Documenttranscriptie

Installatieaanwijzing J402.69-9 Bouwpakket ventilatiebeschermplaat voor glaskeramische kookvelden Quicklight & Inductie nisbevestiging 9.7.13 Geldigheidsbereik Deze installatiehandleiding geldt voor de modellen: Quicklight Inductie Type GK22H1, GK32H1, GK42H1 GK42H/HU/HF GK43/U/F GK43.1/U/F GK43.1B/1BU/1BF GK43BL/BLU GK43BR/BRU GK43V/VF GK43AU GK43.2/U/F GK43.3/U/F GK43X/XF Modelnr. 306 307 527 031 979 532 531 533 534 978 91A 31006 Type GK16TIWF GK26TI/TIF GK36TI/TIC/TIF GK36TIS/TISC/TISF GK36TIPS/TIPSC/TIPSF GK46TI/TIC/TIF GK46TIS/TISC/TISF GK46TIXSC/TIXSF GK46TIAS/TIASC/TIASU/TIASF GK46TIABS/TIABSC/TIABSF GK46TIGC/TIGU/TIGF GK46TIPS/TIPSC/TIPSF Modelnr. 226 323 969 008 975 971 027 009 974 028 041 973 Algemene aanwijzingen Beschikbare ventilatiebeschermplaat bouwpakketten Nisbreedte 55 … 60 cm 80 … 90 cm Artikelnr. H6.2122 H6.2123 Installatie Quicklight Als bij directe onderbouw van een lade de metalen kuip van onder zonder behulp van gereedschap aangeraakt kan worden, moet het bouwpakket ventilatiebeschermplaat H6.2122 voor de nisbreedtes 55/60 cm en H6.2123 voor de nisbreedtes 80/90 cm worden gebruikt. De afstand tussen de onderzijde van de aangeschroefde beschermingsplaat en de bovenzijde van de lade c. q. een meubeldeel moet tenminste 10 mm bedragen. Inductie De aanzuigopening van de koelingslucht onder het inductiekookveld kan naar behoefte met een beschermingsplaat worden beschermd. Om een optimale ventilatie te waarborgen, moet de afstand tussen de beschermingsplaat en de onderzijde van het inductiekookveld minstens 17,5 mm bedragen. Dit komt overeen met ca. 72,5 mm vanaf het niveau van de werkplaat. Het bijgevoegde sjabloon kan niet worden gebruikt voor de verticale positionering. 9 Installatieaanwijzing J402.69-9 Bouwpakket ventilatiebeschermplaat voor glaskeramische kookvelden Quicklight & Inductie nisbevestiging 9.7.13 Installatie van het bouwpakket ventilatiebeschermingsplaat Leid het netsnoer niet door gat G. 1. Positioneer sjabloon A voor de inbouwpositie van de beide steunhoeken B aan de zijwand. Horizontaal: Positioneer het midden van het sjabloon A op 15 mm van de middelste uitsnede van de werkplaat naar achteren. Verticaal: Leg het sjabloon vlak tegen de onderzijde van de werkplaat. 2. Priem aan de hand van sjabloon A telkens 1 centeergat op de voorziene montagepositie links en rechts in de zijwand. Herhaal dit voor de andere zijwand. 3. Let op de sjabloonopdruk – montagerichting «van onder», «van boven», en de werkplaatdiktes [mm] «25», «30», «35». Installatie van onder = = Installatie van boven 15 F G A D B = = B C 15 E C A G D E 1. Schroef de beide steunhoeken B met elk 2 houtschroeven C aan de zijwanden vast. 1. Draai telkens 2 tapschroeven E van onder door de steunhoek B helemaal naar binnen. 2. Sla de beschermingsplaat D van onder tegen de beide hoeken B, richt die zijdelings op het midden van de nis en schroef die met telkens 2 tapschroeven E aan de beide hoeken B vast. 2. Schroef de beide steunhoeken B met elk 2 houtschroeven C aan de zijwanden vast. 3. Leg de beschermingsplaat D van boven - door de uitsnede van de werkplaat – zo op de beide hoeken B, dat de 4 zojuist ingedraaide tapschroeven E in de spleet vallen. 4. Richt beschermingsplaat D zijdelings op het midden van de nis en zet die vast met 4 bevestigingsmoeren F. 10