KitchenAid KDSCM 82142 Gebruikershandleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Gebruikershandleiding
Gebruiksaanwijzing
Installatie 4
Productbeschrijving 6
Eerste gebruik 7
Programmatabel 10
Opties en functies 11
Rekken vullen 12
Dagelijks gebruik 14
Adviezen 15
Onderhoud en reiniging 15
Probleemoplossing 17
Klantenservice 18
4
Installatie
LET OP: Als het apparaat op een bepaald moment moet worden verplaatst, houd het dan rechtop; als dit ab-
soluut noodzakelijk is, kan het op de rug worden gekanteld.
DE WATERTOEVOER AANSLUITEN
Het aansluiten van de watertoevoer voor installatie
mag alleen door een gekwalificeerde technicus wor-
den uitgevoerd.
De watertoevoer- en afvoerslangen kunnen naar
rechts of naar links worden geplaatst, voor een zo
goed mogelijke installatie.
Zorg ervoor dat er door de afwasmachine geen knik-
ken in de slangen komen of dat de slangen geplet
worden.
DE TOEVOERSLANG AANSLUITEN
Het water laten lopen totdat het volkomen helder is.
De toevoerslang strak aandraaien naar de
gewenste positie en de kraan open draaien.
Als de toevoerslang niet lang genoeg is, neem dan
contact op met een specialistische winkel of een er-
kende technicus.
De waterdruk moet binnen de waarden vallen die in
de tabel Technische Gegevens staan aangegeven -
dan kan de afwasmachine naar behoren functioneren.
Zorg ervoor dat er geen knik in de slang zit of dat de
slang niet samengedrukt is.
SPECIFICATIES VOOR DE AANSLUITING
VAN DE WATERTOEVOERSLANG:
DE WATERAFVOERSLANG AANSLUITEN
De afvoerslang aansluiten op een aftapleiding met
een minimale diameter van 2 cm A
De aansluiting van de afvoerslang moet op een hoog-
te zijn, variërend van 40 tot 80 cm vanaf de vloer of
het oppervlak waar de afwasmachine op rust.
Verwijder voordat u de waterafvoerslang aansluit op
de gootsteenafvoer de plastic plug B.
ANTI-OVERSTROMINGBEVEILIGING
Anti-overstromingbeveiliging. Om te zorgen dat
overstromingen niet voorkomen is de afwasmachine:
- voorzien van een speciaal systeem dat de watertoe-
voer blokkeert bij defecten of lekken binnen het ap-
paraat.
Een aantal modellen zijn ook uitgerust met het extra
veiligheidssysteem New Aqua Stop, dat anti-over-
stromingbeveiliging zelfs garandeert bij een breuk in
de toevoerslang.
De watertoevoerslang mag onder geen beding wor-
den doorgesneden, omdat het elektrische delen be-
vat.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
WAARSCHUWING: De watertoevoer-
slang mag onder geen beding worden door-
gesneden, omdat het elektrische delen bevat.
Voordat de stekker in het stopcontact wordt gestoken
ervoor zorgen dat:
De aansluiting geaard is en aan de huidige
regelgeving voldoet;
Het stopcontact bestand is tegen de maximale
belasting van het apparaat, zoals staat aangege-
ven op het typeplaatje aan de binnenkant van de
deur (zie PRODUCTBESCHRIJVING).
Het netspanningsvoltage valt binnen de waarden
die staan aangegeven op het typeplaatje aan de bin-
nenkant van de deur.
Het stopcontact is compatibel met de stekker van
het apparaat.
Als dit niet het geval is vraag dan een erkende monteur
om de stekker te vervangen (zie CONSUMENTEN-
SERVICE). Gebruik geen verlengkabels of meervou-
dige stopcontacten. Zodra het apparaat is geïnstalleerd
moeten de stroomkabel en het stopcontact gemakke-
lijk toegankelijk zijn.
De kabel moet zonder knikken en niet samengeperst zijn.
Als de stroomkabel beschadigd is deze laten vervan-
gen door de fabrikant of een erkende technische
hulpdienst, om alle mogelijke gevaren te voorkomen.
Het bedrijf is niet aansprakelijk voor eventuele inci-
denten, als deze voorschriften niet worden nageleefd.
Lees voordat u het apparaat gaat gebruiken zorgvuldig
de gids voor Gezondheid en Veiligheid.
WATERTOEVOER koud of warm (max. 60°C)
WAT E RI NL A AT 3 /4 ”
KRACHT VAN
WATERDRUK
0,05 ÷ 1MPa (0,5 ÷ 10 bar)
7,25 – 145 psi
MIN 40 cm
MAX 80 cm
5
PLAATSEN EN WATERPAS ZETTEN
1. Plaats de afwasmachine op een vlakke stevige
vloer. Als de vloer ongelijk is kunnen de voorste
poten van het apparaat worden afgesteld, totdat
het horizontaal staat. Als het apparaat correct
waterpas staat is het stabieler en is er veel minder
kans dat het beweegt of trillingen en lawaai
veroorzaakt tijdens de werking.
2. Voordat de afwasmachine in een nis wordt gezet
de zelfklevende transparante strip onder de
houten plank vastplakken, om het te beschermen
tegen eventuele condensatievorming.
3. Plaats de afwasmachine zodanig dat de zijkanten
of achterzijde tegen de aangrenzende kasten of de
muur aankomen. Dit apparaat kan ook worden
ingebouwd onder een enkel aanrechtblad.
4. Voor het afstellen van de hoogte van de achterste
voet de rode zeshoekige bus op het lagere
middengedeelte aan de voorkant van de
afwasmachine draaien met een zeshoekig
moersleutel met een opening van 8 mm.
De moersleutel naar rechts draaien om de hoogte
te vergroten en naar links om de hoogte te
verkleinen.
AFMETINGEN, VERMOGEN EN STAND-BY
VERBRUIK:
BREEDTE 598 mm
HOOGTE 820 mm
DIEPTE 555 mm
VERMOGEN 14 standaard couverts
STAND-BY
VERBRUIK:
Ingeschakelde modus - 6 W
Uitgeschakelde modus - 0,5 W
6
Productbeschrijving
APPARAAT
1. Bovenste rek
2. Opvouwbare kleppen
3. Afsteller hoogte bovenste rek
4. Bovenste sproeierarm
5. Dynamic Clean steunen
6. Onderste rek
7. Bestekkorf
8. Onderste sproeierarm
9. Filtersysteem
10. Zoutreservoir
11. Doseerbakjes vaatwasmiddel en
glansspoelmiddel
12. Typeplaatje
13. Bedieningspaneel
1
4
6
5
11
13
7
12
10
8
2
0000 000 00000
Service:
3
9
BEDIENINGSPANEEL
1. AAN/UIT toets
2. VORIGE toets
3. VOLGENDE toets
4. Multizone toets
5. Display
6. Controlelampje Multizone
7. Controlelampje Eco-programma
8. Controlelampje van Uitstel van Start
9. Nummer programma en controlelampje resterende tijd
10. Controlelampje gesloten waterkraan
11. Controlelampje bijvullen glansspoelmiddel
12. Controlelampje zout bijvullen
13. Controlelampje van tablet vaatwasmiddel
(Alles-in-een)
14. Tablet vaatwasmiddel toets met controlelampje
(Alles-in-een)
15. Boost toets met controlelampje
16. Dynamic Clean toets met controlelampje
17. Uitstel van Start toets met controlelampje
18. START toets met controlelampje
768
4
5 9 10 11 13121
23
14 15 16 17 18
7
Eerste gebruik
ADVIES MET BETREKKING TOT HET EERSTE GEBRUIK
Verwijder na het installeren de stoppen uit de rekken en de elastische borgelementen uit het bovenste rek.
INSTELLING MENU
1. Het apparaat inschakelen door op de toets
AAN/UIT
te drukken.
2. Het apparaat uitschakelen door op de toets
AAN/UIT
te drukken.
3. De toets
START
5 seconden ingedrukt houden totdat u een piep hoort.
4. Het display geeft de eerste beschikbare instelling (letter "A") weer, gevolgd door zijn waarde (bijvoorbeeld: 3).
5. Druk op
VORIGE/VOLGENDE
om door de lijst van de beschikbare instellingen te scrollen en hun
waarden te zien (zie de onderstaande tabel), druk vervolgens op
START
als u de waarde van de
weergegeven instelling wilt veranderen: de waarde ervan begint te knipperen.
6. Gebruik de toetsen
VORIGE/VOLGENDE
om de knipperende waarde van de geselecteerde instellingen
te veranderen, druk vervolgens op
START
om de nieuwe waarde op te slaan: het houdt op met knipperen.
7. Herhaal de stappen 5-6 om andere instellingen te wijzigen.
8.
Om het menu van de instellingen af te sluiten - druk op de toets
AAN/UIT.
LETTER INSTELLING
WAARDEN (Default -
in vet)
Waterhardheidniveau
(zie “Waterhardheid instellen” en “Waterhardheidtabel”)
1 | 2 | 3 | 4 | 5
Glansspoelmiddelniveau
(zie "de dosering glansspoelmiddel aanpassen")
1 | 2 | 3 | 4 | 5
Startprogramma
Om de cyclus in te stellen die moet worden weergegeven wanneer het
apparaat wordt ingeschakeld.
“E”= Eco, “L”= Laatste cyclusuitvoering
E | L
Helderheidsniveau
Om het helderheidsniveau van het display te wijzigen.
“Lo”=Laag, “Hi”= Hoog
Lo | Hi
Geluidssterkte
Om het volume van de geluiden te wijzigen.
“OF” = geluid uit, “Lo” = laag volume, “Hi” = hoog volume.
OF | Lo | Hi
Licht op de vloer
(zie “Opties en functies”)
“On” = aan, “OF” = uit
On | OF
Fabrieksinstellingen
Om alle waarden van de instellingen die in het instellingenmenu staan
te herstellen met de fabrieksdefaultwaarden. Na de activering van deze
instelling (AAN) wordt de machine UITgeschakeld en worden de
fabrieksinstellingen hersteld.
“On” = aan, “OF” = uit
On | OF
Auto Door Opening
(zie “Opties en functies”)
“On” = aan, “OF” = uit
On | OF
8
HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN
Het gebruik van zout voorkomt de vorming van
KALKAANSLAG op het vaatwerk en op de functi-
onele onderdelen van de machine.
Het is belangrijk dat het zoutreservoir nooit leeg is.
Het is belangrijk dat de hardheid van het water
wordt ingesteld.
Het zoutreservoir bevindt zich in het onderste deel
van de afwasmachine (zie BESCHRIJVING PRO-
GRAMMA) en moet worden gevuld wanneer het con-
trolelampje ZOUT BIJVULLEN
in het
bedieningspaneel brandt.
1. Verwijder het onderste rek
en draai de dop van het
reservoir los (linksom).
2. Doe het volgende enkel de
eerste maal: vul het
zoutreservoir met water.
3. Plaats de trechter
(zie afbeelding)
en vul het
zoutreservoir tot aan de rand (ongeveer 1 kg); het
is niet ongebruikelijk dat er een beetje water uit lekt.
4. Verwijder de trechter en veeg alle zoutresten weg
van de opening.
Zorg ervoor dat de dop strak is aangedraaid, zodat
geen vaatwasmiddel in de container kan komen tij-
dens het wasprogramma (dit kan de waterontharder
onherstelbaar beschadigen).
Zodra deze procedure voltooid is voert u een pro-
gramma zonder lading uit.
Het "Voorspoelen" programma alleen is NIET vol-
doende.
Achtergebleven zoutoplossing of zoutkorrels kunnen
leiden tot ernstige corrosie waardoor de roestvrijsta-
len onderdelen onherstelbaar beschadigd worden.
Er wordt geen enkele garantie verleend in geval van
klachten die hierop betrekking hebben.
Wanneer het zout in de machine is gestrooid wordt
het lampje ZOUT BIJVULLEN uitgeschakeld.
Gebruik alleen zout dat speciaal voor afwasma-
chines is bestemd.
Als het zoutreservoir niet gevuld wordt, kunnen
de waterverzachter en het verwarmingselement
beschadigd raken.
Wanneer u zout moet toevoegen, is u verplicht om
de procedure helemaal uit te voeren alvorens de
wascyclus te starten.
DE WATERHARDHEID INSTELLEN
Als u de waterontharder perfect wilt laten werken is
het essentieel dat de instelling van de waterhardheid is
gebaseerd op de werkelijke waterhardheid in uw huis.
Deze informatie kan bij uw lokale waterleverancier
worden opgevraagd.
De fabrieksinstelling is “3” voor gemiddelde
waterhardheid.
Volg voor de verandering de instructies in het gedeelte
“INSTELLING MENU”.
HET GLANSSPOELMIDDELRESERVOIR BIJ-
VULLEN
Glansspoelmiddel maakt het DROGEN van de vaat ge-
makkelijker. Het glansspoelmiddelreservoir A moet
worden gevuld wanneer het controlelampje GLANS-
SPOELMIDDEL BIJVULLEN
op het bedie-
ningspaneel brandt.
1. Open het doseerbakje
C
door de tab op het deksel in
te drukken en omhoog te trekken.
2. Het glansspoelmiddel zorgvuldig inbrengen tot aan
de maximum (110 ml) insteekgleuf van de
vulruimte - voorkom morsen. Wanneer dit gebeurt
het gemorste glansspoelmiddel onmiddellijk met
een droge doek reinigen.
3. Om het te sluiten het deksel naar beneden drukken
totdat u een klik hoort.
Het glansspoelmiddel NOOIT rechtstreeks in de
kuip gieten.
DE DOSERING GLANSSPOELMIDDEL AAN-
PASSEN
Als u niet volledig tevreden bent over de droogresulta-
ten kunt u de gebruikte hoeveelheid glansspoelmiddel
aanpassen.
Volg voor de verandering de instructies in het gedeelte
“INSTELLING MENU”.
Als het niveau van het glansspoelmiddel is ingesteld op
1 zal geen glansspoelmiddel worden afgegeven. Het
controlelampje LAAG GLANSSPOELMIDDEL zal
niet branden als het glansspoelmiddel op is.
Er kan een maximum van 5 niveaus worden ingesteld,
afhankelijk van het model afwasmachine. De fabriek-
sinstelling is “5”.
Als u blauwe strepen op het vaatwerk ziet stel dan
een laag getal in (2-3).
Als er druppels water of kalkaanslag op het vaat-
werk zijn stel dan een hoog getal in (4-5).
Tabel waterhardheid
Niveau
°dH
Duitse graden
°fH
Franse graden
1 Zacht 0 - 6 0 - 10
2 Gemiddeld 7 - 11 11 - 20
3 Gemiddeld 12 - 17 21 - 30
4 Hard 18 - 34 31 - 60
5 Zeer hard 35 - 50 61 - 90
M
A
X
A
B
35
25
9
HET VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE
VULLEN
Gebruik alleen vaatwasmiddel dat speciaal voor af-
wasmachines is bestemd.
Voor de beste was- en droogresultaten wordt het ge-
combineerde gebruik van vaatwasmiddel, vloeibaar
glansspoelmiddel en zout vereist.
Het is raadzaam om vaatwasmiddelen zonder fosfaten
of chloor te gebruiken, aangezien deze producten scha-
delijk voor het milieu zijn.
Goede wasresultaten zijn ook afhankelijk van de juiste
hoeveelheid vaatwasmiddel.
Het overschrijden van de aangegeven hoeveelheid leidt
niet tot een meer effectieve afwas en doet de milieuver-
vuiling toenemen.
De hoeveelheid kan aan de mate van vuilheid worden
aangepast.
Gebruik bij normaal bevuilde stukken ongeveer 35 g
(vaatwasmiddel in poedervorm) of 35 ml (vloeibaar
vaatwasmiddel) en een extra theelepel vaatwasmiddel
direct in de kuip. Als er tabletten worden gebruikt is één
tablet voldoende.
Als het serviesgoed slechts licht bevuild is of als het
voordat het in de afwasmachine wordt geplaatst met
water is afgespoeld kan de hoeveelheid vaatwasmiddel
dienovereenkomstig worden verminderd (minimaal
25 g/ml) door bijv. poeder/gel in de kuip over te slaan.
Om het vaatwasmiddeldoseerbakje te openen,
druk op toets A.
Het vaatwasmiddel alleen in het
droge doseerbakje B invoeren.
Plaats de hoeveelheid vaatwasmiddel voor voor-
spoelen direct in de kuip.
1. Raadpleeg bij het afmeten van het vaatwasmiddel
de eerder vermelde informatie om de juiste
hoeveelheid toe te voegen. In het doseerbakje
B
vindt u de aanwijzingen voor het doseren van het
vaatwasmiddel.
2. Verwijder de resten vaatwasmiddel van de randen
van het doseerbakje en sluit het deksel totdat het klikt.
3. Sluit het deksel van het vaatwasmiddeldoseerbakje
door het omhoog te trekken tot het
sluitingsmechanisme is vastgezet.
Het vaatwasmiddeldoseerbakje opent automatisch op
het juiste moment, volgens het programma.
Bij gebruik van alles-in-één vaatwasmiddelen is het
raadzaam om de toets
TABLET VAATWASMIDDEL
te gebruiken, omdat het programma dan zodanig
wordt aangepast dat de beste was- en droogresultaten
worden bereikt.
Als u alles-in-een vaatwasmiddelen gebruikt is het
raadzaam om in ieder geval zout toe te voegen,
vooral als het water hard of zeer hard is (volg de
aanwijzingen op de verpakking).
A
B
10
Programmatabel
De gegevens van het ECO-programma worden gemeten onder laboratoriumomstandigheden, volgens de Eu-
ropese norm EN 50242.
Voorbehandeling van het vaatwerk vóór de programma’s is niet nodig.
*) Niet alle opties kunnen tegelijkertijd gebruikt worden.
**) De duur van het programma die op het scherm of in het boekje staat is een schatting, berekend onder nor-
male omstandigheden. De werkelijke tijd is afhankelijk van vele factoren, zoals de temperatuur en de druk van
het toevoerwater, de kamertemperatuur, hoeveelheid vaatwasmiddel, de hoeveelheid en soort lading, even-
wicht van de lading, extra gekozen opties en de kalibratie van de sensor. De kalibratie van de sensor kan de
duur van het programma met max. 20 min. verlengen.
Programma
Droogfase
ADO
Beschikbare
functies
*)
Vaatwas-
middel-
bakje
Duur van
waspro-
gramma
(h:min)
**)
Waterver-
bruik
(liters/
cyclus)
Energie-
verbruik
(kWh/
cyclus)
Kuip B
P1 50° 3:10 9,5 0,93
P2
50-60°
1:25 - 3:00 7,0 - 14,0 0,90 - 1,40
P3
Professioneel
65° - - 2:27 16,5 1,70
P4
Dagelijks
50° - 1:35 13,0 1,15
P5 30’ 50° - - - 0:30 9,0 0,55
P6
Fijn
45° - - 2:05 11,5 1,20
P7
Voorspoelen
- - - - - 0:12 4,5 0,01
P8
Dynamic
Hygiene
65° - - 1:40 10,0 1,30
BESCHRIJVING PROGRAMMA'S
ECO
Normaal vervuild serviesgoed. Standaardprogram-
ma, het meest efficiënt met betrekking tot het gecom-
bineerde energie- en waterverbruik.
DYNAMIC SENSOR
Voor normaal vervuilde vaat zonder opgedroogde etens-
resten. Meet de mate van vervuiling van het serviesgoed
af en past het programma dienovereenkomstig aan.
PROFESSIONEEL
Aanbevolen programma voor sterk vervuild serviesgoed,
met name geschikt voor pannen en koekenpannen
(mag niet gebruikt worden voor kwetsbare stukken).
DAGELIJKS
Normaal vervuild serviesgoed. Dagelijkse cyclus,
die een optimale reinigende werking in kortere tijd
garandeert.
FAST 30’
Programma dat kan worden gebruikt voor licht ver-
vuilde vaat zonder opgedroogde etensresten..
FIJN
Cyclus voor kwetsbare stukken, die gevoeliger zijn
voor hoge temperaturen, bijvoorbeeld glazen en kopjes.
VOORSPOELEN
Servies dat later gewassen moet worden. Met dit pro-
gramma wordt er geen vaatwasmiddel gebruikt.
DYNAMIC HYGIENE
Normaal of sterk vervuild serviesgoed, met extra an-
tibacteriële spoeling.
Opmerkingen: Om het verbruik nog verder te
verlagen de afwasmachine alleen laten draaien
wanneer deze vol is.
11
Opties en functies
OPTIES kunnen direct worden geselecteerd door het indrukken van de daarbij behorende toets (zie BEDIE-
NINGSPANEEL).
MULTIZONE
Als er niet veel vaatwerk is, kan er een program-
ma "halve lading" worden gebruikt, om water,
elektriciteit en vaatwasmiddel te besparen.
Selecteer een compatibel programma (zie
"Programmatabel") en druk daarna op de
MULTIZONE-toets: het symbool van het ge-
selecteerde rek verschijnt op het display:
(enkel onderste rek geselecteerd)
(enkel bovenste rek geselecteerd)
Standaard wast het apparaat vaatwerk in alle
rekken. Optie is UIT.
TABLET VAATWASMIDDEL
(Alles-in-een)
Met deze instelling kan de prestatie van het
programma geoptimaliseerd worden, aan de
hand van het afwasmiddel dat gebruikt wordt.
Druk op de toets TABLET VAATWAS-
MIDDEL (het controlelampje gaat branden)
als u Alles-in-een vaatwasmiddelen in tablet-
vorm gebruikt
(spoelmiddel, zout en vaatwas-
middel in 1 dosis).
Als u poeder of vloeibaar afwasmiddel
gebruikt moet deze optie worden uitge-
schakeld.
BOOST
De boostoptie verkort de duur van de
hoofdcycli met 25%-67%, maar verzekert
een optimaal was- en droogniveau. Daar-
voor is een water- en energieverbruik nodig
dat vergelijkbaar is met dat van de normale
volledige cyclus. De optie kan geselecteerd
worden voor de programma's: Eco 50°, Dy-
namic Sensor 50-60°, Fijn 45°.
DYNAMIC CLEAN
Dankzij de extra krachtige stralen biedt deze
functie een intensievere en krachtigere
afwascyclus op de betreffende plek in het
onderste rek (zie pagina 13 “Dynamic Clean
(krachtig reinigen) in onderste rek”).
Deze functie wordt aanbevolen voor het af-
wassen van pannen en ovenschalen. Selecteer
een compatibel programma (zie “Program-
matabel”), druk deze knop in om DYNAMIC
CLEAN (krachtig reinigen) te activeren (het
controlelampje gaat branden).
UITSTEL VAN START
De start van het programma kan worden uitge-
steld voor een periode tussen 0:30 en 24 uur.
1.Selecteer het programma en eventuele
gewenste opties. Druk (meerdere keren)
op de toets UITSTEL VAN START om
de start van het programma uit te stellen.
Instelbaar van 0:30 tot 24 uur. Wanneer
de instelling 24 uren is bereikt, druk
nogmaals op de toets UITSTEL VAN
START om de functie UITSTEL VAN
START uit te schakelen.
2.Druk op de toets START en sluit binnen
4 seconden de deur: de timer begint met
aftellen;
3.Wanneer deze tijd verstreken is, wordt
het controlelampje uitgeschakeld en
begint het programma automatisch.
De functie UITSTEL VAN START kan
niet worden ingesteld zodra er een pro-
gramma is gestart.
LICHT OP DE VLOER
Er wordt LED-licht op de vloer geprojec-
teerd om aan te geven dat de afwasmachine
in bedrijf is.
Het licht blijft tijdens de cyclus branden en
dooft aan het einde van de cyclus.
Deze functie is standaard actief, maar kan
worden uitgeschakeld in het
“INSTELLING
MENU”
.
Auto Door Opening (ADO)
Auto Door Opening is een convectiedroogsysteem
dat de deur tijdens/na de droogfase automatisch
opent om elke dag voor buitengewone
droogprestaties te zorgen. De deur wordt geopend
bij een temperatuur de veilig is voor uw
keukenmeubilair en wordt niet geopend als de optie
DYNAMIC CLEAN of BOOST zijn ingeschakeld.
Als extra bescherming tegen stoom wordt een spe-
ciaal ontworpen beschermingsfolie geleverd met de
vaatwasser. Raadpleeg de INSTALLATIEGIDS om
te zien hoe u de beschermingsfolie aanbrengt.
Deze functie is standaard actief, maar kan worden uit-
geschakeld in het “INSTELLINGENMENU”.
Als een optie niet compatibel is met het geselecteerde programma (zie PROGRAMMATABEL)gaat de
bijbehorende LED 3 keer snel knipperen en klinken er pieptonen. De optie wordt niet ingeschakeld.
12
Rekken vullen
Verwijder alvorens de manden te laden alle voedselresten uit het serviesgoed en leeg de glazen. Het servies-
goed hoeft niet tevoren onder stromend water afgespoeld te worden.
Het serviesgoed zo rangschikken dat het stevig op zijn plaats staat en niet omslaat; rangschik de containers
met de openingen naar beneden gericht en de holle/bolle onderdelen schuin geplaatst, waardoor het water elk
oppervlak kan bereiken en vrij kan stromen.
Waarschuwing: zorg ervoor dat deksels, grepen, platen en koekenpannen de sproeierarmen niet belemmeren
bij het draaien.
Plaats geen kleine voorwerpen in de bestekmand.
Erg vervuild vaatwerk en pannen moeten in de onderste mand worden geplaatst, omdat in deze ruimte de wa-
tersproeiers sterker zijn en hogere wasprestaties hebben.
Zorg ervoor dat na het laden van het apparaat de sproeierarmen vrij kunnen draaien.
BOVENSTE REK
Laden van kwetsbaar en licht vaatwerk: glazen, kop-
jes, schoteltjes, lage saladekommen.
Het bovenste rek heeft opklapbare steunen die in een
verticale positie kunnen worden gebruikt bij het
schikken van thee/dessertschoteltjes of in een lagere
positie om kommen en schalen te laden.
(laadvoorbeeld voor het bovenste rek)
DE HOOGTE VAN HET BOVENSTE REK AFSTELLEN
De hoogte van het bovenste rek kan worden afge-
steld: hoge stand voor groot serviesgoed in de onder-
ste mand en lage stand om optimaal gebruik te maken
van de opklapbare steunen, door het creëren van
meer ruimte naar boven en botsen met de items die in
het onderste rek zijn geladen te voorkomen.
Het bovenste rek is uitgerust met een hoogteversteller
bovenste rek (zie afbeelding, zonder op de hefbomen
te hoeven drukken, opheffen door gewoon de zijkan-
ten van het rek vast te houden, zodra het rek stabiel in
de bovenste positie staat.
Voor herstellen naar de lagere positie op de hefbomen
A aan de zijkanten van het rek drukken en de mand
naar beneden verplaatsen.
Het is raadzaam de
hoogte van het rek niet
aan te passen wanneer
het is geladen.
NOOIT de mand slechts
aan één kant verhogen of
verlagen.
OPVOUWBARE KLEPPEN MET VERSTELBARE STAND
De opvouwbare kleppen aan de zijkant kunnen op
drie verschillende hoogtes worden geplaatst, voor
een optimale rangschikking van het serviesgoed in
het rek.
Wijnglazen kunnen veilig in de opvouwbare kleppen
worden geplaatst door de steel van elk glas in de
overeenkomstige sleuven in te voeren.
Voor optimale droogresultaten de opvouwbare klep-
pen meer laten kantelen. Voor het wijzigen van de
hellingshoek de opvouwbare klep optillen lichtjes
schuiven en plaats deze zoals u wenst.
13
ONDERSTE REK
Voor potten, deksels, platen, saladekommen, bestek
enz. Grote platen en deksels moeten idealiter aan de
zijkanten worden geplaatst, om aanraking met de
sproeierarmen te voorkomen.
Het onderste rek heeft opklapbare steunen die in een
verticale positie kunnen worden gebruikt bij het
schikken van platen of in een horizontale positie (la-
ger) om pannen en saladekommen te laden.
(laadvoorbeeld voor het onderste rek)
DYNAMIC CLEAN IN ONDERSTE REK
Dynamic Clean maakt gebruik van de speciale water-
jets in de achterkant van de opening om de hoog ver-
vuilde voorwerpen intensiever te wassen.
Activeer DYNAMIC CLEAN op het paneel tijdens
het plaatsen van de pannen/ovenschalen tegenover
het Dynamic Clean component.
Dynamic Clean gebruiken.
1. Pas het Dynamic Clean gebied (G) aan door de
achterste bordenhouders omlaag te klappen om
potten en pannen te laden.
2. Laad potten, pannen en schalen verticaal
gekanteld in het Dynamic Clean gebied. Potten
en pannen moeten naar de krachtige waterstralen
toe gekanteld worden.
Het onderste rek heeft
Dynamic Clean
, een speciale
uittrekbare steun aan de achterzijde van het rek, die
kan worden gebruikt ter ondersteuning van koeken-
pannen of braadpannen in verticale positie, zodat ze
minder ruimte in beslag nemen.
BESTEKMAND
De modulaire mand kan glijden, voor een optimale
ruimte in het onderste rek. Het is uitgerust met rasters
aan de bovenkant, om het bestek beter te kunnen
rangschikken.
Messen en andere gebruiksvoorwerpen met
scherpe randen moeten in de bestekmand worden
gezet met de punten naar beneden gericht of
horizontaal geplaatst in de opklapbare
compartimenten op het bovenste rek.
14
GLAZEN SERVIESGOED
Toegewijde accessoires om glazen met een lange
steel veilig onder te brengen onderin de
vaatwasmachine.
Reinigen & drogen is mogelijk omdat de glazen beter
en stabieler geplaatst worden.
2
3
1
1
3
2
A
B
Dagelijks gebruik
1. WATERAANSLUITING CONTROLEREN
Controleer of de vaatwasmachine is aangesloten
op de waterleiding en of de kraan opengedraaid is.
2.
DE REKKEN VULLEN
(zie REKKEN VULLEN)
3.
HET VAATWASMIDDELMIDDELDOSEER-
BAKJE VULLEN
(zie PROGRAMMATABEL).
4.
SCHAKEL DE AFWASMACHINE IN
Open de deur en druk op de toets AAN/UIT.
Vergeet niet dat de toetsen gedeactiveerd worden
wanneer de deur meer dan driekwart t.o.v. de
verticale (gesloten) positie open staat.
5.
KIES HET PROGRAMMA EN PAS DE
CYCLUS AAN
Selecteer het meest geschikte programma in
overeenstemming met het soort serviesgoed en
het niveau van vervuiling ((zie BESCHRIJVING
PROGRAMMA).
Op het display is de letter “P” te zien gevolgd
door het nummer van het programma (bijv. “P
1”). Druk op de toetsen
VORIGE / VOLGENDE om van programma te
veranderen. Selecteer de gewenste opties .(zie
OPTIES EN FUNCTIES).
6.
START
Start de wascyclus door op de START-toets te
drukken (de led licht op) en de deur binnen 4
seconden te sluiten. Wanneer het programma
start, hoort u een enkele piep. Als de deur niet
binnen 4 seconden wordt gesloten, gaat het
alarmgeluid af. Open in dat geval de deur, druk
op de START-toets en sluit binnen 4 seconden
de deur.
7.
EINDE VAN WASCYCLUS
Het einde van de wascyclus wordt aangegeven
met pieptonen en op de display is "End" (einde)
te zien. De deur openen en het apparaat uitscha-
kelen door op de toets AAN/UIT te drukken. Een
paar minuten wachten voordat het serviesgoed
wordt verwijderd - om brandwonden te voorko-
men. De rekken uitladen, te beginnen met het on-
derste rek.
De machine wordt tijdens bepaalde langere peri-
oden van inactiviteit automatisch uitgeschakeld,
om het elektriciteitsverbruik te minimaliseren.
Als het serviesgoed slechts licht bevuild is of als
het voordat het in de afwasmachine wordt ge-
plaatst met water is afgespoeld kan de hoeveel-
heid vaatwasmiddel dienovereenkomstig worden
verminderd.
EEN DRAAIEND PROGRAMMA WIJZIGEN
Als er een verkeerd programma was geselecteerd,
kan het worden gewijzigd, mits het nog maar net
begonnen is: open de deur (let op HETE stoom!),
houd de AAN/UIT-toets ingedrukt en het apparaat
wordt uitgeschakeld. Schakel de machine weer in
met de AAN/UIT-toets en selecteer het nieuwe
wasprogramma en eventuele gewenste opties; start
het wasprogramma door de START-toets in te
drukken en de deur binnen 4 seconden te sluiten.
EXTRA SERVIESGOED BIJVOEGEN
Open de deur zonder het apparaat uit te schakelen
(“:” houdt op met knipperen en de START-led
begint te knipperen) (let op HETE stoom!) en plaats
het serviesgoed in de afwasmachine. Druk op de
START-toets en sluit de deur binnen 4 seconden, de
cyclus herneemt vanaf het punt waarop het werd
onderbroken.
TOEVALLIGE ONDERBREKINGEN
Als de deur tijdens het wasprogramma wordt ge-
opend of als er een stroomstoring is, wordt het was-
programma gestopt. Om de cyclus te hernemen vanaf
het punt waarop het werd onderbroken, druk op de
START-toets en sluit de deur binnen 4 seconden.
15
Adviezen
ONGESCHIKT SERVIESGOED
Houten servies en bestek.
Kwetsbare gedecoreerde glazen, artistiek hand-
werk en antiek serviesgoed. Hun decoraties zijn hier
niet tegen bestand.
Delen van synthetisch materiaal die niet bestand
zijn tegen hoge temperaturen.
Koperen en tinnen serviesgoed.
Serviesgoed bevuild met as, was, smeervet of
inkt.
De kleuren van glasdecoraties en aluminium/zilveren
stukken kunnen wijzigen en vervagen tijdens het was-
proces.
Sommige soorten glas (bv. kristallen voorwerpen)
kunnen na een aantal wascyclussen ook dof worden.
SCHADE AAN GLASWERK EN SERVIESGOED
Gebruik alleen glas en porselein waarvan de
fabrikant garandeert dat het veilig is voor de
afwasmachine.
Gebruik een zacht vaatwasmiddel dat geschikt is
voor serviesgoed, om witte strepen op gebruikt
glas te vermijden.
Haal glazen en bestek uit de afwasmachine zodra
het wasprogramma afgelopen is.
HYGIËNE
Om te voorkomen dat zich geur en afzetting ophoopt
in de afwasmachine moet u ten minste één per maand
een programma met hoge temperatuur laten draaien.
Gebruik een theelepel vaatwasmiddel en laat het ap-
paraat zonder lading draaien.
Onderhoud en reiniging
LET OP: Koppel het apparaat altijd los tijdens het reinigen en bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden.
Gebruik geen brandbare vloeistoffen om de machine schoon te maken.
DE AFWASMACHINE SCHOONMAKEN
Alle aanslag op de binnenkant van het apparaat kun-
nen worden verwijderd met een doek die is bevoch-
tigd met water en een beetje azijn.
De externe oppervlakken van de
machine en het bedieningspaneel
kunnen met een niet-schurende
doek, bevochtigd met water worden
gereinigd. Gebruik geen oplosmid-
delen of schuurmiddelen.
VOORKOMEN VAN ONAANGENAME GEUREN
Houd de deur van het apparaat altijd open, om te
voorkomen dat er vocht wordt gevormd dat niet uit
de machine kan.
Reinig de afdichtingen rond de deur en de wasmiddel-
doseerbakjes regelmatig met een vochtige spons. Dit
zal voorkomen dat er voedsel in de afdichtingen blijft
zitten, de belangrijkste oorzaak achter het vormen van
onaangename geuren.
DE WATERTOEVOERSLANG CONTROLEREN
Controleer de toevoerslang regelmatig op barsten of
scheuren. Als deze beschadigd is vervangen door een
nieuwe slang, te verkrijgen via onze Consumentenser-
vice of uw gespecialiseerde dealer.
Afhankelijk van het type slang:
Als de toevoerslang een doorzichtige coating heeft,
regelmatig controleren of de kleur plaatselijk wordt
geïntensiveerd. Zo ja, is de slang wellicht lek en moet
worden vervangen.
Voor waterstopslangen: controleer het kleine veilig-
heidsklepinspectievenster.(zie pijl. Als het rood is
werd de waterstopfunctie in gang gezet en moet de
slang door een nieuwe worden vervangen.
Om deze slang los te schroeven op de ontspanknop
drukken, terwijl de slang wordt losgeschroefd.
16
HET FILTERSYSTEEM REINIGEN
Reinig het filtersysteem regelmatig, zodat de filters niet
verstoppen en het afvalwater correct weg stroomt.
Het filtersysteem bestaat uit drie filters die voedsel-
resten uit het afwaswater verwijderen en vervolgens
het water opnieuw laten circuleren: houd ze goed
schoon, voor de beste wasresultaten.
De afwasmachine mag niet worden gebruikt zon-
der filters of als het filter is losgeraakt.
Controleer het filtersysteem na meerdere wasbeurten
en reinig het eventueel grondig onder stromend wa-
ter, met een niet-metalen borstel en volgens de on-
derstaande instructies:
1. Draai het cilindrische filter
A
linksom en trek het
uit
(Afb. 1).
2. Verwijder het houderfilter
B
door licht op de
zijkleppen te drukken
(Afb. 2).
3. Schuif de roestvrij stalen plaat filter
C
er uit
(Afb.
3
).
4. Inspecteer de sifon en verwijder eventuele
voedselresten.
VERWIJDER NOOIT
de
pompbescherming van het wasprogramma (zwart
detail)
(Afb. 4)
Na het schoonmaken van het filter het filtersysteem
opnieuw plaatsen en goed op zijn plaats zetten; dit is
essentieel voor het behoud van de efficiënte werking
van de afwasmachine.
.
A
A
B
C
12
34
DE SPROEIERARMEN REINIGEN
Af en toe kunnen er voedselresten op de sproeierar-
men vastzitten en worden de openingen voor het wa-
ter sproeien geblokkeerd. Het is daarom raadzaam
dat u de armen van tijd tot tijd controleert en ze met
een kleine niet-metalen borstel schoonmaakt.
Voor het verwijderen van de bovenste sproeierarm
de kunststof borgring linksom draaien. De bovenste
sproeierarm moet worden vervangen, zodat de zijde
met het grotere aantal openingen naar boven is ge-
richt.
De onderste sproeierarm kan worden verwijderd
door het omhoog te trekken.
DE TOEVOERSLANG REINIGEN
Als de waterslangen nieuw zijn of een langere perio-
de niet zijn gebruikt laat dan, voordat de benodigde
aansluitingen worden uitgevoerd, het water lopen,
om ervoor te zorgen het helder is en vrij van onzui-
verheden. Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt
genomen kan de waterinlaat geblokkeerd worden en
kan de afwasmachine beschadigd raken.
17
Probleemoplossing
Uw afwasmachine werkt mogelijk niet goed.
Controleer of het probleem opgelost kan worden door de onderstaande lijst na te lopen voordat u contact
opneemt met het servicecenter.
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De afwasma-
chine start niet of
reageert niet op
opdrachten.
Het apparaat is niet goed aangesloten. Steek de stekker in het stopcontact.
Stroomuitval.
De afwasmachine start automatisch wanneer er weer
stroom is.
De deur van de afwasmachine is niet
goed gesloten.
De deur krachtig aanduwen totdat u de "klik" hoort.
Het reageert niet op opdrachten.
Het toestel uitschakelen door de knop AAN/UIT in
te drukken, na ongeveer een minuut weer inschake-
len en het programma resetten.
De deur wordt
niet vergrendeld.
Rekken zitten niet vast aan het einde. Controleer of de rekken aan het einde vast zitten.
Het deurslot is niet vergrendeld.
De deur krachtig aanduwen totdat u het "klak"
geluid hoort.
De afwasma-
chine maakt veel
lawaai.
Het vaatwerk rammelt tegen elkaar.
Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN
VULLEN).
Er is een bovenmatige hoeveelheid
schuim geproduceerd.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is
niet geschikt voor gebruik in afwasmachines
(zie HET
VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN)
. Voer
de nulstelling van de actuele cyclus uit door de afwas-
machine UIT te schakelen, schakel het vervolgens
terug in, selecteer een nieuw program, druk op START
en sluit de deur. Vul geen vaatwasmiddel bij.
Het vaatwerk is
niet droog.
Het geselecteerde programma heeft
geen droogfase.
Controleer in de programmatabel of het geselec-
teerde programma een droogfase heeft.
Het glansspoelmiddel is op of de reso-
lutie is niet voldoende.
Voeg het glansspoelmiddel toe of stel hogere dose-
ringen af (zie HET GLANSSPOELMIDDELRESER-
VOIR BIJVULLEN).
Het vaatwerk heeft een antiaanbaklaag
of is van kunststof.
Een paar druppels water is normaal
(zie ADVIEZEN).
Het vaatwerk is
niet schoon.
Het serviesgoed is niet goed gerang-
schikt.
Rangschik het serviesgoed goed
(zie REKKEN VULLEN).
De sproeierarmen kunnen niet vrij
draaien, ze worden door het vaatwerk
belemmerd.
Rangschik het serviesgoed goed
(zie REKKEN VULLEN).
Het wasprogramma is te zacht en/of de
efficiëntie van het afwasmiddel is laag.
Selecteer een geschikt wasprogramma (zie PRO-
GRAMMATABEL).
Er is een bovenmatige hoeveelheid
schuim geproduceerd. (zie CONSU-
MENTENSERVICE)
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is
niet geschikt voor gebruik in afwasmachines
(zie HET
VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN)
. Voer
de nulstelling van de actuele cyclus uit door de afwas-
machine UIT te schakelen, schakel het vervolgens
terug in, selecteer een nieuw program, druk op START
en sluit de deur. Vul geen vaatwasmiddel bij.
De dop op het glansspoelmiddelcom-
partiment is niet correct afgesloten.
Zorg ervoor dat de dop van het glansspoelmiddel-
bakje is gesloten.
Het filter is bevuild of verstopt.
Reinig het filtersysteem
(zie Onderhoud en reiniging)
.
Er is geen zout.
Vul het zoutreservoir (zie HET ZOUTRESERVOIR
BIJVULLEN).
18
Klantenservice
CONTACT OPNEMEN MET DE CONSUMEN-
TENSERVICE
Wanneer u contact op-
neemt met de consumen-
tenservice moet u de codes
vermelden die staan aange-
geven op het typeplaatje
aan de linker- of rechter-
kant in de deur van de af-
wasmachine.
Het telefoonnummer dat wordt vermeld in het Ga-
rantieboekje of op de website: www.kitchenaid.eu
TECHNISCH GEGEVENSBLAD
De technische gegevens over het energieverbruik
kunnen worden gedownload van de website
docs.kitchenaid.eu
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De afwasma-
chine wordt niet
gevuld met water,
geeft de waar-
schuwing "H2O"
of "F06" weer.
Geen water in de watertoevoer of de
kraan is gesloten.
Zorg ervoor dat er water in de watertoevoer komt of
dat de kraan loopt.
Er zit een knik in de toevoerslang.
Controleer of er geen knik in de afvoerslang zit (zie
INSTALLATIE) de afwasmachine herprogrammeren
en rebooten.
De zeef in de watertoevoerslang is ver-
stopt; het moet gereinigd worden
Na het controleren en reinigen, de afwasmachine
uitschakelen en inschakelen en een nieuw pro-
gramma starten.
Het vaatwerk en
het glaswerk ver-
toont calcinatie of
een witachtige
film.
Het zoutniveau is te laag.
Vul het zoutreservoir (zie HET ZOUTRESERVOIR
BIJVULLEN).
De aanpassing van de waterhardheid is
niet voldoende.
Hiermee verhoogt u de waarden (Zie Tabel Water-
hardheid).
De dop van het zoutreservoir is niet
goed gesloten.
Controleer of de dop van het zoutreservoir goed is
gesloten.
Het glansspoelmiddel is opgebruikt of
de dosering is onvoldoende.
Het glansspoelmiddel toevoegen of hogere doserin-
gen toepassen.
Het vaatwerk en
het glas hebben
blauwe strepen of
een blauwachtige
tint.
De dosering van glansspoelmiddel is te
hoog.
Pas de doseringsaantallen hieronder aan.
IEC 436
:
19
Gedrukt in Italië
11/18
400011327192
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

KitchenAid KDSCM 82142 Gebruikershandleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Gebruikershandleiding