Bauknecht UVI 1341/A+ de handleiding

Type
de handleiding
31
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
A. Koelkast
1. Groente- en fruitlade
2. Schappen en zone voor schappen
3. Thermostaatgroep met verlichting
4. Deurvakken
5. Flessenplank
6. Verwijderbare flessenblokkering
7. Serienummerplaatje (naast de groente- en
fruitlade)
8. IJsbakje
9. Binnenkant deur lagetemperatuurvak
B. Vriesvak indien aanwezig
Koudste zone
Minst koude zone
Opmerkingen: Het aantal schappen en de vorm
van de accessoires kunnen van model tot model
verschillen.
Alle schappen, vakken en rekken kunnen worden
verwijderd.
Let op: de accessoires van de koelkast mogen
niet in de vaatwasmachine worden gewassen.
Let op: sluit de binnendeur!
BEDIENINGEN
A. Thermostaatknop
B. Lichtknopje
D. Referentieteken thermostaatstand
E. Lampje
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Het apparaat dat u zojuist gekocht heeft, is
ontworpen voor huishoudelijk gebruik en voor
het gebruik in:
- keukens van werkplekken, winkels en/of
kantoren
- op boerderijen
- in hotels, motels, residences, bed & breakfast
voor het gebruik door de verschillende
klanten.
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is
het raadzaam de gebruiksaanwijzing
aandachtig door te lezen, hierin vindt u een
beschrijving van het apparaat en adviezen
voor het conserveren van voedingsmiddelen.
Bewaar dit boekje zodat u het naderhand nog
eens kunt raadplegen.
1. Controleer na het uitpakken van het apparaat of
het niet beschadigd is en of de deur goed sluit.
Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf de
levering van het product van eventuele schade
op de hoogte te worden gesteld.
2. Het is raadzaam minstens twee uur te wachten
alvorens het apparaat in werking te stellen, om
het koelcircuit perfect te kunnen laten
functioneren.
3. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische
aansluiting door een gekwalificeerd technicus
worden verricht overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften.
4. Reinig de binnenkant van het product alvorens
het in gebruik te nemen.
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100%
recyclebaar en draagt het recyclingsymbool. Voor
de verwerking moeten de plaatselijke voorschriften
worden nageleefd. Het verpakkingsmateriaal
(plastic zakken, stukken polystyreen enz.) moet
buiten het bereik van kinderen worden gehouden,
omdat het een bron van gevaar kan vormen.
2. Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan
worden gerecycled. Dit apparaat is voorzien van
het merkteken volgens de Europese richtlijn
2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische en
elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor te
zorgen dat dit product op de juiste manier als afval
wordt verwerkt, helpt u mogelijk negatieve
consequenties voor het milieu en de menselijke
gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het product of op de
bijbehorende documentatie geeft aan dat dit
product niet als huishoudelijk afval mag worden
behandeld. In plaats daarvan moet het worden
afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van
elektrische en elektronische apparaten.
Maak het apparaat op het moment dat het wordt
afgedankt onbruikbaar door de voedingskabel door
te snijden en de deuren en schappen te
verwijderen, zodat kinderen niet gemakkelijk in het
apparaat kunnen kruipen. Volg bij het afdanken van
het apparaat de plaatselijke voorschriften voor
afvalverwerking en breng het naar een speciaal
afvalverwerkingscentrum, en laat het niet
onbewaakt achter, ook niet voor slechts een paar
dagen, aangezien het voor kinderen een bron van
gevaar kan opleveren. Voor nadere informatie over
de behandeling, terugwinning en recycling van dit
product wordt u verzocht contact op te nemen
met het stadskantoor in uw woonplaats, uw
afvalophaaldienst of de winkel waar u het product
heeft aangeschaft.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit bevat
R134a (HFC) of R600a (HC), zie
serienummerplaatje in het apparaat.
Voor apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan
is een natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed
heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Het
is daarom noodzakelijk om te controleren of de
leidingen van het koelcircuit niet beschadigd zijn.
Dit product kan een gefluorideerd broeikasgas
bevatten dat onder het Protocol van Kyoto valt;
het koelgas zit in een hermetisch verzegeld
systeem.
Koelgas: R134a heeft een globaal
verwarmingsvermogen (GWP) van 1300.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren
van voedingsmiddelen en is vervaardigd in
overeenstemming met de Verordening (EG) nr.
1935/2004
Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op
de markt gebracht in overeenstemming met:
- veiligheidsvoorschriften van de
"Laagspanningsrichtlijn" 2006/95/EG (die de
richtlijn 73/23/EEG en latere verordeningen
vervangt);
- de veiligheidsvereisten van de "EMC"-richtlijn
2004/108/EG.
De elektrische veiligheid is
alleen gewaarborgd wanneer
het op de juiste wijze op een
efficiënt werkende installatie
is aangesloten, die volgens de
wettelijke voorschriften is
geaard.
MILIEUTIPS
32
33
INSTALLATIE
Het apparaat moet door twee of meerdere
personen worden verplaatst en geïnstalleerd.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het
apparaat om te voorkomen dat de vloer
beschadigd raakt (b.v. parket).
Zorg ervoor dat het product tijdens de installatie
de voedingskabel niet beschadigt.
Installeer het product niet in de buurt van een
warmtebron.
Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en boven
het apparaat om een goede ventilatie te
garanderen of volg de installatie-instructies.
Houd de ventilatie-openingen van het apparaat
vrij van obstakels.
Beschadig de leidingen van het koelcircuit van de
koelkast niet.
Installeer het product waterpas op een vloer die
het gewicht kan dragen en in een ruimte die
geschikt is voor de afmetingen en het gebruik
van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld
om te werken in ruimten waarin de
temperatuur binnen de volgende waarden ligt,
die op hun beurt weer afhankelijk zijn van de
klimaatklasse die op het serienummerplaatje
staat aangegeven: het is mogelijk dat het
apparaat niet goed functioneert als het voor een
lange tijd in een ruimte wordt gelaten met een
hogere of lagere temperatuur dan het
genoemde bereik.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning.
Gebruik geen enkele of meervoudige adapters
of verlengsnoeren.
Gebruik voor de aansluiting op de waterleiding
de bij het nieuwe apparaat geleverde slang en
niet die van het vorige apparaat.
De voedingskabel mag alleen door
gekwalificeerd personeel of door de
Klantenservice worden gewijzigd of vervangen.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker
uit het stopcontact te halen of via een
tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van
het stopcontact is geplaatst.
VEILIGHEID
Voorkom de opslag in het apparaat van sprays of
houders met drijfgassen of brandbare stoffen.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere gassen
en licht ontvlambare stoffen in de buurt van het
apparaat of van andere elektrische huishoudelijke
apparatuur. De dampen die hieruit voortkomen
kunnen brand of explosies veroorzaken.
Gebruik geen andere mechanische, elektrische of
chemische systemen die het ontdooiproces
versnellen dan door de fabrikant zijn aanbevolen.
Gebruik of plaats geen elektrische apparaten in
de vakken van het apparaat, als hiervoor geen
uitdrukkelijke toestemming door de fabrikant is
gegeven.
Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te
worden door personen (met inbegrip van
kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of
mentale vermogens, of zonder ervaring of kennis
van het apparaat, behalve als zij tijdens het
gebruik instructies ontvangen van of begeleid
worden door een persoon die verantwoordelijk
is voor hun veiligheid.
Om het risico te vermijden dat kinderen in de
koelkast opgesloten raken en stikken, mag hen
niet worden toegestaan in het product te spelen
of zich erin te verstoppen.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (niet op alle modellen).
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de
vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn dat
ze ijsbrand kunnen veroorzaken.
GEBRUIK
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Alle apparaten met ijsmakers en waterdispensers
moeten op een waterleidingnet aangesloten
worden dat uitsluitend drinkwater levert (met
een waterleidingdruk van tussen de 0,17 en 0,81
MPa (1,7 en 8,1 bar)). De ijsmakers en/of
waterdispensers die niet rechtstreeks op het
waterleidingnet zijn aangesloten, mogen
uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
Gebruik het koelgedeelte uitsluitend voor het
bewaren van verse levensmiddelen en het
vriesgedeelte uitsluitend voor het bewaren van
diepvriesproducten, het invriezen van verse
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Bewaar geen dranken in glas in het vriesgedeelte
want deze kunnen barsten.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld, indien bovenstaande adviezen en
voorzorgsmaatregelen niet in acht zijn
genomen.
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN
EN ADVIEZEN
Klimaatklasse
Omg. Temp.
(°C)
Omg. Temp.
(°F)
SN van 10 tot 32 van 50 tot 90
N van 16 tot 32 van 61 tot 90
ST van 16 tot 38 van 61 tot 100
T van 16 tot 43 van 61 tot 110
34
Dit apparaat is een automatische koelkast, ofwel een
koelkast met een vriesvak met sterren.
De koelkast wordt geheel automatisch ontdooid.
De koelkast functioneert bij omgevingstemperaturen
tussen de +16°C en +32°C.
Ingebruikneming van de koelkast
Steek de stekker in het stopcontact.
Met de thermostaatknop kunt u de temperatuur van
de koelkast instellen, waarbij de prestaties in het
vriesvak behouden blijven.
Regeling van de temperatuur
Als u de temperatuur in het koelvak wilt wijzigen,
draait u de thermostaatknop:
op de lagere cijfers 1-2/MIN als u een MINDER
KOUDE temperatuur in de koelkast wilt;
op de cijfers 3-4/MED voor een GEMIDDELDE
temperatuur;
op de hogere cijfers 5-7/MAX voor een
KOUDERE temperatuur.
Thermostaat op •: de functies van het apparaat en de
verlichting zijn uitgeschakeld.
Opmerking:
De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deur wordt geopend en de plaats van het apparaat
kunnen van invloed zijn op de binnentemperatuur van de koelkast en het vriesvak.
De stand van de thermostaatknop dient op grond van deze factoren te worden aangepast.
Bewaren van levensmiddelen in de koelkast
Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding hiernaast
A. Gekookt voedsel
B. Vis, vlees
C. Groente en fruit
D. Flessen
E. Eieren
F. Boter, zuivelproducten, kaas
Opmerking:
De afstand tussen de schappen en de achterste
binnenwand van de koelkast zorgt voor een vrije
luchtcirculatie.
Zet de levensmiddelen niet tegen de binnenwand
van het vak.
Bewaar vloeistoffen in gesloten houders.
Het bewaren van groenten met een hoog
watergehalte (bv. sla) kan condensvorming in de
onderste laden en/of op de middelste schappen
veroorzaken; dit heeft geen invloed op het correct
functioneren van het apparaat. Wij raden u in elk geval aan de groenten in te pakken om
condensvorming te voorkomen.
GEBRUIK VAN DE KOELKAST
35
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
Het vriesvak heeft (indien aanwezig) sterren.
Raadpleeg de verpakking van diepvriesproducten voor
de uiterste bewaarperiode ervan.
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de
volgende punten letten:
de verpakking of het pak moet onbeschadigd zijn, omdat
het product anders kan bederven. Als een pakje bol staat
of als er vochtplekken op zitten, is het niet onder optimale
omstandigheden bewaard en kan het al gedeeltelijk zijn
ontdooid.
De diepvriesproducten moeten als laatste worden gekocht
en in isolerende tassen worden vervoerd.
Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in het
vriesvak.
De gedeeltelijk ontdooide diepvriesproducten mogen niet
opnieuw worden ingevroren, maar moeten binnen 24 uur
worden geconsumeerd.
Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of tot
een minimum worden beperkt.
De uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking moet
worden gerespecteerd.
De instructies op de verpakking voor het conserveren van
diepvriesproducten dienen altijd te worden opgevolgd.
IJsblokjes maken
Vul het ijsbakje voor 3/4 met water en zet het op de
bodem van het vriesvak.
Gebruik, als het ijsbakje aan de bodem van het vriesvak is
vastgevroren, geen puntige of scherpe voorwerpen om
het los te maken.
36
Voor een perfecte werking raden wij u aan het vriesvak
te ontdooien als de ijsvorming op de wanden 3 mm dik
is geworden, of in elk geval tweemaal per jaar.
Het is raadzaam het vak te ontdooien wanneer u
weinig voorraad heeft.
1. Open de deur en haal alle levensmiddelen uit de vriezer,
wikkel ze dicht tegen elkaar in krantenpapier en bewaar ze
op een koele plaats of in een koeltas.
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Laat de deur open, zodat het ijs op de wanden van het vak
kan smelten.
4. Verwijder het dooiwater met een spons.
5. Reinig de koelkast met een vochtige spons met lauw water
en een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen
schuurmiddelen.
6. Spoel en droog de binnenkant zorgvuldig af.
Opmerking: Gebruik om onherstelbare schade aan het vak te voorkomen geen puntige of
scherpe metalen voorwerpen om het ijs te verwijderen en verwarm het vriesvak niet
kunstmatig.
ONTDOOIEN EN REINIGEN VAN HET
VRIESVAK
Reinig de koelkast regelmatig.
De koelkast wordt geheel automatisch ontdooid.
De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan
de binnenkant van de koelkast duidt erop dat het apparaat
bezig is automatisch te ontdooien. Het dooiwater wordt via
een afvoeropening in een opvangbak geleid, waar het
verdampt.
Reinig regelmatig de afvoeropening van het dooiwater met
behulp van het bijgeleverde gereedschap om een constante
afvoer van het dooiwater zeker te stellen.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact,
voordat u met reinigingswerkzaamheden gaat beginnen.
Gebruik een vochtige spons met lauw water en/of een
neutraal reinigingsmiddel.
Spoel en droog het apparaat met een zachte doek.
Gebruik geen schuurmiddelen.
REINIGEN VAN DE KOELKAST
37
REINIGING EN ONDERHOUD
Maak de ventilatieroosters en de condensor op de
achterkant van het apparaat regelmatig schoon met een
stofzuiger of een borstel
Reinig de buitenkant met een zachte doek
Voorzorgsmaatregelen bij lange afwezigheid
1. Maak de koelkast en het vriesvak leeg.
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Ontdooi het vriesvak en maak de koelkast en het vriesvak
schoon en droog.
4. Laat de deuren open om te voorkomen dat er
onaangename geuren ontstaan.
Vermijd blootstelling van het apparaat aan te hoge temperaturen, aan direct zonlicht of
warmtebronnen; hierdoor wordt het stroomverbruik hoger.
Blokkeer de luchtopeningen niet.
Leg voedsel dat u wilt ontdooien in de koelkast, zodat u profiteert van de koude temperatuur van het
diepvriesproduct.
Houd de deur steeds zo kort mogelijk open.
Zet geen warme levensmiddelen in de koelkast.
Laat de deur van het vriesvak niet openstaan.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
38
1. De koelkast werkt niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de hoofdschakelaar ingeschakeld?
Is de zekering doorgebrand?
Staat de thermostaat op de juiste stand •?
2. De temperatuur is niet koud genoeg.
Sluiten de deuren wel goed?
Staat het apparaat dicht bij een warmtebron?
Staat de thermostaat in de goede stand?
Wordt de luchtcirculatie door de ventilatieroosters gehinderd?
3. De temperatuur in de koelkast is te laag.
Staat de thermostaat in de goede stand?
4. Er ligt water op de bodem van de koelkast.
Is de afvoer van het dooiwater verstopt?
5. De binnenverlichting werkt niet.
Controleer eerst de aanwijzingen onder punt 1, en
vervolgens:
Haal de stekker uit het stopcontact.
Vervang de lamp door een exemplaar met hetzelfde
vermogen of met het maximumvermogen in watt dat in de
buurt van de lamphouder is aangegeven.
Verwijderen van het lampje: schroef het naar links los, zoals aangegeven in de afbeelding.
6. Er vormt zich te veel rijp/ijs in het vriesvak.
Is de deur van het vriesvak goed gesloten?
Opmerkingen:
Eventuele veranderingen van geluid (geborrel, geruis) zijn een gevolg van de normale werking van het
apparaat, en zijn volstrekt normaal.
STORINGEN OPSPOREN
39
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
1. Ga na of u de storingen zelf kunt verhelpen (zie
"Storingen opsporen").
2. Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het
ongemak is verholpen. Als dit niet het geval is,
schakel het apparaat dan opnieuw uit en herhaal
de handeling na een uur.
3. Als ook dat niet helpt, wend u dan tot onze
klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing,
het model,
het servicenummer (nummer achter het woord
SERVICE, op het typeplaatje op de groente- en
fruitlade),
uw volledige adres,
uw telefoonnummer.
Opmerking:
Het omkeren van de deur van het apparaat
door onze klantenservice wordt niet
beschouwd als een ingreep die onder de
garantie valt.
KLANTENSERVICE
Installeer het apparaat niet in de buurt van een
warmtebron (minimumafstand: 30 cm vanaf
kolen- of oliekachels, 3 cm van fornuizen en
elektrische kookplaten).
Installeer het apparaat op een droge en goed
geventileerde plaats.
Blokkeer de luchtopeningen niet.
Reinig de binnenkant (zie de betreffende
hoofdstukken).
Breng de bijgeleverde accessoires aan.
Elektrische aansluiting
Houd u aan de plaatselijke voorschriften
voor de elektrische aansluiting.
De gegevens met betrekking tot de spanning en
het verbruikte vermogen staan op het
typeplaatje naast de groente- en fruitlade.
De aarding van het apparaat is wettelijk
verplicht. De fabrikant aanvaardt geen
enkele aansprakelijkheid voor eventueel
letsel aan personen, dieren of voor schade
aan voorwerpen die veroorzaakt is door
het niet in acht nemen van deze
voorschriften.
Als de stekker en het stopcontact niet van
hetzelfde type zijn, laat het stopcontact dan
vervangen door een gekwalificeerd technicus.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige
adapters
Afkoppeling van het elektriciteitsnet
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker
uit het stopcontact te halen of via een
tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van
het stopcontact is geplaatst.
INSTALLATIE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9

Bauknecht UVI 1341/A+ de handleiding

Type
de handleiding