Electrolux ECN1155 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
3
NL
INHOUD
TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................................................................3
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN..........................................................................................................................4
Adviezen en richtlijnen ....................................................................................................................................4
Koelmiddelen ................................................................................................................................................4
Afvalverwerking..............................................................................................................................................4
INSTALLATIE .....................................................................................................................................................5
Plaatsing.......................................................................................................................................................5
Elektrische aansluiting ....................................................................................................................................5
De vriezer aanzetten .......................................................................................................................................5
GEBRUIKSAANWIJZING.....................................................................................................................................5
Temperatuurregeling.......................................................................................................................................5
Openen en sluiten van het deksel.....................................................................................................................5
De temperatuurregelaar en lampjes ..................................................................................................................6
Invriezen .......................................................................................................................................................6
Verpakking en verdeling ..................................................................................................................................6
Kapaciteit......................................................................................................................................................6
Manden........................................................................................................................................................6
NUTTIGE TIPS ...................................................................................................................................................6
Opslaan........................................................................................................................................................6
Invriezen .......................................................................................................................................................6
Ontdooien.....................................................................................................................................................6
ONDERHOUD ....................................................................................................................................................6
Ontdooien.....................................................................................................................................................6
Vriezer reinigen..............................................................................................................................................7
Niet in gebruik ...............................................................................................................................................7
STORINGEN ......................................................................................................................................................7
Binnenverlichting............................................................................................................................................7
GARANTIEBEPALINGEN & SERVICE ...................................................................................................................8
Type
Inhoud (bruto) liter
Inhoud (netto) liter
Hoogte zonder/met rolwiel cm
Breedte cm
Diepte cm
Gewicht kg
Energieverbruik/24uur kWh
Invrieskapaciteit kg/24h
Opvarmtijd uren
Opgenomen vermogen W
ECN 1155
105
102
85
55
55
27
0,569
12
26
60
TECHNISCHE GEGEVENS
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt
hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het
apparaat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
4
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
ADVIEZEN EN RICHTLIJNEN
Voor een veiliger gebruik, deze adviezen grondig doorlezen,
voordat u uw vriezer installeert en in gebruik neemt.
ATTENTIE!
Het is belangrijk dat u deze voorschriften bij de
vriezer bewaart. Indien de vriezer wordt verkocht of
door anderen gebruikt wordt, of bij verhuizing wordt
achtergelaten, dienen deze voorschriften de vriezer te
volgen, zodat de nieuwe eigenaar de vriezer op juiste
wijze kan gebruiken en de adviezen kan doorlezen.
Deze vriezer is uitsluitend bedoeld voor het invriezen
van levensmiddelen en het bewaren van
diepvriesprodukten.
Deze vriezer dient alleen door volwassenen bediend
te worden. Kinderen niet met de knoppen of de
vriezer laten spelen.
Wijzigingen aan de elektriciteitsvoorziening in
verband met het aansluiten van de vriezer, altijd door
een goedgekeurde electricien of andere daartoe
bevoegde personen laten uitvoeren.
In geen geval zelf trachten de vriezer te repareren.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen
persoonlijk letsel of schade aan de vriezer tot gevolg
hebben.
Servicewerkzaamheden door een goedgekeurd
servicebedrijf laten uitvoeren en alleen originele
onderdelen gebruiken. Zie “Garantiebepalingen en
Service”.
Wijzigingen aan de technische instellingen of de
vriezer in z’n geheel kan de veiligheid in gevaar
brengen.
Let op dat de vriezer niet bovenop de
stroomtoevoerkabel wordt geplaatst.
Ontdooide produkten niet opnieuw invriezen.
De adviezen voor het bewaren van diepvriesprodukten
grondig doornemen. Zie “Nuttige tips”.
Onderdelen van deze vriezer worden tijdens werking
verwarmd. Een goede ventilatie is dus noodzakelijk.
Onvoldoende ventilatie kan bedorven
diepvriesprodukten tot gevolg hebben. Zie
“installatie”.
In de vriezer zijn buizen aangebracht waardoor een
koelmiddel loopt. Wanneer deze buizen worden
doorgestoken kan de vriezer worden beschadigd
zonder te kunnen worden gerepareerd en de
diepvriesprodukten kunnen verloren gaan. Gebruik
geen scherpe voorwerpen om ijs en rijp te
verwijderen. Rijp kan worden verwijderd met
bijgesloten schraper. Het ijs aan de zijwanden van de
vriezer niet afsteken, maar door ontdooien
verwijderen. Zie “Onderhoud”.
Geen dranken in de vriezer plaatsen. Flessen en blikjes
met koolzuurhoudende dranken kunnen exploderen,
waardoor de vriezer beschadigd kan worden.
Deze vriezer is zwaar. Let op bij het verplaatsen.
Deze vriezer is voorzien van een slot, zodat kinderen
deze niet kunnen openen. De sleutel altijd buiten het
bereik van kinderen en uit de buurt van de vriezer
bewaren.
Het slot onbruikbaar maken voordat u de oude
vriezer wegdoet. Dit om ongelukken te voorkomen,
kinderen kunnen erin opgesloten raken.
Ijslollies niet direkt uit de vriezer opeten, gevaar voor
bevriezing van de mond.
Koelmiddelen
Dit apparaat bevat een milieuvriendelijk gas (R134a) als
koelmiddel.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of
beschadigd door de achterkant van het
koel/vriesapparaat.
-Een beschadigde stekker kan oververhit raken en
brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het
koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
-Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het
snoer te trekken, vooral niet als het
koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
-Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand
en/of een elektrische schok veroorzaken.
-Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het
worden vervangen door onze serviceafdeling of
door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan
niet in.
-Daardoor bestaat kans op een elektrische schok
of brand.
AFVALVERWERKING
Informatie over de toestelverpakking
Alle gebruikte materialen zijn niet milieu-
onvriendelijk. Ze kunnen zonder gevaar bij het
afval worden gezet en in een vuilverbrandingsinstallatie
worden verbrand.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en hebben
de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen, bijv. de buitenste verpakking en
de plastic zakjes.
>PS< voor geschuimd polystyreen, bijv. de
hoekbeschermers (volkomen cfk-vrij).
Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u
dit ook weer in een container voor oud papier te
deponeren.
Oude apparaten
Uit het oogpunt van milieubescherming moeten
afgedankte koel- en vriestoestellen op deskundige wijze
verwerkt worden. Dit geldt voor uw oude apparaat en
later ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing!
Afgedankte apparaten onbruikbaar maken voordat u
ze wegdoet. Stekker uit het stopcontact trekken,
aansluitsnoer afsnijden, eventuele snap- of
grendelsloten verwijderen of onbruikbaar maken. U
verhindert daardoor, dat spelende kinderen elkaar of
zichzelf in het toestel opsluiten (verstikkingsgevaar!)
en daardoor in levensgevaar komen.
Afvalverwerking
Het apparaat mag niet samen met huisvuil of
gesloopte apparaten weggegooid worden. Zorg
ervoor dat het koelcircuit niet beschadigd wordt.
NL
5
Informeer bij de gemeente naar de mogelijkheden
voor afvalverwerking in uw woonplaats.
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudafval
mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats
worden gebracht waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de correcte manier wordt verwijderd,
voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve
gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in
verband met het recyclen van dit product, neemt u het
best contact op met de gemeentelijke instanties, het
bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
INSTALLATIE
PLAATSING (1)
De vriezer horizontaal, rustend op alle vier plastic voeten
op een vlakke ondergrond plaatsen. Bij een ongelijke
vloer een houten blokje of dergelijke gebruiken.
In een droge en goed geventileerde ruimte plaatsen.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het
energieverbruik van het toestel. Daarom:
Plaats het toestel niet in het zonlicht, naast een
radiator of vuurhaard.
Stel het toestel op een plaats waar de
omgevingstemperatuur aan de klimaatklasse
beantwoordt, waarvoor het toestel ontworpen is.
klimaatklasse omgevingstemperatuur
SN vanaf +10 t/m +32°C
N vanaf +16 t/m +32°C
ST vanaf +18 t/m +38°C
T vanaf +18 t/m +43°C
Wanneer de vriezer bij uitzondering op de zijkant is
getransporteerd, na plaatsing in horizontale positie
12 uur wachten voor het aanschakelen.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De vriezer aansluiten op 230-240V wisselstroom, 50 Hz.
De zekering moet tenminste 10A zijn.
dieses Gerät entspricht den folgenden EG-
Richtlinien:
- 73/23/EWG vom 19. 02. 1973 -
Niederspannungsrichtlinie
- 89/336/EWG vom 03. 05. 1989 (einschließlich
Änderungsrichtlinie 92/31/EWG) - EMV-Richtlinie.
Einige der Geräte sind nicht in allen Ländern erhältlich.
Der Gerät wurde getestet nach den ISO 5155-
Bestimmungen für Gefriervermögen, Energieverbrauch
und Lagerzeit bei Störung.
DE VRIEZER AANZETTEN (2)
Sluit de op de juiste wijze geïnstalleerde bovenkant
van de vriezer, dan sluit de machine op
bovenvermelde wijze aan op elektriciteit. De
elektronische onderdelen binnenin staan dan onder
stroom.
Draai de temperatuurregelaar met de klok mee tot de
middelste stand. Na een lichte klik en een nauwelijks
voelbare vibratie en geluid begint de koelcompressor
te werken.
Als de vriezer een paar uur werkt, gaat het rode
lampje uit. Dit betekent dat de juiste temperatuur is
bereikt voor de bevroren goederen. (zie ook:
temperatuurregelaar en lampjes)
GEBRUIKSAANWIJZING
TEMPERATUURREGELING (3)
De temperatuur in de vriezer wordt geregeld en
konstant gehouden door middel van de thermostaat.
Door de thermostaatknop naar nr. 7 te draaien, wordt de
temperatuur in de vriezer kouder, en door de knop naar nr.
1 te draaien, wordt de temperatuur warmer. De korrekte
instelling kunt u vinden door de temperatuur van de
bovenste verpakking in het midden van de vriezer te meten.
Deze moet normaal gesproken kouder zijn dan –18°C.
OPENEN EN SLUITEN VAN HET DEKSEL
Het deksel is voorzien van een sluitband, waardoor
onnodige rijpvorming door het binnendringen van lucht
voorkomen wordt.
Zodra het deksel geopend wordt, wordt de koude lucht in
de vriezer iets warmer en zet uit. Na het wederom sluiten
van het deksel wordt de lucht onmiddellijk weer afgekoeld.
Hierdoor kan een vacuum ontstaan, waardoor de deksel
direkt na het sluiten moeilijk opnieuw geopend kan
worden. Dit is een natuurlijk verschijnsel. Wacht enkele
minuten totdat het vacuum is verdwenen en open het
deksel door voorzichtig te trekken. Nooit hard aan de
dekselgreep rukken.
De bovenkant kan worden geopend en gesloten. Als de
bovenkant geforceerd geopend wordt voorbij 95° dan
kan deze afbreken.
DE TEMPERATUURREGELAAR EN
LAMPJES (4)
Het groene lampje geeft aan of de machine stroom heeft.
Het gele lampje geeft aan of de vriezer aan staat (zie ook:
invriezen van verse goederen).
Het rode lampje slaat aan en uit, afhankelijk van de
temperatuur in de vriezer.
Het alarm lampje brandt als de temperatuur in de vriezer
hoger is dan die welke is ingesteld op de
temperatuurregelaar.
1. Thermostaat
2. Groen lampje
3. Rood lampje
4. Geel lampje
5. "SUPER"
Dit kan gebeuren als:
er een grote hoeveelheid verse (niet bevroren)
goederen in de vriezer zit, zonder dat de vriezer
aanslaat.
de bovenkant voor een langere tijd stond. In beide
gevallen, zal het rode lampje na enige tijd uitgaan,
wanneer de temperatuur afgekoeld is tot die welke is
ingesteld op de temperatuurregelaar.
NL
6
de rubberen ring niet goed afsluit of als de vriezer niet
functioneert (zie ook: Als de machine niet of niet
goed werkt).
INVRIEZEN
Het is belangrijk dat verse levensmiddelen zo snel
mogelijk ingevroren worden en dat de reeds aanwezige
diepvriesprodukten zo min mogelijk warmteinvloed
hiervan ondergaan.
Bij het invriezen van meer dan 3-4 kg:
De thermostaatknop op de koudste stand zetten 7.
De vriezer werkt nu met extra koeling, zodat er een
voldoende koudereserve gevormd wordt.
De thermostaatknop 6-24 uur van te voren indrukken,
afhankelijk van de in te vriezen hoeveelheid.
De in te vriezen produkten in de vriezer laden en de
thermostaatknop nog 24 uur op 7 stand laten.
De thermostaatknop weer terug draaien. De vriezer
schakelt nu weer over op normale koeling tot de
ingestelde bewaartemperatuur. Wanneer u vergeet
de thermostaatknop weer terug te draaien, zal de
vriezer geen schade ondervinden door enige tijd op
7 schakeling te werken - maar er is een onnodig
energieverbruik.
VERPAKKING EN PLAATS
Warme produkten vóór het invriezen eerst laten
afkoelen (op kamertemperatuur).
De produkten in luchtdichte en vochtbestendige
verpakking bewaren, teneinde uitdrogen te
voorkomen.
De in te vriezen produkten dicht tegen de vriezende
wanden plaatsen, en zo mogelijk zonder in aanraking
te komen met de reeds ingevroren produkten.
Zorg ervoor dat er altijd een ruimte van 5 mm tot de
bovenkant open blijft.
Zie “Nuttige tips”
INVRIESKAPACITEIT (5)
De invrieskapaciteit van de diepvriezer is aangegeven op
het typeplaatje (kg/24 uur). Dit maximum niet
overschrijden - de benodigde invriestijd zal anders langer
worden. Het typeplaatje is aangebracht aan de
binnenkant van het deksel.
ATTENTIE!
De aangegeven invrieskapaciteit kan volledig benut
worden wanneer er niet regelmatig grote
hoeveelheden verse produkten ingevroren worden.
Worden er dagelijks grote hoeveelheden
ingevroren, dan is de toegestane invrieskapaciteit
éénderde minder dan aangegeven.
MANDEN (6)
De manden zijn bedoeld voor het opslaan van reeds
diepgevroren produkten.
NUTTIGE TIPS
OPSLAAN INGEVROREN PRODUKTEN
Diepvriesprodukten kunnen overal in de diepvriezer
geplaatst worden, maar altijd 5 mm tot de
bovenkant open laten. De opgegeven houdbaarheid van
diepvriesprodukten niet overschrijden. Let bij aankoop van
diepvriesprodukten op, of deze op juiste temperatuur zijn
bewaard. Geen produkten kopen waarvan de verpakking
nat of beschadigd is. Gekochte produkten zo snel mogelijk
in de vriezer plaatsen. Gebruik van een geďsoleerde tas
voor het transporteren van diepvriesprodukten wordt
aanbevolen. Nooit flessen, warme produkten of
koolzuurhoudende drank in de vriezer plaatsen.
INVRIEZEN
Gebruik uitsluitend verse produkten van hoge
kwaliteit. Warme gerechten zo snel mogelijk tot
kamertemperatuur laten afkoelen, alvorens deze in te
vriezen. De produkten zorgvuldig in diepvriesfolie,
diepvrieszakken of-dozen inpakken. Produkten in
aangepaste hoeveelheden verdelen - kleine porties vriezen
sneller in, en u ontdooit alleen de hoeveelheid die voor
direkt gebruik noodzakelijk is. Let wel, eenmaal ontdooide
produkten mogen niet nogmaals ingevroren worden.
Gerechten waarbij ontdooide diepvriesprodukten gebruikt
zijn kunnen echter wel ingevroren worden. De invriesdatum
op de verpakking van de in te vriezen produkten aangeven.
Het verdient aanbeveling een overzicht over de inhoud van
de vriezer bij te houden. Bij te langzaam invriezen wordt de
kwaliteit van de in te vriezen produkten verminderd. Daarom
geen grotere hoeveelheden invriezen dan aangegeven op
het typeplaatje. Wanneer u meerdere dagen achter elkaar
produkten invriest, wordt de maximale invrieskapaciteit per
dag met éénderde gereduceerd. Het deksel zo min
mogelijk open laten staan. Wanneer u geen grondige
kennis van diepvriezen heeft, adviseren wij u een boekje
over “zelf diepvriezen” te kopen.
ONTDOOIEN
Over het algemeen levensmiddelen niet bij
kamertemperatuur laten ontdooien, daar hierdoor
de kans op bacteriënvorming wordt vergroot. Het is aan
te raden om grote hoeveelheden vlees of gevogelte in de
koelkast te laten ontdooien. Dit geldt ook voor produkten
die geconsumeerd worden zonder toebereiding (bijv.
fruit, boter en gesneden vleeswaren). Kleine
hoeveelheden kunnen direkt vanuit de vriezer worden
bereid. Een groot aantal kant-en-klare gerechten kunnen
ook bereid worden zonder eerst te ontdooien. De
aanwijzingen op de verpakking volgen. Brood in een
warme oven laten ontdooien. De magnetron kan gebruikt
worden voor het snel ontdooien van de meeste
diepvriesprodukten. De gebruiksaanwijzing van de
magnetron volgen.
ONDERHOUD
ONTDOOIEN
Rijpvorming aan de binnenwanden van de vriezer is niet
te voorkomen. Rijp wordt gevormd wanneer het vocht in
de lucht in kontakt komt met de koude wand van de
vriezer. Daarom het deksel niet onnodig openen en zo
kort mogelijk open laten staan.
Een dun laagje rijp heeft geen nadelige invloed op de
werking van de vriezer, en kan met bijgeleverde schraper
verwijderd worden.
ATTENTIE!
Voor het verwijderen van rijp nooit een mes of
andere scherpe voorwerpen gebruiken.
NL
7
Wanneer de rijplaag 10-15 mm dik is, dient te vriezer
ontdooid te worden. Wij raden aan te ontdooien
wanneer er weinig of geen produkten in de vriezer
liggen.
De stroomtoevoer uitschakelen. De inhoud van de
vriezer verwijderen, in kranten wikkelen en op een
koude plaats zetten.
Het ontdooien kan versneld worden door een of
meer schalen met warm water in de vriezer te
plaatsen en het deksel te sluiten. Na enige tijd het
deksel openen en voorzichtig de rijplaag
verwijderen.
Het ontdooiproces nooit op andere wijze dan hier
beschreven proberen te laten versnellen. Dat kan
schade aan uw diepvriezer tot gevolg hebben. Na het
ontdooien de binnenkant van de diepvriezer
schoonmaken.
DE BINNENKANT VAN DE VRIEZER
REINIGEN
De stekker uit het stopkontakt nemen en alle accessoires
verwijderen. Het verdient aanbeveling om de vriezer te
reinigen na het ontdooien en voordat de stroomtoevoer
weer aangeschakeld is. De vriezer reinigen met een
vochtige doek en warm water met een zacht reukloos
schoonmaakmiddel. Vervolgens de mand/manden
reinigen en terugplaatsen.
ATTENTIE!
Bij het reinigen van uw vriezer nooit sterke
reinigingsmiddelen, schuurmiddelen of sterk
ruikende middelen gebruiken. Deze kunnen de
binnenkant van de vriezer aantasten of een sterke
lucht achterlaten.
DE BUITENKANT VAN DE VRIEZER
REINIGEN
De buitenkant reinigen met een vochtige doek een klein
beetje reinigingsmiddel, en de sluitband met een zacht
reukloos reinigingsmiddel.
NIET IN GEBRUIK
De stekker uit het stopkontakt nemen.
Alle levensmiddelen uit de diepvriezer verwijderen.
De diepvriezer reinigen zoals hierboven beschreven.
Het deksel open laten staan.
STORINGEN
ALS DE DIEPVRIEZER NIET NAAR
BEHOREN FUNKTIONEERT
Alvorens de servicedienst te bellen het volgende
controleren:
NL
Storing
Vriezer
niet koud
genoeg
Vriezer te
koud
Te veel
rijp
Controleer:
Groene lamp niet aan
Groene en rode lamp
aan
Groene lamp aan, rode
lamp niet aan
Gele lamp aan
Gele lamp uit
Deksel niet volledig
gesloten
Te vochtige ruimte
Produkten slecht
ingepakt
Mogelijke oorzaak:
Stroomtoevoer niet aangesloten
Defecte schakelaar of zekering
Stroomuitval
Verse produkten in de vriezer
geplaatst
Deksel te lang open gestaan
Thermostaat te warm ingesteld
Te dikke rijplaag
“Super” knop aangeschakeld
Thermostaat te koud ingesteld
Deksel in aanraking met
produkten in vriezer
Vocht van wasmachine,
droogtrommel enz.
Veel vocht van de produkten
Oplossing:
Stekker en stopkontakt nakijken
Zekering nakijken, electricien
raadplegen
Wachten totdat de stroom terug komt
Een aantal uren wachten
Een aantal uren wachten
De thermostaat kouder stellen
De vriezer ontdooien
“Super” knop uitschakelen
Thermostaat warmer stellen
Produkten goed leggen en controleer
of deksel nu goed sluit.
De vriezer in ruimte met minder vocht
plaatsen of regelmatig doorluchten.
Produkten opnieuw inpakken, zie
“Gebruiksaanwijzing”
Wanneer u vervolgens het probleem nog steeds niet kan
oplossen, raadpleeg dan de servicedienst.
Zelf geen andere maatregelen nemen. Ondeskundig
gebruik kan persoonlijk letsel of ernstigere defecten tot
gevolg hebben. Het is gewoon dat de buitenkant van de
vriezer af en toe warm aanvoelt, tijdens het koelproces
wordt warmte vrijgegeven. Deze warmte voorkomt
vorming van condenswater en vervolgens roestvorming.
Wanneer de diepvriezer korte tijd is uitgeschakeld, is het
mogelijk dat de compressor niet direkt start bij het
terugkeren van de stroom. Dit is normaal.
IN HET GEVAL VAN STROOMUITVAL OF
STORING
Als de periode van stilstand de in de technische
gegevens vermelde "opwarmtijd" niet overschrijdt,
bestaat geen gevaar voor de veiligheid van de in de
vriezer annwezige diepgevroren levensmiddelen. Open
tijdens de stilstandperiode het deksel niet. Als de vriezer
slechts gedeeltelijk gevuld is, verkort dat aanzienlijk de
duur van de "opwarmtijd".
Kontroleer nadat de stroomlevering of de storing hersteld
is de toestand van de levensmiddelen. Voedsel dat een
beging van ontdooien vertoont of reeds ontdooid is, moet
u direkt konsumeren of opnieuw invriezen nadat u het
eerst gekookt of gebraden hebt. Kan dat niet, dan
adviseren wij u het betreffende voedsel te vernietigen.
8
NL
GARANTIEBEPALINGEN EN
SERVICE
BELANGRIJK ADVIES (7)
De konstruktie van dit apparaat is zodanig dat de
veiligheid daarvan gewaarborgd is. Ondeskundige
reparaties kunnen echter de veiligheid in gevaar
brengen. Terwille van een blijvende veiligheid en ook
om mogelijke schade te voorkomen, is het raadzaam
dat reparaties uitsluitend verricht worden door
personen die daarvoor de vereiste vakbekwaamheid
bezitten.
Wij adviseren u herstel- en/of kontrolewerkzaamheden
door uw vakhandelaar of door ELGROEP SERVICE te
laten uitvoeren en uitsluitend originele DISTRIPARTS
onderdelen te laten plaatsen.
Nederland
ELGROEP SERVICE
Vennootsweg 1, postbus 120
NL-2400 AC Alphen a/d Rijn
Storingsmeldingen:
Tel.: (0172) 468 300
Fax.: (0172) 468 366
Onderdelenverkoop:
Tel.: (0172) 468 400
Fax.: (0172) 468 376
BeLgié/Belgique
ELGROEP SEVICE
Bergensesteenweg 719
B-1502 Halle (Lembeek)
Thuisherstellingen:
Dépannages à domicile:
Tel.: 02-3630444
Fax.: 02-3630400
Wisselstukken:
Pièces détachées:
Tel.: 02-3630555
Fax.: 02-3630500
Telex: 22915 eluxbe
WAARBORGVOORWAARDEN
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het
voorkomen dat er een defect optreedt. Onze
klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel
binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur
van het toestel wordt daardoor niet negatief beďnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op
de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek.
De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar
de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens
onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de
voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het
toestel die zich openbaren binnen 24 maanden
vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker.
Deze waarborgvoorwaarden zijn niet van
toepassing in geval van professioneel of daarmee
gelijk te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel
kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die
het had voor het defect optrad. Gebrekkige
onderdelen worden hersteld of vervangen.
Kosteloos vervangen onderdelen worden ons
eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om
mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het
aankoopbewijs met aankoop- en/of
leveringsdatum te worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan
kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas,
kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig
gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine
afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de
waarde en deugdelijkheid van het toestel
onbeduidend zijn.
7 De waarborg geldt evenmin voor schade
veroorzaakt door:
- chemische en elektrochemische inwerking van
water,
- abnormale milieuomstandigheden in het
algemeen
- voor het toestel oneigenlijke
bedrijfsomstandigheden
- contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken
door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet vakkundige
installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig
onderhoud, of het niet in acht nemen van de
gebruiks- of montageaanwijzingen.
9
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect
werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door
derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of
wanneer het toestel voorzien werd van toebehoren of
onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een
defect veroorzaken.
10. Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervoerd
dienen te worden overhandigd of gezonden naar
onze klantendienst. Herstelling ter plaatse kan
slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde
toestellen.
11. Indien het toestel zodanig is ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de
benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer
dan 30 minuten bedraagt, dan worden de hierdoor
ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening
gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of
uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de waarborgperiode de herstelling van
hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in
overleg met de gebruiker een gelijkwaardige
vervanging geleverd. In geval van vervanging
behouden we ons het recht voor om een vergoeding
te rekenen naar rato van de verstreken
gebruiksperiode.
13. Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging
van de waarborgtermijn noch aanvang van een
nieuwe waarborgtermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een waarborg van 12
maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere rechten, in het bijzonder
vergoeding van schade ontstaan buiten het toestel,
zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet
wettelijk is vastgelegd.
In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de
aankoopwaarde van het toestel niet overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België
gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een
toestel naar het buitenland wordt gebracht dient de
gebruiker na te gaan of het toestel voldoet aan de
technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort,
klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in
het buitenland aangeschafte toestellen dient de
gebruiker zich zelf te vergewissen van de bepalingen in
België. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen
niet onder de waarborg, en kunnen niet altijd worden
aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze
klantendienst u ter beschikking.
Adres Klantendienst:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM
Bergensesteeweg, 719
1502 LEMBEEK
Tél. 02.363.0444

Documenttranscriptie

NL INHOUD TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................................................................3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN..........................................................................................................................4 Adviezen en richtlijnen ....................................................................................................................................4 Koelmiddelen ................................................................................................................................................4 Afvalverwerking..............................................................................................................................................4 INSTALLATIE .....................................................................................................................................................5 Plaatsing.......................................................................................................................................................5 Elektrische aansluiting ....................................................................................................................................5 De vriezer aanzetten .......................................................................................................................................5 GEBRUIKSAANWIJZING.....................................................................................................................................5 Temperatuurregeling.......................................................................................................................................5 Openen en sluiten van het deksel.....................................................................................................................5 De temperatuurregelaar en lampjes ..................................................................................................................6 Invriezen .......................................................................................................................................................6 Verpakking en verdeling ..................................................................................................................................6 Kapaciteit......................................................................................................................................................6 Manden........................................................................................................................................................6 NUTTIGE TIPS ...................................................................................................................................................6 Opslaan........................................................................................................................................................6 Invriezen .......................................................................................................................................................6 Ontdooien.....................................................................................................................................................6 ONDERHOUD ....................................................................................................................................................6 Ontdooien.....................................................................................................................................................6 Vriezer reinigen..............................................................................................................................................7 Niet in gebruik ...............................................................................................................................................7 STORINGEN ......................................................................................................................................................7 Binnenverlichting............................................................................................................................................7 GARANTIEBEPALINGEN & SERVICE ...................................................................................................................8 TECHNISCHE GEGEVENS Type Inhoud (bruto) Inhoud (netto) Hoogte zonder/met rolwiel Breedte Diepte Gewicht Energieverbruik/24uur Invrieskapaciteit Opvarmtijd Opgenomen vermogen liter liter cm cm cm kg kWh kg/24h uren W ECN 1155 105 102 85 55 55 27 0,569 12 26 60 Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het apparaat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken. M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden: Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Praktische informatie Informatie m.b.t. het milieu 3 NL VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ADVIEZEN EN RICHTLIJNEN Voor een veiliger gebruik, deze adviezen grondig doorlezen, voordat u uw vriezer installeert en in gebruik neemt. ATTENTIE! Het is belangrijk dat u deze voorschriften bij de vriezer bewaart. Indien de vriezer wordt verkocht of door anderen gebruikt wordt, of bij verhuizing wordt achtergelaten, dienen deze voorschriften de vriezer te volgen, zodat de nieuwe eigenaar de vriezer op juiste wijze kan gebruiken en de adviezen kan doorlezen. Deze vriezer is uitsluitend bedoeld voor het invriezen van levensmiddelen en het bewaren van diepvriesprodukten. Deze vriezer dient alleen door volwassenen bediend te worden. Kinderen niet met de knoppen of de vriezer laten spelen. Wijzigingen aan de elektriciteitsvoorziening in verband met het aansluiten van de vriezer, altijd door een goedgekeurde electricien of andere daartoe bevoegde personen laten uitvoeren. In geen geval zelf trachten de vriezer te repareren. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen persoonlijk letsel of schade aan de vriezer tot gevolg hebben. Servicewerkzaamheden door een goedgekeurd servicebedrijf laten uitvoeren en alleen originele onderdelen gebruiken. Zie “Garantiebepalingen en Service”. Wijzigingen aan de technische instellingen of de vriezer in z’n geheel kan de veiligheid in gevaar brengen. Let op dat de vriezer niet bovenop de stroomtoevoerkabel wordt geplaatst. Ontdooide produkten niet opnieuw invriezen. De adviezen voor het bewaren van diepvriesprodukten grondig doornemen. Zie “Nuttige tips”. Onderdelen van deze vriezer worden tijdens werking verwarmd. Een goede ventilatie is dus noodzakelijk. Onvoldoende ventilatie kan bedorven diepvriesprodukten tot gevolg hebben. Zie “installatie”. In de vriezer zijn buizen aangebracht waardoor een koelmiddel loopt. Wanneer deze buizen worden doorgestoken kan de vriezer worden beschadigd zonder te kunnen worden gerepareerd en de diepvriesprodukten kunnen verloren gaan. Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs en rijp te verwijderen. Rijp kan worden verwijderd met bijgesloten schraper. Het ijs aan de zijwanden van de vriezer niet afsteken, maar door ontdooien verwijderen. Zie “Onderhoud”. Geen dranken in de vriezer plaatsen. Flessen en blikjes met koolzuurhoudende dranken kunnen exploderen, waardoor de vriezer beschadigd kan worden. Deze vriezer is zwaar. Let op bij het verplaatsen. Deze vriezer is voorzien van een slot, zodat kinderen deze niet kunnen openen. De sleutel altijd buiten het bereik van kinderen en uit de buurt van de vriezer bewaren. 4 Het slot onbruikbaar maken voordat u de oude vriezer wegdoet. Dit om ongelukken te voorkomen, kinderen kunnen erin opgesloten raken. Ijslollies niet direkt uit de vriezer opeten, gevaar voor bevriezing van de mond. Koelmiddelen Dit apparaat bevat een milieuvriendelijk gas (R134a) als koelmiddel. Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of beschadigd door de achterkant van het koel/vriesapparaat. -Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken. Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer. -Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand. Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken. -Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken. -Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door onze serviceafdeling of door een erkend installateur. Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in. -Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand. AFVALVERWERKING Informatie over de toestelverpakking Alle gebruikte materialen zijn niet milieuonvriendelijk. Ze kunnen zonder gevaar bij het afval worden gezet en in een vuilverbrandingsinstallatie worden verbrand. De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen: >PE< voor polyethyleen, bijv. de buitenste verpakking en de plastic zakjes. >PS< voor geschuimd polystyreen, bijv. de hoekbeschermers (volkomen cfk-vrij). Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer in een container voor oud papier te deponeren. Oude apparaten Uit het oogpunt van milieubescherming moeten afgedankte koel- en vriestoestellen op deskundige wijze verwerkt worden. Dit geldt voor uw oude apparaat en later ook voor uw nieuwe apparaat. Waarschuwing! Afgedankte apparaten onbruikbaar maken voordat u ze wegdoet. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of onbruikbaar maken. U verhindert daardoor, dat spelende kinderen elkaar of zichzelf in het toestel opsluiten (verstikkingsgevaar!) en daardoor in levensgevaar komen. Afvalverwerking Het apparaat mag niet samen met huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Zorg ervoor dat het koelcircuit niet beschadigd wordt. NL Informeer bij de gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats. Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. INSTALLATIE PLAATSING (1) De vriezer horizontaal, rustend op alle vier plastic voeten op een vlakke ondergrond plaatsen. Bij een ongelijke vloer een houten blokje of dergelijke gebruiken. In een droge en goed geventileerde ruimte plaatsen. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het energieverbruik van het toestel. Daarom: – Plaats het toestel niet in het zonlicht, naast een radiator of vuurhaard. – Stel het toestel op een plaats waar de omgevingstemperatuur aan de klimaatklasse beantwoordt, waarvoor het toestel ontworpen is. klimaatklasse omgevingstemperatuur SN vanaf +10 t/m +32°C N vanaf +16 t/m +32°C ST vanaf +18 t/m +38°C T vanaf +18 t/m +43°C Wanneer de vriezer bij uitzondering op de zijkant is getransporteerd, na plaatsing in horizontale positie 12 uur wachten voor het aanschakelen. ELEKTRISCHE AANSLUITING De vriezer aansluiten op 230-240V wisselstroom, 50 Hz. De zekering moet tenminste 10A zijn. dieses Gerät entspricht den folgenden EGRichtlinien: - 73/23/EWG vom 19. 02. 1973 Niederspannungsrichtlinie - 89/336/EWG vom 03. 05. 1989 (einschließlich Änderungsrichtlinie 92/31/EWG) - EMV-Richtlinie. Einige der Geräte sind nicht in allen Ländern erhältlich. Der Gerät wurde getestet nach den ISO 5155Bestimmungen für Gefriervermögen, Energieverbrauch und Lagerzeit bei Störung. DE VRIEZER AANZETTEN (2) Sluit de op de juiste wijze geïnstalleerde bovenkant van de vriezer, dan sluit de machine op bovenvermelde wijze aan op elektriciteit. De elektronische onderdelen binnenin staan dan onder stroom. Draai de temperatuurregelaar met de klok mee tot de middelste stand. Na een lichte klik en een nauwelijks voelbare vibratie en geluid begint de koelcompressor te werken. Als de vriezer een paar uur werkt, gaat het rode lampje uit. Dit betekent dat de juiste temperatuur is bereikt voor de bevroren goederen. (zie ook: temperatuurregelaar en lampjes) GEBRUIKSAANWIJZING TEMPERATUURREGELING (3) De temperatuur in de vriezer wordt geregeld en konstant gehouden door middel van de thermostaat. Door de thermostaatknop naar nr. 7 te draaien, wordt de temperatuur in de vriezer kouder, en door de knop naar nr. 1 te draaien, wordt de temperatuur warmer. De korrekte instelling kunt u vinden door de temperatuur van de bovenste verpakking in het midden van de vriezer te meten. Deze moet normaal gesproken kouder zijn dan –18°C. OPENEN EN SLUITEN VAN HET DEKSEL Het deksel is voorzien van een sluitband, waardoor onnodige rijpvorming door het binnendringen van lucht voorkomen wordt. Zodra het deksel geopend wordt, wordt de koude lucht in de vriezer iets warmer en zet uit. Na het wederom sluiten van het deksel wordt de lucht onmiddellijk weer afgekoeld. Hierdoor kan een vacuum ontstaan, waardoor de deksel direkt na het sluiten moeilijk opnieuw geopend kan worden. Dit is een natuurlijk verschijnsel. Wacht enkele minuten totdat het vacuum is verdwenen en open het deksel door voorzichtig te trekken. Nooit hard aan de dekselgreep rukken. De bovenkant kan worden geopend en gesloten. Als de bovenkant geforceerd geopend wordt voorbij 95° dan kan deze afbreken. DE TEMPERATUURREGELAAR LAMPJES (4) EN Het groene lampje geeft aan of de machine stroom heeft. Het gele lampje geeft aan of de vriezer aan staat (zie ook: invriezen van verse goederen). Het rode lampje slaat aan en uit, afhankelijk van de temperatuur in de vriezer. Het alarm lampje brandt als de temperatuur in de vriezer hoger is dan die welke is ingesteld op de temperatuurregelaar. 1. Thermostaat 2. Groen lampje 3. Rood lampje 4. Geel lampje 5. "SUPER" Dit kan gebeuren als: er een grote hoeveelheid verse (niet bevroren) goederen in de vriezer zit, zonder dat de vriezer aanslaat. de bovenkant voor een langere tijd stond. In beide gevallen, zal het rode lampje na enige tijd uitgaan, wanneer de temperatuur afgekoeld is tot die welke is ingesteld op de temperatuurregelaar. 5 NL de rubberen ring niet goed afsluit of als de vriezer niet functioneert (zie ook: Als de machine niet of niet goed werkt). INVRIEZEN Het is belangrijk dat verse levensmiddelen zo snel mogelijk ingevroren worden en dat de reeds aanwezige diepvriesprodukten zo min mogelijk warmteinvloed hiervan ondergaan. Bij het invriezen van meer dan 3-4 kg: De thermostaatknop op de koudste stand zetten 7. De vriezer werkt nu met extra koeling, zodat er een voldoende koudereserve gevormd wordt. De thermostaatknop 6-24 uur van te voren indrukken, afhankelijk van de in te vriezen hoeveelheid. De in te vriezen produkten in de vriezer laden en de thermostaatknop nog 24 uur op 7 stand laten. De thermostaatknop weer terug draaien. De vriezer schakelt nu weer over op normale koeling tot de ingestelde bewaartemperatuur. Wanneer u vergeet de thermostaatknop weer terug te draaien, zal de vriezer geen schade ondervinden door enige tijd op 7 schakeling te werken - maar er is een onnodig energieverbruik. VERPAKKING EN PLAATS Warme produkten vóór het invriezen eerst laten afkoelen (op kamertemperatuur). De produkten in luchtdichte en vochtbestendige verpakking bewaren, teneinde uitdrogen te voorkomen. De in te vriezen produkten dicht tegen de vriezende wanden plaatsen, en zo mogelijk zonder in aanraking te komen met de reeds ingevroren produkten. Zorg ervoor dat er altijd een ruimte van 5 mm tot de bovenkant open blijft. Zie “Nuttige tips” INVRIESKAPACITEIT (5) De invrieskapaciteit van de diepvriezer is aangegeven op het typeplaatje (kg/24 uur). Dit maximum niet overschrijden - de benodigde invriestijd zal anders langer worden. Het typeplaatje is aangebracht aan de binnenkant van het deksel. ATTENTIE! De aangegeven invrieskapaciteit kan volledig benut worden wanneer er niet regelmatig grote hoeveelheden verse produkten ingevroren worden. Worden er dagelijks grote hoeveelheden ingevroren, dan is de toegestane invrieskapaciteit éénderde minder dan aangegeven. MANDEN (6) De manden zijn bedoeld voor het opslaan van reeds diepgevroren produkten. NUTTIGE TIPS OPSLAAN INGEVROREN PRODUKTEN Diepvriesprodukten kunnen overal in de diepvriezer geplaatst worden, maar altijd 5 mm tot de 6 bovenkant open laten. De opgegeven houdbaarheid van diepvriesprodukten niet overschrijden. Let bij aankoop van diepvriesprodukten op, of deze op juiste temperatuur zijn bewaard. Geen produkten kopen waarvan de verpakking nat of beschadigd is. Gekochte produkten zo snel mogelijk in de vriezer plaatsen. Gebruik van een geďsoleerde tas voor het transporteren van diepvriesprodukten wordt aanbevolen. Nooit flessen, warme produkten of koolzuurhoudende drank in de vriezer plaatsen. INVRIEZEN Gebruik uitsluitend verse produkten van hoge kwaliteit. Warme gerechten zo snel mogelijk tot kamertemperatuur laten afkoelen, alvorens deze in te vriezen. De produkten zorgvuldig in diepvriesfolie, diepvrieszakken of-dozen inpakken. Produkten in aangepaste hoeveelheden verdelen - kleine porties vriezen sneller in, en u ontdooit alleen de hoeveelheid die voor direkt gebruik noodzakelijk is. Let wel, eenmaal ontdooide produkten mogen niet nogmaals ingevroren worden. Gerechten waarbij ontdooide diepvriesprodukten gebruikt zijn kunnen echter wel ingevroren worden. De invriesdatum op de verpakking van de in te vriezen produkten aangeven. Het verdient aanbeveling een overzicht over de inhoud van de vriezer bij te houden. Bij te langzaam invriezen wordt de kwaliteit van de in te vriezen produkten verminderd. Daarom geen grotere hoeveelheden invriezen dan aangegeven op het typeplaatje. Wanneer u meerdere dagen achter elkaar produkten invriest, wordt de maximale invrieskapaciteit per dag met éénderde gereduceerd. Het deksel zo min mogelijk open laten staan. Wanneer u geen grondige kennis van diepvriezen heeft, adviseren wij u een boekje over “zelf diepvriezen” te kopen. ONTDOOIEN Over het algemeen levensmiddelen niet bij kamertemperatuur laten ontdooien, daar hierdoor de kans op bacteriënvorming wordt vergroot. Het is aan te raden om grote hoeveelheden vlees of gevogelte in de koelkast te laten ontdooien. Dit geldt ook voor produkten die geconsumeerd worden zonder toebereiding (bijv. fruit, boter en gesneden vleeswaren). Kleine hoeveelheden kunnen direkt vanuit de vriezer worden bereid. Een groot aantal kant-en-klare gerechten kunnen ook bereid worden zonder eerst te ontdooien. De aanwijzingen op de verpakking volgen. Brood in een warme oven laten ontdooien. De magnetron kan gebruikt worden voor het snel ontdooien van de meeste diepvriesprodukten. De gebruiksaanwijzing van de magnetron volgen. ONDERHOUD ONTDOOIEN Rijpvorming aan de binnenwanden van de vriezer is niet te voorkomen. Rijp wordt gevormd wanneer het vocht in de lucht in kontakt komt met de koude wand van de vriezer. Daarom het deksel niet onnodig openen en zo kort mogelijk open laten staan. Een dun laagje rijp heeft geen nadelige invloed op de werking van de vriezer, en kan met bijgeleverde schraper verwijderd worden. ATTENTIE! Voor het verwijderen van rijp nooit een mes of andere scherpe voorwerpen gebruiken. NL Wanneer de rijplaag 10-15 mm dik is, dient te vriezer ontdooid te worden. Wij raden aan te ontdooien wanneer er weinig of geen produkten in de vriezer liggen. De stroomtoevoer uitschakelen. De inhoud van de vriezer verwijderen, in kranten wikkelen en op een koude plaats zetten. Het ontdooien kan versneld worden door een of meer schalen met warm water in de vriezer te plaatsen en het deksel te sluiten. Na enige tijd het deksel openen en voorzichtig de rijplaag verwijderen. Het ontdooiproces nooit op andere wijze dan hier beschreven proberen te laten versnellen. Dat kan schade aan uw diepvriezer tot gevolg hebben. Na het ontdooien de binnenkant van de diepvriezer schoonmaken. ATTENTIE! Bij het reinigen van uw vriezer nooit sterke reinigingsmiddelen, schuurmiddelen of sterk ruikende middelen gebruiken. Deze kunnen de binnenkant van de vriezer aantasten of een sterke lucht achterlaten. DE BUITENKANT VAN DE VRIEZER REINIGEN De buitenkant reinigen met een vochtige doek een klein beetje reinigingsmiddel, en de sluitband met een zacht reukloos reinigingsmiddel. NIET IN GEBRUIK De stekker uit het stopkontakt nemen. Alle levensmiddelen uit de diepvriezer verwijderen. De diepvriezer reinigen zoals hierboven beschreven. Het deksel open laten staan. DE BINNENKANT VAN DE VRIEZER REINIGEN De stekker uit het stopkontakt nemen en alle accessoires verwijderen. Het verdient aanbeveling om de vriezer te reinigen na het ontdooien en voordat de stroomtoevoer weer aangeschakeld is. De vriezer reinigen met een vochtige doek en warm water met een zacht reukloos schoonmaakmiddel. Vervolgens de mand/manden reinigen en terugplaatsen. Storing Vriezer niet koud genoeg Alvorens de servicedienst te bellen het volgende controleren: Mogelijke oorzaak: Groene lamp niet aan Stroomtoevoer niet aangesloten Stekker en stopkontakt nakijken Defecte schakelaar of zekering Zekering nakijken, electricien raadplegen Stroomuitval Wachten totdat de stroom terug komt Verse produkten in de vriezer Een aantal uren wachten geplaatst Deksel te lang open gestaan Een aantal uren wachten Thermostaat te warm ingesteld De thermostaat kouder stellen Te dikke rijplaag De vriezer ontdooien “Super” knop aangeschakeld “Super” knop uitschakelen Thermostaat te koud ingesteld Thermostaat warmer stellen Deksel in aanraking met Produkten goed leggen en controleer produkten in vriezer of deksel nu goed sluit. Vocht van wasmachine, De vriezer in ruimte met minder vocht droogtrommel enz. plaatsen of regelmatig doorluchten. Veel vocht van de produkten Produkten opnieuw inpakken, zie “Gebruiksaanwijzing” Groene lamp aan, rode lamp niet aan Te veel rijp ALS DE DIEPVRIEZER NIET NAAR BEHOREN FUNKTIONEERT Controleer: Groene en rode lamp aan Vriezer te koud STORINGEN Gele lamp aan Gele lamp uit Deksel niet volledig gesloten Te vochtige ruimte Produkten slecht ingepakt Wanneer u vervolgens het probleem nog steeds niet kan oplossen, raadpleeg dan de servicedienst. Zelf geen andere maatregelen nemen. Ondeskundig gebruik kan persoonlijk letsel of ernstigere defecten tot gevolg hebben. Het is gewoon dat de buitenkant van de vriezer af en toe warm aanvoelt, tijdens het koelproces wordt warmte vrijgegeven. Deze warmte voorkomt vorming van condenswater en vervolgens roestvorming. Wanneer de diepvriezer korte tijd is uitgeschakeld, is het mogelijk dat de compressor niet direkt start bij het terugkeren van de stroom. Dit is normaal. Oplossing: IN HET GEVAL VAN STROOMUITVAL OF STORING Als de periode van stilstand de in de technische gegevens vermelde "opwarmtijd" niet overschrijdt, bestaat geen gevaar voor de veiligheid van de in de vriezer annwezige diepgevroren levensmiddelen. Open tijdens de stilstandperiode het deksel niet. Als de vriezer slechts gedeeltelijk gevuld is, verkort dat aanzienlijk de duur van de "opwarmtijd". Kontroleer nadat de stroomlevering of de storing hersteld is de toestand van de levensmiddelen. Voedsel dat een beging van ontdooien vertoont of reeds ontdooid is, moet u direkt konsumeren of opnieuw invriezen nadat u het eerst gekookt of gebraden hebt. Kan dat niet, dan adviseren wij u het betreffende voedsel te vernietigen. 7 NL GARANTIEBEPALINGEN EN SERVICE BELANGRIJK ADVIES (7) De konstruktie van dit apparaat is zodanig dat de veiligheid daarvan gewaarborgd is. Ondeskundige reparaties kunnen echter de veiligheid in gevaar brengen. Terwille van een blijvende veiligheid en ook om mogelijke schade te voorkomen, is het raadzaam dat reparaties uitsluitend verricht worden door personen die daarvoor de vereiste vakbekwaamheid bezitten. Wij adviseren u herstel- en/of kontrolewerkzaamheden door uw vakhandelaar of door ELGROEP SERVICE te laten uitvoeren en uitsluitend originele DISTRIPARTS onderdelen te laten plaatsen. Nederland ELGROEP SERVICE Vennootsweg 1, postbus 120 NL-2400 AC Alphen a/d Rijn Storingsmeldingen: Tel.: (0172) 468 300 Fax.: (0172) 468 366 Onderdelenverkoop: Tel.: (0172) 468 400 Fax.: (0172) 468 376 BeLgié/Belgique ELGROEP SEVICE Bergensesteenweg 719 B-1502 Halle (Lembeek) Thuisherstellingen: Dépannages à domicile: Tel.: 02-3630444 Fax.: 02-3630400 Wisselstukken: Pièces détachées: Tel.: 02-3630555 Fax.: 02-3630500 Telex: 22915 eluxbe 8 WAARBORGVOORWAARDEN Onze toestellen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur van het toestel wordt daardoor niet negatief beďnvloed. Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet. Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast. Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens onderstaande voorwaarden: 1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het toestel die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. Deze waarborgvoorwaarden zijn niet van toepassing in geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik. 2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom. 3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om mogelijke verdere schade te voorkomen. 4. Voor een beroep op waarborg dient het aankoopbewijs met aankoopen/of leveringsdatum te worden overlegd. 5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik 6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en deugdelijkheid van het toestel onbeduidend zijn. 7 De waarborg geldt evenmin voor schade veroorzaakt door: - chemische en elektrochemische inwerking van water, - abnormale milieuomstandigheden in het algemeen - voor het toestel oneigenlijke bedrijfsomstandigheden - contact met agressieve stoffen. 8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen. 9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het toestel voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken. 10. Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd of gezonden naar onze klantendienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde toestellen. 11. Indien het toestel zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, dan worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker. 12. Indien binnen de waarborgperiode de herstelling van hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode. 13. Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging van de waarborgtermijn noch aanvang van een nieuwe waarborgtermijn tot gevolg. 14. Op herstellingen geven wij een waarborg van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek. 15. Verdere of andere rechten, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het toestel, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het toestel niet overtreffen. Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een toestel naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het toestel voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte toestellen dient de gebruiker zich zelf te vergewissen van de bepalingen in België. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de waarborg, en kunnen niet altijd worden aangebracht. Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze klantendienst u ter beschikking. Adres Klantendienst: ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM Bergensesteeweg, 719 1502 LEMBEEK Tél. 02.363.0444 9
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11

Electrolux ECN1155 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding