachine.
Modelnr.
Serienr.
Aankoopdatum.
Hoe u de wasautomaat moet
gebruiken
Bedienen van de wasmachine ............16
Verzorging vóór het wassen ...............17
Tabel met wasprogramma’s................18
Extra opties .........................................19
Operationele gegevens.......................20
Controlepaneel....................................21
Extra programma ................................22
- Tijds vertraging .................................22
- Anti-kreukbehandeling ......................22
- Medisch Spoelen ..............................22
- Favoriet.............................................22
- Spoelen + Centrifugeren...................22
Opties..................................................23
- Wassen.............................................23
- Spoelen.............................................23
- Temp. ..............................................23
- Centrifugeren ....................................23
Ander functies .....................................23
- Alleen centrifugeren .........................23
Kinderslot ............................................24
Signaal Aan / Uit .................................24
Trommel Schoonmaken......................25
Deurvergrendeling .............................25
2
Toevoegen van wasmiddel
Toevoegen van wasmiddel en
wasverzachter.....................................26
Onderhoud
Het waterinlaatfilter .............................28
Het afvoerpompfilter............................29
Wasmiddellade ...................................30
De wastrommel ...................................31
Schoonmaken van uw wasautomaat ..31
Koude omstandigheden ......................31
Gids voor probleemoplossing
Diagnosticeren van problemen ...........32
Foutmeldingen ....................................34
Gebruiken van Smart Diagnosis™ .........35
Garantiebepalingen................36
Operationele gegevens..........38
Product Kenmerken
Inverter Direct Drive systeem
De geavanceerde Brushless DC motor drijft de trommel direct aan
zonder riem en poelie.
6 Bewegingen
De wasautomaat kan diverse trommelacties of een combinatie van
diverse acties uitvoeren, afhankelijk van het geselecteerde
wasprogramma.
Gecombineerd met een gecontroleerde centrifugesnelheid en het
vermogen van de trommel om zowel linksom als rechtsom te roteren,
wordt de wasprestatie enorm verbeterd, hetgeen u elke keer weer
perfecte resultaten geeft.
Bescherming tegen kreuken
Met de afwisselende rotatie van de trommel wordt kreuken
geminimaliseerd.
Ingebouwde verwarming
Een interne verwarming verwarmt automatisch het water tot de beste
temperatuur bij geselecteerde programma’s.
Zuiniger met het Intelligent Wash systeem
Intelligent Wash systeem detecteert de omvang van de lading en de
watertemperatuur en bepaalt dan het optimaal waterniveau en de
wasduur om energie- en waterverbruik te minimaliseren.
추가선택
예약
Kinderslot
Het kinderslot voorkomt dat kinderen op een knop drukken waardoor
de instellingen tijdens de werking veranderen.
Low noise speed control systeem
(Laag geluid snelheidscontrolesysteem)
Door het voelen van de hoeveelheid lading en de balans verdeelt het
gelijkmatig de lading om het geluidsniveau tijdens het draaien te
minimaliseren.
3
Belangrijke veiligheidsinstructies.
LEES ALLE INSTRUCTIES EN UITLEG VAN DE INSTALLATIE VÓÓR GEBRUIK
WAARSCHUWING
Voor uw veiligheid adviseren wij u om de informatie in deze handleiding nauwkeurig op te volgen
om het risico op brand, een explosie of een elektrische schok te minimaliseren of om schade aan
eigendommen, persoonlijk letsel of dood te voorkomen.
Uw eigen veiligheid en die van anderen is van groot belang.
In deze handleiding en op de wasautomaat staan een groot aantal
veiligheidswaarschuwingen vermeld.
Lees elke veiligheidswaarschuwing aandachtig en volg ze ook op.
Dit is het veiligheidswaarschuwingssymbool.
Dit symbool waarschuwt u voor potentiële gevaren die u en anderen kunnen doden of
verwonden.
Alle veiligheidswaarschuwingen volgen na het veiligheidswaarschuwingssymbool en
ofwel het woord “GEVAAR”, WAARSCHUWING of LET OP
Deze woorden betekenen het volgende:
GEVAAR
U wordt dodelijk of ernstig gewond als u de instructies niet direct opvolgt.
WAARSCHUWING
U kunt dodelijk of ernstig gewond raken als u de instructies niet opvolgt.
LET OP
U kunt lichtgewond raken of beschadiging van het product veroorzaken als u de aanwijzingen
niet opvolgt.
Alle veiligheidswaarschuwingen geven duidelijk aan wat het mogelijke gevaar is, hoe u het
risico van letsel kunt voorkomen en wat er kan gebeuren als de waarschuwingen niet worden
opgevolgd.
4
Belangrijke veiligheidsinstructies.
■ Basale veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING
Volg, om het risico op brand, elektrische schokken of persoonlijk letsel te verminderen tijdens het
gebruik van de wasautomaat, de basale voorzorgsmaatregelen op, waaronder het volgende:
• Controleer voor de installatie op externe
schade. Installeer niet als dit het geval is.
• Installeer of sla de droger niet op daar
waar deze blootgesteld is aan het weer.
• Knoei niet met controles.
• Repareer of vervang geen enkel
onderdeel van de wasautomaat en voer
geen onderhoudswerkzaamheden uit
tenzij specifiek aanbevolen in de
gebruikershandleiding of gepubliceerde
instructies voor gebruikersonderhoud
die u begrijpt en waarvoor u de juiste
vaardigheden heeft.
• Houd de omgeving onder en rond uw
apparaten vrij van brandbaar materiaal,
zoals pluizen, papier, doeken,
chemicaliën enz.
• Het apparaat is niet bedoeld om zonder
toezicht gebruikt te worden door jonge
kinderen of onbekwame personen. Sta
kinderen niet toe om op, met of in dit of
enig andere apparaat te spelen.
• Houdt kleine dieren weg van het
apparaat.
• Laat de deur van de wasautomaat niet
open staan.
Een open deur zou kinderen kunnen verleiden
om aan de deur te gaan hangen of in de
wasautomaat te kruipen.
• Was en droog geen spullen die
schoongemaakt, gewassen, geweekt of
bevlekt zijn met brandbare of explosieve
vloeistoffen (zoals was, olie, verf,
benzine, ontvetters, chemische
oplosmiddelen, kerosine, enz.), die
kunnen ontbranden of ontploffen. Er kan
olie in de trommel achtergebleven zijn na de hele
cyclus, resulterend in brand tijdens het drogen.
Laad dus niet met kleding vol olie.
• Gooi de deur van de wasautomaat niet
hard dicht of forceer de deur niet om
hem te openen als hij gesloten is. Dit zou
kunnen resulteren in schade aan de
wasautomaat.
• Als de machine draait met hoge
temperaturen, kan de voorkant van de
deur erg heet zijn. Raak hem niet aan.
• Maak, om de mogelijkheid van
elektrische schokken te verminderen,
het apparaat los van de
stroomvoorziening of ontkoppel de
wasautomaat bij de schakelkast door de
zekering te verwijderen of de
stroomonderbreker in te schakelen,
voordat u tracht onderhoud te plegen of
schoon te maken.
• Als u de stroomkabel los maakt, trek dan
niet aan de kabel. Anders kan de stroomkabel
beschadigd raken.
• Reik nooit in de wasautomaat tijdens de • Gebruik dit apparaat niet als het is
werking. Wacht tot de trommel geheel tot beschadigd, niet functioneert,
stilstand is gekomen.
gedeeltelijk gedemonteerd is of wanneer
er onderdelen ontbreken of defect zijn,
• Het wasproces kan de vlamvertraging van
zoals een beschadigde kabel of stekker.
stoffen reduceren. Volg, om dit resultaat te
voorkomen, zorgvuldig de was- en
behandelinstructies van de fabrikant van het
kledingsstuk op.
5
Belangrijke veiligheidsinstructies.
■ Basale veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING
Volg, om het risico op brand, elektrische schokken of persoonlijk letsel te reduceren tijdens het
gebruik van de wasautomaat, de basale voorzorgsmaatregelen op, waaronder de volgende:
• Maak, voordat u een oude machine
afdankt, eerst het apparaat los van de
stroomvoorziening. Zorg dat de stekker
geen functie meer heeft. Snij de kabel
direct bij het apparaat af om misbruik te
voorkomen.
• Bel, als het product onder water heeft
gestaan, het service center. Dit kan
• Dit apparaat kan worden gebruikt door
kinderen van 8 jaar en ouder en
personen met verminderde
lichamelijke, zintuigelijke of
verstandelijke vermogens of gebrek
aan ervaring en kennis, mits ze onder
toezicht staan of instructies hebben
elektrische schokken of brand veroorzaken.
• Apparaat is verbonden met de
gekregen over het het apparaat op
watertoevoer door middel van nieuwe
slangensets. Oude slangensets dienen niet een veilige manier te gebruiken is en
de risico’s hiervan begrijpen. Kinderen
hergebruikt te worden.
• Houdt u zich, om het risico op persoonlijk
mogen niet met het apparaat spelen.
letsel te verminderen, aan de door de
Reiniging en onderhoud mogen niet
industrie aanbevolen
zonder toezicht door kinderen worden
veiligheidsprocedures inclusief het
gebruik van lange handschoenen en
uitgevoerd.
veiligheidsbrillen. Indien niet alle
Kinderen jonger dan 3 jaar moeten
veiligheidswaarschuwingen uit deze handleiding
uit de buurt gehouden worden,
opgevolgd worden, kan dat schade aan
tenzij onder continue supervisie.
eigendommen, persoonlijk letsel of de dood tot
gevolg hebben.
• Druk de deur niet te hard naar beneden, als
de deur van de wasautomaat open staat.
Hierdoor zou de wasautomaat kunnen kantelen.
■ Bewaar deze instructies
AARDINGSINSTRUCTIES
Dit toestel moet geaard zijn. In geval van een storing of defect zal bij een geaard apparaat het
risico op een elektrische schok verminderen door een pad van lage resistentie te bieden aan de
elektrische stroom. Dit apparaat is uitgerust met een kabel met aardegeleiding en een geaarde
stekker. De stekker dient in een geschikte contactdoos te zijn ingestoken, die op de juiste wijze
is geïnstalleerd en geaard in overeenstemming met alle plaatselijke codes en verordeningen.
• Gebruik geen adapter; deze zal de werking van de geaarde stekker teniet doen.
• Raadpleeg, als u geen geschikte contactdoos heeft, een elektricien.
WAARSCHUWING
Onjuiste verbinding van de aardegeleiding van het apparaat kan resulteren in een elektrische schok.
Informeer bij een gekwalificeerd elektricien indien u twijfelt of het apparaat juist geaard is. Pas de bij
het apparaat geleverde stekker niet aan – als hij niet in de contactdoos past, laat dan een juiste
contactdoos plaatsen door een gekwalificeerd elektricien.
6
Specificaties
Transportbouten
Stekker
• Wanneer de stroomkabel
beschadigd is, dient hij vervangen te
worden door de fabrikant of de
onderhoudsdienst of een
vergelijkbaar gekwalificeerd persoon
om ongelukken te voorkomen.
Lade
(voor wasmiddel en
wasverzachter)
Controlepaneel
Afvoerslang
Trommel
Deur
Onderste afdekkap
Verstelbare pootjes
Afvoerplug
Filter van afvoerpomp
■ Naam
: wasmachine met voorlader
■ Stroomvoorziening
: 220 - 240 V~, 50 Hz
■ Afmeting
: 686 mm (W) x 767 mm (D) x 982 mm (H)
■ Gewicht
: 87 kg
■ Wascapaciteit
: 15 kg (Het wassen)
■ Max. Watt
: 2000 - 2200 W (Het wassen)
0,40 W (Stopmodus slaapstand)
■ Draaisnelheid
: 400 / 600 / 800 / 1000 / 1200
■ Toelaatbare waterdruk
: 1,0 - 10,0 kgf / cm2 (100 - 1.000 kPa)
Het uiterlijk en de specificaties kunnen, om de kwaliteit van de unit te verbeteren, zonder
aankondiging variëren.
■ Accessoires
Toevoerslang
(1EA)
(Optie: Heet
(1EA))
Steeksleutel
Bocht
(voor het
vastzetten van
de afvoerslang)
Antislipvellen Afdekkingen- Kabelbinder
(2EA)
voor de
transportboutgaten
7
Installatie
■ Verwijderen van de verpakking
1. Verwijder de kartonnen doos en de
schuimplastic verpakking.
2. Til de wasmachine op en verwijder de
basale verpakking.
Wasautomaat
3. Verwijder het tape dat de stroomkabel
en de afvoerslang vasthoudt.
Basale
verpakking
4. Haal de inlaatslang uit de trommel.
OPMERKING
Moersleutel
• Bewaar de moersleutel voor later
gebruik.
WAARSCHUWING
• Verpakkingsmateriaal (bijv. folie, schuimplastic) kan gevaarlijk zijn voor kinderen.
Er bestaat een risico op brand. Houd alle verpakkingsmateriaal uit de buurt van
kinderen.
■ Verwijderen van de transportbouten
De 4 bouten zijn vastgedraaid om interne schade te voorkomen tijdens transport.
Verwijder, voordat u de wasautomaat gebruikt, de bouten tegelijk met de rubber sponnen.
Als deze niet verwijderd worden, kan dit heftige trillingen, lawaai en storingen veroorzaken.
1. Schroef de 4 bouten los met de
meegeleverde moersleutel.
2. Haal de 4 bouten er tegelijk met de
rubber sponnen uit door de spon licht
te draaien.
OPMERKING
• Bewaar de transportbouten voor
gebruik in de toekomst.
3. Sluit de openingen met de
meegeleverde doppen af.
8
Installatie
■ Vereisten voor de installatie plaats
Locatie
Wasautomaat
Ong. 2cm
• Vlakke vloer:
Toegestane helling onder de gehele wasautomaat is 1°
• Stroomvoorziening:
Moet tussen 1,5 meter van elke kant van de locatie van
de wasautomaat zitten. Sluit niet meer dan een
apparaat aan op de contactdoos i.v.m. overspanning.
• Extra vrije ruimte:
Voor de muur, 10cm: achter / 2cm: rechter- & linkerkant
Plaats of bewaar nooit was of kleding bovenop de
wasautomaat.
Dit kan afwerking of de controllers beschadigen.
Positionering
• Installeer de wasautomaat op een vlakke harde vloer.
• Verzeker u ervan dat de luchtcirculatie rond de wasmachine niet gehinderd wordt door
vloerbedekking, tapijten enz.
• Probeer nooit onevenheden te corrigeren met stukken hout, karton en dergelijke
materialen onder de wasautomaat.
• Als het onmogelijk is om te vermijden dat de wasautomaat naast een gasfornuis of een
kolenfornuis gepositioneerd moet worden, dient er een isolatie (85 x 60 cm) bedekt met
aluminiumfolie aan de kant van het fornuis of de oven aangebracht worden tussen de twee
apparaten.
• De wasautomaat dient niet geïnstalleerd te worden in ruimtes waar de temperatuur
beneden 0°C kan zakken.
• Verzeker u ervan dat, wanneer de wasautomaat is geïnstalleerd, deze gemakkelijk
toegankelijk is voor de monteur in het geval van uitval.
• Stel, als de wasautomaat is geïnstalleerd, alle vier de pootjes met behulp van de
meegeleverde moersleutel van de transportbouten, zodat zeker is dat het apparaat stabiel
staat en er een vrije ruimte van ongeveer 20 mm is vrijgehouden tussen de bovenkant van
de wasautomaat en de onderkant van een willekeurig werkblad.
• Deze apparatuur is niet ontworpen voor maritiem gebruik of gebruik in mobiele installaties
zoals caravans, vliegtuigen enz.
9
Installatie
Elektrische aansluiting
• Gebruik geen verlengsnoer of dubbele adapter.
• Wanneer de stroomkabel beschadigd is, dient hij vervangen te worden door de fabrikant of de
onderhoudsdienst of een vergelijkbaar gekwalificeerd persoon om ongelukken te voorkomen.
• Trek na gebruik altijd de stekker van de machine eruit en sluit de watertoevoer af.
• Verbind de machine met een geaarde contactdoos in overeenstemming met de huidige
bedradingsvoorschriften.
• Het apparaat moet dusdanig geplaatst worden dat de stekker gemakkelijk toegankelijk is na
installatie.
• Reparaties aan de wasmachine mogen alleen uitgevoerd worden door gekwalificeerd
personeel.
Reparaties die uitgevoerd zijn door onervaren personen kunnen letsel of ernstig storingen
veroorzaken. Neem contact op met uw plaatselijk service center
• Installeer uw wasmachine niet in ruimtes waar temperaturen beneden het vriespunt kunnen
voorkomen. Bevroren slangen kunnen onder druk barsten. De betrouwbaarheid van de
elektronische controle-unit kan verminderd zijn bij temperaturen beneden het vriespunt.
• Als het apparaat in de wintermaanden geleverd is en de temperatuur beneden het vriespunt
zijn: Plaats de wasmachine een aantal uren bij kamertemperatuur voordat u hem in gebruik
neemt.
LET OP
LET OP: wees voorzichtig met de stroomkabel
• Het wordt aanbevolen om ieder apparaat op een eigen stroomcircuit aan te sluiten; dit
houdt in een circuit met een stopcontact dat alleen voor die machine gebruikt wordt
zonder verdere stopcontacten of aansluitingen op het circuit. Controleer voor de
zekerheid de pagina met specificaties van deze handleiding.
• U mag de stopcontacten niet overbelasten. Overbelaste, losse of beschadigde
stopcontacten, verlengsnoeren, versleten stroomkabels, beschadigde of gebroken
snoerisolaties zijn gevaarlijk. Deze kunnen alle resulteren in een elektrische schok of
brand.
• Bekijk regelmatig de stroomkabel van uw apparaat en als deze
onregelmatigheden of beschadigingen vertoont, koppel hem dan los en stop het
gebruik van het apparaat totdat de kabel vervangen is door het juiste onderdeel door
een geautoriseerde servicemonteur.
• Bescherm de stroomkabel tegen fysiek of mechanisch misbruik, zoals gedraaid
zijn, in een hoek buigen, bekneld zijn, vastzitten tussen een deur, overheen gelopen
worden. Geef extra aandacht aan stekkers, stopcontacten en het punt waar de
stroomkabel uit het apparaat komt. Als de wasautomaat door een verlengkabel of een
draagbaar aggregaat van stroom wordt voorzien, moeten de verlengkabel of het
aggregaat zodanig worden geplaatst dat er geen (was)water op geknoeid kan worden.
LET OP
• Het apparaat is niet bedoeld om zonder toezicht gebruikt te worden door jonge kinderen
of onbekwame personen.
• Er moet toezicht gehouden worden op jonge kinderen zodat zij niet met het apparaat spelen.
10
Installatie
■ De watertoevoerslang aansluiten
• De druk van de watertoevoer moet tussen de 100 kPa en 1.000 kPa (1,0 - 10,0 kgf / cm2) zijn.
• Zorg ervoor dat u de slang niet bloot legt of scheef aansluit bij het aansluiten op de kraan.
• Als de druk van de watertoevoer meer dan 1.000 kPa bedraagt, dient een
decompressieapparaat geïnstalleerd te worden.
• Controleer periodiek de staat van de slang en vervang de slang indien nodig.
Stap1: Controleer de rubber afdichting van de toevoerslang
• Er zijn twee rubber afdichtingen met de
watertoevoerslangen geleverd.
Zij worden gebruikt om waterlekkages te
voorkomen.
Zorg ervoor dat de verbinding met de
kraan voldoende strak is.
Aansluiting van
de slang
Rubber afdichting
Aansluiting van de slang
Rubber afdichting
Stap 2: Verbind de slang met de waterkraan
Type A: Verbind de slang van het schroeftype met de kraan met schroefdraad
• Schroef de slangverbinding op de
watertoevoerkraan.
Type B: Verbinden van de slang van het schroeftype aan de kraan zonder schroefdraad
Bovenste
verbinding
Rubber
pakking
Bevestigingsschroef
Plaat
Watertoevoer
slang
1. Schroef de plaat van de adapterring en
de 4 borgschroeven van de adapter los.
2. Schuif de adapter op het eind van de
kraan, zodat de rubber afdichting een
waterdichte verbinding vormt. Draai de
plaat van de adapterring en de 4
schroeven vast.
3. Schuif de watertoevoerslang verticaal
omhoog zodat de rubber pakking
binnenin de slang volledig kan hechten
aan de kraan en draai het dan vast door
naar rechts te draaien.
11
Installatie
Type C: Verbinden van de one-touch-type slang aan de kraan zonder schroefdraad
1. Schroef de plaat van de adapterring en
de 4 borgschroeven los.
2. Verwijder de geleideplaat als de kraan te
groot is en niet past in de adapter.
Ringplaat
Geleideplaat
3. Schuif de adapter op het eind van de
kraan zodat de rubber afdichting een
waterdichte verbinding vormt. Schroef de
plaat van de adapterring en de 4
schroeven vast.
4. Trek de connector van de vergrendelplaat
naar beneden, druk de invoerslang op de
adapter en laat de connector van de
vergrendelplaat los. Verzeker u ervan dat
de adapter op zijn plaats klikt.
OPMERKING
Vergrendelplaat
• Na het verbinden van de
watertoevoerslang met de kraan, draait u
de kraan open om vreemde substanties
(viezigheid, zand of zaagselstof) in de
waterleidingen weg te spoelen. Laat het
water in een emmer lopen en controleer
de watertemperatuur.
Stap 3: Verbind de slang met de wasautomaat.
• Zorg ervoor dat er geen vouwen in de
slang zijn en dat ze niet geplet wordt.
OPMERKING
• Na het voltooien van de verbinding, herhaalt u dezelfde stappen indien er water uit de
slangen lekt. Gebruik het meest conventionele type tapkraan voor water toevoer. Verwijder,
in het geval dat de tapkraan vierkant is of te groot, de tussenring voordat u de tapkraan in
de adapter inbrengt.
Gebruik de horizontale kraan
Horizontale kraan
12
Extensiekraan
Vierkante kraan
Installatie
Installatie van de afvoerslang
• De afvoerslang mag niet hoger dan
100 cm boven de vloer geplaatst
worden.
Water in the wasautomaat wordt niet
afgevoerd of wordt langzaam afgevoerd.
Ongeveer 100 cm
• Het correct vastzetten van de
afvoerslang beschermt de vloer tegen
schade veroorzaakt door lekkage.
Min. 60 cm
Max.100 cm
Ongeveer 145 cm
• Duw, als de afvoerslang te lang is, deze
niet met kracht terug in de
wasautomaat.
Dit zal een abnormaal geluid
veroorzaken.
Ongeveer 105 cm
• Bevestig, bij het installeren van de
afvoerslang aan een gootsteen, deze
stevig met een touw.
• Het correct vastzetten van de
afvoerslang beschermt de vloer tegen
schade veroorzaakt door lekkage.
Wastrommel
Slang
Houder
Max. 100 cm
Max. 100 cm
Spanband
13
Installatie
■ Waterpas stellen
1. Het waterpas stellen van de wasmachine
voorkomt op juiste wijze overmatig geluid en
vibratie.
Installeer het apparaat op een vast en vlak
vloeroppervlak, bij voorkeur in een hoek van
de ruimte.
OPMERKING
• Houten of zwevende vloeren
kunnen bijdragen aan overmatige
vibratie en onbalans.
Verhogen
Verlagen
Borgmoer
Draai alle 4 borgmoeren
stevig vast
2. Stel, als de vloer ongelijk is, de verstelbare
poten naar noodzakelijkheid in. (Plaats geen
stukjes hout enz. onder de (stel)pootjes)
Verzeker u ervan dat alle vier pootjes stabiel
zijn en op de vloer staan en controleer dan
dat het apparaat perfect waterpas staat.
(Gebruik een waterpas)
• Draai, als de wasautomaat waterpas staat,
de borgmoeren vast in de richting van de
basis van de wasautomaat.
Alle borgmoeren moeten vastgedraaid
worden.
• Diagonale controle
Wanneer de randen van de bovenplaat van
de wasmachine diagonaal naar beneden
gedrukt worden, zou de machine totaal niet
op en neer mogen bewegen (Controleer
beide richtingen). Als de machine wiebelt
indien u diagonaal op de bovenplaat duwt,
pas dan de pootjes opnieuw aan.
OPMERKING
• Als de machine wiebelt indien u diagonaal op de bovenplaat duwt, pas dan de pootjes
opnieuw aan.
14
Installatie
Betonnen vloeren
• Het oppervlak van de installatie dient schoon, droog en vlak te zijn.
• Installeer de wasautomaat op een vlakke harde vloer.
Tegelvloeren (Gladde vloeren)
• Zet elk pootje op draagmat en stel de machine passend in. (Snijd de Tread Mate in delen van
70x70 mm en plak de stukken op de droge tegel waar de machine geplaatst gaat worden.)
• Tread Mate is een zelfklevend materiaal dat gebruikt wordt op ladders & trappen dat uitglijden
voorkomt.
Houten vloeren (Zwevende vloeren)
• Houten vloeren zijn bijzonder gevoelig voor trillingen.
Rubber dopje
• Om trillingen te voorkomen raden wij aan rubber dopjes
van tenminste 15 mm dik onder de wasautomaat te plaatsen onder
elk pootje en deze met schroeven te zekeren aan tenminste 2 vloerbalken.
• Installeer de wasautomaat indien mogelijk in één van de hoeken van de ruimte, waar de vloer
steviger is.
• Plaats de rubber dopjes om trillingen te verminderen.
• U kunt de rubber dopjes (4620ER4002B) verkrijgen via de LG onderdelenafdeling.
OPMERKING
• Juiste plaatsing en waterpasstellen van de wasautomaat verzekert een lange, regelmatige
en betrouwbare werking.
• De wasautomaat moet 100% horizontaal en stevig op zijn plaats staan.
• Hij moet bij belasting niet “schommelen” tussen de hoeken.
• Het installatieoppervlak moet schoon, vrij van vloerwas en andere vloerlagen zijn.
• Zorg ervoor dat de pootjes van de wasautomaat niet nat worden. Als de pootjes van de
wasautomaat nat worden, kan glijden mogelijk zijn.
15
Hoe u de wasautomaat moet gebruiken
Bedienen van de wasmachine
1. Sorteer de was.
(Raadpleeg pagina 17)
2. Open de deur en stop de was er in.
3. Druk op de Aan knop.
4. Selecteer een programma.
(Raadpleeg pagina 18~20)
Selecteer nu de opties
(Raadpleeg pagina 22~25)
■ Extra programma
■ Opties
■ Andere functies
■ Kinderslot
■ Piep Aan / Uit
■ Trommel Schoonmaken
■ Deurvergrendeling
5. Voeg wasmiddel toe.
(Raadpleeg pagina 26~27)
6. Druk op de Start/Pauze-knop.
16
Hoe u de wasautomaat moet gebruiken
■ Verzorging vóór het wassen
Wastemperatuur
Normaal machinewassen
Permanente druk
Delicaat
Handwas
Niet wassen
Sorteer de was op..
WasteVerontreiniging mperatuur
Kleur
Soort stof
1. Onderhoudslabels
Zoek naar een onderhoudslabel in uw kleding.
Dit informeert u over de stoffenverhouding van uw kledingstuk
en hoe het gewassen moet worden.
2. Sorteren
Sorteer, om het beste resultaat te krijgen, kleding in een lading die
gewassen kan worden in dezelfde wascyclus.
Watertemperatuur en centrifugesnelheid en verschillende soorten
stoffen moeten op verschillende manieren gewassen worden.
Sorteer altijd donkere kleuren uit van lichte kleuren en witte. Was
apart omdat overdracht van kleurstoffen en pluizen verkleuring
kunnen veroorzaken van bijv. wit. Was, indien mogelijk, sterk
verontreinigde stukken niet samen met licht verontreinigde stukken.
• Verontreiniging (Sterk, Normaal, en Licht)
Scheidt kleding volgens de graad van verontreiniging.
• Kleur (Wit, Licht, Donker)
Scheidt witte was van gekleurde was.
• Pluis (Pluisveroorzakers, -verzamelaars)
Was pluisveroorzakers en pluisaantrekkende kleding apart.
3. Verzorging voor het laden
Combineer grote en kleine stukken in een lading. Laad eerst de
grote stukken. Grote stukken moeten niet meer dan de helft van de
totale Was uitmaken. Wassen geen enkele stukken.
Dit kan onbalans bij de lading veroorzaken. Voeg één of meer
gelijksoortige stukken toe.
• Controleer alle zakken om te verzekeren dat ze leeg zijn. Dingen
zoals nagels, haarclips, lucifers, pennen, munten en sleutels
kunnen zowel uw wasautomaat alsook uw kleding beschadigen.
• Sluit ritssluitingen, haken en veters om te verzekeren dat deze
voorwerpen geen andere kleding haken.
• Behandel vuil en vlekken voor door wat wasmiddel opgelost in
water op vlekken op boorden en manchetten te borstelen om vuil
eruit te krijgen.
• Controleer de vouwen van de flexibele afdichting (grijs) en
verwijder alle kleine voorwerpen.
• Controleer binnen de trommel en verwijder alle stukken van de
vorige was.
• Verwijder alle kleding of voorwerpen van de flexibele afdichting om
schade aan kleding en afdichting te voorkomen.
OPMERKING
• Selecteer, vóór de eerste wasbeurt het programma (katoen 60°C, voeg een halve lading
wasmiddel toe) laat de unit wassen zonder kleding. Hierdoor zullen resten en water uit de
trommel verwijderd worden, die achter gebleven zouden kunnen zijn bij de fabricage.
17
Hoe u de wasautomaat moet gebruiken
Tabel met wasprogramma’s
• Aanbevolen trajecten met betrekking tot het type was.
Programma
Katoen
Katoen
Eco
Beschrijving
Zorgt voor een betere prestatie
door het combineren van diverse
trommelbewegingen.
Zorgt voor een betere wasprestatie
met minder energieverbruik.
Type stof
Kleurvaste kledingstukken
(overhemden, nachtkleding,
pyjama’s enz.) en normaal
verontreinigde katoenen was.
(ondergoed).
Dit programma is geschikt voor
Polyamide, Acryl, Polyester.
Synthetisch casual overhemden die gestreken
behoeven te worden na het wassen.
Juiste
Temp.
40°C
(Koud tot 95°C)
60°C
(Koud tot 60°C)
Maximale
Lading
Beoordeling
40°C
(Koud tot 60°C)
4,5 kg
Verwijdert hardnekkige- en
Baby Care eiwitvlekken en zorgt voor betere
spoelprestatie.
Licht verontreinigde babywas
Dit programma is voor grotere
Donsdeken stukken zoals spreien,
kussenslopen, plaids enz.
Katoenen beddengoed, behalve
speciaal beddengoed (fijne was, wol,
1zijde enz.)met vulling:
persoons
dekbedovertrekken, kussens,
40°C
dekens, plaids met lichte vulling.
(Koud tot 40°C)
Sportkleding
Dit programma is geschikt voor
sportkleding zoals joggingkleding
en hardloopkleding.
Coolmax, Gore-tex, fleece en
Sympatex.
Koude
was
Dit programma vermindert het
energieverbruik en zorgt voor
dezelfde wasprestatie als wassen
met warm water.
Kleurvaste kledingstukken
(overhemden, nachtkleding,
pyjama’s enz) en normaal
verontreinigde katoenen was.
(ondergoed).
Wol
Quick 30
18
60°C
(95°C)
Koud
3,0 kg
Zorgt ervoor dat wollen stoffen
40°C
gewassen kunnen worden. (Gebruik Machine wasbaar wollen wasgoed
(Koud tot 40°C)
speciaal wolwasmiddel voor in de
alleen met pure nieuwe wol.
machine wasbaar wollen wasgoed.)
Dit programma zorgt voor een snelle
Gekleurde was die licht
wastijd voor kleine wasjes en licht
verontreinigd is snel.
verontreinigde kleding.
20°C
(Koud tot 40°C)
Hoe u de wasautomaat moet gebruiken
• Watertemperatuur: Selecteer watertemperatuur passend bij de wasprogramma’s.
Volg, bij het wassen, altijd het door de fabrikant aangegeven kledinglabel of instructies op.
• Stel het programma in op "Katoen Eco 40°C + Intensief (halve lading)", "Katoen Eco 60°C
+Intensief (halve lading)", "Katoen Eco 60°C + Intensief (volle lading)" voor test volgens
EN60456 en Verordening 1015/2010.
- Standaard 60°C katoen programma : Katoen Eco
+ 60°C + Intensief
- Standaard 40°C katoen programma : Katoen Eco
+ 40°C + Intensief
(Dit zijn de meest efficiënte programma’s wat betreft gecombineerd energie- en
waterverbruik voor het wassen van dat type katoenen wasgoed.)
* De werkelijke watertemperatuur kan afwijken van de opgegeven cyclustemperatuur.
• De testresultaten zijn afhankelijk van de waterdruk, de hardheid van het water, de
waterinlaattemperatuur, de kamertemperatuur, de soort en hoeveelheid belading, mate
van vervuiling, gebruikt wasmiddel, netspanningsfluctuaties en de gekozen extra opties.
OPMERKING
• Neutraal wasmiddel wordt aanbevoelen.
• Het wolwasprogramma houdt zacht schommelen en draaien op lage snelheid in als
goede behandeling van de kledingstukken.
Extra opties
Programma
Tijds
Antivertraging kreukbehandeling Favoriet
Medisch
Spoelen
Voorwas
Spoelen +
Tijds
Centrifugeren besparing Intensief
Katoen
Katoen Eco
Synthetisch
Baby Care
*
Donsdeken
Sportkleding
Koude was
Wol
Quick 30
* : Deze optie zit automatisch in het programma.
19
Hoe u de wasautomaat moet gebruiken
Operationele gegevens
Verbruiksgegevens
Max TPM
Programma
Energie (kWh)
Water ( l )
Katoen
1200
0,50
107
Katoen Eco
1200
1,23
65
Synthetisch
1000
1,30
64
Baby Care
1200
2,05
104
Donsdeken
1000
0,733
18
Sportkleding
800
0,35
60
Koude was
1200
0,26
83
Wol
800
0,48
19
Quick 30
1200
0,23
19
OPMERKING
• Informatie over hoofdwasprogramma’s bij halve belading.
Programma
Tijd in minuten
Resterend
vochtgehalte
Water in liters
Energie in kWh
Katoen Eco (40°C)
197
50 %
58
1,30
Katoen Eco (60°C)
217
48 %
58
1,60
20
Hoe u de wasautomaat moet gebruiken
■ Controlepaneel
De Smart Diagnosis™ functie is alleen
beschikbaar voor producten met het
Smart Diagnosis™ embleem.
Extra
programmaknoppen
Aan/Uit Programmakeuze Start/Pauze
knop
knop
Aan/Uit
• Druk op de Aan/Uitknop om de machine
aan of uit te zetten.
• Om de Tijds vertraging-functie te
onderbreken drukt u op de Aan/Uit-knop.
Programmakeuze
• Er zijn programma’s beschikbaar voor
ieder soort was.
• Het lampje zal gaan branden om het
geselecteerde programma aan te geven.
Start/Pauze
• Deze Start/Pauzeknop wordt gebruikt om
het wasprogramma te starten of te
pauzeren.
• Druk op de Start/Pauzeknop als tijdelijk
stoppen van het wasprogramma nodig is.
LED
Display
Opties
Extra programma
• Gebruik deze knoppen om de gewenste
opties voor het geselecteerde programma
te selecteren.
LED Display
• De display toont de instellingen,
verwachte resterende tijd, opties en een
statusbericht van uw wasautomaat.
De display zal tijdens het programma aan
blijven.
Opties
• Dit maakt het voor u mogelijk om een
extra programma te selecteren en zal
oplichten na het selecteren.
21
Hoe u de wasautomaat moet gebruiken
■ Extra programma
Tijds vertraging
U kunt de tijdvertraging zodanig instellen dat de
wasmachine automatisch zal starten en zal
stoppen na een gespecificeerde tijdsinterval.
OPMERKING
• De vertragingstijd is de tijd tot aan het einde
van het programma, niet vanaf de start.
De werkelijke looptijd kan variëren
afhankelijk van de watertemperatuur, lading,
was en andere factoren.
1. Druk op de Aan/Uit-knop.
2. Selecteer een programma.
3. Druk op de tijdvertraging-knop en stel de
gewenste tijd in.
4. Druk op de Start/Pauze-knop.
Favoriet
Het Favorietprogramma laat u een eigen
wasprogramma opslaan voor toekomstig
gebruik.
1. Druk op de Aan/Uit-knop.
2. Selecteer een programma.
3. Selecteer het traject.
(Wasmethode, aantal spoelingen,
centrifugesnelheden, watertemperatuur
enz.)
4. Houd de Favorietknop gedurende 3
seconden ingedrukt.
Het Favorietprogramma is nu opgeslagen
voor toekomstig gebruik.
Selecteer, om het programma opnieuw te
gebruiken, favorietprogramma en druk op de
Start/Pauze-knop.
Anti-kreukbehandeling
Selecteer de optie anti-kreukbehandeling
als u kreuken wilt voorkomen.
1. Druk op de Aan/Uit-knop.
2. Selecteer een programma.
3. Druk op de Anti-kreukbehandelingknop.
4. Druk op de Start/Pauze-knop.
Spoelen + Centrifugeren
Dit kan helpen bij het voorkomen dat verse
vlekken zich vastzetten in stoffen.
Dit is een separaat programma.
1. Druk op de Aan/Uit-knop.
2. Selecteer een programma.
3. Druk op de knop Spoelen + Centrifugeren.
Medisch Spoelen
Voor het beste resultaat of voor schoner
spoelen.
Dit zorgt ervoor dat de laatste spoeling
verwarmd wordt tot 40 graden.
1. Druk op de Aan/Uit-knop.
2. Selecteer een programma.
3. Druk op de Medisch Spoelenknop en stel
de gewenste tijd in.
4. Druk op de Start/Pauze-knop.
22
4. Druk op de Start/Pauze-knop.
Hoe u de wasautomaat moet gebruiken
■ Opties
Wassen
■ Ander functies
Alleen centrifugeren
• Tijdsbesparing: Deze optie kan gebruikt
worden om de duur van een wasprogramma
te verkorten.
1. Druk op de Aan/Uit-knop.
• Intensief: Als de was normaal en zwaar
verontreinigd is, is de “intensief”optie effectief.
3. Druk op de Start/Pauze-knop.
2. Druk op de Centrifugerenknop om de RPM
te selecteren.
• Weken: Deze optie kan gebruikt worden om
normale kleding te wassen of dikke en zware
kleding die uitzonderlijk verontreinigd zijn.
• Voorwas: Als de was zwaar verontreinigd is,
is het “voorwas”-traject effectief.
Spoelen
• Spoelen++Stop: Spoelt nog een keer en na
het spoelproces wordt het traject gestopt tot
dat de startknop nogmaals wordt ingedrukt.
• Spoelen+Stop: Het traject wordt
gepauzeerd tot dat de startknop weer wordt
ingedrukt wanneer het spoelen is voltooid.
• Spoelen++: Spoelt nog tweemaal.
• Spoelen+: Spoelt nog eenmaal.
Temp.
• Door te drukken op de Temp. knop, kan de
watertemperatuur geselecteerd worden.
- Koud
- 20°C, 40°C, 60°C, 95°C
• Watertemperatuur kan geselecteerd worden
in overeenstemming met het programma.
Centrifugeren
• Centrifugesnelheid kan geselecteerd
worden door herhaaldelijk te drukken op de
knop “Centrifugeren”.
23
Hoe u de wasautomaat moet gebruiken
■ Kinderslot
Selecteer deze functie om de knoppen op het besturingspaneel te blokkeren om onbevoegd
gebruik te voorkomen. "Kinderslot" kan enkel ingesteld worden tijdens het wasprogramma.
Blokkeren van het controlepaneel
1. Druk op de knop Kinderslot en houdt deze
gedurende 3 seconden ingedrukt.
2. Er zal een pieper klinken en '
' zal
verschijnen op de LED-display.
Wanneer het kinderslot is ingesteld, zijn alle
knoppen geblokkeerd behalve de startknop.
OPMERKING
• Het uitschakelen zal de kinderslotfunctie
niet resetten. U dient het kinderslot te
deactiveren voordat u toegang kunt
krijgen tot een van de andere functies.
Deblokkeren van het controlepaneel.
1. Druk op de knop Kinderslot en houdt deze
gedurende 3 seconden ingedrukt.
2. Er zal een pieper klinken en de resterende tijd
voor het huidige programma zal verschijnen
op de LED-display.
■ Signaal Aan / Uit
De Signaal Aan/Uit functie kan enkel ingesteld worden tijdens het wasprogramma.
1. Druk op de Aan/Uit-knop.
2. Druk op de Start/Pauze-knop. Druk op de
Signaal knop om de Signaal aan/uit functie in
te stellen.
Als de Signaal aan/uit functie is ingesteld, is de
instelling opgeslagen zelfs nadat het apparaat
uitgeschakeld is.
OPMERKING
• Als u de signaal wilt uitschakelen,
herhaal dan dit proces.
24
Hoe u de wasautomaat moet gebruiken
■ Trommel Schoonmaken
Trommel Schoonmaken is een speciaal programma om de binnenkant van de wasmachine te
reinigen. Er wordt in dit programma een hoger waterniveau gebruikt bij een hogere
centrifugesnelheid. Voer dit programma regelmatig uit.
1. Verwijder alle kleding of voorwerpen uit de
wasautomaat en sluit de deur.
2. Open de wasmiddellade en voeg antikalkmiddel (bijv. Calgon) toe aan het
hoofdwascompartiment.
3. Sluit de wasmiddellade langzaam.
4. Aanzetten en druk dan op de knop Trommel
Schoonmaken. Dan zal “
” getoond
worden op de LED-display.
5. Druk op de Start/Pauze-knop om te starten.
6. Laat, nadat het programma voltooid is, de
deur open zodat de deuropening, de
flexibele afdichting en het deurglas kunnen
drogen.
OPMERKING
• Doe geen wasmiddel in de wasmiddelcompartimenten.
• Overmatig schuim kan ontstaan en uit de wasautomaat lekken.
LET OP
• Wees voorzichtig als er een kind aanwezig is en laat de deur niet te lang open.
■ Deurvergrendeling
•
“Deurvergrendeling” – Om
veiligheidsredenen zal de deur blokkeren als
de machine in werking is en het icoon
“Deurvergrendeling” zal oplichten. U kunt de
deur veilig openen nadat het icoon
“Deurvergrendeling” uitschakelt.
25
Toevoegen van wasmiddel
■ Toevoegen van wasmiddel en wasverzachter
De wasmiddellade
• Enkel hoofdwassen ➔
• Voorwas + hoofdwassen ➔
WAARSCHUWING
Wasmiddel voor
de hoofdwas
Wasmiddel voor
de voorwas
Wasverzachter
• Houdt alle wasmiddelen weg van kinderen
omdat er gevaar voor vergiftiging is.
• Te veel wasmiddel, bleekmiddel of
wasverzachter kan overstromen
veroorzaken.
• Verzeker u ervan dat u de juiste
hoeveelheid wasmiddel gebruikt.
Wasverzachter toevoegen
• Overschrijd niet de maximale vullijn.
Overmatig vullen kan voortijdige afgifte van de
wasverzachter veroorzaken en kleding
bevlekken.
Sluit langzaam de wasmiddellade.
• Laat de wasverzachter niet langer dan 2 dagen
in de wasmiddellade.
(Wasverzachter kan hard worden)
• Wasverzachter zal automatisch toegevoegd
worden tijdens de het laatste spoelprogramma.
• Open de deur niet tijdens het toevoegen van
het water.
• Geen oplosmiddelen (benzeen, enz.)
gebruiken.
OPMERKING
• Schud geen wasverzachter direct op de kleding.
26
Toevoegen van wasmiddel
Dosering van wasmiddel
• Wasmiddel dient gebruikt te worden overeenkomstig de instructies van de wasmiddelfabrikant.
• Als er te veel wasmiddel gebruikt is, kan er te veel schuim ontstaan en dit zal het wasresultaat
verminderen of de motor te zwaar belasten.
• Voor het beste resultaat wordt wasmiddel in poedervorm aangeraden..
• Volg, als u vloeibaar wasmiddel wilt gebruiken, de richtlijnen aangereikt door de wasmiddelfabrikant.
• U kunt, als u onmiddellijk met het wasprogramma begint, het vloeibaar wasmiddel direct in de
wasmiddellade gieten.
• Gebruik geen vloeibaar wasmiddel als u “tijdsvertraging” gebruikt omdat het vloeistof hard kan
worden, of als u “voorwas” heeft geselecteerd.
• Verminder, als er teveel schuim ontstaat, de hoeveelheid wasmiddel.
• Het gebruik van wasmiddel kan aangepast moeten worden vanwege de watertemperatuur, de
hardheid van het water en de omvang en mate van verontreiniging van de lading. Vermijd, voor de
beste resultaat, overmatig gebruik.
WAARSCHUWING
• Laat het wasmiddel niet hard worden.
Door dit te doen kunnen blokkades, slechte spoelprestaties of een slechte geur ontstaan.
OPMERKING
• Volle lading: volgens de aanbeveling van de fabrikant.
• Gedeeltelijke lading 3/4 van de normale hoeveelheid.
• Minimale lading: 1/2 van de volle lading.
• Wasmiddel wordt doorgespoeld vanuit de wasmiddellade aan het begin van het programma.
Toevoegen van waterverzachter
• Een water verzachter, zoals Calgon, kan
worden gebruikt in regio’s met extreem hard
water. Voeg toe volgens de aanwijzingen op de
verpakking. Voeg eerst wasmiddel toe en
vervolgens de water verzachter.
• Gebruik de hoeveelheid wasmiddel voor zacht
water.
Tablet gebruiken
1. Open de deur en plaats de tabletten in de
trommel.
2. Laad de was in de trommel en sluit de deur.
27
Onderhoud
• Trek, voor het reinigen van het interieur van de wasautomaat, de stekker uit de
contactdoos om het risico van elektrische schokken uit te sluiten.
• Draai de afsluitkraan dicht als de machine voor langere tijd uit staat (bijv. vakantie), in het
bijzonder als er geen vloerafvoer aanwezig is (geul) in de onmiddellijke nabijheid.
Het waterinlaatfilter
•"
" icoon zal getoond worden op het controlepaneel wanneer het water niet in de
wasmiddellade binnenkomt.
• Als het water heel hard is of sporen van kalkneerslag bevat, kan het waterinlaatfilter
verstopt raken.
Daarom is het een goed idée om het van tijd tot tijd schoon te maken.
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Schroef de waterinlaatslang los.
3. Maak de filter schoon met behulp van borstel
met harde haren.
4. Zet de inlaatslang weer stevig vast.
28
Onderhoud
Het afvoerpompfilter
• Het afvoerfilter verzamelt draden en kleine voorwerpen uit de was.
Controleer regelmatig of de filter schoon is om te garanderen dat uw machine soepel loopt.
LET OP
• Laat eerst de afvoerslang leeg lopen en open dan het pompfilter om draden of voorwerpen te
verwijderen. Wees voorzichtig wanneer het water heet is bij het laten leeglopen.
• Laat het water afkoelen vóór het schoonmaken van de afvoerpomp, en voer noodledigen
uit of open de deur in een noodgeval.
1. Open de onderste dekselkap.
Trek de slang eruit.
2
Vat om het
afgevoerde water
te verzamelen.
2. Maak te aftapplug los.
Open de filter door deze naar links te
draaien.
1
3. Vreemde materiaal shoul be' onnodige
objecten'
4. Na het schoonmaken draait u de pompfilter
weer vast en zet u de aftapplug er weer in.
5. Sluit de onderste dekselkap.
29
Onderhoud
Wasmiddellade
• Na een tijd laten wasmiddelen en wasverzachters een neerslag achter in de lade.
• Deze moet van tijd tot tijd schoon gemaakt worden met een straal kraanwater.
• Indien noodzakelijk kan deze helemaal uit de machine verwijderd worden door de pal naar
beneden te drukken en hem eruit te trekken.
• Om het schoonmaken gemakkelijker te maken, kan het bovenste gedeelte van het
wasverzachtercompartiment verwijderd worden.
1. Trek de wasmiddellade eruit.
2. Spoel de wasmiddellade met proper water.
3. Maak de binnenkant van de uitholling schoon
met een oude tandenborstel.
4. Zet de wasmiddellade er weer in.
30
Onderhoud
De wastrommel
• Als u in een gebied met hard water woont, kan zich continu kalkaanslag ophopen op plaatsen waar
u het niet kunt zien en het dus niet gemakkelijk kan worden verwijderd.
In de loop van de tijd verstopt de ophoping van aanslag apparaten en als dit niet vaak
gecontroleerd wordt, moeten ze mogelijk vervangen worden.
• Hoewel de wastrommel gemaakt is van roestvrij staal, kan er een roestvlek onstaan door kleine
metalen voorwerpen (paperclips, veiligheidspelden) die in de trommel achtergebleven zijn.
• De wastrommel moet van tijd tot tijd schoongemaakt worden.
• Als u ontkalkende middelen, kleurstoffen of bleekmiddelen gebruikt, wees er dan zeker van dat ze
geschikt zijn voor gebruik in wasmachines.
• Ontkalkende middelen bevatten chemicaliën die delen van uw wasmachine kunnen beschadigen.
• Verwijder vlekken met een schoonmaakmiddel voor roestvrij staal.
• Gebruik nooit staalwol.
■ Schoonmaken van uw wasautomaat
Buitenkant
• De juiste verzorging van uw wasautomaat kan zijn levensduur verlengen.
• De buitenkant van de machine kan worden schoongemaakt met warm water en een neutraal
niet-schurend huishoudelijk schoonmaakmiddel.
• Veeg gemorste stoffen direct weg. Veeg weg met een vochtige doek.
• Probeer het oppervlak niet te raken met scherpe voorwerpen.
• Gebruik geen methylalcohol, verdunningsmiddelen of vergelijkbare producten.
Binnenkant
• Maak deuropening van de wasautomaat rondom, de afdichtring en het glas van de deur droog.
• Laat de wasautomaat een compleet programma draaien met warm water.
• Herhaal het proces indien nodig.
OPMERKING
• Om neerslagen van hard water te verwijderen, mag u alleen schoonmaakmiddelen gebruiken
die gelabeld zijn als veilig voor wasautomaten.
■ Koude omstandigheden
Als de wasautomaat staat opgeslagen in een gebied waar het kan vriezen of wordt verplaatst bij
vriestemperaturen, volg dan deze instructies op om schade aan de wasautomaat te voorkomen:
• Draai de watertoevoerkraan dicht.
• Maak de slangen van de waterafvoer los en laat het water uit de slangen lopen.
• Stop het elektriciteitssnoer in een correct geaard stopcontact.
• Voeg 1 gallon (3,8 liter) van een niet-toxisch antivriesmiddel voor campers (RV) toe aan een
lege wastrommel. Sluit de deur.
• Kies het centrifugeerprogramma en laat de wasautomaat gedurende 1 minuut centrifugeren om
al het water eruit te laten lopen. Niet alles van het RV antivriesmiddel zal weggespoeld zijn.
• Trek de stekker uit het stopcontact, droog de binnenkant van de trommel en sluit de deur.
• Verwijder de wasmiddellade, laat het water eruit lopen en maak vrij van resterend water in de
compartimenten.
• Sla de wasautomaat op in rechtopstaande positie.
• Om antivriesmiddel uit de wasautomaat te verwijderen na opslag laat u de wasautomaat een
compleet programma draaien met wasmiddel. Voeg geen waslading toe.
31
Gids voor probleemoplossing
• Deze wasmachine is uitgerust met automatische veiligheidsfuncties die storingen
detecteren en diagnosticeren in een vroeg stadium en op geschikte wijze reageren.
Wanneer de machine niet correct functioneert of helemaal niet functioneert, controleer dan
de volgende punten voordat u contact opneemt met uw serviceverlener.
Diagnosticeren van problemen
Symptoom
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Ratelend en
rammelend geluid
• Er kunnen vreemde voorwerpen
Stop de wasautomaat, controleer de trommel
zoals munten of veiligheidsspelden in en het afvoerfilter.
de trommel of de pomp zitten.
Als het geluid blijft nadat de wasautomaat
opnieuw gestart is, bel dan uw erkende
servicecentrum.
Bonkend geluid
• Zware wasladingen kunnen een
bonkend geluid produceren. Dit is
heel normaal.
Als het geluid blijft aanhouden, is de
wasautomaat waarschijnlijk uit balans. Stop en
herverdeel de waslading.
Trillend geluid
• Zijn alle transportbouten en de
verpakkingsmaterialen verwijderd?
• Staan alle pootjes stevig op de
grond?
Als ze niet verwijderd zijn tijdens de installatie,
raadpleeg dan de Installatiehandleiding voor het
verwijderen van transportbouten.
De waslading is mogelijk niet gelijkmatig
verdeeld in de trommel. Stop de wasautomaat
en herschik de waslading.
Waterlekkages.
• Vulslangen of afvoerslangen zitten
los op de kraan of de wasautomaat.
Controleer de aansluitingen van de slangen en
draai ze goed vast.
• Afvoerleidingen in huis zijn verstopt.
Ontstop de afvoerleiding. Neem contact op
met een loodgieter indien nodig.
Te veel wasmiddel of ongeschikt wasmiddel
kan overmatig schuimen veroorzaken,
hetgeen kan resulteren in waterlekkage.
Overmatig gebruik
Er komt geen water in
de wasautomaat of
het komt er langzaam
in.
• Watertoevoer is niet adequaat in het
gebied.
Probeer een andere kraan in huis.
• Watertoevoerkraan staat niet
helemaal open.
Zet de kraan helemaal open.
• Er zit een knik in de waterinlaatslang(en). Leg de slang recht.
Water in de
wasautomaat wordt
niet afgevoerd of wordt
langzaam afgevoerd.
32
• De filter van de inlaatslang(en) is
verstopt.
Controleer de filter van de inlaatslang.
• Afvoerslang is geknikt of verstopt.
Maak de afvoerslang schoon en leg hem
recht.
• Het afvoerfilter is verstopt
Maak het afvoerfilter schoon.
Gids voor probleemoplossing
Symptoom
Wasautomaat
start niet
Mogelijke oorzaak
Oplossing
• Het elektriciteitssnoer is mogelijk
niet ingestoken of de verbinding
kan los zitten.
Weer er zeker van dat de stekker stevig
in het stopcontract zit.
• Zekering in huis doorgeslagen,
stroomonderbreker uitgeschakeld
of er is een stroomuitval
opgetreden.
Reset de stroomonderbreker of vervang
de zekering. Verhoog niet de capaciteit
van de zekering.
Als het probleem een overbelasting van
het stroomcircuit is, zorg dan dat dit
wordt gecorrigeerd door een
gekwalificeerde elektricien.
• Watertoevoerkraan staat niet open. Zet de watertoevoerkraan open.
Wasautomaat
draait niet
• Controleer of de deur stevig dicht
zit.
Sluit de deur en druk op de knop
Start/Pauze. Nadat u op de knop
Start/Pauze gedrukt heeft, kan het
enkele tellen duren voordat de
wasautomaat begint te draaien. De deur
moet vergrendeld zijn voordat het
draaien kan beginnen. Voeg 1 of 2
artikelen toe om de lading in balans te
kunnen krijgen. Herschik de lading om
correct draaien mogelijk te maken.
Deur gaat niet
open.
Zodra de machine gestart is, kan de deur
niet worden geopend vanwege
veiligheidsredenen. Controleer of het
icoon “Deurvergrendeling” brandt. U kunt
de deur veilig openen nadat het icoon
“Deurvergrendeling” uitgegaan is.
Wasprogrammatijd is vertraagd.
De wastijd kan variëren door de
hoeveelheid was, de waterdruk en
andere gebruiksomstandigheden.
Als er een onbalans wordt gedetecteerd
of als het programma voor verwijdering
van de zeep aan staat, zal de wastijd
verlengd zijn.
Overstromen van
wasverzachter.
Wasverzachter
wordt te snel
toegevoegd.
Te veel wasverzachter kan
overstroming veroorzaken.
Volg de richtlijnen voor wasverzachter
om er zeker van te zijn dat de juiste
hoeveelheid wordt gebruikt.
Ga niet boven de maximale vullijn zitten.
Sluit de wasmiddellade langzaam.
Open de lade niet tijdens het
wasprogramma.
33
Gids voor probleemoplossing
Foutmeldingen
Symptoom
Mogelijke oorzaak
Oplossing
• Watertoevoer is niet adequaat in het gebied.
• De watertoevoerkranen staan niet volledig
open.
• Er zit een knik in de waterinlaatslang(en).
• De filter van de inlaatslang(en) is verstopt.
Probeer een andere kraan in huis.
Zet de kraan helemaal open.
Leg de slang(en) recht.
Controleer de filter van de inlaatslang.
• Afvoerslang is geknikt of verstopt.
• Het afvoerfilter is verstopt
Maak de afvoerslang schoon en leg
hem recht.
Maak het afvoerfilter schoon.
• De lading is te klein.
• De lading is uit balans.
• Het apparaat heeft een systeem voor de
detectie en correctie van een onbalans. Als
er individuele zware stukken worden geladen
(bijv. badmat, badjas enz.) kan het systeem
stoppen met draaien of zelfs het
centrifugatieprogramma helemaal
onderbreken.
• Als de was nog steeds te nat is aan het einde
van het programma, voeg dan kleinere
stukken was toe om de lading in balans te
brengen en herhaal het
centrifugatieprogramma.
Voeg 1 of 2 vergelijkbare stukken toe
om de lading in balans te brengen.
Herschik de lading om correct
centrifugeren mogelijk te maken.
Sluit de deur volledig.
“
,
” niet wordt
• Verzeker u ervan dat de deur niet open staat.
vrijgegeven, bel dan voor service.
Trek de stroomstekker eruit en bel voor
service.
• Er wordt te veel water gevuld als gevolg van
storing in de waterklep.
• De waterniveausensor werkt niet goed.
Sluit de waterkraan.
Trek de stroomstekker eruit.
Bel voor service.
• Overbelasting van de motor.
Laat de wasautomaat 30 minuten staan
om de motor te laten afkoelen; start het
programma dan opnieuw.
• De wasmachine heeft een energiestoring.
Herstart het wasprogramma.
Voeg warm water to aan de trommel en
• Is de toevoer/afvoer slang of afvoerpomp ontdooi de afvoerslang en -pomp. Maak
bevroren?
een handdoek nat met warm water en
breng deze aan op de toevoerslang.
34
Gids voor probleemoplossing
OPMERKING
• De Smart Diagnosis™functie is alleen beschikbaar voor producten met het Smart
Diagnosis™ embleem. Indien u een mobiele telefoon met een statische optie heeft, zou de
Smart Diagnosis™ functie niet kunnen werken.
Gebruiken van Smart Diagnosis™
• Gebruik deze optie alleen als u geïnstrueerd wordt dit te doen door het servicecentrum.
Het doorgeven heeft hetzelfde geluid als een faxmachine en heeft alleen maar betekenis voor het servicecentrum.
• Smart Diagnosis™ kan niet geactiveerd worden als de wasautomaat niet opstart.
Als dit gebeurt, moet een probleemoplossing uitgevoerd worden zonder Smart Diagnosis™.
Indien u problemen ondervindt met uw wasautomaat, neem dan contact op met het klanteninformatiecentrum.
Volg de instructies op van de medewerker van het servicecentrrum en neem de volgende stappen indien gevraagd:
1. Druk op de Aan/Uit-knop om de wasautomaat
aan te zetten. Druk op geen enkele andere
knop en draai niet aan de
programmakeuzeknop.
2. Wanneer het servicecentrum u instrueert, plaats
dan het mondstuk van uw telefoon heel dicht bij
de Aan/Uit-knop.
MAX. 10 mm
3. Druk op de knop “Temp.”en houd drie seconden vast, terwijl u het mondstuk van de telefoon bij
het icoon van de Aan/Uit-knop houdt.
4. Houd de telefoon daar totdat de toon van de transmissie beëindigd is.
Dit duurt zo’n 6 seconden en de tijd wordt afgeteld op de display.
• Verplaats de telefoon niet tijdens transmissie van de tonen voor het beste resultaat.
• Als het servicecentrum de data niet nauwkeurig kan registreren, kunt u mogelijk gevraagd
worden om dit opnieuw te doen.
• Het indrukken van de Aan/Uit-knop tijdens de transmissie zal de Smart Diagnosis™ uitschakelen.
5. Zodra het aftellen klaar is en de tonen zijn gestopt, kunt u uw gesprek met de medewerker van
het servicecentrum weer voortzetten en kan hij u verder bijstaan met behulp van de informatie
die doorgegeven werd voor analyse bij het bellen naar het Klanteninformatiecentrum.
• Smart Diagnosis is een probleemoplossende funtie ontworpen als aanvulling op de traditionele manier van
het service-proces. De effectiviteit van deze functie is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de
ontvangstkwaliteit van de mobiele telefoon en externe geluiden tijdens de transmissie. Daarom kan LG niet
garanderen dat Smart Diagnosis altijd een exacte diagnose kan stellen in elke situatie.
35
Garantiebepalingen
Verwijdering van uw oude apparaat
1. Dit symbool van de doorgekruiste vuilnisbak geeft aan dat
afgedankte elektrische en elektronische producten (WEEE)
afzonderlijk van het huishoudelijke afval moeten worden
verwijderd.
2. Oude elektrische producten kunnen gevaarlijke stoffen
bevatten, dus een juiste verwijdering van uw oude apparaat
helpt bij het voorkomen van mogelijke negatieve gevolgen
voor hvet milieu en de volksgezondheid. Uw oude apparaat
kan herbruikbare onderdelen bevatten die gebruikt zouden
kunnen worden voor het repareren van andere producten,
en andere waardevolle materialen die kunnen worden
gerecycleerd voor het behoud van beperkte grondstoffen.
3. U kunt uw apparaat meenemen naar de winkel waar u het
product hebt gekocht, of u kunt contact opnemen met uw
plaatselijke afvalinstantie voor de gegevens van uw
dichtstbijzijnde geautoriseerde WEEE-verzamelpunt. Voor
de meest geactualiseerde informatie voor uw land wordt
verwezen naar www.lg.com/global/recycling
De garantie geldt niet in geval van:
• Voorrijkosten worden in rekening gebracht zodra de storing te herstellen was aan de hand
van de gebruiksaanwijzing.
• Als het product aangesloten is op een ander net dan het aangegeven op de plaat.
• Als de fout veroorzaakt is door ongeluk, nalatigheid, misbruik of bovenmachtige redenen.
• Als de fout veroorzaakt is door een ander dan het gewoon huishoudelijk gebruik of niet
volgens de gebruikershandleiding.
• De gebruikinstructies van het product aanpassen of de instelling van het product
veranderen.
• Als de fout veroorzaakt is door ongedierte, zoals ratten, kakkerlakken, enz.
• Lawaai of vibratie als normaal beschouwd, zoals water afvoeren, centrifugeren of de
inname van warm water.
• De installatie corrigeren, bijvoorbeeld het product waterpas stellen etc.
• Het normale in de handleiding beschreven onderhoud.
• Verwijderen van vreemde voorwerpen/stoffen uit de machine, pomp of filter, zoals gruis,
nagels, bh-beugels, knopen, enz.
• Verwijderen van zekeringen of veranderen van kabels of waterleidingen.
• Niet toegestane reparaties.
• Directe of indirecte schade aan persoonlijke eigendom veroorzaakt door eventuele
gebreken aan dit apparaat.
• Als dit product voor commerciële doeleinden is, wordt hij niet gewaarborgd.
(bijvoorbeeld, voor verkoop-en marketing activiteiten, zoals in openbare toiletten,
sportscholen, hotels, enz.)
Als dit product geïnstaleerd wordt buiten het normale servicegebied, zijn alle transport
kosten, nodig voor de reparatie van het product of het vervangen van de defecten, voor
rekening van de eigenaar.
36
Operationele gegevens
Productkaart_Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1061/2010 van de Commissie
LG
De naam van de leverancier of het handelsmerk
De typeaanduiding van de leverancier
F1215KG
De nominale capaciteit in kg
15
De energie-efficiëntieklasse
A++
Krachtens Verordening (EG) nr. 66/2010 een "EU-milieukeur" is toegekend aan
de huishoudelijke wasmachine
No
Het gewogen jaarlijkse energieverbruik (AEC) in kWh per jaar gebaseerd op 220
standaard wascycli voor de katoenprogramma’s op 60°C en 40°C bij volledige en
gedeeltelijke lading, en het verbruik in de energiebesparende standen. Het werkelijke
verbruik wordt bepaalddoor de wijze waarop het apparaat wordt gebruikt.
kg
386
kWh /
year
- Het standaard katoen 60°C bij volledige lading
2,10
kWh
- Het standaard katoen 60°C bij gedeeltelijke lading
1,60
kWh
- Het standaard katoen 40°C bij gedeeltelijke lading
1,30
kWh
Het gewogen energieverbruik in de uitstand en de sluimerstand.
0,40
W
15950
litres /
year
Het energieverbruik
Het gewogen jaarlijkse waterverbruik (AWC) in liter per jaar gebaseerd op 220
standaard wascycli voor de katoenprogramma’s op 60°C en 40°C bij volledige en
gedeeltelijke lading. Het werkelijke waterverbruik wordt bepaald door de wijze
waarop het apparaat wordt gebruikt.
Centrifuge-efficiëntieklasse op een schaal van G (minst efficiënt) tot A (meest
efficiënt).
B
De maximale centrifugesnelheid voor het standaard katoenprogramma op 60°C bij
volledige lading of het standaard katoenprogramma op 40°C bij gedeeltelijke lading,
indien deze lager is, en het resterend vochtgehalte voor het standaard
katoenprogramma op 60°C bij volledige lading of het standaard katoenprogramma
op 40°C bij gedeeltelijke lading, indien dit hoger is.
1200
rpm
53
%
De vermelding dat het "Katoen Eco 60°C / 40°C + Intensief" de standaard wasprogramma’s zijn waarop de
informatie op het etiket en de productkaart betrekking heeft, dat deze programma’s geschikt zijn voor het
wassen van normaal bevuild katoenen wasgoed en dat ze de meest efficiënte programma’s zijn wat het
gecombineerd energie- en waterverbruik betreft;
Het programma tijd
- Het standaard katoen 60°C bij volledige lading
240
min.
- Het standaard katoen 60°C bij gedeeltelijke lading
217
min.
- Het standaard katoen 40°C bij gedeeltelijke lading
197
min.
De duur van de sluimerstand (Tl)
10
min.
De geluidsemissie via de lucht, uitgedrukt in dB(A) re 1 pW en afgerond tot op het
dichtstbijzijnde gehele getal, tijdens de was- en centrifugefasen van het standaard
katoenprogramma op 60°C bij volledige lading.
58 (Wassen) dB(A)
78 (Centrif.)
Als de huishoudelijke wasmachine bestemd is voor inbouw, dient dit te worden vermeld.
38
dB(A)