26
NL INHOUD
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
PAGINA
27
LAMPJE VERVANGEN
PAGINA
27
VOOR HET GEBRUIK VAN DE KOELKAST
PAGINA
28
MILIEUTIPS
PAGINA
28
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
PAGINA
28
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
PAGINA
29
HET GEBRUIK VAN HET
LAGETEMPERATUURVAK
PAGINA
30
DE KOELKAST ONTDOOIEN
PAGINA
30
REINIGING EN ONDERHOUD
PAGINA
31
STORINGEN OPSPOREN
PAGINA
31
KLANTENSERVICE
PAGINA
32
INSTALLATIE
PAGINA
32
27
A Lagetemperatuurvak
B Deurtje lagetemperatuurvak
C Opvangplaat water
D Opvangbak water (indien bijgeleverd)
E Verstelbare roosters
F Groente- en fruitlade
G Thermostaat voor temperatuurregeling
H Serienummerplaatje (naast de groente- en fruitlade)
I Verstelbaar pootje
L Speciaal afstandstuk magneetsluiting deur voor het transport (verwijderen en weggooien)
Vervanging lampje
1. Indrukken zoals op de afbeelding.
2. Naar de binnenkant van de
koelkast trekken.
3. Het lampje vervangen (Max 15W).
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
LAMPJE VERVANGEN
28
• Het door u aangeschafte product is uitsluitend
voor huishoudelijk gebruik bestemd.
• Het lagetemperatuurvak is geschikt voor het
maken van ijsblokjes.
• Het ontdooien is handmatig of
halfautomatisch. Het koelvak is geschikt
voor het bewaren van vers voedsel en
dranken.
• Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is
het raadzaam de gebruiksaanwijzing, waarin
u een beschrijving van het apparaat en nuttige
wenken voor het bewaren van het voedsel
aantreft, aandachtig door te lezen.
• Gooi het afstandsstuk van de
magneetsluiting, dat te zien is op punt L van
de tekening, weg.
• Bewaar dit boekje voor toekomstige
raadpleging.
• Controleer na het uitpakken van het apparaat
of de deur goed sluit.
Uw leverancier dient binnen 24 uur van
eventuele schade op de hoogte te worden
gesteld.
• Wacht minstens twee uur alvorens het
apparaat in werking te stellen, om het
koelcircuit perfect te kunnen laten
functioneren.
• Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische
aansluiting door een gekwalificeerd technicus
worden verricht overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant en de
plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100%
recyclebaar. Het recyclingsymbool. Voor de
verwerking dienen de plaatselijke voorschriften
te worden nageleefd.
Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken,
stukken piepschuim, polytheenfolie enz.) moet
buiten het bereik van kinderen gehouden
worden, want het zou een bron van gevaren
kunnen vormen.
2. Apparaat
Het apparaat is vervaardigd van recyclebaar
materiaal. Volg de plaatselijke voorschriften voor
afvalverwerking op wanneer u hem afdankt.
Maak het apparaat onbruikbaar door de
elektrische voedingskabel door te snijden. Laat
het apparaat niet in het milieu achter, maar breng
het naar een speciaal verzamelcentrum voor
terugwinning van koelgassen.
Informatie:
dit apparaat bevat geen CFK (het koelcircuit
bevat R134a) of HFC (het koelcircuit bevat
R600a - isobuthaan). Voor nadere details zie het
serienummerplaatje op het apparaat.
voor apparaten met isobuthaan (R600a)
Isobuthaan is een natuurlijk gas dat geen invloed
heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Het
is derhalve noodzakelijk te controleren of de
leidingen van het koelcircuit niet beschadigd zijn.
• Gebruik het koelvak uitsluitend voor het
bewaren van verse levensmiddelen en het
lagetemperatuurvak uitsluitend voor het
maken van ijsblokjes en het bewaren van
diepvriesproducten.
• Let erop dat de ventilatie-openingen van het
apparaat niet worden afgedekt of verstopt
raken.
• Zet geen vloeistoffen in glas in het vriesvak;
deze kunnen ontploffen.
• Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit het
lagetemperatuurvak komen, aangezien deze
zo koud zijn dat ze brandwonden kunnen
veroorzaken.
• Om het risico van verstikking en opsluiting in
de koelkast te vermijden, mag het kinderen
niet worden toegestaan in het apparaat te
spelen of zich hierin te verstoppen.
• Verwijder de stekker uit het stopcontact of sluit
de stroomtoevoer af voordat u begint met
reinigings- of onderhoudswerkzaamheden.
• De voedingskabel mag uitsluitend worden
vervangen door iemand die daartoe
geautoriseerd is.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is geschikt voor aanraking met
voedingsmiddelen en is in overeenstemming met
het D.L. 108 van 25.01.1992 (Europese Richtlijn
89/109/EEG).
VOOR HET GEBRUIK VAN DE KOELKAST
MILIEUTIPS
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
29
Ingebruikneming van het apparaat
Start van het apparaat
•
Steek de stekker in het stopcontact.
•
Bij het openen van de deur gaat het lampje in
het apparaat, indien aanwezig, branden.
Regeling van de temperatuur
Met de thermostaat, aan de rechterkant van het
koelvak, kunt u de temperatuur in het koelvak
regelen.
Als u de temperatuur in het vak wilt wijzigen,
draai dan de regelknop van de thermostaat:
•
op de
laagste cijfers 1-2
als u een
HOGERE
temperatuur in het vak wenst;
•
op de cijfers
3-4
voor een
GEMIDDELDE
temperatuur
•
op de
hoogste cijfers 5-7 (MAX)
voor een
LAGERE
temperatuur.
Thermostaat op z of op : de functies van het
apparaat zijn uitgeschakeld, maar niet de
stoomtoevoer.
Opmerking:
De luchttemperatuur van de omgeving, de
frequentie waarmee de deur wordt geopend en
de plaats van het apparaat kunnen van invloed
zijn op de interne temperaturen. De
thermostaatstand dient op grond van deze
factoren te worden aangepast.
De opvangplaat van het water:
•
bij een omgevingstemperatuur onder of
gelijk aan 25°C moet hij naar de achterkant
van het apparaat worden geduwd en moet
het balletje dat op de rechterkant van vak zit
in lijn worden gebracht (Afb.1).
•
bij omgevingstemperatjren boven 25°C
dient de druppelplaat vooruit te worden
getrokken in correspondentie met de twee
balletjes op de rechterkant van het vak
(Afb.1).
Bewaren van levensmiddelen in het
koelvak
Plaats de levensmiddelen zoals hier
aangegeven:
A
Gekookt voedsel, taarten, pasta:
op het
rooster onder het lagetemperatuurvak
B
Vis, vlees in het algemeen, vleeswaren:
op
het rooster boven de groente- en fruitlade
C
Groenten en fruit:
gebruik de groente- en
fruitlade
D
Flessen, voedsel in blik
: gebruik de vakken
aan de binnenkant van de deur
E
Eieren
: gebruik de speciale vakken aan de
binnenkant van de deur
Opmerkingen:
•
De afstand tussen de schappen en de
binnenwand achter van de koelkast staat een
vrije luchtcirculatie toe.
•
Zet de levensmiddelen niet tegen de
binnenwand van het koelvak.
•
Zet geen levensmiddelen die nog warm zijn
in de koelkast.
•
Bewaar vloeistoffen in gesloten houders.
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
(Afb. 1)
(Afb. 2)
30
In dit vak, gemarkeerd door het symbool ,
kunnen diepvriesproducten worden
geconserveerd en ijsblokjes worden gemaakt.
Houd u voor conserveringstijden strikt aan
de instructies op de verpakking van de
diepvriesproducten.
IJsblokjes maken
Vul de bakjes tot ongeveer drie kwart met water,
en zet hen in het lagetemperatuurvak .
Let op
Zet geen warme voedingsmiddelen in het vak,
maar laat hen eerst afkoelen tot
omgevingstemperatuur. Zet geen vloeistoffen in
glas in het vriesvak (koolzuurhoudende
frisdranken, water).
Sommige producten, zoals waterijsjes of
ijsblokjes, mogen niet onmiddellijk nadat ze uit
het vak gehaald zijn, worden gegeten: ze zijn zo
koud dat ze brandwonden zouden kunnen
veroorzaken.
Wij raden u aan het lagetemperatuurvak te
ontdooien wanneer de ijsvorming 3 mm dik is
geworden.
• Verzeker u ervan dat de opvangplaat van het
water goed op zijn plaats zit onder het
lagetemperatuurvak en dat het opvangbakje
van het water (indien aanwezig) onder de
opvangplaat geplaatst is, of zet er anders
een geschikte bak onder (Afb. 3).
• Maak het lagetemperatuurvak leeg, wikkel
het voedsel in verschillende stukken
krantenpapier en leg hen in het koelvak.
• Haal het bakje van de ijsblokjes weg.
De rest van de koelkast hoeft niet te worden
geleegd.
Halfautomatisch ontdooien (Afb. 1)
• Druk op de knop (A) midden op de
thermostaatknop en sluit de deur. Wanneer
al het ijs ontdooid is, keert de knop terug in
zijn oorspronkelijke positie, en start de
koelkast automatisch weer.
Handmatig ontdooien (Afb. 2)
Voor apparaten zonder ontdooiknop:
• Draai de thermostaatknop op de
ontdooistand.
• Zet de knop weer terug in de oorspronkelijke
stand, nadat het vak ontdooid is.
Gebruik geen scherpe of puntige metalen
voorwerpen om het ijs uit het vak te
verwijderen.
HET GEBRUIK VAN HET LAGETEMPERATUURVAK
DE KOELKAST ONTDOOIEN
(Afb. 1)
(Afb. 2)
(Afb. 3)
31
Verwijder altijd de stekker uit het stopcontact
of koppel hoe dan ook het apparaat af van de
stroomtoevoer, alvorens onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden te gaan plegen.
•
Reinig de binnenkant regelmatig met een
vochtige spons met lauw water en/of een
neutraal schoonmaakmiddel. Geen
schurende middelen gebruiken.
•
Spoel goed en droog zorgvuldig af.
•
Reinig tijdens het ontdooien de binnenkant
van het lagetemperatuurvak.
•
Reinig de buitenkant met een zachte doek
met water. Gebruik geen schuurpasta's of
schuursponsjes, vlekkenmiddelen (bv.
aceton, trichloorethyleen), of azijn.
•
Reinig regelmatig de ventilatieroosters en de
condensator aan de achterkant van het
product met een stofzuiger of een borstel.
Een langere periode niet gebruiken
1.
Maak de koelkast helemaal leeg.
2.
Koppel het apparaat af van het
elektriciteitsnet.
3.
Ontdooi het apparaat en reinig de
binnenwanden.
4.
Om te voorkomen dat er schimmel, onaan-
gename geuren en oxidaties ontstaan, dient
de deur open te worden gelaten wanneer het
apparaatniet in werking is.
5.
Het apparaat reinigen.
.
1. Het apparaat werkt niet.
•
Is de stroom uitgevallen?
•
Is de voedingskabel beschadigd?
•
Zit de stekker goed in het stopcontact?
•
Is de zekering doorgebrand?
•
Staat de thermostaat misschien op de
stand
z
(Stop) of (ontdooien) ?
2. De temperatuur in de vakken is te hoog.
•
Zit de deur perfect dicht?
•
Zit er teveel ijs in het lagetemperatuurvak?
•
Staat het apparaat dicht bij een warmtebron?
•
Staat de thermostaat op de goede stand?
•
Wordt de luchtcirculatie door de
ventilatieopeningen gehinderd?
3. De temperatuur in het koelvak is te laag.
•
Staat de thermostaat op de goede stand?
4. Het apparaat maakt te veel lawaai.
•
Is het apparaat op de juiste manier
geïnstalleerd?
•
Raken de buizen aan de achterkant elkaar of
trillen ze?
5. Er staat water op de bodem van het
koelvak.
•
Staat de thermostaat op de goede stand?
6. De binnenverlichting functioneert niet.
•
Is de stroom uitgevallen?
•
Haal anders de stekker uit het stopcontact,
verwijder de afdekking en controleer of het
lampje niet losgeraakt is. Vervang het lampje
eventueel door een nieuw exemplaar (max
15 W).
Opmerkingen:
• Het koelcircuit kan vreemde geluiden
voortbrengen, zoals gorgelende of
expansiegeluiden.
REINIGING EN ONDERHOUD
STORINGEN OPSPOREN
32
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
1. Ga na of u de storingen niet zelf kunt
verhelpen (zie "Storingen opsporen").
2. Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of
het ongemak is verholpen. Is dit niet het
geval, schakel het apparaat dan opnieuw uit
en herhaal de handeling na een uur.
3. Als dit ook niet helpt, wendt u dan tot onze
Klantenservice.
Vermeld:
• de aard van de storing
• het model
• het servicenummer (nummer
achter het woord Service op het
typeplaatje in het apparaat)
• Uw volledige adres
• uw telefoonnummer en netnummer.
• Het apparaat niet in de buurt van
warmtebronnen installeren. Installatie in een
hete omgeving, rechtstreekse blootstelling
aan de zon of opstelling van het apparaat in
de buurt van een warmtebron (kachel,
fornuis) verhogen het stroomverbruik en
dienen te worden vermeden.
• Zorg, voor een optimaal functioneren van het
apparaat, voor ten minste 5 cm ruimte boven
het apparaat en plaats andere meubelen niet
te dichtbij, zodat de lucht kan circuleren.
• Installeer het apparaat op een droge en goed
geventileerde plaats. Zorg dat het
horizontaal staat. Stel, indien nodig, de
pootjes aan de voorzijde bij.
• Houd het ventilatierooster boven het
apparaat vrij, om ervoor te zorgen dat de
lucht goed kan circuleren.
• Reinig de binnenkant en breng de
bijgeleverde accessoires aan.
• Vul het bakje voor de ijsblokjes met water
(indien bijgeleverd) en zet het in het
lagetemperatuurvak.
Elektrische aansluiting
• Houdt u aan de plaatselijke voorschriften
tijdens de elektrische aansluiting.
• De gegevens met betrekking tot de spanning
en het opgenomen vermogen staan op het
typeplaatje beneden links in de ruimte van de
groente- en fruitlade.
• De aarding van het apparaat is
wettelijk
verplicht.
De fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor eventueel letsel
aan personen, dieren of voor schade aan
voorwerpen, die veroorzaakt is door het
niet in acht nemen van deze
voorschriften.
• Indien de stekker en het stopcontact niet
overeenkomen, het stopcontact laten
vervangen door een gekwalificeerde
technicus.
• Gebruik geen verlengingen of meervoudige
adapters.
KLANTENSERVICE
INSTALLATIE
-
1
-
2
-
3
-
4
-
5
-
6
-
7
