MARYNEN CM370A Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEBRUIKSAANWIJZING EN INSTALLATIE
NOTICE DUTILISATION
MONTAGE- UND GEBRAUCHSANLEITUNG
820 41 75 84
DE
11-17
FR
4-9
NL
18-23
DE
CM 180 A
CM 210 A
CM 250 A
CM 370 A
VRIESKIST
CONGÉLATEUR
GEFRIERTRUHE
2
1.
5.
2.
7.
6.
3.
8.
4.
1
2
3
4
FREEZING
CAPACITY
5
3
10.
11.
9.
INHOUD
TECHNISCHE GEGEVENS
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt
hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het
apparaat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
NL
CM 210 A
221
216
87,6/88,3
105
66,5
52
0,58
24
46
80
CM 250 A
261
255
87,6/88,3
119
66,5
57
0,64
27
47
100
CM 370 A
378
368
87,6/88,3
160
66,5
68
0,80
29
55
140
Type
Inhoud (bruto) liter
Inhoud (netto) liter
Hoogte zonder/met rolwiel cm
Breedte cm
Diepte cm
Gewicht kg
Energieverbruik/24uur kWh
Invrieskapaciteit kg/24h
Opvarmtijd uren
Opgenomen vermogen W
CM 180 A
189
184
87,6/88,3
93,5
66,5
49
0,53
23
43
75
4
TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................................................................4
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN..........................................................................................................................5
Adviezen en richtlijnen ....................................................................................................................................5
INSTALLATIE ....................................................................................................................................................5
Plaatsing.......................................................................................................................................................5
Elektrische aansluiting ....................................................................................................................................6
Aanschakelen................................................................................................................................................6
GEBRUIKSAANWIJZING.....................................................................................................................................6
Temperatuurregeling.......................................................................................................................................6
Openen en sluiten van het deksel.....................................................................................................................6
Controlepaneel ..............................................................................................................................................6
Invriezen .......................................................................................................................................................6
Verpakking en verdeling ..................................................................................................................................6
Kapaciteit......................................................................................................................................................6
Tussenwand ..................................................................................................................................................7
Manden........................................................................................................................................................7
NUTTIGE TIPS ...................................................................................................................................................7
Opslaan........................................................................................................................................................7
Invriezen .......................................................................................................................................................7
Ontdooien.....................................................................................................................................................7
Accessoires ..................................................................................................................................................7
ONDERHOUD ....................................................................................................................................................7
Ontdooien.....................................................................................................................................................7
Vriezer reinigen..............................................................................................................................................8
Niet in gebruik ...............................................................................................................................................8
STORINGEN ......................................................................................................................................................8
Binnenverlichting............................................................................................................................................8
GARANTIEBEPALINGEN & SERVICE ...................................................................................................................9
5
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
ADVIEZEN EN RICHTLIJNEN
Voor een veiliger gebruik, deze adviezen grondig doorlezen,
voordat u uw vriezer installeert en in gebruik neemt.
ATTENTIE!
Het is belangrijk dat u deze voorschriften bij de
vriezer bewaart. Indien de vriezer wordt verkocht of
door anderen gebruikt wordt, of bij verhuizing wordt
achtergelaten, dienen deze voorschriften de vriezer te
volgen, zodat de nieuwe eigenaar de vriezer op juiste
wijze kan gebruiken en de adviezen kan doorlezen.
Deze vriezer is uitsluitend bedoeld voor het invriezen
van levensmiddelen en het bewaren van
diepvriesprodukten.
Deze vriezer dient alleen door volwassenen bediend
te worden. Kinderen niet met de knoppen of de
vriezer laten spelen.
Wijzigingen aan de elektriciteitsvoorziening in
verband met het aansluiten van de vriezer, altijd door
een goedgekeurde electricien of andere daartoe
bevoegde personen laten uitvoeren.
In geen geval zelf trachten de vriezer te repareren.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen
persoonlijk letsel of schade aan de vriezer tot gevolg
hebben.
Servicewerkzaamheden door een goedgekeurd
servicebedrijf laten uitvoeren en alleen originele
onderdelen gebruiken. Zie Garantiebepalingen en
Service.
Wijzigingen aan de technische instellingen of de
vriezer in zn geheel kan de veiligheid in gevaar
brengen.
Let op dat de vriezer niet bovenop de
stroomtoevoerkabel wordt geplaatst.
Ontdooide produkten niet opnieuw invriezen.
De adviezen voor het bewaren van diepvriesprodukten
grondig doornemen. Zie Nuttige tips.
Onderdelen van deze vriezer worden tijdens werking
verwarmd. Een goede ventilatie is dus noodzakelijk.
Onvoldoende ventilatie kan bedorven
diepvriesprodukten tot gevolg hebben. Zie installatie.
In de vriezer zijn buizen aangebracht waardoor een
koelmiddel loopt. Wanneer deze buizen worden
doorgestoken kan de vriezer worden beschadigd
zonder te kunnen worden gerepareerd en de
diepvriesprodukten kunnen verloren gaan. Gebruik
geen scherpe voorwerpen om ijs en rijp te
verwijderen. Rijp kan worden verwijderd met
bijgesloten schraper. Het ijs aan de zijwanden van de
vriezer niet afsteken, maar door ontdooien
verwijderen. Zie Onderhoud.
Geen dranken in de vriezer plaatsen. Flessen en blikjes
met koolzuurhoudende dranken kunnen exploderen,
waardoor de vriezer beschadigd kan worden.
Deze vriezer is zwaar. Let op bij het verplaatsen.
Deze vriezer is voorzien van een slot, zodat kinderen
deze niet kunnen openen. De sleutel altijd buiten het
bereik van kinderen en uit de buurt van de vriezer
bewaren.
Het slot onbruikbaar maken voordat u de oude
vriezer wegdoet. Dit om ongelukken te voorkomen,
kinderen kunnen erin opgesloten raken.
Ijslollies niet direkt uit de vriezer opeten, gevaar voor
bevriezing van de mond.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of
beschadigd door de achterkant van het
koel/vriesapparaat.
-
Een beschadigde stekker kan oververhit raken en
brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het
koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
-
Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het
snoer te trekken, vooral niet als het
koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
-
Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of
een elektrische schok veroorzaken.
-
Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het
worden vervangen door onze service-afdeling of
door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan
niet in.
-
Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of
brand.
KOELMIDDELEN
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de
koelvloeistof Isobutan (R600a), een natuurlijk,
zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is.
Bij het transport en het opstellen van het apparaat
erop letten dat geen onderdelen van het
koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
Bij beschadiging van het kelvloeistofcircuit:
 open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
 het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
INSTALLATIE
PLAATSING (1)
De vriezer horizontaal, rustend op alle vier plastic voeten
op een vlakke ondergrond plaatsen. Bij een ongelijke
vloer een houten blokje of dergelijke gebruiken.
In een droge en goed geventileerde ruimte plaatsen.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het
energieverbruik van het toestel. Daarom:
-
Plaats het toestel niet in het zonlicht, naast een
radiator of vuurhaard.
-
Stel het toestel op een plaats waar de
omgevingstemperatuur aan de klimaatklasse
beantwoordt, waarvoor het toestel ontworpen is.
klimaatklasse omgevingstemperatuur
SN vanaf +10 t/m +32°C
N vanaf +16 t/m +32°C
ST vanaf +18 t/m +38°C
T vanaf +18 t/m +43°C
NL
6
De vriezer niet te dicht bij warmtebronnen,
verwarmingsbuizen, schoorstenen enz. plaatsen en
niet in direkt zonlicht.
Wanneer de vriezer bij uitzondering op de zijkant is
getransporteerd, na plaatsing in horizontale positie
12 uur wachten voor het aanschakelen.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De vriezer aansluiten op 230-240V wisselstroom, 50 Hz.
De zekering moet tenminste 10A zijn.
dit toestel voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
- 73/23/EEG van 19. 02. 1973 - laagspanningsrichtlijn
- 89/336/EEG van 03. 05. 1989 (inkl.
wijzigingsrichtlijn 92/31/EEG - EMC-richtlijn.
Sommige modellen zijn niet in alle landen verkrijgbaar.
Dit produkt is getest volgens de standaard ISO 5155 voor
het bepalen van de invrieskapaciteit, het energieverbruik
en de opwarmtijd.
Informatie voor testinstituten: Een beladingsschema is
verkrijgbaar bij de fabrikant.
AANSCHAKELEN (2)
Alvorens de vriezer aan te schakelen, de
binnenkant schoonmaken. Zie Onderhoud.
De thermostaatknop in de middenstand stellen. De
vriezer eest een aantal uren leeg laten werken voordat u
er diepvriesprodukten in plaatst.
GEBRUIKSAANWIJZING
TEMPERATUURREGELING (3)
De temperatuur in de vriezer wordt geregeld en
konstant gehouden door middel van de thermostaat.
De temperatuur instellen door de thermostaatknop met
behulp van een muntstuk te draaien. Door de
thermostaatknop naar MAX te draaien, wordt de
temperatuur in de vriezer kouder, en door de knop naar nr.
1 te draaien, wordt de temperatuur warmer. De korrekte
instelling kunt u vinden door de temperatuur van de
bovenste verpakking in het midden van de vriezer te meten.
Deze moet normaal gesproken kouder zijn dan 18°C.
OPENEN EN SLUITEN VAN HET DEKSEL
Het deksel is voorzien van een sluitband,
waardoor onnodige rijpvorming door het
binnendringen van lucht voorkomen wordt.
Zodra het deksel geopend wordt, wordt de koude lucht in
de vriezer iets warmer en zet uit. Na het wederom sluiten
van het deksel wordt de lucht onmiddellijk weer afgekoeld.
Hierdoor kan een vacuum ontstaan, waardoor de deksel
direkt na het sluiten moeilijk opnieuw geopend kan
worden. Dit is een natuurlijk verschijnsel. Wacht enkele
minuten totdat het vacuum is verdwenen en open het
deksel door voorzichtig te trekken. Nooit hard aan de
dekselgreep rukken.
CONTROLEPANEEL (4)
Het groene controlelampje geeft aan, dat de
vriezer is aangesloten.
Het gele lampje licht op wanneer de SUPER knop is
ingeschakeld. Zie Invriezen.
Het rode lampje licht op wanneer de temperatuur in de
vriezer hoger is dan de op de thermostaat ingestelde
temperatuur(alarm).
1. Rode lamp
2. Gele lamp
3. Thermostaatknop
4. Groene lamp
5. SUPER
Oorzaak hiervan kan zijn:
Het laden van grote hoeveelheden in te vriezen
produkten.
Het te lang openstaan van het deksel.
Het lampje zal in beide gevallen na verloop van tijd uit
gaan.
Een defect in het koelsysteem. Zie Storingen.
INVRIEZEN
Het is belangrijk dat verse levensmiddelen zo snel
mogelijk ingevroren worden en dat de reeds
aanwezige diepvriesprodukten zo min mogelijk
warmteinvloed hiervan ondergaan.
Bij het invriezen van meer dan 3-4 kg:
De vierkante Super knop (gele lampje licht op)
indrukken. De vriezer werkt nu met extra koeling, zodat
er een voldoende koudereserve gevormd wordt.
De Super knop 6-24 uur van te voren indrukken,
afhankelijk van de in te vriezen hoeveelheid.
De in te vriezen produkten in de vriezer laden en de
Super knop nog 24 uur ingedrukt laten.
De Super knop nogmaals indrukken (gele lamp
gaat uit). De vriezer schakelt nu weer over op
normale koeling tot de ingestelde
bewaartemperatuur. Wanneer u vergeet de Super
knop weer in te drukken, zal de vriezer geen schade
ondervinden door enige tijd op Super schakeling te
werken - maar er is een onnodig energieverbruik.
VERPAKKING EN PLAATS
Warme produkten vóór het invriezen eerst laten
afkoelen (op kamertemperatuur).
De produkten in luchtdichte en vochtbestendige
verpakking bewaren, teneinde uitdrogen te
voorkomen.
De in te vriezen produkten dicht tegen de vriezende
wanden plaatsen, en zo mogelijk zonder in aanraking
te komen met de reeds ingevroren produkten.
Zorg ervoor dat er altijd een ruimte van 5 mm tot de
bovenkant open blijft.
Zie Nuttige tips
INVRIESKAPACITEIT (5)
De invrieskapaciteit van de diepvriezer is aangegeven op
het typeplaatje (kg/24 uur). Dit maximum niet
overschrijden - de benodigde invriestijd zal anders langer
worden. Het typeplaatje is aangebracht aan de
binnenkant van het deksel.
NL
7
ATTENTIE!
De aangegeven invrieskapaciteit kan volledig benut
worden wanneer er niet regelmatig grote
hoeveelheden verse produkten ingevroren worden.
Worden er dagelijks grote hoeveelheden
ingevroren, dan is de toegestane invrieskapaciteit
éénderde minder dan aangegeven.
DEKSELSLOT (6)
(Niet standaard voor alle modellen). Het slot werkt zoals
op de tekeningen aangegeven. Let op, sleutels buiten
het bereik van kinderen houden.
DE TUSSENWAND
De tussenwand kan worden verwijderd en gebruikt als
opvangbak tijdens het ontdooien. Zie Onderhoud.
MANDEN (7)
De manden zijn bedoeld voor het opslaan van reeds
diepgevroren produkten. De draaggrepen kunnen op
twee manieren bevestigd worden, zie tekening. De
manden op de bodem van de diepvriezer plaatsen of aan
de rand van de vriezer ophangen.
NUTTIGE TIPS (9)
OPSLAAN INGEVROREN PRODUKTEN
Diepvriesprodukten kunnen overal in de
diepvriezer geplaatst worden, maar altijd 5 mm tot
de bovenkant open laten. De opgegeven houdbaarheid
van diepvriesprodukten niet overschrijden. Let bij
aankoop van diepvriesprodukten op, of deze op juiste
temperatuur zijn bewaard. Geen produkten kopen
waarvan de verpakking nat of beschadigd is. Gekochte
produkten zo snel mogelijk in de vriezer plaatsen.
Gebruik van een geïsoleerde tas voor het transporteren
van diepvriesprodukten wordt aanbevolen. Nooit flessen,
warme produkten of koolzuurhoudende drank in de
vriezer plaatsen.
INVRIEZEN
Gebruik uitsluitend verse produkten van hoge
kwaliteit. Warme gerechten zo snel mogelijk tot
kamertemperatuur laten afkoelen, alvorens deze in te
vriezen. De produkten zorgvuldig in diepvriesfolie,
diepvrieszakken of-dozen inpakken. Produkten in
aangepaste hoeveelheden verdelen - kleine porties
vriezen sneller in, en u ontdooit alleen de hoeveelheid die
voor direkt gebruik noodzakelijk is. Let wel, eenmaal
ontdooide produkten mogen niet nogmaals ingevroren
worden. Gerechten waarbij ontdooide
diepvriesprodukten gebruikt zijn kunnen echter wel
ingevroren worden. De invriesdatum op de verpakking
van de in te vriezen produkten aangeven. Het verdient
aanbeveling een overzicht over de inhoud van de vriezer
bij te houden. Bij te langzaam invriezen wordt de kwaliteit
van de in te vriezen produkten verminderd. Daarom geen
grotere hoeveelheden invriezen dan aangegeven op het
typeplaatje. Wanneer u meerdere dagen achter elkaar
produkten invriest, wordt de maximale invrieskapaciteit
per dag met éénderde gereduceerd. Het deksel zo min
mogelijk open laten staan. Wanneer u geen grondige
kennis van diepvriezen heeft, adviseren wij u een boekje
over zelf diepvriezen te kopen.
ONTDOOIEN
Over het algemeen levensmiddelen niet bij
kamertemperatuur laten ontdooien, daar hierdoor
de kans op bacteriënvorming wordt vergroot. Het is aan te
raden om grote hoeveelheden vlees of gevogelte in de
koelkast te laten ontdooien. Dit geldt ook voor produkten
die geconsumeerd worden zonder toebereiding (bijv. fruit,
boter en gesneden vleeswaren). Kleine hoeveelheden
kunnen direkt vanuit de vriezer worden bereid. Een groot
aantal kant-en-klare gerechten kunnen ook bereid worden
zonder eerst te ontdooien. De aanwijzingen op de
verpakking volgen. Brood in een warme oven laten
ontdooien. De magnetron kan gebruikt worden voor het
snel ontdooien van de meeste diepvriesprodukten. De
gebruiksaanwijzing van de magnetron volgen.
ACCESSOIRES
Dekselslot en manden zijn als accessoires te koop bij uw
leverancier. Onderstaande tekeningen geven aan hoe
veel manden er in de verschillende vriezermodellen
geplaatst kunnen worden. De lengte van uw vriezer
opmeten en de juiste tekening vinden. Het getal boven
de tekening geeft de lengte in millimeter aan.
ONDERHOUD
ONTDOOIEN (8)
Rijpvorming aan de binnenwanden van de vriezer is niet
te voorkomen. Rijp wordt gevormd wanneer het vocht in
de lucht in kontakt komt met de koude wand van de
vriezer. Daarom het deksel niet onnodig openen en zo
kort mogelijk open laten staan.
Een dun laagje rijp heeft geen nadelige invloed op de
werking van de vriezer, en kan met bijgeleverde schraper
verwijderd worden.
ATTENTIE!
Voor het verwijderen van rijp nooit een mes of
andere scherpe voorwerpen gebruiken.
Wanneer de rijplaag 10-15 mm dik is, dient te vriezer
ontdooid te worden. Wij raden aan te ontdooien wanneer
er weinig of geen produkten in de vriezer liggen.
De stroomtoevoer uitschakelen. De inhoud van de vriezer
verwijderen, in kranten wikkelen en op een koude plaats
zetten.
Het ontdooien kan versneld worden door een of meer
schalen met warm water in de vriezer te plaatsen en het
deksel te sluiten. Na enige tijd het deksel openen en
voorzichtig de rijplaag verwijderen.
De tussenwand gebruiken als opvangbak voor
smeltwater, zie tekening.
Het ontdooiproces nooit op andere wijze dan hier
beschreven proberen te laten versnellen. Dat kan schade
aan uw diepvriezer tot gevolg hebben. Na het ontdooien
de binnenkant van de diepvriezer schoonmaken.
NL
8
ATTENTIE!
Vergeet niet het dopje weer op het afvoerbuisje voor
smeltwater te plaatsen.
DE BINNENKANT VAN DE VRIEZER
REINIGEN
De stekker uit het stopkontakt nemen en alle accessoires
verwijderen. Het verdient aanbeveling om de vriezer te
reinigen na het ontdooien en voordat de stroomtoevoer
weer aangeschakeld is. De vriezer reinigen met een
vochtige doek en warm water met een zacht reukloos
schoonmaakmiddel. Vervolgens de mand/manden
reinigen en terugplaatsen.
ATTENTIE!
Bij het reinigen van uw vriezer nooit sterke
reinigingsmiddelen, schuurmiddelen of sterk ruikende
middelen gebruiken. Deze kunnen de binnenkant van
de vriezer aantasten of een sterke lucht achterlaten.
DE BUITENKANT VAN DE VRIEZER
REINIGEN
De buitenkant reinigen met een vochtige doek een klein
beetje reinigingsmiddel, en de sluitband met een zacht
reukloos reinigingsmiddel.
NIET IN GEBRUIK
De stekker uit het stopkontakt nemen.
Alle levensmiddelen uit de diepvriezer verwijderen.
De diepvriezer reinigen zoals hierboven beschreven.
Het deksel open laten staan.
STORINGEN
ALS DE DIEPVRIEZER NIET NAAR
BEHOREN FUNKTIONEERT
Alvorens de servicedienst te bellen het volgende
controleren:
Wanneer u vervolgens het probleem nog steeds niet kan
oplossen, raadpleeg dan de servicedienst.
Zelf geen andere maatregelen nemen. Ondeskundig
gebruik kan persoonlijk letsel of ernstigere defecten tot
gevolg hebben. Het is gewoon dat de buitenkant van de
vriezer af en toe warm aanvoelt, tijdens het koelproces
wordt warmte vrijgegeven. Deze warmte voorkomt
vorming van condenswater en vervolgens roestvorming.
Wanneer de diepvriezer korte tijd is uitgeschakeld, is het
mogelijk dat de compressor niet direkt start bij het
terugkeren van de stroom. Dit is normaal.
IN HET GEVAL VAN STROOMUITVAL OF
STORING
Als de periode van stilstand de in de technische
gegevens vermelde "opwarmtijd" niet overschrijdt,
bestaat geen gevaar voor de veiligheid van de in de
vriezer annwezige diepgevroren levensmiddelen. Open
tijdens de stilstandperiode het deksel niet. Als de vriezer
slechts gedeeltelijk gevuld is, verkort dat aanzienlijk de
duur van de "opwarmtijd".
Kontroleer nadat de stroomlevering of de storing hersteld
is de toestand van de levensmiddelen. Voedsel dat een
beging van ontdooien vertoont of reeds ontdooid is, moet
u direkt konsumeren of opnieuw invriezen nadat u het
eerst gekookt of gebraden hebt. Kan dat niet, dan
adviseren wij u het betreffende voedsel te vernietigen.
VERVANGEN VAN HET
VERLICHTINGSLAMPJE (10)
Neem vóór u het defekte lampje vervangt de steker uit
het stopkontakt.
Open het beschermkapje door het met duimen en
wijsvingers iets in te drukken, zoals in de tekening
aangegeven.
Vervang het lampje tegen eenzelfde model, maximum 15W.
NL
Storing
Vriezer
niet koud
genoeg
Vriezer te
koud
Te veel
rijp
Controleer:
Groene lamp niet aan
Groene en rode lamp
aan
Groene lamp aan, rode
lamp niet aan
Gele lamp aan
Gele lamp uit
Deksel niet volledig
gesloten
Te vochtige ruimte
Produkten slecht
ingepakt
Mogelijke oorzaak:
Stroomtoevoer niet aangesloten
Defecte schakelaar of zekering
Stroomuitval
Verse produkten in de vriezer
geplaatst
Deksel te lang open gestaan
Thermostaat te warm ingesteld
Te dikke rijplaag
Super knop aangeschakeld
Thermostaat te koud ingesteld
Deksel in aanraking met
produkten in vriezer
Vocht van wasmachine,
droogtrommel enz.
Veel vocht van de produkten
Oplossing:
Stekker en stopkontakt nakijken
Zekering nakijken, electricien
raadplegen
Wachten totdat de stroom terug komt
Een aantal uren wachten
Een aantal uren wachten
De thermostaat kouder stellen
De vriezer ontdooien
Super knop uitschakelen
Thermostaat warmer stellen
Produkten goed leggen en controleer
of deksel nu goed sluit.
De vriezer in ruimte met minder vocht
plaatsen of regelmatig doorluchten.
Produkten opnieuw inpakken, zie
Gebruiksaanwijzing
Sluit het beschermkapje en steek de steker weer in het
stopkontakt.
GARANTIEBEPALINGEN EN
SERVICE (11)
BELANGRIJK ADVIES
De konstruktie van dit apparaat is zodanig dat de
veiligheid daarvan gewaarborgd is. Ondeskundige
reparaties kunnen echter de veiligheid in gevaar
brengen. Terwille van een blijvende veiligheid en ook om
mogelijke schade te voorkomen, is het raadzaam dat
reparaties uitsluitend verricht worden door personen die
daarvoor de vereiste vakbekwaamheid bezitten.
Wij adviseren u herstel- en/of kontrolewerkzaamheden
door uw vakhandelaar of door ELGROEP SERVICE te
laten uitvoeren en uitsluitend originele DISTRIPARTS
onderdelen te laten plaatsen.
Nederland
ELGROEP SERVICE
Vennootsweg 1, postbus 120
NL-2400 AC Alphen a/d Rijn
Storingsmeldingen:
Tel.: (0172) 468 300
Fax.: (0172) 468 366
Onderdelenverkoop:
Tel.: (0172) 468 400
Fax.: (0172) 468 376
BeLgié/Belgique
ELGROEP SEVICE
Bergensesteenweg 719
B-1502 Halle (Lembeek)
Thuisherstellingen:
Dépannages à domicile:
Tel.: 02-3630444
Fax.: 02-3630400
Wisselstukken:
Pièces détachées:
Tel.: 02-3630555
Fax.: 02-3630500
Telex: 22915 eluxbe
WAARBORGVOORWAARDEN
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het
voorkomen dat er een defect optreedt. Onze
klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen
als buiten de waarborgtermijn. De levensduur van het
toestel wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de
EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De
daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar de
eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens
onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de
voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het toestel
die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de
datum van levering aan de eindgebruiker. Deze
waarborgvoorwaarden zijn niet van toepassing in geval
van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel
kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het
had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen
worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen
onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om
mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het
aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum
te worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan
kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas,
kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig
gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine
afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de
waarde en deugdelijkheid van het toestel
onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade veroorzaakt
door:
- chemische en elektrochemische inwerking van
water,
- abnormale milieuomstandigheden in het
algemeen
- voor het toestel oneigenlijke bedrijfsomstandigheden
- contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken
door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet vakkundige
installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig
onderhoud, of het niet in acht nemen van de
gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect
werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door
derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of
wanneer het toestel voorzien werd van toebehoren of
onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een
defect veroorzaken.
10. Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervoerd
dienen te worden overhandigd of gezonden naar
onze klantendienst. Herstelling ter plaatse kan
slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde
toestellen.
11. Indien het toestel zodanig is ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de
benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer
dan 30 minuten bedraagt, dan worden de hierdoor
ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening
gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of
uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de waarborgperiode de herstelling van
hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in
overleg met de gebruiker een gelijkwaardige
vervanging geleverd. In geval van vervanging
behouden we ons het recht voor om een vergoeding
te rekenen naar rato van de verstreken
gebruiksperiode.
13. Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging
van de waarborgtermijn noch aanvang van een
nieuwe waarborgtermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een waarborg van 12
maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
9
NL
10
15. Verdere of ander rechten, in het bijzonder
vergoeding van schade ontstaan buiten het toestel,
zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet
wettelijk is vastgelegd.
In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de
aankoopwaarde van het toestel niet overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België
gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een
toestel naar het buitenland wordt gebracht dient de
gebruiker na te gaan of het toestel voldoet aan de
technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandig-
heden) in het betreffende land. Voor in het buitenland
aangeschafte toestellen dient de gebruiker zich zelf te
vergewissen van de bepalingen in België. Noodzakelijke
of gewenste aanpassingen vallen niet onder de
waarborg, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze
klantendienst u ter beschikking.
Adres Klantendienst:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM
Bergensesteeweg, 719
1502 LEMBEEK
Tél. 02.363.0444
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10

MARYNEN CM370A Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor