Fagor LVF11X de handleiding

Type
de handleiding
31
n e d e r l a n d s
Dit apparaat, dat uitsluitend voor huiselijk gebruik bestemd is, is ontworpen voor het wassen van vaatwerk.
Zeer belangrijk: Lees voor installatie en gebruik van de vaatwasmachine deze handleiding in zijn geheel
door. Documentatie en accessoires zult u binnenin aantreffen.
Deze handleiding is dusdanig vormgegeven dat de teksten betrekking hebben op de bijbehorende
tekeningen.
Instructiehandleiding
Ga na welk model vaatwasmachine u hebt (“a”,
“b”, “c” of “d”) door het bedieningspaneel te
vergelijken met de illustraties.
1.1 Aansluiting op de waterleiding (1.1.1)
De slang tussen muur en vaatwasmachine dient
aan de onderzijde van de machine (1.1.2) te
worden geleid, waarbij u ervoor moet zorgen
dat die niet knikt of te strak staat (1.1.3).
De druk van het water in de waterleiding moet
liggen tussen 0,05 en 1 Mpa (0,5 tot 10 kg/cm2)
Als uw vaatwasmachine geschikt is voor
warmwatertoevoer, dan kunt u de slang
aansluiten op de warmwaterkraan. In dat geval
mag de maximale temperatuur niet hoger dan
60°C zijn.
1.2 Afvoer. Installeer het meegeleverde
elleboogstuk en neem de maten op de tekening
in acht.
1.3 Aansluiting op het elektriciteitsnet. Houd
rekening met de gegevens die op het
typeplaatje (1.3) staan en verwijder dit nooit.
Bij inbouw dient de stekker na installatie
bereikbaar te blijven.
1.4 Zet de vaatwasmachine goed waterpas om
problemen tijdens het functioneren te
voorkomen (1.4.1).
Wanneer u het apparaat onder het keukenblad
gaat plaatsen, kunt u dat met of zonder
bovenblad doen.
Wanneer het voor het inbouwen nodig is het
bovenblad te verwijderen (1.4.2 - 1.4.3), volg
dan de stappen die staan aangegeven op de
tekeningen (1-2-3). Aangezien het bovenblad
gemakkelijk en zonder enig speciaal
gereedschap verwijderd kan worden, kan deze
machine als een inbouwapparaat beschouwd
worden. Houd in dat geval rekening met de
afmetingen op de tekening (1.4.4).
0
Typenummer
1
Installatie
Bij inbouwapparatuur kan de hoogte van
de voetjes aan de achterzijde vanaf de
voorkant versteld worden. Voordat u hem
in zijn ruimte schuift, brengt u hem op
niveau en omhoog door het voetje aan de
achterzijde (1.4.5) te draaien totdat er een
afstand van 3 mm is met het keukenblad.
Plaats nu de vaatwasmachine in de nis en
zorg ervoor dat slangen en kabel niet
bekneld raken onder de plint. Breng hem nu
omhoog totdat de bovenzijde van het
apparaat licht het keukenblad raakt (1.4.6).
Om de machine in te bouwen in een rij
keukenmeubelen met een gezamenlijke
plint, schroeft u de plint van de vaatwasser
los en verwijdert die (1.4.7). Neem de
voetjes (1.4.8). Schroef de stelvoetjes in de
vaatwasmachine (1.4.9-1.4.10). Plaats de
plint van de keuken; wanneer die door de
deur bij het openen geraakt wordt, zaagt u
die op maat zodat de deur correct kan
draaien.
Wanneer u een houten frontpaneel moet
plaatsen, volg dan de instructies die in de
bij de machine meegeleverde documentatie
staan.
2.1 Schakel de vaatwasmachine in door te
drukken op .
2.2 Taalselectie. Sommige vaatwassers van het
type A hebben een tekstdisplay. Om de taal
te selecteren, drukt u gedurende 3
seconden op de toets duo-zone (2.2.1)
Door herhaaldelijk op dezelfde toets te
drukken, zal de gewenste taal verschijnen.
Bevestig door te drukken op (2.2.2).
2.3 Hardheid. Water bevat kalk; de hardheid
ervan neemt evenredig toe met de
hoeveelheid kalk.
Voordat u de vaatwasmachine gaat
gebruiken, dient u de hardheidsgraad
van het water te kennen door die op te
vragen bij het waterbedrijf, bij de technische
dienst of door het strookje Aquadur te
gebruiken dat zich in de zak met
accessoires bevindt.
2
Eerste instellingen
n e d e r l a n d s
32
3.1 Afstelling van de bovenste mand.
Afstellingstypes (3.1.1)
HEEL GEMAKKELIJK: houd de mand aan de
handgrepen aan de beide zijden vast en trek die
met beide handen tegelijkertijd naar boven (zowel
om de mand hoger als lager te plaatsen) (3.1.2).
Controleer of die recht geplaatst is.
NORMAAL MODEL: wanneer de mand leeg is,
verwijdert u de eindstoppen (3.1.3); haal nu de
mand eruit (3.1.4) en plaats die op de gewenste
hoogte, plaats de eindstoppen opnieuw
3.2 Plaatsen van de vaat.
Verzekert u zich ervan dat het vaatwerk geschikt
is voor reiniging in de vaatwasmachine.
Het wordt niet aangeraden om voorwerpen van
hout, aardewerk, zilver, aluminium, gedecoreerd
porselein of niet hittebestendig plastic te
plaatsen.
Voor een correcte reiniging is het noodzakelijk
dat de vaat op de juiste manier in de manden
geplaatst is, zonder dat de voorwerpen elkaar
raken.
De onderste mand is voor de vuilste
voorwerpen: ovenschotels, schalen en borden.
Begin met het laden van de mand vanaf de
buitenzijde (3.2.1). Plaats ovenschotels
ondersteboven, diepe borden links en platte
borden rechts.
Wanneer de machine inklapbare steuntjes heeft,
plaatst u die voor grote voorwerpen, zoals
ovenschotels, in horizontale stand (3.2.2 – 3.2.3).
Plaats bestek met het handvat naar beneden
(3.2.4)
Messen en andere voorwerpen met scherpe
punten dienen geplaatst te worden in de mand
met de punt naar beneden of in horizontale
positie.
De bovenste mand is voor breekbare
voorwerpen: kopjes, glazen, porselein, glaswerk
en borden met een standaardmaat (3.2.5). Een
gedeelte van de mand is bestemd voor lang
bestek en er zijn inklapbare steuntjes die in
verticale positie geschikt zijn voor glazen (3.2.6).
2.4 Reiniging vooraf. U dient een voorwasprogramma uit
te voeren (zonder wasmiddel, noch vaat, noch
spoelglansmiddel). Vooraf doet u, wanneer dat nodig
is, een eerste hoeveelheid zout (2.4.1) in het reservoir
zonder dat helemaal te vullen. Vul het reservoir op
met water en roer het om met een lepeltje (2.4.2).
Plaats het deksel en start het programma.
3
Gebruik
Kalkniveau
(DH)
Kalkniveau
(HF)
Resultaat
van de test
Stand van
de regelaar
Hand Elek
Hardheid
0-13 HF0-13 DH
Groen
Geen zout
nodig
L0Zacht
1 Rood blokje
2 Rode blokjes
3 Rode blokjes
4 Rode blokjes
Normaal
Middel
Hard
Heel hard
Pos. 1
Pos. 2
Pos. 3
Pos. 4
L1
L2
L3
L4
8-21 DH
22-28 DH
29-35 DH
>35 DH
14-38 HF
39-50 HF
51-63 HF
>63 HF
HF: Hardheid uitgedrukt in Franse hardheidsgraden.
DH: Hardheid van her water uitgedrukt in Duitse hardheidsgraden.
Steek het strookje gedurende 1 seconde in een glas
water. Beweeg het door het water en wacht 1 minuut.
Het strookje zal u de hardheidsgraad aangeven
overeenkomstig de volgende tabel:
Deze eenvoudige aanpassing van de
vaatwasmachine is vitaal voor een correct
functioneren. Besteed hier aandacht aan. Anders
zou dit van zeer negatieve invloed op de machine
kunnen zijn.
Wanneer het 0 is, gebruik dan GEEN zout.
In het geval van twijfel, dient u zich tot de technische
dienst te wenden.
Elektronische regeling. Wanneer uw model een
Programmatoets (3.6.1) heeft, drukt u langer dan
3 sec. op de toets Tijdreductie (2.3.1) Bij het
loslaten ervan zal de actuele waarde L2 (2.3.2) op
de display worden weergegeven.
Druk herhaalde malen op dezelfde toets totdat u de
benodigde waarde bereikt.
Bevestig door te drukken op (2.2.2)
Wanneer uw model een Keuzeknop (3.6.1) heeft,
draait u die 90º rechtsom vanuit de verticale
positie (2.3.3). Druk langer dan 3 sec. op de toets
Bij het loslaten ervan zal er een pieptoon
weerklinken, zal het waarschuwingslichtje van het
zout branden en het lichtje STOP/EINDE
knipperen.
Afhankelijk van het model zal tegelijkertijd op het
scherm de actuele waarde L2 (2.3.2) verschijnen
of zullen er met dezelfde frequentie als waarmee
het led-lichtje STOP/EINDE knippert, pieptonen
weerklinken om het actuele niveau van hardheid
aan te geven (2 pieptonen - pauze - 2
pieptonen-... geeft hetzelfde aan als L2).
Om het nieuwe niveau van hardheid te selecteren,
plaatst u de Keuzeknop in de positie die bij het
desbetreffende programmanummer hoort (2.3.4).
Wanneer u niveau 0 wilt selecteren, draait u de
Keuzeknop in de desbetreffende positie van het
prog. 4 (linksom)(2.3.4)
Bevestig door langer dan 3 sec. te drukken op
33
n e d e r l a n d s
Voor het Express-programma of de functie
Bovenladen dient al het vaatwerk geplaatst
te worden in de bovenste mand (3.2.7).
Terwijl in de functie Onderladen het
vaatwerk enkel in de onderste mand geplaatst
wordt (3.2.3).
Verzeker u ervan dat geen van de voorwerpen
het draaien van de sproeiarmen (3.2.8)
belemmert of het openen van het
wasmiddelbakje belet.
3.3 Wasmiddel. Dat is er in de vorm van tabletten
en poeder of in vloeibare vorm. De hoeveelheid
wasmiddel die u dient te gebruiken, staat
aangegeven in de programmatabel. Doe de
benodigde hoeveelheid in het reservoir dat zich
aan de binnenzijde van de deur bevindt (3.3.1)
en sluit het deksel. Voor programma's die een
extra hoeveelheid nodig hebben, plaatst u die
boven op het deksel (3.3.2).
3.4 Aanzetten .
3.5. Controle van de niveaus van zout en
spoelglansmiddel.
Zout. Wanneer het lampje brandt, moet u
het reservoir bijvullen. U moet geen zout
gebruiken wanneer dat niet nodig is (zie
paragraaf 2.3). Wanneer dat nodig is, volgt u de
stappen die worden uitgelegd in paragraaf 2.4,
maar vult u het reservoir helemaal met zout.
Wanneer de machine geen indicatielichtje heeft,
moet u het zout na elke 20 wasbeurten bijvullen
wanneer het water een gemiddelde hardheid
heeft.
Glansspoelmiddel. Wanneer het
waarschuwingslampje brandt of het
kijkvenster (3.5.1) aan de binnenzijde van de
deur licht van kleur is, dient u het reservoir
helemaal te vullen (3.5.2).
3.6 Programmakeuze. Selecteer het programma
met de programmaknop of -toets (3.6.1), nadat
u de programmatabel geraadpleegd heeft.
3.7 Keuzemogelijkheden.
Wasmiddel ALLES-in-1 .
Wanneer uw machine van het type A of B is,
drukt u langer dan 3 seconden tegelijkertijd op
de toetsen en (3.7.1).
Voor de overige modellen draait u aan de
programmakeuzeknop (totdat het
desbetreffende indicatielichtje gaat branden) of
drukt u op de desbetreffende toets (3.7.2).
Wanneer u een ALLES-in-1 wasmiddel gebruikt,
is het mogelijk dat u opmerkt dat de resultaten
van wassen en drogen minder zijn, vooral bij
korte programma's en/of lage temperaturen.
Het is belangrijk de instructies op de verpakking
te lezen (3.3.3).
In geval van twijfel dient u contact op te nemen met de
fabrikant van het reinigingsmiddel.
Tijdreductie
Hiermee wordt de tijd van wassen en drogen ingekort.
Deze functie kan worden gebruikt in de programma's
Intensief, Normaal of Automatisch, Hygienizer en het
Spaarprogramma.
ECO +
Verlaagt de temperatuur bij het wassen voor een
grotere energiebesparing. Deze functie kan worden
gebruikt in de programma’s Eco en Normaal.
Bovenplaatsing/onderplaatsing (duo-zone)
Gebruikt de helft van de capaciteit van de
vaatwasmachine. Bovenste mand , Onderste
mand , of beide. Deze functie kan niet gebruikt
worden in het Express-programma
Bij het instellen van een ander programma zullen de
niet-compatibele functies uitgeschakeld worden.
3.8 Timer
Hiermee kan het tijdstip van het begin van de
wasgang uitgesteld worden. Druk herhaaldelijk op de
toets totdat u de gewenste duur van het uitstel op de
display verschijnen ziet (3.8.1).
Bevestig door te drukken op (2.2.2).
Wanneer u het uitstel wilt annuleren, drukt u op
3.9 Aanzetten
Wanneer u na de start van een programma het
programma of een optie wilt wijzigen, moet u de
machine opnieuw aanzetten .
3.10 Het wassen. Bij modellen met een display wordt de
resterende tijd van het programma aangegeven
(3.10.1 – 3.10.2). Bij de overige machines wordt het
einde van het programma aangegeven en/of de
programmafases door middel van indicatielichtjes
(3.10.3).
Wanneer er zich tijdens het programma een
stroomonderbreking voordoet, zal de vaatwasmachine
bij terugkeer van de stroom normaal doorgaan met
functioneren vanaf het punt waarop die gestopt was.
U wordt afgeraden de deur van de vaatwasmachine
tijdens het wasproces te openen. De efficiëntie van de
verschillende functies kan daardoor negatief
beïnvloed worden.
3.11 Einde programma. Wanneer het programma klaar is,
zal de machine 3 seconden lang piepen en zal het
lichtje EINDE (STOP) knippert, indien dat aanwezig
is.
Schakel de machine uit . Zo draagt u bij aan
energiebesparing.
3.12 Waarschuwingen voor gebruik.
Vermijd het de deur open te laten om mogelijke
ongelukken te voorkomen (3.12.1).
34
n e d e r l a n d s
Bij het ontwerp van de vaatwasmachine heeft
men rekening gehouden met de bescherming
van het milieu.
Respecteer het milieu. Vul de wasmachine tot
de voor ieder programma aanbevolen maximale
capaciteit, plaats het vaatwerk op correcte wijze
en kies het geschikte programma en de
geschikte opties; u bespaart daar water en
energie mee Sla de voorwas over, wanneer dat
mogelijk is. En gebruik niet te veel wasmiddel.
Behandeling van elektrisch en elektronisch
afval.
Gooi de apparaten niet weg met het gewone
huisvuil.
Breng uw vaatwasmachine naar een speciaal
inzamelpunt.
Door het recycleren van huishoudelijke
apparaten worden negatieve gevolgen voor
gezondheid en milieu voorkomen en bespaart
men energie en geld.
Voor meer informatie neemt u contact op met
de plaatselijke autoriteiten of met de winkel
waar u de vaatwasmachine hebt gekocht.
7
Problemen oplossen
• Voer geen handelingen uit aan de binnenzijde.
Bij ieder probleem dat u niet kunt verhelpen,
dient u de technische dienst te waarschuwen.
• Personen (incl. kinderen) voor welke het
onmogelijk is het apparaat op veilige wijze te
gebruiken als gevolg van een lichamelijke,
sensorische of geestelijke handicap of door een
gebrek aan ervaring of kennis, dienen de
machine NIET te gebruiken zonder de supervisie
of de instructies van de desbetreffende
verantwoordelijke persoon. U dient er op te letten
dat kinderen niet met het apparaat spelen.
7.1 Technische problemen of slecht functioneren.
Wanneer de vaatwasmachine een defect bij het
functioneren detecteert, waarschuwt hij u d.m.v.
akoestische en visuele signalen, afhankelijk van
het model:
Modellen met display. De letter “F” wordt
weergegeven, gevolgd door een aantal pieptonen
(7.1.1).
Modellen zonder display. Er weerklinken
voortdurend 1 tot 10 pieptonen. Bijvoorbeeld: 4
pieptonen - pauze - 4 pieptonen - ... komt overeen
met F4.
6
Milieu
4
Onderhoud
Laat de deur van de vaatwasmachine een
beetje openstaan, wanneer u voor langere tijd
afwezig bent, zodat de lucht er vrij doorheen
kan circuleren.
Aangeraden wordt om eenmaal per maand het
volgende onderhoud uit te voeren:
4.1 Reiniging van het wasfilter. Dat bevindt zich
onder de onderste mand van de
vaatwasmachine. Haal de mand eruit en
verwijder het filter door het linksom te draaien
(4.1.1.). Demonteer het en maak het schoon
onder de waterkraan (4.1.2). Plaats het weer
terug door het rechtsom te draaien (4.1.3).
Controleer of het goed geplaatst is door het
naar boven trekken.
4.2 Sproeiarmen schoonmaken. Demonteer de
bovenste sproeiarm (wanneer die er is) door
die naar boven te drukken en los te schroeven
(4.2.1). Schroef de middelste sproeiarm los
(4.2.2). Demonteer de onderste sproeiarm
door de hendel linksom te draaien en die er
naar boven toe uit te halen (4.2.3) Maak die
onder de waterkraan schoon met een sponsje
dat niet schuurt. Vergewis u ervan dat geen
van de openingen geblokkeerd is.
4.3 Binnenzijde schoonmaken. Maak de
binnenzijde van de vaatwasmachine schoon
met een machinereinigingsmiddel of met een
speciaal product en volg de daarop gegeven
aanwijzingen.
4.4 Buitenzijde schoonmaken. Aangeraden
wordt een vochtige doek en water met zeep te
gebruiken. Gebruik geen producten die
schuren of krassen.
• Gebruik geen verlengkabels of adapters om de
vaatwasmachine aan te sluiten.
• De elektrische installatie dient geschikt te zijn
voor het maximale vermogen dat staat
aangegeven op het typeplaatje en het
stopcontact dient te zijn geaard in
overeenstemming met de desbetreffende
regelgeving.
• Wanneer de voedingskabel beschadigd is moet
deze, om gevaar te vermijden, worden vervangen
door de afdeling after-sales of door
gekwalificeerd personeel.
5
Veiligheid
n e d e r l a n d s
35
Oplossen van problemen van inefficiënt functioneren:
Hij wast niet. Ongeschikt programma? Raadpleeg de programmatabel; Is het vaatwerk op de juiste wijze
geladen? Volg de aanwijzingen in paragraaf 3.2; Kunnen de sproeiarmen onbelemmerd draaien en/of zijn de
openingen verstopt? Volg de aanwijzingen in de paragrafen 3.2 – 4.2; Is het filter juist geplaatst? Volg de
aanwijzingen in paragraaf 4.1; Is het wasmiddel geschikt? Vergewis u ervan dat het geschikt is voor gebruik
in vaatwasmachines en dat de kwaliteit niet verslechterd is omdat het te oud is.
Hij droogt niet. Ongeschikt programma? In korte programma’s verslechtert de kwaliteit van het drogen; Wordt de
juiste dosis spoelglansmiddel toegevoegd? Zie paragraaf 3.5; Gebruikt u bij “ALLES-in-1”-tabletten wel
spoelglansmiddel? Het gebruik van spoelglansmiddel verbetert de efficiëntie van het drogen aanzienlijk; Is de
vaatwasmachine op de juiste wijze geladen? Volg de aanwijzingen in paragraaf 3.2; Is het vaatwerk dat u wilt
drogen wel geschikt? Tupperware (plastic) is bijvoorbeeld niet geschikt om gedroogd te worden; Wanneer
verwijdert u het vaatwerk uit de vaatwasmachine? Het is beter om daarmee 15 tot 20 minuten na beëindiging
van het programma te wachten.
De vaatwasmachine gaat niet aan. Controleer de elektrische spanning, de aansluiting op het stroomnet, of er
wellicht een zekering is uitgesprongen en of de aan/uit-knop goed is ingedrukt
Het programma wordt niet opgestart. Controleer of de deur niet openstaat en of de startknop goed is
ingedrukt.
Het functioneren van de vaatwasmachine kan af en toe negatief beïnvloed worden door de aanwezigheid van
vuil. Om problemen te voorkomen, dient u daarom de volgende aspecten te controleren, afhankelijk van het
gedetecteerde defect. De eerste optie is het uit- en opnieuw inschakelen van de machine (Resetten).
MODEL MET
DISPLAY
AANTAL PIEPJES
ZONDER
DISPLAY
Deur
Wateraanvoer
Waterafvoer
Overstroming
Temperatuur
Temperatuur
Temperatuurdetectie
Werkdruk
Waterdistributie
Verbinding
S TO R I N G :
2
Is de deur van de vaatwasmachine gesloten?
Is er water in de leidingen?, Is de afsluitkraan open?, Is het filter van de elektrische
inlaatklep schoon?, Zitten er wellicht vouwen of knikken in de wateraanvoerslang
tussen de muur en de vaatwasmachine? Is de waterafvoer hoger gelegen dan de
kuip van de vaatwasmachine?
1
F1
Is de waterafvoerslang wellicht verstopt? Zitten er wellicht knikken in de slang?
Zijn de filters schoon? Is het geselecteerde programma werkelijk beëindigd?
3
4
5
6
7
8
9
10
Zijn de filters schoon en zit er geen vuil op of resten van puree, pap, etc.?
Voer een programma uit met een machinereinigingsmiddel… Storing kan te wijten
zijn aan ophoping van vuil en kalkaanslag op het verwarmingssysteem.
Voer een programma uit met een machinereinigingsmiddel… Storing kan te wijten
zijn aan ophoping van vuil en kalkaanslag op het verwarmingssysteem.
Zet de machine uit en stel een nieuw programma in werking
Zet de machine uit en stel een nieuw programma in werking
Voer een programma uit met een machinereinigingsmiddel. Kan te wijten zijn aan
zandkorreltjes
Wanneer de storing aanhoudt, moet u contact opnemen met de technische dienst
F2
F3
F4
F5
F6
F7
F8
F9
F0
O p m e r k i n g e n
Te c o n t r o l e r e n e l e m e n t e n : G e b r u i k e r
Wanneer de storing aanhoudt, moet u contact opnemen met de technische dienst.
Voordat u contact opneemt, dient u de code van de storing te bekijken. Houd er daarom rekening mee
dat wanneer u de machine uitschakelt de signalering van het defect geannuleerd wordt.
U kunt de pieptonen in- en uitschakelen door te drukken op de toets .
n e d e r l a n d s
36
25 gr. niet geconcentreerd waspoeder komt overeen met anderhalve afgestreken eetlepel of een wastablet.
Voor wastabletten en vloeibare wasmiddelen dient u de aanbevelingen van de wasmiddelfabrikant op te volgen.
* Het spaarprogramma, conform de EN-50242 norm, duurt langer dan de overige programma´s; het verbruikt echter minder
energie en is milieuvriendelijker.
** In de programma’s Express en Delicaat moet u een wasmiddel in poedervorm of in vloeibare vorm gebruiken omdat die
het beste oplossen.
*** Wanneer u gecombineerde wasmiddelen gebruikt (Tabletten ALLES-in-1), denk er dan aan dat daardoor het verbruik en
de duur van de programma's veranderen kunnen.
Als het, lees ook de aanvullende informatie met betrekking tot de duur en het energieverbruik van de programma's.
BEWAAR DIE.
De programmagegevens zijn in het laboratorium verkregen waarden volgens de norm EN 50242. Het zijn geen absolute
waarden en ze kunnen daarom in het dagelijkse gebruik variëren.
Programmatabel
Voorwas Frío Zonder wasmiddel
Intensief 70ºC 25+15
Zuinig* 50ºC 25+5
Gemengd 50ºC 25+5
Voor vaatwerk dat niet
direct gewassen wordt
Voor vaatwerk en zeer
vuile pannen
Voor niet erg vuil
vaatwerk
Voor niet erg vuil
vaatwerk
60min
Voor breekbaar en
vuil vaatwerk
PROGRAMMA
HOEVEELHEI
D WASMIDDEL
(gr)
TEMPERATUUR
(°C)
TYPE VAATWERKSYMBOLEN
***
Hygienizer 75ºC 25+5
Normaal 65ºC
of 25+5
Automatisch 55ºC - 65ºC
Snel 55ºC 25
OptiA 60ºC 25
Express ** 40ºC 20
15 min.
Delicaat** 45ºC 25
Voor een betere
verwijdering
van bacteriën
Voor vuil vaatwerk
Voor vaatwerk dat
bijna niet vuil is
Voor vaatwerk dat bijna
niet vuil is en alleen in het
bovenste rek
geplaatst wordt
Speciaal glas
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6

Fagor LVF11X de handleiding

Type
de handleiding

Gerelateerde papieren