Whirlpool AMD 010 de handleiding

Type
de handleiding
70
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Lees de instructies voor gebruik zorgvuldig door
en houd deze bij de hand voor verdere
raadplegingen voor de beste functionering van uw
apparaat.
Volg de volgende aanwijzingen op en pas ze
toe alvorens u van uw apparaat gebruik
maakt:
Voorinstelling van de afstandsbediening
Telkens wanneer de batterijen van de
afstandsbediening vervangen worden, wordt de
afstandsbediening vooraf ingesteld op
Verwarmingspomp.
Als de door u aangeschafte airconditioner een
model met Alleen koelen is, dan brengt de
voorinstelling op Verwarmingspomp geen
veranderingen met zich mee.
Automatische Herstartfunctie:
Om de automatische herstartfunctie in te stellen
drukt u gedurende tenminste 5 seconden op de
noodknop (ON/OFF) op de binnenunit.
Een zoemtoon geeft aan dat de automatische
herstartfunctie is ingesteld en dat de airconditioner
in de standby staat.
Herhaal de hierboven beschreven handelingen om
de automatische herstartfunctie te deactiveren.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Installeer het apparaat niet als deze op de
stroomvoorziening aangesloten is.
De installatie en de onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden dienen door een
gekwalificeerd technicus in overeenstemming
met de aanwijzingen van de producent en de
plaatselijk van kracht zijnde veiligheidsnormen
uit te worden gevoerd. Voer nooit reparaties uit
of vervang onderdelen van het apparaat tenzij
dit specifiek aangegeven staan in de instructies
voor gebruik.
Het apparaat dient van een aarding te worden
voorzien.
Zorg ervoor dat de voedingskabel lang genoeg is
om de correcte aansluiting mogelijk te maken.
Maak geen gebruik van verlengsnoeren voor de
voedingskabel.
Trek nooit aan de voedingskabel om hem uit het
stopcontact te verwijderen.
Buig de voedingskabel nooit en knel hem nooit
ad. Verzeker u ervan dat de voedingskabel intact
is.
Na de installatie mogen de elektrische
componenten niet bereikbaar zijn voor de
gebruikers.
Raak de bedieningsknoppen nooit aan met natte
handen en maak nooit gebruik van het apparaat
als u op blote voeten staan.
Fysiek of geestelijk mindervalide personen,
kinderen of onervaren personen mogen alleen
van het apparaat gebruik maken als ze voor het
gebruik hiervan ingelicht zijn door een persoon
die voor hun veiligheid en gezondheid
verantwoordelijk is. Het apparaat is niet bedoeld
om ongecontroleerd gebruikt te worden door
mindervalide personen of kinderen.
71
Dit apparaat is gemaakt van recycleerbare of
herbruikbare materialen. De afdanking hiervan
dient in overeenstemming met de plaatselijk
wetgeving voor afvalverwerking uit te worden
gevoerd. Knip, alvorens het apparaat af te
danken, de voedingskabel af zodat het apparaat
niet hergebruikt kan worden.
Neem voor verdere informatie over de
behandeling en recycling van dit product contact
op met het plaatselijke bestuur dat de
gescheiden afvalverzameling regelt of met de
winkel waar u het apparaat gekocht heeft.
VERPAKKINGSMATERIAAL VERWERKEN
Het verpakkingsmateriaal is 100% recyclebaar
zoals tevens door het kringloopsymbool .
wordt aangegeven. De verschillende delen van
het verpakkingsmateriaal mogen niet in het
milieu worden achtergelaten maar dienen in
overeenstemming met de plaatselijke
voorschriften te worden verwerkt.
VERWERKING VAN HET APPARAAT
Dit apparaat is voorzien van het merkteken
volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake
Afgedankte elektrische en elektronische
apparaten (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit apparaat op
correcte wijze afgedankt wordt draagt u bij aan
het voorkomen van de mogelijke negatieve
invloeden op het milieu en de gezondheid.
Het sysmbool op het product of op de
documenten die bij het product horen geven aan
dat het apparaat niet als normaal huisafval
behandeld dient te worden maar dat het naar
een speciaal verzamelcentrum voor elektrische
en elektronische apparaten dient te worden
gebracht alwaar ze worden opgeslagen en
gerecycled.
MILIEUTIPS
AIR CONDITIONER
VOORZORGSMAATREGELEN
Volg de hieronder beschreven instructies
nauwkeurig op:
De langdurige en directe blootstelling aan koude
lucht kan de gezondheid negatief beïnvloeden.
We raden u aan om de jaloezie zo af te stellen
dat de directe stroom koude lucht voorkomen
wordt en in de ruimte deflecteert.
Voorkom dat de luchtstroom in aanraking komt
met gaspitten en kachels.
In het geval van storing schakel eerst het
apparaat uit door op de ON/OFF toets te
drukken op de afstandbediening en koppel het
apparaat vervolgens van de stroomvoorziening
los.
Plaats nooit vreemde voorwerpen op de
buitenunit.
Dit product bevat Gefluorineerde
Broeikasgassen die onder het Kypto Protocol
vallen aangezien het koelgas in een hermetisch
afgesloten systeem zit. Koelgas: R410a is
voorzien van een Aardopwarmingspotentieel
(GWP) 1975.
72
PRODUCTBESCHRIJVING
Binnenunit
1. Luchtaanzuiging
2. Voorpaneel
3. Display paneel
4. Elektrische doos
5. Luchtuitlaat
6. Filter monitor resetknop
7. Jaloezie voor verticale afstelling
8. Jaloezie voor horizontale afstelling
9. Luchtfilter
10.Afstandsbediening
Buitenunit
11. Luchtaanzuiging
12. Leidingen en netsnoer
13. Afvoerslang
Opmerking: Condenswater wordt afgevoerd
tijdens het KOELEN of DROGEN.
14. Luchtuitlaat
De afbeeldingen die in deze instructiehandleiding opgenomen zijn baseren zich op de aanzichten buitenaf
van de standaardmodellen. De vorm en het design variëren per model.
73
CONTROLE PANEEL DISPLAY
INDICATOREN BESCHRIJVING
Temperatuurindicator (1)
Geeft de ingestelde temperatuur weer.
Indicatielampje apparaat in werking (2)
Licht op tijdens de functionering.
Knippert tijdens het ontdooien van de buitenunit.
Indicatielampje timer (3)
Dit brandt tijdens de ingestelde tijd.
Gaat uit als de ingestelde tijd voorbij is.
Sleepindicator (4)
Gaat aan tijdens de sleepmode.
Filter monitor indicator (5)
De filter monitor indicator knippert na 240 uur gebruik om u eraan te herinneren dat het filter
gereinigd dient te worden.
Druk na de reiniging van het filter op de resetknop op de binnenunit achter het voorpaneel om het
knipperen van de filter monitor indicator uit te schakelen.
Noodstopknop ON/OFF (6)
Wordt gebruikt om de unit te controleren door de knop in te drukken als de Afstandbediening niet
functioneert.
Wordt gebruikt om de automatische herstartfunctie in te stellen of te annuleren.
Signaalontvanger (7)
1
2 3 4 5 6 7
74
AFSTANDBEDIENING FUNCTIES EN
INDICATOREN
1. ON/OFF-TOETS
Schakeli het apparaat in of uit door op deze knop te
drukken.
2. TIMER TOETS
Stelt de ingestelde tijd in of annuleert deze.
3-4. TOETSEN VOOR HET INSTELLEN VAN DE
KAMERTEMPERATUUR
Worden gebruikt om de kamertemperatuur te
selecteren. Wordt gebruikt om de tijd in te stellen
in de tijdmode.
5. MODE-TOETS
Wordt gebruikt om de bedieningsmode te
selecteren.
6. TOETS
Wordt gebruikt om de 6th sense functie in te
stellen of te annuleren, ook in stand-by.
7. SLEEP-TOETS
Wordt gebruikt om de Sleep-mode in te stellen of
te annuleren.
8. FAN-TOETS (ventilator)
Wordt gebruikt om de ventilatiesnelheid te
selecteren op automatisch, hoog, gemiddeld of laag.
9. SWING-TOETS
Wordt gebruikt om het kantelen van de verticale
jaloezie te stoppen of te starten en de gewenste
op/neergaande richting van de luchtstroom in te
stellen.
10. JET-TOETS
Wordt gebruikt om snelle koeling te starten of te
stoppen. (Snelle koeling werkt met hoge
ventilatiesnelheid en een automatisch ingestelde
temperatuur van 18°C).
10
6
5
3
2
1
4
9
8
7
INDICATOR SYMBOLEN OP
AFSTANDBEDIENING DISPLAY
Indicator koelen
Indicator drogen
Indicator alleen ventilatie
Indicator verwarmen
Automatische ventilatiesnelheid
Hoge ventilatiesnelheid
Gemiddelde ventilatiesnelheid
Lage ventilatiesnelheid
indicator
Indicator Sleepstand
Jet indicator
Signaaluitzending
Weergave ingestelde temperatuur
Weergave ingestelde timer
Temperatuur afstellen (±2°C) indicator in 6th
sense functie
75
OPSLAG EN TIPS VOOR HET GEBRUIK
VAN DE RC
Plaatsen van de batterijen
Verwijder het batterijklepje in de richting van de
pijl.
Leg nieuwe batterijen in de afstandsbediening en
zorg ervoor dat de (+) en (-) van de batterij op de
juiste manier geplaatst zijn.
Schuif het klepje op zijn plaats terug.
Opmerking:
Gebruik 2 LR03 AAA (1,5 V)-batterijen. Gebruik
geen oplaadbare batterijen.
Vervang de batterijen door nieuwe van hetzelfde
type als het display zwak wordt.
Als de vervanging binnen één minuut uitgevoerd
wordt, blijft de oorspronkelijke instelling van de
afstandsbediening gehandhaafd. Als het
vervangen van de batterijen echter langer dan 3
minuten in beslag neemt, worden alle
instellingen die vooraf zijn ingevoerd
geannuleerd en wordt op de timer nul
aangegeven.
Verwijderen van de batterijen
Verwijder het batterijklepje in de richting van de
pijl.
Druk met uw vingers zachtjes op de plus pool van
de batterij, en trek vervolgens de batterijen uit het
vak.
Deze handelingen dienen te worden uitgevoerd
door volwassenen. Het is kinderen verboden om
de batterijen uit de afstandsbediening te
verwijderen, om het gevaar van het inslikken van
de batterijen te voorkomen.
Het afdanken van de batterijen
Dank de batterijen af als gescheiden gemeentelijk
afval en geef ze af bij een toegankelijk
verzamelpunt.
Om de airconditioner te bedienen, dient u de
afstandsbediening op de signaalontvanger te
richten.
De airconditioner kan met de afstandsbediening tot
een afstand van 7 m worden bediend.
Signaalontvanger
76
BESCHRIJVING BEDIENINGSMODI
Bedieningsmodi
1. Selecteren van de mode
Iedere keer dat de MODE-toets wordt ingedrukt,
verandert de bedieningsmode achtereenvolgens in:
KOELEN DROGEN
ALLEEN VENTILATIE VERWARMEN
De verwarmingsmode is NIET beschikbaar op de
airconditioner voor alleen koelen.
2 "FAN"-mode (ventilatie)
Iedere keer dat de "FAN"-toets ingedrukt wordt,
verandert de ventilatiesnelheid achtereenvolgens
in:
Automatisch Hoog Gemiddeld Laag
In de mode "ALLEEN VENTILATIE" zijn alleen
"High", "Medium" en "Low" beschikbaar.
In de mode "DROGEN" is de luchtstroom
automatisch op "Low" ingesteld; de "FAN"-toets
werkt in dit geval niet.
3. Instellen van de temperatuur
Druk eenmaal om de temperatuurinstelling
met 1°C te verhogen
Druk eenmaal om de temperatuurinstelling
met 1°C te verlagen
*OPMERKING: De verwarmingsmode is NIET
beschikbaar op de modellen met alleen
koelen.
4. Inschakelen
Druk op de -toets. Zodra het apparaat het
signaal ontvangen heeft, gaat de het indicatielampje
"apparaat in werking" van de binnenunit branden.
Wacht tijdens het veranderen van de modi een
aantal seconden en herhaal de handeling als de unit
niet onmiddellijk reageert.
In het geval dat u voor de verwarmingsfunctie kiest
wordt de luchtstroom na 2-5 minuten opgestart.
Beschikbare temperatuurinstellingen
* VERWARMEN, KOELEN 18°C~32°C
DROGEN kan niet ingesteld worden
ALLEEN VENTILATIE kan niet ingesteld worden
77
REGELING VAN DE
LUCHTSTROOMRICHTING
5. Regeling van de luchtstroomrichting
De verticale luchtstroom wordt automatisch
afgesteld op een bepaalde hoek, in
overeenstemming met de bedieningsmode nadat
de unit is ingeschakeld.
U kunt de richting van de luchtstroom ook naar
uw eigen persoonlijke behoefte afstellen door op
de "SWING"-toets op de afstandsbediening te
drukken.
* De verwarmingsmode is alleen beschikbaar voor
modellen met een verwarmingspomp.
Bediening van de verticale luchtstroom (met
de afstandbediening)
Gebruik de afstandsbediening om de hoek voor de
luchtstroom in te stellen.
Kantelen van de luchtstroom
Door eenmaal op de "SWING"-toets te drukken
wordt de verticale jaloezie automatisch omhoog of
omlaag gekanteld.
Gewenste richting van de luchtstroom
Druk nogmaals op de "SWING"-toets tot de
jaloezieën in de gewenste hoek gekanteld zijn.
Bediening van de horizontale luchtstroom
(handmatig)
Draai de bedieningsroedes van de horizontale
jaloezieën om de horizontale
luchtstroom te veranderen, zoals aangegeven
wordt.
Opmerking: De vorm van de unit kan er anders
uitzien dan de airconditioner die u gekocht heeft.
A - Draai de verticale jaloezieën niet handmatig;
anders kan er storing optreden. Als dit
gebeurt, zet dan eerst de unit uit en koppel
het apparaat los van de elektriciteit; sluit het
vervolgens opnieuw aan.
B - Het is beter om de verticale jaloezie niet te
lang schuin naar beneden te laten staan in de
modi KOELEN of DROGEN om te
voorkomen dat er condenswater naar beneden
druppelt.
Bedieningsmode Richting van de luchtstroom
KOELEN, DROGEN Horizontaal
* VERWARMEN, ALLEEN
VENTILATIE
Naar beneden
bedieningsroedes van de
horizontale jaloezieën
78
MODE EN FUNCTIE BESCHRIJVINGEN
6th SENSE-MODE
Druk op de toets, de unit betreedt onmiddellijk de
6th sense mode onafhankelijk van het feit of de unit
in- of uitgeschakeld is.
In deze mode worden temperatuur en
ventilatiesnelheid automatisch ingesteld in
overeenstemming met de actuele kamertemperatuur.
De bedieningsmode en temperatuur worden
bepaald door de binnentemperatuur.
Modellen met verwarmingspomp
Modellen met alleen koelen
-toets werkt niet in de JET-mode.
Opmerking: Temperatuur, luchtstroom en richting worden automatisch geregeld in de 6th Sense-mode.
Als u de temperatuur desondanks nog niet aangenaam vindt, kunt u een verhoging of verlaging van
maximaal 2°C instellen met de afstandsbediening.
Wat u kunt doen met de 6th sense mode
Binnentemperatuur Bedieningsmode Doeltemperatuur
21°C of lager VERWARMEN 22°C
21°C-23°C
ALLEEN
VENTILATIE
23°C-26°C DROGEN
De
kamertemperatuur
neemt met 1,5°C af
nadat de
airconditioner 3
minuten heeft
gewerkt
Hoger dan 26°C KOELEN 26°C
Binnentemperatuur Bedieningsmode Doeltemperatuur
26°C of lager DROGEN
De
kamertemperatuur
neemt met 1,5°C af
nadat de
airconditioner 3
minuten heeft
gewerkt
Hoger dan 26°C KOELEN 26°C
Uw gevoel To e t s Afstellingsprocedure
Onaangenaam vanwege ongeschikt
volume van luchtstroom.
Fan
De snelheid van de binnenventilator wisselt tussen
hoog, gemiddeld en laag, iedere keer dat de toets
wordt ingedrukt.
Onaangenaam vanwege ongeschikte
richting van luchtstroom.
Swing
Als u eenmaal op deze toets drukt, kantelt de
verticale jaloezie om de richting van de verticale
luchtstroom te veranderen. Als u nogmaals op deze
toets drukt, stopt het kantelen. Voor de horizontale
richting van de luchtstroom raadpleeg het
hoofdstuk "Bediening richting luchtstroom".
79
SLEEP-mode
SLEEP-mode kan ingesteld worden in de modi
KOELEN of VERWARMEN.
Deze functie zorgt voor een aangenamere
omgeving om in te slapen.
In de SLEEP-mode,
Stopt het apparaat automatisch na 8 uur.
De ventilatiesnelheid wordt automatisch
ingesteld op lage snelheid.
De ingestelde temperatuur neemt met max. 1
°C toe als het apparaat 2 uur in de mode koelen
functioneert.
De ingestelde temperatuur neemt met maximaal
3°C af als het apparaat 3 uur in de mode
verwarmen functioneert.
*Opmerking: In de koelingsmode verandert de
ingestelde temperatuur niet als de
kamertemperatuur 26°C of hoger is.
Opmerking: Verwarmen is NIET beschikbaar bij
airconditioners met alleen koelen.
JET-mode
•De JET-mode wordt gebruikt om snelle koeling
te starten of te stoppen.
Snelle koeling werkt bij een hoge
ventilatiesnelheid, waarbij de ingestelde
temperatuur automatisch in 18°C gewijzigd
wordt.
JET-mode kan worden ingesteld als het apparaat
functioneert.
In de JET-mode kunt u de richting van de
luchtstroom en de timer instellen. Als u de JET-
mode wilt verlaten, drukt u op een van de
volgende toetsen: JET, MODE, FAN, ON/OFF of
TEMPERATURE SETTING; het display keert dan
terug naar de oorspronkelijke mode.
Opmerking:
De toetsen SLEEP en 6th Sense zijn niet
beschikbaar in de JET-mode.
De JET-toets werkt niet in de
verwarmingsmode.
Het apparaat zal op de JET mode met een
ingestelde temperatuur van 18°C blijven
functioneren als u deze functie niet uitschakeld
door op een van de hierboven genoemde
toetsen te drukken.
80
Timer functie
Het is handig om de timer in te stellen door op de
toets te drukken om voor een aangename
kamertemperatuur te zorgen op het moment dat u
thuis komt.
U kunt tevens de timer zo instellen dat hij
automatisch uitschakeld om een goede nachtrust te
bevorderen.
Timer instellen
Stel de timer in als het apparaat uitgeschakeld is.
Schakelt de timer tijdens de functionering uit.
A - Met het verlopen van de tijd geeft de LCD op de
afstandbediening alleen de resterende tijd en niet
de ingestelde temperatuur weer.
B - De eerder ingestelde tijd wordt opgeslagen en de
volgende tijdinstelling wordt opgestart met de
vorige instellingen.
C - On-timer en Off-timer kunnen niet tegelijkertijd
worden ingesteld.
D - Het kan zijn dat de kamer niet binnen de
ingestelde tijd de gewenste temperatuur bereikt
aangezien dit van de afmetingen van de kamer
afhangt.
Voorbeeld: stel de volgende functionering in na
9.5 uur
1. Stel de gewenste functioneringsmode, temperatuur
en de snelheid van de fan binnenshuis in en druk
vervolgens op de TIMER toets; "h" knippert op het
display.
2. Richt de afstandbediening op de signaalontvanger
van de binnenunit, druk op de of toets als
"h" knippert.
Stel de gewenste tijd in, druk op de TIMER toets, u
hoort een"biep".
A - Timer indicator op de binnenunit gaat aan.
B - "h" houdt op met knipperen.
Druk op de TIMER toets, "h" knippert op het
display, u kunt nu de tijd instellen.
Elke keer dat de of toets wordt
ingedrukt
Zal de ingestelde tijd met 1,5 uur toe- of afnemen
als de gewenste tijd binnen de 10 uur valt.
Zal de tijd met 1 uur toe- of afnemen als de
gewenste tijd langer dan 10 uur is.
De marge die kan worden ingesteld is 0,5 tot 24
uur.
3. Druk wederom op de TIMER om de timer
instelling te wissen: u hoort een "biep" en de timer
indicator op de binnenunit gaat uit.
81
ONDERHOUD
Unit
1. Koppel het apparaat los van de netvoeding
Schakel het apparaat uit alvorens u het van de
netvoeding loskoppelt.
2. Om het voorpaneel te verwijderen trekt u
het naar buiten. (Afb. A).
3. Veeg het apparaat af met een zachte, droge
doek
Gebruik lauwwarm water (kouder dan 40°C) om
het apparaat te reinigen als het zeer vuil is.
4. Gebruik nooit vluchtige stoffen zoals
wasbenzine of poetsmiddel om de unit te
reinigen.
5. Sprenkel nooit water op de binnenunit
Gevaar! Elektrische schok!
6. Plaats het voorpaneel terug en sluit het (Afb.
B).
Plaats het voorpanel terug en sluit hem af door
hem naar beneden te duwen.
Luchtfilter
Het is aan te raden om het luchtfilter te reinigen na
ongeveer 100 uur werking.
Reinig het luchtfilter iedere twee weken als de
airconditioner in een stoffige omgeving wordt
gebruikt.
1. Koppel het apparaat los van de netvoeding
Schakel het apparaat uit alvorens u hem van de
netvoeding loskoppelt en verwijder het luchtfilter .
1. Open het voorpaneel.
2. Druk voorzichtig op het handvat van het filter.
3. Haal het filter naar buiten.
2. Reiniging en herplaatsing van het luchtfilter.
Als het filter erg vuil is, reinig het dan met een
oplossing van lauwwarm water en een neutraal
reinigingsmiddel, en laat het aan de lucht drogen.
After cleaning let it dry.
3. Sluit het voorpaneel
Afb. A
Afb. B
BESCHERMING
Functioneringscondities
Het beveiligingsapparaat kan in de volgende
gevallen losschieten en het apparaat stilzetten.
*Bij modellen voor een tropisch klimaat (T3), is de
temperatuur 52°C in plaats van 43°C.
Als de airconditioner in de modi "KOELEN" of
"DROGEN" werkt met de deur en/of raam
geopend en de relatieve vochtigheid is hoger dan
80%, dan druppelt er dauw naar beneden uit de
luchtuitblazingsuitgang.
VERWARMEN
Temperatuur van de buitenlucht is hoger dan 24°C
Temperatuur van de buitenlucht is lager dan -7°C
Kamertemperatuur is hoger dan 27°C
KOELEN
Temperatuur van de buitenlucht is hoger dan* 43°C
Kamertemperatuur is lager dan 21°C
DROGEN Kamertemperatuur is lager dan 18°C
82
Geluidshinder
Installeer de airconditioner op een plaats die het
gewicht van het apparaat kan houden, zodat het
rustiger kan werken.
Installeer de buitenunit op een plaats waar de
uitgeblazen lucht en het geluid van het apparaat
in werking geen hinder voor uw buren geven.
Plaats geen obstakels voor de luchtuitgang van
de buitenunit, omdat deze de werking van de
airconditioner kunnen beïnvloeden en het
geluidsniveau kunnen verhogen.
Functies van de beveiligingsinrichting
1. Beveiligingsinrichting
Als u de unit opnieuw probeert te starten direct
nadat deze is gestopt of nadat u de mode hebt
gewijzigd terwijl het apparaat in werking was; u
moet 3 minuten wachten.
Als u het apparaat op de netvoeding heeft
aangesloten en het onmiddellijk aanzet, kan er
een vertraging van 20 seconden optreden
voordat het apparaat begint te werken.
2. Als de werking van het apparaat volledig gestopt
is, drukt u op de ON/OFF-toets om het
opnieuw te starten. De timer moet opnieuw
ingesteld worden als deze geannuleerd is.
Functies van de VERWARMINGS-mode
Voorverwarming
2-5 minuten zijn vereist om de binnenunit voor te
verwarmen bij opstart van de VERWARMINGS-
mode.
Ontdooien (buitenunit)
In de mode VERWARMEN ontdooit het apparaat
automatisch om de efficiëntie te verbeteren. Deze
procedure duurt gewoonlijk 2-10 minuten. Tijdens
het ontdooien stoppen de ventilatoren. Nadat het
ontdooien voltooid is, keert het apparaat
automatisch terug naar VERWARMEN.
Opmerking: Verwarming is NIET beschikbaar bij
airconditioners van het model Alleen koelen.
OPSPOREN VAN STORINGEN
Probleem Analyse
Apparaat werkt niet
Is het beveiligingsapparaat of de zekering gesprongen?
Wacht 3 minuten en start het apparaat weer op. De beveiligingsinrichting kan de
functionering van de unit blokkeren.
Zijn de batterijen van de afstandsbediening bijna leeg?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Geen koele of warme
lucht
Is het luchtfilter vuil?
Zijn de uitgangen voor luchtaanzuiging en luchtuitblazing verstopt.
Is de temperatuur goed ingesteld.
Bediening is niet
effectief
Als er een sterke interferentie aanwezig is (zoals zeer grote statische elektriciteit of een
abnormale netspanning), dan zal het apparaat niet op de normale wijze functioneren. Trek
in dit geval de stekker uit het stopcontact en steek deze er na 2-3 seconden weer in.
Apparaat werkt niet
onmiddellijk
Als u de bedieningsmode verandert, kan er een vertraging optreden van 3 minuten.
Er is een eigenaardige
geur
Deze geur kan veroorzaakt worden door andere producten zoals meubels,
sigarettenrook, enz. dat in de unit gezogen wordt en vervolgens met de lucht uitgestoten
wordt.
Er is een geluid van
stromend water te
horen
Normaal gedrag veroorzaakt door het stromen van de koelvloeistof in de air conditioner.
Geluid voor ontdooien tijdens de mode verwarmen.
Krakende geluiden
Dit geluid kan worden veroorzaakt door de uitzetten of inkrimping van het voorpaneel als
gevolg van temperatuurschommelingen.
Er komt damp uit de
uitgang
Is er in de kamer sprake van damp bij lage temperaturen? Normaal gedrag als gevolg van
de uitstoot van koude lucht uit de binnenunit tijdens de modi KOELEN of
VERWARMEN.
Storingen in de functionering zijn vaak te wijten aan kleine oorzaken die zonder de
toepassing van gereedschap kunnen worden verholpen:
83
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
Installatiediagram
OPMERKING: De bovenstaande afbeelding is een vereenvoudigde weergave van de unit; het kan daarom
zijn dat deze niet overeenkomt met de unit die u aangeschaft heeft. De installatie mag alleen uitgevoerd
worden door bevoegd personeel, in overeenstemming met de plaatselijke bedradingsvoorschriften.
Afstand van de wand moet
meer dan 50 mm zijn
Afstand van het plafond
moet meer dan 50 mm zijn
Afstand van de vloer moet
meer zijn dan 2000 mm
Afstand van de wand moet
meer dan 50 mm zijn
Afstand van de
luchtinlaat tot de wand
meer zijn dan 250 mm
Afstand van de
luchtinlaat tot de wand
meer zijn dan 250 mm
Afstand van de luchtuitlaat tot de
wand meer zijn dan 500 mm
Meer dan
250 mm
84
Kiezen van de beste plaats voor installatie
Plaats voor het installeren van de binnenunit
Kies een plaats waar geen obstakels zijn bij de
luchtuitgang, en de lucht gemakkelijk in iedere
hoek geblazen kan worden.
Kies een plaats waar gemakkelijk leidingen
aangelegd en gaten in de wand gemaakt kunnen
worden.
Houd u aan de vereiste afstand van het plafond
en de wand volgens het bedradingsdiagram.
Het luchtfilter moet gemakkelijk verwijderd
kunnen worden.
Houd de unit en de afstandsbediening tenminste
1 m van de televisie, radio enz. vandaan.
Ter voorkoming van de negatieve invloeden van
een fluorescentielamp (tllamp) moet de unit hier
zo ver mogelijk bij uit de buurt worden
gehouden.
Plaats geen voorwerpen nabij de
luchtaanzuigingsopening die deze zouden kunnen
blokkeren.
Plaats de unit op een plaats die het gewicht
ervan kan dragen en die geluid en trillingen van
de unit in werking niet versterkt.
Plaats voor het installeren van de buitenunit
Installeer de buitenunit op een handige en goed
geventileerde plaats.
Installeer het apparaat niet waar vloeibaar gas
zou kunnen lekken.
Houd u aan de vereiste afstand van de wand.
De afstand tussen de Binnen- en Buitenunit dient
5 meter te zijn en kan oplopen tot maximaal 15
meter met een extra lading koelvloeistof.
Installeer de buitenunit nooit op een vuile of
vettige plaats of in de buurt van een
vulkaniserende gasafvoer.
Vermijd het apparaat te installeren aan de kant
van de weg, waar het bevuild zou kunnen
worden met modderwater.
Installeer de unit op een vast draagvlak waar het
geluid van het apparaat in werking niet versterkt
wordt.
Installeer de unit op een plaats waar de
luchtuitgang niet geblokkeerd wordt.
Model Max. Toegestane
lengte van de
slangen bij
Verzending (m)
Limiet Lengte
Slang (m)
Limiet
Hoogteverschil H
(m)
Vereiste
hoeveelheid aan
extra
koelvloeistof
(g/m)
7K~24K 5 15 5 20
Binnenunit
Leidinglengte
max. 15 m
Buitenunit
Hoogte moet minder
zijn dan 5 m
Buitenunit
Leidinglengte
max. 15 m
Binnenunit
Hoogte moet minder
zijn dan 5 m
INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
1. Installeren van de montageplaat
Kies een plaats om de montageplaat te
installeren in overeenstemming met de plaats
van de binnenunit en de richting van de
leidingen.
Stel de montageplaat perfect horizontaal af met
behulp van een waterpas of loodlijn.
Boor gaten van 32 mm diep in de wand om de
plaat te bevestigen.
Steek de plastic pluggen in de gaten en bevestig
de montageplaat met tapschroeven.
Controleer of de montageplaat goed bevestigd
is. Boor vervolgens een gat voor de leiding.
OPMERKING: De vorm van uw montageplaat kan afwijken van die op de afbeelding, maar de
installatiemethode is gelijk.
2. Een gat boren voor de leiding
Bepaal de positie van het gat voor de leiding in
overeenstemming met de plaats van de
montageplaat.
Boor een gat in de wand. Het gat moet licht
naar beneden lopen naar buiten.
Installeer een schuifmof in het gat in de wand
om deze netjes en schoon te houden.
3. Installatie van de leiding van de binnenunit
Bevestig de leidingen (leidingen voor vloeistof en
gas) en de kabels door het gat in de wand vanaf de buitenkant, of bevestig deze vanaf de binnenkant
nadat u de binnenleidingen en kabelaansluitingen tot stand heeft gebracht, zodat de buitenunit erop
aangesloten kan worden.
Bepaal of het plastic gedeelte afgezaagd moet worden, in overeenstemming met de richting van de
leidingen (zie onder).
OPMERKING:
Als u de leiding langs richting 1, 2 of 4 bevestigt, zaag dan het corresponderende plastic deel af van de
binnenunit.
Nadat u de leiding op de juiste manier hebt aangesloten, installeert u de afvoerslang. Sluit vervolgens de
netsnoeren aan. Verpak de leidingen, snoeren en afvoerslang samen in thermisch isolatiemateriaal.
Schuifmof voor wandgat
(harde polyethyleenbuis
die geprepareerd is door
de gebruiker)
Binnen
Buiten
5 mm
(neergaande
richting)
1
2
3
4
Goot
Richting leiding
Plastic
deel
Zaag het plastic deel af langs
de goot
85
Tapschroef
Montage plaat
86
IMPORTANT:BELANGRIJK:
Warmte-isolatie van de verbindingsstukken van de leidingen:
Omwikkel de verbindingsstukken van de leidingen met thermisch isolatiemateriaal en dek ze af met
vinyltape.
Warmte-isolatie van de leidingen:
a. Plaats de afvoerslang onder de leiding.
b. Isolatiemateriaal: polyethyleenschuim van meer dan
6 mm dik.
OPMERKING: De afvoerslang moet geprepareerd
worden door de gebruiker.
De afvoerleiding moet naar beneden lopen voor een
gemakkelijke afvoerstroom.
Draai de afvoerleiding niet, laat haar niet uitsteken
of rondzwaaien, en dompel het uiteinde niet onder
in water. Als er een verlengde afvoerslang wordt
aangesloten op het afvoerleiding, zorg er dan voor
dat deze thermisch geïsoleerd is wanneer u deze
naar de binnenunit leidt.
Als de leiding naar rechts gericht is, moeten de
leiding, het netsnoer en de afvoerleiding thermisch geïsoleerd worden en aan de achterkant van de unit
bevestigd worden met een leidingklem.
A. Steek de leidingklem in de sleuf.
B. Druk om de leidingklem op het ondervlak te bevestigen.
Warmte-isolatie
Omwikkeld met vinyltape
Grote leiding
Thermisch
geïsoleerde buis
Kleine leiding
Netsnoer 1
(voor
verwarmings
pomp)
Ontdooikabel
(voor verwarmings pomp)
Afvoerslang (te preparerei
door de gebruiker)
Netsnoer
Ondervlak
Leidingklem
Ondervlak
Leidingklem
Hier insteken
Ondervlak
Hier
vasthaken
Grote
leiding
Afvoerslang
Kleine
leiding
Grote
leiding
Afvoerslang
Kleine
leiding
87
Leidingaansluiting:
a. Sluit de leidingen van de binnenunit aan met behulp
van twee moersleutels. Let speciaal op de
toegestane torsie zoals hieronder weergegeven
wordt, om te voorkomen dat de leidingen,
aansluitingen en moeren vervormd en beschadigd
worden.
b. Draai ze eerst met de hand vast, en gebruik
vervolgens de moersleutels.
4. De kabel aansluiten
Binnenunit
Sluit het netsnoer op de binnenunit aan door de
draden één voor één op de aansluitklemmen op het
schakelbord aan te sluiten in overeenstemming met
de aansluiting van de buitenunit.
OPMERKING: (afhankelijk van het model)
Om de aansluitingen met de aansluitklem van de
binnenunit uit te voeren moet de kast verwijderd
worden.
Buitenunit
1) Verwijder de toegangsdeur van de buitenunit
door de schroef los te draaien. Sluit de draden één
voor één als volgt aan op de aansluitklemmen op
het schakelbord.
2) Bevestig het netsnoer op het schakelbord met
een kabelklem.
3) Plaats de toegangsdeur terug in de
oorspronkelijke positie en draai de schroef vast.
4) Gebruik een erkende stroomverbreker voor het
24K model tussen de stroomvoorziening en de unit.
Er moet een stroomverbreker aangebracht worden die alle voedingslijnen adequaat kan afsluiten.
Model Afmeting leiding Torsie Moerbreedte Min. dikte
7,9,12,18K Vloeistofzijde (1/4 inch) 1,8kg.m 17mm 0,6mm
24K Vloeistofzijde (3/8 inch) 3,5kg.m 22mm 0,6mm
7,9K Gaszijde (3/8 inch) 3,5kg.m 22mm 0,6mm
12K Gaszijde (1/2 inch) 5,5kg.m 24mm 0,6mm
18,24K Gaszijde (5/8 inch) 7,5kg.m 27mm 0,6mm
Binnenunit
Buitenunit
Voorpaneel
Aansluitklem (binnenin)
Kast
Frame
Toegangsdeur
aansluitklem
(binnen)
88
LET OP:
1. Gebruik een afzonderlijk stroomcircuit specifiek voor de airconditioner. Voor de bedradingsmethode
wordt verwezen naar het schakelingsdiagram op de binnenkant van de toegangsdeur.
2. Controleer of de dikte van de kabel overeenkomt met de specificatie van de stroombron.
3. Controleer de draden en zorg ervoor dat deze allemaal stevig vastzitten nadat u de kabel hebt
aangesloten.
4. Zorg ervoor dat u een aardlekschakelaar installeert in een natte of vochtige omgeving.
Kabelspecificaties
BEDRADINGSDIAGRAM
Zorg ervoor dat de kleur van de draden van de buitenunit en het nummer van de aansluitklem dezelfde
zijn als die van de binnenunit.
Netvoeding van binnenunit, inclusief 7K, 9K, 12K, Model
Vermogen
(BThU/uur)
Netsnoer Netsnoer Netsnoer 1
Netspanning
To e v o e r
(Opmerking)
Ty p e
Normale
doorsnede
Ty p e Normale doorsnede Ty p e
Normale
doorsnede
7K,9K,12K H05VV-F 1,0~1.5mm² X3 H07RN-F 1,0~1,5mm² X3 H05RN-F
0,75mm
2
X2
(verwarmingspomp)
Naar
Binnenunit
18K
H05VV-F
RVV
1,5~2.0mm² X3 H07RN-F 1,5mm² X3 H05RN-F
0,75mm
2
X2
(verwarmingspomp)
Naar
Binnenunit
24K H07RN-F 2,5mm² X3 H07RN-F
1,5mm
2
X3
(verwarmingspomp)
1,5mm
2
X4 (alleen koelen)
H05RN-F
0,75mm
2
X3
(verwarmingspomp)
Naar
Buitenunit
AC L-IN
AC N-IN
1(N)
2(L)
1(N)
3(SI)
2(L)
3(SI)
VERWARMINGSPOMP
Netsnoer
Binnenunit
Aansluitklem
Buitenunit
Aansluitklem
Geel/Groen
Blauw (Grijs)
Bruin
Zwart
Geel/Groen
Blauw (Grijs)
Bruin
Zwart
Verdamper
Schakelbord binnenunit
Netvoeding
YE/GN
BN
BU
89
Netvoeding van binnenunit, inclusief 18K Model
Netvoeding van buitenunit, inclusief 24K Model
Bij deze modellen is de netvoeding aangesloten vanaf de buitenunit door middel van een
stroomonderbreker.
Ontdooiingskabel (alleen voor de airconditioner met verwarmingspomp, en het is een
optioneel onderdeel)
Ontdooiingskabel (alleen voor modellen met verwarmingspomp)
Na aansluiting moet de ontdooiingsdraad goed ingepakt worden met verpakkingstape en
moet de connector in de unit worden gestoken.
Ontdooiingsdraad
(binnen)
Ontdooiingsdraad
(buiten)
VERWARMINGSPOMP
Netsnoer 1
Netsnoer
Binnenunit
Aansluitklem
Buitenunit
Aansluitklem
Bruin
Blauw
Bruin
Blauw
Bruin
Blauw
Bruin
Blauw
Geel/Groen
Geel/Groen
N
L
L1L1
L3L3
L2L2
N
N
L
L
VERWARMINGSPOMP
Netsnoer 1
Netsnoer
Binnenunit
Aansluitklem
Buitenunit
Aansluitklem
Grijs
Zwart
Bruin
Geel/Groen
Bruin
Blauw
Grijs
Zwart
Bruin
Geel/Groen
Bruin
Blauw
Aansluitklem
Netvoeding
90
INSTALLATIE VAN DE BUITENUNIT
1. Installeren van de afvoerpoort en de afvoerslang
(alleen voor model met verwarmingspomp)
Het condenswater wordt afgevoerd vanuit de
buitenunit wanneer de unit in de verwarmingsmode
werkt. Om uw buren niet te hinderen en het milieu te
beschermen, dient u een afvoerpoort en een
afvoerslang te installeren om het condenswater af te
voeren. Het is voldoende om de afvoerpoort en de
rubberen afsluitring op het frame van de buitenunit te
installeren, en vervolgens een afvoerslang aan te sluiten
op de poort, zoals te zien is in de afbeelding rechts.
2. Installeren en bevestigen van de buitenunit
Bevestig de unit met bouten en moeren stevig op een
vlakke en sterke vloer. Als de unit aan de muur of op
het dak wordt geïnstalleerd, zorg er dan voor dat u de
steun goed bevestigt om te voorkomen dat de unit gaat schudden bij hevige trillingen of harde wind.
3. Leidingaansluiting van de buitenunit
• Verwijder de doppen van de 2-wegs- en 3-wegsklep.
• Sluit de leidingen apart op de 2-wegs- en 3-wegskleppen aan, in overeenstemming met de vereiste torsie.
4. Kabelaansluiting van de buitenunit (zie de vorige pagina)
Luchtzuivering
Vochtige lucht in de koelcyclus kan een storing in de compressor veroorzaken. Nadat u de binnen- en buitenunit
geïnstalleerd heeft, dient u lucht en vocht uit de koelcyclus te verwijderen met behulp van een vacuümpomp,
zoals hieronder weergegeven is.
Opmerking: In verband met de in het systeem heersende hoge druk en ter bescherming van het milieu, dient u
ervoor te zorgen dat u de koelvloeistof niet rechtstreeks in de lucht laat vrijkomen.
Afsluitring
Afvoerpoort
Afvoerslang
(te prepareren
door de gebruiker)
Vacuümpomp
Binnenunit
Richting koelvloeistof
3-wegsklep
Servicepoort
(2) Draaien
(8) Vastdraaien
(7) Draaien om de
klep volledig te
openen
Klepdop
(1) Draaien
(8) Vastdraaien
2-wegsklep
(6) 1/4 slag openen
(7) Draaien om de klep volledig te openen
(1) Draaien
Klepdop
(8) Vastdraaien
Aansluiten op de
binnenunit
Diagram 3-wegsklep
Open positie
Spil
Aansluiten op de
buitenunit
Kern klep
Naald
Dop servicepoort
91
Zuiveren van de luchtbuizen:
(1) Draai de doppen van de 2- en 3-wegskleppen los en verwijder ze.
(2) Draai de dop van de serviceklep los en verwijder deze.
(3) Sluit de flexibele slang van de vacuümpomp aan op de serviceklep.
(4) Start de vacuümpomp en laat deze 10-15 minuten draaien, totdat de pomp een absoluut vacuüm van
10 mm Hg bereikt.
(5) Sluit terwijl de vacuümpomp nog draait de lage-drukknop op het spruitstuk van de vacuümpomp. Stop
de vacuümpomp vervolgens.
(6) Open de 2-wegsklep ¼ slag, en sluit deze weer na 10 seconden. Controleer de sluitendheid van alle
verbindingen met behulp van vloeibare zeep of een elektronische lekdetector.
(7) Draai de steel van de 2- en 3-wegsklep. Koppel de flexibele slang van de vacuümpomp los.
(8) Plaats de doppen van alle kleppen terug en draai ze stevig vast.
OPMERKINGEN:
Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt.
Zorg ervoor dat er geen lucht in het koelsysteem komt en dat er geen koelvloeistof lekt wanneer u de
airconditioner verplaatst.
Aard de conditioner op correcte wijze.
Controleer de verbindingskabels en buizen nauwkeurig. Zorg ervoor dat ze correct en stevig zijn
alvorens de stroom van de air conditioner aan te sluiten.
Er moet een lastschakelaar voorzien zijn.
Na de installatie dient de gebruiker de air conditioner te bedienen in overeenstemming met deze
handleiding. Zorg voor een passende opslag voor onderhoud en verwijdering van de air conditioner in
de toekomst.
Het gebruikte soort zekering op de regelaar van de binnenunit is Ø 5x20, met een vermogen van
2.5A/250V of 3.15A/250V.
Waarschuwing: Installeer op dusdanige wijz dat het laagste beweegbare onderdeel van de binnenunit
zich op een minstens 2.4m boven de vloer of hellend niveau bevindt.
Gevaar voor elektrocutie kan leiden tot verwondingen of dood : Koppel alle Remote elektrische
voorzieningen los alvorens onderhoudwerkzaamheden uit te voeren.
Zorg er tijdens het bijvullen van de koelvloeistof aan het systeem voor dat u deze in vloeistof omzet als
de gebruikte koelvloeistof R410a is. Gebeurt dit niet dat kan de chemische samenstelling van de R410a
koelvloeistof in het systeem veranderen en dus de performance van air conditioner negatief
beïnvloeden.
Gezien de aard van de koelvloeistof (R410a), is de druk in de slang erg hoog. Let dus op wanneer u het
apparaat installeert en repareert.
Als het netsnoer beschadigd is, moet het vervangen worden door de Klantenservice of door een
gekwalificeerd technicus, om gevaarlijke situaties te voorkomen.
De air conditioner dient door een professionele ingenieur te worden geïnstalleerd.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22

Whirlpool AMD 010 de handleiding

Type
de handleiding