Let op
• Dit apparaat is ontworpen voor gebruik op een auto-
accu van 12 V gelijkstroom, negatief geaard.
• Probeer het apparaat niet te demonteren of aan te
passen.
• Installeer het apparaat niet op locaties waar het de
werking van de airbag hindert.
• Zorg ervoor dat de draden niet onder een schroef
of tussen bewegende onderdelen (b.v. zetelrail)
terechtkomen.
• Voordat u de aansluitingen maakt, moet u het contact
uitzetten om kortsluiting te vermijden.
• Sluit de voedingskabel aan op het apparaat
en de luidsprekers voordat u deze aansluit op de
hulpvoedingsaansluiting.
• Sluit alle aardingskabels op een
gemeenschappelijk aardpunt aan.
• Voorzie niet aangesloten kabels om veiligheidsredenen
altijd van isolatietape.
• Druk niet op het LCD-scherm wanneer u het apparaat
installeert.
• Installeer het apparaat niet als de monitorhoek is
gewijzigd.
Opmerkingen bij de voedingskabel (geel)
• Wanneer u dit apparaat aansluit samen met andere
componenten, moet het vermogen van de aangesloten
autostroomkring groter zijn dan de som van de
zekeringen van elke component afzonderlijk.
• Wanneer het vermogen ontoereikend is, moet u het
apparaat rechtstreeks aansluiten op de accu.
Onderdelenlijst
• De nummers in de afbeelding verwijzen naar die in de
instructies.
• De beugel wordt op het apparaat bevestigd voordat
dit wordt verzonden. Voordat u het apparaat installeert,
moet u de ontgrendelingssleutels gebruiken om de
beugel van het apparaat te verwijderen. Zie "De
beugel verwijderen ()" op de achterkant van dit vel
voor meer informatie.
• Bewaar de ontgrendelingssleutels voor
toekomstig gebruik omdat u deze ook
nodig hebt om het apparaat uit de auto te
verwijderen.
Let op
Houd de beugel voorzichtig vast zodat u uw vingers
niet verwondt.
Greep
Opmerking
Voordat u het apparaat installeert, moet u de grepen aan beide
zijden van de beugel 3,5 mm naar binnen buigen. Als de
grepen recht zijn of naar buiten gebogen, kan het apparaat niet
goed worden bevestigd en kan dit losschieten.
Voorbeeldaansluitingen
Opmerkingen (-
A
)
• Sluit eerst de aardingskabel aan voordat u de versterker
aansluit.
• U hoort de pieptoon alleen als de ingebouwde versterker wordt
gebruikt.
Opmerking (-
B
)
U kunt de optionele apparaten niet tegelijk gebruiken, zelfs
niet als ze op alle aansluitingen zijn aangesloten. Als u een
optioneel apparaat aansluit op BUS CONTROL IN, is AUX3 IN
niet beschikbaar.
Tip (-
B
)
Om twee of meer CD-wisselaars aan te sluiten, hebt u de
bronkeuzeschakelaar XA-C40 (niet bijgeleverd) nodig.
Attenzione
• Questo apparecchio è stato progettato per l’uso solo a
12 V CC con massa negativa.
• Non smontare o modifi care l’unità.
• Non installare l’unità in luoghi in cui potrebbe
interferire con il funzionamento del sistema airbag.
• Evitare che i cavi rimangano bloccati da una vite o
incastrati nelle parti mobili (ad esempio nelle guide
scorrevoli dei sedili).
• Prima di effettuare i collegamenti, spegnere il motore
dell’automobile onde evitare di causare cortocircuiti.
• Collegare il cavo di collegamento dell’alimentazione
all’apparecchio e ai diffusori prima di collegarlo al
connettore di alimentazione ausiliaria.
• Portare tutti i cavi di massa a un punto di
massa comune.
• Per sicurezza, assicurarsi di isolare qualsiasi cavo non
collegato utilizzando del nastro adesivo.
• Durante l’installazione dell’unità, prestare attenzione a
non toccare lo schermo LCD.
• Assicurarsi di non installare l’unità con l’angolazione
del monitor modifi cata.
Note sul cavo di alimentazione (giallo)
• Se questo apparecchio viene collegato in combinazione
con altri componenti stereo, la potenza nominale
dei circuiti dell’automobile deve essere superiore a
quella prodotta dalla somma dei fusibili di ciascun
componente.
• Se la potenza nominale dei circuiti dell’automobile non
è suffi ciente, collegare l’apparecchio direttamente alla
batteria.
Elenco dei componenti
• I numeri nella lista corrispondono a quelli riportati
nelle istruzioni.
• La staffa è applicata all’unità prima della
spedizione. Prima di montare l’unità, utilizzare
le chiavette di rilascio per rimuovere la staffa
dall’unità. Per ulteriori informazioni, vedere
“Rimozione della staffa ()” sul lato opposto del
foglio.
• Conservare le chiavette di rilascio per un
uso futuro in quanto sono necessarie per
rimuovere l’unità dall’auto.
Attenzione
Maneggiare la staffa con cautela per evitare di ferirsi
le mani.
Fermo
Nota
Prima di installare l’unità, accertarsi di ripiegare i fermi presenti
su entrambi i lati della staffa verso l’interno di 3,5 mm. Se i
fermi sono diritti o ripiegati verso l’esterno, l’apparecchio non
verrà installato in modo sicuro e potrebbe fuoriuscire.
Esempio di collegamento
Note (-
A
)
• Assicurarsi di collegare il cavo di messa a terra prima di
collegare l’apparecchio all’amplifi catore.
• L’allarme viene emesso solo se è in uso l’amplifi catore
incorporato.
Nota (-
B
)
Non è possibile utilizzare contemporaneamente i dispositivi
opzionali, anche se questi sono collegati a tutti i terminali. Se
viene collegato un dispositivo opzionale a BUS CONTROL IN,
non è possibile utilizzare AUX3 IN.
Suggerimento (-
B
)
Per collegare due o più cambia CD, occorre utilizzare il selettore
di fonte XA-C40 (non in dotazione).
Installazione/Collegamenti
Montage/Aansluitingen
AV Center
XAV-W1
3-216-786-51 (1)
2007 Sony Corporation Printed in Thailand
Apparecchiatura utilizzata nelle illustrazioni (non in dotazione)
Apparatuur gebruikt in de afbeeldingen (niet bijgeleverd)
Diffusore anteriore
Voorluidspreker
Amplifi catore di potenza
Eindversterker
Diffusore posteriore
Achterluidspreker
Cambia CD
CD-wisselaar
Telecomando a rotazione RM-X4S
Bedieningssatelliet RM-X4S
*
1
Nota per il collegamento dell’antenna
Se l’antenna dell’auto è di tipo ISO (International Organization for
Standardization), utilizzare l’adattatore in dotazione per collegarla. Collegare
prima l’antenna della macchina all’adattatore in dotazione, quindi collegarla alla
presa dell’antenna dell’apparecchio principale.
*
2
Cavo a piedini RCA (non in dotazione)
*
3
Inserire con il cavo rivolto verso l’alto.
*
4
In dotazione con il modello XA-C40
*
5
Per ulteriori informazioni sulla modalità di collegamento del cavo di
commutazione del freno a mano, consultare la sezione “Collegamento del cavo
del freno a mano ()” sul lato opposto.
*
6
Per ulteriori informazioni sul collegamento del cavo di ingresso MIC, consultare
la sezione “Collegamento del microfono ()” sul lato opposto.
*
7
L’audio viene trasmesso da questo terminale solo quando è attivata la ZONE
x ZONE. Il livello di trasmissione di questo terminale è fi sso e non viene
infl uenzato dal comando del volume del presente apparecchio.
*
8
Se viene collegato un dispositivo opzionale a BUS CONTROL IN, non è
possibile utilizzare AUX3 IN.
*
9
Non rimuovere il dispositivo di protezione.
*
1
Opmerking bij de antenne-aansluiting
Indien uw auto is uitgerust met een antenne van het type ISO (International
Organization for Standardization), moet u die aansluiten met behulp van de
bijgeleverde adapter . Sluit eerst de auto-antenne aan op de bijgeleverde
adapter en vervolgens de antennestekker op het hoofdtoestel.
*
2
Tulpstekkersnoer (niet bijgeleverd)
*
3
Plaatsen met het snoer naar boven.
*
4
Geleverd met de XA-C40
*
5
Zie "Parkeerremkabel aansluiten ()" op de achterkant voor meer informatie
over het aansluiten op het schakelsnoer van de parkeerrem.
*
6
Zie "Een microfoon aansluiten ()" op de achterkant voor meer informatie over
aansluiten op de MIC-ingangskabel.
*
7
Het geluid wordt alleen via deze aansluiting uitgevoerd wanneer ZONE x ZONE
is geactiveerd. Deze aansluiting voert het geluid met een vast niveau uit,
ongeacht de volumeregeling van het apparaat.
*
8
Als u een optioneel apparaat aansluit op BUS CONTROL IN, is AUX3 IN niet
beschikbaar.
*
9
Verwijder de beveiliging niet.
× 2
× 8
Diffusore centrale
Middenluidspreker
Subwoofer attivo
Actieve subwoofer
REAR AUDIO
OUT
SUB OUT
CENTER
OUT
FRONT AUDIO
OUT
REAR VIDEO
/
ZxZ AUDIO OUT
BUS AUDIO IN
BUS CONTROL IN
NAVI
/
CAMERA
IN
AUX AUDIO
IN
AUX AUDIO
IN
AUX VIDEO
IN
AUX VIDEO
IN
AUX AUDIO
IN
A
B
Videocamera*
Videocamera*
Dispositivo audio portatile*
Draagbaar audioapparaat*
Dispositivo di gioco*
Gameconsole*
Videocamera
posteriore*
Camera aan de
achterkant*
Monitor*
Monitor*
* non in dotazione
niet bijgeleverd
* non in dotazione
niet bijgeleverd
Selettore di fonte*
Bronkeuzeschakelaar*
XA-C40
L
AUX3 VIDEO IN
REAR VIDEO OUT
ZxZ AUDIO OUT AUX3 AUDIO IN REAR FRONT SUB OUT
CENTER
OUT
BUS AUDIO IN /
R
L
R
A
13 57
24 68
6
57
48
MIC IN
*
6
REVERSE IN
NAVI
/
CAMERA IN
AUX2 AUDIO IN
AUX1 VIDEO IN
AUX2 VIDEO IN
AUX1 AUDIO IN
BUS
CONTROL IN
AUX3 VIDEO
IN
*
8
ZxZ AUDIO
OUT
*
7
BUS AUDIO IN /
AUX3 AUDIO IN
*
8
REMOTE
IN
CENTER
OUT
REAR VIDEO OUT
REAR AUDIO OUT
FRONT AUDIO OUT
SUB OUT
*
1
dall’antenna dell’auto
van een auto-antenne
Fusibile (10 A)
Zekering (10 A)
Rigato blu e bianco
Blauw/wit gestreept
AMP REM
dal connettore di alimentazione dell’auto
van de autovoedingsaansluiting
Per ulteriori informazioni, vedere “Diagramma dei collegamenti di
alimentazione” che si trova sul retro.
Zie "Voedingsaansluitschema" op de achterkant voor meer details.
Alimentazione massima fornita 0,3 A
Max. voedingsstroom 0,3 A
In dotazione con il cambia CD
Geleverd met de CD-wisselaar
Selettore di fonte
(non in dotazione)
Bronkeuzeschakelaar
(niet bijgeleverd)
XA-C40
dal connettore del diffusore dell’auto
van de autoluidsprekeraansluiting
*
3
Monitor (non in dotazione)
Monitor (niet bijgeleverd)
Verde chiaro
Lichtgroen
*
2
*
5
PARKING BRAKE
Le posizioni a polarità negativa 2, 4, 6 e 8 hanno cavi rigati.
De posities voor negatieve polariteit (2, 4, 6 en 8) hebben gestreepte kabels.
1
Viola
Paars
+
Diffusore, posteriore, destro
Luidspreker, achter, rechts
2–
Diffusore, posteriore, destro
Luidspreker, achter, rechts
3
Grigio
Grijs
+
Diffusore, anteriore, destro
Luidspreker, voor, rechts
4–
Diffusore, anteriore, destro
Luidspreker, voor, rechts
5
Bianco
Wit
+
Diffusore, anteriore, sinistro
Luidspreker, voor, links
6–
Diffusore, anteriore, sinistro
Luidspreker, voor, links
7
Verde
Groen
+
Diffusore, posteriore, sinistro
Luidspreker, achter, links
8 –
Diffusore, posteriore, sinistro
Luidspreker, achter, links
Le posizioni 1, 2 e 3 non hanno piedini.
De posities 1, 2 en 3 hebben geen pins.
4
Giallo
Geel
alimentazione continua
continu voeding
5
Blu
Blauw
comando dell’antenna elettrica
automatische antenne
6
Arancione/bianco
Oranje/wit
alimentazione illuminazione commutata
geschakelde voeding voor verlichting
7
Rosso
Rood
alimentazione commutata
geschakelde voeding
8
Nero
Zwart
terra
aarding
*
2
*
2
*
2
*
4
Schema di collegamento
A AMP REMOTE IN di un amplifi catore di
potenza opzionale
Questo collegamento è riservato esclusivamente agli
amplifi catori. Non collegare un tipo di sistema diverso onde
evitare di causare danni all’apparecchio.
Al cavo di interfaccia di un telefono per auto
Al cavo di commutazione del freno a mano
All’apparecchio ausiliare, quale ad esempio
un lettore portatile, un dispositivo di gioco e
così via (non in dotazione).
Suggerimento
È possibile utilizzare il cavo a piedini RCA in dotazione
oppure un modello opzionale.
Alla videocamera posteriore o al dispositivo
di navigazione (non in dotazione)
Al terminale di alimentazione da +12 V del
cavo spia della retromarcia dell’auto (solo se
viene collegata la videocamera posteriore)
Al microfono (non in dotazione)
Avvertenza
Quando si collega l’apparecchio con il cavo di
alimentazione in dotazione , si potrebbe danneggiare
l’antenna elettrica se questa non dispone di scatola a relè.
Note sui cavi di controllo e di alimentazione
• Il cavo (blu) di controllo dell’antenna elettrica fornisce
alimentazione pari a +12 V CC quando si attiva il
sintonizzatore oppure la funzione TA (notiziario sul traffi co) o
AF (frequenza alternativa).
• Se l’automobile è dotata di antenna FM/MW/LW incorporata
nel vetro posteriore/laterale, collegare il cavo (blu) di
controllo dell’antenna elettrica o il cavo (rosso) di ingresso
dell’alimentazione ausiliaria al terminale di alimentazione
del preamplifi catore dell’antenna esistente. Per ulteriori
informazioni, consultare il proprio fornitore.
• Non è possibile usare un’antenna elettrica senza scatola a relè
con questo apparecchio.
Collegamento per la conservazione della memoria
Quando il cavo di ingresso alimentazione giallo è collegato,
viene sempre fornita alimentazione al circuito di memoria anche
quando l’interruttore di accensione è spento.
Note sul collegamento dei diffusori
• Prima di collegare i diffusori spegnere l’apparecchio.
• Usare diffusori di impedenza compresa tra 4 e 8 ohm e con
capacità di potenza adeguata, altrimenti i diffusori potrebbero
venire danneggiati.
• Non collegare i terminali del sistema diffusori al telaio dell’auto
e non collegare i terminali del diffusore destro a quelli del
diffusore sinistro.
• Non collegare il cavo di terra di questo apparecchio al
terminale negativo (–) del diffusore.
• Non collegare i diffusori in parallelo.
• Assicurarsi di collegare soltanto diffusori passivi, poiché
il collegamento di diffusori attivi, dotati di amplifi catori
incorporati, ai terminali dei diffusori potrebbe danneggiare
l’apparecchio.
• Per evitare problemi di funzionamento, non utilizzare i cavi dei
diffusori incorporati installati nell’automobile se l’apparecchio
condivide un cavo comune negativo (–) per i diffusori destro e
sinistro.
• Non collegare fra loro i cavi dei diffusori dell’apparecchio.
Note sui collegamenti
• Se l’amplifi catore e il diffusore non sono collegati
correttamente, “FAILURE” viene visualizzato nel display. In tal
caso, accertarsi che l’amplifi catore e il diffusore siano collegati
correttamente.
• Se viene utilizzato il monitor per i sedili posteriori, collegare il
cavo di commutazione del freno a mano alla massa (terra).
Aansluitschema
Naar AMP REMOTE IN van een optionele
eindversterker
Deze aansluiting is alleen bedoeld voor versterkers. Door
een ander systeem aan te sluiten kan het apparaat worden
beschadigd.
Naar het interface-snoer van een
autotelefoon
Naar het schakelsnoer van de parkeerrem
Naar randapparatuur, zoals een draagbare
mediaspeler, gameconsole, enzovoort (niet
bijgeleverd)
Tip
U kunt het bijgeleverde tulpstekkersnoer of een optioneel
snoer gebruiken.
Naar camera aan de achterkant of
navigatieapparaat (niet bijgeleverd)
Naar de +12 V voedingsaansluiting van de
kabel van het achteruitrijlicht van de auto
(alleen als de camera aan de achterkant
wordt aangesloten)
Naar de microfoon (niet bijgeleverd)
Waarschuwing
Indien u een elektrische antenne hebt zonder relaiskast,
kan het aansluiten van dit apparaat met de bijgeleverde
voedingskabel de antenne beschadigen.
Opmerkingen over de bedienings- en voedingskabels
• De antennevoedingskabel (blauw) levert +12 V gelijkstroom
wanneer u de tuner inschakelt of de AF (Alternative
Frequency) of TA (Traffi c Announcement) functie activeert.
• Wanneer uw auto is uitgerust met een FM/MW/LW-antenne
in de achterruit/zijruit, moet u de antennevoedingskabel
(blauw) of de hulpvoedingskabel (rood) aansluiten op de
voedingsingang van de bestaande antenneversterker.
Raadpleeg uw dealer voor meer details.
• Met dit apparaat is het niet mogelijk een automatische antenne
zonder relaiskast te gebruiken.
Instandhouden van het geheugen
Zolang de gele voedingskabel is aangesloten, blijft de
stroomvoorziening van het geheugen intact, ook wanneer het
contact van de auto wordt uitgeschakeld.
Opmerkingen betreffende het aansluiten van de luidsprekers
• Zorg dat het apparaat is uitgeschakeld, alvorens de
luidsprekers aan te sluiten.
• Gebruik luidsprekers met een impedantie van 4 tot 8 Ohm
en let op dat die het vermogen van de versterker kunnen
verwerken. Als u dit niet doet, kunnen de luidsprekers ernstig
beschadigd raken.
• Verbind in geen geval de aansluitingen van de luidsprekers
met het chassis van de auto en sluit de aansluitingen van de
rechter- en linkerluidspreker niet op elkaar aan.
• Verbind de aardingskabel van dit apparaat niet met de
negatieve (–) aansluiting van de luidspreker.
• Probeer nooit de luidsprekers parallel aan te sluiten.
• Sluit geen actieve luidsprekers (met ingebouwde versterkers)
aan op de luidsprekeraansluiting van dit apparaat. Dit zal
leiden tot beschadiging van de actieve luidsprekers. Sluit dus
altijd uitsluitend luidsprekers zonder ingebouwde versterker
aan.
• Om defecten te vermijden mag u de bestaande
luidsprekerbedrading in uw auto niet gebruiken wanneer er een
gemeenschappelijke negatieve (–) draad is voor de rechter- en
linkerluidsprekers.
• Verbind de luidsprekerdraden niet met elkaar.
Opmerkingen over aansluiten
• Als de luidspreker en versterker niet correct zijn aangesloten,
wordt "FAILURE" op het scherm weergegeven. In dit geval
moet u zorgen dat de luidspreker en versterker correct zijn
aangesloten.
• Als u de monitor gebruikt voor de achterbank, moet u het
schakelsnoer van de parkeerrem aansluiten op de aarding.
ATT
Azzurro
Lichtblauw
*
9
Dispositivo di protezione
Beveiliging
Filtro
Filter