38 NL
PROVISIEKAST & KOELKAST
BEDIENINGSPANEEL OPENINGSRICHTING VAN DE
DEUREN VERANDEREN
De temperatuur van de koelkast en het diepvriesvak kunt u instellen
middels de knop op de thermostaateenheid.
De thermostaateenheid bevindt zich aan de binnenkant van de koelkast
rechtsboven.
Wanneer de thermostaat op stand "0" staat, is het apparaat
uitgeschakeld. De temperatuur wordt lager door de knop van stand 1
naar stand 5 te draaien. Wij raden u aan om de temperatuur in te stellen
op stand 2 of 3.
ONTDOOIEN
Belangrijk: als de temperatuur van het vertrek erg
hoog is, dan is het mogelijk dat het apparaat continu
in werking is en kan er zich op de achterzijde van het
koelkastcompartiment een ijslaag afzetten. In dit geval
moet u de knop op een lagere stand zetten (1-2).
Het koelkastcompartiment wordt automatisch ontdooid wanneer de
compressor niet in werking is.
Een klein laagje ijs of een kleine hoeveelheid druppels water op
de achterzijde van het koelkastcompartiment.
Zorg ervoor dat de wateruitlaat altijd schoon is. Zorg ervoor dat de
levensmiddelen niet in aanraking komen met de achterzijde of de
zijkanten van het koelkastcompartiment.
N.B. Dit is het typeplaatje. Als u voor een eventuele storing
contact opneemt met onze serviceafdeling, vergeet dan niet om
de informatie op het typeplaatje door te geven.
Verwijder de pin en de huls van de bovenste
dwarslat.
Verwijder de bovenste deur.
Verwijder de haak van het scharnier aan
de rechteronderzijde en plaats deze op het
scharnier aan de linkeronderzijde.
Monteer de scharnieren en deuren door van
onder naar boven te werken 1 2 3.
DIEPVRIESCOMPARTIMENT
Sommige producten zijn uitgerust met een diepvriescompartiment.
De volgende opmerkingen gelden voor deze producten.
VRIEZEN
Dit product is voorzien van een gedeelte in het bovenste deel
van het apparaat (zie snelstartgids). Om een goed invriesresulaat te
bereiken, moeten de levensmiddelen 24 uur in het diepvriescompartiment
ingevroren worden.
N.B. Controleer of de gekleurde deur-indicator niet zichtbaar is. Dan
bent u er zeker van dat de deur van het diepvriescompartiment goed
gesloten is.
39 NL
INDICATOR ZICHTBAAR: OPEN
INDICATOR NIET ZICHTBAAR: GESLOTEN
OPENINGSRICHTING VAN DE DEUREN VAN HET DIEPVRIESCOMPARTIMENT VERANDEREN
Zet het apparaat rechtop en wacht twee uur
voordat u het apparaat inschakelt.
2 uur
Verwijder de dopjes zoals in de afbeelding
aangegeven.
Schroef de haak aan de rechterzijde van het
diepvriescompartiment vast.
Schroef de haak aan de linkerzijde van het
diepvriescompartiment los.
Positioneer eerst de deur en het scharnier en
schroef dan het scharnier op het apparaat vast.
Demonteer het scharnier rechtsonder.
Plaats de dopjes zoals in de afbeelding
aangegeven.
40 NL
AFMETINGEN VAN HET APPARAAT EN DE INBOUWKAST
INSTALLATIE VAN HET APPARAAT IN DE INBOUWKAST
Plaats het apparaat in de inbouwkast, en lijn
het apparaat uit aan de tegenovergestelde
kant van de scharnieren.
Bevestig de met het apparaat meegeleverde
afdichting aan de tegenovergestelde kant
van de scharnieren.
Bevestig de onderkant van het apparaat met
de meegeleverde schroeven.
Breng het ventilatierooster aan.Vergewis u ervan dat de bovenkant van het
apparaat perfect op de inbouwkast aansluit.
Bevestig het bovenste gedeelte van het
apparaat aan de inbouwkast, middels de
meegeleverde schroeven.
560 mm
540 mm
560 mm
540 mm
1765 mm
1772 ÷ 1776 mm
870 mm
876 ÷ 880 mm
535 mm
550 mm
535 mm
550 mm
41 NL
BEVESTIGING VAN DE
INBOUWKASTDEUREN AAN DE DEUREN
VAN HET APPARAAT
Het apparaat is voorzien van een koppelingsmechanisme voor het
bevestigen van de deuren van het apparaat aan de inbouwkastdeuren
(geleiders).
Bevestig de geleider aan de binnenzijde van de inbouwkastdeur. Doe
dit op de gewenste hoogte en op ca. 20 mm van de rand van de deur.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR EEN
JUISTE WERKING
Zodra het apparaat ingebouwd is, plaats dan de achterkant van
de inbouwkast tegen de muur. Dit om toegang tot het compressor-
compartiment te voorkomen.
Voor een goede werking van het apparaat is een adequate luchtcirculatie
noodzakelijk. Dit is nodig om de condensor, die zich aan de achterkant
van het apparaat bevindt, voldoende te koelen.
Daarom moet de inbouwkast aan de achterzijde van 'luchtkanaal'
voorzien zijn. De bovenste opening ervan mag niet afgesloten
zijn en de sleuf aan de voorzijde moet afgedekt worden met een
ventilatierooster.
Afmetingen van de ventilatieopeningen.
Ruimte die tussen de inbouwkast en het plafond moet worden
aangehouden.
Verbind de deur van het apparaat met de inbouwkastdeur middels de
geleiders en glijschuiven.
Markeer de bevestigingspunten voor de schroeven en boor de gaatjes
(boordiameter 2,5 mm).
Open de deuren van de inbouwkast en die van de koelkast. Plaats de
geleider op de inbouwkastdeur in de glijschuif, en positioneer deze
glijschuif vervolgens op de deur van de koelkast.
50 mm
380 mm
540 mm
50 mm
50 mm
-
1
-
2
-
3
-
4
