76
Zuiveren van de luchtbuizen
Warmte-isolatie van de leidingen:
•
Plaats de afvoerslang onder de leiding.
•
Isolatiemateriaal: polyethyleenschuim van meer dan 6 mm dik.
OPMERKING: De afvoerslang moet geprepareerd worden door de
gebruiker.
•
De afvoerleiding moet naar beneden lopen voor een gemakkelijke
afvoerstroom.
•
Draai de afvoerleiding niet, laat haar niet uitsteken of rondzwaaien, en
dompel het uiteinde niet onder in water. Als er een verlengde afvoerslang
wordt aangesloten op het afvoerleiding, zorg er dan voor dat deze
thermisch geïsoleerd is wanneer u deze naar de binnenunit leidt.
•
Als de leiding naar rechts gericht is, moeten de leiding, het netsnoer en de
afvoerleiding thermisch geïsoleerd worden en aan de achterkant van de
unit bevestigd worden met een leidingklem.
1. Steek de leidingklem in de sleuf.
2. Druk om de leidingklem op het ondervlak te bevestigen.
Leidingaansluiting:
•
Sluit de leidingen van de binnenunit aan met behulp van twee
moersleutels. Let speciaal op de toegestane torsie zoals hieronder
weergegeven wordt, om te voorkomen dat de leidingen, aansluitingen en
moeren vervormd en beschadigd worden.
•
Draai ze eerst met de hand vast, en gebruik vervolgens de moersleutels.
Model Afmeting leiding Torsie
Moer-
breedte
Min.
dikte
7-9-12 K Vloeistofzijde (1/4 inch) 1,8 kg/m 17 mm 0,6 mm
7-9 K Gaszijde (3/8 inch) 3,5 kg/m 22 mm 0,6 mm
12 K Gaszijde (1/2 inch) 5,5 kg/m 24 mm 0,6 mm
Ondervlak
Leidingklem
Grote leiding
Netsnoer
Ontdooikabel
(voor
verwarmings
pomp)
Afvoerslang
(te prepareren door de gebruiker)
Kleine leidin
Thermisch
geïsoleerde buis
Ondervlak
Leidingklem
Hier insteken
Grote
leiding
Afvoer
slang
Kleine
leiding
Hier
vasthaken
•
Draai de doppen van de 2- en 3-wegskleppen los en verwijder ze.
•
Draai de dop van de serviceklep los en verwijder deze.
•
Sluit de flexibele slang van de vacuümpomp aan op de serviceklep.
•
Start de vacuümpomp en laat deze 10-15 minuten draaien, totdat de pomp een absoluut vacuüm van 10 mm Hg bereikt.
•
Sluit terwijl de vacuümpomp nog draait de lage-drukknop op het spruitstuk van de vacuümpomp. Stop de
vacuümpomp vervolgens.
•
Open de 2-wegsklep ¼ slag, en sluit deze weer na 10 seconden. Controleer de sluitendheid van alle verbindingen met
behulp van vloeibare zeep of een elektronische lekdetector.
•
Draai de steel van de 2- en 3-wegsklep. Koppel de flexibele slang van de vacuümpomp los.
•
Plaats de doppen van alle kleppen terug en draai ze stevig vast.
OPMERKINGEN:
•
Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt.
•
Zorg ervoor dat er geen lucht in het koelsysteem komt en dat er geen koelvloeistof lekt wanneer u de airconditioner verplaatst.
•
Wanneer u het systeem vult met koelvloeistof, zorg er dan voor dat u deze in vloeibare staat in het systeem giet.
Anders kan de chemische samenstelling van de koelvloeistof (R407c) binnen het systeem veranderen en zo de
werking van de airconditioner beïnvloeden.
•
Laat de airconditioner na installatie proefdraaien, en onthoud details van de werking.
•
Het type zekering in de airconditioner is 50 T, met een nominale waarde van 2,5 A, T, 250 V. U moet een andere
zekering (aanbevolen zekering is 16 A) of andere beveiliging tegen overstroom aanbrengen in het stroomcircuit, in
overeenstemming met de maximale stroomtoevoer.
•
De zekering voor de gehele unit moet verschaft worden door de gebruiker in overeenstemming met de stroom bij maximale
invoer van elektrische energie; of gebruik in plaats van een zekering een ander beveiligingsapparaat tegen overstroom.
•
Alleen de airconditioner kan worden aangesloten op de netvoeding.
•
De stroomaansluiting van de airconditioner moet gedaan worden op de hoofddistributie, die een lage impedantie
moet hebben.
•
Om de geschiktheid van de apparatuur voor de aansluiting te controleren, dient de gebruiker indien nodig advies te
vragen aan het elektriciteitsbedrijf, of de stroomcapaciteit op het interfacepunt voldoende voor de apparatuur is.
•
Zie het typeplaatje op het apparaat voor informatie over energieverbruik.
•
Als het netsnoer beschadigd is, moet het vervangen worden door de Klantenservice of door een gekwalificeerd
technicus om gevaarlijke situaties te voorkomen.
•
De stekker moet altijd toegankelijk blijven, ook na installatie, om deze indien nodig te kunnen loskoppelen. Als dit niet
mogelijk is, sluit het apparaat dan aan op een tweepolige schakelaar met een afstand tussen de contacten van
tenminste 3 mm, die geplaatst wordt op een toegankelijk plaats na installatie.
33933050NL.fm Page 76 Friday, January 14, 2005 3:10 PM