SyncThru™ Web Service | 210
- General: U kunt de algemene apparaatinformatie instellen die u gebruikt voor het netwerk
en het instellen van Ethernetinstellingen. Deze functie is ook beschikbaar vanaf het apparaat
(zie "Ethernet" op pagina 147).
- TCP/IPv4, TCP/IPv6, Raw TCP/IP, LPR, IPP,Telnet, WSD, SLP, UPNP, mDNS, CIFS, SNMP,
SNMPv1/v2, SNMPv3: U kunt protocolinstellingen instellen. Deze functie is ook toegankelijk
op het apparaat.
- Outgoing Mail Server (SMTP): U kunt de serverinstellingen voor uitgaande e-mailberichten
instellen. Als deze instelling niet is geconfigureerd, kunt u de functie scannen naar e-mail
niet gebruiken. Uitgaande e-mailberichten worden verzonden via de SMTP-server die u hier
instelt. Deze functie is ook beschikbaar vanaf het apparaat (zie "Netwerkprotocol" op pagina
202).
- Incoming Mail Server (POP3): U kunt uw apparaat zo instellen, dat e-mails worden
ontvangen van de mailservice wanneer met I-FAX moet worden afgedrukt. Deze functie is
ook beschikbaar vanaf het apparaat (zie "Netwerkprotocol" op pagina 202).
- HTTP: U kunt de toegang van gebruikers tot SyncThru™ Web Service toestaan of blokkeren.
Deze functie is ook beschikbaar vanaf het apparaat (zie "Netwerkprotocol" op pagina 202).
- Proxy: U kunt proxy-instellingen opgeven en verificatie instellen om een verbinding te
maken met de licentieserver via http proxyserver. Deze proxy-instellingen worden op dit
ogenblik enkel geleverd als de beheerder de licentie van een XOA-toepassing online wil
bijwerken via de proxyserver.
Het tabblad Security
Het tabblad Beveiliging omvat de secties System Security, Network Security, User Access
Control en System Log. Als u niet als beheerder bent aangemeld, hebt u geen toegang tot dit
tabblad (zie "Aanmelden bij SyncThru™ Web Service" op pagina 207).
• System Security: Selecteer in SyncThru™ Web Service het tabblad Security > System Security.
- System Administrator: Voer de gegevens van de systeembeheerder in. Het apparaat
verzendt een e-mailmelding naar het hier ingestelde e-mailadres. Deze functie is ook
beschikbaar vanaf het apparaat.
- Feature Management: Specificeert de services, veiligheid van pc-toepassingen, fysieke
poorten en te gebruiken eigenschappen van het netwerkprotocol. Selecteer de
eigenschappen die u wilt gebruiken en klik op Apply.
- Information Hiding: Specificeert welke informatie moet worden verborgen. Selecteer de
hoeveelheid gegevens die u wilt verbergen en klik daarna op Apply.
- Restart Device: U kunt uw apparaat opnieuw opstarten. Klik op de knop Restart Now om
opnieuw op te starten.
• Network Security: Selecteer in SyncThru™ Web Service het tabblad Security > Network
Security.
- Digital Certificate: U kunt digitale certificaten beheren. Een digitaal certificaat is een
elektronisch certificaat dat de veilige verbinding tussen communicatieknooppunten
controleert. U moet voor SSL-communicatie een certificaat toevoegen.
- Secure Connection: U kunt de beveiligde verbinding in- of uitschakelen om een meer
geavanceerd beveiligd netwerkkanaal te gebruiken. Voor een beveiligde communicatie
wordt het gebruik van de functie Secure Connection aangeraden.
- SNMPv3: U kunt SNMPv3 instellen.
- IP Security: U kunt de IP-beveiligingsinstellingen instellen.
- 802.1x(Ethernet): U kunt de 802.1x beveiliging in-/uitschakelen en ook de filterregels
beheren.