Whirlpool MKD 1113/0-R de handleiding

Type
de handleiding
41
INHOUDSOPGAVE NL
Koelvak met compartiment , en
automatisch ontdooien in het koelvak.
De gegevens betreffende het vermogen worden
bereikt als het apparaat functioneert bij een
omgevingstemperatuur tussen +16°C en 32°C.
De apparaten van de mini-keuken voldoen aan
de VDE-voorschriften, de internationale EEG-
richtlijnen, de EEG-richtlijn nr. 87/308/EEG
inzake onderdrukking van radiostoring en de
veiligheidsvoorschriften die op dit moment van
kracht zijn.
De afdichting van de koelkast is gecontroleerd
en voldoet aan de voorschriften voor
ongevallenpreventie voor koelinstallaties
VBG 20.
Voor het monteren van een afzuigkap…
moet de minimum afstand tot het fornuis in acht
worden genomen! Minimum afstand tussen de
elektrische platen en de onderkant van de
afzuigkap: 650 mm. Deze minimum afstand
moet om veiligheidsredenen beslist in acht
genomen worden!
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
PAGINA
42
INSTALLATIE
PAGINA
43
AANSLUITING VAN DE MINI-KEUKEN
PAGINA
44
ALGEMENE
VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
PAGINA
45
KOELKAST
GEBRUIK VAN DE KOELKAST
PAGINA
46
ELEKTRISCHE PLATEN
GEBRUIK VAN DE ELEKTRISCHE PLATEN
PAGINA
48
GEBRUIK VAN DE MINUTENTELLER
PAGINA
49
AANBEVELINGEN
REINIGING EN ONDERHOUD
PAGINA
50
STORINGEN OPSPOREN
PAGINA
51
KLANTENSERVICE
PAGINA
52
42
Met de aanschaf van dit nieuwe product heeft u
een elektrisch huishoudelijk apparaat gekozen
dat voldoet aan de hoogste eisen op technisch
gebied en gebruiksgemak biedt dat in
overeenstemming is met alle praktische
behoeften.
Dit nieuwe apparaat biedt u alles wat op dit
moment technisch mogelijk is.
Uw apparaat is bijzonder zuinig in het
energieverbruik en kan dus ecologisch zijn, als
het op verantwoorde manier wordt gebruikt.
Indien het apparaat op de juiste manier wordt
behandeld, zal het u vele jaren trouw dienen.
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is
het raadzaam de gebruiksaanwijzingen, waarin
u een beschrijving van het apparaat aantreft,
aandachtig door te lezen.
Bewaar dit boekje voor toekomstige raadpleging.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK (het koelcircuit
bevat R134a) of HFC (het koelcircuit bevat
R600a - isobuthaan). Voor nadere details zie het
serienummerplaatje op het apparaat.
Let op! De oude koelkasten en diepvriezers
waren nog vaak voorzien van een elektrisch of
grendelslot. Als zo'n apparaat wordt afgedankt
en naar de afvalverwerking wordt gebracht, dient
het slot te worden vernietigd, om te vermijden dat
kinderen zich er al spelend in op kunnen sluiten,
want dat kan levensgevaarlijk zijn!
Controleer na het uitpakken van het apparaat of
het niet beschadigd is. Uw leverancier dient
binnen 24 uur van eventuele schade op de
hoogte te worden gesteld.
Wacht minstens twee uur alvorens het
apparaat in werking te stellen, om het
koelcircuit perfect te kunnen laten
functioneren.
MILIEUTIPS
Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100%
recyclebaar; dit wordt aangeduid door het
recyclingsymbool . Voor de verwerking
dienen de plaatselijke voorschriften te worden
nageleefd.
Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, enz.)
moet buiten het bereik van kinderen gehouden
worden, want het zou een bron van gevaren
kunnen vormen.
Apparaat
Het apparaat is vervaardigd van recyclebaar
materiaal. -Wanneer u het apparaat afdankt,
moet u de plaatselijke reglementen voor de
inzameling van afval opvolgen.
Maak het apparaat onbruikbaar door de
elektrische voedingskabel door te snijden. Laat
het apparaat niet in het milieu achter, maar breng
het naar een speciaal verzamelcentrum voor
terugwinning van koelgassen.
GEBRUIKSAANWIJZING
Deze gebruiksaanwijzingen bevatten belangrijke
instructies voor uw apparaat. Er kunnen details
verschillen, afhankelijk van het model.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
43
Controleer voor de installatie of de slangen aan
de achterkant van de koelkast niet
dubbelgevouwen zijn tijdens het transport. Als
de slangen de koelkast of de muur raken, wordt
tijdens de werking hinderlijk lawaai veroorzaakt.
Breng hen verder uit de buurt, maar vouw hen
voorzichtig.
De Mini-keuken moet op een vaste plaats
worden geïnstalleerd, in verticale positie.
Eventuele onregelmatigheden in de vloer
kunnen worden gecompenseerd door de pootjes
te verstellen (afb. 1).
De warme lucht aan de achterkant van de
koelkast moet ongehinderd weg kunnen
stromen om de werking niet te bemoeilijken
(en om een groter stroomverbruik te
voorkomen). De ventilatie-openingen achter
het fornuis mogen dus niet worden afgedekt.
Het apparaat is alleen goedgekeurd voor vrije
installatie tegen één wand. Er mogen aan
beide zijkanten meubels worden geplaatst.
INSTALLATIE
Afb. 1
44
De aansluiting op de waterleiding en de
waterafvoer moeten bij voorkeur door een
installateur tot stand worden gebracht.
Voor de Mini-keuken is een elektrische
aansluiting voorzien van 220-230 V/50 Hz op
een beschermd stopcontact, die geïnstalleerd is
volgens de voorschriften van de heersende
normgeving.
De Mini-keukenmet elektrische platen moet
worden beschermd door een zekering van 16 A.
De mogelijkheid bestaat deze Mini-keuken door
een installateur te laten transformeren in
380-400V 2 n 750 Hz.
De bescherming dient in dit geval 10 A te zijn.
Let op! In het geval van een vaste elektrische
installatie van de Mini-keuken, moet de
installateur een meerpolige schakelaar
monteren met een afstand tussen de contacten
van 3 mm of met een automatische schakelaar.
Deze meerpolige scheidingsschakelaar is ook
nodig als de stekker waarmee het apparaat is
aangesloten op het net niet meer bereikbaar is
na de installatie van het apparaat.
Belangrijk voor apparaten met een
voedingsspanning van 380-400 V (CH).
De Mini-keuken moet door de installateur
worden aangesloten op 380-400 V 250 Hz,
zekering van 10 A met een meerpolige
schakelaar met een afstand tussen de contacten
van 3 mm of met een automatische schakelaar.
AANSLUITING VAN DE MINI-KEUKEN
45
Gebruik het koelvak uitsluitend voor het
bewaren van verse levensmiddelen en het
lagetemperatuurvak uitsluitend voor het
maken van ijsblokjes, het bewaren van
diepvriesproducten en het invriezen van vers
voedsel.
Let erop dat de ventilatie-openingen van het
apparaat niet worden afgedekt of verstopt
raken.
Zet geen vloeistoffen in glas in het
lagetemperatuurvak, want deze kunnen
ontploffen.
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit
het lagetemperatuurvak komen aangezien
deze zo koud zijn dat ze brandwonden
kunnen veroorzaken.
Om het risico van verstikking en opsluiting in
de koelkast te vermijden, mag het kinderen
niet worden toegestaan in het apparaat te
spelen of zich hierin te verstoppen.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel hoe dan ook het apparaat af van de
stroomtoevoer, alvorens onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden te gaan plegen.
De voedingskabel mag uitsluitend worden
vervangen door iemand die daartoe
geautoriseerd is.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is geschikt voor aanraking met
voedingsmiddelen en is in overeenstemming
met het D.L. 108 van 25.01.1992 (Europese
Richtlijn 89/109/EEG).
Informatie
Voor apparaten met isobuthaan (R600a)
Isobuthaan is een natuurlijk gas dat geen invloed
heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Het
is derhalve noodzakelijk te controleren of de
leidingen van het koelcircuit niet beschadigd zijn.
Elektrische platen
Gebruik het apparaat alleen als het helemaal
compleet is met alle veiligheidsvoorzieningen.
Laat kinderen niet met de kookplaten spelen.
Let op! Het oppervlak van de verwarmingsplaten
en de kookplaten worden heet tijdens het gebruik,
houd daarom kleine kinderen uit de buurt.
Oververhit vet en olie kunnen in brand vliegen.
Bereid daarom voedsel zoals patates frites
enz. uitsluitend als u erbij aanwezig blijft.
Leg beslist geen voedsel op papier of in
schalen van synthetisch materiaal op een
warm fornuis.
Let op! Als er elektrische apparaten worden
aangesloten op stopcontacten in de buurt van
het mini-keuken, let er dan op dat de snoeren
niet in aanraking komen met de warme platen.
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
46
Het gebruik van adapters, meervoudige
stopcontacten en verlengsnoeren wordt
afgeraden. Als het gebruik hiervan toch
noodzakelijk is, gebruik dan alleen enkelvoudige
adapters en verlengsnoeren die voldoen aan de
huidige veiligheidsvoorschriften, en let erop dat
de maximum stroomwaarde die op de
enkelvoudige adapter of op het verlengsnoer
staan vermeld en het maximum vermogen dat
vermeld wordt op de meervoudige adapter niet
worden overschreden.
Als het apparaat is aangesloten gaat de
binnenverlichting aan bij het openen van de
deur, tenzij de thermostaatknop op het symbool
z staat. Nadat de temperatuur is ingesteld, zoals
wordt beschreven in het volgende hoofdstuk, is
de koelkast klaar voor het gebruik.
Temperatuurinstelling
Met de thermostaat (zie afbeelding) kan de
temperatuur geleidelijk worden geregeld. De
stand z wil zeggen dat de werking van het
apparaat is onderbroken en dat de
binnenverlichting uit is. Voor een optimale
conservering van voedsel raden wij aan de knop
in de stand 4 te zetten. Als u koudere
temperaturen wenst, dient de thermostaatknop
op een hoger cijfer te worden gedraaid. Als de
temperatuur daarentegen te laag is, dient de
knop op een lager cijfer te worden gedraaid:
stand 1. Wij herinneren u eraan dat de instelling
van de thermostaat dient te worden gekozen op
basis van de omgevingstemperatuur, de
hoeveelheid voedsel die wordt bewaard, de
positie van de koelkast en de frequentie
waarmee de deur geopend wordt: de ervaring
zal leren welke instelling het meest voldoet aan
uw eisen.
Gebruik van het koelvak
In het vak varieert de temperatuur van zone tot
zone. De koudste zones zijn die onmiddellijk
boven de groenten- en fruitladen en dichtbij de
achterwand. Om het aroma, de stevigheid en de
versheid van al het voedsel te conserveren,
adviseren wij hen in aluminiumfolie of
polytheenfolie te wikkelen, of hen in de speciale
bakken met deksel te bewaren. Hierdoor dragen
de verschilende voedingsmiddelen ook hun geur
niet aan elkaar over. De ruimte in de koelkast
kan op verschillende manieren worden
georganiseerd, door de roosters naar wens te
verplaatsen. Wij adviseren het voedsel
gewoonlijk als volgt te plaatsen:
Gekookt voedsel, harde kaassoorten:
gebruik
de bovenste roosters.
Vlees, vis, vleeswaren, enz.:
op het schap van
de groenten- en fruitlade.
Groente en fruit:
gebruik de daarvoor bestemde
lade.
Dranken:
gebruik de console aan de binnenkant
van de deur.
Eieren, kaas, zuivelproducten:
gebruik de
vakken aan de binnenkant van de deur.
Boter:
opbergen in het vakje aan de binnenkant
van de deur.
Producten in blik:
als het blik geopend is, de
resterende inhoud eruit halen en in een andere
houder, die niet van metaal is, conserveren.
Belangrijk:
zet geen voedsel of houders
rechtstreeks tegen de achterwand van het vak.
Zorg ervoor dat de lucht ongehinderd kan
circuleren tussen de verschillende verpakkingen.
Bedek de roosters niet met papier en dergelijke.
Zet gekookt voedsel pas in de koelkast als het
afgekoeld is.
In de vakken met of kan
diepvriesvoedsel worden bewaard voor de
periode die op de verpakking vermeld staat.
GEBRUIK VAN DE KOELKAST
47
Invriezen
In vak zijn er temperaturen van -18°C
waarbij het mogelijk is maximaal 1,5 kg
voedingsmiddelen in te vriezen in 24 uur. Wij
adviseren om de thermostaatknop op de stand
2-3 te draaien tijdens het invriezen. Wikkel het in
te vriezen voedsel in aluminium- of
polytheenfolie en plak er etiketten op waarop de
datum van invriezing en de inhoud worden
vermeld. Zorg er bovendien voor dat al
ingevroren voedsel niet in aanraking komt met
het voedsel dat nog moet worden ingevroren.
Zet nooit warm voedsel in het
lagetemperatuurvak, vries voedsel niet opnieuw
in als het ook maar gedeeltelijk ontdooid is, maar
verbruik het binnen 24 uur. Bewaar geen
vloeistoffen in glazen houders.
IJsblokjes maken
Vul de ijsbakjes voor drie kwart met water en zet
hen in het vak. Als de bakjes aan de onderkant
aan het vak vastvriezen probeer hen dan niet los
te maken met scherpe of puntige voorwerpen,
maar gebruik liever het handvat an een lepel.
Let op:
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net
uit het vriesvak komen, aangezien deze zo koud
zijn dat ze brandwonden kunnen veroorzaken.
Ontdooien
Enkele adviezen:
Te koken peulvruchten:
niet ontdooien maar in
kokend water gooien en zoals gewoonlijk
bereiden.
Vlees in het algemeen (grote stukken):
ontdooien in de koelkast, zonder de
oorspronkelijke omhulling te verwijderen.
Alvorens het te bereiden een paar uur op
omgevingstemperatuur laten rusten.
(kleine stukken):
op omgevingstemperatuur
ontdooien of rechtstreeks bereiden.
Vis:
ontdooien in de koelkast zonder hen uit de
omhulling te halen of rechtstreeks bereiden
halverwege het ontdooien.
Voorgekookt voedsel:
maak de bereiding
rechtstreeks in de oven af, zonder het voedsel uit
de aluminium bak te halen.
Fruit:
in de koelkast ontdooien.
Ontdooien
-
Als de koelkast niet is voorzien van vak
of , vindt het ontdooien automatisch
plaats. Tijdens de ontdooicyclus kunnen er
waterdruppels langs de achterwand van het
vak lopen. Het water wordt samengevoerd
door een kanaal en stroomt weg in een bakje
onder compressor, van waaruit het
verdampt.
-
Als de koelkast wel is voorzien van vak
of , wordt geadviseerd om het ijs aan de
binnenkant van deze vakken regelmatig
schoon te maken, om het energieverbruik te
beperken. Gebruik hiervoor nooit scherpe
voorwerpen of metalen gereedschap. Wij
adviseren hoe dan ook het vak telkens te
ontdooien wanneer het ijs 3 mm dik
geworden is.
Ga als volgt te werk voor het ontdooien:
-
haal de stekker uit het stopcontact;
-
verwijder het voedsel uit vak of ;
-
draai de thermostaat op de stand z;
-
vang het water dat ontstaat tijdens het
ontdooien met een doek of een spons op;
Maak de wanden van het vak na het ontdooien
droog, steek de stekker in het stopcontact, draai
de thermostaat op de gewenste stand volgens
de aanwijzingen in de paragraaf “Instelling van
de temperatuur”.
Ook voor dit model vindt het ontdooien van
het koelvak automatisch plaats.
Let op:
Door de temperatuurtoename tijdens het
ontdooien kan de bewaarperiode van de
ingevroren levensmiddelen verkort worden.
GEBRUIK VAN DE KOELKAST
48
Afbeelding 3
A = Elektrische platen
B = Schakelaars
De normale en de snelle plaat hebben 6
kookvelden.
In de stand 0 is de plaat uitgeschakeld.
De snelle plaat, voor op het apparaat, is te
herkennen aan een rode punt in het midden.
Deze dient voor bijzonder snelle bereidingen.
Draai hiervoor de knop van de schakelaar in de
stand 3.
Kies voor de eerste bereiding de stand 3, voor
het voortzetten van de bereiding de stand 1. Zet
de knop naar wens hoger of lager.
Kies voor braadvlees de stand 3 totdat het vet
heet is. Leg het vlees dat gebraden moet worden
in de pan en zet de knop op stand 2, of indien
gewenst ook op een hogere of lagere stand.
Kies voor teer vlees liever een lagere stand.
Beide platen zijn uitgerust met een bescherming
tegen oververhitting, die het vermogen van de
plaat beperkt als het gevaar voor oververhitting
bestaat.
* Uitvoeringen schakelaars, al naar gelang het type
apparaat.
Restwarmte voor energiebesparing
Voor bijna alle bereidingen met koken-braden
kan de restwarmte van de plaat worden gebruikt
gedurende 5-10 min. voor het einde. Zet de knop
daarom op tijd op “0”.
De symbolen op de schakelaars duiden de
verschillende platen aan:
= schakelaar voor achterste plaat
= schakelaar voor voorste plaat
Het gele controlelampje gaat branden wanneer
de platen in werking zijn.
Algemene wenken
Gebruik voor het koken en braden uitsluitend
pannen voor elektrische platen. Deze hebben
een speciale bodem, waardoor de warmte beter
wordt geleid. Bij het braden van vlees dient altijd
een deksel te worden gebruikt, waardoor energie
kan worden bespaard. Met de kookdampen
gaan ook de aroma's en in water oplosbare
vitamines verloren.
Een sterke dampvorming wijst op een hoge
temperatuur; zet de knop op tijd op een lagere
stand.
Let op dat er geen zout op de plaat terecht komt.
Een plaat die niet gebruikt wordt kan in de loop
der tijd roestvorming vertonen als gevolg van het
vocht dat door het zout wordt geabsorbeerd.
De kookplaten reinigen
Verwijder overgelopen voedsel onmiddellijk,
voordat het opdroogt. Schraap voedselresten
beslist niet weg! Neem een in water en
reinigingsmiddel nat gemaakte doek en leg hem
op de (koude) plaat, totdat de voedselresten
week geworden zijn. Gebruik geen agressieve
en schurende reinigingsmiddelen!
GEBRUIK VAN DE ELEKTRISCHE PLATEN
Positie Schakelaar Werkings
Veld
0-6* 0-3*
0 0 uitschakeling
6 3 eerste bereiding
52z smoren
4 2 braadvlees
31
continue
bereiding
21
10z
continue
bereiding
warmhouden
49
Kookplaat met minutenteller
(indien aanwezig)
Afbeelding 4
B Bedieningsknoppen voorselectie type
bereiding 1-6 (1-3).
Elke kookplaat heeft een eigen bedieningsknop.
C Bedieningsknop minutenteller.
D Het gele controlelampje brandt als de
kookplaten in werking zijn.
Inschakeling van de kookplaten
Zet de bedieningsknop B op 1-6 (1-3).
Draai de bedieningsknop C naar rechts
(maximaal tot aan de aanslag).
De kookplaten zijn in werking wanneer de
bedieningsknoppen B en C zijn ingeschakeld.
Instelling van de minutenteller
(Afbeelding 5)
Stand van de bedieningsknop.
C1 voor bereidingstijd van ongeveer 60 min.
C2 voor bereidingstijd van ongeveer 30 min.
Tussenstanden zijn mogelijk.
Opmerking:
Als de minutenteller afgaat voordat de bereiding
ten einde is, moet hij opnieuw in werking worden
gesteld.
Als de bereiding eindigt voordat de minutenteller
afgaat, moet(en) de bedieningsknop(pen) B op 0
worden gezet om de plaat/platen uit te
schakelen. De minutenteller wordt automatisch
uitgeschakeld bij het verstrijken van de ingestelde
tijd.
GEBRUIK VAN DE MINUTENTELLER
Afb. 4
Afb. 5
50
Reinig regelmatig de ventilatieroosters en de
condensator op de achterkant van het
apparaat met een stofzuiger of een borstel.
Reinig de buitenkant met een zachte doek.
Bij langere afwezigheid
1. Maak de koelkast helemaal leeg.
2. Koppel het apparaat af van het
elektriciteitsnet.
3. Ontdooi het apparaat en reinig de
binnenwanden.
4. Laat de deur open als het apparaat buiten
gebruik is, om te voorkomen dat er schimmel,
onaangename geuren of oxydatie ontstaan.
5. Het apparaat reinigen.
Reinig tijdens het ontdooien de binnenkant
van het lagetemperatuurvak (indien
aanwezig).
Reinig het koelvak geregeld met een vochtige
spons met lauw water en/of een neutraal
schoonmaakmiddel. Spoel en droog met een
zachte doek. Gebruik geen schuurmiddelen.
Reinig de buitenkant met een zachte doek
met water. Gebruik geen schuurpasta's of
schuursponsjes, vlekkenmiddelen (bv.
aceton, trichloroethylene), of azijn.
REINIGING EN ONDERHOUD
51
1. Het apparaat werkt niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de tweepolige netschakelaar ingeschakeld?
Is de zekering doorgebrand?
Is de voedingskabel beschadigd?
Staat de thermostaat misschien op de stand z
(Stop)?
2. De temperatuur in de vakken is te hoog.
Is de deur goed gesloten?
Verhindert het voedsel dat de deur gesloten
wordt?
Is het apparaat in de buurt van een
warmtebron geïnstalleerd?
Staat de thermostaat op de goede stand?
Wordt de luchtcirculatie door de
ventilatieopeningen gehinderd?
3. De temperatuur in het koelvak is te laag.
Staat de thermostaat op de goede stand?
Binnenverlichting
Afbeelding 6
Haal voor het vervangen van een doorgebrand
lampje beslist de stekker uit het stopcontact, of
schakel de meerpolige schakelaar uit!
4. Het apparaat maakt veel lawaai.
Is het apparaat op de juiste manier
geïnstalleerd?
Raken de buizen aan de achterkant elkaar of
trillen ze?
5. Er staat water op de bodem van het
koelvak.
Is de afvoer van het dooiwater misschien
verstopt? (Afb. 7).
6. Te veel ijsvorming in het
lagetemperatuurvak.
Is de deur goed gesloten?
Verhindert het voedsel dat de deur gesloten
wordt?
Opmerkingen:
Het koelcircuit kan vreemde geluiden
voortbrengen, zoals gorgelende of
expansiegeluiden.
STORINGEN OPSPOREN
Afb. 6
Afb. 7
52
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
1. Ga na of u de storingen niet zelf kunt
verhelpen (zie “Storingen opsporen”).
2. Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of
het ongemak is verholpen. Is dit niet het
geval, schakel het apparaat dan opnieuw uit
en herhaal de handeling na een uur.
3. Als dit ook niet helpt, wendt u dan tot onze
Klantenservice.
Vermeld:
de aard van de storing
het model
het servicenummer (nummer achter het
woord Service op het typeplaatje in het
apparaat)
uw volledige adres
uw telefoonnummer en netnummer.
KLANTENSERVICE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

Whirlpool MKD 1113/0-R de handleiding

Type
de handleiding