4
7. CONTROLEER OF ALLE SCHROEVEN GOED
VASTZITTEN
Losse of verkeerd geplaatste schroeven en bouten kunnen
ongelukken en schade veroorzaken tijdens het gebruik van
het apparaat. Controleer of alle schroeven en bouten goed
vastzitten en juist aangebracht zijn, voordat u het apparaat
gebruikt.
8. RAAK DE TREKKER NIET AAN ALS U GEEN SPIJKER
WILT AANBRENGEN
Raak de trekker nooit aan als de luchttoevoer aangesloten
is op het apparaat, tenzij u de bedoeling hebt een spijker in
het werkstuk aan te brengen. Het is gevaarlijk het apparaat
met aangehaalde trekker te dragen. Dergelijke en
vergelijkbare handelingen moeten worden vermeden.
9. RICHT DE UITDRIJFOPENING NOOIT OP UZELF OF OP
ANDEREN
Als de uitdrijfopening op andere mensen gericht wordt,
kunnen ernstige ongelukken gebeuren als er onbedoeld
een spijker wordt uitgedreven. Zorg dat de uitdrijfopening bij
het koppelen en loskoppelen van de slang, het laden en
ontladen van de spijkers en vergelijkbare handelingen niet
op mensen gericht is.
10. GEBRUIK DE GESPECIFICEERDE SPIJKERS
(ZIE PAGINA 6)
Het gebruik van andere spijkers dan gespecificeerd zal
storingen in het apparaat veroorzaken. Gebruik alleen de
gespecificeerde spijkers voor dit apparaat.
11. PLAATS DE UITDRIJFOPENING GOED OP HET
WERKSTUKOPPERVLAK
Als u de uitdrijfopening in de neus van het spijkerapparaat
niet op de juiste manier plaatst, kunnen de spijkers omhoog
vliegen, wat erg gevaarlijk is.
12. BRENG GEEN SPIJKERS AAN DICHT LANGS DE
RANDEN EN HOEKEN VAN HET WERKSTUK EN IN
DUN MATERIAAL
Het werkstuk zal waarschijnlijk splijten en de spijker kan
wegvliegen en iemand raken.
13. BRENG GEEN SPIJKERS OVER ANDERE SPIJKERS
AAN
Door spijkers boven op andere spijkers aan te brengen,
kunnen ze afketsen, wat tot verwondingen kan leiden.
14. VERWIJDEREN VAN DE SPIJKERS NA GEBRUIK
Als er na het gebruik nog spijkers in het magazijn zijn,
bestaat het gevaar voor ernstige ongevallen wanneer het
gebruik wordt voortgezet, het apparaat onzorgvuldig
behandeld wordt en bij het aansluiten van de
luchtkoppeling. Verwijder daarom na het gebruik altijd alle
spijkers die nog in het magazijn zitten.
15. CONTROLEER REGELMATIG DE WERKING VAN HET
MATERIAALCONTACT-ACTIVERINGSMECHANISME,
INDIEN AANWEZIG.
Gebruik het apparaat niet als het materiaalcontact-
activeringsmechanisme niet goed werkt. Er kan dan per
ongeluk een spijker worden uitgedreven. Blokkeer de
werking van het materiaalcontact-activeringsmechanisme
niet.
16. BIJ GEBRUIK BUITEN OF OP SCHUINE VLAKKEN
Begin op daken of vergelijkbare schuine vlakken altijd op
het laagste gedeelte en werk geleidelijk naar boven.
Achteruit werken is gevaarlijk, omdat u dan uw evenwicht
kunt verliezen.
Zet de slang vast op een punt dicht bij de plek waar u de
spijkers gaat gebruiken. Er kunnen ongelukken gebeuren
als er per ongeluk aan de slang wordt getrokken of als de
slang vast komt te zitten.
17. GEBRUIK HET APPARAAT NOOIT ALS BEPAALDE
BEDIENINGSELEMENTEN (bijv. TREKKER,
CONTACTARM) NIET WERKEN, NIET AANGESLOTEN
ZIJN, GEWIJZIGD ZIJN OF NIET GOED
FUNCTIONEREN