De Dietrich DPI7670G de handleiding

Type
de handleiding
31
n e d e r l a n d s
Dit apparaat, dat uitsluitend voor huiselijk gebruik bestemd is, is ontworpen voor het wassen van vaatwerk.
Zeer belangrijk: Lees voor installatie en gebruik van de vaatwasmachine deze handleiding in zijn geheel door.
Documentatie en accessoires zult u binnenin aantreen.
Deze handleiding is dusdanig vormgegeven dat de teksten betrekking hebben op de bijbehorende tekeningen.
Instructiehandleiding
Ga na welk model vaatwasmachine u hebt (“a”, “b”,
c”, d” of e”) door het bedieningspaneel te
vergelijken met de illustraties.
1.1 Aansluiting op de waterleiding (1.1.1)
De slang tussen muur en vaatwasmachine dient
aan de onderzijde van de machine (1.1.2) te
worden geleid, waarbij u ervoor moet zorgen dat
die niet knikt of te strak staat (1.1.3).
De druk van het water in de waterleiding moet
liggen tussen 0,05 en 1 Mpa (0,5 tot 10 kg/cm2)
Als uw vaatwasmachine geschikt is voor
warmwatertoevoer, dan kunt u de slang
aansluiten op de warmwaterkraan. In dat geval
mag de maximale temperatuur niet hoger dan
60°C zijn.
1.2 Afvoer. Installeer het meegeleverde
elleboogstuk en neem de maten op de tekening
in acht (1.2.1).
1.3 Aansluiting op het elektriciteitsnet. Houd
rekening met de gegevens die op het typeplaatje
(1.3) staan en verwijder dit nooit.
Bij ingebouwde machines dient de
stroomaansluiting na installatie bereikbaar te
blijven
1.4 Bij het plaatsen van een vaatwasmachine
onder een keukenblad, dient u rekening te
houden met de afmetingen op de tekening
(1.4.1). Draait u de bevestigingen van de pootjes
los en verwijdert die (1.4.2). Schuif de machine er
dan in en draai het achterste stelvoetje met een
schroevendraaier uit vanaf de voorzijde (1.4.3)
totdat de afstand tot het keukenblad ongeveer 3
mm bedraagt.
Plaats nu de vaatwasmachine in de nis en zorg
ervoor dat slangen en kabel niet bekneld raken
onder de plint. Breng hem nu omhoog door de
pootjes aan de voorzijde te draaien totdat de
bovenzijde van het apparaat het keukenblad licht
raakt (1.4.3, 1.4.4).
0
Typenummer
1
Installatie
Veiligheid
De druk van het water in de waterleiding moet liggen tussen 0,05 en 1 Mpa (0,5 tot10kg/cm )
Gebruik geen verlengstukken noch adapters om de vaatwasser aan te sluiten.
De elektrische installatie dient geschikt te zijn voor het maximale vermogen dat staat
aangegeven op het productplaatje en het stopcontact dient te zijn geaard in overeenstemming
met de desbetreffende regelgeving.
Wanneer de voedingskabel beschadigd is moet deze, om gevaar te voorkomen, worden
vervangen door de afdeling after-sales of door gelijkwaardig gekwalificeerd personeel.
Voer geen handelingen uit aan de binnenzijde van de vaatwasser. Bij ieder probleem dat
je niet kunt oplossen dien je de technische dienst te bellen.
Dit apparaat mag gebruikt worden door kinderen vanaf de leeftijd van 8 jaar en door
personen met verminderde lichamelijke, sensorische of geestelijke capaciteiten of personen
zonder ervaring met of kennis van het apparaat, wanneer zij daarvoor begeleiding bij of de
juiste instructies hebben ontvangen voor het veilige gebruik van het apparaat en zij de gevaren
begrijpen die dat gebruik inhoudt. Kinderen mogen niet spelen met het apparaat. Reiniging en
onderhoud die door de gebruiker dienen te worden uitgevoerd, mogen niet gedaan worden door
kinderen zonder begeleiding.
2
n e d e r l a n d s
32
Om de machine in te bouwen in een rij geschakelde
keukenmeubels, plaats de plint van de keuken;
wanneer die door de deur bij het openen geraakt
wordt, zaagt u die op maat zodat de deur correct
kan draaien.
Wanneer u een houten frontpaneel moet
plaatsen, volg dan de instructies die in de bij de
machine meegeleverde documentatie staan.
Wanneer u de machine op een andere
plaatst, houd dan rekening met de hoogte van de
afvoer (1.2.2)
2.1 Open de deur en schakel de vaatwasser in door te
drukken op de toets (2.1).
2.2 Hardheid. Water bevat kalk; de hardheid ervan
neemt evenredig toe met de hoeveelheid kalk.
Voordat u de vaatwasmachine gaat
gebruiken, dient u de hardheidsgraad van
het water te kennen door die op te vragen bij het
waterbedrijf, bij de technische dienst of door het
strookje Aquadur te gebruiken dat zich in de zak
met accessoires bevindt.
Steek het strookje gedurende 1 seconde in een glas
water. Beweeg het door het water en wacht 1
minuut. Het strookje zal u de hardheidsgraad
aangeven overeenkomstig de volgende tabel:
Deze eenvoudige aanpassing van de
vaatwasmachine is vitaal voor een correct
functioneren. Besteed hier aandacht aan.
Anders zou dit van zeer negatieve invloed op
de machine kunnen zijn.
2
Eerste instellingen
Wanneer het 0 is, gebruik dan GEEN zout.
In het geval van twijfel, dient u zich tot de
technische dienst te wenden.
Elektronische regeling.
Wanneer uw model van het type A is, drukt u
langer dan 3 sec. op de toets Opc (2.2.1). Bij het
loslaten ervan zal de actuele waarde op de
display worden weergegeven (2.2.2).
Druk herhaalde malen op dezelfde toets totdat u
de benodigde waarde bereikt.
Bevestig door te drukken op (2.2.3).
Wanneer uw model een Timer-toets heeft
(2.2.4) of Duo-zone (2.2.5) of 1/2 Belading
(2.2.6), druk dan de desbetreende toets langer
dan 3 sec. in. Wanneer u de toets loslaat, zal de
actuele waarde L2 (2.2.2) op het scherm worden
weergegeven of wordt dat aangegeven door
indicatielichtjes (2.2.7).
Druk herhaalde malen op dezelfde toets totdat u
de benodigde waarde bereikt.
Bevestig door te drukken op de toets PROG
(2.2.8).
Voor de overige modellen (modellen “e zonder
toetsen voor Opties), drukt u langer dan 5
seconden op de toets PROG. Wanneer u de
toets loslaat, zal de actuele waarde worden
aangegeven door het knipperen van de
indicatielichtjes (2.2.7).
Wanneer de machine minder dan 5 programma's
heeft, zal het niveau 0 worden aangegeven door
het uitgaan van de indicatielichtjes (behalve het
lichtje EINDE/STOP dat ononderbroken brandt)
(2.2.9).
Druk herhaalde malen op de toets PROG totdat u
de gewenste waarde bereikt.
Bevestig door de toets PROG langer dan 10 sec.
niet in te drukken. Na die periode zal de waarde
automatisch worden opgeslagen en gaat de
machine naar het hoofdmenu.
2.3 Reiniging vooraf. U dient een
voorwasprogramma uit te voeren (zonder
wasmiddel, noch vaat, noch spoelglansmiddel).
Vooraf doet u, wanneer dat nodig is, een
eerste hoeveelheid zout (2.3.1) in het reservoir
zonder dat helemaal te vullen. Vul het reservoir
op met water en roer het om met een lepeltje
(2.3.2). Plaats het deksel en start het programma.
Kalkniveau
(DH)
Kalkniveau
(HF)
Resultaat
van de test
Stand van
de regelaar
Hand Elek
Hardheid
0-13 HF0-13 DH
Groen
Geen zout
nodig
L0Zacht
1 Rood blokje
2 Rode blokjes
3 Rode blokjes
4 Rode blokjes
Normaal
Middel
Hard
Heel hard
Pos. 1
Pos. 2
Pos. 3
Pos. 4
L1
L2
L3
L4
8-21 DH
22-28 DH
29-35 DH
>35 DH
14-38 HF
39-50 HF
51-63 HF
>63 HF
HF: Hardheid uitgedrukt in Franse hardheidsgraden.
DH: Hardheid van her water uitgedrukt in Duitse hardheidsgraden.
3
Gebruik
3.1 Afstelling van de bovenste mand.
Afstellingstypes (3.1.1)
33
n e d e r l a n d s
HEEL GEMAKKELIJK: houd de mand aan de
handgrepen aan de beide zijden vast en trek die
met beide handen tegelijkertijd naar boven (zowel
om de mand hoger als lager te plaatsen) (3.1.2).
Controleer of die recht geplaatst is.
NORMAAL MODEL: wanneer de mand leeg is,
verwijdert u de eindstoppen (3.1.3); haal nu de
mand eruit (3.1.4) en plaats die op de gewenste
hoogte, plaats de eindstoppen opnieuw
3.2 Plaatsen van de vaat.
Verzekert u zich ervan dat het vaatwerk geschikt is
voor reiniging in de vaatwasmachine.
Het wordt niet aangeraden om voorwerpen van
hout, aardewerk, zilver, aluminium, gedecoreerd
porselein of niet hittebestendig plastic te plaatsen.
Voor een correcte reiniging is het noodzakelijk dat
de vaat op de juiste manier in de manden
geplaatst is, zonder dat de voorwerpen elkaar
raken.
De onderste mand is voor de vuilste voorwerpen:
ovenschotels, schalen en borden.
Begin met het laden van de mand vanaf de
buitenzijde (3.2.1). Plaats ovenschotels
ondersteboven, diepe borden links en platte
borden rechts.
Wanneer de machine inklapbare steuntjes heeft,
plaatst u die voor grote voorwerpen, zoals
ovenschotels, in horizontale stand (3.2.2 – 3.2.3).
Plaats bestek met het handvat naar beneden (3.2.4)
Messen en andere voorwerpen met scherpe punten
dienen geplaatst te worden in de mand met de
punt naar beneden of in horizontale positie.
De bovenste mand is voor breekbare voorwerpen:
kopjes, glazen, porselein, glaswerk en borden met
een standaardmaat (3.2.5). Een gedeelte van de
mand is bestemd voor lang bestek en er zijn
inklapbare steuntjes die in verticale positie
geschikt zijn voor glazen (3.2.6).
Voor het Express-programma of de functie
Bovenladen dient al het vaatwerk geplaatst te
worden in de bovenste mand (3.2.7).
Terwijl in de functie Onderladen het vaatwerk
enkel in de onderste mand geplaatst wordt (3.2.3).
3.4 Aanzetten (met geopende deur) .
3.5. Controle van de niveaus van zout en
spoelglansmiddel.
Zout. Wanneer het lampje brandt, moet u
het reservoir bijvullen. U moet geen zout
gebruiken wanneer dat niet nodig is (zie
paragraaf 2.2). Wanneer dat nodig is, volgt u de
stappen die worden uitgelegd in paragraaf 2.3,
maar vult u het reservoir helemaal met zout.
Wanneer de machine geen indicatielichtje heeft,
moet u het zout na elke 20 wasbeurten bijvullen
wanneer het water een gemiddelde hardheid
heeft.
Glansspoelmiddel. Wanneer het
waarschuwingslampje brandt of het
kijkvenster (3.5.1) aan de binnenzijde van de deur
licht van kleur is, dient u het reservoir helemaal te
vullen (3.5.2).
3.6 Programmakeuze.Je selecteert het programma
met de toets PROG (2.2.10).
Bij modellen met een display (type B) zal het
geselecteerde programma worden weergegeven
(P1, P2,…)
3.7 Keuzemogelijkheden.
Wasmiddel ALLES-in-1 (Enkel voor modellen
van het type A) .
Druk tegelijkertijd langer dan 3 seconden op de
toetsen en OPC (3.7.1)
Wanneer u een ALLES-in-1 wasmiddel gebruikt, is
het mogelijk dat u opmerkt dat de resultaten
(evenals de tijden) van wassen en drogen
veranderen, vooral bij korte programma's en/of
lage temperaturen
Het is belangrijk de instructies op de verpakking te
lezen (3.3.3).
In geval van twijfel dient u contact op te nemen
met de fabrikant van het reinigingsmiddel.
Verzeker u ervan dat geen van de voorwerpen het
draaien van de sproeiarmen (3.2.8) belemmert of het
openen van het wasmiddelbakje belet.
3.3 Wasmiddel. Dat is er in de vorm van tabletten en
poeder of in vloeibare vorm. De hoeveelheid
wasmiddel die u dient te gebruiken, staat
aangegeven in de programmatabel. Doe de
benodigde hoeveelheid in het reservoir dat zich aan
de binnenzijde van de deur bevindt (3.3.1) en sluit
het deksel. Voor programma's die een extra
hoeveelheid nodig hebben, plaatst u die boven op
het deksel (3.3.2).
Tijdreductie
Hiermee wordt de tijd van wassen en drogen
ingekort. Deze functie kan worden gebruikt in de
programma's Intensief, Normaal of Automatisch,
Hygienizer en het Spaarprogramma.
Bovenplaatsing/onderplaatsing (duo-zone)
Gebruikt de helft van de capaciteit van de
vaatwasmachine. Bovenste mand ,
Onderste mand , of beide.
Halve lading (1/2)
Komt overeen met Bovenplaatsing (gebruik alleen
de bovenste mand).
Bij het instellen van een ander programma zullen
de niet-compatibele functies uitgeschakeld
worden.
34
n e d e r l a n d s
Bij het ontwerp van de vaatwasmachine heeft men
rekening gehouden met de bescherming van het milieu.
Respecteer het milieu. Vul de wasmachine tot de voor
ieder programma aanbevolen maximale capaciteit, plaats
het vaatwerk op correcte wijze en kies het geschikte
programma en de geschikte opties; u bespaart daar water
en energie mee Sla de voorwas over, wanneer dat mogelijk
is. En gebruik niet te veel wasmiddel.
Behandeling van elektrisch en elektronisch afval.
Gooi de apparaten niet weg met het gewone huisvuil.
Breng uw vaatwasmachine naar een speciaal inzamelpunt.
Door het recycleren van huishoudelijke apparaten worden
negatieve gevolgen voor gezondheid en milieu voorkomen
en bespaart men energie en geld.
Voor meer informatie neemt u contact op met de
plaatselijke autoriteiten of met de winkel waar u de
vaatwasmachine hebt gekocht.
6
Problemen oplossen
6.1 Technische problemen of slecht functioneren.
Wanneer de vaatwasmachine een defect bij het
functioneren detecteert, waarschuwt hij u d.m.v.
akoestische en visuele signalen, afhankelijk van het model:
Modellen met display. De letter “F” wordt weergegeven,
gevolgd door een aantal pieptonen (6.1.1).
Modellen zonder display. Er weerklinken voortdurend 1
tot 10 pieptonen. Bijvoorbeeld: 4 pieptonen - pauze - 4
pieptonen - ... komt overeen met F4.
5
Milieu
4
Onderhoud
Laat de deur van de vaatwasmachine een beetje
openstaan, wanneer u voor langere tijd afwezig
bent, zodat de lucht er vrij doorheen kan circuleren.
Aangeraden wordt om eenmaal per maand het
volgende onderhoud uit te voeren:
4.1 Reiniging van het wasfilter. Dat bevindt zich
onder de onderste mand van de vaatwasmachine.
Haal de mand eruit en verwijder het lter door het
linksom te draaien (4.1.1). Demonteer het en maak
het schoon onder de waterkraan (4.1.2). Plaats het
weer terug door het rechtsom te draaien (4.1.3).
Controleer of het goed geplaatst is door het naar
boven trekken.
4.2 Sproeiarmen schoonmaken. Demonteer de
bovenste sproeiarm (wanneer die er is) door die
naar boven te drukken en los te schroeven
(4.2.1). Schroef de middelste sproeiarm los
(4.2.2). Demonteer de onderste sproeiarm door
de hendel linksom te draaien en die er naar
boven toe uit te halen (4.2.3) Maak die onder de
waterkraan schoon met een sponsje dat niet
schuurt. Vergewis u ervan dat geen van de
openingen geblokkeerd is.
4.3 Binnenzijde schoonmaken. Maak de
binnenzijde van de vaatwasmachine schoon met
een machinereinigingsmiddel of met een
speciaal product en volg de daarop gegeven
aanwijzingen.
4.4 Buitenzijde schoonmaken. Aangeraden wordt
een vochtige doek en water met zeep te
gebruiken. Gebruik geen producten die schuren
of krassen.
3.8 Timer
Hiermee kan het tijdstip van het begin van de wasgang
uitgesteld worden. Druk herhaaldelijk op de toets totdat u
de gewenste duur van het uitstel op de display
verschijnen ziet (3.8.1) of totdat dat aangegeven wordt
door het indicatielichtje (3.8.2).
Wanneer u het uitstel wilt annuleren, drukt u op .
3.9 Aanzetten
Voor modellen van het type A drukt u op de toets
(2.2.6) en sluit u de deur. Bij de overige modellen hoeft u
enkel de deur te sluiten.
Bij alle modellen zal na het sluiten van de deur een
pieptoon klinken die het begin van het programma
aangeeft.
Wanneer het programma begonnen is en u het
programma/de optie veranderen wilt, dient u de deur
voorzichtig (spatgevaar) te openen en de machine
opnieuw op te starten
3.10 Het wassen.
Wanneer er zich tijdens het programma een
stroomonderbreking voordoet, zal de vaatwasmachine bij
terugkeer van de stroom normaal doorgaan met
functioneren vanaf het punt waarop die gestopt was.
U wordt afgeraden de deur van de vaatwasmachine tijdens
het wasproces te openen. De eciëntie van de
verschillende functies kan daardoor negatief beïnvloed
worden. Wanneer u dat doet, moet u oppassen voor het
spatten van heet water.
3.11 Einde programma. Wanneer het programma klaar is,
zal de machine een pieptoon laten horen en zal het lichtje
EINDE (STOP) aangaan, indien dat aanwezig is.
Schakel de machine uit . Zo draagt u bij aan
energiebesparing.
3.12 Waarschuwingen voor gebruik.
Vermijd het de deur open te laten om mogelijke
ongelukken te voorkomen (3.12.1).
n e d e r l a n d s
35
Oplossen van problemen van inefficiënt functioneren:
Hij wast niet. Ongeschikt programma? Raadpleeg de programmatabel; Is het vaatwerk op de juiste wijze geladen? Volg
de aanwijzingen in paragraaf 3.2; Kunnen de sproeiarmen onbelemmerd draaien en/of zijn de openingen verstopt?
Volg de aanwijzingen in de paragrafen 3.2 – 4.2; Is het lter juist geplaatst? Volg de aanwijzingen in paragraaf 4.1; Is
het wasmiddel geschikt? Vergewis u ervan dat het geschikt is voor gebruik in vaatwasmachines en dat de kwaliteit
niet verslechterd is omdat het te oud is.
Hij droogt niet. Ongeschikt programma? In korte programmas verslechtert de kwaliteit van het drogen; Wordt de juiste
dosis spoelglansmiddel toegevoegd? Zie paragraaf 3.5; Gebruikt u bij ALLES-in-1”-tabletten wel spoelglansmiddel?
Het gebruik van spoelglansmiddel verbetert de eciëntie van het drogen aanzienlijk; Is de vaatwasmachine op de
juiste wijze geladen? Volg de aanwijzingen in paragraaf 3.2; Is het vaatwerk dat u wilt drogen wel geschikt?
Tupperware (plastic) is bijvoorbeeld niet geschikt om gedroogd te worden; Wanneer verwijdert u het vaatwerk uit de
vaatwasmachine? Het is beter om daarmee 15 tot 20 minuten na beëindiging van het programma te wachten.
De vaatwasmachine gaat niet aan. Controleer de elektrische spanning, de aansluiting op het stroomnet, of er wellicht
een zekering is uitgesprongen en of de aan/uit-knop goed is ingedrukt
Het programma wordt niet opgestart. Controleer of de deur niet openstaat en of de startknop goed is
ingedrukt (enkel voor modellen van het type A).
Het functioneren van de vaatwasmachine kan af en toe negatief beïnvloed worden door de aanwezigheid van vuil. Om
problemen te voorkomen, dient u daarom de volgende aspecten te controleren, afhankelijk van het gedetecteerde
defect. De eerste optie is het uit- en opnieuw inschakelen van de machine (Resetten).
MODEL MET
DISPLAY
AANTAL PIEPJES
ZONDER
DISPLAY
Deur
Wateraanvoer
Waterafvoer
Overstroming
Temperatuur
Temperatuur
Temperatuurdetectie
Werkdruk
Waterdistributie
Verbinding
S TO R I N G :
2
Is de deur van de vaatwasmachine gesloten?
Is er water in de leidingen?, Is de afsluitkraan open?, Is het lter van de elektrische
inlaatklep schoon?, Zitten er wellicht vouwen of knikken in de wateraanvoerslang tussen
de muur en de vaatwasmachine? Is de waterafvoer hoger gelegen dan de kuip van de
vaatwasmachine?
1
F1
Is de waterafvoerslang wellicht verstopt? Zitten er wellicht knikken in de slang? Zijn de
lters schoon? Is het geselecteerde programma werkelijk beëindigd?
3
4
5
6
7
8
9
10
Zijn de lters schoon en zit er geen vuil op of resten van puree, pap, etc.?
Voer een programma uit met een machinereinigingsmiddel… Storing kan te wijten zijn
aan ophoping van vuil en kalkaanslag op het verwarmingssysteem.
Voer een programma uit met een machinereinigingsmiddel… Storing kan te wijten zijn
aan ophoping van vuil en kalkaanslag op het verwarmingssysteem.
Zet de machine uit en stel een nieuw programma in werking
Zet de machine uit en stel een nieuw programma in werking
Voer een programma uit met een machinereinigingsmiddel. Kan te wijten zijn aan
zandkorreltjes
Wanneer de storing aanhoudt, moet u contact opnemen met de technische dienst
F2
F3
F4
F5
F6
F7
F8
F9
F0
O p m e r k i n g e n
Te c o n t r o l e r e n e l e m e n t e n : G e b r u i k e r
Wanneer de storing aanhoudt, moet u contact opnemen met de technische dienst.
Voordat u contact opneemt, dient u de code van de storing te bekijken. Houd er daarom rekening mee dat
wanneer u de machine uitschakelt de signalering van het defect geannuleerd wordt.
Bij het openen van de deur zullen de pieptonen worden uitgeschakeld. Wanneer u die opnieuw wilt horen,
drukt op de toets (voor modellen van het type A) of op de toets PROG (voor de overige modellen)
n e d e r l a n d s
36
25 gr. niet geconcentreerd waspoeder komt overeen met anderhalve afgestreken eetlepel of een wastablet.
Voor wastabletten en vloeibare wasmiddelen dient u de aanbevelingen van de wasmiddelfabrikant op te volgen.
* Het spaarprogramma, conform de EN-50242 norm, duurt langer dan de overige programma´s; het verbruikt echter minder energie
en is milieuvriendelijker.
** In de programmas Express en Delicaat moet u een wasmiddel in poedervorm of in vloeibare vorm gebruiken omdat die het beste
oplossen.
*** Wanneer u gecombineerde wasmiddelen gebruikt (Tabletten ALLES-in-1), denk er dan aan dat daardoor het verbruik en de duur
van de programma's veranderen kunnen.
Als het, lees ook de aanvullende informatie met betrekking tot de duur en het energieverbruik van de programma's.
BEWAAR DIE.
De programmagegevens zijn in het laboratorium verkregen waarden volgens de norm EN 50242. Het zijn geen absolute waarden en
ze kunnen daarom in het dagelijkse gebruik variëren.
Programmatabel
HOEVEELHEI
D WASMIDDEL
(gr)
TEMPERATUUR
(°C)
TYPE VAATWERK
SYMBOLEN
***
P1 Voorwas Koude Zonder wasmiddel
P2 Intensief 70ºC 25+15
P4 Zuinig* 50ºC 25+5
P6 OptiA 60ºC 25
Voor vaatwerk dat niet
direct gewassen wordt
Voor vaatwerk en zeer
vuile pannen
Voor niet erg vuil
vaatwerk
Voor niet erg vuil vaatwerk
60min
PROGRAMMA
P8 Hygienizer 75ºC 25+5
Normaal 65ºC
of 25+15
P3 Automatisch 55ºC - 65ºC
P5 Snel 55ºC 25
P7 Express ** 40ºC 20
15 min.
Voor een betere
verwijdering
van bacteriën
Voor vuil vaatwerk
Voor vaatwerk dat
bijna niet vuil is
Voor vaatwerk dat bijna
niet vuil is en alleen in het
bovenste rek
geplaatst wordt
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6

De Dietrich DPI7670G de handleiding

Type
de handleiding