Zanussi ZKC47902BU Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZKC47902BU
ZKC47902XU
NL Gebruiksaanwijzing
Combimagnetron
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en
complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt te worden
gehouden, mits ze voortdurend onder toezicht staan.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat
installeren en de kabel vervangen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te
passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt.
2
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei
te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de
stekker van het apparaat uit het stopcontact trekken.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de
lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken, deze
kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het
glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Schakel het apparaat niet in als het leeg is. Metalen delen in de
ovenruimte kunnen elektrische vonken veroorzaken.
Tijdens bereiding in de magnetron zijn geen metalen
voedselbakjes en drinkbekers toegestaan. Deze vereiste is niet
van toepassing als de fabrikant heeft aangegeven dat het
formaat en de vorm van het metalen voorwerp geschikt is voor
bereiding in de magnetron.
Als de deur, scharnieren/handgrepen of deurafdichtingen zijn
beschadigd, mag het apparaat niet worden gebruikt tot hij is
gerepareerd door een vakkundig persoon.
Alleen een vakkundig persoon kan onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden uitvoeren waarvoor de afdekking moet
worden verwijderd die beschermd tegen blootstelling aan
magnetronenergie.
Verwarm geen vloeistoffen of andere levensmiddelen in
afgesloten houders. Deze kunnen dan ontploffen.
Gebruik alleen hulpstukken die geschikt zijn voor gebruik in de
magnetron.
Let bij het opwarmen van voedsel in plastic of papieren houders
op het apparaat vanwege de mogelijkheid tot zelfontbranding.
Het apparaat is bedoeld voor het opwarmen van voedsel en
dranken. Het drogen van levensmiddelen of kleding en het
opwarmen van warmhoudpads, slippers, sponzen, vochtige
3
doekjes en dergelijke kan leiden tot letsel, zelfontbranding of
brand.
Als rook wordt waargenomen, zet dan het apparaat uit of trek
de stekker uit het stopcontact en houd de deur gesloten om
vlammen te doven.
Het in de magnetron opwarmen van dranken kan ertoe leiden
dat het langer duurt voordat het kookpunt wordt bereikt. Pas op
als u de houder uit de magnetron haalt.
De inhoud van melkflesjes en potjes babyvoeding moet worden
geroerd of geschud en de temperatuur moet voor consumptie
worden gecontroleerd om brandwonden te voorkomen.
Eieren in de schaal en hele hardgekookte eieren mogen niet in
het apparaat worden opgewarmd omdat ze dan kunnen
ontploffen, zelfs nadat de magnetronverwarming is beëindigd.
Het apparaat moet regelmatig worden gereinigd en
voedselresten dienen te worden verwijderd.
Het niet schoonhouden van het apparaat kan leiden tot
beschadigingen aan het oppervlak hetgeen weer een negatief
effect kan hebben op de levensduur van het apparaat wat weer
kan leiden tot een gevaarlijke situatie.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
MONTAGE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de handgreep van
zijn plaats.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Installeer het apparaat op een veilige en
geschikte plaats die aan alle installatie-eisen
voldoet.
Het apparaat is uitgerust met een elektrisch
koelsysteem. Het heeft elektrische stroom
nodig.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet
beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking komen
met de deur van het apparaat, met name niet als
deze heet is.
4
De schokbescherming van delen onder stroom
en geïsoleerde delen moet op zo'n manier
worden bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een losse
stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-apparaten:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat
volledig van het lichtnet afgesloten kan worden.
Het isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3 mm.
Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, brandwonden, elektrische
schokken of een explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van de deur
van het apparaat als het apparaat aan staat. Er
kan hete lucht ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte handen of
als het contact maakt met water.
Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als
werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als
u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van
het apparaat bij het openen van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
De magnetronfunctie mag niet worden gebruikt
om de oven voor te verwarmen.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
Om schade of verkleuring van het email te
voorkomen:
leg geen aluminiumfolie op de bodem van
de ruimte in het apparaat.
plaats geen water direct in het hete
apparaat.
haal vochthoudende schotels en eten uit
het apparaat als u klaar bent met koken.
wees voorzichtig bij het verwijderen of
bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet
van invloed op de werking van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten.
Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te
koken. Het mag niet worden gebruikt voor
andere doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
Alle bereidingen moeten worden uitgevoerd met
gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een meubelpaneel
gemonteerd is (bijv. een deur), zorg er dan voor
dat de deur nooit gesloten is als het apparaat in
werking is. Warmte en vocht kunnen achter een
gesloten meubelpaneel ophopen en schade aan
het apparaat, de behuizing of de vloer
veroorzaken. Sluit het meubelpaneel niet tot het
apparaat volledig afgekoeld is na gebruik.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, brand en schade aan het
apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit
het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er
bestaat een risico dat de glasplaten kunnen
breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen als deze
beschadigd zijn. Neem contact op met een
erkend servicecentrum.
Zorg ervoor dat de ovenruimte en de deur na elk
gebruik worden afgeveegd. Stoom
geproduceerd tijdens de werking van het
apparaat condenseert op de wanden en kan
roest veroorzaken.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
5
Vet en voedsel dat in het apparaat achterblijft
kan brand en een vlamboog veroorzaken als de
magnetronfunctie in werking wordt gezet.
Reinig het apparaat met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Raadpleeg, als u een ovenspray gebruikt, eerst
de aanwijzingen op de verpakking.
Reinig niet het katalytisch email (indien van
toepassing) met een schoonmaakmiddel.
BINNENVERLICHTING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
Het type gloeilampje of halogeenlampje dat voor
dit apparaat wordt gebruikt, is alleen geschikt
voor huishoudelijke apparaten. Gebruik deze
niet voor andere doeleinden.
Voordat u het lampje vervangt, dient u de
stekker van het apparaat uit het stopcontact te
halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
SERVICEDIENST
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
het apparaat vast komen te zitten.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ALGEMEEN OVERZICHT
1 3 642 5
12
4
3
1
2
10
11
7
8
9
1
Bedieningspaneel
2
Power lamp/symbool
3
Knop voor verwarmingsfuncties
4
Scherm
5
Temperatuurlampje en
magnetronstroomlampje / symbool
6
Bedieningsknop
7
Verwarmingselement
8
Magnetrongenerator
9
Lamp
10
Ventilator
11
Verwijderbare inschuifrail
12
Roosterhoogtes
6
ACCESSOIRES
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
BEDIENINGSPANEEL
TOETSEN
Sensorveld / Knop Functie Beschrijving
KLOK De klokfunctie instellen.
MIN Om de tijd in te stellen.
MAGNETRON De magnetronfunctie instellen. Houd deze
langer dan 3 seconden vast om de ovenver-
lichting in of uit te schakelen. De licht kan ook
gebruikt worden als de oven is uitgeschakeld.
PLUS Om de tijd in te stellen.
TEMPERATUUR De oventemperatuur of de temperatuur van de
vleesthermometer (indien van toepassing). Al-
leen gebruiken indien er een ovenfunctie in
werking is.
DISPLAY
A B C
EH FG D
A. Timer / Temperatuur / Magnetronvermogen
B. Opwarmen en restwarmte-indicatie
C. Magnetronstand
D. Vleesthermometer (alleen geselecteerde
modellen)
E. Deurslot (alleen geselecteerde modellen)
F. Uren/minuten
G. Demomodus (alleen geselecteerde modellen)
H. Klokfuncties
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Raadpleeg voor het instellen van de
dagtijd het hoofdstuk "Klokfuncties".
7
EERSTE REINIGING
Verwijder all accessoires en verwijderbare
inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het eerste
gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare inschuifrails
terug in de beginstand.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
VERZONKEN KNOPPEN
Om het apparaat te bedienen, moet u de
bedieningsknop indrukken. De knop komt dan naar
buiten.
VERWARMINGSFUNCTIES
Ovenfunctie Applicatie
Off position
De oven staat uit.
Binnenverlich-
ting
Het lampje activeren zonder
een bereidingsfunctie.
Magnetron
Creëert de warmte direct in
het eten. Gebruik de mag-
netron voor het verwarmen
van kant-en-klare maaltij-
den en drankjes, het ont-
dooien van vlees of fruit en
het bereiden van groenten
en vis.
Hetelucht
Om op 2 rekstanden te
bakken en tegelijk voedsel
te drogen.
Stel de temperatuur 20 -
40 °C lager in dan voor Bo-
ven + onderwarmte.
Pizza Hete-
lucht
Voor het bakken van pizza.
Voor intensieve bruining en
een knapperige bodem.
Ovenfunctie Applicatie
Boven + on-
derwarmte
(Boven-/
Onderwarmte)
Voor het bakken en braden
op een ovenniveau.
Onderwarmte
Voor het bakken van taar-
ten met een knapperige bo-
dem en het inmaken van
voedsel.
Ontdooien
Om voedsel te ontdooien
(groenten en fruit). De ont-
dooitijd hangt af van de
hoeveelheid en dikte van
het voedsel.
Grill
Om plat voedsel te grillen
en brood te roosteren.
Grill Intens
Voor het roosteren van plat
voedsel in grote hoeveelhe-
den en voor het maken van
toast.
Circulatiegrill
Voor het braden van grote-
re stukken vlees of gevo-
gelte met botten op één ni-
veau. Voor gratineren en
bruinen.
De lamp kan tijdens bepaalde
ovenfuncties automatisch uitgaan bij
een temperatuur die lager is dan 60°
C.
EEN VERWARMINGSFUNCTIE INSTELLEN
1. Draai aan de knop van de verwarmingsfuncties
om een verwarmingsfunctie te selecteren.
2. Draai aan de regelknop om de temperatuur /
het magnetronvermogen te kiezen.
8
Het lampje gaat aan wanneer de oven in werking is.
3. Om de oven uit te schakelen, draait u de knop
voor de verwarmingsfuncties naar de uitstand.
DE FUNCTIE INSTELLEN: MAGNETRON
Verwijder alle accessoires.
1. Draai aan de functieknop van de oven om een
functie te selecteren: Magnetron .
Het display toont eerst een standaard
magnetronvermogen en daarna een standaard
tijdsduur voor: Duur.
Druk op om te starten met de
standaardwaarden voor het magnetronvermogen en
voor: Duur.
2. Draai aan de knop voor temperatuur/
magnetronvermogen om het
magnetronvermogen te wijzigen. Het vermogen
kan worden gewijzigd in stappen van 100 W.
3. Druk op en daarna op / om te
wijzigen: Duur.
4. Druk op: .
Als de ingestelde tijd voor Duur eindigt, klinkt het
geluidssignaal weer en stopt de functie Magnetron.
5. Draai de knop voor de ovenfuncties naar de uit-
stand.
Als u de deur van de oven opent, stopt
de functie Magnetron. Om het
opnieuw te laten starten sluit u de deur
en drukt u op .
DE FUNCTIE INSTELLEN:
COMBINATIEMAGNETRON
U kunt de magnetronfunctie combineren met iedere
willekeurige verwarmingsfunctie.
1. Draai aan de knop voor de ovenfuncties om
een ovenfunctie te selecteren.
In het display verschijnt een standaardtemperatuur.
2. Draai de knop voor de temperatuur /
magnetronvermogen om de temperatuur te
wijzigen.
3. Druk op
om de verwarmfunctie te
combineren met de magnetronstand.
Bij het gebruik van de
combimagnetronfunctie kan de
oven diverse geluiden maken. Dit
is normaal voor deze functie.
4. Draai aan de knop voor instelling van
temperatuur/magnetronvermogen om de
instellingen van het magnetronvermogen te
wijzigen. Het vermogen kan worden gewijzigd
in stappen van 100 W.
U kunt Duur instellen voor de
combimagnetronfunctie. Bij het
instellen van de tijd voor Duur
gedurende meer dan 7 minuten en in
de combistand, kan het
magnetronvermogen niet hoger zijn
dan 600 W.
Ongeveer 5 graden voordat de ingestelde
temperatuur is bereikt klinkt er een geluidsignaal.
Als de ingestelde tijd voor Duur eindigt, klinkt het
geluidssignaal weer en stopt de
combimagnetronfunctie.
5. Draai de knop voor de ovenfuncties naar de uit-
stand.
INDICATIELAMPJE BIJ VOORVERWARMEN
Wanneer de ovenfunctie actief is, verschijnen de
balkjes in het display één voor één wanneer de
temperatuur in de oven stijgt en verdwijnen ze
wanneer de temperatuur daalt.
KLOKFUNCTIES
TABEL MET KLOKFUNCTIES
Klokfunctie Applicatie
DAGTIJD
Met deze functie kunt u de
dagtijd weergeven of veran-
deren. U kunt de dagtijd al-
leen wijzigen als de oven
uitstaat.
Klokfunctie Applicatie
DUUR
Instellen hoe lang de oven
in werking is. Gebruik dit al-
leen wanneer de verwar-
mingsfunctie is ingesteld.
9
Klokfunctie Applicatie
EINDE
Instellen als de oven uit-
staat. Gebruik dit alleen
wanneer de verwarmings-
functie is ingesteld.
VERTRA-
GINGSTIJD
Combinatie van de functies
DUUR en EINDE.
KOOKWEK-
KER
Gebruik de kookwekker
voor het instellen van een
afteltijd. Deze functie heeft
geen invloed op de werking
van de oven. U kunt de
KOOKWEKKER op elk ge-
wenst moment instellen,
ook als de oven uitstaat.
00:00
TIMER MET
OPTELFUNC-
TIE
Als u geen andere klokfunc-
tie instelt, zal de TIMER
MET OPTELFUNCTIE au-
tomatisch bijhouden hoe
lang de oven werkt.
Deze wordt onmiddellijk in-
geschakeld wanneer de
oven begint met opwarmen.
De timer met optelfunctie
kan niet worden gebruikt
met de functies: DUUR,
EINDE.
INSTELLEN EN WIJZIGEN VAN DE TIJD
Wacht na de eerste aansluiting op het stopcontact
totdat het display en "12:00" weergeeft. "12"
knippert.
1. Druk op of om de uren in te stellen.
2. Druk op om te bevestigen en de minuten in
te stellen.
Het display toont
en het ingestelde uur. "00"
knippert.
3. Druk op of om de huidige minuten in te
stellen.
4. Druk op om te bevestigen of de ingestelde
dagtijd zal na vijf seconden automatisch
worden opgeslagen.
Op het display verschijnt de nieuwe tijd.
Druk om de dagtijd te wijzigen herhaaldelijk op
tot het indicatielampje voor de dagtijd knippert
op het display.
DE DUUR INSTELLEN
1. Stel de verwarmingsfunctie in.
2. Blijf op drukken totdat begint te
knipperen.
3. Druk op of om de minuten en uren in te
stellen. Druk op om te bevestigen.
Wanneer de ingestelde tijdsduur eindigt, klinkt er
gedurende 2 minuten een geluidssignaal en
knipperen en de tijd in het display. De oven
wordt automatisch uitgeschakeld
4. Druk op een willekeurige knop of open de deur
van de oven om het geluid te stoppen.
5. Draai de knop voor de verwarmingsfuncties
naar de uit-stand.
HET EINDE INSTELLEN
1. Stel de verwarmingsfunctie in.
2. Blijf op drukken totdat begint te
knipperen.
3. Druk op of om de uren en daarna de
minuten in te stellen. Druk op om te
bevestigen.
Op de ingestelde eindtijd klinkt er gedurende 2
minuten een geluidssignaal en knipperen en de
tijd in het display. De oven wordt automatisch
uitgeschakeld
4. Druk op een willekeurige knop of open de deur
van de oven om het geluid te stoppen.
5. Draai de knop voor de verwarmingsfuncties
naar de uit-stand.
DE FUNCTIE VERTRAGINGSTIJD INSTELLEN
1. Stel de verwarmingsfunctie in.
2. Blijf op drukken totdat begint te
knipperen.
3. Druk op of om de minuten en uren voor
de DUUR in te stellen. Druk op om te
bevestigen.
Op het display knippert .
4. Druk op of om de uren en daarna de
minuten voor het EINDE in te stellen. Druk op
om te bevestigen. Het display toont
en de ingestelde temperatuur.
De oven gaat later automatisch aan, werkt voor de
ingestelde tijds DUUR en stopt op de ingestelde
EINDE.
Op de ingestelde EINDE klinkt er gedurende 2
minuten een geluidssignaal en knipperen en de
tijd in het display. De oven gaat uit.
10
5. Druk op een willekeurige knop of open de deur
van de oven om het geluid te stoppen.
6. Draai de knop voor de verwarmingsfuncties
naar de uit-stand.
DE KOOKWEKKER INSTELLEN
De kookwekker kan zowel worden ingesteld bij een
ingeschakelde of uitgeschakelde oven.
1. Blijf op
drukken totdat begint te
knipperen.
2. Druk op of om de seconden in te stellen
en daarna de minuten.
Als de ingestelde tijd langer is dan 60 minuten
knippert op het display.
3. Stel de uren in.
4. De KOOKWEKKER start automatisch na vijf
seconden.
Na 90% van de ingestelde tijd klinkt er een
geluidssignaal.
5. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, klinkt er
gedurende 2 minuten een geluidssignaal.
"00:00" en knipperen op het display. Druk
op een willekeurige toets om het signaal uit te
zetten.
TIMER MET OPTELFUNCTIE
Houd om de timer met optelfunctie te resetten
en ingedrukt. De timer gaat weer optellen.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
DE ACCESSOIRES PLAATSEN
Gebruik uitsluitend geschikt kookgerei en materiaal.
WAARSCHUWING! Raadpleeg
hoofdstuk 'Hints en tips', kookgerei en
materiaal geschikt voor de magnetron.
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestangen van de
roostersteun en zorg ervoor dat de pootjes omlaag
staan.
Bakplaat:
Schuif de bakplaat tussen de geleidestangen van
de roostersteun.
Bakrooster en bakplaatsamen:
Plaats bakplaat tussen de geleiders van de
inschuifrails en het bakrooster op de geleiders
erboven.
Kleine inkepingen bovenaan verhogen
de veiligheid. Deze inkepingen zorgen
er ook voor dat ze niet omkantelen. De
hoge rand rond het rooster voorkomt
dat het kookgerei van het rooster
afglijdt.
11
EXTRA FUNCTIES
GEBRUIK VAN HET KINDERSLOT
Als het kinderslot is ingeschakeld, kan de oven niet
per ongeluk worden aangezet.
1. Zorg dat de knop voor de ovenfuncties in de
uit-stand staat.
2.
Er klinkt een geluidsignaal. SAFE en verschijnt op
het display.
Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te schakelen.
GEBRUIK VAN DE FUNCTIEVERGRENDELING
U kunt de functievergrendeling alleen inschakelen
als het apparaat in werking is.
Als de functievergrendeling is ingeschakeld, kunnen
de instellingen voor de temperatuur en tijd van een
werkende oven niet per ongeluk worden gewijzigd.
1. Selecteer een ovenfunctie en stel het in
volgens uw voorkeur.
2. Houd en gedurende ten minste 2
seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een geluidsignaal. Loc en verschijnt
gedurende 5 seconden op het display.
Loc verschijnt op het display als u de
aan de temperatuurknop draait of op
een willekeurige knop drukt en de
functievergrendeling is ingeschakeld.
Als u aan de knop voor de ovenfuncties draait, gaat
de oven uit.
Als u het apparaat uitschakelt terwijl de
functievergrendeling aan is, schakelt de
functievergrendeling automatisch over naar het
kinderslot. Raadpleeg 'Het kinderslot gebruiken'.
Herhaal stap 2 om de functievergrendeling uit te
schakelen.
RESTWARMTE-INDICATIE
Als u de oven uitschakelt, toont het display de
restwarmte-indicator bij een oventemperatuur
van boven de 40 °C.
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
Omwille van veiligheidsredenen schakelt de oven
na bepaalde tijd automatisch uit als er een
verwarmingsfunctie in werking is en u de
oventemperatuur niet wijzigt.
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
30 - 115 12.5
120 - 195 8.5
200 - 230 5.5
Druk na een automatische uitschakeling op een
willekeurige knop om de oven opnieuw te activeren.
De automatische uitschakeling werkt
niet met de functies: licht, duur, einde.
KOELVENTILATOR
Als de oven in werking is, wordt de koelventilator
automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van
de oven koel te houden. Na het uitschakelen van de
oven blijft de ventilatie doorgaan totdat de oven is
afgekoeld.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
De temperaturen en baktijden in de
tabellen zijn slechts als richtlijn
bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en de
hoeveelheid van de gebruikte
ingrediënten.
KOOKADVIEZEN
Uw oven kan anders bakken of roosteren dan de
oven die u tot nu toe gebruikt heeft. In de
onderstaande tabel vindt u de standaardinstellingen
voor temperatuur, kooktijd en roosterniveau.
Als u voor een speciaal recept de instelling niet
kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk recept.
MAGNETRONAANBEVELINGEN
Plaats het voedsel op een bord onderin de ruimte.
Draai het voedsel halverwege de ontdooi- en
bereidingstijd om of roer het door.
12
Dek het voedsel voor bereiding en opwarming af.
Zet tijdens het verwarmen van dranken de lepel in
de fles of het glas om de warmte beter te verdelen.
Plaats het voedsel in de oven zonder enig
verpakkingsmateriaal. De verpakte kant-en-klaar-
maaltijden kunnen alleen in de oven worden
geplaatst als de verpakking magnetronbestendig is
(raadpleeg de informatie op de verpakking).
Bereiding met magnetron
Bereid voedsel afgedekt. Bereid voedsel slechts
zonder het te bedekken als u een korst wilt
behouden.
Zorg dat u de gerechten niet te lang kookt, door het
vermogen en de tijd te hoog in te stellen. Het
voedsel kan uitdrogen, aanbranden of brand
veroorzaken.
Gebruik de oven niet om eieren in hun schaal en
slakken met huisje te bereiden, omdat deze kunnen
barsten. Prik het eigeel van gebakken eieren in
voordat ze worden opgewarmd.
Prik voedsel met huid of schil diverse malen in met
een vork voordat u het bereidt.
Snij groenten in stukjes van gelijke grootte.
Roer vloeibare gerechten zo nu en dan door.
Roer het voedsel voor het opdienen door.
Nadat u de oven uitschakelt, neemt u het voedsel
uit en laat u het een aantal minuten staan.
Ontdooien in de magnetron
Plaats het bevroren, uitgepakte voedsel op een
klein omgekeerd bord met een bakje eronder of op
een ontdooirek of plastic zeef, zodat de
dooivloeistof kan weglopen.
Verwijder telkens de stukken die zijn ontdooid.
U kunt een hoger magnetronvermogen gebruiken
om fruit en groenten te bereiden zonder ze eerst te
ontdooien.
KOOKGEREI EN MATERIALEN GESCHIKT VOOR DE MAGNETRON
Gebruik in de magnetron alleen kookgerei en materiaal dat hiervoor bestemd is. Gebruik
onderstaande tabel als referentie.
Materiaal van de pannen
Magnetronfunctie
Combimagnetronfunctie
Ontdooien
Verwarmen,
Meer
Ovenbestendig glas en porselein zonder
metalen onderdelen, bijv. hittebestendig
glas
Niet-ovenbestendig glas en porselein on-
der zilveren, gouden, platina of metalen
laag/versieringen
X X
Glas en glaskeramiek van ovenbesten-
dig / diepvriesbestendig materiaal
Keramiek en aardewerk zonder kwartz of
metalen onderdelen en metaalhoudend
glazuur
X
Keramiek, porselein en aardewerk met
ongeglazuurde onderkant of met kleine
gaatjes, bijv. op handvaten
X X X
Hittebestendig kunststof tot 200 °C
(controleer altijd de specificatie van de
kunststof schaal voordat u deze gebruikt)
X
Karton, papier X X
13
Materiaal van de pannen
Magnetronfunctie
Combimagnetronfunctie
Ontdooien
Verwarmen,
Meer
Huishoudfolie X X
Roosterfolie met magnetronbestendige
sluiting (controleer altijd de specificatie
van de folie voor gebruik)
X
Ovenschotels gemaakt van metaal, d.w.z.
emaille, gietijzer
X X
Bakblikken, met zwarte lak of siliconen
laag (controleer altijd de specificatie van
de bakblikken voor gebruik)
X X
Bakplaat X X X
Bakrooster X X
Kookgerei voor magnetrongebruik, bijv.
pan voor knapperige gerechten
X X
BAKKEN
Gebruik de eerste keer de laagste temperatuur.
Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus
kan de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is, wordt de
cake niet overal even bruin. Als de cake niet
overal even bruin wordt, hoeft u de
temperatuurinstelling niet te wijzigen. De
verschillen verminderen tijdens het bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in de oven
vervormen. Wanneer de bakplaten afkoelen,
verdwijnt de vervorming.
BAKTIPS
Bakresultaat Mogelijke oorzaak oplossing
De onderkant van de cake
is niet voldoende ge-
bruind.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere rek-
stand.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u een cake
bakt, stelt u de baktemperatuur lager
in.
Te korte baktijd. Baktijd verlengen. U kunt de baktijd
niet verlagen door een hogere tem-
peratuur in te stellen.
Er zit te veel vloeistof in het
mengsel.
Minder vocht gebruiken. Let op de
kneedtijden, vooral bij het gebruik
van keukenmachines.
14
Bakresultaat Mogelijke oorzaak oplossing
De cake is te droog. De oventemperatuur is te laag. De volgende keer dat u een cake
bakt, stelt u de baktemperatuur ho-
ger in.
Te lange baktijd. De volgende keer dat u een cake
bakt, gebruikt u een kortere baktijd.
De cake wordt ongelijk-
matig bruin.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
De baktemperatuur lager instellen en
de baktijd verlengen.
Het deeg is niet gelijkmatig
verdeeld.
Verdeel het deeg gelijkmatig over de
bakplaat.
De cake wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd.
De oventemperatuur is te laag. De volgende keer dat u een cake
bakt, stelt u de baktemperatuur een
beetje hoger in.
BAKKEN OP ÉÉN OVENNIVEAU
Bakken in een bakblik
Gerecht -functie
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Tulband of brioche Hetelucht 150 -
160
50 - 70 1
Moskovisch gebak /
vruchtencake
Hetelucht 140 -
160
70 - 90 1
Sponge cake / Cake,
zacht
Hetelucht 140 -
150
35 - 50 1
Sponge cake / Cake,
zacht
Boven-/Onder-
warmte
160 35 - 50 2
Taartbodem - zandtaart-
deeg
1)
Hetelucht 170 -
180
10 - 25 1
Taartbodem - zacht cake-
deeg
Hetelucht 150 -
170
20 - 25 1
Apple pie / Appeltaart (2
vormen Ø 20 cm, diago-
naal geplaatst)
Hetelucht 160 70 - 90 1
Apple pie / Appeltaart (2
vormen Ø 20 cm, diago-
naal geplaatst)
Boven-/Onder-
warmte
180 70 - 90 1
Kwarktaart, bakplaat
2) Boven-/Onder-
warmte
160 -
170
60 - 90 1
1) Oven voorverwarmen.
2) Gebruik de braadpan.
15
Gebak / brood op bakplaat
Gerecht -functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Vlechtbrood/broodkrans Boven-/Onder-
warmte
170 - 190 30 - 40 2
Kerststol
1) Boven-/Onder-
warmte
160 - 180 50 - 70 2
Brood (roggebrood)
1) Boven-/Onder-
warmte
2
eerst 230 20
vervolgens 160 - 180 30 - 60
Roomsoezen / Eclairs
1) Boven-/Onder-
warmte
190 - 210 20 - 35 2
Biscuitrol
1) Boven-/Onder-
warmte
180 - 200 10 - 20 2
Kruimeltaart (droog) Hetelucht 150 - 160 20 - 40 1
Boter-/Suikerkoek
1) Boven-/Onder-
warmte
190 - 210 20 - 30 2
Vruchtentaart (bereid met
gistdeeg/roerdeeg)
2)
Hetelucht 150 - 160 35 - 55 1
Vruchtentaart (bereid met
gistdeeg/roerdeeg)
2)
Boven-/Onder-
warmte
170 35 - 55 1
Vruchtentaart met kruimel-
deeg
Hetelucht 160 - 170 40 - 80 1
Plaatkoek met kwetsbare
garnering (bijvoorbeeld
kwark, room, puddingvul-
ling)
1)
Boven-/Onder-
warmte
160 - 180 40 - 80 2
1) Oven voorverwarmen.
2) Gebruik de braadpan.
Koekjes
Gerecht -functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Zandkoekjes Hetelucht 150 - 160 10 - 20 1
Short bread / Zandtaart-
deeg / Gebakreepjes
Hetelucht 140 20 - 35 1
16
Gerecht -functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Short bread / Zandtaart-
deeg / Gebakreepjes
1)
Boven-/Onder-
warmte
160 20 - 30 2
Koekjes gemaakt van
sponsdeeg
Hetelucht 150 - 160 15 - 20 1
Eiwitgebak / schuimgebak Hetelucht 80 - 100 120 - 150 1
Bitterkoekjes Hetelucht 100 - 120 30 - 50 1
Koekjes gemaakt van gist-
deeg
Hetelucht 150 - 160 20 - 40 1
Klein bladerdeeggebak
1) Hetelucht 170 - 180 20 - 30 1
Broodjes
1) Boven-/Onder-
warmte
190 - 210 10 - 25 2
Small cakes / Kleine ca-
kes
1)
Hetelucht 160 20 - 35 3
Small cakes / Kleine ca-
kes
1)
Boven-/Onder-
warmte
170 20 - 35 2
1) Oven voorverwarmen.
OVENSCHOTELS EN GEGRATINEERDE GERECHTEN
Gerecht -functie Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pastaschotel Boven-/onder-
warmte
180 - 200 45 - 60 1
Lasagne Boven-/onder-
warmte
180 - 200 25 - 40 1
Groentegratin
1) Circulatiegrill 160 - 170 15 - 30 1
Stokbroden be-
dekt met ge-
smolten kaas
Hetelucht 160 - 170 15 - 30 1
Zoete ovenscho-
tels
Boven-/onder-
warmte
180 - 200 40 - 60 1
Visschotels Boven-/onder-
warmte
180 - 200 30 - 60 1
Gevulde groente Hetelucht 160 - 170 30 - 60 1
1) Oven voorverwarmen.
BAKKEN OP MEERDERE NIVEAUS
Gebruik de functie Hetelucht.
17
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Roomsoezen /Eclairs
1) 160 - 180 25 - 45 1 / 3
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 1 / 3
1) Oven voorverwarmen.
Klein gebak/cakejes/gebak/broodjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 1 / 3
Short bread / Zandtaart-
deeg/ Deegreepjes
140 25 - 45 1 / 3
Koekjes gemaakt van
sponsdeeg
160 - 170 25 - 40 1 / 3
Eiwitgebak, schuimge-
bak
80 - 100 130 - 170 1 / 3
Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 1 / 3
Koekjes gemaakt van
gistdeeg
160 - 170 30 - 60 1 / 3
PIZZA HETELUCHT
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza (dunne korst)
1) 200 - 230 15 - 20 3
Pizza (met veel garne-
ring)
2)
180 - 200 20 - 30 3
Taarten 180 - 200 40 - 55 3
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60 3
Quiche Lorraine (hartige
taart)
170 - 190 45 - 55 3
Zwitserse flan 170 - 190 45 - 55 3
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90 3
Appeltaart, bedekt 150 - 170 50 - 60 3
Groentetaart 160 - 180 50 - 60 3
Ongedesemd brood
1) 230 10 - 20 3
18
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Bladerdeegtaart
1) 160 - 180 45 - 55 3
Flammekuchen
1) 230 12 - 20 3
Piroggen (Russische vari-
ant op calzone)
1)
180 - 200 15 - 25 3
1) Oven voorverwarmen.
2) Gebruik de braadpan.
BRADEN
Gebruik hittebestendig kookgerei.
Braad grote braadstukken direct in de diepe
bakplaat of op een bakrooster boven de bakplaat.
Giet wat water op de bakplaat om het inbranden
van vrijkomende vleessappen of vet te voorkomen.
Vlees met een korst kan in de braadslede zonder
deksel worden gebraden.
Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de gaartijd.
Om het vlees sappiger te houden:
Braad mager vlees in een braadpan met deksel
of gebruik een braadzak.
Rooster vlees en vis in grote stukken (1 kg of
meer).
Besprenkel grote braadstukken en gevogelte
diverse keren tijdens het braden met het eigen
vleessap.
BRADEN
Rundvlees
Gerecht -functie
Hoeveelheid
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Stoof-
vlees
Boven-/
Onder-
warmte
1 - 1.5 200 230 60 - 80 1
Varkensvlees
Gerecht -functie
Hoeveelheid
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Schou-
derstuk,
nekstuk,
hamlap
Circu-
latiegrill
1 - 1.5 200 160 - 180 50 - 70 1
Gehakt-
brood
Circu-
latiegrill
0.75 - 1 200 160 - 170 35 - 50 1
Varkens-
schenkel
(voorge-
kookt)
Circu-
latiegrill
0.75 - 1 200 150 - 170 60 - 75 1
19
Kalfsvlees
Gerecht -functie
Hoeveelheid
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Geroo-
sterd
kalfsvlees
Circu-
latiegrill
1 200 160 - 180 50 - 70 1
Kalfs-
schenkel
Circu-
latiegrill
1.5 - 2 200 160 - 180 75 - 100 1
Lamsvlees
Gerecht -functie
Hoeveelheid
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Lamsbout,
geroosterd
lamsvlees
Circu-
latie-
grill
1 - 1.5 200 150 - 170 50 - 70 1
Gevogelte
Gerecht -functie
Hoeveelheid
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Stukken
gevogelte
Circu-
latie-
grill
0,2 - 0,25
elk
200 200 - 220 20 - 35 1
Halve kip Circu-
latie-
grill
0,4 - 0,5
elk
200 190 - 210 25 - 40 1
Kip, haan-
tje
Circu-
latie-
grill
1 - 1.5 200 190 - 210 60 - 80 1
Eend Circu-
latie-
grill
1.5 - 2 200 180 - 200 80 - 110 1
Vis (gestoomd)
Gerecht -functie
Hoeveelheid
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Hele vis Bo-
ven-/
On-
der-
warm-
te
1 - 1.5 200 210 - 220 30 - 45 1
20
Gerechten
Gerecht -functie
Hoeveelheid
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Zoete ge-
rechten
Hete-
lucht
- 200 160 - 180 20 - 35 1
Gekruide
gerechten
met ge-
kookte in-
grediënten
(noodles,
groente)
Hete-
lucht
- 400 -
600
160 - 180 20 - 45 1
Gekruide
gerechten
met rauwe
ingrediën-
ten (aard-
appelen,
groente)
Hete-
lucht
- 400 -
600
160 - 180 30 - 45 2
GRILL
Leg het de pan voor het opvangen van vet op de
eerste rekstand plaatsen.
Verwarm de lege oven 5 minuten voor.
Grill
Gerecht Temperatuur (°C)
Grilltijd (min.)
Roosterhoogte
1e kant 2e kant
Biefstuk, medi-
um
210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Runderfilet, me-
dium
230 20 - 30 20 - 30 1
Varkensrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Kalfsrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35 1
Hele vis, 0,5 - 1
kg
210 - 230 15 - 30 15 - 30 1
Grill Intens
Verwarm de lege oven 3 minuten voor.
Grill met de maximale temperatuurinstelling.
21
Gerecht
Grilltijd (min.)
Roosterhoogte
1e kant 2e kant
Varkensfilet 10 - 12 6 - 10 2
Worstjes 10 - 12 6 - 8 3
Runderfilet, kalfsbief-
stukken
7 - 10 6 - 8 3
Brood met iets erop 6 - 8 - 2
BEVROREN GERECHTEN
Haal het voedsel uit de verpakking. Doe het
voedsel op een bord.
Gebruik voor het afdekken geen borden of
schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd worden
verlengd.
Gebruik de functie Hetelucht.
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza, bevroren 200 - 220 15 - 25 3
American pizza, bevro-
ren
190 - 210 20 - 25 3
Pizza, gekoeld 210 - 230 13 - 25 3
Pizza snacks, bevroren 180 - 200 15 - 30 3
Patat, dun
1) 210 - 230 20 - 30 3
Patat, dik
1) 210 - 230 25 - 35 3
Aardappelpartjes / -kro-
ketjes
1)
210 - 230 20 - 35 3
Rösties 210 - 230 20 - 30 3
Lasagne / Cannelloni,
vers
170 - 190 35 - 45 2
Lasagne / Cannelloni,
bevroren
160 - 180 40 - 60 2
Kippenvleugels 190 - 210 20 - 30 3
1) Tussen het bakken door 2 tot 3 keer keren.
22
Tabel voor diepvries- en kant-en-klaargerechten
Gerecht -functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza, bevroren
1) Boven-/onder-
warmte
volgens
aanwijzin-
gen van de
fabrikant
volgens aanwijzin-
gen van de fabri-
kant
2
Patates frites
2)
(300 - 600 g)
Boven-/onder-
warmte of Circula-
tiegrill
200 - 220 volgens aanwijzin-
gen van de fabri-
kant
2
Baguettes
3) Boven-/onder-
warmte
volgens
aanwijzin-
gen van de
fabrikant
volgens aanwijzin-
gen van de fabri-
kant
2
Vruchtencake Boven-/onder-
warmte
volgens
aanwijzin-
gen van de
fabrikant
volgens aanwijzin-
gen van de fabri-
kant
2
1) Oven voorverwarmen.
2) Tussen het bakken door 2 tot 3 keer keren.
3) Oven voorverwarmen.
ONTDOOIEN
Haal het gerecht uit de verpakking en plaats het
op een bord.
Gebruik het eerste roosterniveau vanaf de
bodem.
Bedek het bord niet met een kom of ander bord,
aangezien het ontdooien hierdoor langer kan
duren.
Plaats voor grote porties voedsel een
omgedraaid bord op de bodem van de
ovenruimte. Leg het voedsel op een diep bord
of schaal en zet deze bovenop het bord in de
oven. Verwijder indien nodig de
bakplaatsteunen.
Gerecht
Hoeveelheid
(kg)
Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Kip 1 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid schoteltje in
een groot bord leggen. Halverwege
de bereidingstijd omdraaien.
Vlees 1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd om-
draaien.
Forel 0.15 25 - 35 10 - 15 -
Aardbei-
en
0.3 30 - 40 10 - 20 -
Boter 0.25 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 0,2 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren slagroom.
23
Gerecht
Hoeveelheid
(kg)
Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Gebak 1.4 60 60 -
INMAKEN - ONDERWARMTE
Gebruik alleen weckpotten van dezelfde
afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een draai- of
bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik het eerste rooster van de bodem van
deze functie.
Zet niet meer dan zes weckflessen van 1 liter op
het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit ze af
met een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat, zodat er
voldoende vocht in de oven ontstaat.
Als de vloeistof in de weckpotten begint te
borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij weckpotten
van 1 liter), stop de oven of verlaag de
temperatuur tot 100 °C (raadpleeg de tabel).
Zachte vruchten
Gerecht Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken tot
het parelen begint
(min)
Door blijven koken op
100 °C (min.)
Aardbeien / bosbes-
sen / frambozen / rijpe
kruisbessen
160 - 170 35 - 45 -
Steenvruchten
Gerecht Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken tot
het parelen begint
(min)
Door blijven koken op
100 °C (min.)
Peren / kweeperen /
pruimen
160 - 170 35 - 45 10 - 15
Groenten
Gerecht Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken tot
het parelen begint
(min)
Door blijven koken op
100 °C (min.)
Wortelen
1) 160 - 170 50 - 60 5 - 10
Komkommers 160 - 170 50 - 60 -
Gemengde augurken 160 - 170 50 - 60 5 - 10
24
Gerecht Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken tot
het parelen begint
(min)
Door blijven koken op
100 °C (min.)
Koolrabi / erwten / as-
perges
160 - 170 50 - 60 15 - 20
1) Na uitschakeling in de oven laten staan.
DROGEN - HETELUCHT
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (u) Roosterhoogte
Bonen 60 - 70 6 - 8 3
Paprika's 60 - 70 5 - 6 3
Soepgroenten 60 - 70 5 - 6 3
Paddenstoelen 50 - 60 6 - 8 3
Kruiden 40 - 50 2 - 3 3
Pruimen 60 - 70 8 - 10 3
Abrikozen 60 - 70 8 - 10 3
Schijfjes appel 60 - 70 6 - 8 3
Peren 60 - 70 6 - 9 3
BEREIDING MET MAGNETRON
Tips voor de magnetron
Bereidings-/ontdooire-
sultaten
Mogelijke oorzaak oplossing
Het eten is te droog. Het vermogen was te hoog.
De tijdsduur was te lang.
Kies de volgende keer een lager vermo-
gen en een langere bereidingstijd.
Het eten is nog
steeds niet ontdooid,
heet of gekookt nadat
de bereidingstijd is
verstreken.
De tijdsduur was te kort. Stel een langere tijdsduur in. Het magne-
tronvermogen niet verhogen.
Het voedsel is over-
verhit aan de randen,
maar is in het midden
nog niet gaar.
Het vermogen was te hoog. Kies de volgende keer een lager vermo-
gen en een langere bereidingstijd.
25
Vlees ontdooien
Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min)
Steak (0,2 kg) 100 5 - 7 5 - 10
Gehakt (0,5 kg) 100 10 - 15 5 - 10
Gevogelte ontdooien
Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min)
Kip (1 kg) 100 25 - 30 10 - 20
Kipfilet (0,15 kg) 100 3 - 5 10 - 15
Kippenpoten (0,15 kg) 100 3 - 5 10 - 15
Vis ontdooien
Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min)
Hele vis (0,5 kg) 100 10 - 15 5 - 10
Visfilets (0,5 kg) 100 12 - 15 5 - 10
Zuivelproducten ontdooien
Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min)
Boter (0,25 kg) 100 3 - 4 5 - 10
Geraspte kaas (0,2 kg) 100 2 - 3 10 - 15
Taart/koekjes ontdooien
Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min)
Gistcake (1 stuks) 200 2 - 3 15 - 20
Cheesecake (1 stuks) 100 2 - 4 15 - 20
Droge cake (bijv. hotelcake) (1
stuks)
200 2 - 4 15 - 20
Brood (1 kg) 200 15 - 20 5 - 10
Gesneden brood (0,2 kg) 200 3 - 5 5 - 10
Broodjes (4 stuks) 200 2 - 4 2 - 5
26
Fruit ontdooien
Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min)
Fruit (0,25 kg) 100 5 - 10 10 - 15
Opnieuw Verwarmen
Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min)
Babyvoeding in potjes (0,2 kg) 300 1 - 2 -
Babymelk (180 ml); zet lepel in
de fles
600 0:20 - 0:40 -
Kant-en-klaarmaaltijd (0,5 kg) 600 6 - 9 2 - 5
Bevroren kant-en-klaarmaaltij-
den (0,5 kg)
400 10 - 15 2 - 5
Melk (200 ml) 1000 1 - 1:30 -
Water (200 ml) 1000 1:30 - 2 -
Saus (200 ml) 600 1 - 3 -
Soep (300 ml) 600 3 - 5 -
Smelten
Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min)
Chocolade / chocoladelaagje
(0,15 kg)
300 2 - 4 -
Boter (0,1 kg) 400 0:30-1:30 -
Meer
Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min)
Hele vis (0,5 kg) 500 8 - 10 2 - 5
Visfilets (0,5 kg) 400 4 - 7 2 - 5
Groenten, vers (0,5 kg + 50 ml
water)
600 5 - 15 -
Groenten, bevroren (0,5 kg +
50 ml water)
600 10 - 20 -
Gepofte aardappels (0,5 kg) 600 7 - 10 -
Rijst (0,2 kg + 400 ml water) 600 15 - 18 -
Popcorn 1000 1:30 - 3 -
27
Combimagnetronfunctie
Om gerechten korter te bereiden en tegelijkertijd
een bruin korstje te geven.
Combineer functies: Circulatiegrill en Magnetron.
Gerecht Ovengerei
Vermo-
gen
(Watt)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd
(min)
Rooster-
hoogte
Rusttijd (min)
2 kippenhelf-
ten (2 x 0,55
kg)
Ronde glazen schaal, Ø
26 cm
300 220 40 2 5
Gegratineer-
de aardappe-
len (1 kg)
Gratinschotel 300 200 40 2 10
Varkens-
braadstuk,
nek (1,1 kg)
Glazen schotel met zeef 300 200 70 1 10
VOORBEELDEN VAN KOOKTOEPASSINGEN
VOOR DE INSTELLINGEN VAN HET
VERMOGEN
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts
als richtlijn.
Instelling vermogen Gebruik
1000 Watt
900 Watt
800 Watt
700 Watt
Verwarmen van vloeistof
Dichtschroeien aan het begin van het kookproces
Koken van groenten
600 Watt
500 Watt
Ontdooien en verwarmen van bevroren maaltijden
Verwarmen van een maaltijd op een bord
Stoofpot sudderen
Eiergerechten koken
400 Watt
300 Watt
Maaltijden door laten koken
Delicaat voedsel koken
Verwarmen van babyvoeding
Rijst laten sudderen
Delicaat voedsel verwarmen
Smelten van kaas, chocolade, boter
200 Watt
100 Watt
Ontdooien van vlees, vis
Ontdooien van kaas, room en boter
Ontdooien van fruit en gebak
Ontdooien van brood
28
AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN
Magnetronfunctie
Testen volgens IEC 60705.
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Hoeveel-
heid (kg)
Rooster-
hoogte
1)
Tijd (min) Opmerkingen
Taart 600 0.475 Onder-
kant
7 - 9 Draai halverwege de be-
reidingstijd de container
1/4 om.
Gehaktbrood 400 0.9 2 25 - 32 Draai halverwege de be-
reidingstijd de container
1/4 om.
Eiervla 500 1 Onder-
kant
18 -
Ontdooien
van vlees
200 0.5 Onder-
kant
8 - 12 Draai het vlees halver-
wege de bereidingstijd
om.
1) Gebruik het draadrek mits anders aangegeven.
Combimagnetronfunctie
Testen volgens IEC 60705.
Gerecht -functie
Vermo-
gen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Rooster-
hoogte
1)
Tijd (min) Opmerkingen
Cake
(0,7 kg)
Hetelucht +
magnetron
100 180 2 29 - 31 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Aardap-
pelgratin
(1,1 kg)
Grill + mag-
netron
400 160 1 40 - 45 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Kip (1,1
kg)
Grill + mag-
netron
400 230 1 45 - 55 Doe het vlees in
een ronde kom en
draai het na 20
minuten berei-
dingstijd om.
1) Gebruik het draadrek mits anders aangegeven.
29
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
OPMERKINGEN OVER SCHOONMAKEN
Maak de voorkant van de oven schoon met een
zachte doek, warm water en een mild
reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken een specifiek
reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik.
Vetophoping of andere voedingsresten kunnen
brand veroorzaken.
Verwijder voedselresten en vetten voorzichtig van
de bovenkant van de ovenruimte.
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze
drogen. Gebruik een zachte doek met een warm
sopje en een reinigingsmiddel. De accessoires niet
in de afwasmachine reinigen.
Verwijder hardnekkig vuil met een speciale
ovenreiniger.
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet
worden schoongemaakt met een agressief
reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen
of een afwasautomaat. Dit kan de antiaanbaklaag
beschadigen.
Neem het vocht uit de ruimte na ieder gebruik af.
VERWIJDEREN VAN DE GELEIDERS
Zorg ervoor dat de oven is afgekoeld voordat u
onderhoud verricht. Er bestaat verbrandingsgevaar.
Om het apparaat te reinigen, verwijder de
inschuifrails.
1. Inschuifrails voorzichtig naar boven toe uit de
voorste ophanging trekken.
2
3
1
2. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit de
zijwand.
3. Geleiders uit de achterste ophanging trekken.
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde
volgorde.
HET LAMPJE VERVANGEN
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
Het lampje kan heet zijn.
1. Oven uitschakelen.
Wacht totdat de oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Leg een doek op de bodem van de ovenruimte.
LET OP! Houd de halogeenlamp altijd
met een doek vast om te voorkomen
dat er vetrestjes op de ovenlamp
verbranden.
Het bovenste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp en verwijder
het.
2. Reinig de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte 300°C
hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
30
PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
U kunt de oven niet inschake-
len of bedienen.
De oven is niet aangesloten op
een stopcontact of is niet goed
geïnstalleerd.
Controleer of de oven goed is
aangesloten op het stopcon-
tact (zie het aansluitdiagram in-
dien beschikbaar).
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellingen
correct zijn.
De oven wordt niet warm. De automatische uitschakeling
is actief.
Raadpleeg 'Automatisch uit-
schakelen'.
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geactiveerd. Raadpleeg 'Gebruik van het
Kinderslot'.
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgeslagen. Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact op
met een erkende installateur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
De bereiding van de gerechten
duurt te lang of de gerechten
worden te snel gaar.
De temperatuur is te laag of te
hoog.
Pas indien nodig de tempera-
tuur aan. Volg het advies in de
handleiding op.
Stoom en condens slaan neer
op de gerechten en in de
ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in de
oven gestaan.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Het display toont een foutcode
die niet in deze tabel staat.
Er is een elektrische fout. Schakel de oven uit via de
huiszekering of de veilig-
heidsschakelaar in de zeke-
ringkast en schakel deze
weer in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer de
foutcode opnieuw wordt
weergegeven.
ONDERHOUDSGEGEVENS
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem
dan contact op met uw verkoper ofeen erkende
serviceafdeling.
De contactgegevens van het servicecentrum staan
op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich aan
de voorkant van de binnenkant van de oven.
Verwijder het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
31
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
ENERGIEZUINIGHEID
ENERGIEBESPARING
Deze oven bevat functies die u helpen
energie te besparen tijdens het
dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed gesloten is als u
de oven in werking stelt. De deur niet openen
tijdens de bereiding met stoom. Houd het
deurrubber schoon en zorg ervoor dat het goed op
zijn plaats vastzit.
Gebruik metalen schalen om meer energie te
besparen, maar alleen als u geen magnetronfunctie
gebruikt..
Indien mogelijk de oven niet voorverwarmen voordat
u er voedsel in plaatst.
Verlaag bij een bereidingsduur langer dan 30
minuten de oventemperatuur met minimaal 3 - 10
minuten, afhankelijk van de bereidingsduur voordat
de kooktijd verstrijkt. De restwarmte in de oven
zorgt ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om andere
maaltijden op te warmen.
Houd de onderbrekingen tussen het bakken zo kort
mogelijk als u een aantal gerechten tegelijkertijd
bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met
hete lucht om energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als een
programma met tijdselectie (Duur of Einde) in
werking is en de bereidingstijd langer is dan 30
minuten, de verwarmingselementen automatisch
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om
de restwarmte te gebruiken en een maaltijd warm te
houden. Het indicatielampje van de restwarmte of
temperatuur verschijnt op het display.
Koken met de verlichting uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken uit. Doe het
aan als u het nodig heeft.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte verzamelcontainer
om het te recyclen. Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en recycle het
afval van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de buurt of
neem contact op met de gemeente.
32
*
33
34
35
WWW.ZANUSSI.COM/SHOP
867343824-A-362018
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Zanussi ZKC47902BU Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor