Metz MECABLITZ 28 AF-4 C Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

55
Voorwoord
Geachte klant !
Wij zijn blij, dat u voor onze mecablitz MB 28 AF -4
C hebt gekozen.
Deze flitser MB 28 AF-4 C is speciaal voor Canon
EOS systeemcamera’s gebouwd. U mag hem niet
in de flitsschoen van andere camera’s gebruiken.
Daarmee zou de flitser of de accessoireschoen
van de camera kapot kunnen gaan ! De contacten
in de flitsvoet van de MB 28 AF-4 C ondersteunen
alleen de sturingscommando’s van Canon EOS
systeemcamera’s.
Om u de omgang met de flitser te vergemakkelijken,
geven we u op de volgende pagina’s een handleiding
voor de bediening van de flitser, alsook een kort
overzicht van de verschillende toepassingsmogelijk-
heden.
Lees s.v.p. deze handleiding goed door, ook wanneer
een en ander u op het eerste gezicht niet zo interes-
sant lijkt. Wij hebben er bij de constructie weliswaar
alles aan gedaan om de omgang met de mecablitz
eenvoudig te houden, maar de systeemcamera’s
waarop een flitser wordt gebruikt bieden nogal wat
mogelijkheden
Wij wensen u veel plezier met de nieuwe Metz
flitser. In verbinding met een Canon EOS-systeem-
camera kunt u daarmee niet alleen uw foto’s lichter
maken, maar ook met flitslicht bewust vormgeven.
x
56
x
Inhoudsopgave
1. Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . .57
2. Voorbereiden van de mecablitz . . . . . . . .58
2.1 Voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58
2.2 Inleggen en verwisselen van de
batterijen of de accu’s . . . . . . . . . . . . . . . . .59
2.3 Batterijtest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60
2.4 Automatische uitschakeling van
het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60
2.5 Bevestigen van de mecablitz
op de camera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60
3. De mecablitz in gebruik nemen . . . . . . . .61
3.1 Voorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61
3.2 In- en uitschakelen van de flitser,
filmgevoeligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61
4. Meldingen van de flitser aan de camera .62
4.1 Aanduiding van flitsparaatheid . . . . . . . . . .62
4.2 Automatische omschakeling naar
de flitssynchronisatietijd . . . . . . . . . . . . . . .62
4.3 De belichtings-o.k. aanduiding . . . . . . . . . .62
4.4 De zoekeraanduidingen in de camera . . . . .63
5. TTL-flitsregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .64
6. Flitssynchronisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . .65
6.1 Normale synchronisatie . . . . . . . . . . . . . . .65
6.2 Synchronisatie bij lange
belichtingstijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .65
7 Flitsen met de verschillende
camerafuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66
7.1 Flits programautomatiek . . . . . . . . . . . . . . .66
7.2 De bij het flitsen niet ondersteunde,
bijzondere functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66
8. Autofocusmeetflits . . . . . . . . . . . . . . . . . .67
9. Indirect flitsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .69
10 Uitlichting en groothoekvoorzetstuk . . . .70
11 Onderhoud en verzorging,
opheffen van storingen . . . . . . . . . . . . . . .71
12 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . .72
13. Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73
57
1. Veiligheidsinstructies
•Niet vanaf zeer korte afstand rechtstreeks in de
ogen flitsen! Rechtstreeks flitsen in de ogen van
personen en dieren kan tot beschadiging van
het netvlies leiden en zware zichtstoringen
veroorzaken - tot blindheid toe!.
•Verbruikte batterijen meteen uit het apparaat
halen! Uit lege batterijen kunnen chemicaliën
lekken ( het zogenaamde „uitlopen „ ) wat tot
beschadiging van het apparaat kan leiden!
•Accu’s niet kortsluiten! Gevaar voor explosie!
•Batterijen in geen geval blootstellen aan hoge
temperaturen zoals intensieve zonnestraling,
vuur of dergelijke!
•Verbruikte batterijen niet in het vuur gooien!
Het apparaat niet blootstellen aan drup- of
spatwater!
•De flitser beschermen tegen hoge luchtvochtig-
heid! Bewaar hem bijvoorbeeld niet in het
handschoenenvak van uw auto.
•De flitser in de flitsschoen van de camera schui-
ven en met de kartelschroef zo vastdraaien, dat
hij er niet uit kan glijden en naar beneden
vallen!
•Bij flitsseries met vol vermogen en korte flits-
volgtijden en accuvoeding, telkens na 20 flitsen
een pauze van minstens 3 minuten aanhouden.
Daarmee voorkomt u overbelasting van het
apparaat.
Wanneer u een flits ontsteekt, mag er geen
lichtabsorberend materiaal voor- of direct op de
ruit van de reflector ( het flitsvenster) liggen. De
ruit van de reflector mag niet vuil zijn, anders
kan het materiaal van de reflectorruit
vervormen of smelten wegens de hoge uitstoot
van energie.
•De flitser niet uit elkaar halen. HOOGSPANNING !
In het apparaat bevinden zich geen onderdelen
die door een leek kunnen worden gerepareerd.
x
58
x
2. Voorbereiden van de mecablitz
Afb. 1: Bruikbare voedingsbronnen
2.1 Voeding
De flitser kan naar keuze worden gevoed uit:
4 NiCd-accu’s, type IEC KR 15/51. Deze bieden
zeer korte flitsvolgtijden en zijn herlaadbaar.
4 Alkalimangaanbatterijen , type LR6 ( penlight ).
Deze voldoen aan gematigde eisen.
4 Nikkel-metaalhydride accu’s ( formaat penlight,
AA ). Deze zijn milieuvriendelijk ( zonder cadmium )
en beschikken over een bijzonder hoge capaciteit.
Geen lithiumbatterijen gebruiken!
De batterijen zijn leeg, c.q. verbruikt, als de flitsvolg-
tijd meer wordt dan 60 s of bij de batterijtest de
batterijaanduiding niet meer oplicht. Wanneer u de
mecablitz een langere periode niet gebruikt, neem
dan s.v.p. de batterijen uit het apparaat.
Afvoeren van de batterijen
Batterijen horen niet bij het huisvuil.
S.v.p. de batterijen bij een daarvoor bestemd inza-
melpunt afgeven.
NiCd-accu
Alkalimangaanbatterij
59
2. Voorbereiden van de mecablitz
Afb. 2: Batterijen verwisselen
2.2 Inleggen en verwisselen van de batterijen of
de accu’s
Schakel de flitser uit met de schakelaar O.
Schuif het deksel van het batterijvak in de richting
van de pijl.
Leg de batterijen of de accu’s in de lengterichting
in, overeenkomstig de aangegeven batterijsymbo-
len.
Let er bij het inleggen van de batterijen op,
dat de + en de - polen zoals de symbolen
aangeven, worden ingelegd. Verwisselde
polen kunnen tot vernieling van het appa-
raat leiden! Vervang altijd alle 4 batterijen
tegelijk. Alleen gelijke accu’s / batterijen
van dezelfde fabrikant met dezelfde laadt-
oestand inleggen. Batterijen met verschil-
lende laadtoestand kunnen aanleiding
vormen tot foute werking en eventueel
uitlopen van de batterijen!
Schuif na het inleggen van de batterijen, het batterij-
deksel weer dicht.
Verbruikte batterijen horen niet in het
huisvuil! Lever uw bijdrage aan de milieu-
bescherming en geef uw batterijen af bij de
betreffende verzamelpunten.
x
60
x
2. Voorbereiden van de mecablitz
2.3 Batterijtest
Met deze inrichting kunt u alkalimangaanbatterijen
(geen accu’s) testen. Wanneer na het drukken op de
knop de batterijaanduiding oplicht, zijn de batterijen
in orde. Licht de batterijaanduiding niet op, dan is
eventueel nog een geringe restcapaciteit voorhan-
den en moet u nieuwe batterijen inleggen.
2.4 Automatische uitschakeling van het apparaat
Om het per ongeluk ontladen van de batterijen tegen
te gaan, schakelt de flitser zich ong. 10 minuten na
het inschakelen of na het ontsteken van een flits uit
om stoom te sparen. De groene bedrijfsindicator en
de oranje aanduiding van flitsparaatheid doven. Het
automatisch uitschakelen van de flitser kunt u door
te flitsen of door op schakelaar I te drukken, verhin-
deren. Het apparaat blijft dan de volgende 5-10 min
stand-by. Voor het weer inschakelen van de meca-
blitz drukt u op de toets I.
2.5 Het bevestigen van de mecablitz op de camera
Neem de flitser zo in de hand, dat u naar de
bedieningszijde kijkt. Draai de kartelmoer in de
voet van het apparaat tegen de wijzers van de klok
in tot de aanslag.
Schuif de mecablitz met de aansluitvoet in de
flitsschoen van de camera.
Draai de kartelmoer in de richting van de wijzers
van de klok en maak daarmee de mecablitz vast
aan de camera.
61
3. De mecablitz in gebruik nemen
3.1 Voorwaarden
U kunt de mecablitz in principe alleen met
TTL-flitsgestuurde camera’s gebruiken!
Bij TTL-flitsgestuurde camera’s meet een sen-
sor het door het objectief ( Through The Lens )
op de film vallende licht en schakelt de flitser
bij voldoende belichting uit ( zie ook bladzijde
64). Of de camera die functie heeft, vindt u in
zijn gebruiksaanwijzing.
Bij camera’s die niet beschikken over een
TTL-flitssturing wordt een flits met vol
vermogen ontstoken!
Dat betekent, dat de mecablitz bij het opnemen zon-
der TTL-flitssturing zijn maximale vermogen afgeeft !
Het tegelijkertijd gebruiken van de inge-
bouwde en een externe flitser is niet moge-
lijk, de in de camera ingebouwde flitser
wordt uitgeschakeldals zich in de flits-
schoen een externe flitser bevindt.
3.2 In en uitschakelen van de flitser, filmgevoe-
ligheid
In - en uitschakelen: schakel de mecablitz met
schakelaar I in. In ingeschakelde toestand licht de
groene bedrijfsindicator op. Wanneer de flitser
geheel is opgeladen, licht bovendien de oranje
aanduiding van flitsparaatheid op. Druk voor het
uitschakelen op schakelaar O. De groene bedrijfsin-
dicator en de oranje aanduiding van flitsparaatheid
doven. Blijft de mecablitz in deze toestand op de
camera, dan wordt bij de volgende opname geen flits
ontstoken.
Instellen van de filmgevoeligheid op de meca-
blitz: stel op de achterzijde van het apparaat de
gevoeligheid van de gebruikte film in, door met de
diafragmaschuif de gewenste waarde in het „ ISO-
venster“ te kiezen.
6
x
62
x
4. Meldingen van de flitser aan de camera
De mecablitz draagt verschillende signalen, c.q.
meldingen aan de camera over, wanneer hij
ingeschakeld en met de camera verbonden is.
4.1 Aanduiding van flitsparaatheid
Bij opgeladen flitscondensator licht op de mecablitz
de oranje lamp op en geeft daarmee aan, dat de
flitser paraat is, hetgeen betekent, dat de flitser voor
de volgende opname kan worden gebruikt. De
flitsparaatheid wordt ook aan de camera overgedra-
gen en zorgt daar voor eenzelfde aanduiding in de
zoeker. Eventueel wordt de camera ( afhankelijk van
het type! ) bij het bereiken van de flitsparaatheid
omgeschakeld naar de flitssynchronisatietijd.
Wanneer u de camera ontspant, zonder dat de
flitsparaatheidslamp oplicht, wordt er geen flits
afgegeven en de opname wordt soms verkeerd
belicht, wanneer de camerasturing reeds naar de
flitssynchronisatietijd is omgeschakeld. Details
hierover leest u in de gebruiksaanwijzing van uw
camera.
4.2 Automatische omschakeling naar de flits-
synchronisatietijd
Wanneer de flitser opgeladen is wordt bij de meeste
systeemcamera’s automatisch vanuit de ingestelde
functie naar de flitssynchronisatietijd omgeschakeld.
Afhankelijk van het type camera zijn tijden tussen
1/30 seconde en 1/250 seconde gebruikelijk. Details
s.v.p. opzoeken in de gebruiksaanwijzing van uw
camera.
4.3 De aanduiding van de belichtingscontrole
( zie afb. 3 )
Wanneer u een flitsopname heeft gemaakt, licht de
groene lamp van de belichtingscontrole even op als
de belichting correct was.
63
4. Meldingen van de flitser aan de camera
Afb. 3: De aanduiding van de belichtingscontrole
4.4 De zoekeraanduidingen in de camera
Knippert : flitser inschakelen. ( bij sommige
camera’s ).
Licht op : Flitser is gereed ( bij sommige came-
ra’s )
Lees s.v.p. in de gebruiksaanwijzing van de
camera na, wat voor uw type camera geldt.
Sommige camera’s beschikken in de zoeker
over een functie die waarschuwt tegen foute
belichting : knippert de in de zoeker aangege-
ven diafragmawaarde, de belichtingstijd of bei-
de aanduidingen, dan wordt er over- of onder-
belicht.
In principe over foute belichting :
Bij overbelichting : niet flitsen!
Bij onderbelichting : schakel de flitser in of
gebruik een statief en een lange belichtingstijd
In de verschillende belichtings- en automatische
programma’s kunnen verschillende redenen voor
foute belichting liggen. Lees s.v.p. in de gebruiksa-
anwijzing van de camera na, wat voor uw camera
geldt.
x
64
x
5. TTL-flitsregeling
De mecablitz krijgt zijn informatie uitsluitend van
een TTL-gestuurde camera.
In de TTL-functie wordt de belichtingsmeting door
een sensor in de camera uitgevoerd. Deze meet het
door het objectief op de film vallende licht ( TTL =
Through The Lens ). Bij het bereiken van de vereiste
hoeveelheid licht schakelt de electronica van de
camera de flitser uit. Het voordeel van deze flitsfunc-
tie ligt hierin, dat alle factoren die de belichting beïn-
vloeden ( bijv. filters, veranderingen van diafragma-
waarde en brandpuntsafstand bij zoomobjectieven )
ingecalculeerd worden. U hoeft zich geen zorgen te
maken om de instelling van de flitser, de electronica
van de camera zorgt automatisch voor de juiste flits-
dosering. Bovendien kunt u ook gebruikmaken van
de verschillende meetmethoden ( bijv. spotmeting,
matrixmeting, integrale meting met nadruk op het
beeldmidden etc. ) die sommige camera’s te bieden
hebben.
De maximale flitsreikwijdte voor het gekozen
diafragma kunt u op de diafragmarekenschuif
aflezen of in de tabel op bladzijde 20 opzoeken. De
minimale verlichtingsafstand bedraagt ong. 15 %
van de maximale reikwijdte.
Wanneer u binnen de minimumafstand
flitst, kan overbelichting optreden.
In de TTL-functie moet ook voor tests altijd een stuk
film in de camera ingelegd zijn. Wilt u de flitsreik-
wijdte bepalen aan de hand van de aanduiding voor
belichtings-o.k., dan is dat alleen door ontspannen
van de camera mogelijk en niet door het ontspannen
van de flitser!
6
65
6. Flitssynchronisatie
Afhankelijk van het type camera zijn verschillende
soorten flitssynchronisatie mogelijk. Hoe de ver
schillende soorten flitssynchronisatie op de camera
moeten worden ingesteld, vind u in de gebruiksaan-
wijzing van de camera.
6.1 Normale synchronisatie
Deze functie wordt door alle TTL-camera’s onder-
steund en hij is geschikt voor de meeste
flitsopnamen. Bij de normale flitssynchronisatie ordt
automatisch naar de flitssynchronisatietijd van de
camera omgeschakeld. Afhankelijk van het type
camera zijn daarbij tijden van tussen 1/30 s en
1/250 s gebruikelijk. Details vindt u in de gebruiksa-
anwijzing van de camera.
6.2 Synchronisatie bij lange belichtingstijden
Sommige camera’s beschikken over bepaalde
belichtingsprogramma’s voor flitssynchronisatie bij
lange belichtingstijden.
Flitsopnamen bij zwakke verlichting leiden met korte
belichtingstijden ( normale flitssynchronisatieijd )
vaak tot te fel verlichte onderwerpen tegen een te
donkere achtergrond. Bij synchronisatie met lange
belichtingstijd staat het hele bereik tot 30 s ter
beschikking, waarmee u de achtergrond beter kunt
laten uitkomen, omdat bij langere belichtingstijden
de basishelderheid van het onderwerp door het
omgevingslicht duidelijk wordt verhoogd. Gebruik
een statief, om cameratrilling te vermijden. Details
vindt u in de gebruiksaanwijzing van de camera.
x
66
x
7. Flitsen met de verschillende camerafuncties
7.1 Flits programautomatiek
De camera schakelt in deze functie bij te weinig
omgevingslicht zelfstandig de flitser in. Stuurt
belichtingstijd en diafragma automatisch en ont-
steekt de flitser als de ontspanknop wordt ingedrukt.
7.2
De bij het flitsen niet ondersteunde, bijzondere
functies
Flits vooraf tegen rode ogen :
Deze functie wordt door de mecablitz niet onder-
steund.
Synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter :
Deze functie wordt door de mecablitz niet onder-
steund.
Scherpteautomatiek ( DEP ) :
Deze functie wordt door de mecablitz niet ondersteund
.
De functie van automatische scherptedieptein
stelling is met flits niet mogelijk. Als er een flitser is
aangesloten, wordt belicht als bij programautomatiek.
Soft- Focus ( SF ) :
In de functie soft- focus flitst de flitser alleen bij de
eerste opname. Een soft- focuseffect wordt mogelijk
dus niet bereikt!
Programverschuiving :
Met ingeschakelde flitser is de programverschuiving
( tijd- /diafragmacombinatie ) in de programautoma-
tiek niet mogelijk.
Details hierover vindt u in de gebruiksaanwijzing van
de camera.
67
8. Autofocusmeetflits
De mecablitz ondersteunt met zijn geïntegreerde
AF–roodlicht-schijnwerper, autofocus-TTL-camera’s
bij het automatisch scherpstellen. Wanneer er voor
automatisch scherpstellen niet meer voldoende licht
aanwezig is, projecteert de mecablitz op het moment
dat de ontspanknop van de camera wordt
aangeraakt een rood, verticaal streeppatroon op het
onderwerp. Op dit streeppatroon stelt de camera met
zijn autofocus scherp.
Let er s.v.p. op :
• Is het autofocussysteem van de camera inge-
schakeld, dan wordt door de electronica in de
camera bij te zwak licht de autofocusmeetflits
automatisch geactiveerd.
De autofocusmeetflits kan niet bij elke camerafun-
ctie, c.q. soort scherpstelling worden geactiveerd.
Alleen de scherpstelprioriteit (One-shot AF-functie:
zie de gebruiksaanwijzing van de camera) wordt
ondersteund. Bij de ontspanprioriteit (AI Servo AF)
is geen autofocusmeetflits mogelijk.
Wanneer de autofocusmeetflits vereist is, werkt
het AF-verlichtingsapparaat van de camera of van
de flitser, afhankellijk van het type.
De reikwijdte van de AF-meetflits is afhankelijk
van de lichtsterkte (maximale aanvangsopening)
van het objectief! Bij een standaardobjectief
F 1,8/50 mm bedraagt de reikwijdte ( hangt af van
de gevoeligheid van de AF-sensor in de camera )
ong. 6 - 10 m.
Objectieven met lagere lichtsterkte van bijv.
5,6 c.q. 8 (bijv. telezoomobjectieven) beperken
de reikwijdte van de AF-meetflits sterk!
x
68
x
8. Autofocusmeetflits
AF- functies
Bij AF-camera’s zijn er twee functies ( afhankelijk
van het camera-model ) :
Scherpteprioriteit ( SINGLE AF )
U kunt de camera pas ontspannen, als het AF-
systeem op het onderwerp heeft scherpgesteld.
Kan het camera AF-systeem niet scherpstellen,
dan wordt de camera ( en daarmee ook de flitser )
niet ontspannen!
• Ontspanprioriteit ( CONTINOUS AF ) :
U kunt de camera altijd ontspannen, ongeacht de
scherpstelling.
Er bestaat gevaar, dat opnamen onscherp
worden, wanneer u de ontspanknop bedient
,
alvorens de camera de scherpstelling heeft
beëindigd.
Bij deze functie is de AF-meetflits
uitgeschakeld!
Verdere details over de AF-functies en het activeren
daarvan, vindt u in de gebruiksaanwijzing van de
camera.
69
9. Indirect flitsen
Afb. 4: Indirect flitsen
Indirect flitsen
In vergelijking met rechtstreeks geflitste foto’s met
harde slagschaduwen, geeft indirect flitsen een
zachte verlichting van het onderwerp met uitge-
balanceerd contrast en vloeiende schaduwcontouren.
Onderwerp en achtergrond worden hierbij met gere-
flecteerd strooilicht zacht en gelijkmatig uitgelicht.
Voor indirect flitsen zwenkt u de reflector verticaal
( naar boven, tot ong. 80° mogelijk ), zodat het flits-
licht op een geschikt reflecterend vlak terecht komt
(bijv. een wit plafond ). Het reflecterende vlak moet
neutraal van kleur zijn ( bij kleurenfoto’s ) , c.q. wit en
mag geen structuur hebben.
Zwenken van de reflector: houd de mecablitz
met een hand vast en trek met de andere hand
de kop van de reflector tot de aanslag naar vor-
en uit het huis. Nu kunt u de reflector tot ong.
80° naar boven zwenken.
Let er bij het zwenken van de reflector op,
dat u met een voldoend grote hoek zwenkt,
zodat er geen rechtstreeks licht van de
reflector op het onderwerp kan vallen.
x
70
x
10. Uitlichting en groothoekvoorzetstuk
De mecablitz licht automatisch normale kleinbeel-
dopnamen ( 24 x 36 mm) met objectieven vanaf
35 mm brandpuntsafstand of groter, geheel uit.
Opdat u ook een groothoekobjectief van 28 mm
brandpuntsafstand kunt gebruiken, wordt een groot-
hoekdiffusor meegeleverd, die de uitlichting in
zoverre vergroot, dat deze ook voor dit objectief vol-
doende is.
Let er daarbij op, dat de reikwijdte van de
flitser door het gebruik van de groothoek-
diffusor wordt verkleind!
Monteer de groothoekdiffusor door hem over de
reflector te leggen, tot hij aan de zijkanten inklikt.
71
11. Onderhoud en verzorging, opheffen van storingen
Verwijder stof en vuil met een zachte, droge doek.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen - de kunststof
zou kunnen worden beschadigd.
Formeren van de flitscondensator
Om technische redenen is het noodzakelijk, de
mecablitz vier keer per jaar ongeveer 10 minuten in
te schakelen en een paar flitsen te ontsteken ( de in
de mecablitz ingebouwde condensator verandert
natuurkundig, wanneer het apparaat gedurende
lange tijd niet wordt ingeschakeld ). De batterijen
moeten hierbij nog zoveel energie leveren, dat de
aanduiding van flitsparaatheid uiterlijk 1 minuut na
het inschakelen oplicht.
Opheffen van storingen
Functioneert de flitser niet zoals dat van hem onder
de gegeven omstandigheden en instellingen zou
mogen worden verwacht, voer dan de volgende
maatregelen uit:
schakel de flitser uit met de hoofdschakelaar.
neem de batterijen of accu’s korte tijd uit de flitser.
x
72
x
12. Technische gegevens
RichtgetaI bij ISO 100/21°
: 28 / 22 met
groothoekdif-
fusor
Groothoekuitlichting
voor kleinbeeld vanaf 35 mm brandpuntsafstand, met
groothoekdiffusor vanaf 28 mm brandpuntsafstand.
Kleurtemperatur: ong. 5600 K
Richtgetallentabel:
Richtgetal
Filmgevoeligheid in ISO Metersysteem
Ft-systeem
25 / 15° 14 46
50 / 18° 20 65
100 / 21° 28 92
200 / 24° 40 130
400 / 27° 56 184
800 / 30° 79 260
1600 / 33° 112 368
Synchronisa
tie: Laagspannings-thyristorontsteking
Aantal Flitsvolgtijd:
flitsen:
NiCd-accu ong. 90 ...1200
ong. 7 s ...0,3 s
Alkalimangaan- ong. 180...2500
ong.10 s ...0,3 s
batterijen
Ni Metaalhydride ong. 140 ...1800
ong. 7 s ...0,3 s
accu’s
Uitlichting:
rechthoekig, horizontaal ong. 58°, verticaal ong. 42°,
met groothoekdiffusor horizontaal ong. 68°, verticaal
ong. 49°
Flits duur: 1/400 s ...1/20.000 s
Massa:
300 g
Levering omva
t:
flitser, groothoekdiffusor, gebruiksaanwijzing
Afhankelijk van de ingestelde camerafunctie en van de laadtoestand
van de batterijen, c.q.van de accu’s.
13. Accessoires
Op foutief functioneren van, en schade aan
de mecablitz, veroorzaakt door het gebruik
van accessoires van andere fabrikanten,
wordt geen garantie verleend.
Mecalux 11 ( bestelnummer : 000000112 )
Sensor voor optisch, vertragingsvrij ontsteken van
tweede flitsers door een door de camera afge-
geven flits. Spreekt ook aan op infrarood. Geen
batterijen nodig.
Reflectiescherm 28 - 23 ( bestelnummer :
000028237 )
Tas T - 33 ( bestelnummer : 000006331 )
x
73

Documenttranscriptie

Voorwoord Geachte klant ! Wij zijn blij, dat u voor onze mecablitz MB 28 AF -4 C hebt gekozen. Deze flitser MB 28 AF-4 C is speciaal voor Canon EOS systeemcamera’s gebouwd. U mag hem niet in de flitsschoen van andere camera’s gebruiken. Daarmee zou de flitser of de accessoireschoen van de camera kapot kunnen gaan ! De contacten in de flitsvoet van de MB 28 AF-4 C ondersteunen alleen de sturingscommando’s van Canon EOS systeemcamera’s. Om u de omgang met de flitser te vergemakkelijken, geven we u op de volgende pagina’s een handleiding voor de bediening van de flitser, alsook een kort overzicht van de verschillende toepassingsmogelijkheden. Lees s.v.p. deze handleiding goed door, ook wanneer een en ander u op het eerste gezicht niet zo interessant lijkt. Wij hebben er bij de constructie weliswaar alles aan gedaan om de omgang met de mecablitz eenvoudig te houden, maar de systeemcamera’s waarop een flitser wordt gebruikt bieden nogal wat mogelijkheden Wij wensen u veel plezier met de nieuwe Metz flitser. In verbinding met een Canon EOS-systeemcamera kunt u daarmee niet alleen uw foto’s lichter maken, maar ook met flitslicht bewust vormgeven. x 55 Inhoudsopgave 1. 2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 3. 3.1 3.2 x 4. 4.1 4.2 4.3 4.4 56 Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . .57 Voorbereiden van de mecablitz . . . . . . . .58 Voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58 Inleggen en verwisselen van de batterijen of de accu’s . . . . . . . . . . . . . . . . .59 Batterijtest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60 Automatische uitschakeling van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60 Bevestigen van de mecablitz op de camera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60 De mecablitz in gebruik nemen . . . . . . . .61 Voorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61 In- en uitschakelen van de flitser, filmgevoeligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61 Meldingen van de flitser aan de camera .62 Aanduiding van flitsparaatheid . . . . . . . . . .62 Automatische omschakeling naar de flitssynchronisatietijd . . . . . . . . . . . . . . .62 De belichtings-o.k. aanduiding . . . . . . . . . .62 De zoekeraanduidingen in de camera . . . . .63 5. 6. 6.1 6.2 7 7.1 7.2 8. 9. 10 11 12 13. TTL-flitsregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .64 Flitssynchronisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . .65 Normale synchronisatie . . . . . . . . . . . . . . .65 Synchronisatie bij lange belichtingstijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .65 Flitsen met de verschillende camerafuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66 Flits programautomatiek . . . . . . . . . . . . . . .66 De bij het flitsen niet ondersteunde, bijzondere functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66 Autofocusmeetflits . . . . . . . . . . . . . . . . . .67 Indirect flitsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .69 Uitlichting en groothoekvoorzetstuk . . . .70 Onderhoud en verzorging, opheffen van storingen . . . . . . . . . . . . . . .71 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . .72 Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73 1. Veiligheidsinstructies •Niet vanaf zeer korte afstand rechtstreeks in de ogen flitsen! Rechtstreeks flitsen in de ogen van personen en dieren kan tot beschadiging van het netvlies leiden en zware zichtstoringen veroorzaken - tot blindheid toe!. •Verbruikte batterijen meteen uit het apparaat halen! Uit lege batterijen kunnen chemicaliën lekken ( het zogenaamde „uitlopen „ ) wat tot beschadiging van het apparaat kan leiden! •Accu’s niet kortsluiten! Gevaar voor explosie! •Batterijen in geen geval blootstellen aan hoge temperaturen zoals intensieve zonnestraling, vuur of dergelijke! •Verbruikte batterijen niet in het vuur gooien! •Het apparaat niet blootstellen aan drup- of spatwater! •De flitser beschermen tegen hoge luchtvochtigheid! Bewaar hem bijvoorbeeld niet in het handschoenenvak van uw auto. •De flitser in de flitsschoen van de camera schuiven en met de kartelschroef zo vastdraaien, dat hij er niet uit kan glijden en naar beneden vallen! •Bij flitsseries met vol vermogen en korte flitsvolgtijden en accuvoeding, telkens na 20 flitsen een pauze van minstens 3 minuten aanhouden. Daarmee voorkomt u overbelasting van het apparaat. •Wanneer u een flits ontsteekt, mag er geen lichtabsorberend materiaal voor- of direct op de ruit van de reflector ( het flitsvenster) liggen. De ruit van de reflector mag niet vuil zijn, anders kan het materiaal van de reflectorruit vervormen of smelten wegens de hoge uitstoot van energie. •De flitser niet uit elkaar halen. HOOGSPANNING ! In het apparaat bevinden zich geen onderdelen die door een leek kunnen worden gerepareerd. x 57 2. Voorbereiden van de mecablitz rij b u an cc ga -a d NiC e att n ma ali Alk Geen lithiumbatterijen gebruiken! De batterijen zijn leeg, c.q. verbruikt, als de flitsvolgtijd meer wordt dan 60 s of bij de batterijtest de batterijaanduiding niet meer oplicht. Wanneer u de mecablitz een langere periode niet gebruikt, neem dan s.v.p. de batterijen uit het apparaat. Afb. 1: Bruikbare voedingsbronnen x 2.1 Voeding Afvoeren van de batterijen De flitser kan naar keuze worden gevoed uit: Batterijen horen niet bij het huisvuil. • 4 NiCd-accu’s, type IEC KR 15/51. Deze bieden zeer korte flitsvolgtijden en zijn herlaadbaar. S.v.p. de batterijen bij een daarvoor bestemd inzamelpunt afgeven. • 4 Alkalimangaanbatterijen , type LR6 ( penlight ). Deze voldoen aan gematigde eisen. • 4 Nikkel-metaalhydride accu’s ( formaat penlight, AA ). Deze zijn milieuvriendelijk ( zonder cadmium ) en beschikken over een bijzonder hoge capaciteit. 58 2. Voorbereiden van de mecablitz Afb. 2: Batterijen verwisselen 2.2 Inleggen en verwisselen van de batterijen of de accu’s • Schakel de flitser uit met de schakelaar O. • Schuif het deksel van het batterijvak in de richting van de pijl. • Leg de batterijen of de accu’s in de lengterichting in, overeenkomstig de aangegeven batterijsymbolen. Let er bij het inleggen van de batterijen op, dat de + en de - polen zoals de symbolen aangeven, worden ingelegd. Verwisselde polen kunnen tot vernieling van het apparaat leiden! Vervang altijd alle 4 batterijen tegelijk. Alleen gelijke accu’s / batterijen van dezelfde fabrikant met dezelfde laadtoestand inleggen. Batterijen met verschillende laadtoestand kunnen aanleiding vormen tot foute werking en eventueel uitlopen van de batterijen! Schuif na het inleggen van de batterijen, het batterijdeksel weer dicht. ☞ Verbruikte batterijen horen niet in het huisvuil! Lever uw bijdrage aan de milieubescherming en geef uw batterijen af bij de betreffende verzamelpunten. x 59 2. Voorbereiden van de mecablitz x 60 2.3 Batterijtest Met deze inrichting kunt u alkalimangaanbatterijen (geen accu’s) testen. Wanneer na het drukken op de knop de batterijaanduiding oplicht, zijn de batterijen in orde. Licht de batterijaanduiding niet op, dan is eventueel nog een geringe restcapaciteit voorhanden en moet u nieuwe batterijen inleggen. 2.5 Het bevestigen van de mecablitz op de camera 2.4 Automatische uitschakeling van het apparaat • Draai de kartelmoer in de richting van de wijzers van de klok en maak daarmee de mecablitz vast aan de camera. Om het per ongeluk ontladen van de batterijen tegen te gaan, schakelt de flitser zich ong. 10 minuten na het inschakelen of na het ontsteken van een flits uit om stoom te sparen. De groene bedrijfsindicator en de oranje aanduiding van flitsparaatheid doven. Het automatisch uitschakelen van de flitser kunt u door te flitsen of door op schakelaar I te drukken, verhinderen. Het apparaat blijft dan de volgende 5-10 min stand-by. Voor het weer inschakelen van de mecablitz drukt u op de toets I. • Neem de flitser zo in de hand, dat u naar de bedieningszijde kijkt. Draai de kartelmoer in de voet van het apparaat tegen de wijzers van de klok in tot de aanslag. • Schuif de mecablitz met de aansluitvoet in de flitsschoen van de camera. 3. De mecablitz in gebruik nemen 3.1 Voorwaarden U kunt de mecablitz in principe alleen met TTL-flitsgestuurde camera’s gebruiken! 6 Bij TTL-flitsgestuurde camera’s meet een sensor het door het objectief ( Through The Lens ) op de film vallende licht en schakelt de flitser bij voldoende belichting uit ( zie ook bladzijde 64). Of de camera die functie heeft, vindt u in zijn gebruiksaanwijzing. Bij camera’s die niet beschikken over een TTL-flitssturing wordt een flits met vol vermogen ontstoken! Dat betekent, dat de mecablitz bij het opnemen zonder TTL-flitssturing zijn maximale vermogen afgeeft ! Het tegelijkertijd gebruiken van de ingebouwde en een externe flitser is niet mogelijk, de in de camera ingebouwde flitser wordt uitgeschakeldals zich in de flitsschoen een externe flitser bevindt. 3.2 In en uitschakelen van de flitser, filmgevoeligheid In - en uitschakelen: schakel de mecablitz met schakelaar I in. In ingeschakelde toestand licht de groene bedrijfsindicator op. Wanneer de flitser geheel is opgeladen, licht bovendien de oranje aanduiding van flitsparaatheid op. Druk voor het uitschakelen op schakelaar O. De groene bedrijfsindicator en de oranje aanduiding van flitsparaatheid doven. Blijft de mecablitz in deze toestand op de camera, dan wordt bij de volgende opname geen flits ontstoken. Instellen van de filmgevoeligheid op de mecablitz: stel op de achterzijde van het apparaat de gevoeligheid van de gebruikte film in, door met de diafragmaschuif de gewenste waarde in het „ ISOvenster“ te kiezen. x 61 4. Meldingen van de flitser aan de camera De mecablitz draagt verschillende signalen, c.q. meldingen aan de camera over, wanneer hij ingeschakeld en met de camera verbonden is. x 62 4.1 Aanduiding van flitsparaatheid Bij opgeladen flitscondensator licht op de mecablitz de oranje lamp op en geeft daarmee aan, dat de flitser paraat is, hetgeen betekent, dat de flitser voor de volgende opname kan worden gebruikt. De flitsparaatheid wordt ook aan de camera overgedragen en zorgt daar voor eenzelfde aanduiding in de zoeker. Eventueel wordt de camera ( afhankelijk van het type! ) bij het bereiken van de flitsparaatheid omgeschakeld naar de flitssynchronisatietijd. Wanneer u de camera ontspant, zonder dat de flitsparaatheidslamp oplicht, wordt er geen flits afgegeven en de opname wordt soms verkeerd belicht, wanneer de camerasturing reeds naar de flitssynchronisatietijd is omgeschakeld. Details hierover leest u in de gebruiksaanwijzing van uw camera. 4.2 Automatische omschakeling naar de flitssynchronisatietijd Wanneer de flitser opgeladen is wordt bij de meeste systeemcamera’s automatisch vanuit de ingestelde functie naar de flitssynchronisatietijd omgeschakeld. Afhankelijk van het type camera zijn tijden tussen 1/30 seconde en 1/250 seconde gebruikelijk. Details s.v.p. opzoeken in de gebruiksaanwijzing van uw camera. 4.3 De aanduiding van de belichtingscontrole ( zie afb. 3 ) Wanneer u een flitsopname heeft gemaakt, licht de groene lamp van de belichtingscontrole even op als de belichting correct was. 4. Meldingen van de flitser aan de camera Sommige camera’s beschikken in de zoeker over een functie die waarschuwt tegen foute belichting : knippert de in de zoeker aangegeven diafragmawaarde, de belichtingstijd of beide aanduidingen, dan wordt er over- of onderbelicht. In principe over foute belichting : Afb. 3: De aanduiding van de belichtingscontrole 4.4 De zoekeraanduidingen in de camera Knippert : flitser inschakelen. ( bij sommige camera’s ). Licht op : Flitser is gereed ( bij sommige camera’s ) Lees s.v.p. in de gebruiksaanwijzing van de camera na, wat voor uw type camera geldt. • Bij overbelichting : niet flitsen! • Bij onderbelichting : schakel de flitser in of gebruik een statief en een lange belichtingstijd In de verschillende belichtings- en automatische programma’s kunnen verschillende redenen voor foute belichting liggen. Lees s.v.p. in de gebruiksaanwijzing van de camera na, wat voor uw camera geldt. x 63 5. TTL-flitsregeling 6 x 64 De mecablitz krijgt zijn informatie uitsluitend van een TTL-gestuurde camera. In de TTL-functie wordt de belichtingsmeting door een sensor in de camera uitgevoerd. Deze meet het door het objectief op de film vallende licht ( TTL = Through The Lens ). Bij het bereiken van de vereiste hoeveelheid licht schakelt de electronica van de camera de flitser uit. Het voordeel van deze flitsfunctie ligt hierin, dat alle factoren die de belichting beïnvloeden ( bijv. filters, veranderingen van diafragmawaarde en brandpuntsafstand bij zoomobjectieven ) ingecalculeerd worden. U hoeft zich geen zorgen te maken om de instelling van de flitser, de electronica van de camera zorgt automatisch voor de juiste flitsdosering. Bovendien kunt u ook gebruikmaken van de verschillende meetmethoden ( bijv. spotmeting, matrixmeting, integrale meting met nadruk op het beeldmidden etc. ) die sommige camera’s te bieden hebben. De maximale flitsreikwijdte voor het gekozen diafragma kunt u op de diafragmarekenschuif aflezen of in de tabel op bladzijde 20 opzoeken. De minimale verlichtingsafstand bedraagt ong. 15 % van de maximale reikwijdte. Wanneer u binnen de minimumafstand flitst, kan overbelichting optreden. In de TTL-functie moet ook voor tests altijd een stuk film in de camera ingelegd zijn. Wilt u de flitsreikwijdte bepalen aan de hand van de aanduiding voor belichtings-o.k., dan is dat alleen door ontspannen van de camera mogelijk en niet door het ontspannen van de flitser! 6. Flitssynchronisatie Afhankelijk van het type camera zijn verschillende soorten flitssynchronisatie mogelijk. Hoe de ver schillende soorten flitssynchronisatie op de camera moeten worden ingesteld, vind u in de gebruiksaanwijzing van de camera. 6.1 Normale synchronisatie Deze functie wordt door alle TTL-camera’s ondersteund en hij is geschikt voor de meeste flitsopnamen. Bij de normale flitssynchronisatie ordt automatisch naar de flitssynchronisatietijd van de camera omgeschakeld. Afhankelijk van het type camera zijn daarbij tijden van tussen 1/30 s en 1/250 s gebruikelijk. Details vindt u in de gebruiksaanwijzing van de camera. 6.2 Synchronisatie bij lange belichtingstijden Sommige camera’s beschikken over bepaalde belichtingsprogramma’s voor flitssynchronisatie bij lange belichtingstijden. Flitsopnamen bij zwakke verlichting leiden met korte belichtingstijden ( normale flitssynchronisatieijd ) vaak tot te fel verlichte onderwerpen tegen een te donkere achtergrond. Bij synchronisatie met lange belichtingstijd staat het hele bereik tot 30 s ter beschikking, waarmee u de achtergrond beter kunt laten uitkomen, omdat bij langere belichtingstijden de basishelderheid van het onderwerp door het omgevingslicht duidelijk wordt verhoogd. Gebruik een statief, om cameratrilling te vermijden. Details vindt u in de gebruiksaanwijzing van de camera. x 65 7. Flitsen met de verschillende camerafuncties 7.1 Flits programautomatiek De camera schakelt in deze functie bij te weinig omgevingslicht zelfstandig de flitser in. Stuurt belichtingstijd en diafragma automatisch en ontsteekt de flitser als de ontspanknop wordt ingedrukt. Soft- Focus ( SF ) : In de functie soft- focus flitst de flitser alleen bij de eerste opname. Een soft- focuseffect wordt mogelijk dus niet bereikt! 7.2 De bij het flitsen niet ondersteunde, bijzondere functies Programverschuiving : Met ingeschakelde flitser is de programverschuiving ( tijd- /diafragmacombinatie ) in de programautomatiek niet mogelijk. Flits vooraf tegen rode ogen : Deze functie wordt door de mecablitz niet ondersteund. x 66 Synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter : Deze functie wordt door de mecablitz niet ondersteund. Scherpteautomatiek ( DEP ) : Deze functie wordt door de mecablitz niet ondersteund. De functie van automatische scherptedieptein stelling is met flits niet mogelijk. Als er een flitser is aangesloten, wordt belicht als bij programautomatiek. Details hierover vindt u in de gebruiksaanwijzing van de camera. 8. Autofocusmeetflits De mecablitz ondersteunt met zijn geïntegreerde AF–roodlicht-schijnwerper, autofocus-TTL-camera’s bij het automatisch scherpstellen. Wanneer er voor automatisch scherpstellen niet meer voldoende licht aanwezig is, projecteert de mecablitz op het moment dat de ontspanknop van de camera wordt aangeraakt een rood, verticaal streeppatroon op het onderwerp. Op dit streeppatroon stelt de camera met zijn autofocus scherp. Let er s.v.p. op : • Wanneer de autofocusmeetflits vereist is, werkt • Is het autofocussysteem van de camera ingeschakeld, dan wordt door de electronica in de camera bij te zwak licht de autofocusmeetflits automatisch geactiveerd. • De autofocusmeetflits kan niet bij elke camerafunctie, c.q. soort scherpstelling worden geactiveerd. Alleen de scherpstelprioriteit (One-shot AF-functie: zie de gebruiksaanwijzing van de camera) wordt ondersteund. Bij de ontspanprioriteit (AI Servo AF) is geen autofocusmeetflits mogelijk. Objectieven met lagere lichtsterkte van bijv. 5,6 c.q. 8 (bijv. telezoomobjectieven) beperken de reikwijdte van de AF-meetflits sterk! het AF-verlichtingsapparaat van de camera of van de flitser, afhankellijk van het type. • De reikwijdte van de AF-meetflits is afhankelijk van de lichtsterkte (maximale aanvangsopening) van het objectief! Bij een standaardobjectief F 1,8/50 mm bedraagt de reikwijdte ( hangt af van de gevoeligheid van de AF-sensor in de camera ) ong. 6 - 10 m. x 67 8. Autofocusmeetflits AF- functies Bij AF-camera’s zijn er twee functies ( afhankelijk van het camera-model ) : • Scherpteprioriteit ( SINGLE AF ) U kunt de camera pas ontspannen, als het AFsysteem op het onderwerp heeft scherpgesteld. Kan het camera AF-systeem niet scherpstellen, dan wordt de camera ( en daarmee ook de flitser ) niet ontspannen! • Ontspanprioriteit ( CONTINOUS AF ) : U kunt de camera altijd ontspannen, ongeacht de scherpstelling. x 68 Er bestaat gevaar, dat opnamen onscherp worden, wanneer u de ontspanknop bedient, alvorens de camera de scherpstelling heeft beëindigd. Bij deze functie is de AF-meetflits uitgeschakeld! Verdere details over de AF-functies en het activeren daarvan, vindt u in de gebruiksaanwijzing van de camera. 9. Indirect flitsen Afb. 4: Indirect flitsen Indirect flitsen In vergelijking met rechtstreeks geflitste foto’s met harde slagschaduwen, geeft indirect flitsen een zachte verlichting van het onderwerp met uitgebalanceerd contrast en vloeiende schaduwcontouren. Onderwerp en achtergrond worden hierbij met gereflecteerd strooilicht zacht en gelijkmatig uitgelicht. Voor indirect flitsen zwenkt u de reflector verticaal ( naar boven, tot ong. 80° mogelijk ), zodat het flitslicht op een geschikt reflecterend vlak terecht komt (bijv. een wit plafond ). Het reflecterende vlak moet neutraal van kleur zijn ( bij kleurenfoto’s ) , c.q. wit en mag geen structuur hebben. Zwenken van de reflector: houd de mecablitz met een hand vast en trek met de andere hand de kop van de reflector tot de aanslag naar voren uit het huis. Nu kunt u de reflector tot ong. 80° naar boven zwenken. er bij het zwenken van de reflector op, ☞ Let dat u met een voldoend grote hoek zwenkt, zodat er geen rechtstreeks licht van de reflector op het onderwerp kan vallen. x 69 10. Uitlichting en groothoekvoorzetstuk De mecablitz licht automatisch normale kleinbeeldopnamen ( 24 x 36 mm) met objectieven vanaf 35 mm brandpuntsafstand of groter, geheel uit. Opdat u ook een groothoekobjectief van 28 mm brandpuntsafstand kunt gebruiken, wordt een groothoekdiffusor meegeleverd, die de uitlichting in zoverre vergroot, dat deze ook voor dit objectief voldoende is. Let er daarbij op, dat de reikwijdte van de flitser door het gebruik van de groothoekdiffusor wordt verkleind! x 70 Monteer de groothoekdiffusor door hem over de reflector te leggen, tot hij aan de zijkanten inklikt. 11. Onderhoud en verzorging, opheffen van storingen Verwijder stof en vuil met een zachte, droge doek. Gebruik geen schoonmaakmiddelen - de kunststof zou kunnen worden beschadigd. Formeren van de flitscondensator Om technische redenen is het noodzakelijk, de mecablitz vier keer per jaar ongeveer 10 minuten in te schakelen en een paar flitsen te ontsteken ( de in de mecablitz ingebouwde condensator verandert natuurkundig, wanneer het apparaat gedurende lange tijd niet wordt ingeschakeld ). De batterijen moeten hierbij nog zoveel energie leveren, dat de aanduiding van flitsparaatheid uiterlijk 1 minuut na het inschakelen oplicht. Opheffen van storingen Functioneert de flitser niet zoals dat van hem onder de gegeven omstandigheden en instellingen zou mogen worden verwacht, voer dan de volgende maatregelen uit: • schakel de flitser uit met de hoofdschakelaar. • neem de batterijen of accu’s korte tijd uit de flitser. x 71 12. Technische gegevens RichtgetaI bij ISO 100/21°: 28 / 22 met groothoekdiffusor Groothoekuitlichting voor kleinbeeld vanaf 35 mm brandpuntsafstand, met groothoekdiffusor vanaf 28 mm brandpuntsafstand. Kleurtemperatur: ong. 5600 K ✳ Richtgetallentabel: Richtgetal Filmgevoeligheid in ISO Metersysteem Ft-systeem x 25 / 15° 50 / 18° 100 / 21° 200 / 24° 400 / 27° 800 / 30° 1600 / 33° Aantal flitsen: ✳ NiCd-accu ong. 90 ...1200 ✳ Alkalimangaan- ong. 180...2500 batterijen 14 20 28 40 56 79 112 46 65 92 130 184 260 368 Synchronisatie: Laagspannings-thyristorontsteking Ni Metaalhydride ong. 140 ...1800 accu’s Flitsvolgtijd: ✳ ong. 7 s ...0,3 s ✳ ong.10 s ...0,3 s ong. 7 s ...0,3 s Uitlichting: rechthoekig, horizontaal ong. 58°, verticaal ong. 42°, met groothoekdiffusor horizontaal ong. 68°, verticaal ong. 49° Flits duur: 1/400 s ...1/20.000 s Massa: 300 g Levering omvat: flitser, groothoekdiffusor, gebruiksaanwijzing ✳ Afhankelijk van de ingestelde camerafunctie en van de laadtoestand van de batterijen, c.q.van de accu’s. 72 ✳ 13. Accessoires Op foutief functioneren van, en schade aan de mecablitz, veroorzaakt door het gebruik van accessoires van andere fabrikanten, wordt geen garantie verleend. • Mecalux 11 ( bestelnummer : 000000112 ) Sensor voor optisch, vertragingsvrij ontsteken van tweede flitsers door een door de camera afgegeven flits. Spreekt ook aan op infrarood. Geen batterijen nodig. • Reflectiescherm 28 - 23 ( bestelnummer : 000028237 ) • Tas T - 33 ( bestelnummer : 000006331 ) x 73
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

Metz MECABLITZ 28 AF-4 C Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor