Zanussi ZDLN7531 Handleiding

Type
Handleiding
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZDLN7531
NL Gebruiksaanwijzing 2
Afwasautomaat
DE Benutzerinformation 27
Geschirrspüler
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-in-
formatie:
www.zanussi.com/support
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste
installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op
een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en
complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder
toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder
toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden
gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
de deur open is.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en
soortgelijke toepassingen, zoals:
2
boerderijen; personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen;
door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en andere
woonomgevingen.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen tussen 0.5
(0.05) / 8 (0.8) bar (MPa)
Volg het maximale aantal 13 plaatsen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Leg het bestek in de besteklade met de scherpe randen naar
beneden of leg ze horizontaal in de besteklade met de scherpe
randen naar beneden.
Laat om ongelukken te voorkomen het apparaat niet onbeheerd
achter met open deur.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
Als het apparaat is voorzien van ventilatieopeningen in de basis,
mogen deze niet worden afgedekt met bijv. een vloerkleed.
Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet
opnieuw worden gebruikt.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
INSTALLATIE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de
ingebouwde structuur installeert omwille van
veiligheidsredenen.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Installeer of gebruik het apparaat niet op een
plek waar de temperatuur onder de 0 °C komt.
Installeer het apparaat op een veilige en
geschikte plaats die aan alle installatie-eisen
voldoet.
www.youtube.com/electrolux
www.youtube.com/aeg
How to install your 60 cm
Dishwasher Sliding Hinge
3
ELEKTRISCHE AANSLUITING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen adapters met meerdere stekkers
en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het netsnoer niet
beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Dit apparaat is voorzien van een 13 A stekker.
Als de zekering van de stekker vervangen moet
worden, moet een ASTA (BS 1362)-zekering
van 13-ampère worden gebruikt (uitsluitend VK
en Ierland).
WATERAANSLUITING
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe
apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.),
moet u, voordat de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen tot het
schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken
zijn tijdens en na het eerste gebruik van het
apparaat.
De watertoevoerslang heeft een
veiligheidsventiel en een omhulsel met een
hoofdkabel aan de binnenkant.
WAARSCHUWING! Gevaarlijke
spanning.
Als de watertoevoerslang beschadigd is, sluit
dan onmiddellijk de waterkraan en haal de
stekker uit het stopcontact. Neem contact op
met de service-afdeling om de
watertoevoerslang te vervangen.
GEBRUIK
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
Vaatwasmiddel is gevaarlijk. Volg de
veiligheidsinstructies op de verpakking van het
wasmiddel op.
Speel niet met het water van het apparaat en
drink het niet op.
Verwijder de borden pas uit het apparaat als het
programma is voltooid. Er kan wat wasmiddel
op de vaat achterblijven.
Bewaar geen voorwerpen en oefen geen druk
uit op de open deur van het apparaat.
Het apparaat kan hete stoom laten ontsnappen
als u de deur opent terwijl er een programma
wordt uitgevoerd.
BINNENVERLICHTING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en
reservelampen die afzonderlijk worden verkocht:
Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn
tegen extreme fysieke omstandigheden in
huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om
informatie te geven over de operationele status
van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in huishoudelijke
ruimten.
Neem contact op met het service-centrum om
de binnenverlichting te vervangen.
SERVICE
Neem contact op met de erkende servicedienst
voor reparatie van het apparaat. Gebruik
uitsluitend originele reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-
professionele reparatie gevolgen kan hebben
voor de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model
is stopgezet: motor, circulatie- en afvoerpomp,
verwarmingstoestellen en
verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en aanverwante
4
apparatuur, waaronder slangen, kleppen, filters
en aquastops, structurele en interne onderdelen
met betrekking tot deurconstructies, printplaten,
elektronische displays, drukschakelaars,
thermostaten en sensoren, software en
firmware, inclusief resetsoftware. Houd er
rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor
professionele reparateurs en dat niet alle
reserveonderdelen relevant zijn voor alle
modellen.
De volgende reserveonderdelen zullen
beschikbaar zijn gedurende 10 jaar nadat het
model is stopgezet: deurscharnieren en -
afdichtingen, andere afdichtingen, spuitarmen,
afvoerfilters, binnenrekken en plastic
randapparatuur zoals manden en deksels.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit
weg.
Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
PRODUCTBESCHRIJVING
5
4
67
9
8
12
2
3
11
10
1
1
Plafondsproeiarm
2
Bovenste sproeiarm
3
Onderste sproeiarm
4
Filters
5
Typeplaatje
6
Zoutreservoir
7
Ventilatie
8
Glansmiddeldoseerbakje
9
Vaatwasmiddeldoseerbakje
10
Bestekkorf
11
Onderkorf
12
Bovenkorf
5
BEAM-ON-FLOOR
De Beam-on-Floor is een lichtstraal die op de vloer
onder de deur van het apparaat verschijnt.
Als een programma start gaat er een rood
lampje aan. Dit blijft aan tijdens de duur van het
programma.
Er gaat een groen lampje branden wanneer het
programma is afgelopen.
Het geluidssignaal klinkt als er zich in het
apparaat een storing voordoet.
De Beam-on-Floor gaat uit wanneer
het apparaat wordt uitgeschakeld.
BEDIENINGSPANEEL
1 2 3 4 5 6
1
Aan-/uittoets/Resetknop
2
Toets uitgestelde start
3
Display
4
Programmatoetsen
5
Optietoetsen
6
AUTO programmatoets
DISPLAY
A AB
A. Indicatielampjes
B. Indicatielampje tijd
CONTROLELAMPJES
Controlelampje Beschrijving
Glansmiddelindicatielampje. Dit is aan als het glansmiddeldoseerbakje bijgevuld
dient te worden. Raadpleeg "Voor eerste ingebruikname".
Zoutindicatielampje. Dit is aan als het zoutreservoir bijgevuld dient te worden. Raad-
pleeg "Voor eerste ingebruikname".
6
Controlelampje Beschrijving
Machine Care -indicatielampje. Dit is aan als het apparaat interne reiniging nodig
heeft met het programmaMachine Care. Raadpleeg "Onderhoud en reiniging".
Indicatielampje droogfase. Dit is aan als een programma met droogfase is gekozen.
Het gaat knipperen wanneer de droogfase loopt. Raadpleeg "Programmaselec-
tie".
PROGRAMMAKEUZE
PROGRAMMA’S
CA B D E
A. 30 min is het kortste programma geschikt
voor het wassen van een lading met niet-
aangekoekt en weinig vuil.
Voorspoelen is een programma voor het
afspoelen van voedselresten van de vaat.
Het voorkomt geurvorming in het apparaat.
U hoeft voor dit programma geen
afwasmiddel te gebruiken.
B. 60 min is een programma dat geschikt is voor
het wassen van een lading met niet-aangekoekt
of weinig aangekoekt vuil.
C. 90 min is een programma dat geschikt is voor
het wassen en drogen van zwaarbevuilde vaat.
D. 160 min is een programma dat geschikt is voor
het wassen en drogen van zwaarbevuilde vaat.
E. ECO is het langste programma en biedt het
meest efficiënte water- en energieverbruik voor
normaal vervuild serviesgoed en bestek. Dit is
het standaard programma voor testinstituten.
1)
OPTIES
U kunt de programmakeuze aanpassen aan uw
behoeften door opties te activeren.
Extra Silent
Deze optie vermindert het geluid dat door het
apparaat wordt gegenereerd. Als deze optie
geactiveerd is, werkt de waspomp geruislozer bij
een langere snelheid. Vanwege de lage snelheid is
de duur van het programma langer.
Extra Power
Deze optie verbetert de wasresultaten van het
geselecteerde programma. De optie verhoogt de
wastemperatuur en verlengt de duur.
Glass Care
Deze optie biedt speciale zorg voor een delicate
lading. De optie voorkomt snelle wijzigingen in de
wastemperatuur van het gekozen programma en
verlaagt het naar 45 °C. Dit behoedt in het
bijzonder glaswerk tegen beschadiging.
AUTO
Dit programma past de wascyclus automatisch aan
aan de type lading.
Het apparaat detecteert de vuilgraad en de
hoeveelheid serviesgoed in de korven. De
temperatuur, de hoeveelheid water en de
programmaduur worden aangepast.
1) Dit programma wordt gebruikt om de naleving van Verordening (EU) 2019/2022 van de Commissie
inzake ecologisch ontwerp te beoordelen.
7
PROGRAMMAOVERZICHT
Programma Type lading
Mate van vervui-
ling
Programmafasen Opties
30 min Vaatwerk
Bestek
Fris Wassen 50 °C
Tussentijdse spoe-
ling
Laatste spoeling
45 °C
AirDry
Extra Power
Glass Care
Voorspoe-
len
Alle soor-
ten vaat
Alle vuil-
graden
Voorspoelen Opties zijn niet van
toepassing op dit
programma.
60 min Vaatwerk
Bestek
Fris
Licht aan-
gekoekt
Wassen 60 °C
Tussentijdse spoe-
ling
Laatste spoeling
50 °C
AirDry
Extra Power
Glass Care
90 min Vaatwerk
Bestek
Potten
Pannen
Normaal
Licht aan-
gekoekt
Wassen 60 °C
Tussentijdse spoe-
ling
Laatste spoeling
55 °C
Drogen
AirDry
Extra Power
Glass Care
160 min Vaatwerk
Bestek
Potten
Pannen
Normaal
tot zwaar
aangekoekt
Voorspoelen
Wassen 60 °C
Tussentijdse spoe-
ling
Laatste spoeling
60 °C
Drogen
AirDry
Extra Power
Glass Care
ECO Vaatwerk
Bestek
Potten
Pannen
Normaal
Licht aan-
gekoekt
Voorspoelen
Wassen 50 °C
Tussentijdse spoe-
ling
Laatste spoeling
60 °C
Drogen
AirDry
Extra Power
Glass Care
Extra Silent
AUTO Vaatwerk
Bestek
Potten
Pannen
Het program-
ma past zich
aan aan de
vuilgraad.
Voorspoelen
Wassen 50 - 60 °C
Tussentijdse spoe-
ling
Laatste spoeling
55 °C
Drogen
AirDry
Opties zijn niet van
toepassing op dit
programma.
8
Programma Type lading
Mate van vervui-
ling
Programmafasen Opties
Machine
Care
Geen la-
ding
Het program-
ma reinigt de
binnenkant
van het appa-
raat.
Raadpleeg
"Onderhoud
en reiniging".
Wassen 65 °C
Tussentijdse spoe-
ling
Laatste spoelgang
AirDry
Opties zijn niet van
toepassing op dit
programma.
Verbruikswaarden
Programma
1)
2)
Water (l) Energieverbruik (kWh) Duur (min.)
30 min 9.3 - 11.4 0.54 - 0.66 30
Voorspoelen 4.1 - 5.1 0.01 - 0.04 15
60 min 10.6 - 12.9 0.80 - 0.93 60
90 min 10.4 - 12.7 0.97 - 1.10 90
160 min 10.8 - 13.2 0.97 - 1.11 160
ECO
10.5
3)
/ 10.5
4)
0.821
3)
/ 0.835
4)
240
3)
/ 240
4)
AUTO 9.6 - 13.1 0.74 - 1.06 120 - 170
Machine Care 8.9 - 10.9 0.58 - 0.70 60
1) De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties en de hoeveelheid vaat
kan de verbruikswaarden veranderen.
2) De waarden voor andere programma's dan ECO zijn slechts indicatief.
3) Conform de 1016/2010 verordening.
4) Conform de 2019/2022 verordening.
Aanwijzingen voor testinstituten
Om de nodige informatie te ontvangen over het
uitvoeren van prestatietesten (bijv. volgens
EN60436 ), stuurt u een e-mail naar:
Vermeld in uw verzoek de productnummercode
(PNC) dat u op het typeplaatje aantreft.
Raadpleeg voor andere vragen betreffende uw
vaatwasmachine het serviceboekje dat met uw
apparaat is meegeleverd.
BASISINSTELLINGEN
U kunt het apparaat configureren door de
basisinstellingen naar uw behoefte te wijzigen.
9
Aantal Instellingen Waarden
Omschrijving
1)
1 Waterhardheid Van niveau 1L
tot niveau 10L
Aanpassen van het niveau van de waterverzach-
ter afgestemd op de hardheid van het water in
uw omgeving.
Fabrieksinstelling: 5L.
2 Niveau glans-
poelsmiddel
Van niveau 0A
tot niveau 6A
Aanpassen van het niveau glansspoelmiddel
volgens de benodigde dosering.
Fabrieksinstelling: 4A.
3 Eindsignaal 1b (aan)
0b (uit)
Het geluidssignaal aan het eind van een pro-
gramma in- of uitschakelen.
Fabrieksinstelling: 0b.
4 Automatische
deur opening
1o (aan)
0o (uit)
Activeer of deactiveer de AirDry.
Fabrieksinstelling: 1o.
5 Toetstonen 1F (aan)
0F (uit)
Activeren of deactiveren van het geluid van de
knoppen als u ze indrukt.
Fabrieksinstelling: 1F.
6 Laatste pro-
grammakeuze
1H (aan)
0H (uit)
In- of uitschakelen van de automatische keuze
van het laatst gebruikte programma en de op-
ties.
Fabrieksinstelling: 0H.
1) Raadpleeg de informatie in dit hoofdstuk voor meer details.
U kunt de basisinstelling in de instellingsmodus
wijzigen. Instructies voor het configureren van het
apparaat vindt u verderop in dit hoofdstuk.
Wanneer het apparaat in de instellingenmodus
staat, toont het display een cijfer en een letter. Voor
elke instelling wordt een speciale letter
weergegeven. De speciale letters zijn aangegeven
in de tabel.
De volgorde van de basisinstellingen die in de tabel
worden weergegeven, is dezelfde volgorde van de
instellingen in instellingenmodus.
DE WATERONTHARDER
De waterontharder verwijdert mineralen van de
watertoevoer die een nadelige invloed hebben op
de wasresultaten en het apparaat.
Hoe hoger het gehalte van deze mineralen, des te
harder is het water. De waterhardheid wordt
gemeten in de volgende gelijkwaardige schalen.
De waterontharder moet worden afgesteld op de
hardheid van het water in uw woonplaats. Uw
waterleidingbedrijf kan u informeren over de
hardheid van het water in uw woonplaats. Het is
belangrijk om het correcte niveau voor de
waterontharder in te stellen voor goede
wasresultaten.
Waterhardheid
Duitse hardheid
(°dH)
Franse hardheid
(°fH)
mmol/l
Clarke-hard-
heid
Wateronthardingsni-
veau
47 - 50 84 - 90 8,4 - 9,0 58 - 63 10
43 - 46 76 - 83 7,6 - 8,3 53 - 57 9
10
Duitse hardheid
(°dH)
Franse hardheid
(°fH)
mmol/l
Clarke-hard-
heid
Wateronthardingsni-
veau
37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 8
29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 7
23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 6
19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27
5
1)
15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 4
11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 3
4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 2
<4 <7 <0,7 < 5
1
2)
1) Fabrieksinstelling.
2) Gebruik geen zout op dit niveau.
Stel ongeacht het gebruikte soort wasmiddel
het juiste waterhardheidniveau in om de
bijvulindicator voor zout geactiveerd te
houden.
Multivaatwastabletten die zout
bevatten zijn niet effectief genoeg als
waterontharder.
Regeneratieproces
Voor de juiste werking van de waterontharder moet
de hars van de ontharder regelmatig worden
geregenereerd. Dit proces is automatisch en maakt
deel uit van de normale vaatwasmachinewerking.
Wanneer de voorgeschreven hoeveelheid water (zie
waarden in de tabel) is gebruikt sinds het vorige
regeneratieproces, wordt een nieuw
regeneratieproces gestart tussen de laatste
spoeling en het einde van het programma.
Wateronthardingsni-
veau
Hoeveelheid water (l)
1 250
2 100
3 62
4 47
5 25
6 17
Wateronthardingsni-
veau
Hoeveelheid water (l)
7 10
8 5
9 3
10 3
In het geval van de hoge wateronthardersinstelling
kan dit ook in het midden van het programma
gebeuren, vóór het spoelen (tweemaal tijdens een
programma). De start van de regeneratie heeft
geen invloed op de cyclusduur, tenzij deze
plaatsvindt in het midden van een programma of
aan het einde van een programma met een korte
droogfase. In dat geval verlengt de regeneratie de
totale duur van een programma met nog eens 5
minuten.
Vervolgens kan het spoelen van de waterontharder
wat 5 minuten duurt, beginnen in dezelfde cyclus of
aan het begin van het volgende programma. Deze
activiteit verhoogt het totale waterverbruik van een
programma met 4 liter en het totale energieverbruik
van een programma met 2 Wh. Het spoelen van de
waterontharder eindigt met een volledige afvoer.
Elke uitgevoerde waterontharderspoeling (mogelijk
meer dan één in dezelfde cyclus) kan de
programmaduur met nog eens 5 minuten verlengen
wanneer deze op enig moment aan het begin of in
het midden van een programma plaatsvindt.
11
Alle in deze paragraaf genoemde
verbruikswaarden worden bepaald
volgens de huidige geldende norm in
laboratoriumomstandigheden met
waterhardheid 2,5 mmol/l volgens de
verordening 2019/2022
(waterontharder: niveau 3).
De druk en de temperatuur van het
water en de variaties van de
netvoeding kunnen de waarden
veranderen.
HET GLANSSPOELMIDDELNIVEAU
Met glansspoelmiddel wordt het serviesgoed
zonder vlekken of strepen gedroogd. Het wordt
automatisch vrijgegeven tijdens de warme
spoelfase. Het is mogelijk om de vrijgegeven
hoeveelheid glansspoelmiddel in te stellen.
Als het glansspoelmiddelreservoir leeg is, gaat de
glansspoelmiddelindicator branden om aan te
geven dat u glansspoelmiddel moet bijvullen. Als u
tevreden bent met de droogresultaten bij het
gebruik van alleen multitabletten, kunt u de
aanduiding van het doseerbakje en het lampje
deactiveren. Gebruik echter voor de beste
droogprestaties altijd glansspoelmiddel en houdt
het lampje van het glansspoelmiddel actief.
Om het glansspoelmiddeldoseerbakje en -lampje te
deactiveren, stelt u het niveau van
glansspoelmiddel in op 0A.
EINDSIGNAAL
U kunt een geluidssignaal activeren dat klinkt bij het
beëindigen van het programma.
Er klinken ook geluidssignalen als er
zich in het apparaat een storing
voordoet. Het is niet mogelijk deze
geluidssignalen uit te schakelen.
AIRDRY
AirDry verbetert de droogresultaten. Tijdens de
droogfase opent de deur van het apparaat
automatisch en blijft op een kier staan.
AirDry wordt bij alle programma's behalve
Voorspoelen automatisch geactiveerd.
LET OP! Probeer de deur van het
apparaat niet binnen 2 minuten na
automatisch openen te sluiten. Dit kan
het apparaat beschadigen.
LET OP! Als kinderen toegang tot het
apparaat hebben, adviseren we AirDry
te deactiveren. Het automatisch
openen van de deur kan een gevaar
vormen.
Als AirDry de deur opent, is Beam-on-
Floor mogelijk niet volledig zichtbaar.
Kijk naar het bedieningspaneel om te
zien of het programma is voltooid.
GELUIDEN
De knoppen op het bedieningspaneel maken een
klikgeluid als u ze indrukt. U kunt dit geluid
uitschakelen.
LAATSTE PROGRAMMAKEUZE
U kunt de automatische keuze van het laatst
gebruikte programma en de opties instellen.
Het laatste programma dat werd voltooid voordat
het apparaat uitging, wordt opgeslagen. Het wordt
automatisch gekozen nadat u het apparaat
activeert.
Als de laatste programmakeuze wordt
uitgeschakeld, wordt het standaard programma
ECO.
SETTING MODE
Instellingenmodus ingaan
U kunt de instellingenmodus ingaan voordat een
programma start. U kunt de instelllingenmodus niet
ingaan als er een programma draait.
12
Om de instellingenmodus in te gaan, houdt u
tegelijkertijd 30 min en ECO ingedrukt gedurende
ongeveer 3 seconden.
De lampjes die verband houden met 60
min, 90 min en 160 min zijn aan.
Het display toont de huidige waarde van de
eerste beschikbare instelling.
Navigeren in de instellingenmodus
U kunt met gebruik van de programmatoetsen in de
instellingenmodus navigeren.
CA B
A. Vorige toets
B. OK toets
C. Volgende toets
Gebruik Vorige en Volgende om te schakelen
tussen de basisinstellingen en om hun waarde te
wijzigen.
Gebruik OK om in de gekozen instelling te gaan en
de gewijzigde waarde te bevestigen.
Een instelling wijzigen
Zorg dat het apparaat in de instellingsmodus staat.
1. Gebruik Vorige of Volgende om de gewenste
instelling te selecteren.
Het display toont de huidige instellingswaarde (een
cijfer en de speciale letter).
2. Druk op OK om de instelling te bevestigen.
De huidige instelling knippert.
3. Druk op Vorige of Volgende om de waarde te
veranderen.
4. Druk op OK om de instelling te bevestigen.
De nieuwe instelling is opgeslagen.
Het apparaat keert terug naar de
basisinstellingenlijst.
5. Druk tegelijkertijd op 30 min en ECO en houd
ze ongeveer 3 seconden ingedrukt om de
instellingenmodus te verlaten.
Het apparaat keert terug naar de programmakeuze.
Opgeslagen instellingen blijven geldig totdat u ze
opnieuw wijzigt.
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
1. Controleer of het ingestelde stand van de
waterontharder juist is voor de
waterhardheid in uw omgeving. Indien
niet, stel dan de stand van de
waterontharder juist in.
2. Vul het zoutreservoir.
3. Vul het glansspoelmiddeldoseerbakje.
4. Draai de waterkraan open.
5. Start het programma 30 min om eventuele
resten uit het fabricageproces te verwijderen.
Gebruik geen afwasmiddel en plaats geen vaat
in de korven.
Na het starten van het programma laadt het
apparaat de hars in de waterverzachter maximaal 5
minuten op. De wasfase start pas nadat deze
procedure voltooid is. De procedure wordt
regelmatig herhaald.
HET ZOUTRESERVOIR
LET OP! Gebruik uitsluitend grof zout
dat voor vaatwassers is gemaakt. Fijn
zout verhoogt het risico op corrosie.
Het zout wordt gebruikt om de hars in de
waterontharder te herladen en voor goede
wasresultaten voor dagelijks gebruik.
Het zoutreservoir vullen
1. Draai de dop linksom om het zoutreservoir te
openen.
2. Doe 1 liter water in het zoutreservoir (alleen de
eerste keer).
3. Vul het zoutreservoir met vaatwasserzout
(totdat het vol is).
4. Schud de trechter voorzichtig bij het handvat
om de laatste korrels erin te krijgen.
13
5. Verwijder het zout rond de opening van het
zoutreservoir.
6. Draai de dop van het zoutreservoir rechtsom
om het zoutreservoir te sluiten.
LET OP! Water en zout kunnen uit het
zoutreservoir stromen als u het bijvult.
Start na het bijvullen van het
zoutreservoir onmiddellijk het korste
programma om corrosie te voorkomen.
Doe geen vaat in het manden.
HET VULLEN VAN HET
GLANSMIDDELDOSEERBAKJE
A
B
C
LET OP! Gebruik alleen
glansspoelmiddel voor vaatwassers.
1. Open het deksel (C).
2. Vul het glansmiddeldoseerbakje (B) niet verder
dan de aanduiding ''MAX''.
3. Verwijder gemorst glansmiddel met een
absorberend doekje om te voorkomen dat er te
veel schuim ontstaat.
4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat de deksel op
zijn plaats dicht klikt.
Vul het glansmiddeldoseerbakje bij
wanneer de indicatie (A) helder wordt.
DAGELIJKS GEBRUIK
1. Draai de waterkraan open.
2. Houd ingedrukt totdat het apparaat wordt
geactiveerd.
3. Vul het zoutreservoir bij als het leeg is.
4. Vul het glansspoelmiddelreservoir bij als het
leeg is.
5. Ruim de korven in.
6. Voeg vaatwasmiddel toe.
7. Een programma selecteren en starten
8. Sluit de waterkraan als het programma voltooid
is.
14
VAATWASMIDDEL GEBRUIKEN
A
B
C
LET OP! Gebruik uitsluitend
vaatwasmiddelen die specifiek zijn
bedoeld voor gebruik in vaatwassers
1. Druk op de ontgrendelknop (A) om de deksel
te openen (C).
2. Doe de vaatwastablet of het poeder in het
doseerbakje (B).
3. Plaats een kleine hoeveelheid van het
vaatwasmiddel in de binnenkant van de deur
van het apparaat als het programma een
voorwasfase heeft.
4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat de deksel op
zijn plaats dichtklikt.
HOE U EEN PROGRAMMA KIEST EN START
1. Druk op de toets van het desbetreffende
programma dat u wilt instellen.
Het lampje van de knop gaat aan.
Op het display wordt de programmaduur
weergegeven.
2. Activeer van toepassing zijnde opties indien
gewenst.
3. Sluit de deur van de afwasmachine om het
programma te starten.
HOE U HET PROGRAMMA KIEST EN START
VOORSPOELEN
1. Houd om Voorspoelen te selecteren 30 min 3
seconden ingedrukt.
Het lampje van de knop gaat aan.
Op het display wordt de programmaduur
weergegeven.
Opties zijn niet van toepassing op dit
programma.
2. Sluit de deur van de afwasmachine om het
programma te starten.
OPTIES ACTIVEREN
1. Selecteer een programma.
2. Druk op de toets van het desbetreffende
programma dat u wilt activeren.
Het lampje van de knop gaat aan.
Het display geeft de bijgewerkte
programmaduur weer.
Standaard moeten opties elke keer u
een programma start worden
geactiveerd.
Indien de laatste programmakeuze
wordt ingeschakeld, worden de
opgeslagen opties automatisch met
het programma geactiveerd.
De opties kunnen niet worden in- of
uitgeschakeld als een programma
eenmaal in werking is.
Niet alle opties kunnen met elkaar
worden gecombineerd.
Het activeren van opties kan het
water- en energieverbruik verhogen en
de programmaduur verlengen.
HOE U HET PROGRAMMA KIEST EN START
AUTO
1. Druk op AUTO.
Het lampje van de knop gaat aan.
Op het display wordt de programmaduur
weergegeven.
Opties zijn niet van toepassing op dit
programma.
2. Sluit de deur van de afwasmachine om het
programma te starten.
Het apparaat neemt het type lading waar en past
aan naar een geschikte wascyclus. Tijdens de
cyclus werken de sensoren verschillende keren en
de aanvankelijke programmaduur kan verminderen.
DE START VAN EEN PROGRAMMA
UITSTELLEN
1. Selecteer een programma.
2. Blijf op drukken tot het display de
uitgestelde tijd toont die u wilt instellen (van 1
tot 24 uur).
Het lampje van de knop gaat aan.
3. Sluit de deur van het apparaat om het aftellen
te starten.
15
Tijdens het aftellen is het niet mogelijk de uitsteltijd
en de programmakeuze te wijzigen.
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het
programma gestart.
DE UITGESTELDE START ANNULEREN
TIJDENS HET AFTELLEN
Houd ongeveer 3 seconden ingedrukt.
Het apparaat keert terug naar de programmakeuze.
Als u de uitgestelde start annuleert,
moet u het programma opnieuw
instellen.
HET ANNULEREN VAN EEN ACTIEF
PROGRAMMA
Houd ongeveer 3 seconden ingedrukt.
Het apparaat keert terug naar de programmakeuze.
Controleer of er vaatwasmiddel in het
vaatwasmiddelbakje aanwezig is
voordat u een nieuw programma start.
DE DEUR OPENEN ALS HET APPARAAT IN
WERKING IS
Als u de deur opent terwijl een programma loopt,
stopt het apparaat. Dit kan het energieverbruik en
de programmaduur beïnvloeden. Als u de deur
weer sluit, gaat het apparaat verder vanaf het
moment van onderbreking.
Als de deur tijdens de droogfase
langer dan 30 seconden wordt
geopend, stopt het lopende
programma. Dit gebeurt niet als de
deur wordt geopend door de functie
AirDry.
DE AUTO OFF-FUNCTIE
Deze functie bespaart energie door het apparaat uit
te schakelen als het niet in werking is.
De functie gaat automatisch aan:
Als het programma is voltooid.
Als er na 5 minuten nog geen programma is
gestart.
EINDE VAN HET PROGRAMMA
Nadat het programma is voltooid, verschijnt 0:00
op het display.
De functie Auto Off schakelt het apparaat
automatisch uit.
Alle knoppen zijn inactief behalve de aan/uit knop.
AANWIJZINGEN EN TIPS
ALGEMEEN
Volg de onderstaande tips om te zorgen voor
optimale schoonmaak- en droogresultaten en ook
het milieu te helpen beschermen.
Het afwassen in de vaatwasser volgens de
instructies in de gebruikershandleiding verbruikt
meestal minder water en energie dan het
afwassen met de hand.
Laad de vaatwasser volledig in om water en
energie te besparen. Voor de beste
reinigingsresultaten plaatst u items in de korven
volgens de instructies in de
gebruikershandleiding en overbelast u de korven
niet.
Spoel de vaat niet eerst af. Het verhoogt het
water- en energieverbruik. Kies indien nodig een
programma met voorwasfase.
Verwijder grotere voedselresten van de borden
en lege bekers en glazen voordat u ze in het
apparaat plaatst.
Week kookgerei met stevig vastgekookt of
vastgebakken voedsel of poets het lichtjes
voordat u het in het apparaat wast.
Zorg ervoor dat de vaat in de manden elkaar
niet raakt of overlapt. Alleen dan kan het water
de vaat volledig bereiken en wassen.
U kunt apart vaatwasmiddel, glansmiddel en
zout gebruiken of kiezen voor het gebruik van
multitabletten (bijv. ''alles-in-1''). Volg de
instructies op de verpakking.
Kies een programma op basis van het type
lading en de mate van bevuiling. ECO biedt het
meest efficiënte gebruik van water en
energieverbruik.
Om kalkaanslag in het apparaat te voorkomen:
Vul de zoutcontainer indien nodig bij.
Gebruik de aanbevolen dosering van het
wasmiddel en spoelglansmiddel.
Controleer of het ingestelde stand van de
waterontharder juist is voor de
waterhardheid in uw omgeving.
Volg de instructies in het hoofdstuk
"Onderhoud en reiniging".
16
GEBRUIK VAN ZOUT, GLANSMIDDEL EN
VAATWASMIDDEL
Gebruik enkel zout, glansmiddel en
vaatwasmiddel voor vaatwassers. Overige
producten kunnen het apparaat beschadigen.
Maar in gebieden met hard en erg hard water
raden we het gebruik aan van standaard
vaatwasmiddel (poeder, gel, tabletten zonder
extra middelen), met afzonderlijk glansmiddel en
zout voor optimale reinigings- en
droogresultaten.
Vaatwasmiddeltabletten lossen bij korte
programma's niet geheel op. Om te voorkomen
dat vaatwasmiddelresten op het servies
achterblijven, raden we u aan om tabletten enkel
bij lange programma's te gebruiken.
Gebruik altijd de juiste hoeveelheid wasmiddel.
Onvoldoende dosering van het wasmiddel kan
leiden tot slechte reinigingsresultaten en
hardwaterfilmen of vlekken op de voorwerpen.
Het gebruik van te veel wasmiddel met zacht of
verzacht water resulteert in wasmiddelresten op
de borden. Pas de hoeveelheid wasmiddel aan
op basis van de waterhardheid. Zie de
instructies van de vaatwasmiddelfabrikant.
Gebruik altijd de juiste hoeveelheid
spoelglansmiddel. Onvoldoende dosering van
spoelglansmiddel vermindert de
droogresultaten. Het gebruik van te veel
spoelglansmiddel resulteert in blauwachtige
lagen op de items.
Controleer of het wateronthardersniveau correct
is. Als het niveau te hoog is, kan de verhoogde
hoeveelheid zout in het water leiden tot roest op
bestek.
WAT MOET U DOEN ALS U WILT STOPPEN
MET HET GEBRUIK VAN MULTITABLETTEN
Volg de volgende stappen voordat u begint met het
gebruiken van apart wasmiddel, zout en
glansspoelmiddel:
1. Stel het hoogste niveau van de waterontharder
in.
2. Zorg ervoor dat het zout- en het
glansspoelmiddeldoseerbakje gevuld zijn.
3. Start het 30 min-programma. Voeg geen
afwasmiddel toe en plaats vaat in de korven.
4. Als het programma is voltooid, wijzigt u de
waterontharder in de waterhardheid van uw
omgeving.
5. Stel de hoeveelheid glansspoelmiddel in.
VOOR HET STARTEN VAN EEN
PROGRAMMA
Zorg er, voordat u het gekozen programma start,
voor dat:
De filters schoon zijn en correct zijn geplaatst.
De dop van het zoutreservoir goed dicht zit.
De sproeiarmen niet zijn verstopt.
Er regenereerzout en glansmiddel is
toegevoegd (tenzij u gecombineerde
afwastabletten gebruikt).
De positie van de items in de mandjes correct
is.
Het programma geschikt is voor het type lading
en de mate van bevuiling.
De juiste hoeveelheid afwasmiddel is gebruikt.
DE MANDJES INRUIMEN
Gebruik altijd de hele ruimte van de mandjes.
Gebruik het apparaat uitsluitend om
afwasmachinebestendige voorwerpen af te
wassen.
Was in het apparaat geen items gemaakt van
hout, hoorn, aluminium, tin en koper, omdat ze
kunnen barsten, kromtrekken, verkleuren of
putjes kunnen krijgen.
Reinig geen voorwerpen in het apparaat die
water kunnen absorberen (sponzen,
keukenhanddoeken).
Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en
pannen) met de opening naar beneden.
Zorg er voor dat glazen items elkaar niet
aanraken.
Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg
ervoor dat de voorwerpen niet kunnen
verschuiven.
Doe bestek en kleine items in het bestekmand.
Beweeg de bovenste korf naar boven om grote
voorwerpen in de onderste korf te kunnen
plaatsen.
Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen
ronddraaien voordat u een programma start.
DE REKKEN UITRUIMEN
1. Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het
apparaat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor
beschadigingen.
2. Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek
uit.
Na voltooiing van het programma kan
er zich aan de binnenkant van het
apparaat nog water bevinden.
17
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Schakel het
apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht (met
uitzondering van het uitvoeren van het
programma Machine Care).
Vuile filters en verstopte sproeiarmen
hebben een negatief effect op de
wasresultaten. Controleer deze
onderdelen regelmatig en reinig ze zo
nodig.
MACHINE CARE
Machine Care is een programma dat is ontworpen
om de binnenkant van het apparaat met optimale
resultaten te reinigen. Het verwijderd kalkaanslag
en vetresten.
Als het apparaat reiniging nodig acht, gaat het
lampje aan. Start het programma Machine Care
om de binnenkant van het apparaat te reinigen.
Hoe ga ik te werk om het programma
Machine Care te starten
Reinig voordat u het programma
Machine Care start, de filters en
sproeiarmen.
1. Gebruik een ontkalker of schoonmaakproduct
dat specifiek is bestemd voor vaatwassers.
Volg de instructies op de verpakking. Doe geen
vaat in het korven.
2. Druk tegelijkertijd op Extra Power en AUTO
en houd ze ongeveer 3 seconden ingedrukt.
De lampjes en Extra Power knipperen. Op het
display wordt de programmaduur weergegeven.
3. Sluit de deur van de afwasmachine om het
programma te starten.
Als het programma is voltooid, gaat lampje uit.
DE BINNENKANT VAN DE MACHINE
REINIGEN
Reinig het apparaat zorgvuldig, inclusief de
rubberen afdichting van de deur, met een
zachte, vochtige doek.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
scherpe voorwerpen, sterke chemicaliën,
pannensponsjes of oplosmiddelen.
Gebruik om de prestaties van uw apparaat te
onderhouden minstens elke twee maanden een
reinigingsproduct dat specifiek is ontwikkeld
voor vaatwassers. Volg de instructies op de
verpakking van de producten zorgvuldig op.
Start voor optimale schoonmaakresultaten het
programma Machine Care.
VERWIJDEREN VAN VREEMDE
VOORWERPEN
Controleer de filters en de opvangbak na elk
gebruik van de vaatwasser. Vreemde voorwerpen
(bijv. stukken glas, plastic, botten of tandenstokers,
enz.) verminderen de reinigingsprestaties en
kunnen schade aan de afvoerpomp veroorzaken.
1. Demonteer het filtersysteem volgens de
instructies in dit hoofdstuk.
2. Verwijder alle vreemde voorwerpen met de
hand.
LET OP! Als u de voorwerpen niet
kunt verwijderen, neem dan
contact op met een erkend
servicecentrum.
3. Monteer de filters opnieuw volgens de
instructies in dit hoofdstuk.
BUITENKANT REINIGEN
Maak het apparaat schoon met een vochtige,
zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes
of oplosmiddelen.
DE FILTERS REINIGEN
Het filtersysteem bestaat uit 3 delen.
1. Draai de filter (B) linksom en verwijder die.
18
2. Verwijder de filter (C) uit de filter (B).
3. Verwijder de platte filter (A).
4. Was de filters.
5. Zorg ervoor dat er geen etensresten of vuil in of
rond de rand van de opvangbak zitten.
6. Plaats de platte filter (A) terug op zijn plaats.
Zorg ervoor dat het goed onder de 2
geleidingen zit.
7. Plaats de filters (B) en (C) terug.
8. Plaats de filter (B) terug in de platte filter (A).
Rechtsom draaien tot het vastzit.
LET OP! Een onjuiste plaatsing van de
filters kan leiden tot slechte
wasresultaten en het apparaat
beschadigen.
DE ONDERSTE SPROEIARM
SCHOONMAKEN
We raden u aan om de onderste sproeiarm
regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat
vuil de gaten verstopt.
Verstopte gaten kunnen onbevredigende
wasresultaten opleveren.
1. Trek de onderste sproeiarm naar boven om
deze te verwijderen.
19
2. Reinig de sproeiarm onder stromend water.
Gebruik een smal en puntig gereedschap, bijv.
een tandenstoker, om de vuildeeltjes uit de
gaten te verwijderen.
3. Duw de sproeiarm naar beneden om deze weer
terug te plaatsen.
DE BOVENSTE SPROEIARM
SCHOONMAKEN
We raden u aan om de bovenste sproeiarm
regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat
vuil de gaten verstopt.
Verstopte gaten kunnen onbevredigende
wasresultaten opleveren.
1. Trek het bovenrek naar buiten.
2. Druk om de sproeiarm van de mand los te
maken de sproeiarm naar boven en draai hem
tegelijkertijd naar rechts.
3. Reinig de sproeiarm onder stromend water.
Gebruik een smal en puntig gereedschap, bijv.
een tandenstoker, om de vuildeeltjes uit de
gaten te verwijderen.
4. Druk om de sproeiarm weer op zijn plaats te
installeren de sproeiarm naar boven en draai
hem tegelijkertijd naar links totdat hij op zijn
plaats vergrendelt.
REINIGEN VAN DE PLAFONDSPROEIARM
We raden u aan om de plafondsproeiarm
regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat
vuil de gaten verstopt. Verstopte gaten kunnen
onbevredigende wasresultaten opleveren.
20
De plafondsproeiarm wordt geplaatst op het
plafond van het toestel. De sproeiarm (C) is
geïnstalleerd in de toevoerleiding (A) met het
montage-element (B).
C
B
A
1. Beweeg de bovenmand naar het onderste
niveau om beter bij de sproeiarm te kunnen.
2. Draai om de sproeiarm (C) van de
toevoerleiding (A) los te koppelen het
bevestigingselement (B) naar links en trek de
sproeiarm naar beneden.
3. Reinig de sproeiarm onder stromend water.
Gebruik een smal en puntig gereedschap, bijv.
een tandenstoker, om de vuildeeltjes uit de
gaten te verwijderen. Laat water door de gaten
lopen om vuildeeltjes uit de binnenkant weg te
spoelen.
4. Steek om de sproeiarm(C) terug te plaatsen
het bevestigingselement (B) in de sproeiarm en
bevestig deze in de toevoerleiding (A) door
deze naar rechts te draaien. Zorg ervoor dat het
bevestigingselement op zijn plek dicht klikt.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Onjuiste
reparatie van het apparaat kan een
gevaar voor de veiligheid van de
gebruiker vormen. Alle reparaties
moeten worden uitgevoerd door
bevoegd personeel.
Het merendeel van de problemen die
ontstaan kunnen worden opgelost zonder
contact op te nemen met een erkend
servicecentrum.
Zie de onderstaande tabel voor informatie over
mogelijke problemen.
Bij sommige problemen wordt er op de display een
alarmcode weergegeven.
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
U kunt het apparaat niet acti-
veren.
Controleer of de netstekker is aangesloten op het stopcontact.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorgebrand.
Het programma start niet. Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
Als startuitstel is ingesteld, annuleert u deze functie of wacht u
tot het einde van het aftellen.
Het apparaat herlaadt de hars uit de waterontharder. De duur
van de procedure is ongeveer 5 minuten.
21
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
Het apparaat wordt niet gevuld
met water.
Het display toont i10 of i11.
Zorg ervoor dat de waterkraan geopend is.
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem
voor deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke
waterleidingsbedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
Controleer of het filter in de toevoerslang niet verstopt is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoers-
lang aanwezig zijn.
Het apparaat pompt geen wa-
ter weg.
Op het display verschijnt i20.
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Controleer of het binnenfiltersysteem niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten
heeft.
Het beschermingssysteem te-
gen waterlekkage is in werking
getreden.
Op het display verschijnt i30.
Draai de waterkraan dicht.
Zorg ervoor dat het apparaat correct geïnstalleerd is.
Zorg ervoor dat de korven zijn geladen volgens de instructies in
de gebruikershandleiding.
Storing van de waterniveaude-
tectiesensor.
Op het display verschijnt i41 -
i44.
Zorg dat de filters schoon zijn.
Schakel het apparaat uit en aan.
Storing van de waspomp of de
afvoerpomp.
Het display toont i51 - i59 of
i5A - i5F.
Schakel het apparaat uit en aan.
De temperatuur van het water
in het apparaat is te hoog of er
is een storing in de tempera-
tuursensor opgetreden.
Het display toont i61 of i69.
Zorg ervoor dat de temperatuur van het inlaatwater niet hoger
is dan 60° C.
Schakel het apparaat uit en aan.
Technische storing van het ap-
paraat.
Het display toont iC0 of iC3.
Schakel het apparaat uit en aan.
Het niveau van het water in het
apparaat is te hoog.
Op het display verschijnt iF1.
Schakel het apparaat uit en aan.
Zorg dat de filters schoon zijn.
Zorg ervoor dat de uitlaatslang op de juiste hoogte boven de
vloer is geïnstalleerd. Raadpleeg de installatie-instructies.
Het apparaat stopt en start
meerdere keren tijdens de
werking.
Dat is normaal. Het voorziet in optimale reinigingsresultaten en
energiebesparing.
Het programma duurt te lang. Als de optie uitgestelde start is ingesteld, annuleert u de uitge-
stelde start of wacht u tot het aftellen voorbij is.
Het activeren van deze optie kan de duur van het programma
verlengen.
22
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
De resterende duur in de dis-
play wordt verlengd en scha-
kelt bijna naar het eind van de
programmaduur.
Dit is geen storing. Het apparaat werkt goed.
Kleine lekkage uit de deur van
het apparaat.
Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstelbare
pootjes (indien van toepassing).
De deur van het apparaat is niet gecentreerd op de kuip. Ver-
stel de achterpoot (indien van toepassing).
De deur van het apparaat sluit
moeilijk.
Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstelbare
pootjes (indien van toepassing).
Delen van het serviesgoed steken uit de korven.
Ratelende of kloppende gelui-
den vanuit het apparaat.
Het serviesgoed is niet juist in de korven gerangschikt. Raad-
pleeg de folder voor het laden van de korven.
Zorg ervoor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
Het apparaat maakt kortslui-
ting.
De stroomsterkte is onvoldoende om alle tegelijk werkende ap-
paraten van stroom te voorzien. Controleer de stroomsterkte
van het stopcontact en het vermogen op de meter, of zet één
van de in gebruik zijnde apparaten uit.
Interne elektrische storing van het apparaat. Neem contact op
met een erkend servicecentrum.
Schakel het apparaat na controle aan en uit. Als het
probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op
met onze klantenservice of een servicecentrum.
Voor alarmcodes die niet in de tabel vermeld zijn,
neemt u contact op met de service-afdeling.
WAARSCHUWING! We raden u aan
het apparaat niet te gebruiken, totdat
het probleem volledig is opgelost. Haal
de stekker uit het stopcontact en sluit
het apparaat pas weer aan als u zeker
weet dat het correct werkt.
DE PRODUCTNUMMERCODE (PNC)
Als u contact opneemt met een erkend
servicecentrum, dient u de productnummercode
van uw apparaat te geven.
De PNC treft u aan op het typeplaatje van de
apparaatdeur. U kunt de PNC ook bekijken op het
bedieningspaneel.
Zorg er voordat u op de PNC kijkt, het apparaat in
de programmakeuze staat.
1. Druk tegelijkertijd op Glass Care en AUTO en
houd ze ongeveer 3 seconden ingedrukt.
Het display toont de PNC van uw apparaat.
2. Om de weergave van de PNC te verlaten, drukt
u tegelijkertijd op Glass Care en AUTO en
houdt u deze ongeveer 3 seconden vast.
Het apparaat keert terug naar de programmakeuze.
23
DE WAS- EN DROOGRESULTATEN ZIJN NIET NAAR TEVREDENHEID
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
Slechte wasresultaten. Raadpleeg "Dagelijks gebruik", "Aanwijzingen en tips"
en de folder voor het laden van de korf.
Gebruik een intensiever wasprogramma.
Activeer de optie Extra Power om de wasresultaten van een
geselecteerd programma te verbeteren.
Maak de inspuiters van de sproeiarm en het filter schoon.
Raadpleeg "Onderhoud en reiniging".
Slechte droogresultaten. Serviesgoed heeft te lang in het gesloten apparaat gestaan.
Activeer AirDry om het automatisch openen van de deur in te
stellen en de droogprestatie te verbeteren.
Het glansspoelmiddel is op of de dosering van glansspoel-
middel is niet voldoende. Vul het glansspoelmiddeldoseer-
bakje of zet de glansspoelmiddelstand hoger.
De kwaliteit van het glansspoelmiddel kan de oorzaak zijn.
We raden aan altijd glansspoelmiddel te gebruiken, zelfs in
combinatie met wastabletten.
Plastic voorwerpen moeten mogelijk met een doek worden
afgedroogd.
Het programma heeft geen droogfase. Raadpleeg "Pro-
grammaoverzicht".
Witte strepen of een blauwe
waas op glazen en serviesgoed.
De vrijgegeven hoeveelheid glansspoelmiddel is te hoog. Zet
de dosering van het glansspoelmiddel op een lagere stand.
Er is te veel vaatwasmiddel gebruikt.
Vlekken en opgedroogde water-
vlekken op glazen en servies.
De vrijgegeven hoeveelheid glansspoelmiddel is te laag. Zet
de dosering van het glansspoelmiddel op een hogere stand.
De kwaliteit van het glansspoelmiddel kan de oorzaak zijn.
De binnenkant van het apparaat
is nat.
Dit is geen storing van het apparaat. Vochtige lucht conden-
seert op de wanden van het apparaat.
Opvallend veel schuim tijdens
het wassen.
Gebruik uitsluitend vaatwasmiddelen die specifiek zijn be-
doeld voor gebruik in vaatwassers.
Het glansspoelmiddeldoseerbakje is lek. Neem contact op
met een erkend servicecentrum.
Roestresten op bestek. Er wordt voor het wassen te veel zout in het water gebruikt.
Raadpleeg "De waterontharder".
Zilver en roestvrijstalen bestek zijn samen geplaatst. Zet zilve-
ren en roestvrijstalen voorwerpen niet dicht bij elkaar.
Er bevinden zich aan het einde
van het programma resten van
vaatwasmiddel in het vaatwas-
middeldoseerbakje.
De vaatwastablet raakte klem in het vaatwasmiddeldoseer-
bakje en is daardoor niet volledig weggespoeld door het wa-
ter.
Het water kan het vaatwasmiddel niet uit het vaatwasmiddel-
doseerbakje spoelen. Zorg ervoor dat de sproeiarmen niet
geblokkeerd of verstopt zijn.
Zorg dat voorwerpen in de rekken het openen van het klepje
van het afwasmiddeldoseerbakje niet kunnen belemmeren.
24
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
Geuren in het apparaat. Raadpleeg "Reiniging binnenkant".
Start het programma Machine Care met een ontkalker of een
reinigingsproduct bestemd voor vaatwassers.
Kalkresten op het serviesgoed,
op de kuip en aan de binnenkant
van de deur.
Het zoutniveau is laag, controleer de bijvulaanduiding.
De dop van het zoutreservoir zit los.
U heeft hard kraanwater. Raadpleeg "De waterontharder".
Gebruik zout en stel zelfs bij gebruik van multitabletten de
waterontharder in. Raadpleeg "De waterontharder".
Start het programma Machine Care met een ontkalker be-
stemd voor vaatwassers.
Indien de kalkaanslag blijft bestaan, reinigt u het apparaat
met reinigingsmiddelen die hier speciaal voor zijn bestemd.
Probeer een ander wasmiddel.
Neem contact op met de wasmiddelfabrikant.
Dof, ontkleurd of afgeschilverd
serviesgoed.
Zorg dat alleen vaatwasmachinebestendige voorwerpen in
het apparaat worden gewassen.
Laad de korf voorzichtig in en uit. Raadpleeg de folder voor
het laden van de korven.
Leg tere voorwerpen in de bovenkorf.
Activeer de optie Glass Care om te zorgen voor speciale ver-
zorging voor glaswerk en fijne items.
Raadpleeg "Voor het eerste
gebruik", "Dagelijks gebruik", or
"Hints en tips" voor andere mogelijke
oorzaken.
TECHNISCHE INFORMATIE
Afmetingen Breedte / hoogte / diepte (mm) 596 / 818 - 898 / 550
Elektrische aansluiting
1) Voltage (V) 220 - 240
Frequentie (Hz) 50
Watertoevoerdruk bar (minimaal en maximaal) 0.5 - 8
MPa (minimaal en maximaal) 0.05 - 0.8
Watertoevoer
Koud water of warm water
2) max. 60 °C
Inhoud Couverts 13
Stroomverbruik Modus aan laten (W) 5.0
Uit-modus (W) 0.50
1) Zie het typeplaatje voor andere waarden.
2) Als het hete water door een alternatieve, milieuvriendelijkere energiebron geproduceerd wordt (bijv. zon-
nepanelen), gebruik dan een heetwatervoorziening om het energieverbruik te verminderen.
25
LINK NAAR DE EU-EPREL-DATABANK
De QR-code op het energielabel dat bij het
apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de
registratie van dit apparaat in de EU-EPREL-
database. Bewaar het energielabel ter referentie
samen met de gebruikershandleiding en alle andere
documenten die bij dit apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om informatie gerelateerd aan
de prestaties van het product in de EU-EPREL-
databank te vinden via de link https://
eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het
productnummer kunt u vinden op het typeplaatje
van het apparaat. Zie het hoofdstuk
‘Productbeschrijving’.
Kijk voor meer informatie over het energielabel op
www.theenergylabel.eu
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte afvalcontainer om
het te recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een correcte
manier het afval van elektrische en elektronische
apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
26

Documenttranscriptie

User Manual GETTING STARTED? EASY. ZDLN7531 NL Gebruiksaanwijzing Afwasautomaat DE Benutzerinformation Geschirrspüler 2 27 GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-informatie: www.zanussi.com/support VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik. VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. ALGEMENE VEILIGHEID • 2 Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en soortgelijke toepassingen, zoals: boerderijen; personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen; – door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en andere woonomgevingen. De specificatie van dit apparaat niet wijzigen. De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen tussen 0.5 (0.05) / 8 (0.8) bar (MPa) Volg het maximale aantal 13 plaatsen. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. Leg het bestek in de besteklade met de scherpe randen naar beneden of leg ze horizontaal in de besteklade met de scherpe randen naar beneden. Laat om ongelukken te voorkomen het apparaat niet onbeheerd achter met open deur. Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het apparaat te reinigen. Als het apparaat is voorzien van ventilatieopeningen in de basis, mogen deze niet worden afgedekt met bijv. een vloerkleed. Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt. – • • • • • • • • • • VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN INSTALLATIE WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • • • • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde structuur installeert omwille van veiligheidsredenen. Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat. • • • Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. Installeer of gebruik het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0 °C komt. Installeer het apparaat op een veilige en geschikte plaats die aan alle installatie-eisen voldoet. www.youtube.com/electrolux www.youtube.com/aeg How to install your 60 cm Dishwasher Sliding Hinge 3 ELEKTRISCHE AANSLUITING • WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • • • • • • • • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels. Zorg dat u de netstekker en het netsnoer niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Dit apparaat is voorzien van een 13 A stekker. Als de zekering van de stekker vervangen moet worden, moet een ASTA (BS 1362)-zekering van 13-ampère worden gebruikt (uitsluitend VK en Ierland). WATERAANSLUITING • Beschadig de waterslangen niet. • Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet u, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen tot het schoon en helder is. • Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat. • De watertoevoerslang heeft een veiligheidsventiel en een omhulsel met een hoofdkabel aan de binnenkant. WAARSCHUWING! Gevaarlijke spanning. 4 Als de watertoevoerslang beschadigd is, sluit dan onmiddellijk de waterkraan en haal de stekker uit het stopcontact. Neem contact op met de service-afdeling om de watertoevoerslang te vervangen. GEBRUIK • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. • Vaatwasmiddel is gevaarlijk. Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het wasmiddel op. • Speel niet met het water van het apparaat en drink het niet op. • Verwijder de borden pas uit het apparaat als het programma is voltooid. Er kan wat wasmiddel op de vaat achterblijven. • Bewaar geen voorwerpen en oefen geen druk uit op de open deur van het apparaat. • Het apparaat kan hete stoom laten ontsnappen als u de deur opent terwijl er een programma wordt uitgevoerd. BINNENVERLICHTING WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel. • • Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten. Neem contact op met het service-centrum om de binnenverlichting te vervangen. SERVICE • Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. • Houd er rekening mee dat zelfreparatie of nietprofessionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen. • De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model is stopgezet: motor, circulatie- en afvoerpomp, verwarmingstoestellen en verwarmingselementen, inclusief warmtepompen, leidingen en aanverwante • apparatuur, waaronder slangen, kleppen, filters en aquastops, structurele en interne onderdelen met betrekking tot deurconstructies, printplaten, elektronische displays, drukschakelaars, thermostaten en sensoren, software en firmware, inclusief resetsoftware. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen. De volgende reserveonderdelen zullen beschikbaar zijn gedurende 10 jaar nadat het model is stopgezet: deurscharnieren en afdichtingen, andere afdichtingen, spuitarmen, afvoerfilters, binnenrekken en plastic randapparatuur zoals manden en deksels. VERWIJDERING WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • • • Haal de stekker uit het stopcontact. Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. PRODUCTBESCHRIJVING 1 2 3 12 11 10 9 8 7 6 5 4 1 Plafondsproeiarm 2 Bovenste sproeiarm 8 Glansmiddeldoseerbakje 9 Vaatwasmiddeldoseerbakje 3 Onderste sproeiarm 4 Filters 10 Bestekkorf 11 Onderkorf 12 Bovenkorf 5 Typeplaatje 6 Zoutreservoir 7 Ventilatie 5 BEAM-ON-FLOOR De Beam-on-Floor is een lichtstraal die op de vloer onder de deur van het apparaat verschijnt. • Als een programma start gaat er een rood lampje aan. Dit blijft aan tijdens de duur van het programma. • Er gaat een groen lampje branden wanneer het programma is afgelopen. • Het geluidssignaal klinkt als er zich in het apparaat een storing voordoet. De Beam-on-Floor gaat uit wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. BEDIENINGSPANEEL 1 2 3 4 5 6 5 Optietoetsen 6 AUTO programmatoets 1 Aan-/uittoets/Resetknop 2 Toets uitgestelde start 3 Display 4 Programmatoetsen DISPLAY A B A A. Indicatielampjes B. Indicatielampje tijd CONTROLELAMPJES Controlelampje Beschrijving Glansmiddelindicatielampje. Dit is aan als het glansmiddeldoseerbakje bijgevuld dient te worden. Raadpleeg "Voor eerste ingebruikname". Zoutindicatielampje. Dit is aan als het zoutreservoir bijgevuld dient te worden. Raadpleeg "Voor eerste ingebruikname". 6 Controlelampje Beschrijving Machine Care -indicatielampje. Dit is aan als het apparaat interne reiniging nodig heeft met het programmaMachine Care. Raadpleeg "Onderhoud en reiniging". Indicatielampje droogfase. Dit is aan als een programma met droogfase is gekozen. Het gaat knipperen wanneer de droogfase loopt. Raadpleeg "Programmaselectie". PROGRAMMAKEUZE PROGRAMMA’S A B Extra Silent Deze optie vermindert het geluid dat door het apparaat wordt gegenereerd. Als deze optie geactiveerd is, werkt de waspomp geruislozer bij een langere snelheid. Vanwege de lage snelheid is de duur van het programma langer. C D E A. • B. C. D. E. 30 min is het kortste programma geschikt voor het wassen van een lading met nietaangekoekt en weinig vuil. • Voorspoelen is een programma voor het afspoelen van voedselresten van de vaat. Het voorkomt geurvorming in het apparaat. U hoeft voor dit programma geen afwasmiddel te gebruiken. 60 min is een programma dat geschikt is voor het wassen van een lading met niet-aangekoekt of weinig aangekoekt vuil. 90 min is een programma dat geschikt is voor het wassen en drogen van zwaarbevuilde vaat. 160 min is een programma dat geschikt is voor het wassen en drogen van zwaarbevuilde vaat. ECO is het langste programma en biedt het meest efficiënte water- en energieverbruik voor normaal vervuild serviesgoed en bestek. Dit is het standaard programma voor testinstituten. 1) Extra Power Deze optie verbetert de wasresultaten van het geselecteerde programma. De optie verhoogt de wastemperatuur en verlengt de duur. Glass Care Deze optie biedt speciale zorg voor een delicate lading. De optie voorkomt snelle wijzigingen in de wastemperatuur van het gekozen programma en verlaagt het naar 45 °C. Dit behoedt in het bijzonder glaswerk tegen beschadiging. AUTO Dit programma past de wascyclus automatisch aan aan de type lading. Het apparaat detecteert de vuilgraad en de hoeveelheid serviesgoed in de korven. De temperatuur, de hoeveelheid water en de programmaduur worden aangepast. OPTIES U kunt de programmakeuze aanpassen aan uw behoeften door opties te activeren. 1) Dit programma wordt gebruikt om de naleving van Verordening (EU) 2019/2022 van de Commissie inzake ecologisch ontwerp te beoordelen. 7 PROGRAMMAOVERZICHT Programma 30 min Type lading • • Vaatwerk Bestek Mate van vervuiling • Fris Programmafasen • • • • • Wassen 50 °C Tussentijdse spoeling Laatste spoeling 45 °C AirDry • Extra Power Glass Care Voorspoelen • Alle soorten vaat • Alle vuilgraden • Voorspoelen Opties zijn niet van toepassing op dit programma. 60 min • • Vaatwerk Bestek • • Fris Licht aangekoekt • • Wassen 60 °C Tussentijdse spoeling Laatste spoeling 50 °C AirDry • • Extra Power Glass Care Wassen 60 °C Tussentijdse spoeling Laatste spoeling 55 °C Drogen AirDry • • Extra Power Glass Care Voorspoelen Wassen 60 °C Tussentijdse spoeling Laatste spoeling 60 °C Drogen AirDry • • Extra Power Glass Care Voorspoelen Wassen 50 °C Tussentijdse spoeling Laatste spoeling 60 °C Drogen AirDry • • • Extra Power Glass Care Extra Silent Voorspoelen Wassen 50 - 60 °C Tussentijdse spoeling Laatste spoeling 55 °C Drogen AirDry Opties zijn niet van toepassing op dit programma. • • 90 min • • • • Vaatwerk Bestek Potten Pannen • • Normaal Licht aangekoekt • • • • • 160 min • • • • Vaatwerk Bestek Potten Pannen • • Normaal tot zwaar aangekoekt • • • • • • ECO • • • • Vaatwerk Bestek Potten Pannen • • Normaal Licht aangekoekt • • • • • • AUTO • • • • Vaatwerk Bestek Potten Pannen Het programma past zich aan aan de vuilgraad. • • • • • • 8 Opties Programma Machine Care Type lading • Geen lading Mate van vervuiling Het programma reinigt de binnenkant van het apparaat. Raadpleeg "Onderhoud en reiniging". Programmafasen • • • • Wassen 65 °C Tussentijdse spoeling Laatste spoelgang AirDry Opties Opties zijn niet van toepassing op dit programma. Verbruikswaarden Programma 1) 2) Water (l) Energieverbruik (kWh) Duur (min.) 30 min 9.3 - 11.4 0.54 - 0.66 30 Voorspoelen 4.1 - 5.1 0.01 - 0.04 15 60 min 10.6 - 12.9 0.80 - 0.93 60 90 min 10.4 - 12.7 0.97 - 1.10 90 160 min 10.8 - 13.2 0.97 - 1.11 160 ECO 10.5 3) / 10.54) 0.8213) / 0.8354) 2403) / 2404) AUTO 9.6 - 13.1 0.74 - 1.06 120 - 170 Machine Care 8.9 - 10.9 0.58 - 0.70 60 1) De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties en de hoeveelheid vaat kan de verbruikswaarden veranderen. 2) De waarden voor andere programma's dan ECO zijn slechts indicatief. 3) Conform de 1016/2010 verordening. 4) Conform de 2019/2022 verordening. Aanwijzingen voor testinstituten Om de nodige informatie te ontvangen over het uitvoeren van prestatietesten (bijv. volgens EN60436 ), stuurt u een e-mail naar: [email protected] Vermeld in uw verzoek de productnummercode (PNC) dat u op het typeplaatje aantreft. Raadpleeg voor andere vragen betreffende uw vaatwasmachine het serviceboekje dat met uw apparaat is meegeleverd. BASISINSTELLINGEN U kunt het apparaat configureren door de basisinstellingen naar uw behoefte te wijzigen. 9 Aantal Instellingen Waarden 1 Waterhardheid Van niveau 1L tot niveau 10L Aanpassen van het niveau van de waterverzachter afgestemd op de hardheid van het water in uw omgeving. Fabrieksinstelling: 5L. 2 Niveau glanspoelsmiddel Van niveau 0A tot niveau 6A Aanpassen van het niveau glansspoelmiddel volgens de benodigde dosering. Fabrieksinstelling: 4A. 3 Eindsignaal 1b (aan) 0b (uit) Het geluidssignaal aan het eind van een programma in- of uitschakelen. Fabrieksinstelling: 0b. 4 Automatische deur opening 1o (aan) 0o (uit) Activeer of deactiveer de AirDry. Fabrieksinstelling: 1o. 5 Toetstonen 1F (aan) 0F (uit) Activeren of deactiveren van het geluid van de knoppen als u ze indrukt. Fabrieksinstelling: 1F. 6 Laatste programmakeuze 1H (aan) 0H (uit) In- of uitschakelen van de automatische keuze van het laatst gebruikte programma en de opties. Fabrieksinstelling: 0H. Omschrijving1) 1) Raadpleeg de informatie in dit hoofdstuk voor meer details. U kunt de basisinstelling in de instellingsmodus wijzigen. Instructies voor het configureren van het apparaat vindt u verderop in dit hoofdstuk. Wanneer het apparaat in de instellingenmodus staat, toont het display een cijfer en een letter. Voor elke instelling wordt een speciale letter weergegeven. De speciale letters zijn aangegeven in de tabel. De volgorde van de basisinstellingen die in de tabel worden weergegeven, is dezelfde volgorde van de instellingen in instellingenmodus. Hoe hoger het gehalte van deze mineralen, des te harder is het water. De waterhardheid wordt gemeten in de volgende gelijkwaardige schalen. De waterontharder moet worden afgesteld op de hardheid van het water in uw woonplaats. Uw waterleidingbedrijf kan u informeren over de hardheid van het water in uw woonplaats. Het is belangrijk om het correcte niveau voor de waterontharder in te stellen voor goede wasresultaten. DE WATERONTHARDER De waterontharder verwijdert mineralen van de watertoevoer die een nadelige invloed hebben op de wasresultaten en het apparaat. Waterhardheid Duitse hardheid (°dH) 10 Franse hardheid (°fH) mmol/l Clarke-hardheid Wateronthardingsniveau 47 - 50 84 - 90 8,4 - 9,0 58 - 63 10 43 - 46 76 - 83 7,6 - 8,3 53 - 57 9 Duitse hardheid (°dH) Franse hardheid (°fH) mmol/l Clarke-hardheid Wateronthardingsniveau 37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 8 29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 7 23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 6 19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27 5 1) 15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 4 11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 3 4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 2 <4 <7 <0,7 <5 1 2) 1) Fabrieksinstelling. 2) Gebruik geen zout op dit niveau. Stel ongeacht het gebruikte soort wasmiddel het juiste waterhardheidniveau in om de bijvulindicator voor zout geactiveerd te houden. Multivaatwastabletten die zout bevatten zijn niet effectief genoeg als waterontharder. Regeneratieproces Voor de juiste werking van de waterontharder moet de hars van de ontharder regelmatig worden geregenereerd. Dit proces is automatisch en maakt deel uit van de normale vaatwasmachinewerking. Wanneer de voorgeschreven hoeveelheid water (zie waarden in de tabel) is gebruikt sinds het vorige regeneratieproces, wordt een nieuw regeneratieproces gestart tussen de laatste spoeling en het einde van het programma. WateronthardingsniHoeveelheid water (l) veau 1 250 2 100 3 62 4 47 5 25 6 17 WateronthardingsniHoeveelheid water (l) veau 7 10 8 5 9 3 10 3 In het geval van de hoge wateronthardersinstelling kan dit ook in het midden van het programma gebeuren, vóór het spoelen (tweemaal tijdens een programma). De start van de regeneratie heeft geen invloed op de cyclusduur, tenzij deze plaatsvindt in het midden van een programma of aan het einde van een programma met een korte droogfase. In dat geval verlengt de regeneratie de totale duur van een programma met nog eens 5 minuten. Vervolgens kan het spoelen van de waterontharder wat 5 minuten duurt, beginnen in dezelfde cyclus of aan het begin van het volgende programma. Deze activiteit verhoogt het totale waterverbruik van een programma met 4 liter en het totale energieverbruik van een programma met 2 Wh. Het spoelen van de waterontharder eindigt met een volledige afvoer. Elke uitgevoerde waterontharderspoeling (mogelijk meer dan één in dezelfde cyclus) kan de programmaduur met nog eens 5 minuten verlengen wanneer deze op enig moment aan het begin of in het midden van een programma plaatsvindt. 11 Alle in deze paragraaf genoemde verbruikswaarden worden bepaald volgens de huidige geldende norm in laboratoriumomstandigheden met waterhardheid 2,5 mmol/l volgens de verordening 2019/2022 (waterontharder: niveau 3). De druk en de temperatuur van het water en de variaties van de netvoeding kunnen de waarden veranderen. HET GLANSSPOELMIDDELNIVEAU Met glansspoelmiddel wordt het serviesgoed zonder vlekken of strepen gedroogd. Het wordt automatisch vrijgegeven tijdens de warme spoelfase. Het is mogelijk om de vrijgegeven hoeveelheid glansspoelmiddel in te stellen. Als het glansspoelmiddelreservoir leeg is, gaat de glansspoelmiddelindicator branden om aan te geven dat u glansspoelmiddel moet bijvullen. Als u tevreden bent met de droogresultaten bij het gebruik van alleen multitabletten, kunt u de aanduiding van het doseerbakje en het lampje deactiveren. Gebruik echter voor de beste droogprestaties altijd glansspoelmiddel en houdt het lampje van het glansspoelmiddel actief. Om het glansspoelmiddeldoseerbakje en -lampje te deactiveren, stelt u het niveau van glansspoelmiddel in op 0A. EINDSIGNAAL U kunt een geluidssignaal activeren dat klinkt bij het beëindigen van het programma. Er klinken ook geluidssignalen als er zich in het apparaat een storing voordoet. Het is niet mogelijk deze geluidssignalen uit te schakelen. AIRDRY AirDry verbetert de droogresultaten. Tijdens de droogfase opent de deur van het apparaat automatisch en blijft op een kier staan. AirDry wordt bij alle programma's behalve Voorspoelen automatisch geactiveerd. LET OP! Probeer de deur van het apparaat niet binnen 2 minuten na automatisch openen te sluiten. Dit kan het apparaat beschadigen. LET OP! Als kinderen toegang tot het apparaat hebben, adviseren we AirDry te deactiveren. Het automatisch openen van de deur kan een gevaar vormen. Als AirDry de deur opent, is Beam-onFloor mogelijk niet volledig zichtbaar. Kijk naar het bedieningspaneel om te zien of het programma is voltooid. GELUIDEN De knoppen op het bedieningspaneel maken een klikgeluid als u ze indrukt. U kunt dit geluid uitschakelen. LAATSTE PROGRAMMAKEUZE U kunt de automatische keuze van het laatst gebruikte programma en de opties instellen. Het laatste programma dat werd voltooid voordat het apparaat uitging, wordt opgeslagen. Het wordt automatisch gekozen nadat u het apparaat activeert. Als de laatste programmakeuze wordt uitgeschakeld, wordt het standaard programma ECO. SETTING MODE Instellingenmodus ingaan U kunt de instellingenmodus ingaan voordat een programma start. U kunt de instelllingenmodus niet ingaan als er een programma draait. 12 Om de instellingenmodus in te gaan, houdt u tegelijkertijd 30 min en ECO ingedrukt gedurende ongeveer 3 seconden. • De lampjes die verband houden met 60 min, 90 min en 160 min zijn aan. • Het display toont de huidige waarde van de eerste beschikbare instelling. Navigeren in de instellingenmodus U kunt met gebruik van de programmatoetsen in de instellingenmodus navigeren. A B C A. Vorige toets B. OK toets C. Volgende toets Gebruik Vorige en Volgende om te schakelen tussen de basisinstellingen en om hun waarde te wijzigen. Gebruik OK om in de gekozen instelling te gaan en de gewijzigde waarde te bevestigen. Een instelling wijzigen Zorg dat het apparaat in de instellingsmodus staat. 1. Gebruik Vorige of Volgende om de gewenste instelling te selecteren. Het display toont de huidige instellingswaarde (een cijfer en de speciale letter). 2. Druk op OK om de instelling te bevestigen. De huidige instelling knippert. 3. Druk op Vorige of Volgende om de waarde te veranderen. 4. Druk op OK om de instelling te bevestigen. • De nieuwe instelling is opgeslagen. • Het apparaat keert terug naar de basisinstellingenlijst. 5. Druk tegelijkertijd op 30 min en ECO en houd ze ongeveer 3 seconden ingedrukt om de instellingenmodus te verlaten. Het apparaat keert terug naar de programmakeuze. Opgeslagen instellingen blijven geldig totdat u ze opnieuw wijzigt. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT 1. Controleer of het ingestelde stand van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. Indien niet, stel dan de stand van de waterontharder juist in. 2. Vul het zoutreservoir. 3. Vul het glansspoelmiddeldoseerbakje. 4. Draai de waterkraan open. 5. Start het programma 30 min om eventuele resten uit het fabricageproces te verwijderen. Gebruik geen afwasmiddel en plaats geen vaat in de korven. Na het starten van het programma laadt het apparaat de hars in de waterverzachter maximaal 5 minuten op. De wasfase start pas nadat deze procedure voltooid is. De procedure wordt regelmatig herhaald. HET ZOUTRESERVOIR Het zout wordt gebruikt om de hars in de waterontharder te herladen en voor goede wasresultaten voor dagelijks gebruik. Het zoutreservoir vullen 1. Draai de dop linksom om het zoutreservoir te openen. 2. Doe 1 liter water in het zoutreservoir (alleen de eerste keer). 3. Vul het zoutreservoir met vaatwasserzout (totdat het vol is). LET OP! Gebruik uitsluitend grof zout dat voor vaatwassers is gemaakt. Fijn zout verhoogt het risico op corrosie. 4. Schud de trechter voorzichtig bij het handvat om de laatste korrels erin te krijgen. 13 5. Verwijder het zout rond de opening van het zoutreservoir. 6. Draai de dop van het zoutreservoir rechtsom om het zoutreservoir te sluiten. LET OP! Water en zout kunnen uit het zoutreservoir stromen als u het bijvult. Start na het bijvullen van het zoutreservoir onmiddellijk het korste programma om corrosie te voorkomen. Doe geen vaat in het manden. HET VULLEN VAN HET GLANSMIDDELDOSEERBAKJE A B C DAGELIJKS GEBRUIK 1. Draai de waterkraan open. 2. Houd ingedrukt totdat het apparaat wordt geactiveerd. 3. Vul het zoutreservoir bij als het leeg is. 4. Vul het glansspoelmiddelreservoir bij als het leeg is. 5. Ruim de korven in. 6. Voeg vaatwasmiddel toe. 7. Een programma selecteren en starten 8. Sluit de waterkraan als het programma voltooid is. 14 LET OP! Gebruik alleen glansspoelmiddel voor vaatwassers. 1. Open het deksel (C). 2. Vul het glansmiddeldoseerbakje (B) niet verder dan de aanduiding ''MAX''. 3. Verwijder gemorst glansmiddel met een absorberend doekje om te voorkomen dat er te veel schuim ontstaat. 4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat de deksel op zijn plaats dicht klikt. Vul het glansmiddeldoseerbakje bij wanneer de indicatie (A) helder wordt. VAATWASMIDDEL GEBRUIKEN A B C LET OP! Gebruik uitsluitend vaatwasmiddelen die specifiek zijn bedoeld voor gebruik in vaatwassers 1. Druk op de ontgrendelknop (A) om de deksel te openen (C). 2. Doe de vaatwastablet of het poeder in het doseerbakje (B). 3. Plaats een kleine hoeveelheid van het vaatwasmiddel in de binnenkant van de deur van het apparaat als het programma een voorwasfase heeft. 4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat de deksel op zijn plaats dichtklikt. HOE U EEN PROGRAMMA KIEST EN START 1. Druk op de toets van het desbetreffende programma dat u wilt instellen. • Het lampje van de knop gaat aan. • Op het display wordt de programmaduur weergegeven. 2. Activeer van toepassing zijnde opties indien gewenst. 3. Sluit de deur van de afwasmachine om het programma te starten. HOE U HET PROGRAMMA KIEST EN START VOORSPOELEN 1. Houd om Voorspoelen te selecteren 30 min 3 seconden ingedrukt. • Het lampje van de knop gaat aan. • Op het display wordt de programmaduur weergegeven. Opties zijn niet van toepassing op dit programma. 2. Sluit de deur van de afwasmachine om het programma te starten. OPTIES ACTIVEREN 1. Selecteer een programma. 2. Druk op de toets van het desbetreffende programma dat u wilt activeren. • Het lampje van de knop gaat aan. • Het display geeft de bijgewerkte programmaduur weer. Standaard moeten opties elke keer u een programma start worden geactiveerd. Indien de laatste programmakeuze wordt ingeschakeld, worden de opgeslagen opties automatisch met het programma geactiveerd. De opties kunnen niet worden in- of uitgeschakeld als een programma eenmaal in werking is. Niet alle opties kunnen met elkaar worden gecombineerd. Het activeren van opties kan het water- en energieverbruik verhogen en de programmaduur verlengen. HOE U HET PROGRAMMA KIEST EN START AUTO 1. Druk op AUTO. • Het lampje van de knop gaat aan. • Op het display wordt de programmaduur weergegeven. Opties zijn niet van toepassing op dit programma. 2. Sluit de deur van de afwasmachine om het programma te starten. Het apparaat neemt het type lading waar en past aan naar een geschikte wascyclus. Tijdens de cyclus werken de sensoren verschillende keren en de aanvankelijke programmaduur kan verminderen. DE START VAN EEN PROGRAMMA UITSTELLEN 1. Selecteer een programma. 2. Blijf op drukken tot het display de uitgestelde tijd toont die u wilt instellen (van 1 tot 24 uur). Het lampje van de knop gaat aan. 3. Sluit de deur van het apparaat om het aftellen te starten. 15 Tijdens het aftellen is het niet mogelijk de uitsteltijd en de programmakeuze te wijzigen. Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het programma gestart. de programmaduur beïnvloeden. Als u de deur weer sluit, gaat het apparaat verder vanaf het moment van onderbreking. Als de deur tijdens de droogfase langer dan 30 seconden wordt geopend, stopt het lopende programma. Dit gebeurt niet als de deur wordt geopend door de functie AirDry. DE UITGESTELDE START ANNULEREN TIJDENS HET AFTELLEN Houd ongeveer 3 seconden ingedrukt. Het apparaat keert terug naar de programmakeuze. Als u de uitgestelde start annuleert, moet u het programma opnieuw instellen. HET ANNULEREN VAN EEN ACTIEF PROGRAMMA Houd ongeveer 3 seconden ingedrukt. Het apparaat keert terug naar de programmakeuze. Controleer of er vaatwasmiddel in het vaatwasmiddelbakje aanwezig is voordat u een nieuw programma start. DE DEUR OPENEN ALS HET APPARAAT IN WERKING IS Als u de deur opent terwijl een programma loopt, stopt het apparaat. Dit kan het energieverbruik en DE AUTO OFF-FUNCTIE Deze functie bespaart energie door het apparaat uit te schakelen als het niet in werking is. De functie gaat automatisch aan: • Als het programma is voltooid. • Als er na 5 minuten nog geen programma is gestart. EINDE VAN HET PROGRAMMA Nadat het programma is voltooid, verschijnt 0:00 op het display. De functie Auto Off schakelt het apparaat automatisch uit. Alle knoppen zijn inactief behalve de aan/uit knop. AANWIJZINGEN EN TIPS ALGEMEEN Volg de onderstaande tips om te zorgen voor optimale schoonmaak- en droogresultaten en ook het milieu te helpen beschermen. • Het afwassen in de vaatwasser volgens de instructies in de gebruikershandleiding verbruikt meestal minder water en energie dan het afwassen met de hand. • Laad de vaatwasser volledig in om water en energie te besparen. Voor de beste reinigingsresultaten plaatst u items in de korven volgens de instructies in de gebruikershandleiding en overbelast u de korven niet. • Spoel de vaat niet eerst af. Het verhoogt het water- en energieverbruik. Kies indien nodig een programma met voorwasfase. • Verwijder grotere voedselresten van de borden en lege bekers en glazen voordat u ze in het apparaat plaatst. • Week kookgerei met stevig vastgekookt of vastgebakken voedsel of poets het lichtjes voordat u het in het apparaat wast. 16 • • • • Zorg ervoor dat de vaat in de manden elkaar niet raakt of overlapt. Alleen dan kan het water de vaat volledig bereiken en wassen. U kunt apart vaatwasmiddel, glansmiddel en zout gebruiken of kiezen voor het gebruik van multitabletten (bijv. ''alles-in-1''). Volg de instructies op de verpakking. Kies een programma op basis van het type lading en de mate van bevuiling. ECO biedt het meest efficiënte gebruik van water en energieverbruik. Om kalkaanslag in het apparaat te voorkomen: – Vul de zoutcontainer indien nodig bij. – Gebruik de aanbevolen dosering van het wasmiddel en spoelglansmiddel. – Controleer of het ingestelde stand van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. – Volg de instructies in het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging". GEBRUIK VAN ZOUT, GLANSMIDDEL EN VAATWASMIDDEL • Gebruik enkel zout, glansmiddel en vaatwasmiddel voor vaatwassers. Overige producten kunnen het apparaat beschadigen. • Maar in gebieden met hard en erg hard water raden we het gebruik aan van standaard vaatwasmiddel (poeder, gel, tabletten zonder extra middelen), met afzonderlijk glansmiddel en zout voor optimale reinigings- en droogresultaten. • Vaatwasmiddeltabletten lossen bij korte programma's niet geheel op. Om te voorkomen dat vaatwasmiddelresten op het servies achterblijven, raden we u aan om tabletten enkel bij lange programma's te gebruiken. • Gebruik altijd de juiste hoeveelheid wasmiddel. Onvoldoende dosering van het wasmiddel kan leiden tot slechte reinigingsresultaten en hardwaterfilmen of vlekken op de voorwerpen. Het gebruik van te veel wasmiddel met zacht of verzacht water resulteert in wasmiddelresten op de borden. Pas de hoeveelheid wasmiddel aan op basis van de waterhardheid. Zie de instructies van de vaatwasmiddelfabrikant. • Gebruik altijd de juiste hoeveelheid spoelglansmiddel. Onvoldoende dosering van spoelglansmiddel vermindert de droogresultaten. Het gebruik van te veel spoelglansmiddel resulteert in blauwachtige lagen op de items. • Controleer of het wateronthardersniveau correct is. Als het niveau te hoog is, kan de verhoogde hoeveelheid zout in het water leiden tot roest op bestek. WAT MOET U DOEN ALS U WILT STOPPEN MET HET GEBRUIK VAN MULTITABLETTEN Volg de volgende stappen voordat u begint met het gebruiken van apart wasmiddel, zout en glansspoelmiddel: 1. Stel het hoogste niveau van de waterontharder in. 2. Zorg ervoor dat het zout- en het glansspoelmiddeldoseerbakje gevuld zijn. 3. Start het 30 min-programma. Voeg geen afwasmiddel toe en plaats vaat in de korven. 4. Als het programma is voltooid, wijzigt u de waterontharder in de waterhardheid van uw omgeving. 5. Stel de hoeveelheid glansspoelmiddel in. • • • • • • • De filters schoon zijn en correct zijn geplaatst. De dop van het zoutreservoir goed dicht zit. De sproeiarmen niet zijn verstopt. Er regenereerzout en glansmiddel is toegevoegd (tenzij u gecombineerde afwastabletten gebruikt). De positie van de items in de mandjes correct is. Het programma geschikt is voor het type lading en de mate van bevuiling. De juiste hoeveelheid afwasmiddel is gebruikt. DE MANDJES INRUIMEN • Gebruik altijd de hele ruimte van de mandjes. • Gebruik het apparaat uitsluitend om afwasmachinebestendige voorwerpen af te wassen. • Was in het apparaat geen items gemaakt van hout, hoorn, aluminium, tin en koper, omdat ze kunnen barsten, kromtrekken, verkleuren of putjes kunnen krijgen. • Reinig geen voorwerpen in het apparaat die water kunnen absorberen (sponzen, keukenhanddoeken). • Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en pannen) met de opening naar beneden. • Zorg er voor dat glazen items elkaar niet aanraken. • Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg ervoor dat de voorwerpen niet kunnen verschuiven. • Doe bestek en kleine items in het bestekmand. • Beweeg de bovenste korf naar boven om grote voorwerpen in de onderste korf te kunnen plaatsen. • Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien voordat u een programma start. DE REKKEN UITRUIMEN 1. Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het apparaat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadigingen. 2. Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit. Na voltooiing van het programma kan er zich aan de binnenkant van het apparaat nog water bevinden. VOOR HET STARTEN VAN EEN PROGRAMMA Zorg er, voordat u het gekozen programma start, voor dat: 17 ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht (met uitzondering van het uitvoeren van het programma Machine Care). • Vuile filters en verstopte sproeiarmen hebben een negatief effect op de wasresultaten. Controleer deze onderdelen regelmatig en reinig ze zo nodig. MACHINE CARE Machine Care is een programma dat is ontworpen om de binnenkant van het apparaat met optimale resultaten te reinigen. Het verwijderd kalkaanslag en vetresten. Als het apparaat reiniging nodig acht, gaat het lampje aan. Start het programma Machine Care om de binnenkant van het apparaat te reinigen. Hoe ga ik te werk om het programma Machine Care te starten Reinig voordat u het programma Machine Care start, de filters en sproeiarmen. 1. Gebruik een ontkalker of schoonmaakproduct dat specifiek is bestemd voor vaatwassers. Volg de instructies op de verpakking. Doe geen vaat in het korven. 2. Druk tegelijkertijd op Extra Power en AUTO en houd ze ongeveer 3 seconden ingedrukt. De lampjes en Extra Power knipperen. Op het display wordt de programmaduur weergegeven. 3. Sluit de deur van de afwasmachine om het programma te starten. Als het programma is voltooid, gaat lampje VERWIJDEREN VAN VREEMDE VOORWERPEN Controleer de filters en de opvangbak na elk gebruik van de vaatwasser. Vreemde voorwerpen (bijv. stukken glas, plastic, botten of tandenstokers, enz.) verminderen de reinigingsprestaties en kunnen schade aan de afvoerpomp veroorzaken. 1. Demonteer het filtersysteem volgens de instructies in dit hoofdstuk. 2. Verwijder alle vreemde voorwerpen met de hand. LET OP! Als u de voorwerpen niet kunt verwijderen, neem dan contact op met een erkend servicecentrum. 3. Monteer de filters opnieuw volgens de instructies in dit hoofdstuk. BUITENKANT REINIGEN • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. • Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. • Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen. DE FILTERS REINIGEN Het filtersysteem bestaat uit 3 delen. C uit. DE BINNENKANT VAN DE MACHINE REINIGEN • Reinig het apparaat zorgvuldig, inclusief de rubberen afdichting van de deur, met een zachte, vochtige doek. • Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, scherpe voorwerpen, sterke chemicaliën, pannensponsjes of oplosmiddelen. • Gebruik om de prestaties van uw apparaat te onderhouden minstens elke twee maanden een reinigingsproduct dat specifiek is ontwikkeld 18 voor vaatwassers. Volg de instructies op de verpakking van de producten zorgvuldig op. Start voor optimale schoonmaakresultaten het programma Machine Care. B A 1. Draai de filter (B) linksom en verwijder die. 7. Plaats de filters (B) en (C) terug. 8. Plaats de filter (B) terug in de platte filter (A). Rechtsom draaien tot het vastzit. 2. Verwijder de filter (C) uit de filter (B). 3. Verwijder de platte filter (A). 4. Was de filters. LET OP! Een onjuiste plaatsing van de filters kan leiden tot slechte wasresultaten en het apparaat beschadigen. DE ONDERSTE SPROEIARM SCHOONMAKEN We raden u aan om de onderste sproeiarm regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat vuil de gaten verstopt. Verstopte gaten kunnen onbevredigende wasresultaten opleveren. 1. Trek de onderste sproeiarm naar boven om deze te verwijderen. 5. Zorg ervoor dat er geen etensresten of vuil in of rond de rand van de opvangbak zitten. 6. Plaats de platte filter (A) terug op zijn plaats. Zorg ervoor dat het goed onder de 2 geleidingen zit. 19 2. Druk om de sproeiarm van de mand los te maken de sproeiarm naar boven en draai hem tegelijkertijd naar rechts. 2. Reinig de sproeiarm onder stromend water. Gebruik een smal en puntig gereedschap, bijv. een tandenstoker, om de vuildeeltjes uit de gaten te verwijderen. 3. Reinig de sproeiarm onder stromend water. Gebruik een smal en puntig gereedschap, bijv. een tandenstoker, om de vuildeeltjes uit de gaten te verwijderen. 3. Duw de sproeiarm naar beneden om deze weer terug te plaatsen. 4. Druk om de sproeiarm weer op zijn plaats te installeren de sproeiarm naar boven en draai hem tegelijkertijd naar links totdat hij op zijn plaats vergrendelt. DE BOVENSTE SPROEIARM SCHOONMAKEN We raden u aan om de bovenste sproeiarm regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat vuil de gaten verstopt. Verstopte gaten kunnen onbevredigende wasresultaten opleveren. 1. Trek het bovenrek naar buiten. 20 REINIGEN VAN DE PLAFONDSPROEIARM We raden u aan om de plafondsproeiarm regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat vuil de gaten verstopt. Verstopte gaten kunnen onbevredigende wasresultaten opleveren. De plafondsproeiarm wordt geplaatst op het plafond van het toestel. De sproeiarm (C) is geïnstalleerd in de toevoerleiding (A) met het montage-element (B). een tandenstoker, om de vuildeeltjes uit de gaten te verwijderen. Laat water door de gaten lopen om vuildeeltjes uit de binnenkant weg te spoelen. C B A 1. Beweeg de bovenmand naar het onderste niveau om beter bij de sproeiarm te kunnen. 2. Draai om de sproeiarm (C) van de toevoerleiding (A) los te koppelen het bevestigingselement (B) naar links en trek de sproeiarm naar beneden. 3. Reinig de sproeiarm onder stromend water. Gebruik een smal en puntig gereedschap, bijv. 4. Steek om de sproeiarm(C) terug te plaatsen het bevestigingselement (B) in de sproeiarm en bevestig deze in de toevoerleiding (A) door deze naar rechts te draaien. Zorg ervoor dat het bevestigingselement op zijn plek dicht klikt. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Onjuiste reparatie van het apparaat kan een gevaar voor de veiligheid van de gebruiker vormen. Alle reparaties moeten worden uitgevoerd door bevoegd personeel. contact op te nemen met een erkend servicecentrum. Zie de onderstaande tabel voor informatie over mogelijke problemen. Bij sommige problemen wordt er op de display een alarmcode weergegeven. Het merendeel van de problemen die ontstaan kunnen worden opgelost zonder Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing U kunt het apparaat niet activeren. • • Controleer of de netstekker is aangesloten op het stopcontact. Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorgebrand. Het programma start niet. • • Controleer of de deur van het apparaat gesloten is. Als startuitstel is ingesteld, annuleert u deze functie of wacht u tot het einde van het aftellen. Het apparaat herlaadt de hars uit de waterontharder. De duur van de procedure is ongeveer 5 minuten. • 21 Probleem en alarmcode Het apparaat wordt niet gevuld met water. Het display toont i10 of i11. Mogelijke oorzaak en oplossing • • • • • Het apparaat pompt geen water weg. Op het display verschijnt i20. • • • Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is. Controleer of het binnenfiltersysteem niet verstopt is. Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft. Het beschermingssysteem tegen waterlekkage is in werking getreden. Op het display verschijnt i30. • • • Draai de waterkraan dicht. Zorg ervoor dat het apparaat correct geïnstalleerd is. Zorg ervoor dat de korven zijn geladen volgens de instructies in de gebruikershandleiding. Storing van de waterniveaudetectiesensor. Op het display verschijnt i41 i44. • • Zorg dat de filters schoon zijn. Schakel het apparaat uit en aan. Storing van de waspomp of de afvoerpomp. Het display toont i51 - i59 of i5A - i5F. • Schakel het apparaat uit en aan. De temperatuur van het water in het apparaat is te hoog of er is een storing in de temperatuursensor opgetreden. Het display toont i61 of i69. • • Zorg ervoor dat de temperatuur van het inlaatwater niet hoger is dan 60° C. Schakel het apparaat uit en aan. Technische storing van het apparaat. Het display toont iC0 of iC3. • Schakel het apparaat uit en aan. Het niveau van het water in het apparaat is te hoog. Op het display verschijnt iF1. • • • Schakel het apparaat uit en aan. Zorg dat de filters schoon zijn. Zorg ervoor dat de uitlaatslang op de juiste hoogte boven de vloer is geïnstalleerd. Raadpleeg de installatie-instructies. Het apparaat stopt en start meerdere keren tijdens de werking. • Dat is normaal. Het voorziet in optimale reinigingsresultaten en energiebesparing. Het programma duurt te lang. • Als de optie uitgestelde start is ingesteld, annuleert u de uitgestelde start of wacht u tot het aftellen voorbij is. Het activeren van deze optie kan de duur van het programma verlengen. • 22 Zorg ervoor dat de waterkraan geopend is. Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke waterleidingsbedrijf. Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is. Controleer of het filter in de toevoerslang niet verstopt is. Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang aanwezig zijn. Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing De resterende duur in de display wordt verlengd en schakelt bijna naar het eind van de programmaduur. • Dit is geen storing. Het apparaat werkt goed. Kleine lekkage uit de deur van het apparaat. • Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstelbare pootjes (indien van toepassing). De deur van het apparaat is niet gecentreerd op de kuip. Verstel de achterpoot (indien van toepassing). De deur van het apparaat sluit moeilijk. • Ratelende of kloppende geluiden vanuit het apparaat. • Het apparaat maakt kortsluiting. • • • • • Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstelbare pootjes (indien van toepassing). Delen van het serviesgoed steken uit de korven. Het serviesgoed is niet juist in de korven gerangschikt. Raadpleeg de folder voor het laden van de korven. Zorg ervoor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien. De stroomsterkte is onvoldoende om alle tegelijk werkende apparaten van stroom te voorzien. Controleer de stroomsterkte van het stopcontact en het vermogen op de meter, of zet één van de in gebruik zijnde apparaten uit. Interne elektrische storing van het apparaat. Neem contact op met een erkend servicecentrum. Schakel het apparaat na controle aan en uit. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met onze klantenservice of een servicecentrum. Voor alarmcodes die niet in de tabel vermeld zijn, neemt u contact op met de service-afdeling. WAARSCHUWING! We raden u aan het apparaat niet te gebruiken, totdat het probleem volledig is opgelost. Haal de stekker uit het stopcontact en sluit het apparaat pas weer aan als u zeker weet dat het correct werkt. De PNC treft u aan op het typeplaatje van de apparaatdeur. U kunt de PNC ook bekijken op het bedieningspaneel. Zorg er voordat u op de PNC kijkt, het apparaat in de programmakeuze staat. 1. Druk tegelijkertijd op Glass Care en AUTO en houd ze ongeveer 3 seconden ingedrukt. Het display toont de PNC van uw apparaat. 2. Om de weergave van de PNC te verlaten, drukt u tegelijkertijd op Glass Care en AUTO en houdt u deze ongeveer 3 seconden vast. Het apparaat keert terug naar de programmakeuze. DE PRODUCTNUMMERCODE (PNC) Als u contact opneemt met een erkend servicecentrum, dient u de productnummercode van uw apparaat te geven. 23 DE WAS- EN DROOGRESULTATEN ZIJN NIET NAAR TEVREDENHEID Probleem Slechte wasresultaten. Mogelijke oorzaak en oplossing • • • • Slechte droogresultaten. • • • • • • Serviesgoed heeft te lang in het gesloten apparaat gestaan. Activeer AirDry om het automatisch openen van de deur in te stellen en de droogprestatie te verbeteren. Het glansspoelmiddel is op of de dosering van glansspoelmiddel is niet voldoende. Vul het glansspoelmiddeldoseerbakje of zet de glansspoelmiddelstand hoger. De kwaliteit van het glansspoelmiddel kan de oorzaak zijn. We raden aan altijd glansspoelmiddel te gebruiken, zelfs in combinatie met wastabletten. Plastic voorwerpen moeten mogelijk met een doek worden afgedroogd. Het programma heeft geen droogfase. Raadpleeg "Programmaoverzicht". Witte strepen of een blauwe waas op glazen en serviesgoed. • Vlekken en opgedroogde watervlekken op glazen en servies. • De binnenkant van het apparaat is nat. • Dit is geen storing van het apparaat. Vochtige lucht condenseert op de wanden van het apparaat. Opvallend veel schuim tijdens het wassen. • Gebruik uitsluitend vaatwasmiddelen die specifiek zijn bedoeld voor gebruik in vaatwassers. Het glansspoelmiddeldoseerbakje is lek. Neem contact op met een erkend servicecentrum. Roestresten op bestek. • • • • • Er bevinden zich aan het einde van het programma resten van vaatwasmiddel in het vaatwasmiddeldoseerbakje. • • • 24 Raadpleeg "Dagelijks gebruik", "Aanwijzingen en tips" en de folder voor het laden van de korf. Gebruik een intensiever wasprogramma. Activeer de optie Extra Power om de wasresultaten van een geselecteerd programma te verbeteren. Maak de inspuiters van de sproeiarm en het filter schoon. Raadpleeg "Onderhoud en reiniging". De vrijgegeven hoeveelheid glansspoelmiddel is te hoog. Zet de dosering van het glansspoelmiddel op een lagere stand. Er is te veel vaatwasmiddel gebruikt. De vrijgegeven hoeveelheid glansspoelmiddel is te laag. Zet de dosering van het glansspoelmiddel op een hogere stand. De kwaliteit van het glansspoelmiddel kan de oorzaak zijn. Er wordt voor het wassen te veel zout in het water gebruikt. Raadpleeg "De waterontharder". Zilver en roestvrijstalen bestek zijn samen geplaatst. Zet zilveren en roestvrijstalen voorwerpen niet dicht bij elkaar. De vaatwastablet raakte klem in het vaatwasmiddeldoseerbakje en is daardoor niet volledig weggespoeld door het water. Het water kan het vaatwasmiddel niet uit het vaatwasmiddeldoseerbakje spoelen. Zorg ervoor dat de sproeiarmen niet geblokkeerd of verstopt zijn. Zorg dat voorwerpen in de rekken het openen van het klepje van het afwasmiddeldoseerbakje niet kunnen belemmeren. Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing Geuren in het apparaat. • • Raadpleeg "Reiniging binnenkant". Start het programma Machine Care met een ontkalker of een reinigingsproduct bestemd voor vaatwassers. Kalkresten op het serviesgoed, op de kuip en aan de binnenkant van de deur. • • • • Het zoutniveau is laag, controleer de bijvulaanduiding. De dop van het zoutreservoir zit los. U heeft hard kraanwater. Raadpleeg "De waterontharder". Gebruik zout en stel zelfs bij gebruik van multitabletten de waterontharder in. Raadpleeg "De waterontharder". Start het programma Machine Care met een ontkalker bestemd voor vaatwassers. Indien de kalkaanslag blijft bestaan, reinigt u het apparaat met reinigingsmiddelen die hier speciaal voor zijn bestemd. Probeer een ander wasmiddel. Neem contact op met de wasmiddelfabrikant. • • • • Dof, ontkleurd of afgeschilverd serviesgoed. • • • • Zorg dat alleen vaatwasmachinebestendige voorwerpen in het apparaat worden gewassen. Laad de korf voorzichtig in en uit. Raadpleeg de folder voor het laden van de korven. Leg tere voorwerpen in de bovenkorf. Activeer de optie Glass Care om te zorgen voor speciale verzorging voor glaswerk en fijne items. Raadpleeg "Voor het eerste gebruik", "Dagelijks gebruik", or "Hints en tips" voor andere mogelijke oorzaken. TECHNISCHE INFORMATIE Afmetingen Breedte / hoogte / diepte (mm) 596 / 818 - 898 / 550 Elektrische aansluiting 1) Voltage (V) 220 - 240 Frequentie (Hz) 50 bar (minimaal en maximaal) 0.5 - 8 MPa (minimaal en maximaal) 0.05 - 0.8 Watertoevoer Koud water of warm water 2) max. 60 °C Inhoud Couverts 13 Stroomverbruik Modus aan laten (W) 5.0 Uit-modus (W) 0.50 Watertoevoerdruk 1) Zie het typeplaatje voor andere waarden. 2) Als het hete water door een alternatieve, milieuvriendelijkere energiebron geproduceerd wordt (bijv. zonnepanelen), gebruik dan een heetwatervoorziening om het energieverbruik te verminderen. 25 LINK NAAR DE EU-EPREL-DATABANK De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de registratie van dit apparaat in de EU-EPRELdatabase. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd. Het is ook mogelijk om informatie gerelateerd aan de prestaties van het product in de EU-EPREL- databank te vinden via de link https:// eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer kunt u vinden op het typeplaatje van het apparaat. Zie het hoofdstuk ‘Productbeschrijving’. Kijk voor meer informatie over het energielabel op www.theenergylabel.eu MILIEUBESCHERMING Recycleer de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische 26 apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Zanussi ZDLN7531 Handleiding

Type
Handleiding

in andere talen