Documenttranscriptie
WAS IST WAS?
3
29
2
30
8
1
7
4
9
17
31
32 11
5
18
10
19
22
20
6
12
14
1
15
13
16
21
24
27
4
23
25
28
26
Was ist was am Freischneider?
1
Klinge
17 Handgriffeinstellung
2
Einfüllöffnung für Schmiermittel, winkelgetriebe
18 Gegenmutter
3
Winkelgetriebe
19 Stützflansch
4
Schutz für die Schneidausrüstung
20 Stützkappe
5
Führungsrohr
21 Mitnehmer
6
Lenker
22 Trimmerkopf
7
Gashebel
23 Schlüssel für die Klingenmutter
8
Stoppschalter
24 Bedienungsanweisung
9
Gashebelsperre
25 Transportschutz
10 Aufhängöse
26 Inbusschlüssel
11 Zylinderdeckel
27 Sperrstift
12 Starthandgriff
28 Tragegurt
13 Kraftstofftank
29 Führungsrohrverbindung (327RDx)
14 Choke
30 Startgasknopf
15 Kraftstoffpumpe
31 Justierung des Gaszugs
16 Luftfiltergehäuse
32 Zündkappe und Zündkerze
German – 5
TECHNISCHE DATEN
Technische Daten
Technische Daten
323RII
327Rx
327RDx
Motor
Hubraum, cm3
24,5
24,5
24,5
Bohrung, mm
34
34
34
Hublänge, mm
27
27
27
Leerlaufdrehzahl, U/min
2700
2700
2700
Empfohlene max. Drehzahl, unbelastet, U/min
11000-11700
11000-11700
11000-11700
Drehzahl der Abtriebswelle, U/min
9300
9300
9300
Motorhöchstleistung gemäß ISO 8893, kW/ U/min
0,9/8400
0,9/8400
0,9/8400
Katalysatorschalldämpfer
Ja
Ja
Ja
Drehzahlgeregeltes Zündsystem
Ja
Ja
Ja
Hersteller/Typ des Zündsystems
Walbro MB
Walbro MB
Walbro MB
Zündkerze
Champion RCJ 6Y Champion RCJ 6Y Champion RCJ 6Y
Elektrodenabstand, mm
0,5
0,5
0,5
Hersteller/Vergasertyp
Zama C1Q
Zama C1Q
Zama C1Q
Kraftstofftank, Volumen, Liter
0,5
0,5
0,5
5,1
5,4
5,6
Gemessene Schallleistung dB(A)
109
109
109
Garantierte Schallleistung LWA dB(A)
110
110
110
92/94
94/96
94/96
Zündanlage
Kraftstoff- und Schmiersystem
Gewicht
Gewicht, ohne Kraftstoff, Schneidausrüstung und
Schutz, kg
Geräuschemissionen
(siehe Anmerkung 1)
Schallpegel
(siehe Anmerkung 2)
Äquivalenter Schalldruckwert am Ohr des Anwenders,
gemessen gem. EN ISO 22868, dB(A), min./max.:
Vibrationspegel
Vibrationen am Handgriff, gemessen gem.
EN ISO 22867, m/s2
Bei Leerlauf, linker/rechter Handgriff, min.:
2,1/2,0
1,7/1,9
1,7/1,9
Bei Leerlauf, linker/rechter Handgriff, max.:
2,7/2,8
2,0/2,1
2,0/2,1
Bei Höchstdrehzahl, linker/rechter Handgriff, min.:
3,2/2,8
2,4/1,8
2,4/1,8
Bei Höchstdrehzahl, linker/rechter Handgriff, max.:
4,8/4,4
4,5/4,4
4,5/4,4
Anmerkung 1: Umweltbelastende Geräuschemission gemessen als Schallleistung (LWA) gemäß EG-Richtlinie 2000/14/
EG.
Anmerkung 2: Äquivalente Schalldruckpegel werden berechnet als die zeitgewichtete energetische Summe der
Schalldruckpegel bei verschiedenen Betriebsarten unter Anwendung folgender Zeitfaktoren: 1/2 Leerlauf, 1/2
Durchgangsdrehzahl.
ACHTUNG! Der Schalldruck am Ohr des Anwenders und die Vibrationen der Handgriffe sind mit allen für das Gerät
zugelassenen Schneidausrüstungen gemessen worden. In der Tabelle sind die niedrigsten und höchsten Werte
angegeben.
German – 33
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN
Symbolen
WAARSCHUWING! Motorzeisen,
bosmaaiers en trimmers kunnen
gevaarlijk zijn! Slordig of onjuist
gebruik kan resulteren in ernstig
letsel of overlijden van de gebruiker
of anderen. Het is uiterst belangrijk
dat u de inhoud van de
gebruikshandleiding doorleest en begrijpt.
Gebruik stevige antisliplaarzen.
Alleen bedoeld voor niet-metalen
flexibele snijuitrusting, d.w.z.
trimmerkop met trimmerdraad.
Neem de gebruiksaanwijzing
grondig door en gebruik de
machine niet voor u alles duidelijk
heeft begrepen.
Draag altijd:
•
Een veiligheidshelm bij kans op
vallende voorwerpen
•
Goedgekeurde
gehoorbeschermers
•
Een goedgekeurde
oogbescherming
Geluidsemissie naar de omgeving
volgens de richtlijnen van de
Europese Gemeenschap. De
emissie van de machine wordt
aangegeven in het hoofdstuk
Technische gegevens en op plaatjes.
Overige op de machine aangegeven symbolen/
plaatjes verwijzen naar specifieke eisen aan
certificering op bepaalde markten.
De motor wordt uitgezet door de
stopschakelaar naar stopstand te
schuiven. N.B.! De stopschakelaar
gaat automatisch terug naar
startstand. Om een ongewenste start
te voorkomen, moet de bougiekap
altijd van de bougie worden gehaald bij montage, controle
en/of onderhoud.
Maximum toerental van
uitgaande as, tpm
Dit product voldoet aan de geldende
CE-richtlijnen.
Waarschuwing voor
weggeslingerde en afgeketste
voorwerpen.
Gebruikers van de machine moeten
erop toezien dat er tijdens het werk
geen mensen of dieren dichter dan
15 meter bij de machine komen.
Gebruik altijd goedgekeurde
veiligheidshandschoenen.
15 m
50FT
15 m
50FT
Machines die zijn uitgerust met
zaagbladen of grasmessen kunnen
met enorme kracht opzij geworpen
worden, wanneer het mes in contact
komt met een vast voorwerp. Dit
wordt terugslag genoemd. Het mes
kan een arm of been amputeren. Hou mensen en dieren
altijd ten minste 15 meter bij de machine vandaan.
Pijltekens die de grenzen voor het
plaatsen van de handvatbevestiging
aangeven.
Gebruik altijd goedgekeurde
veiligheidshandschoenen.
68 – Dutch
Moet regelmatig schoongemaakt
worden.
Controleer met het blote oog.
Gebruik van goedgekeurde
oogbescherming verplicht.
INHOUD
Inhoud
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN
Symbolen
INHOUD
Inhoud
Voor het starten moet u rekening houden met de
volgende punten:
INLEIDING
Beste klant!
WAT IS WAT?
Wat is wat op de motorzeis?
ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Belangrijk
Persoonlijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsuitrusting van de machine
Snijuitrusting
MONTEREN
Stuur monteren (323RII)
Stuur monteren (327Rx, 327RDx)
Deelbare steel monteren en demonteren
(327RDx)
Montage van snijuitrusting
Monteren van bladbeschermkap, maaiblad en
maaimes
Monteren van bladbeschermkap en zaagblad
Monteren van overige bescherm-kappen en
snijuitrustingen
Aanpassen van draagstel en motorzeis
Standaard draagstel
BRANDSTOFHANTERING
Brandstofveiligheid
Brandstof
Tanken
STARTEN EN STOPPEN
Controle voor het starten
Starten en stoppen
ARBEIDSTECHNIEK
Algemene werkinstructies
ONDERHOUD
Carburateur
Geluiddemper
Koelsysteem
Hoekoverbrenging
Luchtfilter
Deelbare steel
Bougie
Onderhoudsschema
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens
EG-verklaring van overeenstemming
Voor het starten moet u rekening
houden met de volgende punten:
68
69
69
Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig.
!
70
71
!
72
72
73
76
79
79
80
81
81
81
!
WAARSCHUWING! Langdurige
blootstelling aan lawaai kan leiden tot
permanente gehoorbeschadiging.
Gebruik daarom altijd goedgekeurde
gehoorbescherming.
WAARSCHUWING! De oorspronkelijke
vormgeving van de machine mag in geen
enkel geval gewijzigd worden zonder
toestemming van de fabrikant. Men moet
altijd originele onderdelen gebruiken.
Niet goedgekeurde wijzigingen en/of
niet-originele onderdelen kunnen tot
ernstige verwondingen of de dood van
zowel gebruiker als omstanders leiden.
WAARSCHUWING! Een motorzeis,
bosmaaier of trimmer kan bij onjuist of
slordig gebruik een gevaarlijk
gereedschap zijn, dat ernstig letsel of het
overlijden van de gebruiker of anderen
kan veroorzaken. Het is van het grootste
belang dat u de inhoud van deze
gebruiksaanwijzing doorleest en
begrijpt.
82
83
83
84
84
85
86
86
88
93
95
96
96
96
97
97
98
99
100
Dutch – 69
INLEIDING
Beste klant!
Gefeliciteerd met de aankoop van een Husqvarna-product! Husqvarna heeft een geschiedenis die terugvoert tot 1689
toen koning Karl XI aan het strand van het riviertje Huskvarna een fabriek liet bouwen voor de productie van musketten.
De locatie aan de Huskvarna was logisch omdat het riviertje werd gebruikt om waterkracht op te wekken en op die
manier een waterkrachtcentrale vormde. In de meer dan 300 jaar van het bestaan van de Husqvarna-fabriek zijn
ontelbare producten geproduceerd, van houtfornuizen tot moderne keukenmachines, naaimachines, fietsen,
motorfietsen enz. In 1956 werd de eerste motormaaier geïntroduceerd, die in 1959 werd gevolgd door een
motorkettingzaag. Het is op dit terrein dat Husqvarna tegenwoordig actief is.
Husqvarna is heden ten dage een van de meest vooraanstaande producenten ter wereld van producten voor bos en tuin
met kwaliteit en prestatie als de hoogste prioriteit. De missie is het ontwikkelen, produceren en op de markt brengen van
gemotoriseerde producten voor bos- en tuinbouw en de bouw- en constructie-industrie. Het doel van Husqvarna is ook
voorop te lopen met betrekking tot ergonomie, gebruikersvriendelijkheid, veiligheid en milieubewustzijn. Daarom is een
grote hoeveelheid verschillende snufjes ontwikkeld om de producten op deze terreinen te verbeteren.
We zijn ervan overtuigd dat u de kwaliteit en prestaties van ons product gedurende een lange periode naar volle
tevredenheid zult waarderen. Door de aankoop van één van onze producten krijgt u de beschikking over professionele
hulp bij reparaties en service mocht er toch iets gebeuren. Wanneer u de machine niet heeft gekocht bij een van onze
erkende dealers, kunt u hen vragen naar de dichtstbijzijnde servicewerkplaats.
Wij hopen dat u tevreden zult zijn met uw machine en dat deze u gedurende lange tijd zal vergezellen. Denk erom dat
deze gebruiksaanwijzing een waardevol document is. Door de inhoud (gebruik, service, onderhoud enz.) te volgen kunt
u de levensduur van uw machine én de tweedehands waarde aanzienlijk verlengen. Mocht u uw machine verkopen moet
u ervoor zorgen de gebruiksaanwijzing aan de nieuwe eigenaar over te dragen.
Hartelijk dank voor het feit dat u een Husqvarna-product gebruikt!
Husqvarna AB werkt voortdurend aan het verder ontwikkelen van haar producten en houdt zich dan ook het recht voor
om zonder aankondiging vooraf wijzigingen in o.a. vorm en uiterlijk door te voeren.
70 – Dutch
WAT IS WAT?
3
29
2
30
8
1
7
4
9
17
31
32 11
5
18
10
19
22
20
6
12
14
1
15
13
16
21
24
27
4
23
25
28
26
Wat is wat op de motorzeis?
1
Blad
17 Handvatinstelling
2
Bijvulopening smeermiddel, hoekoverbrenging
18 Borgmoer
3
Hoekoverbrenging
19 Steunflens
4
Beschermkap voor snijuitrusting
20 Steunkop
5
Steel
21 Meenemer
6
Stuur
22 Trimmerkop
7
Gashendel
23 Bladmoersleutel
8
Stopschakelaar
24 Gebruiksaanwijzing
9
Gashendelvergrendeling
25 Transportbescherming
10 Ophanghaak
26 Inbussleutel
11 Cilinderkap
27 Borgpen
12 Starthendel
28 Draagstel
13 Brandstoftank
29 Steelkoppeling (327RDx)
14 Chokehendel
30 Startgasknop
15 Brandstofpomp
31 Afstellen gaskabel
16 Luchtfilterdeksel
32 Bougiekap en bougie
Dutch – 71
ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Belangrijk
BELANGRIJK!
!
De machine is uitsluitend bedoeld voor het trimmen van
gras, het maaien van gras en/of het vellen van kleine
bomen.
De enige accessoires waarvoor u de motoreenheid als
aandrijfeenheid mag gebruiken zijn de snijuitrustingen
die aanbevolen worden in het hoofdstuk Technische
gegevens.
Gebruik de machine nooit als u moe bent, alcohol heeft
gedronken of medicijnen heeft ingenomen die uw
gezichtsvermogen, beoordelingsvermogen of
coördinatievermogen negatief beïnvloeden.
Draag altijd persoonlijke veiligheidsuitrusting. Zie
instructies in het hoofdstuk Persoonlijke
veiligheidsuitrusting.
Gebruik nooit een machine die zo gewijzigd is dat ze
niet langer overeenkomt met de originele uitvoering.
Gebruik nooit een machine die defect is. Volg de
onderhouds-, controle- en service-instructies van deze
gebruiksaanwijzing. Bepaalde onderhouds- en
servicemaatregelen moeten uitgevoerd worden door
opgeleide en gekwalificeerde specialisten. Zie
instructies in het hoofdstuk Onderhoud.
Alle deksels, beschermingen en hendels moeten
aangebracht zijn voor u start. Verzeker u ervan dat de
bougiedop en ontstekingskabel onbeschadigd zijn om
het risico van een elektrische schok te voorkomen.
Gebruikers van de machine moeten erop toezien dat er
geen mensen of dieren tijdens het werk dichter dan 15
meter bij de machine komen. Indien meerdere
gebruikers op dezelfde werkplek werken, moet de
veiligheidsafstand in ieder geval de dubbele
boomlengte bedragen, maar altijd minimaal 15 meter.
!
!
WAARSCHUWING! Het
ontstekingssysteem van deze machine
produceert tijdens bedrijf een
elektromagnetisch veld. Dit veld kan
onder bepaalde omstandigheden
pacemakers storen. Om het risico van
ernstig of fataal letsel te verminderen,
raden wij aan dat personen met een
pacemaker contact opnemen met hun
arts en de fabrikant van de pacemaker
voor ze deze machine gaan bedienen.
WAARSCHUWING! Een motor laten
lopen in een afgesloten of slecht
geventileerde ruimte kan dodelijke
ongelukken veroorzaken door
verstikking of koolmonoxidevergiftiging.
WAARSCHUWING! Sta nooit toe dat
kinderen de machine gebruiken of in de
buurt van de machine zijn. Omdat de
machine is uitgerust met een
terugverende stopschakelaar en kan
worden gestart op lage snelheid en met
weinig kracht op de starthandgreep,
kunnen zelfs kleine kinderen onder
bepaalde omstandigheden de kracht
hebben, die nodig is om de machine te
starten. Dat kan een risico van ernstig
persoonlijk letsel inhouden. Verwijder
daarom de bougiekap wanneer de
machine niet onder toezicht staat.
Persoonlijke veiligheidsuitrusting
BELANGRIJK!
Een motorzeis, bosmaaier of trimmer kan bij onjuist of
slordig gebruik een gevaarlijk gereedschap zijn, dat
ernstig letsel of het overlijden van de gebruiker of
anderen kan veroorzaken. Het is van het grootste
belang dat u de inhoud van deze gebruiksaanwijzing
doorleest en begrijpt.
Bij al het gebruik van de machine moet goedgekeurde
persoonlijke beschermingsuitrusting gebruikt worden.
Persoonlijke beschermingsuitrusting elimineert de
risico’s niet, maar vermindert het schadelijk effect in
geval van een ongeval. Vraag uw dealer om raad
wanneer u uw uitrusting koopt.
!
WAARSCHUWING! Wees altijd bedacht
op waarschuwingssignalen of geroep
wanneer u gehoorbescherming gebruikt.
Doe de gehoorbescherming altijd af
zodra de motor is gestopt.
HELM
U moet een helm dragen als de stammen die u doorzaagt
hoger dan 2 m zijn.
GEHOORBESCHERMING
U moet gehoorbescherming met voldoende
dempvermogen dragen.
OOGBESCHERMING
Gebruik altijd goedgekeurde oogbescherming. Wanneer
u een vizier gebruikt moet u ook een goedgekeurde
veiligheidsbril gebruiken. Met een goedgekeurde
72 – Dutch
ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
veiligheidsbril wordt een bril bedoeld die voldoet aan
norm ANSI Z87.1 voor de VS en EN 166 voor de EUlanden.
HANDSCHOENEN
Draag handschoenen indien nodig, b.v. wanneer u de
snijuitrusting monteert.
LAARZEN
nodig heeft, verzoeken wij u contact op te nemen met de
dichtstbijzijnde servicewerkplaats.
BELANGRIJK! Om service en reparaties aan de
machine uit te voeren, moet u een speciale opleiding
hebben. Dit geldt vooral voor de veiligheidsuitrusting
van de machine. Als de machine één van de volgende
controles niet goed doorstaat, moet u ermee naar uw
servicewerkplaats gaan. Als u één van onze producten
koopt, garandeert dit dat de reparaties en service door
een vakman kunnen worden uitgevoerd. Als u uw
machine heeft gekocht bij één van onze dealers die
geen servicewerkplaats heeft, vraag hem dan waar de
dichtstbijzijnde erkende werkplaats is.
!
Gebruik laarzen met stalen neus en anti-slip zool.
WAARSCHUWING! Gebruik de machine
nooit wanneer de veiligheidsuitrusting
defect is. De veiligheidsuitrusting van de
machine moet gecontrolleerd en
onderhouden worden zoals beschreven
in dit hofdstuk. Als uw machine niet door
alle controles komt, moet u ermee naar
uw servicewerkplaats voor reparatie.
Gashendelvergrendeling
KLEDING
Draag kleding van stevige stof en draag geen loszittende
kleding die gemakkelijk vast kan haken in takken en
struikgewas. Draag altijd een stevige lange broek. Draag
geen sieraden, korte broek of sandalen en loop niet op
blote voeten. Zorg ervoor dat uw haar niet lager dan uw
schouders hangt.
EHBO-KIT
U moet altijd een EHBO-kit bij de hand hebben.
De gashendelvergrendeling is geconstrueerd om
onopzettelijke activering van de gashendel te voorkomen.
Wanneer de vergrendeling (A) in het handvat wordt
gedrukt (= wanneer men het handvat vasthoudt) wordt de
gashendel ontkoppeld (B). Wanneer men het handvat
loslaat, gaan zowel de gashendel als de
gashendelvergrendeling terug naar hun respectievelijke
beginposities. Dit gebeurt via twee van elkaar
onafhankelijke terugspringveersystemen. Deze positie
houdt in dat de gashendel automatisch vergrendeld wordt
op stationair draaien.
A
B
Veiligheidsuitrusting van de
machine
In dit hoofdstuk wordt verklaard wat de
veiligheidsonderdelen van de machine zijn, welke functie
ze hebben en hoe de controle en het onderhoud moeten
uitgevoerd worden om hun goede werking veilig te stellen.
Bekijk het hoofdstuk Wat is wat? om te zien waar deze
onderdelen zich bevinden op uw machine.
Controleer of de gashendel vergrendeld is in de
stationaire stand wanneer de gashendelvergrendeling in
de oorspronkelijke stand staat.
De levensduur van de machine kan worden verkort en het
risico van ongelukken kan toenemen wanneer het
onderhoud aan de machine niet op de juiste manier wordt
uitgevoerd en wanneer service en/of reparaties niet
vakkundig worden gedaan. Indien u meer informatie
Dutch – 73
ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Druk de gashendelvergrendeling in en controleer of ze
teruggaat naar de oorspronkelijke positie wanneer u haar
loslaat.
Beschermkap voor snijuitrusting
Deze beschermkap voorkomt dat losse voorwerpen in de
richting van de gebruiker worden geslingerd. De
beschermkap voorkomt tevens dat de gebruiker in
aanraking komt met de snijuitrusting.
Controleer of de gashendel en de
gashendelvergrendeling vlot lopen en of hun
terugspringveersystemen werken.
Controleer of de beschermkap niet beschadigd is en geen
barsten vertoont. Vervang de beschermkap als ze
gebarsten is of slagen te verduren gehad heeft.
Zie instructies in het hoofdstuk Start. Start de machine en
geef vol gas. Laat de gashendel los en controleer of de
snijuitrusting stopt en stil blijft staan. Als de snijuitrusting
roteert wanneer de gashendel in de stationaire stand
staat, moet de stationairstand van de carburateur
gecontroleerd worden. Zie instructies in het hoofdstuk
Onderhoud.
Gebruik altijd de aanbevolen beschermkap voor die
specifieke snijuitrusting. Zie het hoofdstuk Technische
gegevens.
!
WAARSCHUWING! Onder geen beding
mag snijuitrusting worden gebruikt
zonder dat een goedgekeurde
beschermkap is gemonteerd. Zie het
hoofdstuk Technische gegevens. Indien
een verkeerde of defecte beschermkap
wordt gemonteerd, kan dit ernstige
verwondingen veroorzaken.
Trillingdempingssysteem
Stopschakelaar
Uw machine is uitgerust met een trillingdempingssysteem
dat geconstrueerd is om zo trillingvrij en comfortabel
mogelijk met de zaag te kunnen werken.
De stopschakelaar moet gebruikt worden om de motor uit
te schakelen.
Start de motor en controleer of de motor wordt
uitgeschakeld wanneer de stopschakelaar in de
stopstand wordt gezet.
74 – Dutch
Het gebruik van een verkeerd gewikkelde draad of niet
scherpe, foutieve snijuitrusting (verkeerd type of verkeerd
gevijlde, zie aanwijzingen in het hoofdstuk Vijlen van het
maaiblad) verhoogt het trillingsniveau.
ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Het trillingdempingssysteem van de machine reduceert
het overbrengen van de trillingen van de motoreenheid/
snijuitrusting op de handvateenheid van de machine.
Controleer het trillingdempingselement regelmatig op
materiaalbarsten en vervormingen. Controleer of de
trillingdempingselementen heel zijn en goed vast zitten.
!
WAARSCHUWING! Als men teveel wordt
blootgesteld aan trillingen, kan dit tot
bloedvat- en zenuwbeschadigingen
leiden bij personen die een slechte
bloedcirculatie hebben. Consulteer uw
dokter wanneer u symptomen heeft die
gekoppeld kunnen worden aan te grote
blootstelling aan trillingen. Zulke
symptomen zijn: slapen, geen gevoel,
”kriebels” , ”speldeprikken”, pijn, geen
of vermindering van kracht,
huidverkleuringen of veranderingen van
het huidoppervlak. Deze symptomen
hebben meestal betrekking op vingers,
handen of polsen. De risico’s kunnen bij
lage temperaturen toenemen.
katalysator zijn ook ontworpen om schadelijke stoffen in
de uitlaatgassen te reduceren.
In landen met een warm en droog klimaat is het risico op
brand erg groot. Wij hebben daarom de geluiddempers
uitgerust met een zogenaamd vonkenopvangnet.
Controleer of de geluiddemper van uw machine uitgerust
is met zo’n net.
Voor geluiddempers is het erg belangrijk dat de controle, onderhouds- en service-instructies gevolgd worden.
Gebruik de machine nooit wanneer de geluiddemper
defect is.
Snelontgrendeling
Vooraan zit een makkelijk bereikbare snelontgrendeling
als veiligheidsmaatregel indien de motor vlam vat of in
een andere situatie waarin men zich snel van de machine
en het draagstel moet ontdoen. Zie aanwijzingen in het
hoofdstuk Aanpassen van draagstel en motorzeis.
Controleer of de riemen van het draagstel juist zitten.
Wanneer het draagstel en de machine afgesteld zijn,
moet u controleren of de snelontgrendeling van het
draagstel werkt.
Geluiddemper
Controleer regelmatig of de geluiddemper vastzit in de
machine.
Als de geluidddemper van uw machine uitgerust is met
een vonkenopvangnet, moet dit regelmatig
schoongemaakt worden. Een verstopt net leidt tot
oververhitting van de motor wat tot ernstige
beschadigingen van de motor leidt.
!
WAARSCHUWING! Tijdens het gebruik
en een tijdje daarna is de geluiddemper
met katalysator erg warm. Dit geldt ook
bij stationair draaien. Aanraking kan
brandwonden aan de huid veroorzaken.
Denk om het brandgevaar!
De geluiddemper werd ontworpen om het geluidsniveau
zo laag mogelijk te houden, en om de uitlaatgassen weg
te richten van de gebruiker. Geluiddempers uitgerust met
Dutch – 75
ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
!
!
WAARSCHUWING! De binnenkant van de
geluiddemper bevat chemicaliën die
kankerverwekkend kunnen zijn. Vermijd
contact met deze elementen wanneer de
carburateur is beschadigd.
WAARSCHUWING! Denk erom dat:
De uitlaatgassen van de motor zijn heet
en kunnen vonken bevatten die brand
kunnen veroorzaken. Start de machine
daarom nooit binnenshuis of in de buurt
van licht ontvlambaar materiaal!
Borgmoer
Voor een bepaald type snijuitrusting worden borgmoeren
gebruikt bij het vastzetten.
Snijuitrusting
In dit hoofdstuk wordt behandeld hoe u door het juiste
onderhoud en door het juiste type snijuitrusting te
gebruiken:
•
Het terugslagrisico van uw machine reduceert.
•
Een maximum zaagprestatie krijgt.
•
De levensduur van de snijuitrusting verlengt.
BELANGRIJK!
Gebruik een snijuitrusting alleen samen met de door
ons aanbevolen beschermkap! Zie het hoofdstuk
Technische gegevens.
Zie instructies voor snijuitrusting voor het correct
invoeren van de draad en de keuze van de juiste
draaddiameter.
Houd de snijtanden van het blad goed en juist geslepen!
Volg daarvoor onze aanbevelingen op. Zie ook de
instructie op de verpakking van het blad.
Zorg ervoor dat de schranking correct is! Volg onze
instructies en gebruik de door ons aanbevolen vijlmal.
!
Bij montage draait u de moer tegen de rotatierichting van
de snijuitrusting in. Bij verwijderen draait u de moer los in
de rotatierichting van de snijuitrusting. (N.B.! De moer
heeft links schroefdraad.) Haal de moer aan met de
dopsleutel.
Bij het los- en vastdraaien van de zaagbladmoer zou u
zich kunnen verwonden aan de zaagtanden. Zorg er
daarom altijd dat uw hand door de beschermkap wordt
afgeschermd bij dit werk. Dit is makkelijker bij gebruik van
een lange dopsleutel. De pijl op de afbeelding laat zien in
welk gebied u de dopsleutel moet houden bij los- resp.
vastdraaien van de moer.
!
WAARSCHUWING! Schakel altijd de
motor uit voor u aan de snijuitrusting
begint te werken. De snijuitrusting blijft
roteren nadat u de gashendel heeft
losgelaten. Controleer of de
snijuitrusting volledig stilstaat en
demonteer de kabel van de bougie voor u
aan de snijuitrusting begint te werken.
WAARSCHUWING! Een defecte
snijuitrusting of een verkeerd gevijld
blad verhogen het risico op terugslag.
Snijuitrusting
Een zaagblad is bedoeld om te worden gebruikt voor het
afzagen van houtachtig materiaal.
Grasmaaiblad en grasmes zijn bedoeld om te worden
gebruikt voor het maaien van dikker gras.
De nylon borging van de borgmoer mag niet zo versleten
zijn dat ze met de vingers vast- of losgeschroefd kan
worden. De borging moet ten minste 1,5 Nm houden. De
moer moet vervangen worden nadat ze ca. 10 keer los en
vast is geschroefd.
76 – Dutch
ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Een trimmerkop is bedoeld voor het trimmen van gras.
•
Vijl alle sneden evenveel bij om de balans te bewaren.
Basisregels
!
Gebruik een snijuitrusting alleen samen met de door ons
aanbevolen beschermkap! Zie het hoofdstuk Technische
gegevens.
WAARSCHUWING! Gooi een verbogen,
scheef, gebarsten, gebroken of op
andere wijze beschadigd blad altijd weg.
Probeer een scheef blad nooit te stellen
om dit opnieuw te gebruiken. Gebruik
uitsluitend originele bladen van het
voorgeschreven type.
Zaagblad vijlen
Hou de tanden van het blad in goede staat en zorg dat ze
scherp zijn! Volg onze instructies en gebruik de
aanbevolen vijlmal. Een verkeerd geslepen of beschadigd
blad verhoogt het risico op ongelukken.
•
Zie de verpakking van de snijuitrusting voor vijlen op
de juiste wijze.
Een juist gevijld blad is een noodzakelijke voorwaarde om
doelmatig te kunnen werken en om onnodige slijtage van
blad en motorzeis te voorkomen.
Hou het zaagblad correct geschrankt! Volg onze
instructies en gebruik het aanbevolen
schrankgereedschap. Met een verkeerd geschrankt
zaagblad neemt het risico toe dat het zaagblad vastloopt
en terugslaat of beschadigd raakt.
Controleer de snijuitrusting op beschadigingen en
barsten. Een beschadigde snijuitrusting moet altijd
vervangen worden.
Vijlen van grasmes en grasmaaiblad
•
•
Zorg ervoor dat u een goede steun voor het blad heeft
wanneer u vijlt. Gebruik een 5,5 mm ronde vijl samen
met een vijlhouder.
•
Vijlhoek 15°. De tanden worden afwisselend naar
rechts en naar links gevijld. Indien het blad erg vaak
op stenen terecht gekomen is, kan het in
uitzonderlijke gevallen nodig zijn om de bovenkant
van de tanden bij te vijlen met een platte vijl. In dat
geval moet men dat doen voor men met de ronde vijl
Zie de verpakking van de snijuitrusting voor vijlen op
de juiste wijze. Het blad en mes moeten met een
platte vijl met enkele kapping gevijld worden.
Dutch – 77
ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
vijlt. En moet de bovenkant van alle tanden evenveel
bijgevijld worden.
Corrigeer de schranking. Die moet 1 mm bedragen.
Trimmerkop
BELANGRIJK!
Denk er altijd om dat de trimmerdraad stevig en
gelijkmatig rond de trommel wordt gewikkeld, anders
ontstaan er schadelijke trillingen in de machine.
•
Gebruik uitsluitend de door ons aanbevolen
trimmerkoppen en trimmerdraden. Ze zijn door de
producent getest om bij een bepaalde motorgrootte te
passen. Dit is vooral erg belangrijk wanneer men een
volautomatische trimmerkop gebruikt. Gebruik
uitsluitend aanbevolen snijuitrusting. Zie hoofdstuk
Technische gegevens.
•
In het algemeen heeft een kleinere machine kleine
trimmerkoppen nodig en omgekeerd. Dit omdat bij
maaien met een draad, de motor de draad radiaal van
de trimmerkop moet toevoeren en bovendien bestand
moet zijn tegen de weerstand van het gras dat
gemaaid wordt.
•
De lengte van de draad is eveneens belangrijk. Een
langere draad vereist een groter motorvermogen dan
een korte, ook al is de diameter van de draad even
groot.
•
Zorg ervoor dat het mes dat op de
trimmerbeschermkap zit, niet beschadigd is. Het
wordt gebruikt om de draad op de juiste lengte af te
snijden.
•
Om de levensduur van de draad te verlengen, kunt u
hem een paar dagen in water leggen. De draad wordt
dan taaier en gaat langer mee.
78 – Dutch
MONTEREN
Stuur monteren (323RII)
•
Demonteer de bout bij het achterste gedeelte van de
gashendel.
•
Duw de gashendel op het rechter gedeelte van het
stuur (zie afbeelding).
comfortabel kunt werken wanneer de machine aan
het draagstel hangt. Draai de knop vast.
Stuur monteren (327Rx, 327RDx)
•
Zorg dat de opening voor de bevestigingsbout in het
handvat boven de opening het stuur komt te liggen.
•
Monteer de bout opnieuw in de opening bij het
achterste gedeelte van het handvat.
•
Schroef de bout door het handvat en het stuur. Draai
vast.
•
Maak de knop op de stuurbevestiging los.
•
Plaats het stuur zoals op de afbeelding is
aangegeven. Monteer de bevestigingsonderdelen en
draai de knop lichtjes vast.
•
•
Demonteer de bout bij het achterste gedeelte van de
gashendel.
•
Duw de gashendel op het rechter gedeelte van het
stuur (zie afbeelding).
•
Zorg dat de opening voor de bevestigingsbout in het
handvat boven de opening het stuur komt te liggen.
•
Monteer de bout opnieuw in de opening bij het
achterste gedeelte van het handvat.
•
Schroef de bout door het handvat en het stuur. Draai
vast.
•
Maak de knop op de stuurbevestiging los.
Trek het draagstel aan en hang de machine aan de
ophanghaak. Pas het draagstel nu aan zodat u
Dutch – 79
MONTEREN
•
•
Plaats het stuur zoals op de afbeelding is
aangegeven. Monteer de bevestigingsonderdelen en
draai de knop lichtjes vast.
Trek het draagstel aan en hang de machine aan de
ophanghaak. Pas het draagstel nu aan zodat u
comfortabel kunt werken wanneer de machine aan
het draagstel hangt. Draai de knop vast.
Deelbare steel monteren en
demonteren (327RDx)
•
Druk het hulpstuk in de koppeling tot het hulpstuk op
zijn plaats klikt.
•
Voordat u de eenheid gaat gebruiken, moet u de knop
zorgvuldig vastzetten.
Demonteren
•
Maak de koppeling los door de knop los te draaien
(ten minste drie keer).
•
Druk de knop (C) in en houd deze ingedrukt. Hou het
machine-uiteinde goed vast en trek het hulpstuk recht
uit de koppeling.
Monteren
•
Maak de koppeling los door de knop los te draaien.
•
Lijn het uitsteeksel op het hulpstuk (A) uit met de pijl
op de koppeling (B).
B
A
80 – Dutch
C
MONTEREN
Montage van snijuitrusting
•
WAARSCHUWING!
!
Bij het monteren van de snijuitrusting is
het zeer belangrijk dat de geleidepen van
de meenemer/steunflens op de juiste
manier in de centrumopening van de
snijuitrusting terecht komt. Verkeerd
gemonteerde snijuitrusting kan ernstige
en/of dodelijke verwondingen
veroorzaken.
N.B.! Gebruik de aanbevolen bladbeschermkap. Zie
hoofdstuk Technische gegevens.
•
Monteer de meenemer (B) op de uitgaande as.
•
Draai de bladas rond tot één van de openingen van de
meenemer samenvalt met de overeenkomstige
opening in het transmissiehuis.
•
Duw de borgpin (C) in de opening zodat de as
vergrendeld wordt.
•
Plaats blad (D), steunkop (E) en steunflens (F) op de
uitgaande as.
•
Monteer de moer (G). De moer moet met een moment
van 35-50 Nm (3,5-5 kpm) vast gedraaid worden.
Gebruik de dopsleutel uit het gereedschapsset. Hou
de steel van de dopsleutel zo dicht mogelijk bij de
bladbeschermkap vast. De moer wordt vastgedraaid
wanneer de sleutel tegen de rotatierichting in wordt
gedraaid (NB! links schroefdraad).
WAARSCHUWING! Onder geen beding
mag snijuitrusting worden gebruikt
zonder dat een goedgekeurde
beschermkap is gemonteerd. Zie het
hoofdstuk Technische gegevens. Indien
een verkeerde of defecte beschermkap
wordt gemonteerd, kan dit ernstige
verwondingen veroorzaken.
!
De bladbeschermkap/combibeschermkap (A) wordt
vastgehaakt in de bevestiging op de steel en met een
schroef vastgezet.
BELANGRIJK! Om een zaag- of maaiblad te mogen
gebruiken, moet de machine zijn uitgerust met het juiste
stuur, bladbeschermkap en draagstel.
Monteren van bladbeschermkap,
maaiblad en maaimes
Monteren van bladbeschermkap
en zaagblad
K
G
F
J
E
H
D
I
A
A
B
C
L
•
Verwijder de bevestigingsplaat (H). Bevestig de
adapter (I) en de klem (J) met de twee bouten (K)
conform de afbeelding. De bladbeschermkap (A)
wordt met 4 bouten (L) op de adapter vastgezet
volgens de afbeelding.
Dutch – 81
MONTEREN
N.B.! Gebruik de aanbevolen bladbeschermkap. Zie
hoofdstuk Technische gegevens.
G
Monteren van overige beschermkappen en snijuitrustingen
F
D
•
Monteer de trimmerbeschermkap/
combibeschermkap (A) voor het werken met een
trimmerkop/kunststof messen. De beschermkap
wordt vastgehaakt aan de bevestiging op de steel en
vastgezet met een schroef (L).
•
Monteer de meenemer (B) op de uitgaande as.
•
Draai de bladas rond tot één van de openingen van de
meenemer samenvalt met de overeenkomstige
opening in het transmissiehuis.
•
Duw de borgpin (C) in de opening zodat de as
vergrendeld wordt.
•
Schroef de trimmerkop/kunststof messen (H) tegen
de rotatierichting in op zijn plaats.
B
C
•
Monteer de meenemer (B) op de uitgaande as.
•
Draai de bladas rond tot één van de openingen van de
meenemer samenvalt met de overeenkomstige
opening in het transmissiehuis.
•
Duw de borgpin (C) in de opening zodat de as
vergrendeld wordt.
•
Plaats het blad (D) en de steunflens (F) op de
uitgaande as.
•
Monteer de moer (G). De moer moet met een moment
van 35-50 Nm (3,5-5 kpm) vast gedraaid worden.
Gebruik de dopsleutel uit het gereedschapsset. Hou
de steel van de dopsleutel zo dicht mogelijk bij de
bladbeschermkap vast. De moer wordt vastgedraaid
wanneer de sleutel tegen de rotatierichting in wordt
gedraaid (NB! links schroefdraad).
H
H
•
•
Bij het los- en vastdraaien van de zaagbladmoer zou
u zich kunnen verwonden aan de zaagtanden. Zorg er
daarom altijd dat uw hand door de beschermkap
wordt afgeschermd bij dit werk. Dit is makkelijker bij
gebruik van een lange dopsleutel. De pijl op de
afbeelding laat zien in welk gebied u de dopsleutel
moet houden bij los- resp. vastdraaien van de moer.
82 – Dutch
Ga voor het demonteren in omgekeerde volgorde
tewerk.
MONTEREN
Aanpassen van draagstel en
motorzeis
!
De juiste hoogte
Stel de schouderriem zo af dat de snijuitrusting parallel
aan de grond komt.
WAARSCHUWING! Wanneer u met de
motorzeis werkt, moet die altijd
vastgehaakt worden in het draagstel.
Anders kunt u de motorzeis niet veilig
bedienen en uzelf en anderen
verwonden. Gebruik nooit een draagstel
met een defecte snelontgrendeling.
Standaard draagstel
Het juiste evenwicht
Snelontgrendeling
Vooraan zit een makkelijk bereikbare snelontgrendeling.
Gebruik die als de motor vlam vat of in een andere
noodsituatie, wanneer u zich snel van draagstel en
machine moet kunnen ontdoen.
Laat de snijuitrusting licht tegen de grond rusten. Als u
een zaagblad gebruikt moet dit ongeveer een decimeter
boven de grond balanceren om aanraking met stenen en
dergelijke te vermijden. Verplaats het ophangoog om de
motorzeis in de juiste balans te krijgen.
Gelijkmatige schouderbelasting
Een goed aangepast draagstel en machine maken uw
werk er een stuk gemakkelijker op. Pas het draagstel aan
voor een goede werkhouding. Span de zijriemen zo aan
dat het gewicht gelijkmatig over beide schouders wordt
verdeeld.
Dutch – 83
BRANDSTOFHANTERING
Brandstofveiligheid
oliehoeveelheid een grote invloed op de
mengverhouding.
Start de machine nooit:
1
Als u er brandstof op gemorst heeft. Neem alle
gemorste brandstof af en laat de benzineresten
verdampen.
2
Als u brandstof op uzelf of op uw kleding gemorst
heeft, trek schone kleding aan. Was de lichaamsdelen
die in contact zijn geweest met brandstof. Gebruik
water en zeep.
3
Als de machine brandstof lekt. Controleer de tankdop
en de brandstofleidingen regelmatig op lekkage.
!
WAARSCHUWING! Brandstof en
brandstofdampen zijn zeer
brandgevaarlijk en kunnen leiden tot
ernstig letsel bij inademing en contact
met de huid. Wees daarom voorzichtig
wanneer u met brandstof werkt en zorg
voor goede luchtventilatie bij de
brandstofhantering.
Benzine
Transport en opbergen
•
Bewaar en vervoer de machine en brandstof zo, dat
eventuele lekkage en dampen niet in contact kunnen
komen met vonken of open vuur, bijvoorbeeld van
elektrische machines, elektrische motoren,
stopcontacten/schakelaars, verwarmingsketels e.d.
N.B.! Gebruik altijd met olie gemengde kwaliteitsbenzine
van minimaal 90 octaan (RON). Indien uw machine is
uitgerust met een katalysator (zie hoofdstuk Technische
gegevens) moet altijd een loodvrije met olie gemengde
kwaliteitsbenzine worden gebruikt. Gelode benzine
beschadigt de katalysator.
•
Bij opslag en vervoer van brandstof moeten altijd
speciaal voor dat doel bestemde en goedgekeurde
tanks worden gebruikt.
•
Als de machine gedurende lange tijd niet gebruikt zal
worden, moet de brandstoftank leeggemaakt worden.
Vraag bij uw tankstation of bij de gemeente waar u de
afgetapte brandstof kwijt kan.
•
Zorg ervoor dat de machine goed is schoongemaakt
en dat een volledige servicebeurt is gegeven voor een
lange periode van stalling.
•
De transportbescherming van de snijuitrusting moet
tijdens vervoer of opslag van de machine altijd
aangebracht zijn.
•
•
Om een ongewenste start van de motor te
voorkomen, moet de bougiekap altijd worden
verwijderd wanner de machine voor lange tijd wordt
opgeborgen, wanneer de machine niet onder toezicht
staat en bij alle voorkomende servicemaatregelen.
Het aanbevolen laagste octaangehalte is 90 (RON).
Indien u de motor laat lopen op benzine met een lager
octaangehalte dan 90, kan het zogenaamde kloppen
optreden. Hierdoor stijgt de motortemperatuur wat tot
zware motorbeschadigingen kan leiden.
•
Als men voortdurend met een hoog toerental werkt, is
het aan te raden een hoger octaangehalte te
gebruiken.
!
WAARSCHUWING! Wees voorzichtig bij
het hanteren van brandstof. Denk aan de
brand-, explosie- en inademingsrisico’s.
Brandstof
N.B.! Uw machine is uitgerust met een twee-takt motor;
gebruik steeds met twee-takt motorolie vermengde
benzine. Om zeker te zijn van de juiste mengverhouding,
is het erg belangrijk dat u de oliehoeveelheid steeds
nauwkeurig afmeet. Als u kleine brandstofhoeveelheden
mengt, hebben zelfs kleine afwijkingen van de juiste
84 – Dutch
Waar milieuvriendelijke benzine, de zog. alkylaatbenzine,
verkrijgbaar is, moet deze gebruikt worden.
Tweetaktolie
•
Voor de beste resultaten en prestaties, moet u
HUSQVARNA tweetaktolie gebruiken, die speciaal
wordt gemaakt voor onze luchtgekoelde
tweetaktmotoren.
•
Gebruik nooit tweetaktolie die bedoeld is voor
watergekoelde buitenboordmotoren, zogenaamde
outboardoil (aangeduid met TCW).
•
Gebruik nooit olie bedoeld voor vier-takt motoren.
•
Een lage oliekwaliteit of een te rijk olie/
brandstofmengsel kan de functie van de katalysator
op het spel zetten en de levensduur verminderen.
BRANDSTOFHANTERING
•
Tanken
Mengverhouding
1:50 (2%) met HUSQVARNA tweetaktolie.
1:33 (3%) met andere olie, gemaakt voor
luchtgekoelede tweetaktmotoren, geklassificeerd
voor JASO FB/ISO EGB.
Benzine, liter
Tweetaktolie, liter
!
2% (1:50)
3% (1:33)
5
0,10
0,15
10
0,20
0,30
Rook niet of plaats geen warme
voorwerpen in de buurt van de brandstof.
15
0,30
0,45
Tank nooit terwijl de motor draait.
20
0,40
0,60
Stop de motor en laat hem voor het
tanken enkele minuten afkoelen.
Mengen
•
Meng de benzine en olie altijd in een schone jerrycan
die goedgekeurd is voor benzine.
•
Begin altijd met de helft van de benzine die gemengd
moet worden erin te gieten. Giet er daarna de gehele
oliehoeveelheid bij. Meng (schud) het
brandstofmengsel. Giet er de resterende hoeveelheid
benzine bij.
•
WAARSCHUWING! Om het risico op
brand te verminderen, moet u de
volgende voorzorgsmaatregelen nemen:
Meng (schud) de brandstofhoeveelheid goed voor u
de brandstoftank van de machine vult.
•
Meng niet meer brandstof dan voor max. 1 maand
nodig is.
•
Als u de machine gedurende een langere tijd niet
gebruikt, moet u de brandstoftank leeg maken en hem
schoonmaken.
!
Open de dop van de tank voorzichtig
wanneer u wilt tanken zodat eventuele
overdruk langzaam verdwijnt.
Draai de dop van de tank goed vast na
het tanken.
Verwijder de machine steeds van de
tankplaats, voor u de motorzaag start.
•
Gebruik een benzinetank met overvulbescherming.
•
Maak de omgeving rond de tankdop schoon.
Verontreinigingen in de tank kunnen defecten
veroorzaken.
•
Zorg ervoor dat de brandstof goed gemengd is door
de jerrycan te schudden voor u de tank vult.
WAARSCHUWING! De
katalysatorgeluiddemper wordt erg heet,
zowel tijdens het gebruik als na het
stoppen. Dit geldt ook voor stationair
draaien. Verlies het brandgevaar niet uit
het oog vooral wanneer u in de buurt
bent van brandgevaarlijke stoffen en/of
gassen.
Dutch – 85
STARTEN EN STOPPEN
Controle voor het starten
•
•
indien deze terugslag te verduren hebben gehad of
barsten vertonen.
Controleer het blad op barsten bij het centergat en bij
de tandbodems. De barsten ontstaan meestal doordat
er tijdens het vijlen scherpe hoeken ontstaan zijn in de
tandbodems of doordat men het blad gebruikt heeft
met botte tanden. Als het blad barsten vertoont, moet
het onmiddellijk vervangen worden.
Controleer de steunflens op barsten die het gevolg
kunnen zijn van materiaalmoeheid of te hard
aanhalen. De steunflens moet vervangen worden als
hij barsten vertoont.
•
Gebruik de machine nooit zonder beschermkap of
een defecte beschermkap.
•
Alle kappen moeten juist gemonteerd zijn en zonder
gebreken voor de machine wordt gestart.
Starten en stoppen
!
•
•
Let erop dat de borgmoer zijn borgkracht niet verliest.
De borging van de moer moet een borgmoment van
ten minste 1,5 Nm hebben. Het aanhaalmoment van
de borgmoer moet 35-50 Nm zijn.
WAARSCHUWING! Start de machine
nooit voor het complete koppelingdeksel
met steel gemonteerd zijn, anders kan de
koppeling losraken en persoonlijke
verwondingen veroorzaken.
Verwijder de machine steeds van de
tankplaats, voor u de motorzaag start.
Plaats de machine op een vaste
ondergrond. Let erop dat de
snijuitrusting geen voorwerp kan raken.
Zorg ervoor dat zich geen onbevoegden
binnen het werkgebied bevinden, anders
bestaat er risico voor ernstige
verwondingen. De veiligheidsafstand
bedraagt 15 meter.
Controleer de bladbeschermkap op beschadigingen
en barsten. Vervang de bladbeschermkap indien deze
terugslag te verduren heeft gehad of barsten vertoont.
Starten
Brandstofpomp: Druk een aantal malen op de rubberen
balg van de brandstofpomp totdat er brandstof in de balg
komt. De balg hoeft niet helemaal gevuld te worden.
•
Controleer de trimmerkop en de
trimmerbeschermkap op beschadigingen en barsten.
Vervang de trimmerkop of de trimmerbeschermkap
86 – Dutch
STARTEN EN STOPPEN
Choke: Zet de choke-hendel in de choke-positie.
Voor een gashendel met
startgasvergrendeling geldt:
Startgasstand krijgt u door eerst de
gashendelvergrendeling en de gashendel in te drukken
en dan de startgasknop (A) in te drukken. Laat daarna de
gashendelvergrendeling en de gashendel los en dan de
startgasknop. De startgasfunctie is nu geactiveerd. Om
de motor weer terug te brengen naar stationair lopen
drukt u de gashendelvergrendeling en de gashendel in.
!
WAARSCHUWING! Wanneer de motor
wordt gestart met de chokehendel in de
choke- of startgasstand begint de
snijuitrusting direct te draaien.
Druk het machinelichaam met uw linkerhand tegen de
grond (N.B.! Niet met uw voet!). Pak de starthendel beet,
trek met uw rechterhand het starterkoord langzaam uit tot
u weerstand voelt (de starthaken grijpen in) en maak
vervolgens snelle en krachtige trekbewegingen. Wikkel
het startkoord nooit rond uw hand.
Zet de chokehendel onmiddellijk nadat de motor
ontsteekt terug en doe hernieuwde startpogingen tot de
motor start. Wanneer de motor start, geef snel vol gas en
het startgas wordt automatisch uitgezet.
Stoppen
Stop de motor door de ontsteking af te zetten.
N.B.! Trek het starterkoord niet volledig uit en laat de
starthendel niet zomaar los wanneer het volledig
uitgetrokken is. Dit kan tot beschadigingen van de
machine leiden.
N.B.! De stopschakelaar gaat automatisch terug naar
startstand. Om een ongewenste start te voorkomen, moet
de bougiekap altijd van de bougie worden gehaald bij
montage, controle en/of onderhoud.
N.B.! Plaats geen enkel lichaamsdeel op het
gemarkeerde vlak. Contact kan leiden tot brandwonden
aan de huid of een elektrische schok wanneer het
ontstekingsmechanisme kapot is. Gebruik altijd
handschoenen. Gebruik nooit een machine met een
kapot ontstekingsmechanisme.
Dutch – 87
ARBEIDSTECHNIEK
Algemene werkinstructies
stenen, takken, kuilen, greppels enz.). Wees extra
voorzichtig wanneer u op hellend terrein werkt.
BELANGRIJK!
In dit hoofdstuk nemen we de basisveiligheidsregels
voor het werken met een motorzeis en trimmer door.
Wanneer u in een situatie belandt waarin u niet goed
weet hoe u verder te werk moet gaan, moet u een expert
raadplegen. Wend u tot uw dealer of uw
servicewerkplaats.
Gebruik de machine nooit voor taken waarvoor u niet
voldoende gekwalificeerd bent.
Voordat u de machine gaat gebruiken, moet u begrijpen
wat het verschil is tussen bos maaien, gras maaien en
gras trimmen.
5
Wees extra voorzichtig wanneer u in bomen zaagt die
gespannen zijn. Een gespannen boom kan zowel voor
als na het doorzagen in zijn normale stand terug
vliegen. Als u op de verkeerde plaats staat of de
inkeping op de verkeerde plaats maakt, kan dit ertoe
leiden dat de boom u of de machine raakt zodat u de
controle verliest. In beide gevallen kunt u ernstig
gewond raken.
6
Zorg voor een goede balans en een stabiele houding.
7
Gebruik altijd beide handen om de machine vast te
houden. Hou de machine aan de rechterkant van uw
lichaam.
8
De zaaguitrusting moet onder taillehoogte blijven
9
Wanneer u zich verplaatst moet de motor
uitgeschakeld worden. Als het om een langere
verplaatsing en vervoer gaat, moet u de
transportbescherming gebruiken.
Basisveiligheidsregels
1
Controleer de omgeving:
•
Om ervoor te zorgen dat u de controle over uw
machine niet kunt verliezen vanwege omstanders,
dieren of een andere reden.
•
Om te voorkomen dat mensen, dieren en overigen
niet in contact komen met de snijuitrusting of geraakt
worden door losse voorwerpen die weggeslingerd
worden door de snijuitrusting.
•
N.B.! Gebruik de machine nooit zonder de
mogelijkheid hulp in te roepen in geval van nood.
2
Controleer het werkgebied. Verwijder alle losse
voorwerpen, zoals stenen, gebroken glas, spijkers,
ijzerdraad, touw en dergelijke, die weggeslingerd
kunnen worden of vast kunnen komen zitten in de
zaaguitrusting.
3
Gebruik de motorkettingzaag niet in ongunstige
weersomstandigheden. B.v. bij dichte mist, hevige
regen, harde wind, hevige koude enz. Werken in
slechte weersomstandigheden is vermoeiend en kan
tot gevaarlijke situaties leiden, zo kan de grond glad
zijn, de wind de valrichting van de boom beïnvloeden
enz.
4
Zorg ervoor dat u veilig kunt gaan en staan.
Controleer of er eventuele hindernissen zijn als u
onverwacht snel moet kunnen wegkomen (wortels,
10 Wanneer de motor loopt, mag u de machine alleen
neerzetten als u er een wakend oogje kunt op houden.
88 – Dutch
ARBEIDSTECHNIEK
Het ABC van het zagen/maaien
•
Gebruik altijd de juiste uitrusting.
•
Zorg ervoor dat de uitrusting altijd juist afgesteld en
aangepast is.
•
Volg de veiligheidsvoorschriften.
•
Organiseer het werk goed.
•
Zorg ervoor dat het blad op volle toeren draait voor u
begint.
•
Gebruik altijd goed scherpe bladen.
•
Probeer om niet in stenen te zagen.
•
Stuur de velrichting (maak gebruik van de wind).
!
!
WAARSCHUWING! Noch de gebruiker
van de machine noch iemand anders
mag proberen het afgezaagde materiaal
weg te trekken wanneer de motor of de
snijuitrusting draait, omdat dit tot ernstig
letsel kan leiden.
Stop de motor en de snijuitrusting
voordat u materiaal verwijdert dat rond
de as van het zaagblad is gewikkeld,
omdat anders risico van letsel bestaat.
De hoekoverbrenging kan geruime tijd na
gebruik nog warm zijn. Bij contact
bestaat risico van brandwonden.
!
Werkmethodes
WAARSCHUWING! Waarschuwing voor
weggeslingerde voorwerpen. Gebruik
altijd goedgekeurde oogbescherming.
Buig nooit over de beschermkap van de
snijuitrusting heen. Stenen, vuil e.d.
kunnen omhoog geworpen worden in uw
ogen en blindheid of ernstig letsel
veroorzaken.
WAARSCHUWING! Machines die zijn
uitgerust met zaagbladen of grasmessen
kunnen met enorme kracht opzij
geworpen worden, wanneer het mes in
contact komt met een vast voorwerp. Dit
wordt terugslag genoemd. Terugslag kan
zo heftig zijn dat de machine en/of de
operator in een richting geduwd worden
en mogelijk de controle over de machine
verliest. Terugslag kan zonder
waarschuwing vooraf optreden wanneer
de machine blijft haken, afslaat of
vastloopt. De kans op terugslag is groter
in gebieden waar het moeilijk is om te
zien wat u maait.
Probeer om niet te zagen in het gebied
tussen 12 en 3 uur van het blad. Vanwege
de rotatiesnelheid van het blad kan
terugslag precies in dit gebied optreden
wanneer men in grovere stammen zaagt.
•
Voordat u begint te maaien, moet u het werkgebied
controleren: de conditie van het terrein, of het afhelt,
of er stenen liggen, of er kuilen zijn enz.
•
Begin daarna bij het makkelijkste einde van het
werkgebied om een goede opening voor het
maaiwerk te krijgen.
•
Werk systematisch, heen en weer, dwars over het
gebied en bestrijk bij elke slag een gebied van ca. 4-5
m. Dan wordt het volle bereik van de machine naar
beide kanten benut en de gebruiker krijgt een
makkelijk en afwisselend terrein om in te werken.
•
De lengte van het pad moet circa 75 m bedragen.
Verplaats de brandstofvoorraad al naargelang het
werk vordert.
•
Op hellend terrein moet u de paden loodrecht ten
opzichte van de helling laten lopen. Het is veel
makkelijker om dwars over een helling te lopen dan op
en neer.
•
De paden moeten zo lopen dat men niet over sloten of
andere hindernissen in het terrein hoeft te klimmen.
Pas de paden ook aan de windomstandigheden aan
Houd onbevoegden op afstand.
Kinderen, dieren, toeschouwers en
medewerkers moeten zich buiten de
veiligheidszone van 15 m bevinden.
Schakel de machine onmiddellijk uit
indien iemand dichterbij komt. Draai de
machine nooit rond zonder eerst te
controleren of er achter u niet iemand
zich in de veiligheidszode bevindt.
!
WAARSCHUWING! Soms raken takken of
gras bekneld tussen de beschermkap en
de snijuitrusting. Stop altijd eerst de
motor voordat u deze verwijdert.
Dutch – 89
ARBEIDSTECHNIEK
3 en 5 uur zodat de rotatierichting van het blad het
onderste gedeelte van de boom naar links duwt.
zodat de gevelde stammen in het reeds gemaaide
gedeelte van het terrein vallen.
•
Om een boom recht naar voren te laten vallen, moet
het onderste gedeelte van de boom naar achteren
getrokken worden. Trek het blad met een snelle en
besliste beweging naar achteren.
•
Grovere stammen, d.w.z. stammen die geveld moeten
worden, moeten van twee kanten omgezaagd
worden. Beoordeel eerste in welke richting de stam
moet vallen. Maak een inkeping aan de kant waarnaar
de boom moet vallen. Zaag daarna de stam door
vanaf de andere kant. De druk waarmee men zaagt,
moet aangepast worden aan de dikte van de stam en
de hardheid van de houtsoort. Smallere stammen
hebben een grotere druk nodig terwijl grovere
stammen minder druk nodig hebben.
•
Als de stammen dicht bij elkaar staan, moet u de
snelheid hieraan aanpassen.
•
Als het blad vast komt te zitten, mag u de machine
nooit los trekken. In dat geval kunnen het blad, de
haakse overbrenging, de steel of het stuur
beschadigd raken. Laat de handvatten los, grijp de
steel met beide handen beet en trek de machine
voorzichtig los.
Kleine bomen vellen met een zaagblad
•
Wanneer u in grovere stammen zaagt, neemt het
risico op terugslag toe. Vermijd dan ook in het gebied
tussen 12 en 3 uur te zagen.
•
Om een boom naar links te laten vallen, moet het
onderste gedeelte van de boom naar rechts geduwd
worden. Hou het blad scheef en duw het met vaste
hand schuin omlaag naar rechts. Duw tegelijkertijd
met de bladbeschermkap op de stam. Zet het blad in
het gebied tussen 3 en 5 uur. Geef volgad voordat u
de stam met het blad raakt.
•
Om een boom naar rechts te laten vallen, moet het
onderste gedeelte van de boom naar links geduwd
worden. Hou het blad scheef en duw het schuin
omhoog naar rechts. Zet het blad in het gebied tussen
90 – Dutch
ARBEIDSTECHNIEK
Struiken maaien met zaagblad
•
Smalle stammen en struikgewas moeten
neergezaagd worden. Werk met zijdelingse
zaagbewegingen.
•
Probeer om met één beweging meerdere stammen
door te zagen.
•
Maai bij een bosje opslag altijd eerst rond de opslag.
Begin met het afzagen van hoge stobbes aan de
buitenrand van het bosje om te voorkomen dat u zich
vast zaagt. Kort de stobbes vervolgens af tot de
gewenste hoogte. Probeer vervolgens om met het
blad in het midden te komen en vanuit het centrum
van het bosje te zagen. Indien het toch moeilijk mocht
zijn om erbij te kunnen, moet u hogere stobbes zagen
en de stammen laten vallen. Op die manier neemt het
risico dat u zich vast zaagt af.
Laat de linkerkant van het blad werken (tussen 8 en
12 uur).
•
Indien het blad tijdens het gras maaien een ietsje
schuin naar links wordt gehouden, wordt het gras in
een streng gelegd, hetgeen het verzamelen
makkelijker maakt bijv. bij harken.
•
Probeer om ritmisch te werken. Sta stevig met uw
voeten uit elkaar. Beweeg na de retourbeweging naar
voren en sta vervolgens weer stevig stil.
•
Laat de steunkop licht op de grond rusten. Deze is
speciaal bedoeld om te voorkomen dat het blad in de
grond snijdt.
•
Verklein het risico dat het materiaal rond het blad
wordt gewonden door de volgende regels op te
volgen:
1Werk altijd met vol gas.
2Vermijd tijdens de retourbeweging het pasgemaaide
materiaal.
•
Schakel de motor uit, maak het draagstel los en zet de
machine op de grond voordat u het gemaaide
materiaal verzamelt.
Gras trimmen met trimmerkop
Gras maaien met grasmaaiblad
Trimmen
•
Grasmaaibladen en grasmessen mogen niet gebruikt
worden bij houtachtige stammen.
•
Voor alle soorten hoog of sterk gras wordt een
grasmaaiblad gebruikt.
•
Het gras wordt neergehaald met pendelende
bewegingen naar de zijkanten, waarbij de beweging
van rechts naar links het maaimoment is en de
beweging van links naar rechts de retourbeweging.
•
Hou de trimmerkop vlak boven de grond en hoe hem
schuin. Het werk wordt gedaan door het uiteinde van
de draad. Laat de draad in zijn eigen tempo werken.
Duw de draad nooit in het materiaal dat u wilt maaien.
•
De draad verwijdert zonder problemen gras en
onkruid naast muren, omheiningen, bomen en
bloemperken, maar kan ook het tere schors van
bomen en struiken en de paaltjes van omheiningen
beschadigen.
•
Verminder het risico van beschadiging van gewassen
door de draad in te korten tot 10-12 cm en het
moetertoerental te verminderen.
Dutch – 91
ARBEIDSTECHNIEK
Schoonschrapen
•
Met de schraaptechniek kan men alle ongewenste
begroeiing verwijderen. Hou de trimmerkop vlak
boven de grond en een ietsje scheef. Laat het uiteinde
van de draad tegen de grond slaan naast bomen,
palen, standbeelden e.d. N.B.! Deze techniek
veroorzaakt grotere slijtage van de draad.
•
De draad verslijt vlugger en moet vaker aangevoerd
worden wanneer men tegen stenen, bakstenen,
beton, metalen omheiningen enz. werkt dan wanneer
men in contact komt met bomen en houten
omheiningen.
•
Bij het trimmen en schoonschrapen mag u niet vol gas
geven zodat de draad langer meegaat en de
trimmerkop minder slijt.
Maaien
•
De trimmer is ideaal voor het maaien van gras op
plaatsen waar men met een gewone gazonmaaier
moeilijk bij komt. Hou tijdens het maaien de draad
parallel met grond. Duw de trimmerkop niet tegen de
grond omdat dit het gazon en het gereedschap kan
beschadigen.
•
Tijdens normaal maaien mag de trimmerkop niet
voortdurend in contact komen met de grond. Een
dergelijk voortdurend contact kan tot beschadigingen
en slijtage van de trimmerkop leiden.
Vegen
•
Het ventilatoreffect van de roterende draad kan
gebruikt worden om snel en gemakkelijk schoon te
maken. Hou de draad parallel met en boven de
oppervlakken die schoongeveegd moeten worden en
beweeg het gereedschap heen en weer.
•
Bij het maaien en vegen moet u vol gas geven om een
goed resultaat te krijgen.
92 – Dutch
ONDERHOUD
Carburateur
•
Uw Husqvarna-product is geconstrueerd en gemaakt
volgens specificaties, die de schadelijke uitlaatgassen
reduceren. Als de motor 8-10 tanks brandstof heeft
verbruikt, is de motor ingereden. Om ervoor te zorgen dat
deze na de periode van inrijden optimaal blijft
functioneren en zo min mogelijk schadelijke uitlaatgassen
uitstoot, moet u uw dealer/servicewerkplaats (die over
een toerenteller beschikt) de carburateur af laten stellen.
Basisafstelling
!
WAARSCHUWING! Start de machine
nooit voor het complete koppelingdeksel
met steel gemonteerd zijn, anders kan de
koppeling losraken en persoonlijke
verwondingen veroorzaken.
Werking
•
De T-schroef regelt de positie van de
gasklepbediening bij stationair draaien. Als de Tschroef met de klok mee wordt gedraaid, krijgt men
een hoger stationair toerental en als ze tegen de klok
in wordt gedraaid, een lager stationair toerental.
Tijdens het testen in de fabriek wordt de
basisafstelling van de carburateur uitgevoerd. De
basisafstelling is rijker dan de optimale afstelling en
moet tijdens de eerste uren dat de machine in werking
is, in stand worden gehouden. Daarna moet de
fijnafstelling van de carburateur plaatsvinden. Dit
moet gebeuren door een gekwalificeerd deskundig
persoon.
N.B.! Als de snijuitrusting roteert bij stationair toerental,
moet de T-schroef tegen de klok in gedraaid worden tot de
snijuitrusting stopt.
Aanbevolen stationair toerental: 2700 omw./min.
•
Via de gasklepbediening stuurt de carburateur het
toerental van de motor. In de carburateur worden
brandstof en lucht vermengd. Dit mengsel (brandstof/
lucht) kan worden afgesteld. Om het maximum
vermogen van de machine te kunnen benutten, moet
de afstelling correct zijn.
•
Afstellen van de carburateur houdt in dat de motor
wordt aangepast aan plaatselijke omstandigheden,
b.v. klimaat, hoogte, benzine en soort 2-taktolie.
•
De carburateur heeft drie afstelposities:
Aanbevolen vollasttoerental: Zie hoofdstuk Technische
gegevens.
!
WAARSCHUWING! Als het stationair
toerental niet zo kan worden afgesteld
dat de snijuitrusting stilstaat, dient u uw
dealer/servicewerkplaats te raadplegen.
Gebruik de machine nooit voor deze
correct is afgesteld of gerepareerd.
Fijnafstelling
•
L = Lage toeren-naald
H = Hoge toeren-naald
T = Stelschroef voor stationair draaien
Wanneer de machine ”ingereden” is, moet de
fijnafstelling van de carburateur uitgevoerd worden.
Ze moet uitgevoerd worden door een gekwalificeerd
deskundig persoon. Eerst wordt de L-naald, dan de Tschroef voor het stationair toerental en tenslotte de Hnaald afgesteld.
Voorwaarden
•
Met de L- en de H-naalden wordt de gewenste
brandstofhoeveelheid afgesteld in functie van de
luchtstroom die de opening van de gasklepbediening
toelaat. Door de schroeven met de klok mee te
draaien wordt het lucht/brandstofmengsel armer
(minder brandstof) en door ze tegen de klok in te
draaien, wordt het lucht/brandstofmengsel rijker
(meer brandstof). Een armer mengsel geeft een hoger
toerental en een rijker mengsel een lager toerental.
•
Voor met het afstellen wordt begonnen, moet het
luchtfilter schoon zijn en het luchtfilterdeksel
gemonteerd zijn. Als de carburateur afgesteld wordt
wanneer het luchtfilter vuil is, krijgt men een te arm
brandstofmengsel wanneer het luchtfilter wordt
schoongemaakt. Dit kan tot ernstige beschadigingen
van de motor leiden.
•
Draai de twee L- en H-naalden voorzichtig naar het
middelste punt, tussen volledig ingeschroefd en
volledig uitgeschroefd.
•
Probeer de naalden L en H niet voorbij de stoppen af
te stellen, want dit kan tot beschadigingen leiden.
•
Start de machine volgens de startinstructies en laat
hem gedurende 10 minuten warmdraaien.
N.B.! Als de snijuitrusting roteert bij stationair
toerental, moet de T-schroef tegen de klok in gedraaid
worden tot de snijuitrusting stopt.
Dutch – 93
ONDERHOUD
Laag toerental-naald L
Zoek het hoogste stationair toerental door de lage
toerental-naald langzaam met de klok mee of tegen de
klok in te draaien. Wanneer u het hoogste toerental
gevonden heeft, moet u de L-naald 1/4-toer tegen de klok
in draaien.
beschadigt de motor. Laat de motor niet meer dan 10
seconden op vollast-toeren draaien.
Geef vol gas en draai de hoge-toerennaald H zeer
langzaam met de klok mee totdat de motorsnelheid
afneemt. Draai vervolgens de hoge-toerennaald H zeer
langzaam tegen de klok in totdat de motor ongelijkmatig
loopt. De hoge-toerennaald H wordt vervolgens zacht iets
met de klok meegedraaid tot de motor weer gelijkmatig
loopt.
N.B.! Als de snijuitrusting roteert bij stationair toerental,
moet de T-schroef tegen de klok in gedraaid worden tot de
snijuitrusting stopt.
Fijnafstelling van het stationair toerental
T
Het stationair toerental wordt afgesteld met de
stationairschroef T als opnieuw afstellen noodzakelijk is.
Draai de T-schroef eerst met de klok mee tot de
snijuitrusting begint te roteren. Draai daarna de schroef
tegen de klok in tot de snijuitrusting stilstaat. Het
stationair toerental is correct afgesteld als de motor in alle
posities gelijkmatig draait. Er moet een goede marge zijn
tot het toerental waarbij de snijuitrusting begint te draaien.
Let erop dat de motor onbelast moet zijn bij het afstellen
van de hoge-toerennaald H. Demonteer daarom de
snijuitrusting, moer, steunflens en meenenemer voordat u
de hoge-toerennaald H gaat afstellen.
De hoge-toerennaald H is correct afgesteld wanneer de
machine een beetje als een viertaktmotor loopt. Indien de
machine op hol slaat, is de afstelling te arm. Indien de
motor hevig rookt en tegelijkertijd als een viertaktmotor
loopt, is de instelling te rijk.
H
N.B.! Voor een optimale afstelling van de carburateur
moet u een beroep doen op een gekwalificeerde dealer/
servicewerkplaats, die over een toerenteller beschikt.
Correct afgestelde carburateur
!
WAARSCHUWING! Als het stationair
toerental niet zo kan worden afgesteld
dat de snijuitrusting stilstaat, dient u uw
dealer/servicewerkplaats te raadplegen.
Gebruik de machine nooit voor deze
correct is afgesteld of gerepareerd.
Hoge toeren-naald H
De hoge-toerennaald H beïnvloedt het vermogen, het
toerental, de temperatuur en het brandstofverbruik van de
motor. Een te arm afgestelde hoge-toerennaald (te veel
ingeschroefd) veroorzaakt een te hoog toerental en
94 – Dutch
Een correct afgestelde carburateur houdt in dat de
machine zonder enige aarzeling accelereert en de
machine enigszins als een 4-taktmotor loopt bij de
maximumsnelheid. Verder mag de snijuitrusting niet
roteren bij stationair draaien. Een te arm afgestelde lagetoerennaald L kan tot startmoeilijkheden en slecht
accelereren leiden.
Een te arm afgestelde hoge-toerennaald H leidt tot een
lager vermogen = minder capaciteit, slechte acceleratie
en/of beschadiging van de motor.
Een te rijke afstelling van de twee naalden L en H leidt tot
acceleratieproblemen of een te laag werktoerental.
ONDERHOUD
Afstellen van het startgastoerental
Om het juiste startgastoerental te krijgen zit een
afstelpunt aan de achterkant van de gashendel, naast de
kabel. Met deze bout (4 mm inbus) kan het
startgastoerental verhoogd of verlaagd worden.
4 mm
Ga als volgt te werk:
1
Laat de machine stationair lopen.
2
Druk de startgasvergrendeling in volgens de
instructies bij Starten en Stoppen.
3
Wanneer het startgastoerental te laag is (onder de
4000 t/min) wordt de stelschroef A met de klok mee
gedraaid tot de snijuitrusting begint te draaien.
Schroef A vervolgens nog een 1/2 slag met de klok
mee.
4
Wanneer het startgastoerental te hoog is, wordt
stelschroef A tegen de klok in gedraaid tot de
snijuitrusting stopt. Schroef stelschroef A vervolgens
een 1/2 slag met de klok mee.
!
en bevatten vonken die droge en ontvlambare materialen
in brand kunnen steken.
Bepaalde geluiddempers zijn voorzien van een speciaal
vonkenopvangnet. Indien uw machine uitgerust is met
zo’n geluiddemper, moet u het net minstens één keer per
week schoonmaken. Gebruik bij voorkeur een stalen
borstel. Op geluiddempers zonder katalysator moet het
net één keer per week worden schoongemaakt en
eventueel worden vervangen. Op geluiddempers met
katalysator moet het net één keer per maand worden
gecontroleerd en eventueel schoongemaakt. Bij evt.
beschadigingen aan het net moet dit vervangen
worden. Indien het net vaak verstopt is, kan dit erop
duiden dat de functie van de katalysator is afgenomen.
Neem contact op met uw dealer voor controle. Met een
verstopt net raakt de machine oververhit met
beschadigingen aan cilinder en zuiger tot gevolg.
WAARSCHUWING! Als het stationair
toerental niet zo kan worden afgesteld
dat de snijuitrusting stilstaat, dient u uw
dealer/servicewerkplaats te raadplegen.
Gebruik de machine nooit voor deze
correct is afgesteld of gerepareerd.
Geluiddemper
N.B.! Bepaalde geluiddempers zijn voorzien van een
katalysator. Zie het hoofdstuk Technische gegevens om te
checken of uw machine voorzien is van een katalysator.
De geluiddemper is ontworpen om het geluid van de
machine te reduceren, en om de uitlaatgassen van de
gebruiker weg te richten. De uitlaatgassen zijn zeer heet
N.B.! Gebruik de machine nooit als de geluiddemper in
slechte staat is.
!
WAARSCHUWING! Tijdens het gebruik
en een tijdje daarna is de geluiddemper
met katalysator erg warm. Dit geldt ook
bij stationair draaien. Aanraking kan
brandwonden aan de huid veroorzaken.
Denk om het brandgevaar!
Dutch – 95
ONDERHOUD
Koelsysteem
Hoekoverbrenging
Om de werktemperatuur zo laag mogelijk te houden, is de
machine uitgerust met een koelsysteem.
De hoekoverbrenging is af fabriek gevuld met een
geschikte hoeveelheid vet. Voor u de machine in gebruik
neemt, moet u controleren of de overbrenging voor 3/4
gevuld is met vet. Gebruik HUSQVARNA speciaalvet.
4
3
2
Het smeermiddel in het transmissiehuis moet normaal
gezien alleen vervangen worden in geval van een
reparatie.
Luchtfilter
1
Het luchtfilter dient regelmatig te worden schoongemaakt
(stof en vuil verwijderen) om de volgende problemen te
vermijden:
•
Storingen van de carburateur
•
Moeilijkheden bij het starten
•
Vermogensverlies
•
Onnodige slijtage van de motoronderdelen.
•
Abnormaal hoog brandstofverbruik
Het koelsysteem bestaat uit:
1
Luchtinlaat in de starter.
2
Ventilatorschoepen op het vliegwiel.
3
Koelflenzen op de cilinder.
4
Cilinderkap (leidt de koellucht naar de cilinder).
Maak het koelsysteem één keer per week schoon met
een borstel; dit moet vaker gebeuren wanneer u in
moeilijke omstandigheden werkt. Een vuil of verstopt
koelsysteem leidt tot oververhitting van de machine
waardoor de cilinder en zuiger beschadigd kunnen
worden.
Maak het filter na 25 werkuren schoon of vaker wanneer
u in abnormaal stoffige omstandigheden werkt.
96 – Dutch
ONDERHOUD
Luchtfilter schoonmaken
Bougie
Demonteer het cilinderdeksel en verwijder het filter. Maak
het schoon in een warm sopje van water en zeep.
Controleer of het filter droog is voor u het terugplaatst.
Na een lange gebruiksperiode kan het luchtfilter niet meer
worden gereinigd. Daarom moet het filter regelmatig
vervangen worden. Een beschadigd luchtfilter moet
altijd vervangen worden.
Wordt de machine onder stoffige omstandigheden
gebruikt, moet het luchtfilter geolied worden. Zie de
aanwijzingen in het hoofdstuk Luchtfilter oliën.
Luchtfilter oliën
Gebruik altijd HUSQVARNA filterolie, artikelnr. 531 00 9248. De filterolie bevat een oplosmiddel zodat het makkelijk
gelijkmatig in het filter kan worden verdeeld. Vermijd
daarom contact met de huid.
Doe het filter in een plastic zak en giet de filterolie erbij.
Kneed de plastic zak om de olie te verdelen. Knijp het
filter in de plastic zak uit en giet de overgebleven olie weg
voordat het filter op de machine wordt gemonteerd.
Gebruik nooit gewone motorolie. Deze zakt zeer snel
door het filter naar beneden en blijft dan op de bodem
liggen.
Deelbare steel (327RDx)
De volgende factoren zijn van invloed op de conditie van
de bougie:
•
Een incorrecte afstelling van de carburateur.
•
Een verkeerd oliemengsel in de brandstof (te veel of
verkeerde olie).
•
Een vuil luchtfilter.
Deze factoren veroorzaken afzettingen op de elektroden
van de bougie, wat tot motordefecten en
startmoeilijkheden kan leiden.
Wanneer de machine te weinig vermogen heeft, moeilijk
start of onregelmatig onbelast draait, dient u altijd eerst
de bougie te controleren voor u andere maatregelen
neemt. Maak de bougie schoon als ze verstopt is en
controleer of de afstand tussen de elektroden 0,5 mm
bedraagt. De bougie moet na een maand gebruik, of
eerder indien nodig, vervangen worden.
N.B.! Gebruik steeds het correcte bougietype! Andere
types kunnen de zuiger/cilinder beschadigen.
Het aandrijfasuiteinde in de onderste steel moet om de 30
werkuren inwendig gesmeerd worden met vet. Als ze niet
regelmatig gesmeerd worden, bestaat het risico dat de
aandrijfasuiteinden (spiebanenverbindingen) van de
deelbare modellen gaan klemmen.
Dutch – 97
ONDERHOUD
Onderhoudsschema
Hieronder volgt een lijst van het onderhoud dat aan de machine moet worden uitgevoerd. De meeste punten staan
beschreven in het hoofdstuk Onderhoud. De gebruiker mag alleen die onderhouds- en servicewerkzaamheden
uitvoeren die in deze gebruiksaanwijzing worden beschreven. Meer ingrijpende maatregelen moeten door een erkende
servicewerkplaats worden uitgevoerd.
Onderhoud
Dagelijks
onderhoud
Maak de machine uitwendig schoon.
X
Controleer of het draagstel niet beschadigd is.
X
Controleer of het ophangoog niet beschadigd is.
X
Controleer of de gashendelvergrendeling en de gashendel goed
werken uit veiligheidsoogpunt.
X
Controleer of de stopschakelaar werkt.
X
Controleer of het handvat en het stuur heel zijn en goed vast zitten.
X
Controleer of de snijuitrusting niet roteert bij stationair draaien.
X
Maak het luchtfilter schoon. Vervang het indien nodig.
X
Controleer of de beschermkap niet beschadigd is en geen barsten
vertoont. Vervang de beschermkap als ze gebarsten is of slagen te
verduren gehad heeft.
X
Controleer of het blad goed gecentreerd is, scherp is en geen barsten
vertoont. Een slecht gecentreerd blad veroorzaakt trillingen die de
machine kunnen beschadigen.
X
Controleer of de trimmerkop onbeschadigd is en geen barsten
vertoont. Vervang de trimmerkop indien nodig.
X
Controleer of de borgmoer van de snij-uitrusting goed is vastgedraaid.
X
Controleer of de bouten en moeren en vastgedraaid zijn.
X
Controleer of er brandstof lekt uit motor, tank of brandstofleidingen.
X
Controleer of de transportbeschermkap van het blad niet beschadigd
is en of ze goed kan vastgezet worden.
X
Wekelijks
onderhoud
Controleer de starter en het starterkoord.
X
Controleer of de trillingsdempingselementen niet beschadigd zijn.
X
Maak de bougie uitwendig schoon. Verwijder hem en controleer de
afstand tussen de elektroden. Stel de afstand in op 0,5 mm of vervang
de bougie. Zorg ervoor dat de bougie zog. radio-ontstoring heeft.
X
Maak het koelsysteem van de machine schoon.
X
Maak het vonkenopvangnet van de geluiddemper schoon of vervang
het (geldt alleen bij geluiddempers zonder katalysator).
X
Maak de buitenkant van de carburateur en de directe omgeving van de
carburateur schoon.
X
Controleer of de haakse overbrenging voor 3/4 gevuld is met
smeermiddel. Vul indien nodig bij met speciaal vet.
X
Maandelijks
onderhoud
Controleer of het brandstoffilter niet is verontreinigd en of de
brandstofleiding geen barsten of andere defecten vertoont. Vervang
indien dit noodzakelijk is.
X
Controleer alle kabels en aansluitingen.
X
Controleer de koppeling, de koppelingsveren en koppelingstrommel op
slijtage. Laat indien nodig bij een erkende servicewerkplaats
vervangen.
X
Vervang de bougie. Zorg ervoor dat de bougie zog. radio-ontstoring
heeft.
X
Controleer het vonkenopvangnet van de geluiddemper en maak het
eventueel schoon (geldt alleen bij geluiddempers met katalysator).
X
98 – Dutch
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens
Technische gegevens
323RII
327Rx
327RDx
Cilinderinhoud, cm3
24,5
24,5
24,5
Cilinderdiameter, mm
34
34
34
Slaglengte, mm
27
27
27
Stationair toerental, t/min
2700
2700
2700
Aanbevolen max. overtoeren, t/min
11000-11700
11000-11700
11000-11700
Toerental van uitgaan as, tpm
9300
9300
9300
Motor
Max. motorvermogen volgens ISO 8893, kW/ omw./min. 0,9/8400
0,9/8400
0,9/8400
Geluiddemper met katalysator
Ja
Ja
Ja
Een toerentalgeregeld ontstekingssysteem
Ja
Ja
Ja
Producent/ontstekingssysteemtype
Walbro MB
Walbro MB
Walbro MB
Bougie
Champion RCJ 6Y Champion RCJ 6Y Champion RCJ 6Y
Elektrodenafstand, mm
0,5
Ontstekingssysteem
0,5
0,5
Brandstof-/smeersysteem
Producent/carburateurtype
Zama C1Q
Zama C1Q
Zama C1Q
Inhoud benzinetank, liter
0,5
0,5
0,5
5,1
5,4
5,6
Geluidsvermogen, gemeten dB(A)
109
109
109
Geluidsvermogen, gegarandeerd LWA dB(A)
110
110
110
92/94
94/96
94/96
Gewicht
Gewicht, zonder brandstof, snijuitrusting en
beschermkap, kg
Lawaai-emissie
(zie opm. 1)
Geluidsniveaus
(zie opm. 2)
Equivalent geluidsdrukniveau bij het oor van de
gebruiker, gemeten volgens EN ISO 22868, dB(A),
min/max:
Trillingsniveaus
Trillingsniveaus in handvat, gemeten volgens
EN ISO 22867, m/s2
Bij stationair toerental, linker/rechter handvat, min:
2,1/2,0
1,7/1,9
1,7/1,9
Bij stationair toerental, linker/rechter handvat, max:
2,7/2,8
2,0/2,1
2,0/2,1
Bij vollast toerental, linker/rechter handvat, min:
3,2/2,8
2,4/1,8
2,4/1,8
Bij vollast toerental, linker/rechter handvat, max:
4,8/4,4
4,5/4,4
4,5/4,4
Opm.1: Emissie van geluid naar de omgeving gemeten als geluidsvermogen (LWA) volgens EG-richtlijn 2000/14/EG.
Opm. 2: Equivalent geluidsdrukniveau wordt berekend als de tijdsgewogen energiesom van de geluidsdrukniveaus in
verschillende werkomstandigheden, met de volgende tijdsindeling: 1/2 nullast en 1/2 maximum snelheid.
NB! De geluidsdruk bij het oor van de gebruiker en trilling van de hendels zijn gemeten terwijl alle goedgekeurde
snijuitrusting voor de machine was aangebracht. De tabel geeft de hoogste en laagste waarden aan.
Dutch – 99
TECHNISCHE GEGEVENS
Goedgekeurde accessoires
Type
Beschermkap voor de
snijuitrusting, Artikelnr.
Grass 255-4 1" (Ø 255 4-punts)
503 93 42-02
Centrumopening in bladen/messen
Ø 25,4 mm
Schroefdraad bladas M10
Grasmaaiblad/grasmes
Grass 255-8 1" (Ø 250 8-punts)
503 93 42-02
Zaagblad
Scarlet 200-22 1" (Ø 200 22-punts)
537 02 21-01
Kunststof messen
Tricut Ø 300 mm
503 93 42-02 / 503 97 71-01
T25
503 93 42-02 / 503 97 71-01
S35
503 93 42-02 / 503 97 71-01
Trimmerkop
Steunkop
T35, T35x
503 93 42-02 / 503 97 71-01
Vast
-
EG-verklaring van overeenstemming (Alleen geldig voor Europa)
Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, telefoon: +46-36-146500, verklaart hierbij dat de Husqvarna
motorzeisen 323RII, 327RX en 327RDX met een serienummer uit 2008 en verder (het jaar met daaropvolgend het
serienummer wordt duidelijk aangegeven op het productplaatje), in overeenstemming zijn met de voorschriften in de
RICHTLIJN VAN DE RAAD:
- van 22 juni 1998 ”betreffende machines” 98/37/EG, bijlage IIA.
- van 15 december 2004 ”betreffende elektromagnetische compatibiliteit” 2004/108/EEC.
- van 8 mei 2000 ”betreffende geluidsemissie door materieel voor gebruik buitenshuis” 2000/14/EG. Beoordeling van
de overeenstemming uitgevoerd volgens Bijlage V. Voor informatie betreffende lawaaiemissies, zie hoofdstuk
Technische gegevens.
De volgende normen zijn van toepassing: EN ISO 12100-2, CISPR 12:2005, EN ISO 11806
SMP Svensk Maskinprovning AB, Fyrisborgsgatan 3, SE-754 50 Uppsala, Zweden, heeft voor Husqvarna AB een
vrijwillige typekeuring uitgevoerd. De certificaten hebben nummer: SEC/08/1228, 01/164/064 - 327RX/RDX, SEC/08/
1229, 01/164/064 - 323RII
Huskvarna, 13 februari 2008
Michael Kullberg, Business manager
100 – Dutch
S35
2
3
2,4-2,7 mm
.095-.106"
1
8,5 m
28'
10 cm
4"
4,2 m
14'
4
5
6
7
8
"Clic"
10
11
15 cm
6"
S35
3
2
2,4-2,7 mm
.095-.106"
1
4,25 m
4,25 m
14'
14'
4
5
15 cm
6"
A
B
15 cm
6"
T35, T35x
2
3
2,4-2,7 mm
.095-.106"
1
8,5 m
28'
10 cm
4"
4,3 m
14'
4
5
6
7
8
"Clic"
15 cm
6"
9
T25
2
3
2,0-2,4 mm
.079-.095"
1
6,0 m
18'
10 cm
4"
3,05 m
9'
4
5
6
7
8
"Clic"
15 cm
6"
9
1150989-20
´®z+R§|¶02¨
´®z+R§|¶02¨
2009-04-10