Electrolux KESC5300L Handleiding

Type
Handleiding
KESC5300L
NL Afwasautomaat Gebruiksaanwijzing
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................... 2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................... 4
3. PRODUCTBESCHRIJVING............................................................................... 6
4. BEDIENINGSPANEEL....................................................................................... 7
5. PROGRAMMAKEUZE........................................................................................8
6. BASISINSTELLINGEN .................................................................................... 11
7. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT.........15
8. DAGELIJKS GEBRUIK.....................................................................................16
9. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................18
10. ONDERHOUD EN REINIGING...................................................................... 20
11. PROBLEEMOPLOSSING...............................................................................23
12. TECHNISCHE INFORMATIE......................................................................... 27
WIJ DENKEN AAN JOU
Bedankt voor je aankoop van een Electrolux-apparaat. Je hebt voor een product
gekozen dat decennia aan professionele ervaring en innovatie met zich
meebrengt. Ingenieus en stijlvol en ontworpen met jou in het achterhoofd. Dus
wanneer je het gebruikt, kan je erop rekenen dat je telkens weer geweldige
resultaten krijgt.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en
reparatie-informatie:
www.electrolux.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je
apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de
volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer.
De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
www.electrolux.com2
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze
voortdurend onder toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit
de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke
en soortgelijke toepassingen, zoals:
boerderijen; personeelskeukens in winkels,
kantoren of andere werkomgevingen;
door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en
andere woonomgevingen.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen
tussen 0.5 (0.05) / 8 (0.8) bar (MPa)
NEDERLANDS 3
Volg het maximale aantal 12 plaatsen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
Leg het bestek in de besteklade met de scherpe
randen naar beneden of leg ze horizontaal in de
besteklade met de scherpe randen naar beneden.
Laat om ongelukken te voorkomen het apparaat niet
onbeheerd achter met open deur.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om
het apparaat te reinigen.
Als het apparaat is voorzien van ventilatieopeningen
in de basis, mogen deze niet worden afgedekt met
bijv. een vloerkleed.
Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen
niet opnieuw worden gebruikt.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Gebruik het apparaat niet voordat u
het in de ingebouwde structuur
installeert omwille van
veiligheidsredenen.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Installeer of gebruik het apparaat niet
op een plek waar de temperatuur
onder de 0 °C komt.
Installeer het apparaat op een veilige
en geschikte plaats die aan alle
installatie-eisen voldoet.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
www.electrolux.com4
Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het
netsnoer niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Dit apparaat is voorzien van een 13 A
stekker. Als de zekering van de
stekker vervangen moet worden,
moet een ASTA (BS 1362)-zekering
van 13-ampère worden gebruikt
(uitsluitend VK en Ierland).
2.3 Aansluiting aan de
waterleiding
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt,
er reparaties hebben plaatsgevonden
of er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet u, voordat
de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen
tot het schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
De watertoevoerslang heeft een
veiligheidsventiel en een omhulsel
met een hoofdkabel aan de
binnenkant.
WAARSCHUWING!
Gevaarlijke spanning.
Als de watertoevoerslang beschadigd
is, sluit dan onmiddellijk de
waterkraan en haal de stekker uit het
stopcontact. Neem contact op met de
service-afdeling om de
watertoevoerslang te vervangen.
2.4 Gebruik
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
Vaatwasmiddel is gevaarlijk. Volg de
veiligheidsinstructies op de
verpakking van het wasmiddel op.
Speel niet met het water van het
apparaat en drink het niet op.
Verwijder de borden pas uit het
apparaat als het programma is
voltooid. Er kan wat wasmiddel op de
vaat achterblijven.
Bewaar geen voorwerpen en oefen
geen druk uit op de open deur van het
apparaat.
Het apparaat kan hete stoom laten
ontsnappen als u de deur opent terwijl
er een programma wordt uitgevoerd.
2.5 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat
zelfreparatie of niet-professionele
reparatie gevolgen kan hebben voor
de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 7 jaar nadat
het model is stopgezet: motor,
circulatie- en afvoerpomp,
verwarmingstoestellen en
verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en
aanverwante apparatuur, waaronder
slangen, kleppen, filters en
aquastops, structurele en interne
onderdelen met betrekking tot
deurconstructies, printplaten,
elektronische displays,
drukschakelaars, thermostaten en
sensoren, software en firmware,
inclusief resetsoftware. Houd er
rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar
zijn voor professionele reparateurs en
NEDERLANDS 5
dat niet alle reserveonderdelen
relevant zijn voor alle modellen.
De volgende reserveonderdelen
zullen beschikbaar zijn gedurende 10
jaar nadat het model is stopgezet:
deurscharnieren en -afdichtingen,
andere afdichtingen, spuitarmen,
afvoerfilters, binnenrekken en plastic
randapparatuur zoals manden en
deksels.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deurgreep om te
voorkomen dat kinderen en
huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
3. PRODUCTBESCHRIJVING
4
3
56
8
7
11
1
2
10 9
1
Bovenste sproeiarm
2
Onderste sproeiarm
3
Filters
4
Typeplaatje
5
Zoutreservoir
6
Ventilatie
7
Glansmiddeldoseerbakje
8
Vaatwasmiddeldoseerbakje
9
Bestekkorf
10
Onderkorf
11
Bovenkorf
www.electrolux.com6
4. BEDIENINGSPANEEL
1 2 3
4 5 6
1
Aan/uit-knop
2
Delay Start toets
3
Display
4
MY TIME keuzebalk
5
EXTRAS toetsen
6
AUTO Sense toets
4.1 Scherm
A
CB B
A. ECOMETER
B. Indicatielampjes
C. Weergave tijd
4.2 ECOMETER
De ECOMETER geeft aan hoe de
programmakeuze het stroom- en
waterverbruik beïnvloedt. Hoe meer
balken er aanstaan, hoe lager het
verbruik is.
geeft de milieuvriendelijkste
programmakeuze aan voor een normaal
bevuilde lading.
4.3 Indicatielampjes
Indicatie‐
lampje
Beschrijving
Glansmiddelindicatielampje. Dit is aan als het glansmiddeldoseerbak‐
je bijgevuld dient te worden. Raadpleeg "Voor eerste ingebruikna‐
me".
Zoutindicatielampje. Dit is aan als het zoutreservoir bijgevuld dient te
worden. Raadpleeg "Voor eerste ingebruikname".
Machine Care -indicatielampje. Dit is aan als het apparaat interne rei‐
niging nodig heeft met het programmaMachine Care. Raadpleeg "On‐
derhoud en reiniging".
Droogfase-indicatielampje. Dit is aan als een programma met droog‐
fase is gekozen. Het gaat knipperen wanneer de droogfase loopt.
Raadpleeg "Programmaselectie".
NEDERLANDS 7
5. PROGRAMMAKEUZE
5.1 MY TIME
Met gebruik van de keuzebalk MY TIME
kunt u een geschikte wascyclus kiezen
gebaseerd op programmaduur, tussen
de 30 minuten en vier uur.
CA B D E
A. Quick is het kortste programma
(30min) geschikt voor het wassen
van een lading met niet-
aangekoekt en weinig vuil.
Voorspoelen (15min) is een
programma voor het afspoelen
van voedselresten van de vaat.
Het voorkomt geurvorming in het
apparaat. U hoeft voor dit
programma geen afwasmiddel te
gebruiken.
B. 1h is een programma dat geschikt is
voor het wassen van een lading met
niet-aangekoekt of weinig
aangekoekt vuil.
C. 1h 30min is een programma dat
geschikt is voor het wassen en
drogen van zwaarbevuilde vaat.
D. 2h 40min is een programma dat
geschikt is voor het wassen en
drogen van zwaarbevuilde vaat.
E. ECO is het langste programma (4h)
en biedt het meest efficiënte water-
en energieverbruik voor normaal
vervuild serviesgoed en bestek. Dit is
het standaard programma voor
testinstituten.
1)
5.2 EXTRAS
U kunt de programmakeuze aanpassen
aan uw behoefte door EXTRAS te
activeren.
ExtraPower
ExtraPower verbetert de
wasresultaten van het geselecteerde
programma. De optie verhoogt de
wastemperatuur en verlengt de duur.
GlassCare
GlassCare geeft speciale verzorging
aan een fijne lading. De optie voorkomt
snelle wijzigingen in de wastemperatuur
van het gekozen programma en verlaagt
het naar 45 °C. Dit behoedt in het
bijzonder glaswerk tegen beschadiging.
5.3 AUTO Sense
Het programma AUTO Sense past de
wascyclus automatisch aan aan de type
lading.
Het apparaat detecteert de vuilgraad en
de hoeveelheid serviesgoed in de
korven. De temperatuur, de hoeveelheid
water en de programmaduur worden
aangepast.
1)
Dit programma wordt gebruikt om de naleving van Verordening (EU) 2019/2022 van de
Commissie inzake ecologisch ontwerp te beoordelen.
www.electrolux.com8
5.4 Programmaoverzicht
Program‐
ma
Type lading Mate van
vervuiling
Programmafasen EXTRAS
Quick Vaatwerk
Bestek
Fris Wassen 50 °C
Tussentijdse
spoelgang
Laatste spoeling
45 °C
AirDry
ExtraPower
GlassCare
Voorspoe‐
len
Alle soor‐
ten vaat
Alle vuil‐
graden
Voorspoelen EXTRAS zijn niet
van toepassing op
dit programma.
1h Vaatwerk
Bestek
Fris
Licht aan‐
gekoekt
Wassen 60 °C
Tussentijdse
spoeling
Laatste spoeling
50 °C
AirDry
ExtraPower
GlassCare
1h 30min Vaatwerk
Bestek
Potten
Pannen
Normaal
Licht aan‐
gekoekt
Wassen 60 °C
Tussentijdse
spoeling
Laatste spoeling
55 °C
Drogen
AirDry
ExtraPower
GlassCare
2h 40min Vaatwerk
Bestek
Potten
Pannen
Normaal
tot zwaar
aange‐
koekt
Voorspoelen
Wassen 60 °C
Tussentijdse
spoeling
Laatste spoeling
60 °C
Drogen
AirDry
ExtraPower
GlassCare
ECO Vaatwerk
Bestek
Potten
Pannen
Normaal
Licht aan‐
gekoekt
Voorspoelen
Wassen 50 °C
Tussentijdse
spoeling
Laatste spoeling
55 °C
Drogen
AirDry
ExtraPower
GlassCare
NEDERLANDS 9
Program‐
ma
Type lading Mate van
vervuiling
Programmafasen EXTRAS
AUTO
Sense
Vaatwerk
Bestek
Potten
Pannen
Het program‐
ma past zich
aan aan de
vuilgraad.
Voorspoelen
Wassen 50 -
60 °C
Tussentijdse
spoeling
Laatste spoeling
60 °C
Drogen
AirDry
EXTRAS zijn niet
van toepassing op
dit programma.
Machine
Care
Geen la‐
ding
Het program‐
ma reinigt de
binnenkant
van het appa‐
raat.
Wassen 70 °C
Tussentijdse
spoeling
Laatste spoelgang
AirDry
EXTRAS zijn niet
van toepassing op
dit programma.
Verbruikswaarden
Programma
1)
Water (l) Energie (kWh) Duur (min.)
Quick 9.3 - 11.3 0.56 - 0.68 30
Voorspoelen 4.3 - 5.3 0.01 15
1h 9.5 - 11.6 0.76 - 0.92 60
1h 30min 9.4 - 11.4 0.89 - 1.09 90
2h 40min 9.6 - 11.8 0.92 - 1.12 160
ECO 9.9
0.807
2)
/0.823
3)
240
AUTO Sense 7.8 - 11.9 0.57 - 1.13 120 - 170
Machine Care 8.2 - 10.0 0.53 - 0.65 60
1)
De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties en de
hoeveelheid vaat kan de verbruikswaarden veranderen.
2)
Conform verordening 1016/2010
3)
Conform verordening 2019/2022
Aanwijzingen voor testinstituten
Om de nodige informatie te ontvangen
over het uitvoeren van prestatietesten
(bijv. volgens EN60436) stuurt u een e-
mail naar:
Vermeld in uw verzoek de
productnummercode (PNC) dat u op het
typeplaatje aantreft.
Raadpleeg voor andere vragen
betreffende uw vaatwasmachine het
serviceboekje dat met uw apparaat is
meegeleverd.
www.electrolux.com10
6. BASISINSTELLINGEN
U kunt het apparaat configureren door de
basisinstellingen naar uw behoefte te
wijzigen.
Aantal Instellingen Waarden
Omschrijving
1)
1 Waterhardheid Van niveau 1L
tot niveau 10L
(standaard: 5L)
Aanpassen van het niveau van de water‐
verzachter afgestemd op de hardheid
van het water in uw omgeving.
2 Niveau glans‐
poelsmiddel
Van niveau 0A
tot niveau 6A
(standaard:
4A)
Aanpassen van het niveau glansspoel‐
middel volgens de benodigde dosering.
3 Eindsignaal On
Off (standaard)
Het geluidssignaal aan het eind van een
programma in- of uitschakelen.
4 Automatische
deur opening
On (standaard)
Off
Activeer of deactiveer de AirDry.
5 Toetstonen On (standaard)
Off
Activeren of deactiveren van het geluid
van de knoppen als u ze indrukt.
6 Laatste pro‐
grammakeuze
On
Off (standaard)
In- of uitschakelen van de automatische
keuze van het laatst gebruikte program‐
ma en de opties.
1)
Raadpleeg de informatie in dit hoofdstuk voor meer details.
U kunt de basisinstelling in de
instellingsmodus wijzigen.
Als het apparaat in de instellingenstand
staat, vertegenwoordigen de balken van
de ECOMETER de beschikbare
instellingen. Voor iedere instelling
knippert een aangewezen balk van de
ECOMETER.
De volgorde van de basisinstellingen die
in de tabel worden weergegeven, is
dezelfde volgorde van de instellingen op
de ECOMETER:
1 2 3 4 5 6
6.1 De waterontharder
De waterontharder verwijdert mineralen
van de watertoevoer die een nadelige
invloed hebben op de wasresultaten en
het apparaat.
Hoe hoger het gehalte van deze
mineralen, des te harder is het water. De
waterhardheid wordt gemeten in de
volgende gelijkwaardige schalen.
De waterontharder moet worden
afgesteld op de hardheid van het water
in uw woonplaats. Uw waterleidingbedrijf
kan u informeren over de hardheid van
het water in uw woonplaats. Het is
belangrijk om het correcte niveau voor
de waterontharder in te stellen voor
goede wasresultaten.
NEDERLANDS 11
Waterhardheid
Duitse hard‐
heid (°dH)
Franse hard‐
heid (°fH)
mmol/l Clarke-
hardheid
Wateronthard‐
ingsniveau
47 - 50 84 - 90 8,4 - 9,0 58 - 63 10
43 - 46 76 - 83 7,6 - 8,3 53 - 57 9
37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 8
29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 7
23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 6
19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27
5
1)
15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 4
11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 3
4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 2
<4 <7 <0,7 < 5
1
2)
1)
Fabrieksinstelling.
2)
Gebruik geen zout op dit niveau.
Stel ongeacht het gebruikte soort
wasmiddel het juiste
waterhardheidniveau in om de
bijvulindicator voor zout geactiveerd
te houden.
Multivaatwastabletten die
zout bevatten zijn niet
effectief genoeg als
waterontharder.
Regeneratieproces
Voor de juiste werking van de
waterontharder moet de hars van de
ontharder regelmatig worden
geregenereerd. Dit proces is automatisch
en maakt deel uit van de normale
vaatwasmachinewerking.
Wanneer de voorgeschreven
hoeveelheid water (zie waarden in de
tabel) is gebruikt sinds het vorige
regeneratieproces, wordt een nieuw
regeneratieproces gestart tussen de
laatste spoeling en het einde van het
programma.
Wateronthard‐
ingsniveau
Hoeveelheid wa‐
ter (l)
1 250
Wateronthard‐
ingsniveau
Hoeveelheid wa‐
ter (l)
2 100
3 62
4 47
5 25
6 17
7 10
8 5
9 3
10 3
In het geval van de hoge
wateronthardersinstelling kan dit ook in
het midden van het programma
gebeuren, vóór het spoelen (tweemaal
tijdens een programma). De start van de
regeneratie heeft geen invloed op de
cyclusduur, tenzij deze plaatsvindt in het
midden van een programma of aan het
einde van een programma met een korte
droogfase. In dat geval verlengt de
regeneratie de totale duur van een
programma met nog eens 5 minuten.
www.electrolux.com12
Vervolgens kan het spoelen van de
waterontharder wat 5 minuten duurt,
beginnen in dezelfde cyclus of aan het
begin van het volgende programma.
Deze activiteit verhoogt het totale
waterverbruik van een programma met 4
liter en het totale energieverbruik van
een programma met 2 Wh. Het spoelen
van de waterontharder eindigt met een
volledige afvoer.
Elke uitgevoerde waterontharderspoeling
(mogelijk meer dan één in dezelfde
cyclus) kan de programmaduur met nog
eens 5 minuten verlengen wanneer deze
op enig moment aan het begin of in het
midden van een programma plaatsvindt.
Alle in deze paragraaf
genoemde verbruikswaarden
worden bepaald volgens de
huidige geldende norm in
laboratoriumomstandigheden
met waterhardheid 2,5
mmol/l volgens de
verordening 2019/2022
(waterontharder: niveau 3).
De druk en de temperatuur
van het water en de variaties
van de netvoeding kunnen
de waarden veranderen.
6.2 Het
glansspoelmiddelniveau
Met glansspoelmiddel wordt het
serviesgoed zonder vlekken of strepen
gedroogd. Het wordt automatisch
vrijgegeven tijdens de warme spoelfase.
Het is mogelijk om de vrijgegeven
hoeveelheid glansspoelmiddel in te
stellen.
Als het glansspoelmiddelreservoir leeg
is, gaat de glansspoelmiddelindicator
branden om aan te geven dat u
glansspoelmiddel moet bijvullen. Als u
tevreden bent met de droogresultaten bij
het gebruik van alleen multitabletten,
kunt u de aanduiding van het
doseerbakje en het lampje deactiveren.
Gebruik echter voor de beste
droogprestaties altijd glansspoelmiddel
en houdt het lampje van het
glansspoelmiddel actief.
Om het glansspoelmiddeldoseerbakje en
-lampje te deactiveren, stelt u het niveau
van glansspoelmiddel in op 0A.
6.3 Eindsignaal
U kunt een geluidssignaal activeren dat
klinkt bij het beëindigen van het
programma.
Er klinken ook
geluidssignalen als er zich in
het apparaat een storing
voordoet. Het is niet mogelijk
deze geluidssignalen uit te
schakelen.
6.4 AirDry
AirDry verbetert de droogresultaten.
Tijdens de droogfase opent de deur van
het apparaat automatisch en blijft op een
kier staan.
AirDry wordt bij alle programma's
behalve Voorspoelen automatisch
geactiveerd.
LET OP!
Probeer de deur van het
apparaat niet binnen 2
minuten na automatisch
openen te sluiten. Dit kan
het apparaat beschadigen.
LET OP!
Als kinderen toegang tot het
apparaat hebben, adviseren
we AirDry te deactiveren.
Het automatisch openen van
de deur kan een gevaar
vormen.
NEDERLANDS 13
6.5 Geluiden
De knoppen op het bedieningspaneel
maken een klikgeluid als u ze indrukt. U
kunt dit geluid uitschakelen.
6.6 Laatste programmakeuze
U kunt de automatische keuze van het
laatst gebruikte programma en de opties
instellen.
Het laatste programma dat werd voltooid
voordat het apparaat uitging, wordt
opgeslagen. Het wordt automatisch
gekozen nadat u het apparaat activeert.
Als de laatste programmakeuze wordt
uitgeschakeld, wordt het standaard
programma ECO.
6.7 Instellingsmodus
Navigeren in de
instellingenmodus
U kunt met gebruik van de keuzebalk
MY TIME in de instellingenmodus
navigeren.
BA C
A. Vorige toets
B. OK toets
C. Volgende toets
Gebruik Vorige en Volgende om te
schakelen tussen de basisinstellingen en
om hun waarde te wijzigen.
Gebruik OK om in de gekozen instelling
te gaan en de gewijzigde waarde te
bevestigen.
Instellingenmodus ingaan
U kunt de instellingenmodus ingaan
voordat een programma start. U kunt de
instelllingenmodus niet ingaan als er een
programma draait.
Om de de instellingenmodus in te gaan,
drukt u tegelijkertijd op en
en houdt u deze ongeveer 3 seconden
vast.
De lampjes van de Vorige, OK en
Volgende zijn aan.
Een instelling wijzigen
Zorg dat het apparaat in de
instellingsmodus staat.
1. Gebruik Vorige of Volgende om de
balk van de ECOMETER die bij de
gewenste instelling hoort te kiezen.
De balk van de ECOMETER die
bij de gekozen instelling hoort,
knippert.
Het display toont de huidige
instelling.
2. Druk op OK om de instelling te
bevestigen.
De balk van de ECOMETER die
bij de gekozen instelling hoort,
gaat branden. De andere balken
zijn uit.
De huidige instelling knippert.
3. Druk op Vorige of Volgende om de
instelling te veranderen.
4. Druk op OK om de instelling te
bevestigen.
De nieuwe instelling is
opgeslagen.
Het apparaat keert terug naar de
basisinstellingenlijst.
5. Druk tegelijkertijd op
en
en houd ze ongeveer 3
seconden ingedrukt om de
instellingsmodus te verlaten.
Het apparaat keert terug naar de
programmakeuze.
Opgeslagen instellingen blijven geldig
totdat u ze opnieuw wijzigt.
www.electrolux.com14
7. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
1. Controleer of het ingestelde stand
van de waterontharder juist is voor
de waterhardheid in uw omgeving.
Indien niet, stel dan de stand van
de waterontharder juist in.
2. Vul het zoutreservoir.
3. Vul het
glansspoelmiddeldoseerbakje.
4. Draai de waterkraan open.
5. Start het programma Quick om
eventuele resten uit het
fabricageproces te verwijderen.
Gebruik geen afwasmiddel en plaats
geen vaat in de korven.
Na het starten van het programma laadt
het apparaat de hars in de
waterverzachter maximaal 5 minuten op.
De wasfase start pas nadat deze
procedure voltooid is. De procedure
wordt regelmatig herhaald.
7.1 Het zoutreservoir
LET OP!
Gebruik uitsluitend grof zout
dat voor vaatwassers is
gemaakt. Fijn zout verhoogt
het risico op corrosie.
Het zout wordt gebruikt om de hars in de
waterontharder te herladen en voor
goede wasresultaten voor dagelijks
gebruik.
Het zoutreservoir vullen
1. Draai de dop linksom om het
zoutreservoir te openen.
2. Doe 1 liter water in het zoutreservoir
(alleen de eerste keer).
3. Vul het zoutreservoir met
vaatwasserzout (totdat het vol is).
4. Schud de trechter voorzichtig bij het
handvat om de laatste korrels erin te
krijgen.
5. Verwijder het zout rond de opening
van het zoutreservoir.
6. Draai de dop van het zoutreservoir
rechtsom om het zoutreservoir te
sluiten.
LET OP!
Water en zout kunnen uit het
zoutreservoir stromen als u
het bijvult. Start na het
bijvullen van het
zoutreservoir onmiddellijk
het korste programma om
corrosie te voorkomen. Doe
geen vaat in het manden.
NEDERLANDS 15
7.2 Het vullen van het
glansmiddeldoseerbakje
A
B
C
LET OP!
Gebruik alleen
glansspoelmiddel voor
vaatwassers.
1. Open het deksel (C).
2. Vul het glansmiddeldoseerbakje (B)
niet verder dan de aanduiding
''MAX''.
3. Verwijder gemorst glansmiddel met
een absorberend doekje om te
voorkomen dat er te veel schuim
ontstaat.
4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat de
deksel op zijn plaats dicht klikt.
Vul het
glansmiddeldoseerbakje bij
wanneer de indicatie (A)
helder wordt.
8. DAGELIJKS GEBRUIK
1. Draai de waterkraan open.
2. Houd ingedrukt totdat het
apparaat wordt geactiveerd.
3. Vul het zoutreservoir bij als het leeg
is.
4. Vul het glansspoelmiddelreservoir bij
als het leeg is.
5. Ruim de korven in.
6. Voeg vaatwasmiddel toe.
7. Een programma selecteren en
starten
8. Sluit de waterkraan als het
programma voltooid is.
8.1 Vaatwasmiddel gebruiken
A
B
C
LET OP!
Gebruik uitsluitend
vaatwasmiddelen die
specifiek zijn bedoeld voor
gebruik in vaatwassers
1. Druk op de ontgrendelknop (A) om
de deksel te openen (C).
2. Doe de vaatwastablet of het poeder
in het doseerbakje (B).
3. Plaats een kleine hoeveelheid van
het vaatwasmiddel in de binnenkant
van de deur van het apparaat als het
programma een voorwasfase heeft.
4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat de
deksel op zijn plaats dichtklikt.
8.2 Hoe een programma te
selecteren en starten met
gebruik van de keuzebalk
MY TIME
1. Schuif met uw vinger over de
keuzebalk MY TIME om een geschikt
programma te kiezen.
Het lampje van het gekozen
programma gaat aan.
De ECOMETER geeft het niveau
van stroom- en waterverbruik aan.
Op het display wordt de
programmaduur weergegeven.
www.electrolux.com16
2. Activeer van toepassing zijnde
EXTRAS indien gewenst.
3. Sluit de deur van de afwasmachine
om het programma te starten.
8.3 Hoe u het programma kiest
en start Voorspoelen
1. Houd om Voorspoelen te
selecteren 3 seconden
ingedrukt.
Het lampje van de knop gaat aan.
De ECOMETER is uit.
Op het display wordt de
programmaduur weergegeven.
2. Sluit de deur van de afwasmachine
om het programma te starten.
8.4 Activeren EXTRAS
1. Kies een programma met gebruik
van de keuzebalk MY TIME.
2. Druk op de toets van het
desbetreffende programma dat u wilt
activeren.
Het lampje van de knop gaat aan.
Het display geeft de bijgewerkte
programmaduur weer.
De ECOMETER geeft het
bijgewerkte niveau van stroom-
en waterverbruik aan.
Standaard moeten opties
elke keer u een programma
start worden geactiveerd.
Indien de laatste
programmakeuze wordt
ingeschakeld, worden de
opgeslagen opties
automatisch met het
programma geactiveerd.
De opties kunnen niet
worden in- of uitgeschakeld
als een programma eenmaal
in werking is.
Niet alle opties kunnen met
elkaar worden
gecombineerd.
Het activeren van opties kan
het water- en
energieverbruik verhogen en
de programmaduur
verlengen.
8.5 Hoe ga ik te werk om het
programma AUTO Sense te
starten?
1. Druk op .
Het lampje van de knop gaat aan.
Het display geeft de langst
mogelijke programmaduur weer.
MY TIME en EXTRAS zijn
niet van toepassing op dit
programma.
2. Sluit de deur van de afwasmachine
om het programma te starten.
Het apparaat neemt het type lading waar
en past aan naar een geschikte
wascyclus. Tijdens de cyclus werken de
sensoren verschillende keren en de
aanvankelijke programmaduur kan
verminderen.
8.6 De start van een
programma uitstellen
1. Selecteer een programma.
2. Blijf op drukken tot het display de
uitgestelde tijd toont die u wilt
instellen (van 1 tot 24 uur).
Het lampje van de knop gaat aan.
3. Sluit de deur van het apparaat om
het aftellen te starten.
Tijdens het aftellen is het niet mogelijk de
uitsteltijd en de programmakeuze te
wijzigen.
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt
het programma gestart.
8.7 De uitgestelde start
annuleren tijdens het aftellen
Houd ongeveer 3 seconden
ingedrukt.
Het apparaat keert terug naar de
programmakeuze.
Als u de uitgestelde start
annuleert, moet u het
programma opnieuw
instellen.
NEDERLANDS 17
8.8 Het annuleren van een
actief programma
Houd ongeveer 3 seconden
ingedrukt.
Het apparaat keert terug naar de
programmakeuze.
Controleer of er
vaatwasmiddel in het
vaatwasmiddelbakje
aanwezig is voordat u een
nieuw programma start.
8.9 De deur openen als het
apparaat in werking is
Als u de deur opent terwijl een
programma loopt, stopt het apparaat. Dit
kan het energieverbruik en de
programmaduur beïnvloeden. Als u de
deur weer sluit, gaat het apparaat verder
vanaf het moment van onderbreking.
Als de deur tijdens de
droogfase langer dan 30
seconden wordt geopend,
stopt het lopende
programma. Dit gebeurt niet
als de deur wordt geopend
door de functie AirDry.
8.10 De Auto Off-functie
Deze functie bespaart energie door het
apparaat uit te schakelen als het niet in
werking is.
De functie gaat automatisch aan:
Als het programma is voltooid.
Als er na 5 minuten nog geen
programma is gestart.
8.11 Einde van het programma
Nadat het programma is voltooid,
verschijnt 0:00 op het display.
De functie Auto Off schakelt het apparaat
automatisch uit.
Alle knoppen zijn inactief behalve de
aan/uit knop.
9. AANWIJZINGEN EN TIPS
9.1 Algemeen
Volg de onderstaande tips om te zorgen
voor optimale schoonmaak- en
droogresultaten en ook het milieu te
helpen beschermen.
Het afwassen in de vaatwasser
volgens de instructies in de
gebruikershandleiding verbruikt
meestal minder water en energie dan
het afwassen met de hand.
Laad de vaatwasser volledig in om
water en energie te besparen. Voor
de beste reinigingsresultaten plaatst u
items in de korven volgens de
instructies in de
gebruikershandleiding en overbelast u
de korven niet.
Spoel de vaat niet eerst af. Het
verhoogt het water- en
energieverbruik. Kies indien nodig
een programma met voorwasfase.
Verwijder grotere voedselresten van
de borden en lege bekers en glazen
voordat u ze in het apparaat plaatst.
Week kookgerei met stevig
vastgekookt of vastgebakken voedsel
of poets het lichtjes voordat u het in
het apparaat wast.
Zorg ervoor dat de vaat in de manden
elkaar niet raakt of overlapt. Alleen
dan kan het water de vaat volledig
bereiken en wassen.
U kunt apart vaatwasmiddel,
glansmiddel en zout gebruiken of
kiezen voor het gebruik van
multitabletten (bijv. ''alles-in-1''). Volg
de instructies op de verpakking.
Kies een programma op basis van het
type lading en de mate van bevuiling.
ECO biedt het meest efficiënte
gebruik van water en energieverbruik.
Om kalkaanslag in het apparaat te
voorkomen:
www.electrolux.com18
Vul de zoutcontainer indien nodig
bij.
Gebruik de aanbevolen dosering
van het wasmiddel en
spoelglansmiddel.
Controleer of het ingestelde stand
van de waterontharder juist is
voor de waterhardheid in uw
omgeving.
Volg de instructies in het
hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging".
9.2 Gebruik van zout,
glansmiddel en vaatwasmiddel
Gebruik enkel zout, glansmiddel en
vaatwasmiddel voor vaatwassers.
Overige producten kunnen het
apparaat beschadigen.
Maar in gebieden met hard en erg
hard water raden we het gebruik aan
van standaard vaatwasmiddel
(poeder, gel, tabletten zonder extra
middelen), met afzonderlijk
glansmiddel en zout voor optimale
reinigings- en droogresultaten.
Vaatwasmiddeltabletten lossen bij
korte programma's niet geheel op.
Om te voorkomen dat
vaatwasmiddelresten op het servies
achterblijven, raden we u aan om
tabletten enkel bij lange programma's
te gebruiken.
Gebruik altijd de juiste hoeveelheid
wasmiddel. Onvoldoende dosering
van het wasmiddel kan leiden tot
slechte reinigingsresultaten en
hardwaterfilmen of vlekken op de
voorwerpen. Het gebruik van te veel
wasmiddel met zacht of verzacht
water resulteert in wasmiddelresten
op de borden. Pas de hoeveelheid
wasmiddel aan op basis van de
waterhardheid. Zie de instructies van
de vaatwasmiddelfabrikant.
Gebruik altijd de juiste hoeveelheid
spoelglansmiddel. Onvoldoende
dosering van spoelglansmiddel
vermindert de droogresultaten. Het
gebruik van te veel spoelglansmiddel
resulteert in blauwachtige lagen op de
items.
Controleer of het
wateronthardersniveau correct is. Als
het niveau te hoog is, kan de
verhoogde hoeveelheid zout in het
water leiden tot roest op bestek.
9.3 Wat moet u doen als u wilt
stoppen met het gebruik van
multitabletten
Volg de volgende stappen voordat u
begint met het gebruiken van apart
wasmiddel, zout en glansspoelmiddel:
1. Stel het hoogste niveau van de
waterontharder in.
2. Zorg ervoor dat het zout- en het
glansspoelmiddeldoseerbakje gevuld
zijn.
3. Start het Quick-programma. Voeg
geen afwasmiddel toe en plaats vaat
in de korven.
4. Als het programma is voltooid, wijzigt
u de waterontharder in de
waterhardheid van uw omgeving.
5. Stel de hoeveelheid
glansspoelmiddel in.
9.4 Voor het starten van een
programma
Zorg er, voordat u het gekozen
programma start, voor dat:
De filters schoon zijn en correct zijn
geplaatst.
De dop van het zoutreservoir goed
dicht zit.
De sproeiarmen niet zijn verstopt.
Er regenereerzout en glansmiddel is
toegevoegd (tenzij u gecombineerde
afwastabletten gebruikt).
De positie van de items in de mandjes
correct is.
Het programma geschikt is voor het
type lading en de mate van bevuiling.
De juiste hoeveelheid afwasmiddel is
gebruikt.
9.5 De mandjes inruimen
Gebruik altijd de hele ruimte van de
mandjes.
Gebruik het apparaat uitsluitend om
afwasmachinebestendige voorwerpen
af te wassen.
Was in het apparaat geen items
gemaakt van hout, hoorn, aluminium,
tin en koper, omdat ze kunnen
NEDERLANDS 19
barsten, kromtrekken, verkleuren of
putjes kunnen krijgen.
Reinig geen voorwerpen in het
apparaat die water kunnen
absorberen (sponzen,
keukenhanddoeken).
Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes,
glazen en pannen) met de opening
naar beneden.
Zorg er voor dat glazen items elkaar
niet aanraken.
Leg lichte voorwerpen in het
bovenrek. Zorg ervoor dat de
voorwerpen niet kunnen verschuiven.
Doe bestek en kleine items in het
bestekmand.
Beweeg de bovenste korf naar boven
om grote voorwerpen in de onderste
korf te kunnen plaatsen.
Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij
kunnen ronddraaien voordat u een
programma start.
9.6 De rekken uitruimen
1. Laat de borden afkoelen voordat u
deze uit het apparaat neemt. Hete
borden zijn gevoelig voor
beschadigingen.
2. Ruim eerst het onderrek en dan het
bovenrek uit.
Na voltooiing van het
programma kan er zich aan
de binnenkant van het
apparaat nog water
bevinden.
10. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit en
trek de stekker uit het
stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen
verricht (met uitzondering
van het uitvoeren van het
programma Machine Care).
Vuile filters en verstopte
sproeiarmen hebben een
negatief effect op de
wasresultaten. Controleer
deze onderdelen regelmatig
en reinig ze zo nodig.
10.1 Machine Care
Machine Care is een programma dat is
ontworpen om de binnenkant van het
apparaat met optimale resultaten te
reinigen. Het verwijderd kalkaanslag en
vetresten.
Als het apparaat reiniging nodig acht,
gaat het lampje
aan. Start het
programma Machine Care om de
binnenkant van het apparaat te reinigen.
Hoe ga ik te werk om het
programma Machine Care te
starten?
Reinig voordat u het
programma Machine Care
start, de filters en
sproeiarmen.
1. Gebruik een ontkalker of
schoonmaakproduct dat specifiek is
bestemd voor vaatwassers. Volg de
instructies op de verpakking. Doe
geen vaat in het manden.
2. Druk tegelijkertijd op en en
houd ze ongeveer 3 seconden
ingedrukt.
De indicatoren en knipperen.Het
display toont de programmaduur.
3. Sluit de deur van de afwasmachine
om het programma te starten.
Wanneer het programma is voltooid, is
de indicator uit.
10.2 De binnenkant van de
machine reinigen
Reinig het apparaat zorgvuldig,
inclusief de rubberen afdichting van
de deur, met een zachte, vochtige
doek.
www.electrolux.com20
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, scherpe voorwerpen,
sterke chemicaliën, pannensponsjes
of oplosmiddelen.
Gebruik om de prestaties van uw
apparaat te onderhouden minstens
elke twee maanden een
reinigingsproduct dat specifiek is
ontwikkeld voor vaatwassers. Volg de
instructies op de verpakking van de
producten zorgvuldig op.
Start voor optimale
schoonmaakresultaten het
programma Machine Care.
10.3 Verwijderen van vreemde
voorwerpen
Controleer de filters en de opvangbak na
elk gebruik van de vaatwasser. Vreemde
voorwerpen (bijv. stukken glas, plastic,
botten of tandenstokers, enz.)
verminderen de reinigingsprestaties en
kunnen schade aan de afvoerpomp
veroorzaken.
1. Demonteer het filtersysteem volgens
de instructies in dit hoofdstuk.
2. Verwijder alle vreemde voorwerpen
met de hand.
LET OP!
Als u de voorwerpen niet
kunt verwijderen, neem
dan contact op met een
erkend servicecentrum.
3. Monteer de filters opnieuw volgens
de instructies in dit hoofdstuk.
10.4 Buitenkant reinigen
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes of oplosmiddelen.
10.5 De filters reinigen
Het filtersysteem bestaat uit 3 delen.
C
B
A
1. Draai de filter (B) linksom en
verwijder die.
2. Verwijder de filter (C) uit de filter (B).
3. Verwijder de platte filter (A).
4. Was de filters.
NEDERLANDS 21
5. Zorg ervoor dat er geen etensresten
of vuil in of rond de rand van de
opvangbak zitten.
6. Plaats de platte filter (A) terug op zijn
plaats. Zorg ervoor dat het goed
onder de 2 geleidingen zit.
7. Plaats de filters (B) en (C) terug.
8. Plaats de filter (B) terug in de platte
filter (A). Rechtsom draaien tot het
vastzit.
LET OP!
Een onjuiste plaatsing van
de filters kan leiden tot
slechte wasresultaten en het
apparaat beschadigen.
10.6 De onderste sproeiarm
schoonmaken
We raden u aan om de onderste
sproeiarm regelmatig schoon te maken
om te voorkomen dat vuil de gaten
verstopt.
Verstopte gaten kunnen onbevredigende
wasresultaten opleveren.
1. Trek de onderste sproeiarm naar
boven om deze te verwijderen.
2. Reinig de sproeiarm onder stromend
water. Gebruik een smal en puntig
gereedschap, bijv. een tandenstoker,
om de vuildeeltjes uit de gaten te
verwijderen.
3. Duw de sproeiarm naar beneden om
deze weer terug te plaatsen.
www.electrolux.com22
11. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Onjuiste reparatie van het
apparaat kan een gevaar
voor de veiligheid van de
gebruiker vormen. Alle
reparaties moeten worden
uitgevoerd door bevoegd
personeel.
Het merendeel van de problemen die
ontstaan kunnen worden opgelost
zonder contact op te nemen met een
erkend servicecentrum.
Zie de onderstaande tabel voor
informatie over mogelijke problemen.
Bij sommige problemen wordt er op de
display een alarmcode weergegeven.
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
U kunt het apparaat niet
activeren.
Controleer of de netstekker is aangesloten op het
stopcontact.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is
doorgebrand.
Het programma start niet. Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
Als startuitstel is ingesteld, annuleert u deze functie
of wacht u tot het einde van het aftellen.
Het apparaat herlaadt de hars uit de waterontharder.
De duur van de procedure is ongeveer 5 minuten.
Het apparaat wordt niet
gevuld met water.
Het display toont i10 of
i11.
Zorg ervoor dat de waterkraan geopend is.
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te
laag is. Neem voor deze informatie contactpersoon
op met uw plaatselijke waterleidingsbedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
Controleer of het filter in de toevoerslang niet ver‐
stopt is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de water‐
toevoerslang aanwezig zijn.
NEDERLANDS 23
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
Het apparaat pompt geen
water weg.
Op het display verschijnt
i20.
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet ver‐
stopt is.
Controleer of het binnenfiltersysteem niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of
bochten heeft.
Het beschermingssysteem
tegen waterlekkage is in
werking getreden.
Op het display verschijnt
i30.
Draai de waterkraan dicht.
Zorg ervoor dat het apparaat correct geïnstalleerd is.
Zorg ervoor dat de korven zijn geladen volgens de
instructies in de gebruikershandleiding.
Storing van de waterni‐
veaudetectiesensor.
Op het display verschijnt
i41 - i44.
Zorg dat de filters schoon zijn.
Schakel het apparaat uit en aan.
Storing van de waspomp
of de afvoerpomp.
Het display toont i51 - i59
of i5A - i5F.
Schakel het apparaat uit en aan.
De temperatuur van het
water in het apparaat is te
hoog of er is een storing in
de temperatuursensor op‐
getreden.
Het display toont i61 of
i69.
Zorg ervoor dat de temperatuur van het inlaatwater
niet hoger is dan 60° C.
Schakel het apparaat uit en aan.
Technische storing van het
apparaat.
Het display toont iC0 of
iC3.
Schakel het apparaat uit en aan.
Het niveau van het water
in het apparaat is te hoog.
Op het display verschijnt
iF1.
Schakel het apparaat uit en aan.
Zorg dat de filters schoon zijn.
Zorg ervoor dat de uitlaatslang op de juiste hoogte
boven de vloer is geïnstalleerd. Raadpleeg de instal‐
latie-instructies.
Het apparaat stopt en start
meerdere keren tijdens de
werking.
Dat is normaal. Het voorziet in optimale reinigingsre‐
sultaten en energiebesparing.
Het programma duurt te
lang.
Als de optie uitgestelde start is ingesteld, annuleert u
de uitgestelde start of wacht u tot het aftellen voorbij
is.
Het activeren van deze optie kan de duur van het
programma verlengen.
www.electrolux.com24
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
De resterende duur in de
display wordt verlengd en
schakelt bijna naar het
eind van de programma‐
duur.
Dit is geen storing. Het apparaat werkt goed.
Kleine lekkage uit de deur
van het apparaat.
Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de ver‐
stelbare pootjes (indien van toepassing).
De deur van het apparaat is niet gecentreerd op de
kuip. Verstel de achterpoot (indien van toepassing).
De deur van het apparaat
sluit moeilijk.
Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de ver‐
stelbare pootjes (indien van toepassing).
Delen van het serviesgoed steken uit de korven.
Ratelende of kloppende
geluiden vanuit het appa‐
raat.
Het serviesgoed is niet juist in de korven gerang‐
schikt. Raadpleeg de folder voor het laden van de
korven.
Zorg ervoor dat de sproeiarmen vrij kunnen rond‐
draaien.
Het apparaat maakt kort‐
sluiting.
De stroomsterkte is onvoldoende om alle tegelijk
werkende apparaten van stroom te voorzien. Contro‐
leer de stroomsterkte van het stopcontact en het ver‐
mogen op de meter, of zet één van de in gebruik
zijnde apparaten uit.
Interne elektrische storing van het apparaat. Neem
contact op met een erkend servicecentrum.
Schakel het apparaat na controle aan en
uit. Als het probleem opnieuw optreedt,
neemt u contact op met onze
klantenservice of een servicecentrum.
Voor alarmcodes die niet in de tabel
vermeld zijn, neemt u contact op met de
service-afdeling.
WAARSCHUWING!
We raden u aan het
apparaat niet te gebruiken,
totdat het probleem volledig
is opgelost. Haal de stekker
uit het stopcontact en sluit
het apparaat pas weer aan
als u zeker weet dat het
correct werkt.
11.1 De productnummercode
(PNC)
Als je contact opneemt met een erkend
servicecemtrum, dient u de
productnummercode van uw apparaat te
geven.
De PNC treft u aan op het typeplaatje
van de apparaatdeur. U kunt ook de
PNC bekijken op het bedieningspaneel.
Zorg er voordat u op de PNC kijkt, het
apparaat in de programmakeuze staat.
1. Druk tegelijkertijd op en en
houd ze ongeveer 3 seconden
ingedrukt.
Het display toont de PNC van uw
apparaat.
2. Om de weergave van de PNC te
verlaten, drukt u tegelijkertijd op
en en houdt u deze ongeveer 3
seconden vast.
Het apparaat keert terug naar de
programmakeuze.
NEDERLANDS 25
11.2 De was- en droogresultaten zijn niet naar tevredenheid
Storing Mogelijke oorzaak en oplossing
Slechte wasresultaten. Raadpleeg "Dagelijks gebruik", "Aanwijzingen
en tips" en de folder voor het laden van de korf.
Gebruik een intensiever wasprogramma.
Activeer de optie ExtraPower om de wasresultaten
van een geselecteerd programma te verbeteren.
Maak de inspuiters van de sproeiarm en het filter
schoon. Zie "Onderhoud en reiniging".
Slechte droogresultaten. Serviesgoed heeft te lang in het gesloten apparaat
gestaan. Activeer AirDry om het automatisch ope‐
nen van de deur in te stellen en de droogprestatie
te verbeteren.
Het glansspoelmiddel is op of de dosering van
glansspoelmiddel is niet voldoende. Vul het glans‐
spoelmiddeldoseerbakje of zet de glansspoelmid‐
delstand hoger.
De kwaliteit van het glansspoelmiddel kan de oor‐
zaak zijn.
We raden aan altijd glansspoelmiddel te gebruiken,
zelfs in combinatie met wastabletten.
Plastic voorwerpen moeten mogelijk met een doek
worden afgedroogd.
Het programma heeft geen droogfase. Raadpleeg
"Programmaoverzicht".
Witte strepen of een blauwe
waas op glazen en servies‐
goed.
De vrijgegeven hoeveelheid glansspoelmiddel is te
hoog. Zet de dosering van het glansspoelmiddel op
een lagere stand.
Er is te veel vaatwasmiddel gebruikt.
Vlekken en opgedroogde
watervlekken op glazen en
servies.
De vrijgegeven hoeveelheid glansspoelmiddel is te
laag. Zet de dosering van het glansspoelmiddel op
een hogere stand.
De kwaliteit van het glansspoelmiddel kan de oor‐
zaak zijn.
De binnenkant van het ap‐
paraat is nat.
Dit is geen storing van het apparaat. Vochtige lucht
condenseert op de wanden van het apparaat.
Opvallend veel schuim tij‐
dens het wassen.
Gebruik uitsluitend vaatwasmiddelen die specifiek
zijn bedoeld voor gebruik in vaatwassers.
Het glansspoelmiddeldoseerbakje is lek. Neem
contact op met de klantenservice.
Roestresten op bestek. Er wordt voor het wassen te veel zout in het water
gebruikt. Zie 'De waterontharder instellen'.
Zilver en roestvrijstalen bestek zijn samen ge‐
plaatst. Zet zilveren en roestvrijstalen voorwerpen
niet dicht bij elkaar.
www.electrolux.com26
Storing Mogelijke oorzaak en oplossing
Er bevinden zich aan het
einde van het programma
resten van vaatwasmiddel in
het vaatwasmiddeldoseer‐
bakje.
De vaatwastablet raakte klem in het vaatwasmid‐
deldoseerbakje en is daardoor niet volledig wegge‐
spoeld door het water.
Het water kan het vaatwasmiddel niet uit het vaat‐
wasmiddeldoseerbakje spoelen. Zorg ervoor dat de
sproeiarmen niet geblokkeerd of verstopt zijn.
Zorg dat voorwerpen in de rekken het openen van
het klepje van het afwasmiddeldoseerbakje niet
kunnen belemmeren.
Geuren in het apparaat. Raadpleeg "Reiniging binnenkant".
Start het programma Machine Care met een ont‐
kalker of een reinigingsproduct bestemd voor vaat‐
wassers.
Kalkresten op het servies‐
goed, op de kuip en aan de
binnenkant van de deur.
Het zoutniveau is laag, controleer de bijvulaandui‐
ding.
De dop van het zoutreservoir zit los.
U heeft hard kraanwater. Zie 'De waterontharder
instellen'.
Gebruik zout en stel zelfs bij gebruik van multita‐
bletten de waterontharder in. Zie 'De wateronthar‐
der instellen'.
Start het programma Machine Care met een ont‐
kalker bestemd voor vaatwassers.
Indien de kalkaanslag blijft bestaan, reinigt u het
apparaat met reinigingsmiddelen die hier speciaal
voor zijn bestemd.
Probeer een ander wasmiddel.
Neem contact op met de wasmiddelfabrikant.
Dof, ontkleurd of afgeschil‐
verd serviesgoed.
Zorg dat alleen vaatwasmachinebestendige voor‐
werpen in het apparaat worden gewassen.
Laad de korf voorzichtig in en uit. Raadpleeg de
folder voor het laden van de korven.
Leg tere voorwerpen in de bovenkorf.
Activeer de optie GlassCare om te zorgen voor
speciale verzorging voor glaswerk en fijne items.
Raadpleeg "Voor het
eerste gebruik", "Dagelijks
gebruik" of "Hints en tips"
voor mogelijke oorzaken.
12. TECHNISCHE INFORMATIE
Afmetingen Breedte / hoogte / diepte (mm) 546 / 759 / 550
Elektrische aansluiting
1)
Voltage (V) 220 - 240
Frequentie (Hz) 50
NEDERLANDS 27
Watertoevoerdruk bar (minimaal en maximaal) 0.5 - 8
MPa (minimaal en maximaal) 0.05 - 0.8
Watertoevoer
Koud water of warm water
2)
max. 60 °C
Inhoud Couverts 12
Stroomverbruik Modus aan laten (W) 5.0
Uit-modus (W) 0.50
1)
Zie het typeplaatje voor andere waarden.
2)
Als het hete water door een alternatieve, milieuvriendelijkere energiebron geproduceerd
wordt (bijv. zonnepanelen), gebruik dan een heetwatervoorziening om het energieverbruik
te verminderen.
12.1 Link naar de EU-EPREL-
databank
De QR-code op het energielabel dat bij
het apparaat wordt geleverd, biedt een
weblink naar de registratie van dit
apparaat in de EU-EPREL-database.
Bewaar het energielabel ter referentie
samen met de gebruikershandleiding en
alle andere documenten die bij dit
apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om informatie
gerelateerd aan de prestaties van het
product in de EU-EPREL-databank te
vinden via de link https://
eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en
het productnummer kunt u vinden op het
typeplaatje van het apparaat. Zie het
hoofdstuk ‘Productbeschrijving’.
Kijk voor meer informatie over het
energielabel op www.theenergylabel.eu
13. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
*
www.electrolux.com28
www.electrolux.com/shop
117847350-A-162021
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Electrolux KESC5300L Handleiding

Type
Handleiding