Shimano SM-BMR1 Dealer's Manual

Type
Dealer's Manual
(Dutch) DM-0001A-006
Dealershandleiding
6770 Serie
3
6770 Serie
INDEX
BELANGRIJKE MEDEDELING ......................................................................................................................................... 4
VOOR VEILIG RIJDEN ..................................................................................................................................................... 5
ELEKTRONISCH VERSNELLINGOVERSCHAKELSYSTEEM ........................................................................................... 14
DETAILS VAN SYSTEEMCONFIGURATIE ...................................................................................................................... 16
SPECIFICATIES .............................................................................................................................................................. 18
MONTEREN .................................................................................................................................................................. 20
Monteren van de Dual Control hendel
Monteren van de remkabels
Monteren van de voorderailleur ................................................................................................................... 21
Monteren van de achterderailleur ................................................................................................................ 23
Monteren van de ketting
AANSLUITEN VAN DE ELEKTRISCHE BEDRADING ..................................................................................................... 24
Namen en plaatsen van de onderdelen
Voorste aansluitingspunt: Verbinding van aansluitingspunt (A) ................................................................ 25
Verbinding met de Dual Control hendel
Monteren van de batterijhouder .................................................................................................................. 26
Achterste aansluitingspunt: Verbinding van aansluitingspunt (B) Extern type ......................................... 27
Achterste aansluitingspunt: Verbinding van aansluitingspunt (B) Ingebouwd type ................................. 31
Monteren van de fleshouderadapter ........................................................................................................... 35
AFSTELLEN ................................................................................................................................................................... 36
Afstellen van de achterderailleur
Afstellen van de voorderailleur .................................................................................................................... 39
OVERIGE FUNCTIES ..................................................................................................................................................... 40
Batterijladingdisplayfunctie
RD bescherming
ONDERHOUD ............................................................................................................................................................... 41
Demonteren van de steuneenheid en de hendeleenheid
Monteren van de schakelaareenheid ........................................................................................................... 42
Monteren van de steuneenheid en de hendeleenheid ............................................................................... 43
Vervangen van de poelie ............................................................................................................................... 44
BEHANDELEN VAN DE BATTERIJ................................................................................................................................. 45
Bewaren van de batterij
Levensduur van batterij
Richtlijn voor laadtijd
Juist gebruik van de batterij ......................................................................................................................... 46
BATTERIJLADER ........................................................................................................................................................... 46
Laden van de batterij ..................................................................................................................................... 47
Storingzoeken
INFORMATIE OVER VERWISSELBAARHEID ................................................................................................................ 47
4
BELANGRIJKE MEDEDELING
Deze dealershandleiding is in de eerste plaats bedoeld om gebruikt te worden door profesionele fietsmonteurs.
Gebruikers die niet profesioneel getraind zijn voor het monteren van fietsen, moeten niet proberen de onderdelen zelf te
installeren door gebruik te maken van de dealershandleiding.
Als enig deel van de informative in de handleiding onduidelijk is, ga dan niet verder met de installatie, neem in plaats daarvan
contact op met uw verkooppunt of een plaatselijke fietsdealer voor hun assistentie.
Zorg ervoor dat u alle instructiehandleidingen leest die bij het product toegevoegd zijn.
Demonteer of wijzig het product niet anders dan zoals vermeld in de informatie in de dealershandleiding.
Alle dealershandleidingen en instructiehandleidingen kunnen on-line bekeken worden op onze internetpagina
(http://si.shimano.com).
Let op de juiste regels en voorschriften van het land, staat of regio waarin u uw zaken doet als een dealer.
Lees voor de veiligheid voor gebruik deze dealershandleiding zorgvuldig en volg deze voor
correct gebruik op.
De volgende instructies dienen steeds in acht genomen te worden ter voorkoming van letsel en schade aan apparatuur en
omgeving.
De instructies zijn onderverdeeld overeenkomstig de grootte van het gevaar of de beschadiging welke zich kan voordoen als
dit product verkeerd gebruikt wordt.
GEVAAR
Wanneer de instructies niet in acht genomen worden zal dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
WAARSCHUWING
Wanneer de instructies niet in acht genomen worden kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
LET OP
Wanneer de instructies niet in acht genomen worden kan dit leiden tot letsel of materiële schade aan apparatuur en
omgeving.
5
VOOR VEILIG RIJDEN
GEVAAR
Neem de volgende punten in acht om brandwonden of ander letsel te voorkomen als gevolg van vloeistoflekkages, oververhitting,
brand of ontploffing.
Zorg ervoor dat u gebruikers tevens op de hoogte brengt van het volgende:
<SM-BTR1: Batterij>
Gebruik voor het laden van de batterij niets anders dan de
speciale lader.
Als niet voorgeschreven onderdelen gebruikt worden,
kan dit leiden tot oververhitting of lekkages.
De batterij niet blootstellen aan hitte of in een open vuur
werpen.
Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op
brand of ontploffing.
Bewaar de batterij niet op plaatsen die blootstaan aan
temperaturen boven 60°C, zoals plaatsen die blootstaan
aan direct zonlicht, in auto’s op warme dagen of in de
buurt van verwarmingstoestellen.
Als dit niet in acht wordt genomen, kan door lekkages,
oververhitting of ontploffing brand, brandwonden of
ander letsel ontstaan.
De batterij niet demonteren of wijzigen of soldeersel direct
op de aansluitpunten van de batterij aanbrengen.
De (+) en (–) aansluitpunten niet met metalen voorwerpen
verbinden. De batterij niet bewaren tezamen met metalen
voorwerpen zoals halskettingen of haarspelden.
Als dit niet in acht wordt genomen, kan kortsluiting,
oververhitting, brandwonden of ander letsel ontstaan.
Als er vloeistof die uit de batterij is gelekt in de ogen
terechtkomt, het betreffende gedeelte onmiddellijk met
schoon water uitspoelen zonder de ogen te wrijven en
vervolgens medische hulp inroepen.
Als dit niet gebeurt, kan blindheid ontstaan.
<SM-BCR1: Batterijlader/SM-BCC1: Batterijladersnoer >
Laat de lader niet nat worden en gebruik de lader niet
wanneer deze nat is en deze niet met natte handen
aanraken of vasthouden.
Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op
defecten of elektrische schokken.
Dek de lader tijdens gebruik niet af met een doek of
dergelijke.
Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op
warmteontwikkeling en vervorming van de behuizing
of bestaat de kans op brand of oververhitting.
De lader niet demonteren of wijzigen.
Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op
elektrische schokken of letsel.
Gebruik de lader enkel met de voorgeschreven
netspanning.
Als een andere dan de voorgeschreven netspanning
wordt gebruikt, bestaat de kans op brand, ontploffing,
rookontwikkeling, oververhitting, elektrische schokken
of brandwonden.
Raak bij onweer de metalen delen van de lader of de
wisselstroomadapter niet aan.
Bij blikseminslag bestaat de kans op elektrische
schokken.
6
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat u de instructies volgt die in de instructiehandleiding gegeven zijn, wanneer u onderdelen installeert.
Het wordt aangeraden alleen originele Shimano onderdelen te gebruiken. Als onderdelen zoals bouten en moeren los komen te
zitten of beschadigd raken, kan de fiets plotseling omvallen, wat ernstig letsel kan veroorzaken.
Bovendien kunnen er problemen voorkomen, als de afstellingen niet correct uitgevoerd worden. De fiets zou plotseling kunnen
vallen, wat ernstig letsel kan veroorzaken.
Om tijdens onderhoudswerkzaanheden, zoals tijdens het vervangen van onderdelen, moet u om uw ogen te beschermen
een normale of rondom afsluitende veiligheidsbril dragen.
Deze dealershandleiding is enkel bestemd voor gebruik met de ULTEGRA 6770 serie (elektronisch versnellingoverschakelsysteem).
Zie de montage-instructies die bij elk van de componenten wordt meegeleverd voor informatie betreffende de ULTEGRA 6700
serie die niet in deze handleiding is opgenomen.
Bewaar na het zorgvuldig lezen van deze dealershandleiding deze op een veilige plaats voor toekomstige naslag.
Zorg ervoor dat u gebruikers tevens op de hoogte brengt van het volgende:
<SM-BTR1: Batterij>
Als het laden niet voltooid is nadat 1,5 uur laadtijd is
verstreken, het laden stoppen.
Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op
brand, ontploffing of oververhitting.
Plaats de batterij niet in zoetwater of zeewater en laat de
aansluitpunten van de batterij niet nat worden.
Het bereik van de gebruikstemperatuur van de batterij
wordt hieronder aangegeven. Gebruik de batterij niet bij
temperaturen buiten dit bereik.
1. Tijdens gebruik: –10°C - 50°C
2. Tijdens laden: 0°C - 45°C
Als de batterij gebruikt of bewaard wordt bij
temperaturen buiten dit bereik, bestaat de kans op
brand, letsel of defecten.
Gebruik de batterij niet als deze duidelijk zichtbaar is
bekrast of als de buitenzijde andere beschadiging vertoont.
Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op
ontploffing, oververhitting of defecten.
Stel de batterij niet bloot aan krachtige schokken en laat
deze niet vallen.
Gebruik de batterij niet als er blijk is van lekkages,
verkleuring, vervorming of een andere afwijking.
Als er gelekte vloeistof op uw huid of kleding terechtkomt,
deze onmiddellijk met schoon water afspoelen.
De gelekte vloeistof kan uw huid aantasten.
De batterij niet op of nabij brandgevaarlijke plaatsen
gebruiken of bewaren.
Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op
vonken, barsten, brand of elektrische schokken.
De batterij niet laden op plaatsen met hoge vochtigheid of
buitenshuis.
De stekkers niet insteken of verwijderen terwijl deze nat
zijn. Als de stekkers van binnen nat zijn, deze grondig
drogen alvorens deze in te steken.
7
<SM-BCR1: Batterijlader/SM-BCC1: Batterijladersnoer>
Houd bij het insteken van de stekker in het stopcontact
en het verwijderen ervan het netsnoer bij de stekker vast.
Als u het netsnoer niet bij de stekker vasthoudt, bestaat
de kans op brand of elektrische schokken.
* Als de stekker warm wordt of een brandende geur
afgeeft.
* Er is mogelijk een defect contact binnen in de stekker.
Overbelast het stopcontact niet met apparaten boven de
nominale capaciteit ervan en gebruik enkel een 100 - 240
V wisselstroom stopcontact.
Als het stopcontact overbelast wordt als gevolg van het
aansluiten van teveel apparaten die gebruik maken van
adapters, bestaat de kans op oververhitting en
brandgevaar.
Het netsnoer of de stekker niet beschadigen.
(Deze niet beschadigen, wijzigen, met kracht buigen of
verdraaien of er aan trekken, niet nabij hete voorwerpen
brengen, er zware voorwerpen op plaatsen of ze strak bij
elkaar binden.)
Als de stekker of het netsnoer in beschadigde toestand
wordt gebruikt, bestaat de kans op brand, elektrische
schokken of kortsluiting.
Gebruik de lader niet tezamen met in de handel
verkrijgbare elektrische transformators bestemd voor
overzees gebruik.
Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans dat
de lader beschadigd wordt.
Steek de stekker steeds volledig in.
Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op
brand.
<FC-6700: Voorste kettingwiel>
Controleer alvorens met de fiets te gaan rijden de crankarmen grondig om te zien of er scheurtjes zijn. Als de crankarmen
gescheurd zijn, kunnen deze afbreken en bestaat de kans dat u met de fiets komt te vallen.
Voor Installatie aan de Fiets en Onderhoud :
Wanneer de versnellingskeuzeschakelaar bediend wordt, gaat de motor die de voorderailleur aandrijft werken zonder bij de
schakelhendelpositie te stoppen. Verwijder steeds de batterij alvorens het monteren uit te voeren, omdat anders uw vingers
beklemd kunnen raken.
<FC-6700: Voorste kettingwiel>
De twee bevestigingsbouten van de linker crankarm dienen beurtelings in etappes aangetrokken te worden zonder elk van
beide bouten in een keer volledig aan te trekken. Gebruik een momentsleutel om te controleren of de eindaantrekkoppels
zich binnen het bereik van 12 - 14 Nm bevinden. Gebruik verder na het rijden van ongeveer 100 km (60 mijl) een
momentsleutel om de aantrekkoppels nogmaals te controleren. Ook is het van belang de aantrekkoppels van tijd tot tijd te
controleren. Als de aantrekkoppels te zwak zijn of als de bevestigingsbouten niet beurtelings in etappes worden
aangetrokken, bestaat de kans dat de linker crankarm losraakt en dat u met de fiets komt te vallen en ernstig letsel oploopt.
Als de binnenste afdekking niet correct gemonteerd wordt, bestaat de kans dat de as gaat roesten en beschadigd wordt en
dat u met de fiets valt en ernstig letsel oploopt.
8
<CN-6701: 10-versnelling ketting voor roadrijden>
De onderhoudsinterval is afhankelijk van het gebruik en de rijomstandigheden. Reinig de ketting regelmatig
met een geschikte kettingreiniger. Gebruik nooit oplosmiddelen die alkali of zuur bevatten, zoals roestreinigers.
Als dergelijke oplosmiddelen worden gebruikt, kan de ketting breken en ernstig letsel veroorzaakt worden.
Voor het verkrijgen van goede resultaten bij het overschakelen van de versnellingen, hebben de kettingen van
toepassing een voorwaartse en een achterwaartse zijde en deze zijn als zodanig gemarkeerd om er voor te
zorgen dat de kettingen in de juiste richting gemonteerd worden. De optimale prestaties worden verkregen
wanneer de kettingen in de juiste richting gemonteerd worden. Als de kettingen in omgekeerde richting
gemonteerd worden, bestaat de kans dat de kettingen afglijden en dat u met de fiets valt en ernstig letsel
oploopt.
Voorwaarts (buitenste zijde) Achterwaarts (binnenste zijde)
De zijde met de merktekens aangegeven in de illustratie is de voorwaartse zijde (buitenste zijde).
Kettingen van het smalle type moeten altijd verbonden worden met behulp van versterkte verbindingspennen.
Als de ketting wordt verbonden met behulp van andere verbindingspennen dan versterkte verbindingspennen of met
gebruik van versterkte verbindingspennen of gereedschap die niet geschikt zijn voor de ketting, is de sterkte van verbinding
mogelijk niet voldoende en kan de ketting breken of losschieten.
Ketting Versterkte verbindingspen Gereedschap
CN-7901 / 6701 / 5701 /4601
10-versnelling compatibele
supersmalle ketting
Gegroefd (3)
TL-CN32/33
TL-CN23
TL-CN27
Gegroefd (2)
Ga na het verbinden van de ketting de verbinding met uw vingers na en voel of beide
uiteinden van de verbindingspen op gelijke hoogte zijn met buitenzijden van de schakels.
(Het tegenoverliggende uiteinde van de pen die is afgebroken moet aanvoelen alsof dit een
weinig uitsteekt.)
Als de lengte van de ketting opnieuw moet worden afgesteld om redenen zoals wijziging van de tandwielconfiguratie, de
ketting doorknippen op een plaats waar deze niet door middel van een versterkte verbindingspen verbonden is. Als u de
ketting doorknipt op een plaats waar deze met behulp van een versterkte verbindingspen verbonden is, zal de ketting
beschadigd worden.
Versterkte verbindingspen
Schakelpen Schakelpen
Gebruik een TL-CN41 kettingslijtageindicator (Y12152000) of een soortgelijk gereedschap om te controleren of de ketting
uitgerekt of beschadigd is. Als de ketting uitgerekt of beschadigd is, kan deze breken en bestaat de kans dat u met de fiets
komt te vallen, dus dient de ketting vervangen te worden.
Let er op bij het opnieuw afstellen van de lengte van de ketting, de verstevigde verbindingspen aan dezelfde zijde in te
steken als waar de kettingfrees werd ingestoken (dezelfde richting als toen de ketting werd doorgeknipt).
Wees voorzichtig dat uw broekspijpen tijdens het rijden niet in de ketting verstrikt raken, aangezien u anders met de fiets
kan komen te vallen.
9
LET OP
Zorg ervoor dat u gebruikers tevens op de hoogte brengt van het volgende:
<SM-BCR1: Batterijlader/SM-BCC1: Batterijladersnoer>
Verwijder alvorens de lader te reinigen de stekker uit het stopcontact.
<SM-BTR1: Lithium-ion batterij>
De batterij niet demonteren of stuk maken. Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op brandgevaar of
brandwonden.
De batterij niet verhitten tot temperaturen hoger dan 60°C (140°F). Bovendien de batterij niet in open vuur werpen. Volg de
instructies zoals gegeven door de fabrikant van de batterij.
Bewaar de batterij op een veilige plaats buiten het bereik van kleine kinderen of huisdieren.
OPMERKING
Zorg ervoor dat u gebruikers tevens op de hoogte brengt van het volgende:
Zorg ervoor om de crank te laten draaien gedurende de hefboom werking.
Zorg ervoor dat er geen water in de aansluitingen terechtkomt.
Als het overschakelen van de versnellingen niet soepel verloopt, de voor- en achterderailleurs reinigen en alle bewegende
onderdelen smeren.
U dient de kettingringen regelmatig in een neutraal reinigingsmiddel schoon te spoelen. Bovendien kan het reinigen van de
ketting met een neutraal reinigingsmiddel en het smeren ervan een effectieve manier zijn om de gebruiksduur van de
kettingringen en de ketting te verlengen.
Gebruik geen verdunner of andere oplosmiddelen voor het reinigen van de componenten. Dergelijke stoffen kunnen de
buitenkant beschadigen.
De fiets niet reinigen in een hogedruk-autowasinstallatie. Als er water in een van de componenten terechtkomt, kan dit
werkingsproblemen of roestvorming veroorzaken.
Behandel de componenten voorzichtig en stel deze niet bloot aan sterke schokken.
Neem contact op met de plaats van aankoop voor bijwerkingen van de componentsoftware. De meest recente informatie is
beschikbaar op de Shimano website.
Producten zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage en verslechtering als gevolg van normaal gebruik en
veroudering.
<SM-BCR1: Batterijlader/SM-BCC1: Batterijladersnoer>
Als u de batterij gedurende lange tijd niet gebruikt, deze verwijderen en op een veilige plaats bewaren.
Gebruikte batterijen moeten worden opgeruimd overeenkomstig de plaatselijk geldende milieubepalingen. Of vraag de
plaats van aankoop of een fietsdealer deze op te ruimen.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of
verstandelijke vermogens, of door personen die geen kennis en ervaring hebben, tenzij er betreffende het gebruik van het
apparaat toezicht wordt gehouden of aanwijzingen worden gegeven door de persoon die voor hun veiligheid
verantwoordelijk is.
Laat kinderen niet in de buurt van deze apparatuur spelen.
Informatie betreffende opruimen voor landen buiten de Europese Unie.
Dit symbool is enkel van toepassing binnen de Europese Unie.
Gebruikte elektrische onderdelen (batterijladers en batterijladersnoeren) moeten
worden opgeruimd overeenkomstig de plaatselijk geldende milieubepalingen of
vraag de plaats van aankoop of een fietsdealer deze op te ruimen.
10
<SM-BTR1: Batterij>
De batterij is op het moment van aankoop ongeladen. Alvorens te gaan rijden, de batterij laden totdat deze volledig is
opgeladen.
Bij het bewaren van de batterij, de batterij uit de fiets verwijderen en eerst het aansluitingenkapje aanbrengen.
Als de batterij bewaard wordt terwijl de batterijlading 50% of meer is (de indicator licht groen op), zal de batterij langer
meegaan.
Het wordt aanbevolen de toestand van de batterij ongeveer eenmaal per halfjaar te controleren.
Als de batterij op een koude plaats bewaard wordt, bestaat de kans dat de prestaties van de batterij afnemen en dat de
levensduur ervan verkort wordt.
De batterij is een verbruiksonderdeel. De batterij zal na herhaaldelijk gebruik en na verloop van tijd geleidelijk de capaciteit
om te laden verliezen. Als de lengte van tijd dat de batterij gebruikt kan worden uiterst kort wordt, heeft deze
waarschijnlijk het einde van zijn levensduur bereikt en is aanschaf van een nieuwe batterij nodig.
De levensduur van de batterij is afhankelijk van factoren zoals de bewaarmethode, de gebruiksomstandigheden, de
omgeving en de kenmerken van de afzonderlijke batterij.
De laadtijd is ongeveer 1,5 uur. (De werkelijk tijd varieert echter afhankelijk van de hoeveelheid resterende lading in de
batterij.)
Als de batterij moeilijk in te steken of te verwijderen is, het voorgeschreven vet (DURA-ACE vet) aanbrengen op het
onderdeel dat met de O-ring aan de zijkant in contact komt.
Bij de DURA-ACE (7970), kan er met een volledige geladen batterij ongeveer 1000 km met de fiets worden gereden. Bij de
ULTEGRA (6770) is de rijafstand korter. (Ongeveer 30% minder overeenkomstig tests die door Shimano zijn uitgevoerd.)
Het laden kan op elk moment worden uitgevoerd ongeacht de resterende hoeveelheid lading. Gebruik altijd de speciale
batterijlader om de batterij te laden totdat deze volledig is opgeladen.
Als de batterij volledig is uitgeput, deze zo spoedig mogelijk opladen. Als u de batterij laat staan zonder deze te laden, zal
de batterij in prestatie achteruitgaan.
Als u gedurende langere tijd niet met de fiets gaat rijden, de batterij uit de fiets verwijderen en deze regelmatig opladen.
Let er bovendien op dat de batterij niet volledig uitgeput raakt.
Informatie betreffende opruimen voor landen buiten de Europese Unie.
Dit symbool is enkel van toepassing binnen de Europese Unie.
Gebruikte batterijen moeten worden opgeruimd overeenkomstig de plaatselijk
geldende milieubepalingen of vraag de plaats van aankoop of een fietsdealer
deze op te ruimen.
<ST-6770: Dual Control hendel>
Bij het uitvoeren van hendelbedieningen die verband houden met het overschakelen van de versnellingen het voorste
kettingwiel draaien.
<RD-6770: Achterderailleur>
Als de stangverbindingen zodanig veel speling hebben dat afstelling niet mogelijk is, dient u de achterderailleur te
vervangen.
Reinig de derailleur regelmatig en smeer alle bewegende onderdelen en poelies.
Als de poelies een grote mate van speling hebben en er tijdens het rijden hinderlijke geluiden voortgebracht worden, de
poelies vervangen.
11
Voor Installatie aan de Fiets en Onderhoud :
Dit is een kleine waterdichte stekker. Herhaal niet het losmaken en vastmaken ervan.
Dit kan zijn werking verminderen.
Bevestig blinde pluggen aan de ongebruikte aansluitingen.
De eenheden zijn volledig waterdicht geconstrueerd om bestand te zijn tegen het rijden bij natte weersomstandigheden. De
eenheden echter niet met opzet in water plaatsen.
Gebruik voor het verwijderen van de elektrische bedrading altijd het TL-EW02 speciaal gereedschap.
Als de ketting tijdens gebruik van de tandwielen blijft afglijden, de tandwielen en de ketting vernieuwen.
Niet demonteren, omdat anders werkingsproblemen kunnen ontstaan.
De motoren van de voorderailleur en de achterderailleur kunnen niet gerepareerd worden.
Neem contact op met Shimano voor informatie betreffende de verzending van de batterijlader naar Zuid-Korea en Maleisië.
<EW-SD50/EW-SD50-I: Elektrische bedrading/SM-EWC2: Elektrische bedradingafdekkingen>
Maak de elektrische bedrading met behulp van kabelklembanden zodanig vast dat de kettingringen, tandwielen en banden
er geen hinder van ondervinden.
Het kleefmiddel is niet al te krachtig om te voorkomen dat de lak van het frame losraakt wanneer de elektrische
bedradingafdekking verwijderd wordt, zoals bijvoorbeeld bij het vervangen van de elektrische bedrading. Als de elektrische
bedradingafdekking los is komen te zitten, deze door een nieuwe vervangen.
Bij het verwijderen van de elektrische bedradingafdekking, deze niet te krachtig lostrekken. Als dit niet in acht wordt
genomen, zal de lak op het frame ook mee losgetrokken worden.
De bedradinghouders die bevestigd zijn aan het type met ingebouwde elektrische bedrading (EW-SD50-I) niet verwijderen.
De bedradinghouders voorkomen dat de elektrische bedrading binnen in het frame verschuift.
<ST-6770: Dual Control hendel>
SW-R610 kan niet samen met ST-6770 worden gebruikt omdat de vorm van de stekker anders is dan die van E-TUBE.
Bij het verlaten van de fabriek zijn blinde pluggen aangebracht. Deze behalve wanneer dit nodig is niet verwijderen.
Let er op bij het leiden van de elektrische bedrading dat deze de remhendels niet hindert.
<RD-6770: Achterderailleur>
Stel de afstelbout voor de hoogste versnelling en de afstelbout voor de laagste versnelling af door altijd de instructies
aangegeven in het hoofdstuk Afstellen op te volgen. Als deze bouten niet worden afgesteld, kan de ketting beklemd raken
tussen de spaken en het grote tandwiel en kan het wiel blokkeren of kan de ketting naar het kleine tandwiel afglijden.
Als afstelling van de overschakeling van de versnellingen niet mogelijk is, de mate van parallellisme aan het achteruiteinde
van de fiets controleren. Controleer ook of de kabel gesmeerd is en of de buitenkabel niet te lang of te kort is.
De spannerpoelie is voorzien van een pijl die de draairichting aangeeft. Monteer de spannerpoelie zodanig dat de pijl gezien
vanaf de buitenzijde van de derailleur rechtsom wijst.
12
<CN-6701: 10-versnelling ketting voor roadrijden>
Zoals aangegeven in Afb. A, wordt het ten sterkste aangeraden de verbindingspen te plaatsen in het gat van de buitenste
schakel aan de voorzijde in de draairichting. Het sterkteniveau van de ketting wordt verbeterd in vergelijking met de
methode in Afb. B.
A
Binnenste schakel
Buitenste schakel
Verbindingspen
B
Binnenste schakel
Buitenste schakel
Verbindingspen
Draairichting
van ketting
Plaats de ketting in de kettingfrees zoals aangegeven in de illustratie. Als de ketting verkeerd in de kettingfrees geplaatst
wordt, zal de positioneerplaat breken.
Zorg ervoor dat u gebruikers tevens op de hoogte brengt van het volgende:
Voor Installatie aan de Fiets en Onderhoud :
13
Zorg ervoor dat u gebruikers tevens op de hoogte brengt van het volgende:
<De systeemvoeding resetten>
Wanneer het systeem niet werkt, kan het worden hersteld door de systeemvoeding te resetten.
Nadat de batterij is verwijderd is meestal één minuut voldoende om de systeemvoeding te resetten.
In het geval dat de SM-BTR1 wor
dt gebruikt
Verwijder de batterij uit de batterijhouder. Plaats de batterij na één minuut opnieuw.
In het geval dat de SM-BTR2 wordt gebruikt
Koppel de stekker los van de SM-BTR2. Plaats de stekker na één minuut opnieuw.
<Opmerkingen betreffende het hermonteren en vervangen van componenten>
Wanneer het product opnieuw is gemonteerd of vervangen, wordt dit automatisch door het systeem herkend, zodat het
product overeenkomstig de instellingen kan werken.
Wanneer het systeem niet werkt na het opnieuw monteren en vervangen, moet de bovenstaande resetprocedure voor de
systeemvoeding worden uitgevoerd om de werking te controleren.
Voor Installatie aan de Fiets en Onderhoud :
Als u de onderdelenconfiguratie wijzigt of constateert dat het systeem incorrect functioneert, moet u de E-TUBE PROJECT software
gebruiken om de firmware van elk onderdeel bij te werken tot de nieuwste versie en het systeem opnieuw controleren.
Controleer ook of u over de nieuwste versie van de E-TUBE PROJECT software beschikt. Als u niet de laatste softwareversie hebt, is
deze mogelijk niet compatibel met alle onderdelen of zijn niet alle productfuncties beschikbaar.
14
ELEKTRONISCH VERSNELLINGOVERSCHAKELSYSTEEM
Voor het verkrijgen van optimale prestaties wordt het aanbevolen de volgende combinatie van onderdelen te gebruiken.
Serie ULTEGRA 6770
Dual Control hendel ST-6770*
Gereedschap TL-EW02
Voorderailleur FD-6770*
Klembandadapter SM-AD67
Achterderailleur RD-6770*
Ketting CN-6701
Voorste aansluitingspunt: Aansluitingspunt (A) SM-EW67-A-E*
Elektrische bedrading EW-SD50* / EW-SD50-I*
Elektrische bedradingafdekking SM-EWC2*
Doorvoerbuisjes SM-GM01* / GM02*
Lithium-ion batterij SM-BTR1*
Batterijlader SM-BCR1*
Batterijladersnoer (SM-BCR1) SM-BCC1*
Batterijhouder SM-BMR1* / SM-BMR2*
Fleshouderadapter SM-BA01
Achterste aansluitingspunt: Aansluitingspunt (B) SM-JC41* (ingebouwd type) / SM-JC40* (extern type)
Pc-koppeltoestel SM-PCE1
Voorste kettingwiel (trapas) FC-6700 / FC-6750 (SM-BB6700)
Voorwielnaaf HB-6700
Vrijloopnaaf FH-6700
Cassettetandwiel CS-6700
Zijoptrekremmen BR-6700
Vrijdragende remmen BR-CX70
Wielen WH-6700
Pedalen PD-6700-C / PD-6700
* Deze componenten zijn onderdeel van de ULTEGRA 6770 serie (elektronisch versnellingoverschakelsysteem).
15
Ingebouwd type (SM-JC41)
SM-EW67-A-E
FD-6770
ST-6770
SM-BTR1
SM-BMR1/SM-BMR2
RD-6770
EW-SD50-I
SM-JC41
Extern type (SM-JC40)
SM-EW67-A-E
FD-6770
ST-6770
SM-BTR1
SM-BMR1/SM-BMR2
RD-6770
EW-SD50
SM-JC40
16
DETAILS VAN SYSTEEMCONFIGURATIE
Dual Control hendel (ST-6770)/
Elektrische bedrading gereedschap
(TL-EW02)
(ST-6770) (TL-EW02)
Voorderailleur (FD-6770)
Klembandadapter (SM-AD67)
(SM-AD67L) (SM-AD67M)
Achterderailleur (RD-6770)
Voorste aansluitingspunt:
Aansluitingspunt (A) (SM-EW67-A-E)
Elektrische bedrading
(EW-SD50/EW-SD50-I)
(EW-SD50)
(EW-SD50-I)
Elektrische bedradingafdekking
(SM-EWC2)
Framedoorvoerbuisjes
(SM-GM01/SM-GM02)
17
Lithium-ion batterij (SM-BTR1)
Accessoires
Aansluitingenkapje
Batterijlader (SM-BCR1)
Batterijladersnoer (SM-BCC1)
Fleshouderadapter (SM-BA01)
Achterste aansluitingspunt:
Aansluitingspunt (B)
Ingebouwd type (SM-JC41)/
Extern type (SM-JC40)
(SM-JC41) (SM-JC40)
E-TUBE PROJECT:
Systeemtestapparaat (SM-PCE1)
Accessoires
PC-link kabel (×2) 2m
USB kabel (×1) 50cm
Batterijhouder (SM-BMR1/SM-BMR2)
(SM-BMR1-I / SM-BMR2-I)
Accessoires
Kabelklemband (×1)
Platte kop M4 bout (×1)
Afstandsstuk (×3)
(SM-BMR1-L / SM-BMR2-L)
Accessoires
Kabelklemband (×1)
Platte kop M4 bout (×1)
(SM-BMR1-S / SM-BMR2-S)
Accessoires
M4 bout (×2)
18
SPECIFICATIES
Voorderailleur
Type Gesoldeerd type Klembandtype
Modelnummer FD-6770-F FD-6770-L FD-6770-M FD-6770-S
Klembandadapter
(diameter montageklemband)
SM-AD67L
(34,9 mm)
SM-AD67M
(31,8 mm)
SM-AD67MS
(28,6 mm)
Aantal tanden grootste kettingring 50 - 56 T
Verschil in aantal tanden grootste en
kleinste kettingring
16T of minder
Hoek kettingsteun (ɑ) 61° - 66°
Kettinglijn 43,5 mm
Achterderailleur
Type SS
Totale capaciteit 33 T
Maximum aantal tanden grootste
tandwiel
28 T
Minimum aantal tanden grootste
tandwiel
23 T
Maximum aantal tanden kleinste
tandwiel
12 T
Minimum aantal tanden kleinste
tandwiel
11 T
Verschil in aantal tanden met voorzijde 16T of minder
Batterij
Batterij-eenheid Lithium-ion
Nominale capaciteit 530 mAh
Gewicht Standaard 71 g
Bereik van gebruikstemperatuur
Tijdens gebruik: –10°C - 50°C
Tijdens laden: 0°C - 45°C
Bereik van bewaartemperatuur –20 - 60 °C
Nominale spanning 7,4 V
19
Batterijlader
Ingangsspanning 100 - 240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Uitgangsspanning 8,4 V GELIJKSTROOM, 0,55 A
Afmetingen Ongeveer 100 mm (L) × 30 mm (H) × 72 mm (B)
Gewicht Ongeveer 110 g
Gebruikstemperatuur 0 - 45°C
Bewaartemperatuur –20 - 60°C
Batterijladersnoer
(Zie pagina 46)
20
MONTEREN
Monteren van de Dual Control hendel
Open de houderafdekking vanaf de voorzijde en draai vervolgens met behulp van een 5 mm inbussleutel de bevestigingsmoer vast
om de hendeleenheid te bevestigen.
Houderafdekking
5 mm inbussleutel
Aantrekkoppel:
6 - 8 Nm
Controleer in het geval van het monteren van onderdelen aan een koolstof frame/stuurdelen de aanbeveling van de fabrikant van
het koolstof frame/delen omtrent het aantrekkoppel om beschadiging van het koolstof materiaal door een te hoog aantrekkoppel
en/of het losraken van onderdelen als gevolg van een te laag aantrekkoppel te voorkomen.
Monteren van de remkabels
Gebruikte kabels
Binnenkabel ... 1,6 mm diam. SLR buitenkabel ... 5 mm diam.
Gebruik kabels die lang genoeg zijn zodat er nog voldoende lengte over is ook wanneer het stuur helemaal naar links en
naar rechts gedraaid wordt.
1.
Trek de remhendel voorzichtig aan.
2.
Steek de binnenkabel direct vanaf de voorzijde naar binnen, zet de
binnenkabelnippel vast in de kabelhaak en monteer vervolgens de
buitenkabel vanaf de tegenoverliggende zijde.
Buitenkabel
Binnenkabelnippel
Kabelhaak
21
De hendelslag kan soepel worden afgesteld met behulp van de bout bovenop de steuneenheid. Controleer bij het afstellen de
werking van de hendel.
Monteren van de voorderailleur
1.
Monteer de voorderailleur aan het frame.
Bij het monteren van een gesoldeerd type
Als de voorderailleur aan een gesoldeerd type frame gemonteerd wordt, moet er een beschermplaatje bevestigd worden aan
de zadelbuis. Monteer altijd een beschermplaatje om beschadiging van het frame te voorkomen welke veroorzaakt wordt door
de druk die uitgeoefend wordt door de steunbout van de voorderailleur.
Monteren van het beschermplaatje
Controleer wanneer de steunbout van de voorderailleur wordt afgesteld de positie waar de steunbout het frame direct raakt
en monteer op deze plaats een beschermplaatje. Voorkom daarbij dat de kleefband waarmee het beschermplaatje aan de
zadelbuis wordt bevestigd aangebracht wordt op de plaats waar de steunbout direct in aanraking komt met het frame.
Steunbout
* Er zijn beschermplaatjes met een gebogen kleefzijde en een vlakke kleefzijde zoals
aangegeven in de illustratie, dus gebruik het type dat overeenkomt met de vorm van
het frame.
Kleefband
22
Bij het monteren van een klemband type
* Als de klembandadapter (SM-AD67) wordt gebruikt, is er een steunbout nodig. Een beschermplaatje en bevestigingsring is
niet nodig. Gebruik de SM-AD67 in combinatie met de FD-6770. De SM-AD11/15 kan niet worden gemonteerd.
Steunbout
Klembandadapter
Aantrekkoppel:
5 - 7 Nm
Controleer in het geval van het monteren van onderdelen aan een koolstof frame/stuurdelen de aanbeveling van de fabrikant
van het koolstof frame/delen omtrent het aantrekkoppel om beschadiging van het koolstof materiaal door een te hoog
aantrekkoppel en/of het losraken van onderdelen als gevolg van een te laag aantrekkoppel te voorkomen.
Tussenruimte 1 - 3 mm
Buitenste plaat van kettinggeleider
2.
Stel zodanig af dat er een tussenruimte van 1 - 3 mm is tussen de
buitenste plaat van de kettinggeleider en de grote kettingring.
Aantrekkoppel:
5 - 7 Nm
0,5 - 1,0 mm
Kettinggeleider
Voorste kettingwiel
(grote kettingring)
3.
Gebruik een 5 mm inbussleutel om de buitenste plaat van de
kettinggeleider zodanig vast te zetten dat het vlakke gedeelte van de
plaat direct boven de grote kettingring komt en dat het achterste
uiteinde van de kettinggeleider zich binnen 0,5 - 1,0 mm van het
voorste uiteinde van de kettinggeleider bevindt.
23
4.
Gebruik een 2 mm inbussleutel om de steunbout te draaien en de positie
van de voorderailleur zodanig af te stellen dat het vlakke gedeelte van de
buitenste plaat van de kettinggeleider direct boven en parallel aan de
grote kettingring komt.
Monteren van de achterderailleur
Let er op bij het monteren van de achterderailleur dat de afstelbout voor de B-spanning het achtervorkuiteinde niet raakt en deze
verbuigt.
Afstelbout voor de B-spanning
5 mm inbussleutel
Poeliekooi
Achtervorkuiteinde
Aantrekkoppel van steun:
8 - 10 Nm
Monteren van de ketting
Opmerking:
* Bij deze 10-versnelling ketting voor road-rijden heeft de voorzijde en achterzijde een andere vorm ter verbetering van de
prestaties bij het overschakelen van de versnellingen.
Voorwaarts (buitenste zijde) Achterwaarts (binnenste zijde)
De zijde met de merktekens aangegeven in de illustratie is de voorwaartse zijde (buitenste zijde).
Kettinglengte
Kleinste tandkrans Grootste kettingring
Spannerpoelie
Geleiderpoelie
Ketting
90º
+
Ketting
+2 schakels
* Als het grootste tandwiel 28T of meer.
2 schakels toevoegen terwijl de ketting zich op de grootste
kettingring en het grootste tandwiel bevindt.
Grootste tandkrans Grootste kettingring
24
AANSLUITEN VAN DE ELEKTRISCHE BEDRADING
Namen en plaatsen van de onderdelen
Ingebouwd type (SM-JC41)
(a)
(b)
(c)
(e)
(f)
SM-EW67-A-E
EW-SD50-ISM-JC41
(d)
Opmerking:
Kabellengte (EW-SD50)
(a) + (b) ≤1500 mm
(a) + (c) ≤1700 mm
(d) ≤1400 mm
(e) , (f) ≤500 mm
Extern type (SM-JC40)
SM-EW67-A-E
EW-SD50SM-JC40
(a)
(b)
(c)
(e)
(f)
(d)
Opmerking:
Kabellengte (EW-SD50)
(a) + (b) ≤900 mm
(a) + (c) ≤1100 mm
(d) ≤1400 mm
(e) , (f) ≤500 mm
25
Voorste aansluitingspunt: Verbinding van
aansluitingspunt (A)
Bij het leiden van de SM-EW67-A-E, er voor zorgen dat de kabel lang genoeg is
zodat de montagepositie van de ST-6770 afgesteld kan worden en zodat het
stuur volledig naar links en rechts gedraaid kan worden. Bij het leiden van de
elektrische bedrading kan deze gelijk met de stuurtape om het stuur gewikkeld
worden.
(Voorbeeld van aansluitschema voor ST-6770 en SM-EW67-A-E)
Verbinding met de Dual Control hendel
1.
Gebruik het TL-EW02 speciaal gereedschap voor aansluiting op de ST-6770. Bevestig zo
dat het uitsteeksel op de stekker uitgelijnd is met de groef in het smalle uiteinde.
2.
Open de houderafdekking en til de stekkerafdekking op.
Gebruik de TL-EW02 voor het aansluiten van de stekker van de elektrische bedrading
op de aansluiting aan de hendelzijde. Duw de stekkers in elkaar totdat deze met een
klik in elkaar passen. Zowel de bovenste als de onderste aansluiting kan gebruikt
worden.
Hendelsteunkap
* De overblijvende aansluiting
kan gebruikt worden voor een
extra satellietschakelaar of de
SM-PCE1.
Opmerking:
Men kan aan de elektriciteitsdraad trekken door vastpakken en rollen van stuurlint. Om te voorkomen dat draad van de
dubbele bedieningshendel afkomt, houdt u de lengtemarge van de elektriciteitsdraad bij de beugelkap gelijk nadat het
stuurlint is opgerold.
Deze lengtemarge van de elektriciteitsdraad is tevens nodig om de beugelkap te openen wanneer een extra schakelaar en
de SM-PCE1 worden aangesloten.
26
3.
Gebruik de bijgeleverde kabelklembanden om aansluitingspunt (A)
vast te maken aan de buitenkabel van de remkabel.
Monteren van de batterijhouder
1.
Breng de batterijhouder in positie. Gebruik de bevestigingsbout van de fleshouder om de batterijhouder provisorisch te
bevestigen aan de onderkant van de fleshouder.
Gebruik de bouten die meegeleverd worden met de fleshouder
voor het bevestigen van de SM-BMR1-L / SM-BMR2-L (lang
type).
Zie de montage-instructies voor de fleshouder voor details over
de aantrekkoppels.
Aantrekkoppel:
1,2 - 1,5 Nm
Gebruik de bijgeleverde M4 bouten voor het vastzetten
van de SM-BMR1-S / SM-BMR2-S (kort type).
108 mm
2.
Laat een ruimte van 108 mm of meer over aan het uiteinde
van de batterijhouder. Controleer dat de batterij geplaatst
en verwijderd kan worden wanneer de fleshouder op zijn
plaats zit.
Aantrekkoppel:
1,2 - 1,5 Nm
27
Kabelklemband
2 mm inbussleutel
Bevestigingsbout
batterijhouder (M4 × 15 mm)
3.
Draai de bout van de fleshouder vast om de batterijhouder
te bevestigen. Gebruik bij de SM-BMR1-L / SM-BMR2-L (lang
type) de bijgeleverde kabelklemband om de batterijhouder
aan het frame te bevestigen.
* Als het frame voorzien is van een montagenok, kan de
batterijhouder met een bout aan het frame bevestigd
worden.
Aantrekkoppel:
1,2 - 1,5 Nm
Achterste aansluitingspunt: Verbinding van aansluitingspunt (B) Extern
type
Extern type (SM-JC40)
Aansluitingspunt (A)
Aansluitingspunt (B)
1.
Sluit de elektrische bedrading aan op aansluitingspunt (A) en aansluitingspunt (B). Duw de stekkers
in elkaar totdat deze met een klik in elkaar passen.
28
2.
Sluit de elektrische bedrading aan op de voorderailleur, de achterderailleur en de batterijhouder.
Bij voorderailleur Bij achterderailleur
Bij batterijhouder
3.
Bevestig de elektrische bedrading provisorisch met tape aan het frame
en sluit deze vervolgens aan op aansluitingspunt (B).
* Bij het leiden van de elektrische bedrading naar de achterderailleur,
deze langs de onderkant van de kettingsteun leiden om te
voorkomen dat de bedrading met de ketting in aanraking komt.
* Wikkel het overtollige deel van de elektrische bedrading op in
aansluitingspunt (B) om de lengte af te stellen.
Voorbeeld van het afstellen van de lengte van de bedrading van aansluitingspunt (B)
29
4.
Maak zodra de elektrische bedrading is geleid aansluitingspunt (B) vast onder het trapashuis.
Bevestigingsbout
aansluitingspunt (B)
(10,5 mm of 15 mm)
(3 mm inbussleutel)
Aantrekkoppel:
1,5 - 2 Nm
5.
Monteer vervolgens de elektrische bedradingafdekking aan het frame. Om er zeker
van te zijn dat de elektrische bedradingafdekking goed blijft zitten, het frame met
alcohol of een ander reinigingsmiddel reinigen om vet of andere substanties te
verwijderen alvorens de afdekking te monteren. Plaats de elektrische
bedradingafdekking over de elektrische bedrading en bevestig deze vervolgens aan
het frame.
Controleren van de verbindingen
Monteer de batterij na het aansluiten van de elektrische bedrading aan alle componenten en
controleer de werking. Bedien de versnellingskeuzeschakelaars en controleer dat de voorderailleur
en achterderailleur beide functioneren.
Opmerking:
* Als de ketting op dit punt niet gemonteerd is, de versnellingskeuzeschakelaar (X) voor de linker
hendel eenmaal of vaker bedienen om de voorderailleur in de positie voor de grotere
kettingring te zetten om het monteren van de ketting te vergemakkelijken. Let er op daarna de
batterij te verwijderen.
Versnellingskeuzeschakelaar (X)
30
Losmaken van de elektrische bedrading
Dit is een kleine waterdichte stekker. Herhaal niet het losmaken
en vastmaken ervan. Het waterdichte gedeelte of het stekkerdeel
kan versleten raken of vervormen en de werking kan aangetast
worden.
Gebruik het brede uiteinde van het TL-EW02 speciaal gereedschap om
de elektrische bedrading los te maken. Als er te hard aan de stekkers
wordt getrokken, kan dit problemen bij het functioneren veroorzaken.
Steek het speciaal gereedschap in zodat de platte zijde ervan in de
richting wijst van de derailleur en trek vervolgens de stekker van de
elektrische bedrading los door het gereedschap te kantelen.
FD-6770 RD-6770
Bij het losmaken van de elektrische bedrading van een hendel, de platte zijde in de richting van de hendel plaatsen. Bij het
losmaken van de stekker van aansluitingspunt (A) of aansluitingspunt (B), het speciaal gereedschap insteken zodat de platte zijde
ervan in de richting wijst van het aansluitingspunt.
ST-6770 SM-JC40 SM-JC41
* Leid de overtollige lengte van de elektrische bedrading langs het stuur en gebruik kabelklembanden of iets dergelijks om de
elektrische bedrading aan het stuur te bevestigen.
31
Achterste aansluitingspunt: Verbinding van aansluitingspunt (B)
Ingebouwd type
Ingebouwd type (SM-JC41)
Bedradinghouder
1.
Steek eerst de elektrische bedrading voor aansluitingspunt (A),
de batterijhouder, de voorderailleur en de achterderailleur door
de openingen in het frame naar binnen in het trapashuis.
* De elektrische bedrading moet op de juiste wijze naar binnen
gestoken worden. Steek de bedrading naar binnen in de
richting aangegeven in de illustratie.
Elektrische bedrading voor
voorderailleur
Elektrische bedrading voor
aansluitingspunt (A)
Elektrische bedrading voor
achterderailleur
Trapashuis
Elektrische bedrading voor
batterijhouder
2.
Sluit de elektrische bedrading aan op aansluitingspunt (B). Duw de
stekkers in elkaar totdat deze met een klik in elkaar passen.
32
3.
Sluit de elektrische bedrading aan op aansluitingspunt (A), de voorderailleur, de achterderailleur en de batterijhouder.
Bij voorderailleur
Bij aansluitingspunt (A)
Bij batterijhouder
Bij achterderailleur
33
Routeren van aansluitingspunt (B) en de elektrische bedrading in het frame
1.
Leid de elektrische bedrading voor de voorderailleur en de achterderailleur door respectievelijk de zadelbuis en de
kettingsteun.
2.
Leid de elektrische bedrading voor aansluitingspunt (A) en de batterijhouder en aansluitingspunt (B) door de onderbuis.
Controleer hierbij dat door de schroeven van het trapashuis geen componenten beschadigd worden.
3.
Plaats de elektrische bedrading zo dat enkel de elektrische bedrading voor de voorderailleur en de achterderailleur in het
trapashuis zichtbaar zijn en als extra onderdelen zoals bedradinghouders uitsteken, deze terug in het frame duwen.
Voor voorderailleur
Voor achterderailleur
Voor batterijhouder
Aansluitingspunt (B)
Voor aansluitingspunt (A)
1 2
3
Montage van het trapashuis
1.
Bij het monteren van de binnenste afdekking aan het trapashuis, er voor zorgen dat de elektrische bedrading voor de
voorderailleur en de achterderailleur over de bovenkant van de binnenste afdekking lopen.
2.
Monteer de binnenste afdekking aan de trapashuisadapter.
Adapter Adapter
Adapter
Binnenste afdekking
Binnenste afdekking
Opmerking:
* Als een frame wordt gebruikt waarbij er niet voldoende ruimte is tussen de
binnenzijde van het trapashuis en de binnenste afdekking voor het leiden van de
elektrische bedrading, een afzonderlijk verkrijgbare binnenste afdekking
gebruiken.
34
Monteren van de batterijhouder
1.
Plaats de elektrische bedrading voor de batterijhouder in de gleuf in de elektrische bedradingafdekking voor de batterijhouder.
2.
Plaats de bijgeleverde afstandsstukken tussen de batterijhouder en het frame en zet deze vervolgens vast door het vastdraaien
van de bouten.
* Als de fleshouder wordt gemonteerd, kan deze het gemakkelijkste in dit stadium gemonteerd worden.
* Zie de montage-instructies voor de fleshouder voor details over het aantrekkoppel.
3.
Gebruik de bijgeleverde kabelklemband om de batterijhouder aan het frame te bevestigen.
Kabelklemband
Afstandsstukken
1
2
3
2 mm inbussleutel
Bevestigingsbout batterijhouder
(M4 × 15 mm)
* Als het frame voorzien is van een montagenok,
kan de batterijhouder met een bout aan het
frame bevestigd worden.
35
Monteren van de doorvoerbuisjes
Monteer de doorvoerbuisjes in de juiste posities voor de elektrische bedrading door de onderzijde ervan in de openingen in het
frame te duwen en vervolgens de bovenzijde op zijn plaats te duwen.
Gesloten Open
Bij achterderailleur
Bij aansluitingspunt (A)
Bij voorderailleur
Monteren van de fleshouderadapter
3 mm inbussleutel
10mm
15mm
15mm
10mm
Afstandsstukken
Als de fleshouder die aan de zadelbuis is gemonteerd de
batterij hindert, de positie van de fleshouder omhoog
verplaatsen. De montagepositie voor de fleshouder kan
minimaal 32 mm en maximaal 50 mm vanuit de
oorspronkelijke montagepositie naar boven verplaatst
worden.
* Als deze de montagenok voor de voorderailleur hindert,
het bijgeleverde afstandsstuk gebruiken.
* Zie de montage-instructies voor de fleshouder voor details
over de aantrekkoppels.
Aantrekkoppel:
3 Nm
36
AFSTELLEN
Afstellen van de achterderailleur
Aansluitingspunt (A)
Afsteltoets voor
achterderailleur
Licht op (rood)
1.
Monteer de batterij.
2.
Schakel de achterderailleur over naar de stand van het 5de tandwiel. Druk op de toets bij aansluitingspunt (A) van de SM-EW67-
A-E totdat de rode LED gaat branden om over te schakelen naar de afstellingsmodus voor de achterderailleur. Houd er rekening
mee dat RD bescherming reset wordt geactiveerd als u de toets ingedrukt blijft houden nadat de rode LED is gaan branden.
* Raadpleeg voor meer informatie over RD bescherming “RD bescherming” in “OVERIGE FUNCTIES”.
3.
Als de versnellingskeuzeschakelaar (X) eenmaal wordt ingedrukt terwijl de begin-instelling actief is, zal de geleiderpoelie één
stap naar binnen verplaatst worden.
Als de versnellingskeuzeschakelaar (Y) eenmaal wordt ingedrukt, zal de geleiderpoelie één stap naar buiten verplaatst worden.
De geleiderpoelie kan vanaf de uitgangspositie 15 stappen naar binnen en 15 stappen naar buiten verplaatst worden, voor in
totaal 31 posities.
Bij het afstellen zal de geleiderpoelie eerst iets te ver doorschuiven en vervolgens terugspringen zodat u de afstelrichting kunt
controleren. W
anneer u de posities van de geleiderpoelie en het tandwiel controleert, bij de positie controleren waar de
geleiderpoelie uiteindelijk stopt.
4.
Draai het voorste kettingwiel en bedien de
versnellingskeuzeschakelaar (X) om de geleiderpoelie naar
binnen te verplaatsen totdat de ketting het 4de tandwiel
raakt en een weinig geluid maakt.
37
4 stappen
4 maal
5.
Bedien vervolgens versnellingskeuzeschakelaar (Y) 4 maal om
de geleiderpoelie met 4 stappen naar buiten tot in de
beoogde positie te verplaatsen.
Afsteltoets voor
achterderailleur
Uitgeschakeld
6.
Druk op de toets bij aansluitingspunt (A) totdat de rode LED uit gaat om vanuit de
afstellingsmodus voor de achterderailleur over te schakelen naar de
versnellingsoverschakelmodus. Schakel door alle versnellingen en controleer of er bij
geen van de versnellingsposities geluid wordt voortgebracht. Als fijnafstelling nodig
is, terugschakelen naar de afstellingsmodus en de achterderailleur opnieuw afstellen.
7.
Maak vervolgens de afstellingen voor de afstelbout voor de laagste versnelling en de afstelbout voor de hoogste versnelling.
<Afstellen van de laagste versnelling>
Schakel de achterderailleur over naar het grootste tandwiel en draai vervolgens de afstelbout voor de laagste versnelling vast
totdat deze de aanslag raakt.
Als de bout te ver wordt aangedraaid, bespeurt de motor een probleem en wordt het overschakelen van de versnellingen niet
correct uitgevoerd.
Probleem
Schakelt niet over naar lage versnelling.
Geluid stopt niet.
Batterijlading is snel opgebruikt.
(motor is belast.)
2 mm inbussleutel
Afstelbout voor laagste
versnelling
Afstelbout voor laagste
versnelling
2 mm inbussleutel
38
<Afstellen van de hoogste versnelling>
Schakel de achterderailleur over naar het kleinste tandwiel en draai vervolgens de afstelbout voor de hoogste versnelling vast
totdat deze de aanslag raakt op de plaats waar de achterderailleur uiteindelijk gestopt is. Draai vanuit deze positie de
afstelbout voor de hoogste versnelling één slag linksom zodat altijd ruimte voor overslag behouden blijft.
2 mm inbussleutel
Afstelbout voor
hoogste versnelling
2 mm inbussleutel
Afstelbout voor
hoogste versnelling
Door het overschakelen van een groot tandwiel naar een kleiner tandwiel, zal de
achterderailleur met de ruimte voor overslag naar buiten verplaatst worden en vervolgens
terug bewegen.
8.
Afstellen van de afstelbout voor de B-spanning.
Plaats de ketting op de kleinste kettingring en het grootste
tandwiel en draai de crankarmen vervolgens in achterwaartse
richting. Draai de afstelbout voor de B-spanning en stel zodanig
af dat de geleiderpoelie tot dichtbij het tandwiel komt, zonder
echter de ketting te raken. Plaats vervolgens de ketting op het
kleinste tandwiel en controleer op dezelfde manier dat de
geleiderpoelie de ketting niet raakt.
Geleiderpoelie Afstelbout voor de
B-spanning
Kleinste tandwiel
Grootste tandwiel
39
Afstellen van de voorderailleur
Opmerking:
* De afstelbout voor de laagste versnelling, de afstelbout voor de hoogste versnelling en de steunbout bevinden zich dicht bij
elkaar. Let er op bij het afstellen dat u de juiste bout gebruikt.
Afstelbout voor laagste versnelling
Steunbout
Afstelbout voor hoogste versnelling
0 - 0,5 mm
<Afstellen van de laagste versnelling>
Plaats de ketting op de kleinste kettingring en het grootste tandwiel. Gebruik
een 2 mm inbussleutel om de afstelbout voor de laagste versnelling te draaien en
zodanig af te stellen dat er een ruimte is van 0 - 0,5 mm tussen de ketting en de
binnenste plaat van de kettinggeleider.
0,5 - 1,0 mm
<Afstellen van de hoogste versnelling>
Plaats vervolgens de ketting op de grootste kettingring en het kleinste tandwiel.
Gebruik een 2 mm inbussleutel om de afstelbout voor hoogste versnelling te
draaien en zodanig af te stellen dat er een ruimte is van 0,5 - 1,0 mm tussen de
ketting en de buitenste plaat van de kettinggeleider. Schakel de voorderailleur
en de achterderailleur door alle versnellingen en controleer dat de
kettinggeleider de ketting niet raakt.
40
OVERIGE FUNCTIES
Batterijladingdisplayfunctie
Houd een van beide versnellingskeuzeschakelaars gedurende 0,5 seconde of langer ingedrukt. U kunt het resterende
batterijvermogen controleren met behulp van de batterij-indicator boven op aansluitingspunt (A).
Batterij-indicator
100 %
50 %
25 %
0 %
Licht groen op (gedurende 2 seconden)
Knippert groen (5 maal)
Licht rood op (gedurende 2 seconden)
Knippert rood (5 maal)
* Wanneer het batterijvermogen laag is, zal eerst de voorderailleur stoppen met functioneren en vervolgens zal de achterderailleur
stoppen met functioneren. Wanneer het batterijvermogen volledig uitgeput is, worden de derailleurs vast ingesteld op de laatste
overschakelpositie. Als de batterij-indicator rood oplicht, wordt het aanbevolen de batterij zo spoedig mogelijk op te laden.
RD bescherming
* Draai het kettingblad tijdens het activeren van RD bescherming reset.
Als de fiets een sterke impact ontvangt, treedt de beveiligingsfunctie in werking en wordt de verbinding tussen de motor en de
stangverbinding tijdelijk onderbroken zodat de achterderailleur niet langer functioneert. Als dat gebeurt, drukt u minimaal 5
seconden op de verstelknop van de achterderailleur op junction (A) van de SM-EW67-A-E om RD bescherming reset te activeren,
waarna de verbinding tussen de motor en het verbindingsstuk wordt hersteld. Als RD bescherming reset niet wordt geactiveerd,
duwt/trekt u de kooi zijwaarts of beweegt u hem met de hand vooruit en achteruit. Bedien de versnellingsschakelaars om na te
gaan of de verbinding hersteld is.
Aansluitingspunt (A)
Licht op (rood)
Afsteltoets voor
achterderailleur
Afsteltoets ingedrukt
houden
Licht op (rood) Knippert (rood) RD bescherming reset
Voltooid
Ongeveer 5 seconden in totaal
Wanneer de rode LED op aansluitingspunt (A) brandt, kan de achterderailleur geen versnellingen overschakelen. Houd de
afsteltoets voor de achterderailleur ingedrukt totdat de rode LED uitgaat.
41
ONDERHOUD
Demonteren van de steuneenheid en de hendeleenheid
1.
Gebruik het speciaal gereedschap dat afzonderlijk verkrijgbaar is om de E-ring te verwijderen.
Lijn gedeelte B van het speciaal gereedschap uit met de uitbouwrichting van de E-ring. Plaats vervolgens gedeelte A tegen de
E-ring en verwijder de E-ring.
Speciaal E-ring
verwijderingsgereedschap
Y6RT68000
(A)
(B)
Opmerking:
* De kans bestaat dat de E-ring tijdens het verwijderen wegschiet, dus controleer dat er tijdens het verwijderen van de E-ring
zich geen personen of voorwerpen in de buurt bevinden.
Hendeltapeinde
2.
Steek een inbussleutel of soortgelijk gereedschap in de opening van het
hendeltapeinde en tik met behulp van een plastic hamer het hendeltapeinde
naar buiten.
Terugtrekveer
3.
Verwijder de terugtrekveer.
*
In de illustraties wordt de rechter hendel getoond.
42
Bevestigingsschroeven van
schakelaareenheid
(Torxsleutel nr. 5)
4.
Verwijder de twee bevestigingsschroeven van de schakelaareenheid en verwijder
vervolgens de schakelaars en de schakelaarveren. De steuneenheid en de
hendeleenheid kunnen vervolgens gedemonteerd worden.
Schakelaarveren
DURA-ACE vet
(Y-04110000)
Breng vet aan.
Monteren van de schakelaareenheid
1.
Controleer dat de toetsen aan de veren zijn bevestigd en plaats vervolgens de
schakelaarveren in de openingen in de bevestigingsplaat van de
schakelaareenheid.
2.
Plaats de schakelaareenheid tegen het montagevlak van de bevestigingsplaat van de schakelaareenheid.
43
3.
Druk de schakelaareenheid met de hand in zodat de
schakelaarveren in de groeven in de toetsen komen te
zitten en duw vervolgens de versnellingskeuzeschakelaars
(X en Y) volledig naar binnen.
Versnellingskeuzeschakelaars (X/Y)
Schakelaareenheid
4.
Maak een ruimte tussen de schakelaareenheid en de
bevestigingsplaat van de schakelaareenheid en controleer
dat het uiteinde van de rubber op de schakelaareenheid op
de toets zit.
5.
Zet de schakelaareenheid terug in de bevestigingspositie
voor de bevestigingsplaat van de schakelaareenheid, druk
deze met de hand in en bedien de
versnellingskeuzeschakelaars (X en Y) nogmaals en
controleer dat de schakelaars ingeschakeld worden.
Monteer de schakelaar met behulp van de
bevestigingsschroeven van de schakelaareenheid.
Aantrekkoppel:
0,18 Nm
Monteren van de steuneenheid en de hendeleenheid
1.
Monteer de steuneenheid en de hendeleenheid en bevestig vervolgens de
terugtrekveer.
44
2.
Lijn deze uit met de opening in het tapeinde en perspas vervolgens het
hendeltapeinde op zijn plaats.
* De juiste richting voor het hendeltapeinde is met de groef voor de
E-ring aan de bovenkant.
* Controleer of de buitenzijde van het steunhuis op gelijke hoogte is
met de bovenkant van het hendeltapeinde zodat de E-ring in de
groef gemonteerd kan worden.
3.
Gebruik voor het monteren van de E-ring
gedeelte A van het speciaal gereedschap.
* Bedien de versnellingskeuzeschakelaars (X en Y) en
controleer dat deze worden ingeschakeld en dat
de hendel soepel beweegt.
Vervangen van de poelie
2 mm inbussleutel
Aantrekkoppel van
geleiderpoelie/spannerpoelie:
2,5 - 5 Nm
45
BEHANDELEN VAN DE BATTERIJ
De batterij is een lithium-ion batterij. Gebruik voor het opladen van de batterij de speciale batterijlader (SM-BCR1).
Gebruik voor het opladen van de batterij nooit een andere batterijlader. Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op
brand of ontploffing.
Elektrische contacten
Deze niet wijzigen of beschadigen, anders kan dit
problemen met het functioneren veroorzaken.
Behandel de batterij voorzichtig.
Bewaren van de batterij
Bij het bewaren van de batterij, de batterij uit het systeem verwijderen en eerst het aansluitingenkapje aanbrengen.
Aansluitingenkapje
Als de batterij bewaard wordt terwijl de batterijlading 50% of meer is (de indicator licht groen op), zal de batterij langer
meegaan.
Het wordt aanbevolen de toestand van de batterij ongeveer eenmaal per halfjaar te controleren.
Als de batterij op een koude plaats bewaard wordt, bestaat de kans dat de prestaties van de batterij afnemen en dat de
levensduur ervan verkort wordt.
Levensduur van batterij
De batterij is een verbruiksonderdeel. De batterij zal na herhaaldelijk gebruik en na verloop van tijd geleidelijk de capaciteit om
te laden verliezen. Als de lengte van tijd dat de batterij gebruikt kan worden uiterst kort wordt, heeft deze waarschijnlijk het
einde van zijn levensduur bereikt en is aanschaf van een nieuwe batterij nodig.
De levensduur van de batterij is afhankelijk van factoren zoals de bewaarmethode, de gebruiksomstandigheden, de omgeving en
de kenmerken van de afzonderlijke batterij.
Richtlijn voor laadtijd
De laadtijd is ongeveer 1,5 uur.
(De werkelijk tijd varieert echter afhankelijk van de hoeveelheid resterende lading in de batterij.)
46
Juist gebruik van de batterij
Als het plaatsen of verwijderen van de batterij stroef verloopt, een weinig van het voorgeschreven vet (DURA-ACE vet) aanbrengen.
Breng het voorgeschreven vet aan op de contactvlakken van de O-ring.
Breng vet aan
DURA-ACE Vet
(Y-04110000)
Opmerking:
* Bij de DURA-ACE (7970), kan er met een volledige geladen batterij ongeveer 1000 km met de fiets worden gereden. Bij de
ULTEGRA (6770) is de rijafstand korter. (Ongeveer 30% minder overeenkomstig tests die door Shimano zijn uitgevoerd.)
BATTERIJLADER
De batterijlader is een speciale batterijlader die enkel gebruikt mag worden voor het opladen van Shimano lithium-ion batterijen.
Steek nooit een ander type batterij in de batterijlader. Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op brand of ontploffing.
Stekker van netsnoer
Batterijladersnoer (SM-BCC1)
<afzonderlijk verkrijgbaar>
Steek het snoer in de aansluiting.
* Volledig naar binnen steken.
Laadindicator
Licht op tijdens laden.
Elektrische contacten
Deze niet wijzigen of
beschadigen, anders kan dit
problemen met het
functioneren veroorzaken.
Behandel de batterij
voorzichtig.
Foutindicator
Knippert wanneer er een fout is.
47
Laden van de batterij
1.
Steek de stekker van de batterijlader in een stopcontact.
2.
Plaats de batterij stevig en volledig in de batterijlader.
* De laadtijd is ongeveer 1,5 uur.
(De werkelijk tijd varieert echter afhankelijk van de hoeveelheid resterende lading in de batterij.)
3.
Wanneer de laadindicator (oranje) uit gaat, is het laden voltooid.
* Als de foutindicator knippert, duidt dit mogelijk op een probleem met de batterij. Zie het hoofdstuk Storingzoeken voor
details.
4.
Verwijder de stekker van de batterijlader uit het stopcontact en berg de batterijlader op een veilige plaats op overeenkomstig
de veiligheidsinstructies.
Licht oranje op
Storingzoeken
Als er zich een fout voordoet
Verwijder de batterij uit de batterijlader, verwijder de stekker uit het
stopcontact en herhaal vervolgens de laadprocedure.
Als na het nemen van bovenstaande stappen laden nog steeds niet
mogelijk is, bestaat de kans dat de omgevingstemperatuur te laag of te
hoog is, of dat er een probleem is met de batterij.
Als laden niet mogelijk is, gaat de
foutindicator op de batterijlader
knipperen.
INFORMATIE OVER VERWISSELBAARHEID
De ULTEGRA 6770 serie is niet verwisselbaar met de DURA-ACE 7970 serie.
48
INSTRUCTIONS
IMPORTANT SAFETY INSTRUCTIONS
- SAVE THESE INSTRUCTIONS.
DANGER
- TO REDUCE THE RISK OF FIRE OR ELECTRIC SHOCK,
CAREFULLY FOLLOW THESE INSTRUCTIONS.
For connection to a supply not in the U.S.A., use an attachment plug adapter of the proper
configuration for the power outlet, if needed.
This power unit is intended to be correctly orientated in a vertical or floor mount position.
Battery to be recharged for this product is follows
Brand Name : SHIMANO
Battery Type : SM-BTR1
Rating : DC7.4V 500mAh
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These
limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation.
This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions,
may cause harmful interference to radio communications.
However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation.
If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off
and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
- Reorient or relocate the receiving antenna.
- Increase the separation between the equipment and receiver.
- Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
- Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
You are cautioned that any changes or modifications not expressly approved in this manual could void your authority to operate this
equipment.
Opmerking: Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49

Shimano SM-BMR1 Dealer's Manual

Type
Dealer's Manual