Whirlpool WIP4O32 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1
NL
GEBRUIKSAANWIJZING
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN WHIRLPOOL PRODUCT .
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren op: www.whirlpool.eu/register
Lees voordat u het apparaat gaat gebruiken zorgvuldig de gids voor Gezondheid en Veiligheid .
PRODUCTBESCHRIJVING
APPARAAT
1. Bovenste rek
2. Opvouwbare kleppen
3. Afsteller hoogte bovenste rek
4. Bovenste sproeierarm
5. Power Clean steunen
6. Onderste rek
7. Bestekkorf
8. Onderste sproeierarm
9. Filtersysteem
10. Zoutreservoir
11. Doseerbakjes vaatwasmiddel en
glansspoelmiddel
12.Typeplaatje
13. Bedieningspaneel
1
4
6
5
11
13
7
12
10
8
2
0000 000 00000
Service:
3
9
BEDIENINGSPANEEL
1. AAN/UIT toets
2. VORIGE toets
3. VOLGENDE toets
4. Multizone toets
5. Display
6. Controlelampje Multizone
7. Controlelampje Eco-programma
8. Controlelampje van Uitstel van Start
9. Nummer programma en controlelampje resterende tijd
10. Controlelampje gesloten waterkraan
11. Controlelampje bijvullen glansspoelmiddel
12. Controlelampje zout bijvullen
13. Controlelampje van tablet vaatwasmiddel (Alles-in-een)
14. Tablet vaatwasmiddel toets met controlelampje (Alles-in-een)
15. Turbo toets met controlelampje
16. Power Clean toets met controlelampje
17. Uitstel van Start toets met controlelampje
18. START toets met controlelampje
1 2 3 456789 101112131415161718
2
EERSTE GEBRUIK
INSTELLING MENU EN ZOUT
ADVIES MET BETREKKING TOT HET EERSTE
GEBRUIK
Verwijder na het installeren de stoppen uit de rekken en de elastische
borgelementen uit het bovenste rek.
INSTELLING MENU
1. Het apparaat inschakelen door op de toets
AAN/UIT
te drukken.
2. Het apparaat uitschakelen door op de toets
AAN/UIT
te drukken.
3. De toets
START
5 seconden ingedrukt houden totdat u een piep hoort.
4. Het display geeft de eerste beschikbare instelling (letter "A") weer,
gevolgd door zijn waarde (bijvoorbeeld: 3).
5. Druk op
VORIGE/VOLGENDE
om door de lijst van de beschikbare
instellingen te scrollen en hun waarden te zien (zie de onderstaande
tabel), druk vervolgens op
START
als u de waarde van de weergege-
ven instelling wilt veranderen: de waarde ervan begint te knipperen.
6. Gebruik de toetsen
VORIGE/VOLGENDE
om de knipperende
waarde van de geselecteerde instellingen te veranderen, druk
vervolgens op
START
om de nieuwe waarde op te slaan: het houdt
op met knipperen.
7. Herhaal de stappen 5-6 om andere instellingen te wijzigen.
8.
Om het menu van de instellingen af te sluiten - druk op de toets
AAN/UIT.
HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN
Het gebruik van zout voorkomt de vorming van KALKAANSLAG op het
vaatwerk en op de functionele onderdelen van de machine.
Het is belangrijk dat het zoutreservoir nooit leeg is.
Het is belangrijk dat de hardheid van het water wordt ingesteld.
Het zoutreservoir bevindt zich in het onderste deel van de
afwasmachine (zie BESCHRIJVING PROGRAMMA) en moet worden
gevuld wanneer het controlelampje ZOUT BIJVULLEN in het
bedieningspaneel brandt.
1.Verwijder het onderste rek en draai de
dop van het reservoir los (linksom).
2.Alleen de eerste maal dat u dit doet: vul
het zoutreservoir met water.
3.Plaats de trechter
(zie afbeelding)
en vul
het zoutreservoir tot aan de rand
(ongeveer 1 kg); het is niet ongebruikelijk
dat er een beetje water uit lekt.
4.Verwijder de trechter en veeg alle
zoutresten weg van de opening.
Zorg ervoor dat de dop strak is aangedraaid, zodat geen
vaatwasmiddel in de container kan komen tijdens het wasprogramma
(dit kan de waterontharder onherstelbaar beschadigen).
Zodra deze procedure voltooid is voert u een programma zonder lading uit.
Het "Voorspoelen" programma alleen is NIET voldoende.
Achtergebleven zoutoplossing of zoutkorrels kunnen leiden tot ernsti-
ge corrosie waardoor de roestvrijstalen onderdelen onherstelbaar be-
schadigd worden.
Er wordt geen enkele garantie verleend in geval van klachten die hier-
op betrekking hebben.
Wanneer het zout in de machine is gestrooid wordt het lampje ZOUT
BIJVULLEN uitgeschakeld.
Gebruik alleen zout dat speciaal voor afwasmachines is bestemd.
Als het zoutreservoir niet gevuld wordt, kunnen de waterverzach-
ter en het verwarmingselement beschadigd raken.
Wanneer u zout moet toevoegen, is u verplicht om de procedure
helemaal uit te voeren alvorens de wascyclus te starten.
DE WATERHARDHEID INSTELLEN
Als u de waterontharder perfect wilt laten werken is het essentieel dat
de instelling van de waterhardheid is gebaseerd op de werkelijke
waterhardheid in uw huis. Deze informatie kan bij uw lokale
waterleverancier worden opgevraagd.
De fabrieksinstelling is “3” voor gemiddelde waterhardheid.
Volg voor de verandering de instructies in het gedeelte “INSTELLING MENU”.
.
LETTER INSTELLING
WAARDEN
(Default - in vet)
Waterhardheidniveau
(zie “Waterhardheid instellen” en “Water-
hardheidtabel”)
1 | 2 | 3 | 4 | 5
Glansspoelmiddelniveau
(zie "de dosering glansspoelmiddel aanpas-
sen")
1 | 2 | 3 | 4 | 5
Startprogramma
Om de cyclus in te stellen die moet worden
weergegeven wanneer het apparaat wordt
ingeschakeld.
“E”= Eco, “L”= Laatste cyclusuitvoering
E | L
Helderheidsniveau
Om het helderheidsniveau van het display
te wijzigen.
“Lo”=Laag, “Hi”= Hoog
Lo | Hi
Geluidssterkte
Om het volume van de geluiden te wijzigen.
“OF” = geluid uit, “Lo” = laag volume, “Hi” =
hoog volume.
OF | Lo | Hi
Interne verlichting
(zie “Opties en functies”)
“On” = aan, “OF” = uit
On | OF
Fabrieksinstellingen
Om alle waarden van de instellingen die in
het instellingenmenu staan te herstellen
met de fabrieksdefaultwaarden. Na de
activering van deze instelling (AAN) wordt
de machine UITgeschakeld en worden de
fabrieksinstellingen hersteld.
“On” = aan, “OF” = uit
On | OF
Tabel waterhardheid
Niveau
°dH
Duitse graden
°fH
Franse graden
1 Zacht 0 - 6 0 - 10
2 Gemiddeld 7 - 11 11 - 20
3 Gemiddeld 12 - 17 21 - 30
4 Hard 18 - 34 31 - 60
5 Zeer hard 35 - 50 61 - 90
3
NL
EERSTE GEBRUIK
GLANSSPOELMIDDEL EN AFWASMIDDEL
HET GLANSSPOELMIDDELRESERVOIR BIJVULLEN
Glansspoelmiddel maakt het DROGEN van de vaat gemakkelijker. Het
glansspoelmiddelreservoir
A
moet worden gevuld wanneer het
controlelampje GLANSSPOELMIDDEL BIJVULLEN
op het display brandt
1. Open het doseerbakje
B
door de tab op het deksel in te drukken en
omhoog te trekken.
2. Het glansspoelmiddel zorgvuldig inbrengen tot aan de maximum
(110 ml) insteekgleuf van de vulruimte - voorkom morsen. Wanneer
dit gebeurt het gemorste glansspoelmiddel onmiddellijk met een
droge doek reinigen.
3. Om het te sluiten het deksel naar beneden drukken totdat u een klik hoort.
Het glansspoelmiddel NOOIT rechtstreeks in de kuip gieten.
DE DOSERING GLANSSPOELMIDDEL AANPASSEN
Als u niet volledig tevreden bent over de droogresultaten kunt u de ge-
bruikte hoeveelheid glansspoelmiddel aanpassen.
Volg voor de verandering de instructies in het gedeelte “INSTELLING
MENU”.
Als het niveau van het glansspoelmiddel is ingesteld op 1 zal geen
glansspoelmiddel worden afgegeven. Het controlelampje LAAG
GLANSSPOELMIDDEL zal niet branden als het glansspoelmiddel op is.
Er kan een maximum van 5 niveaus worden ingesteld, afhankelijk van
het model afwasmachine.
De fabrieksinstelling is “5”.
Als u blauwe strepen op het vaatwerk ziet stel dan een laag getal in (2-3).
Als er druppels water of kalkaanslag op het vaatwerk zijn stel dan
een hoog getal in (4-5).
HET VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
Gebruik alleen vaatwasmiddel dat speciaal voor afwasmachines is
bestemd.
Voor de beste was- en droogresultaten wordt het gecombineerde ge-
bruik van vaatwasmiddel, vloeibaar glansspoelmiddel en zout vereist.
Het is raadzaam om vaatwasmiddelen zonder fosfaten of chloor te
gebruiken, aangezien deze producten schadelijk voor het milieu zijn.
Goede wasresultaten zijn ook afhankelijk van de juiste hoeveelheid
vaatwasmiddel.
Het overschrijden van de aangegeven hoeveelheid leidt niet tot een
meer effectieve afwas en doet de milieuvervuiling toenemen.
De hoeveelheid kan aan de mate van vuilheid worden aangepast.
Gebruik bij normaal bevuilde stukken ongeveer 35 g (vaatwasmiddel
in poedervorm) of 35 ml (vloeibaar vaatwasmiddel) en een extra thee-
lepel vaatwasmiddel direct in de kuip. Als er tabletten worden ge-
bruikt is één tablet voldoende.
Als het serviesgoed slechts licht bevuild is of als het voordat het in de
afwasmachine wordt geplaatst met water is afgespoeld kan de hoe-
veelheid vaatwasmiddel dienovereenkomstig worden verminderd
(minimaal 25 g/ml) door bijv. poeder/gel in de kuip over te slaan.
Om het vaatwasmiddeldoseerbakje
te openen, druk op toets A.
Het
vaatwasmiddel alleen in het droge
doseerbakje B invoeren. Plaats de
hoeveelheid vaatwasmiddel voor
voorspoelen direct in de kuip.
1.Raadpleeg bij het afmeten van het
vaatwasmiddel de eerder vermelde
informatie om de juiste hoeveelheid
toe te voegen. In het doseerbakje
B
vindt u de aanwijzingen voor het
doseren van het vaatwasmiddel.
2. Verwijder de resten vaatwasmiddel van de randen van het doseerbakje
en sluit het deksel totdat het klikt.
3. Sluit het deksel van het vaatwasmiddeldoseerbakje door het omhoog
te trekken tot het sluitingsmechanisme is vastgezet.
Het vaatwasmiddeldoseerbakje opent automatisch op het juiste moment,
volgens het programma.
Bij gebruik van alles-in-één vaatwasmiddelen is het raadzaam om de
toets
TABLET VAATWASMIDDEL
te gebruiken, omdat het programma
dan zodanig wordt aangepast dat de beste was- en droogresultaten
worden bereikt.
Als u alles-in-een vaatwasmiddelen gebruikt is het raadzaam om in
ieder geval zout toe te voegen, vooral als het water hard of zeer
hard is (volg de aanwijzingen op de verpakking).
M
A
X
A
B
35
25
A
B
4
PROGRAMMATABEL
De gegevens van het ECO-programma worden gemeten onder laboratoriumomstandigheden, volgens de Europese norm EN 50242. Aanwijzing voor de
Proeflaboratoria: Voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN-vergelijkingsproef kunt u contact opnemen met: dw_test_support@whirlpool.com.
Voorbehandeling van het vaatwerk vóór de programma’s is niet nodig.
*) Niet alle opties kunnen tegelijkertijd gebruikt worden.
**) De duur van het programma die op het scherm of in het boekje staat is een schatting, berekend onder normale omstandigheden. De werkelijke tijd is
afhankelijk van vele factoren, zoals de temperatuur en de druk van het toevoerwater, de kamertemperatuur, hoeveelheid vaatwasmiddel, de hoeveelheid
en soort lading, evenwicht van de lading, extra gekozen opties en de kalibratie van de sensor. De kalibratie van de sensor kan de duur van het programma
met max. 20 min. verlengen.
Stand-by verbruik: Ingeschakelde modus verbruik: 5 W - Uitgeschakelde modus: 0,5 W
BESCHRIJVING PROGRAMMA'S
P1 ECO
Normaal vervuild serviesgoed. Standaardprogramma, het meest efficiënt
met betrekking tot het gecombineerde energie- en waterverbruik.
P2 6
th
SENSE ®
Voor normaal vervuilde vaat zonder opgedroogde etensresten. Meet de mate
van vervuiling van het serviesgoed af en past het programma
dienovereenkomstig aan. Wanneer de sensor de mate van vervuiling meet,
verschijnt er een animatie in de display en wordt de cyclusduur aangepast.
P3 INTENSIEF
Aanbevolen programma voor sterk vervuild serviesgoed, met name
geschikt voor pannen en koekenpannen (mag niet gebruikt worden
voor kwetsbare stukken).
P4 DAGELIJKS
Normaal vervuild serviesgoed. Dagelijkse cyclus, die een optimale
reinigende werking in kortere tijd garandeert.
P5 STIL
Geschikt voor werking van het apparaat in de nacht. Optimale
prestaties gewaarborgd.
P6 SNEL 30’
Programma dat kan worden gebruikt voor licht vervuilde vaat zonder
opgedroogde etensresten.
P7 KRISTALLEN
Cyclus voor kwetsbare stukken, die gevoeliger zijn voor hoge
temperaturen, bijvoorbeeld glazen en kopjes.
P8 VOORSPOELEN
Servies dat later gewassen moet worden. Met dit programma wordt er
geen vaatwasmiddel gebruikt.
P9 DESINFECTERENDE
Normaal of sterk vervuild serviesgoed, met extra antibacteriële spoeling..
P10 ZELFREINIGEND
Cyclus voor het uitvoeren van onderhoud aan de machine. Reinigt de
binnenkant van het apparaat met warm water.
Opmerkingen:
Merk op dat programma's zoals Express of Snel het meest effectief zijn
voor licht verontreinigd vaatwerk.
Om het verbruik nog verder te verlagen de afwasmachine alleen
laten draaien wanneer deze vol is.
Programma
Drogen
fase
Beschikbare
functies
*)
Vaatwas-
middel-
bakje
Duur van
wasprogramma
(h:min)
**)
Waterverbruik
(liter/cyclus)
Energieverbruik
(kWh/cyclus)
Kuip B
P1 Eco 50° 3:35 9.5 0.83
P2
6
th
Sense
50-6 1:25 - 3:00 7.0 - 14.0 0.90 - 1.40
P3 Intensief 65° - 2:50 14.0 1.50
P4 Dagelijks 50° - 1:35 13.0 1.15
P5 Stil 50° - 3:30 15.0 1.15
P6 Snel 30’ 50° - - 0:30 9.0 0.55
P7 Kristallen 45° - 1:40 11.5 1.20
P8 Voorspoelen - - - - 0:12 4.5 0.01
P9
Desinfecte-
rende
65° - 1:40 10.0 1.30
P10 Zelfreinigend 65° - - 0:50 8.0 0.85
5
NL
OPTIES EN FUNCTIE
OPTIES kunnen direct worden geselecteerd door het indrukken van de daarbij behorende toets (zie BEDIENINGSPANEEL).
UITSTEL VAN START
De start van het programma kan worden uitgesteld voor
een periode tussen 0:30 en 24 uur.
1.
Selecteer het programma en eventuele gewenste
opties. Druk (meerdere keren) op de toets UITSTEL om
de start van het programma uit te stellen. Instelbaar
van 0:30 tot 24 uur. Wanneer de instelling 24 uren is
bereikt, druk nogmaals op de toets UITSTEL VAN START
om de functie UITSTEL VAN START uit te schakelen.
2. Druk op de toets START en sluit binnen 4 seconden de
deur: de timer begint met aftellen;
3. Wanneer deze tijd verstreken is, wordt het controlelampje
uitgeschakeld en begint het programma automatisch.
De functie UITSTEL VAN START kan niet worden
ingesteld zodra er een programma is gestart.
MULTIZONE
Als er niet veel vaatwerk is, kan er een programma "halve
lading" worden gebruikt, om water, elektriciteit en
vaatwasmiddel te besparen.
Selecteer een compatibel programma (zie
"Programmatabel") en druk daarna op de MULTIZONE-
toets: het symbool van het geselecteerde rek verschijnt
op het display:
(enkel onderste rek geselecteerd)
(enkel bovenste rek geselecteerd)
Standaard wast het apparaat vaatwerk in alle rekken.
Optie is UIT.
TURBO
Deze optie kan gebruikt worden om de duur van de
hoofdprogramma's te verlagen, met behoud van dezelfde
was- en droogprestaties.
Selecteer een compatibel programma (zie
“Programmatabel”), druk op de toets TURBO en het
controlelampje gaat branden. Druk dezelfde toets
opnieuw in om de optie uit te schakelen.
POWER CLEAN
dankzij de extra krachtige stralen biedt deze functie een
intensievere en krachtigere afwascyclus op de
betreffende plek in het onderste rek (zie pagina 7 “Power
Clean (krachtig reinigen) in onderste rek”).
Deze functie wordt aanbevolen voor het afwassen van
pannen en ovenschalen. Selecteer een compatibel
programma (zie “Programmatabel”), druk deze knop in om
POWER CLEAN (krachtig reinigen) te activeren (het
controlelampje gaat branden).
TABLET VAATWASMIDDEL (Alles-in-een)
Met deze instelling kan de prestatie van het programma
geoptimaliseerd worden, aan de hand van het
afwasmiddel dat gebruikt wordt.
Druk op de toets TABLET VAATWASMIDDEL (het
controlelampje gaat branden) als u Alles-in-een
vaatwasmiddelen in tabletvorm gebruikt (spoelmiddel,
zout en vaatwasmiddel in 1 dosis).
Als u poeder of vloeibaar afwasmiddel gebruikt moet
deze optie worden uitgeschakeld.
WATERKRAAN DICHT - Alarm
Knippert wanneer er geen watertoevoer is of als de
waterkraan gesloten is.
INTERNE VERLICHTING
Wanneer de functie actief is, worden de leds in de kuip
automatisch in/uitgeschakeld zodra de gebruiker de deur
respectievelijk opent/sluit.
Als de deur langer dan 10 minuten blijft openstaan, worden
de leds in de kuip uitgeschakeld (om ze terug in te schakelen
moet de deur worden gesloten en opnieuw geopend).
Deze functie is standaard actief, maar kan uitgeschakeld
worden op het “MENU VAN DE INSTELLINGEN”.
Als een optie niet compatibel is met het geselecteerde programma (zie PROGRAMMATABEL) gaat de bijbehorende LED 3 keer snel
knipperen en klinken er pieptonen. De optie wordt niet ingeschakeld.
6
DAGELIJKS GEBRUIK
1. CONTROLEER DE WATERAANSLUITING
Controleer of de afwasmachine is aangesloten op de waterleiding
en of de bovenkant open is.
2. LAAD DE REKKEN
(zie REKKEN LADEN)
3. VUL HET VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE
(zie PROGRAMMATABEL).
4. SCHAKEL DE AFWASMACHINE IN
Open de deur en druk op de toets AAN/UIT. Vergeet niet dat de
toetsen gedeactiveerd worden wanneer de deur meer dan
driekwart t.o.v. de verticale (gesloten) positie open staat.
5. IES HET PROGRAMMA EN PAS DE CYCLUS AAN
Selecteer het meest geschikte programma in overeenstemming
met het soort serviesgoed en het niveau van vervuiling (zie
PROGRAMMABESCHRIJVING ).
Op het display is de letter “P” te zien gevolgd door het nummer van
het programma (bijv. “P 1”). Druk op de toetsen
VORIGE/VOLGENDE
om van programma te veranderen. Selecteer de gewenste opties
(zie OPTIES EN FUNCTIES).
6. START
Start de wascyclus door op de START-toets te drukken (de led licht
op) en de deur binnen 4 seconden te sluiten. Wanneer het
programma start, hoort u een enkele piep. Als de deur niet binnen
4 seconden wordt gesloten, gaat het alarmgeluid af. Open in dat
geval de deur, druk op de START-toets en sluit binnen 4 seconden
de deur.
7. EINDE VAN WASCYCLUS
Het einde van de wascyclus wordt aangegeven met pieptonen en
op de display is "End" (einde) te zien. De deur openen en het
apparaat uitschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken. Een
paar minuten wachten voordat het serviesgoed wordt verwijderd -
om brandwonden te voorkomen. De rekken uitladen, te beginnen
met het onderste rek.
De machine wordt tijdens bepaalde langere perioden van
inactiviteit automatisch uitgeschakeld, om het
elektriciteitsverbruik te minimaliseren.
Als het serviesgoed slechts licht bevuild is of als het voordat het in
de afwasmachine wordt geplaatst met water is afgespoeld kan de
hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkomstig worden
verminderd.
EEN DRAAIEND PROGRAMMA WIJZIGEN
Als er een verkeerd programma was geselecteerd, kan het worden
gewijzigd, mits het nog maar net begonnen is: open de deur (let op
HETE stoom!), houd de AAN/UIT-toets ingedrukt en het apparaat
wordt uitgeschakeld. Schakel de machine weer in met de AAN/UIT-
toets en selecteer het nieuwe wasprogramma en eventuele gewenste
opties; start het wasprogramma door de START-toets in te drukken en
de deur te sluiten.
EXTRA SERVIESGOED BIJVOEGEN
Open de deur zonder het apparaat uit te schakelen (“:” houdt op met
knipperen en de START-led begint te knipperen) (let op HETE stoom!)
en plaats het serviesgoed in de afwasmachine. Druk op de START-toets
en sluit de deur binnen 4 seconden, de cyclus herneemt vanaf het punt
waarop het werd onderbroken.
TOEVALLIGE ONDERBREKINGEN
Als de deur tijdens het wasprogramma wordt geopend of als er een
stroomstoring is, wordt het wasprogramma gestopt. Om de cyclus te
hernemen vanaf het punt waarop het werd onderbroken, druk op de
START-toets en sluit de deur.
ADVIEZEN EN TIPS
ADVIEZEN
Verwijder alvorens de manden te laden alle voedselresten uit het
serviesgoed en leeg de glazen. Het serviesgoed hoeft niet tevoren
onder stromend water afgespoeld te worden.
Het serviesgoed zo rangschikken dat het stevig op zijn plaats staat en
niet omslaat; rangschik de containers met de openingen naar beneden
gericht en de holle/bolle onderdelen schuin geplaatst, waardoor het
water elk oppervlak kan bereiken en vrij kan stromen.
Waarschuwing: zorg ervoor dat deksels, grepen, platen en
koekenpannen de sproeierarmen niet belemmeren bij het draaien.
Plaats geen kleine voorwerpen in de bestekmand.
Erg vervuild vaatwerk en pannen moeten in de onderste mand worden
geplaatst, omdat in deze ruimte de watersproeiers sterker zijn en
hogere wasprestaties hebben.
Zorg ervoor dat na het laden van het apparaat de sproeierarmen vrij
kunnen draaien.
HYGIËNE
Om te voorkomen dat zich geur en afzetting ophoopt in de
afwasmachine moet u ten minste één per maand een programma met
hoge temperatuur laten draaien. Gebruik een theelepel vaatwasmiddel
en laat het apparaat zonder lading draaien.
ONGESCHIKT SERVIESGOED
Houten servies en bestek.
Kwetsbare gedecoreerde glazen, artistiek handwerk en antiek
serviesgoed. Hun decoraties zijn hier niet tegen bestand.
Delen van synthetisch materiaal die niet bestand zijn tegen hoge
temperaturen.
Koperen en tinnen serviesgoed.
Serviesgoed bevuild met as, was, smeervet of inkt.
De kleuren van glasdecoraties en aluminium/zilveren stukken kunnen
wijzigen en vervagen tijdens het wasproces. Sommige soorten glas (bv.
kristallen voorwerpen) kunnen na een aantal wascyclussen ook dof
worden.
SCHADE AAN GLASWERK EN SERVIESGOED
Gebruik alleen glas en porselein waarvan de fabrikant garandeert
dat het veilig is voor de afwasmachine.
Gebruik een zacht vaatwasmiddel dat geschikt is voor serviesgoed
Haal glazen en bestek uit de afwasmachine zodra het
wasprogramma afgelopen is.
7
NL
REKKEN VULLEN
BOVENSTE REK
Laden van kwetsbaar en licht
vaatwerk: glazen, kopjes,
schoteltjes, lage saladekommen.
Het bovenste rek heeft
opklapbare steunen die in een
verticale positie kunnen worden
gebruikt bij het schikken van
thee/dessertschoteltjes of in een
lagere positie om kommen en
schalen te laden.
(laadvoorbeeld voor het bovenste rek)
DE HOOGTE VAN HET BOVENSTE REK AFSTELLEN
De hoogte van het bovenste rek kan worden afgesteld: hoge stand
voor groot serviesgoed in de onderste mand en lage stand om
optimaal gebruik te maken van de opklapbare steunen, door het
creëren van meer ruimte naar boven en botsen met de items die in het
onderste rek zijn geladen te voorkomen.
Het bovenste rek is uitgerust met een
hoogteversteller bovenste rek (zie
afbeelding , zonder op de hefbomen te
hoeven drukken, opheffen door gewoon de
zijkanten van het rek vast te houden, zodra
het rek stabiel in de bovenste positie staat.
Voor herstellen naar de lagere positie op de
hefbomen A aan de zijkanten van het rek
drukken en de mand naar beneden
verplaatsen.
Het is raadzaam de hoogte van het rek niet
aan te passen wanneer het is geladen. NOOIT de mand slechts aan één
kant verhogen of verlagen.
OPVOUWBARE KLEPPEN MET VERSTELBARE STAND
De opvouwbare kleppen aan de zijkant kunnen
op drie verschillende hoogtes worden
geplaatst, voor een optimale rangschikking
van het serviesgoed in het rek.
Wijnglazen kunnen veilig in de opvouwbare
kleppen worden geplaatst door de steel van
elk glas in de overeenkomstige sleuven in te
voeren.
Voor optimale droogresultaten de
opvouwbare kleppen meer laten kantelen.
Voor het wijzigen van de hellingshoek de
opvouwbare klep optillen lichtjes schuiven en
plaats deze zoals u wenst.
ONDERSTE REK
Voor potten, deksels, platen, saladekommen, bestek enz. Grote platen
en deksels moeten idealiter aan de zijkanten worden geplaatst, om
aanraking met de sproeierarmen te voorkomen.
Het onderste rek heeft opklapbare steunen die in een verticale positie
kunnen worden gebruikt bij het schikken van platen of in een
horizontale positie (lager) om pannen en saladekommen te laden.
(laadvoorbeeld voor het onderste rek)
POWER CLEAN IN ONDERSTE REK
Power Clean® maakt gebruik van
speciale waterstralen aan de achterzijde
van de ruimte voor een intensievere
reiniging van zeer vuile items.
Activeer POWER CLEAN op het paneel
tijdens het plaatsen van de pannen/
ovenschalen tegenover het Power Clean® component. Het onderste
rek heeft een lege ruimte, een speciale uittrekbare steun aan de
achterzijde van het rek, die kan worden gebruikt ter ondersteuning van
koekenpannen of braadpannen in verticale positie, zodat ze minder
ruimte in beslag nemen.
Power Clean® gebruiken:
1. Pas het Power Clean gebied (G) aan
door de achterste bordenhouders
omlaag te klappen om potten en
pannen te laden.
2. Laad potten, pannen en schalen
verticaal gekanteld in het Power
Clean gebied. Potten en pannen
moeten naar de krachtige
waterstralen toe gekanteld worden.
BESTEKMAND
De modulaire mand kan glijden, voor een optimale ruimte in het
onderste rek. Het is uitgerust met rasters aan de bovenkant, om het
bestek beter te kunnen rangschikken.
Messen en andere gebruiksvoorwerpen met scherpe randen
moeten in de bestekmand worden gezet met de punten naar
beneden gericht of horizontaal geplaatst in de opklapbare
compartimenten op het bovenste rek.
8
REINIGING EN ONDERHOUD
LET OP: Koppel het apparaat altijd los tijdens het reinigen en bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden.
Gebruik geen brandbare vloeistoffen om de machine schoon te maken.
DE AFWASMACHINE SCHOONMAKEN
Alle aanslag op de binnenkant van het apparaat
kunnen worden verwijderd met een doek die is
bevochtigd met water en een beetje azijn.
De externe oppervlakken van de machine en het
bedieningspaneel kunnen met een niet-schurende
doek, bevochtigd met water worden gereinigd.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen.
VOORKOMEN VAN ONAANGENAME GEUREN
Houd de deur van het apparaat altijd open, om te voorkomen dat er
vocht wordt gevormd dat niet uit de machine kan.
Reinig de afdichtingen rond de deur en de wasmiddeldoseerbakjes
regelmatig met een vochtige spons. Dit zal voorkomen dat er voedsel
in de afdichtingen blijft zitten, de belangrijkste oorzaak achter het
vormen van onaangename geuren.
DE WATERTOEVOERSLANG CONTROLEREN
Controleer de toevoerslang regelmatig op barsten of scheuren. Als
deze beschadigd is vervangen door een nieuwe slang, te verkrijgen via
onze Consumentenservice of uw gespecialiseerde dealer.
Afhankelijk van het type slang:
Als de toevoerslang een doorzichtige coating heeft, regelmatig con-
troleren of de kleur plaatselijk wordt geïntensiveerd. Zo ja, is de slang
wellicht lek en moet worden vervangen.
Voor waterstopslangen: controleer het kleine veiligheidsklepinspec-
tievenster (zie pijl). Als het rood is werd de waterstopfunctie in gang
gezet en moet de slang door een nieuwe worden vervangen.
Om deze slang los te schroeven op de ontspanknop drukken, terwijl de
slang wordt losgeschroefd.
DE TOEVOERSLANG REINIGEN
Als de waterslangen nieuw zijn of een langere periode niet zijn ge-
bruikt laat dan, voordat de benodigde aansluitingen worden uitge-
voerd, het water lopen, om ervoor te zorgen het helder is en vrij van
onzuiverheden. Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt genomen kan
de waterinlaat geblokkeerd worden en kan de afwasmachine bescha-
digd raken.
HET FILTERSYSTEEM REINIGEN
Reinig het filtersysteem regelmatig, zodat de filters niet verstoppen en
het afvalwater correct weg stroomt.
Het filtersysteem bestaat uit drie filters die voedselresten uit het
afwaswater verwijderen en vervolgens het water opnieuw laten
circuleren: houd ze goed schoon, voor de beste wasresultaten.
De afwasmachine mag niet worden gebruikt zonder filters of als
het filter is losgeraakt.
Controleer het filtersysteem na meerdere wasbeurten en reinig het
eventueel grondig onder stromend water, met een niet-metalen
borstel en volgens de onderstaande instructies:
1. Draai het cilindrische filter
A
linksom en trek het uit
(Afb. 1).
2. Verwijder het houderfilter
B
door licht op de zijkleppen te drukken
(Afb. 2).
3. Schuif de roestvrij stalen plaat filter
C
er uit
(Afb. 3
) .
4. Inspecteer de sifon en verwijder eventuele voedselresten.
VERWIJ-
DER NOOIT de pompbescherming van het wasprogramma (zwart
detail) (Afb. 4)
.
Na het schoonmaken van het filter het filtersysteem opnieuw plaatsen
en goed op zijn plaats zetten; dit is essentieel voor het behoud van de
efficiënte werking van de afwasmachine.
DE SPROEIERARMEN REINIGEN
Af en toe kunnen er voedselresten
op de sproeierarmen vastzitten en
worden de openingen voor het
water sproeien geblokkeerd. Het is
daarom raadzaam dat u de armen
van tijd tot tijd controleert en ze
met een kleine niet-metalen borstel
schoonmaakt.
Voor het verwijderen van de
bovenste sproeierarm de kunststof borgring linksom draaien. De
bovenste sproeierarm moet worden vervangen, zodat de zijde met het
grotere aantal openingen naar boven is gericht.
De onderste sproeierarm kan
worden verwijderd door het
omhoog te trekken.
A
A
B
C
12
34
9
NL
INSTALLATIE
LET OP: Als het apparaat op een bepaald moment moet worden verplaatst, houd het dan rechtop; als dit absoluut noodzakelijk is,
kan het op de rug worden gekanteld
DE WATERTOEVOER AANSLUITEN
Het aansluiten van de watertoevoer voor installatie mag alleen door
een gekwalificeerde technicus worden uitgevoerd.
De watertoevoer- en afvoerslangen kunnen naar rechts of naar links
worden geplaatst, voor een zo goed mogelijke installatie.
Zorg ervoor dat er door de afwasmachine geen knikken in de slangen
komen of dat de slangen geplet worden.
DE TOEVOERSLANG AANSLUITEN
Het water laten lopen totdat het volkomen helder is.
De toevoerslang strak aandraaien naar de gewenste positie en de
kraan open draaien.
Als de toevoerslang niet lang genoeg is, neem dan contact op met een
specialistische winkel of een erkende technicus.
De waterdruk moet binnen de waarden vallen die in de tabel
Technische Gegevens staan aangegeven - dan kan de afwasmachine
naar behoren functioneren.
Zorg ervoor dat er geen knik in de slang zit of dat de slang niet
samengedrukt is.
SPECIFICATIES VOOR DE AANSLUITING VAN DE
WATERTOEVOERSLANG:
DE WATERAFVOERSLANG AANSLUITEN
De afvoerslang aansluiten op een aftapleiding met een minimale
diameter van 2 cm A.
De aansluiting van de afvoerslang moet op een hoogte zijn, variërend
van 40 tot 80 cm vanaf de vloer of het oppervlak waar de afwasmachine
op rust.
Verwijder voordat u de waterafvoerslang aansluit op de
gootsteenafvoer de plastic plug B.
ANTI-OVERSTROMINGBEVEILIGING
Anti-overstromingbeveiliging. Om te zorgen dat overstromingen niet
voorkomen is de afwasmachine:
- voorzien van een speciaal systeem dat de watertoevoer blokkeert bij
defecten of lekken binnen het apparaat.
Een aantal modellen zijn ook uitgerust met het extra
veiligheidssysteem New Aqua Stop, dat anti-overstromingbeveiliging
zelfs garandeert bij een breuk in de toevoerslang.
De watertoevoerslang mag onder geen beding worden doorgesneden,
omdat het elektrische delen bevat.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
WAARSCHUWING:
De watertoevoerslang mag onder geen beding
worden doorgesneden, omdat het elektrische delen bevat.
Voordat de stekker in het stopcontact wordt gestoken ervoor zorgen dat:
De aansluiting geaard s en aan de huidige regelgeving
voldoet;
Het stopcontact bestand is tegen de maximale belasting van het
apparaat, zoals staat aangegeven op het typeplaatje aan de
binnenkant van de deur (zie PRODUCTBESCHRIJVING).
Het netspanningsvoltage valt binnen de waarden die staan
aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur.
Het stopcontact is compatibel met de stekker van het apparaat.
Als dit niet het geval is vraag dan een erkende monteur om de stekker te
vervangen
(zie CONSUMENTENSERVICE)
. Gebruik geen verlengkabels of
meervoudige stopcontacten. Zodra het apparaat is geïnstalleerd moeten
de stroomkabel en het stopcontact gemakkelijk toegankelijk zijn.
De kabel moet zonder knikken en niet samengeperst zijn.
Als de stroomkabel beschadigd is deze laten vervangen door de
fabrikant of een erkende technische hulpdienst, om alle mogelijke
gevaren te voorkomen.
Het bedrijf is niet aansprakelijk voor eventuele incidenten, als deze
voorschriften niet worden nageleefd.
PLAATSEN EN WATERPAS ZETTEN
1. Plaats de afwasmachine op een vlakke stevige vloer. Als de vloer
ongelijk is kunnen de voorste poten van het apparaat worden
afgesteld, totdat het horizontaal staat. Als het apparaat correct
waterpas staat is het stabieler en is er veel minder kans dat het
beweegt of trillingen en lawaai veroorzaakt tijdens de werking.
2. Voordat de afwasmachine in een nis wordt gezet de zelfklevende
transparante strip onder de houten plank vastplakken, om het te
beschermen tegen eventuele condensatievorming.
3. Plaats de afwasmachine zodanig dat de zijkanten of achterzijde
tegen de aangrenzende kasten of de muur aankomen. Dit apparaat
kan ook worden ingebouwd onder een enkel aanrechtblad.
4. Voor het afstellen van de hoogte van de achterste voet de rode
zeshoekige bus op het lagere middengedeelte aan de voorkant van
de afwasmachine draaien met een zeshoekig moersleutel met een
opening van 8 mm. De moersleutel naar rechts draaien om de
hoogte te vergroten en naar links om de hoogte te verkleinen.
AFMETINGEN EN CAPACITEIT:
WATERTOEVOER koud of warm (max. 60°C)
WATERINLAAT 3/4”
KRACHT VAN WATERDRUK 0,05 ÷ 1 MPa (0.5 ÷ 10 bar)
7,25 – 145 psi
MIN 40 cm
MAX 80 cm
BREEDTE 598 mm
HOOGTE 820 mm
DIEPTE 555 mm
VERMOGEN 14 standaard couverts
10
PROBLEMEN OPLOSSEN
Uw afwasmachine werkt mogelijk niet goed. Controleer of het probleem opgelost kan worden door de onderstaande lijst na te
lopen voordat u contact opneemt met het servicecenter.
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De afwasmachine
start niet of reageert
niet op opdrachten.
Het apparaat is niet goed aangesloten. Steek de stekker in het stopcontact.
Stroomuitval. De afwasmachine start automatisch wanneer er weer stroom is.
De deur van de afwasmachine is niet goed
gesloten.
De deur krachtig aanduwen totdat u de "klik" hoort.
Het reageert niet op opdrachten.
Het toestel uitschakelen door de knop AAN/UIT in te drukken, na ongeveer een
minuut weer inschakelen en het programma resetten.
De deur wordt niet
vergrendeld.
Rekken zitten niet vast aan het einde. Controleer of de rekken aan het einde vast zitten.
Het deurslot is niet vergrendeld. De deur krachtig aanduwen totdat u het "klak" geluid hoort.
De afwasmachine
maakt veel lawaai.
Het vaatwerk rammelt tegen elkaar. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim
geproduceerd.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor gebruik in
afwasmachines
(zie HET VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN)
. Voer de nulstelling
van de actuele cyclus uit door de afwasmachine UIT te schakelen, schakel het ver-
volgens terug in, selecteer een nieuw program, druk op
START
en sluit de deur. Vul
geen vaatwasmiddel bij.
Het vaatwerk is niet
droog.
Het geselecteerde programma heeft geen
droogfase.
Controleer in de programmatabel of het geselecteerde programma een droog-
fase heeft.
Het glansspoelmiddel is op of de resolutie is
niet voldoende.
Voeg het glansspoelmiddel toe of stel hogere doseringen af (zie HET GLANS-
SPOELMIDDELRESERVOIR BIJVULLEN).
Het vaatwerk heeft een antiaanbaklaag of is
van kunststof.
Een paar druppels water is normaal (zie ADVIEZEN).
Het vaatwerk is niet
schoon.
Het serviesgoed is niet goed gerangschikt. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
De sproeierarmen kunnen niet vrij draaien, ze
worden door het vaatwerk belemmerd.
Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Het wasprogramma is te zacht en/of de effici-
ëntie van het afwasmiddel is laag.
Selecteer een geschikt wasprogramma (zie PROGRAMMATABEL).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim
geproduceerd. (zie CONSUMENTENSERVICE)
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor gebruik in
afwasmachines
(zie HET VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN)
. Voer de nulstelling
van de actuele cyclus uit door de afwasmachine UIT te schakelen, schakel het ver-
volgens terug in, selecteer een nieuw program, druk op START en sluit de deur. Vul
geen vaatwasmiddel bij.
De dop op het glansspoelmiddelcomparti-
ment is niet correct afgesloten.
Zorg ervoor dat de dop van het glansspoelmiddelbakje is gesloten.
Het filter is bevuild of verstopt.
Reinig het filtersysteem
(zie Onderhoud en reiniging)
.
Er is geen zout. Vul het zoutreservoir (zie HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN).
De afwasmachine
maakt veel lawaai.
Het vaatwerk rammelt tegen elkaar. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim
geproduceerd.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor gebruik in
afwasmachines
(zie HET VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN)
. Voer de nulstelling
van de actuele cyclus uit door de afwasmachine UIT te schakelen, schakel het ver-
volgens terug in, selecteer een nieuw program, druk op START en sluit de deur. Vul
geen vaatwasmiddel bij.
Het vaatwerk is niet
droog.
Het geselecteerde programma heeft geen
droogfase.
Controleer in de programmatabel of het geselecteerde programma een droog-
fase heeft.
Het glansspoelmiddel is op of de resolutie is
niet voldoende.
Voeg het glansspoelmiddel toe of stel hogere doseringen af (zie HET GLANS-
SPOELMIDDELRESERVOIR BIJVULLEN).
Het vaatwerk heeft een antiaanbaklaag of is
van kunststof.
Een paar druppels water is normaal (zie ADVIEZEN).
Het vaatwerk is niet
schoon.
Het serviesgoed is niet goed gerangschikt. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
De sproeierarmen kunnen niet vrij draaien, ze
worden door het vaatwerk belemmerd.
Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Het wasprogramma is te zacht en/of de effici-
ëntie van het afwasmiddel is laag.
Selecteer een geschikt wasprogramma (zie PROGRAMMATABEL).
11
NL
PRODUCTFICHE
De technische gegevens over het energieverbruik kunnen worden
gedownload van de website: docs.whirlpool.eu
CONTACT OPNEMEN MET DE CONSUMENTENSERVICE
Onze contactgegevens staan in de
garantiehandleiding . Wanneer u contact
neemt met de Consumentenservice,
gelieve de codes te vermelden die op het
typeplaatje van het apparaat staan.
IEC 436
:
12
400011317990
10/2018 as - Xerox Fabriano
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

Whirlpool WIP4O32 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor