LG G12WL de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

www.lg.com
HANDLEIDING
AIRCONDITIONER
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat gebruikt en houd deze
te allen tijde binnen handbereik.
TYPE: AAN DE MUUR BEVESTIGD
Copyright © 2017 LG Electronics Inc. Alle rechten voorbehouden.
INHOUDSOPGAVE
Deze handleiding kan afbeeldingen of inhoud
bevatten die verschillen van het aangeschafte
model.
Deze handleiding is onderhevig aan
herziening door de fabrikant.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ...............................................3
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES................................................ 3
GEBRUIK ....................................................................................11
Aanwijzingen voor het gebruik ...................................................................... 11
Onderdelen en functies
................................................................................. 11
Draadloze afstandsbediening
....................................................................... 12
De airconditioner automatisch herstarten.
.................................................... 16
Gebruik van de functie modus
...................................................................... 16
De functie Jet Mode gebruiken.
.................................................................... 18
De functie Ventilatiesnelheid gebruiken
........................................................ 19
De functie luchtstroomrichting gebruiken
...................................................... 19
De aan/uit-timer instellen
.............................................................................. 20
De Slaapfunctie gebruiken
............................................................................ 21
De functie Energiebesparing gebruiken
........................................................ 21
De Functie stille modus gebruiken
................................................................ 22
De functie Automatisch reinigen gebruiken................................................... 22
Feedbackverlichting
...................................................................................... 22
De helderheidsregeling van de binnenverlichting
......................................... 22
Selecteren van de gebruikers verlichtingscène
............................................ 23
ONDERHOUD .............................................................................24
Reinig de luchtfilter ....................................................................................... 26
PROBLEEMOPLOSSING ..........................................................27
3
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
NL
De volgende veiligheidsvoorschriften zijn bedoeld om onvoorziene
risico's of schade door onveilig of verkeerd gebruik van het
product te voorkomen.
De richtlijnen zijn onderverdeeld in 'WAARSCHUWING' en ' LET OP
' zoals hieronder beschreven.
Dit symbool wordt weergegeven om zaken en
handelingen aan te geven die risico's kunnen
veroorzaken. Lees het gedeelte met dit symbool
zorgvuldig door en volg de instructies om risico's te
vermijden.
WAARSCHUWING
Dit geeft aan dat het niet opvolgen van de instructies
ernstig letsel of de dood tot gevolg kan hebben.
LET OP
Dit geeft aan dat het niet opvolgen van de instructies letsel
of schade aan het product tot gevolg kan hebben.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING
Volg om het risico op explosie, vuur, overlijden, elektrische
schok, letsel of verbranding van personen tijdens het
gebruik van dit product te verminderen de
basisvoorzorgsmaatregelen, met inbegrip van de volgende,
op:
Kinderen in het gezin
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief
kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale
capaciteiten of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze met
betrekking tot het gebruik van dit apparaat geïnstrueerd zijn door of
onder toezicht zijn van een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid. Kinderen moeten onder toezicht gehouden worden
om te garanderen dat ze niet met het apparaat spelen.
4
NL
Voor gebruik in Europa:
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, als ze
onder toezicht staan of worden geïnstrueerd over het veilig gebruik
van het apparaat en bijbehorende gevaren begrijpen. Kinderen
mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud door
de gebruiker mogen niet worden uitgevoerd door kinderen zonder
toezicht.
Installatie
Installeer de airconditioner niet op een onstabiel oppervlak of op
een plek waar gevaar op vallen bestaat.
Neem contact op met een geautoriseerd servicecentrum voor de
installatie of verplaatsing van de airconditioner.
Installeer het paneel en de afdekking van de schakelkast veilig.
Installeer de airconditioner niet op een plek waar ontvlambare
vloeistoffen of gassen zoals diesel, propaan, verfverdunner etc.
zijn opgeslagen.
Zorg ervoor dat de buis en voedingskabel die de units binnen en
buiten verbinden niet te strak getrokken worden bij het installeren
van de airconditioner.
Gebruik een standaard een stroomonderbreker en zekering die
geschikt zijn voor de klasse van de air conditioner.
Voer geen gas of lucht in het systeem, met uitzondering van de
specifieke koelvloeistof.
Gebruik een niet-ontvlambaar gas (stikstof) om op lekkage te
controleren en lucht te verwijderen; het gebruik van perslucht of
ontvlambaar gas kan tot vuur of explosie leiden.
De binnen/buitenaansluitingen moeten stevig vastgezet worden en
de kabel moet correct gelegd worden, zodat er geen spanning op
staat en de kabel uit de aansluitingen getrokken kan worden.
Onjuiste of slechte verbindingen kunnen leiden tot
warmteproductie of vuur.
5
NL
Installeer een specifieke elektrische aansluiting en
stroomonderbreker, voordat u de airconditioner gebruikt.
Sluit de aardekabel niet aan op een gasleiding, een
bliksemafleider of een telefoonaarding.
Gebruik
Gebruik alleen de delen die op de lijst met onderdelen staan.
Probeer het apparaat nooit te wijzigen.
Zorg ervoor dat kinderen niet op de unit buiten klimmen of er op
slaan.
Leg lege batterijen op een plek waar geen gevaar op vuur
bestaat.
Gebruik alleen de op het label van de airconditioner
gespecificeerde koelvloeistof.
Onderbreek de stroomtoevoer als er lawaai, stank of rook uit de
airconditioner komt.
Plaats geen ontvlambare substanties, zoals diesel, benzeen, of
verdunner in de buurt van de airconditioner.
Neem contact op met een geautoriseerd servicecentrum als de
airconditioner onder water heeft gestaan bij een overstroming.
Gebruik de airconditioner niet gedurende een langere periode in
een kleine ruimte, zonder voldoende ventilatie.
In geval van een gaslek (zoals Freon, propaangas, LP-gas etc.)
voor het opnieuw gebruiken van de airconditioner goed ventileren.
Neem contact op met een geautoriseerd servicecentrum of een
dealer voor de reiniging van de binnenzijde. Het gebruik van
agressieve schoonmaakmiddelen kan leiden tot corrosie of schade
aan de unit.
Zorg voor voldoende ventilatie als de air conditioner tegelijk met
een verwarmend apparaat, zoals een verwarming, gebuikt wordt.
6
NL
Blokkeer de luchttoevoer en -uitvoer niet.
Steek geen handen of objecten in de luchttoevoer of -uitvoer als
de airconditioner aan staat.
Zorg ervoor dat de stroomkabel niet vuil, los of kapot is.
Zorg ervoor dat u de airconditioner nooit aanraakt of repareert met
natte handen.
Plaats geen voorwerpen op de stroomkabel.
Plaats geen verwarming of andere verwarmende apparaten in de
buurt van de stroomkabel.
Wijzig of verleng de stroomkabel niet. Krassen of loslatende
isolatie op de stroomkabel kan leiden tot vuur of elektrische schok
en moet vervangen worden.
Onderbreek de stroomtoevoer onmiddellijk in het geval van
stroomstoring of een onweersbui.
Zorg ervoor dat de voedingskabel er niet uit kan worden getrokken
of beschadigd kan raken tijdens het gebruik.
Raak de koelmiddelleiding, de waterleiding of interne onderdelen
niet aan wanneer het apparaat werkt of onmiddellijk na de
werking.
Onderhoud
Maak het apparaat niet schoon door direct water op het product te
spuiten.
Koppel de stroomtoevoer los en wacht tot de ventilator stopt
voordat u begint met schoonmaken of onderhoud.
7
NL
Technische veiligheid
Installatie of reparaties die uitgevoerd worden door
ongeautoriseerde personen kunnen u en anderen in gevaar
brengen.
De informatie in deze handleiding is bedoeld voor gebruik door
een gekwalificeerde technicus, die bekend is met de
veiligheidsprocedures en die over het juiste gereedschap en
testinstrumenten beschikt.
Het niet lezen en opvolgen van alle instructies uit deze
handleiding kan leiden tot slechte werking van het apparaat,
schade aan eigendommen, persoonlijk letsel en/of de dood.
Dit apparaat dient geïnstalleerd te worden conform de nationale
richtlijnen voor de bedrading.
Indien een stroomkabel vervangen moet worden, dienen de
werkzaamheden hiervoor uitgevoerd te worden door geautoriseerd
personeel, dat uitsluitend originele reserveonderdelen gebruikt.
Dit apparaat moet correct geaard worden om het risico op een
elektrische schok te minimaliseren.
Snijd de aardingskabel niet door en verwijder deze niet uit het
stopcontact.
Het bevestigen van de aardingsadapter aan de houder van de
afdekschroef op de muur aardt het apparaat niet, tenzij de
afdekschroef van metaal is, niet geïsoleerd is en de muurhouder
geaard is door de huisbedrading.
Laat de muurhouder en het circuit controleren door een
gekwalificeerde elektricien als u twijfelt of de airconditioner goed
geaard is.
De koelvloeistof en het isolatiegas die gebruikt worden in dit
apparaat vereisen speciale procedures voor de verwijdering ervan.
Neem contact op met een onderhoudsmonteur of een gelijksoortig
gekwalificeerd persoon voordat u deze verwijderd.
Indien de voedingskabel beschadigd is, moet deze vervangen
worden door de fabrikant of zijn onderhoudsmonteur om gevaren
te vermijden.
8
NL
LET OP
Volg om het risico op licht letsel aan personen, slechte
werking of schade aan het product of eigendommen bij het
gebruik van dit product te verlagen de algemene
voorzorgsmaatregelen, met inbegrip van de volgende, op:
Installatie
Installeer de airconditioner niet in een gebied waar deze direct is
blootgesteld aan zeewind (zoutnevel).
Installeer de afvoerpijp correct voor een goede afvoer van het
condenswater.
Wees voorzichtig bij het uitpakken of installeren van de
airconditioner.
Raak tijdens de installatie of reparatie lekkende koelvloeistof niet
aan.
Verplaats de airconditioner met twee of meer personen of gebruik
een heftruck.
Installeer de unit buiten op zo'n manier dat deze beschermd is
tegen direct zonlicht. Plaats de unit binnen niet op een plek waar
deze direct blootgesteld is aan zonlicht via de ramen.
Verwijder veilig het verpakkingsmateriaal, zoals schroeven, nagels
of batterijen en gebruik een goede verpakking na installatie of
reparatie.
Installeer de airconditioner op een plek waar het lawaai van de
unit buiten of de uitlaatgassen niet voor overlast bij de buren
zorgen. Als u dit niet doet, kan dit conflicten met de buren tot
gevolg hebben.
9
NL
Gebruik
Verwijder de batterijen als de afstandsbediening gedurende een
langere periode niet gebruikt wordt.
Zorg ervoor dat de filter geïnstalleerd is voordat de airconditioner
gebruikt wordt.
Controleer na installatie of reparatie van de air conditioner of er
koelmiddel lekt.
Plaats geen voorwerpen op de airconditioner.
Mix nooit verschillende soorten batterijen, of oude en nieuwe
batterijen in de afstandsbediening.
Laat de airconditioner niet gedurende lange tijd werken als de
luchtvochtigheid zeer hoog is of als er een deur of raam open
staat.
Gebruik de afstandsbediening niet meer als een batterij vloeistof
gelekt heeft. Spoel goed af met schoon water als uw kleren of
huid blootgesteld zijn aan de lekkende vloeistof van de batterij.
Stel geen personen, dieren of planten gedurende langere periodes
bloot aan de koude of warme wind van de airconditioner.
Indien de lekkende batterijvloeistof ingeslikt wordt: de mond goed
spoelen en contact opnemen met een arts.
Drink het door de airconditioner afgevoerde water niet.
Gebruik het product niet voor speciale doeleinden, zoals het
conserveren van eten, kunstwerken etc. Dit betreft een
airconditioner voor consumenten, geen nauwkeurig
koelingssysteem. Er bestaat risico op schade of verlies van
eigendommen.
Laad de batterijen niet opnieuw op en haal ze niet uit elkaar.
10
NL
Onderhoud
Raak de metalen onderdelen van de airconditioner niet aan bij het
verwijderen van het luchtfilter.
Gebruik een stevige stoel of ladder bij het schoonmaken,
onderhouden of repareren van de airconditioner op hoogte.
Gebruik nooit sterke schoonmaak- of oplosmiddelen bij het
reinigen van de airconditioner en spuit niet met water. Gebruik een
zachte doek.
11
GEBRUIK
NL
Aanwijzingen voor het gebruik
Suggestie voor energiebesparing
Koel binnen niet op een excessieve manier. Dit kan schadelijk zijn voor uw gezondheid en verbruikt meer
elektriciteit.
Blokkeer zonlicht met
gordijnen of luiken als u de airconditioner gebruikt.
Houd ramen en
deuren goed dicht als u de airconditioner gebruikt.
Pas de richting
van de luchtstroom verticaal of horizontaal aan om lucht binnen te laten circuleren.
Laat de ventilator
sneller draaien om lucht binnen snel af te koelen of op te warmen, in een korte periode.
Open de ramen regelmatig om te ventileren, de kwaliteit van de binnenlucht kan verslechteren als de
airconditioner gedurende langere periodes gebruikt wordt.
Reinig de luchtfilter
een keer in de 2 weken. Stof en vuil in de luchtfilter kunnen de luchtstroom blokkeren
of de koelende en ontvochtigende functies verslechteren.
Onderdelen en functies
Unit binnen Unit buiten
5
3
7
6
4
8
1
2
Frontpaneel
Binnenklep (vast)
Signaal ontvanger
Luchtdeflector (horizontale klep)
Luchtafvoer
Aan-/uitknop
Luchtfilter
Luchtdeflector (verticale Lamel)
1
2
3
4
5
6
7
8
Luchttoevoeropeningen
Luchtafvoeropeningen
1
2
OPMERKING
Het aantal en de plaats van de lampjes kan afwijken afhankelijk van het model van de airconditioner.
Dit kenmerk kan
gewijzigd zijn afhankelijk van het type model.
12
NL
Draadloze afstandsbediening
Batterijen plaatsen
Vervang de batterijen indien het display van de
afstandsbediening vervaagt. Plaats AAA (1,5V)
batterijen voordat u de afstandsbediening gebruikt.
1
Verwijder het batterijklepje.
2
Plaats de nieuwe batterijen en zorg ervoor dat
de + en - aansluitingen van de batterijen
correct geplaatst zijn.
De houder van de afstandsbediening
installeren
Plaats om de afstandsbediening te beschermen de
houder op een plek waar geen direct zonlicht is.
1
Kies een veilige en makkelijk toegankelijke
plek.
2
Bevestig de houder door de 2 schroeven stevig
vast te draaien met een schroevendraaier.
Methode voor gebruik
Richt om deze te gebruiken de afstandsbediening
op de signaalontvanger aan de rechterkant van de
airconditioner.
OPMERKING
De afstandsbediening kan andere elektronische
apparaten aansturen, indien deze erop gericht
wordt. Zorg ervoor dat de afstandsbediening op
de signaalontvanger van de airconditioner gericht
wordt.
Gebruik voor een
goede werking een zachte doek
om de ontvanger en zender van het signaal
schoon te maken.
In het geval een
functie niet in het product is
voorzien, produceert het product geen zoemgeluid
wanneer u op een knop voor dergelijke functie
op de afstandsbediening drukt.
13
NL
De tijd instellen
1
Druk op Set/clear houdt de knop langer dan 3
seconden vast.
De AM/PM het
pictogram knippert onderaan
het scherm.
2
Druk op de knop of om de minuten te
selecteren.
3
Druk op Set/clear Knop om te voltooien.
OPMERKING
De aan/uit-timer is beschikbaar nadat de tijd is
ingesteld.
Het gebruik van de °C/°F
omschakelfunctie (optioneel)
Deze functie verandert eenheid tussen °C en °F
Houd de knop
ongeveer 5 seconden
ingedrukt.
De airconditioner gebruiken zonder
de afstandsbediening
U kunt de On/Off knop van de unit binnen
gebruiken om de airconditioner aan of uit te zetten,
als de afstandsbediening niet beschikbaar is.
1
Open het voorpaneel.
Trek de
onderkant van het frontpaneel eruit
en hef het op.
Frontpaneel
2
Druk op de knop On/Off.
On/Off
OPMERKING
De snelheid van de ventilator is te hoog ingesteld.
Dit kenmerk kan
gewijzigd zijn afhankelijk van het
type model.
De temperatuur kan
niet veranderd worden bij het
gebruik van deze noodknop voor aan/uit.
Voor modellen
die alleen koelen is de
temperatuur ingesteld op 22 °C
Voor modellen
die koelen en verwarmen is de
temperatuur ingesteld van 22 tot 24 °C
14
NL
Het gebruik van de draadloze afstandsbediening
U kunt de airconditioner beter gebruiken met de afstandsbediening.
2
1
Reset
Knop
Beeldscherm
Beschrijving
- Om de air conditioner aan of uit te zetten.
Om de gewenste kamertemperatuur voor
de koelings-, verwarmings- of
overgangsmodus aan te passen.
Mode
Om de koelingmodus te selecteren.
Om de verwarmingsmodus te selecteren.
Om de ontvochtigingsmodus te
selecteren.
Om de ventilatiemodus te selecteren.
Om de automatische overgangs-/
automatische werkingsmodus te
selecteren.
Jet
Mode
Om de kamertemperatuur snel te
veranderen.
Fan
Speed
Om de ventilatiesnelheid aan te passen.
Swing
Swing
Om de richting van de luchtstroom
verticaal of horizontaal aan te passen.
OPMERKING
Sommige functies kunnen afhankelijk van het model niet ondersteund zijn.
15
NL
2
1
Reset
Knop
Beeldscherm
Beschrijving
Om de helderheid van de
binnenverlichting aan te passen en een
lichtstemming te selecteren.
Om de airconditioner automatisch op de
gewenste tijd aan of uit te zetten.
Room
Temp.
Om de kamertemperatuur weer te geven.
°C↔°F (5 s)
Om de eenheid tussen °C en °F te
veranderen.
Auto
Clean
Om het vocht te verwijderen dat zich
tijdens het koelen aan de binnenzijde van
de unit gevormd heeft.
Energy
Saving
Om het stroomverbruik te minimaliseren.
Silent
Om het lawaai van de buiteneenheid te
verminderen.
Set/
Clear
-
Om de functie
en timer in te stellen/te
annuleren.
- Om de tijd aan te passen.
Time (3 s) - Om de huidige tijd in te stellen.
Reset -
Om de instellingen van de
afstandsbediening te initialiseren.
OPMERKING
Sommige functies kunnen afhankelijk van het model niet ondersteund zijn.
16
NL
De airconditioner automatisch
herstarten.
Wanneer de airconditioner weer wordt aangezet na
een stroomstoring, herstelt deze functie de eerdere
instellingen.
Automatisch herstarten uitschakelen
1
Open het voorpaneel.
Trek de
onderkant van het frontpaneel eruit
en hef het op.
2
Druk op de knop On/Off en houd deze 6
seconden ingedrukt, de unit zal twee keer
piepen en het lampje zal twee keer 4 keer
knipperen.
Druk om de
functie weer in te schakelen op
de knop On/Off en houd deze gedurende 6
seconden ingedrukt. De unit zal twee keer
piepen en het lampje zal 4 keer knipperen.
On/Off
OPMERKING
Dit kenmerk kan gewijzigd zijn afhankelijk van het
type model.
Als u de
knop On/Off indrukt en gedurende 3 - 5
seconden ingedrukt houdt, in plaats van 6
seconden, zal de unit overschakelen op het
testbedrijf. In het testbedrijf blaast de unit
gedurende 18 minuten hard koele lucht en
schakelt dan over op de standaardinstellingen.
Gebruik van de functie modus
Met deze functie kunt u de gewenste functie
selecteren.
Model Alleen koelen
Koelmodus
Modus Automatische werking (AI)
Ontvochtigingsmodus
Ventilatiemodus
Model Koelen & verwarmen
Koelmodus
Modus Automatisch omschakelen
Ontvochtigingsmodus
Verwarmingsmodus
Ventilatiemodus
Koelmodus
1
Zet het apparaat aan.
2
Druk herhaaldelijk op de knop Mode om de
Koelmodus te selecteren.
wordt weergegeven op het scherm.
3
Druk op de knop of om de gewenste
temperatuur in te stellen.
17
NL
Verwarmingsmodus
1
Zet het apparaat aan.
2
Druk herhaaldelijk op de knop Mode om de
Verwarmingsmodus te selecteren.
wordt weergegeven op het scherm.
3
Druk op de knop of om de gewenste
temperatuur in te stellen.
Ontvochtigingsmodus
Deze modus verwijdert het overtollige vocht uit een
zeer vochtige omgeving of tijdens het regenachtige
seizoen om schimmelvorming te voorkomen. Deze
modus past de kamertemperatuur en de snelheid
van de ventilator automatisch aan om het optimale
vochtniveau te behouden.
1
Zet het apparaat aan.
2
Druk herhaaldelijk op de knop Mode om de
Ontvochtigingsmodus te selecteren.
wordt weergegeven op het scherm.
OPMERKING
In deze modus kunt u de kamertemperatuur niet
aanpassen, deze wordt automatisch aangepast.
De kamertemperatuur wordt
niet weergegeven op
het beeldscherm.
Ventilatiemodus
In deze modus wordt lucht binnen gecirculeerd,
zonder de kamertemperatuur te wijzigen.
1
Zet het apparaat aan.
2
Druk herhaaldelijk op de knop Mode om de
Ventilatiemodus te selecteren.
wordt weergegeven op het scherm.
3
Druk op de knop Fan Speed om de
ventilatiesnelheid aan te passen.
Modus Automatisch omschakelen
Model Koelen & verwarmen
Deze modus verandert de modus automatisch om
de ingestelde temperatuur op ±2 °C te houden.
1
Zet het apparaat aan.
2
Druk herhaaldelijk op de knop Mode om de
Modus Automatisch omschakelen te selecteren.
wordt weergegeven op het scherm.
3
Druk op de knop of om de gewenste
temperatuur in te stellen.
4
Druk op de knop Fan Speed om de
ventilatiesnelheid aan te passen.
18
NL
Automatische werking (Kunstmatige
Intelligentie)
Model Alleen koelen
In deze modus worden de ventilatiesnelheid en
temperatuur automatisch aangepast, op basis van
de kamertemperatuur.
1
Zet het apparaat aan.
2
Druk herhaaldelijk op de knop Mode om de
Automatische werking te selecteren.
wordt weergegeven op het scherm.
3
Druk op de knop of om de gewenste
werkingscode te selecteren als de temperatuur
hoger of lager is dan de gewenste temperatuur.
Code Beschrijving
2 Koud
1 Een beetje koud
0 De kamertemperatuur behouden
-1 Een beetje warm
-2 Heet
OPMERKING
In deze modus kunt u de ventilatiesnelheid niet
aanpassen, maar u kunt de luchtdeflector
instellen om automatisch te draaien.
De functie Jet Mode gebruiken.
De kamertemperatuur snel
veranderen
Deze functie zorgt ervoor dat u in de zomer snel de
binnenlucht af kunt koelen of het snel kunt
opwarmen tijdens de winter.
Model Koelen &
verwarmen: De functie Jet Mode
is beschikbaar met de modus Koelen, Verwarmen
en Ontvochtigen.
Model Alleen koelen:
De functie Straalmodus is
beschikbaar met de modus Koelen, Ontvochtigen,
Ventilatie, Automatische Werkingmodus en de
Luchtpurificatiefunctie.
1
Zet het apparaat aan.
2
Druk herhaaldelijk op de knop Mode om de
gewenste modus te selecteren.
3
Druk op de knop Jet Mode.
wordt weergegeven op het scherm.
OPMERKING
De modus straalverwarming is op sommige
modellen niet beschikbaar.
In de modus Straalkoeling
wordt gedurende 30
minuten sterke lucht geblazen.
Na 30 minuten
blijft de insteltemperatuur op 18
°C
Als u de temperatuur wilt veranderen, druk dan
op de toets
of om de gewenste
temperatuur in te stellen.
In de modus Straalverwarming
wordt gedurende
30 minuten sterke lucht geblazen.
Na 30 minuten
blijft de insteltemperatuur op 30
°C
Als u de temperatuur wilt veranderen, druk dan
op de toets
of om de gewenste
temperatuur in te stellen.
Deze functie kan
anders werken vanaf het
scherm van de afstandsbediening.
19
NL
De functie Ventilatiesnelheid
gebruiken
De ventilatiesnelheid aanpassen
Druk herhaaldelijk op de knop Fan Speed om de
ventilatiesnelheid aan te passen.
Beeldscherm Snelheid
Hoog
Gemiddeld
Laag
Natuurlijke wind
OPMERKING
De ventilatorsnelheid van natuurlijke wind wordt
automatisch aangepast.
De functie luchtstroomrichting
gebruiken
Deze functie past de richting van de luchtstroom
verticaal (horizontaal) aan.
Elke keer u
op de knop Swing drukt, wordt de
luchtstroomrichting in de onderstaande volgorde
gewijzigd:
Swing
:
Swing
:
Verticale 'Swing'
schoepen sluiten
standaard werkingsrichting
Horizontale 'Swing'
standaard
werkingsrichting
OPMERKING
De luchtdeflector willekeurig aanpassen kan
leiden tot defecten aan het product.
Als u de
airconditioner herstart, begint deze te
werken met de eerder ingestelde richting van de
luchtstroom, waardoor de luchtdeflector eventueel
niet overeenkomt met het op de
afstandsbediening weergegeven icoon. Druk
wanneer dit gebeurt op de knop
Swing
of
Swing
om
de richting van de luchtstroom weer aan te
passen.
Deze functie kan
anders werken vanaf het
scherm van de afstandsbediening.
20
NL
De aan/uit-timer instellen
Met deze functie wordt de airconditioner in- of
uitgeschakeld op het gewenste tijdstip.
De Aan-timer instellen
1
Druk op On knop.
Het icoon hieronder
knippert onder op het
scherm.
2
Druk op de knop of om de minuten te
selecteren.
3
Druk op Set/clear Knop om te voltooien.
Na het instellen
van de timer wordt de
huidige tijd en
weergegeven op het
beeldscherm en dat de gewenste tijd is
ingesteld.
De Uit-timer instellen
1
Druk op Off knop.
Het icoon hieronder
knippert onder op het
scherm.
2
Druk op de knop of om de minuten te
selecteren.
3
Druk op Set/clear Knop om te voltooien.
Na het instellen
van de timer wordt de
huidige tijd en
weergegeven op het
beeldscherm en dat de gewenste tijd is
ingesteld.
De timerinstelling annuleren.
1
Druk op de knop On(Off) om de timer On(Off)
te annuleren.
Het pictogram
( ) knippert onderaan
het scherm.
2
Druk op Set/clear Knop om te voltooien.
OPMERKING
Om alle timer instellingen te annuleren, druk op
Set/Clear knop.
21
NL
De Slaapfunctie gebruiken
Deze functie schakelt de airconditioner uit wanneer
u gaat slapen.
1
Zet het apparaat aan.
2
Druk op Sleep knop.
Het pictogram
knippert onderaan het
scherm.
3
Druk op de knop of om het aantal uren
te selecteren (tot 7 uren).
4
Druk op Set/clear Knop om te voltooien.
wordt weergegeven op het scherm.
OPMERKING
In de Modus Koelen en Ontvochtigen stijgt de
temperatuur na 30 minuten met 1 °C en na nog
eens 30 minuten weer met 1 °C voor comfortabel
slapen.
De temperatuur stijgt
met maximaal 2 °C vanaf
de vooraf ingestelde temperatuur.
Ook al kan
de opmerking voor ventilatiesnelheid
op het beeldscherm gewijzigd zijn, de
ventilatiesnelheid wordt automatisch aangepast.
Wanneer de
slaaptimer is ingesteld terwijl de
binnenverlichting is ingeschakeld, wordt het
automatisch ingesteld op een zwak
helderheidsniveau.
De functie Energiebesparing
gebruiken
Deze functie minimaliseert het stroomverbruik
tijdens het Koelen en verhoogt de ingestelde
temperatuur naar het optimale niveau voor een
comfortabelere omgeving. De temperatuur wordt
gestabiliseerd op 22 °C als de temperatuur lager is
dan 22 °C De temperatuur blijft constant als deze
hoger is dan 22 °C
1
Zet het apparaat aan.
2
Druk herhaaldelijk op de knop Mode om de
Koelmodus te selecteren.
3
Druk op Energy Saving knop.
wordt weergegeven op het scherm.
22
NL
De Functie stille modus
gebruiken
Deze functie voorkomt mogelijke klachten van
buren door het geluid van de units buiten te
reduceren.
1
Zet het apparaat aan.
2
Druk op Silent knop.
wordt weergegeven op het scherm.
OPMERKING
Deze functie is uitgeschakeld als u op de knop
Mode of Energy Saving of Jet Mode drukt.
Deze functie is
beschikbaar met de modus
Koelen, Verwarmen, Automatisch omschakelen,
Automatische werking.
De capaciteit kan
afnemen als de buitenunit
Silent Function is geselecteerd.
Bij een bepaalde
temperatuur zou Silent Function
niet werken om het systeem te beschermen.
De functie Automatisch reinigen
gebruiken
In de modus Koelen en Ontvochtigen wordt vocht
gevormd in de unit binnen. Deze functie verwijdert
dergelijk vocht.
1
Zet het apparaat aan.
2
Druk op Auto Clean knop.
wordt weergegeven op het scherm.
OPMERKING
Sommige functies kunnen niet gebruikt worden
terwijl de functie Automatisch reinigen aan staat.
Als u de
stroom uitschakelt werkt de ventilator
nog 30 minuten en reinigt de binnenzijde van de
unit binnen.
Feedbackverlichting
Bij het instellen van aan/uit, de temperatuur, de
modus en ventilatorsnelheid, biedt dit apparaat
een feedbackverlichting. Als u de helderheid van
de binnenverlichting wijzigt, wordt de helderheid
van de feedbackverlichting ook gewijzigd. Indien
de binnenverlichting uitgeschakeld wordt, blijft de
feedbackverlichting in werking.
Deze functie wordt
mogelijk niet ondersteund,
afhankelijk van het model.
De helderheidsregeling van de
binnenverlichting
Druk herhaaldelijk op de knop Dim en om de
helderheid van de binnenverlichting te wijzigen
naar 20 %, 40 %, 100 % of 0 %.
Als u de
functie Dim instelt, keert het
beeldscherm na een poos terug het vorige
scherm.
Als u op
Art klikt of Mood Knop helderheid 0 %,
de helderheid wordt 100 %. Dan, als u drukt op
Dim Knop, wordt de helderheid 0 %.
Zelfs als de
airconditioner uitgeschakeld is, kan
de verlichtingsscène van de gebruiker worden
geselecteerd en de helderheid worden aangepast.
Wanneer het
apparaat is uitgeschakeld, blijft de
verlichting op het ingestelde helderheidsniveau,
dit kan worden aangepast door herhaaldelijk op
de knop DIM tot 0 % (uit) te drukken.
Nee. Dim
1 20 %
2 40 %
3 100 %
- 0 % (uit)
23
NL
Selecteren van de gebruikers
verlichtingscène
Beheer de kunst
Om een scène van kunstverlichting aan te passen,
druk je op Art Knop herhaaldelijk van stap 1 naar
stap 3 en selecteer de gewenste scène.
Ontspannend, Romantisch :
Het licht verandert in
4 kleuren.
Kleurrotatie : Het
licht verandert in 8 kleuren.
Nee. Art
1 Ontspannend
2 Romantisch
3 Kleurrotatie
Beheer de stemming
Om een scène van stemmingsverlichting aan te
passen, druk je op Mood Knop herhaaldelijk van
stap 1 naar stap 10 en selecteer de gewenste
scene.
Sfeer : Het
licht wordt versterkt en houdt één
kleur aan.
Nee. Mood
1 Wit
2 Geel
3 Roze
4 Oranje
5 Lichtgeel
6 Groen
7 Turquoise
8 Hemelsblauw
9 Blauw
10 Paars
24
ONDERHOUD
NL
WAARSCHUWING
Koppel de stroomtoevoer los en wacht tot de ventilator stopt voordat u begint met schoonmaken of
onderhoud.
Droog de airconditioner, indien deze gedurende langere tijd niet gebruikt wordt, om de airconditioner in de
beste conditie te houden. Reinig het product regelmatig om optimale prestaties te behouden en een
eventuele storing te voorkomen.
Droog gedurende 3
of 4 uur de airconditioner in de ventilatiemodus en koppel de stroom los. Er kan
schade aan de binnenzijde optreden als vocht in de onderdelen achterblijft.
Droog de binnenste
componenten van de airconditioner in de ventilatiemodus gedurende 3 of 4 uren,
voordat u de airconditioner weer gebruikt. Dit helpt de geur die door het vocht gegenereerd wordt te
verwijderen.
Luchtfilter
Dit kenmerk kan gewijzigd zijn afhankelijk van het type model.
25
NL
Type Beschrijving Interval
Luchtfilter Vacuüm reinigen of met de hand. 2 weken
Unit binnen
Reinig het oppervlak van de unit binnen met een zachte, droge
doek.
Regelmatig
Laat de opvangbak van het condenswater professioneel
reinigen.
Een keer per jaar
Laat de afvoerpijp van het condenswater professioneel
reinigen.
Iedere 4 maanden
Vervang de batterijen van de afstandsbediening. Een keer per jaar
Unit buiten
Laat de warmtewisselaars en de paneelventilatoren
professioneel reinigen (Raadpleeg een technicus).
Een keer per jaar
Laat de ventilator professioneel reinigen. Een keer per jaar
Laat de opvangbak van het condenswater professioneel
reinigen.
Een keer per jaar
Laat door een professional controleren of de ventilatordelen
stevig vastzitten.
Een keer per jaar
Reinig de elektronische componenten met lucht. Een keer per jaar
OPMERKING
Gebruik nooit water dat warmer is dan 40 °C voor het reinigen van de filters. Dit kan voor vervorming of
verkleuring zorgen.
Gebruik nooit vluchtige
substanties bij het reinigen van de filters. Ze kunnen het oppervlak van het product
beschadigen.
26
NL
Reinig de luchtfilter
Reinig de luchtfilters een keer in de twee weken, of
vaker, indien nodig.
1
Schakel de stroom uit en trek de stroomkabel
eruit.
2
Trek de onderkant van het frontpaneel eruit en
hef het op.
Frontpaneel
3
Neem het luchtfilter eruit.
Luchtfilter
4
Reinig het filter met een stofzuiger of warm
water. Als het vuil moeilijk te verwijderen is,
wast u het filter in lauw water met een neutraal
reinigingsmiddel.
5
Droog het filter in de schaduw.
6
Plaats het filter in het apparaat.
7
Hang de haak van het frontpaneel op de
binnenklep en druk op de onderkant van het
frontpaneel tot je een klik hoort.
Haak
Binnenklep
OPMERKING
De luchtfilter kan kapot gaan, als het gebogen
wordt.
Als de luchtfilter
niet correct geplaatst wordt,
kunnen stof en andere substanties in de unit
binnen komen.
Als u de
haak niet in positie houdt, kan dit leiden
tot een kloof tussen het frontpaneel en de
binnenklep. Open vervolgens het frontpaneel en
controleer of de haak hangt.
Het onderste gedeelte
van het frontpaneel kan
versteld worden, omdat het frontpaneel een gat
heeft om het soepel te laten bewegen.
De functie kan
worden gewijzigd naar gelang het
type model.
27
PROBLEEMOPLOSSING
NL
Functie Zelfdiagnose
Dit product heeft een ingebouwde zelfdiagnosefunctie. Als er een fout optreedt, knippert het lampje van de
unit binnen met intervallen van 2 seconden. Neem wanneer dit gebeurt contact op met uw plaatselijke
dealer of servicecentrum.
Voor het bellen van de service
Controleer voordat u contact op neemt met het servicecentrum het volgende. Neem contact op met uw
plaatselijke servicecentrum als het probleem blijft bestaan.
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing
De airconditioner
werkt niet normaal.
Er komen een verbrandingslucht
en vreemde geluiden uit de unit.
Zet de airconditioner uit, trek de
stroomkabel eruit of koppel de
stroomtoevoer los en neem contact op
met uw installateur.
Waterlekkage uit de unit binnen,
zelfs als het vochtniveau laag is.
De stroomkabel is beschadigd of
produceert veel hitte.
Een schakelaar,
stroomonderbreker (veiligheid,
aarding) of zekering werkt niet
goed.
De unit geeft via de zelfdiagnose
een foutcode.
De airconditioner
werkt niet.
De airconditioner is niet
aangesloten.
Controleer of de
stroomkabel in het
stopcontact zit of dat de stroomisolatoren
zijn ingeschakeld.
Er is een zekering doorgeslagen
of de stroomtoevoer is
geblokkeerd.
Vervang de zekering of controleer of de
stroomonderbreker geactiveerd is.
Er is een stroomstoring
opgetreden.
Zet de airconditioner uit
wanneer er een
stroomstoring optreedt.
Wacht 3
minuten nadat de stroom terug
is en zet dan de airconditoner weer aan.
De spanning is te hoog of laag.
Controleer of de
stroomonderbreker
geactiveerd is.
De airconditioner is automatisch
uitgeschakeld op een vooraf
ingestelde tijd.
Zet de airconditoner
aan.
De instelling van de batterij in de
afstandsbediening is niet
correct.
Controleer of de
batterijen correct in de
afstandsbediening geplaatst zijn.
Vervang, als
de batterijen correct
geplaatst zijn, maar de airconditioner het
nog steeds niet doet, de batterijen en
probeer opnieuw.
28
NL
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing
De airconditioner
blaast geen koele
lucht.
De lucht circuleert niet correct.
Controleer of er
geen gordijnen, luiken of
meubelstukken de voorzijde van de
airconditioner blokkeren.
De luchtfilter is vies.
Reinig de luchtfilter
een keer in de 2
weken.
Zie 'Reinig de
luchtfilter' voor meer
informatie.
De kamertemperatuur is te hoog.
In de zomer kan het enige tijd duren
voordat de lucht binnen helemaal
gekoeld is. Selecteer in dit geval de Jet
Mode om de lucht binnen snel af te
koelen.
De koude lucht verlaat de kamer.
Zorg ervoor dat de koude lucht niet via
de ventilatiepunten in de kamer
wegstroomt.
De gewenste temperatuur is
hoger dan de huidige
temperatuur.
Stel de gewenste
temperatuur op een
lager niveau in dan de huidige
temperatuur.
Er is een verwarmingsbron in de
buurt.
Vermijd het
gebruik van
warmtegeneratoren, zoals elektrische
ovens of gasbranders, terwijl de
airconditioner in bedrijf is.
De ventilatiemodus is
geselecteerd.
Tijdens de
ventilatiemodus blaast de
airconditioner lucht zonder dat de
binnenlucht gekoeld of verwarmd wordt.
Verander de
bedrijfsmodus naar de
koelmodus.
De buitentemperatuur is te hoog.
Het koelende ef
fect kan onvoldoende
zijn.
De ventilatiesnelheid
kan niet worden
aangepast.
De Straalmodus of Automatische
Werkingmodus is geselecteerd.
In sommige bedrijfsmodi kunt u de
ventilatiesnelheid niet aanpassen.
Selecteer een bedrijfsmodus waarbij u de
ventilatiesnelheid kunt aanpassen.
De temperatuur kan
niet worden
aangepast.
De Ventilatiemodus of Jet Mode
is geselecteerd.
In sommige bedrijfsmodi kunt
u de
temperatuur niet aanpassen. Selecteer
een bedrijfsmodus waarbij u de
temperatuur kunt aanpassen.
De airconditioner
stopt tijdens het
bedrijf.
De airconditioner is plotseling
uitgeschakeld.
De timerfunctie kan afgelopen
zijn,
waardoor de unit wordt uitgeschakeld.
Controleer de instellingen van de timer.
Er is een stroomstoring
opgetreden tijdens het bedrijf.
Wacht totdat
de stroom weer terug is.
Indien de Automatische herstartfunctie
ingeschakeld is, zal de unit enkele
minuten nadat de stroom terug is verder
gaan met het laatste bedrijf.
29
NL
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing
De unit binnen werkt
nog, zelfs als de
stroom uitgeschakeld
is.
De Automatische
reinigingsfunctie is in gebruik.
Laat de Automatische
reinigingsfunctie
doorwerken, omdat het achtergebleven
vocht in de unit binnen verwijdert. Als u
deze functie niet wilt, kunt u de unit
uitschakelen.
De luchtafvoer op de
unit binnen scheidt
nevel uit.
De gekoelde lucht uit de
airconditioner produceert nevel.
Als de kamertemperatuur
afneemt,
verdwijnt dit fenomeen.
Er lekt water uit de
unit buiten.
Bij het verwarmingsbedrijf
druppelt er water uit de
warmte-uitwisselaar.
Dit symptoom vereist
het installeren van
een afvoerpijp onder de opvangbak.
Neem contact op met de installateur.
Er is lawaai of vibratie.
Er kan een klikkend geluid
gehoord worden als de unit start
of stopt, vanwege een beweging
van de terugslagklep.
Krakend geluid: De plastic delen
van
de unit
binnen kraken als ze
uitzetten of krimpen vanwege
temperatuurveranderingen.
Stromend of Blazend geluid: Dit
is het stromen
van de
koelvloeistof in de airconditioner.
Dit zijn normale
symptomen. Het geluid
zal stoppen.
De unit binnen geeft
een geur af.
Geuren (zoals sigarettenrook)
kunnen geabsorbeerd worden
door de unit binnen en via de
luchtstroom worden afgegeven.
Als de geur
niet verdwijnt, moet u de
filter reinigen. Neem als dit niet werkt
contact op met het servicecentrum om
uw warmtewisselaar te reinigen.
De airconditioner
blaast geen warme
lucht.
Wanneer de verwarmingsmodus
start, is de klep bijna gesloten en
komt er geen lucht uit, zelfs als
de unit buiten in bedrijf.
Dit is een
normaal symptoom. Wacht
totdat de unit voldoende warme lucht
heeft gegenereerd om door de unit
binnen te worden uitgeblazen.
De unit buiten staat in de
ontdooiingsmodus.
In de Verwarmingsmodus vormt er zich
ijs op de spoelen, wanneer de
temperatuur buiten daalt. Deze functie
verwijdert een laag ijs op de spoel en
zou in circa 15 minuten klaar moeten
zijn.
De buitentemperatuur is te laag.
Het verwarmende ef
fect kan
onvoldoende zijn.
OPMERKING
Sommige functies kunnen afhankelijk van het model niet ondersteund zijn.
Memo
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31

LG G12WL de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor